„BLOED VAN
CONTRABANDE-CONTRÓLE.
BOEDDHA"
Contrabande. De lading van een aangehouden Nederlandsch vrachtschip wordt gedeelte.ij* in
een Engelsche haven gelost, nadat de contrabande-autoriteiten er beslag op hebben gelegd
Koninklijke be:3ngs»e iing voor een ernstig werk. In de uniform van lid der
St John mb'i ance woonde de hertogin van Kent in Horticultural Hall te
Londen de demonstratie bij, welke tijdens de ambulance-tentoonstelling
werden gehouden
Wanneer in Downingstreet No- 10 te Londen belangrijke conferenties plaats
vinden, verzamelt zich een groote menigte, om het komen en gaan der
leidende persoonlijkheden gade te slaan Zoo ook in de afgeloopen dagen.
Anthony Eden en Oliver Stanley verlaten het vermaarde gebouw
Het wordt lente. De consumptie-tentjes
verrijzen weer langs het Noordzee
strand. Voorbereidingen voor
Scheveningsche badseizoen
het
Met militaire eer is het stoffelijk overschot van den te Rotterdam
op tragische wijze om het leven gekomen reserve 1sten luitenant
vlieger H. van Montfoort Donderdag op de begraafplaats Zorg-
vlied te Amsterdam ter aarde besteld
Tijdens zijn bezoek aan Budapest legde de Duitsche Rijks
minister Darré een krans bij het Heldenmal ter nagedachtenis
aan de gevallenen
Wordt het dan nooit geen zomer? Als het werk aan het
strand in afwachting van het hoogseizoen is gedaan, is een
dutje in een der stoelen geen onverdeeld genoegen
De bekende Belgische dichter-schrijver Felix Timmermans, die ook de schilder
kunst beoefent, exposeert te Amsterdam een aantal van zijn schilderijen.
De kunstenaar (rechts) met den directeur van het Stedelijk Museum, jhr. D.
C. Röell, bij een yan zijn werken
Ir. C. F. Egelie, die in een buitengewone
zitting van de Staten van Limburg be-
benoemd is tot hoofdingenieur van den
Provincialen Waterstaat
door
HAROLD WARD
Uit het pak voor hem nam hy een met bloed
bevlekte dolk.
Carol Spencer huiverde bij het zien van de veel-
beteekenende vlekken, Virginia Lee gilde.
lork glimlachte vreemd en keek haar even aan.
„Ongelukkig voor den moordenaar sterft iemand,
die door het hart gestoken wordt niet onmiddel
lijk", ging hij voort. „Er zijn gevallen bekend van
menschen, die na den doodelijken steek nog be
trekkelijk lang Ln het leven bleven. Dit was het
geval met den zoogenaamden dokter Grass. Hij
kreundeen dit weid door professor Dittmars
gehoord. Deze kwam zijn kamer uit om te zien,
wat er aan de hand washij werd neergesla
gen."
Dittmars knikte. „Mijn hoofd doet er nog pijn
yan!" klaagde hij.
„De gebeurtenissen volgden elkaar snel op, te
snel voor den moordenaar. Juist toen hy op het
punt stond met Dittmars af te rekenen verscheen
ik op het tooneel. Van te voren had hij er voor
gezorgd dat het licht op de gang defect was. Ik
hoorde iets en toen ik ging kijken wat het was,
kreeg ik eveneens een tik op mijn hoofd. Hy
sleepte me in Grass' kamer en bond me. Dittmars
werd daarna behandeld en toen was ik aan de
beurt.
Waarschijnlijk wilde hij voor mij meer tijd ne
men, teneinde zeker te zyn, dat ik hem niet meer
hinderen zou!
Alle moordenaars zijn op een zeker punt ontoe
rekenbaar, ze kunnen maar in één richting den
ken. Dit was ook het geval met mijn aanvaller.
Daar het hem gelukt was in de gevallen van Knott
en Lewis ons zand in de oogen te strooien, reken
de hij er eveneens op dat dit bij Dittmars en mij
zou gaan. Hij bracht mij dus naar het dak, bond
een touw om myn nek, het andere einde aan een
tak en wilde me daarna van het dak rollenik
zou dus werkelijk opgehangen worden. Maai* het
toeval wilde het anders.
Muer had me zien thuis komen en vreezende dat
me iets overkomen zou, was hij op zoek gegaan.
Toen hij me in het huis niet vond, stapte hij den
tuin in, juist op tijd om te zien wat er aan 't
handje was. Hij ving me op, juist toen ik, met de
strop om mijn hals, over de rand van het dak ge
schoven werd.
De moordenaar had toen geen tijd meer, om het
lichaam van Dittmars op dezelfde wijze te laten
verdwijnen, hij moest zorgen dat hij een alibi had.
Wel was hij van plan den professor later te ver
moorden, want het was natuurlijk mogelijk, dat
deze hem herkend had. Tot zoolang werd Ditt
mars echter op het bekend plekje op het dak op
geborgen. Daarna ging hij naar zijn kamer terug".
York wachtte een oogenblik. De spanning in de
kamer steeg tot het kookpunt.
„Van te voren had hij zijn kamergenoot door een
slag op het hoofd bewusteloos gemaakt
Is dat niet zoo?meneer Lee!
Billy Lee sprong op, doodsbleek, met verwron
gen gelaatstrekken, in zijn oogen schitterde een
krankzinnig vuur. Een revolver blonk in zijn
handhij hield er de geheele troep mee in be
dwang.
Het was doodstil in de kamer, een vreemde,
angstige stilte. Stap voor stap ging Lee achteruit.
Fenton en Muer stonden voor de deur, de eenige
uitweg voor den moordenaar.
„VirginiaAdcle!" blalie hij...... „uit den
wegjullie staat juist in myn schootsveld
ga achter me langs naar den kelder, daar ligt
touwbreng het boven en bindt de heele bende,
terwijl ik ze onder schot houd!"
De twee vrouwen maakten een beweging als
wilden zij gehoorzamen. Uit het met papier be
dekte pakje op de tafel spoot een vlam, tegelijk
met een scherpen knal. De revolver viel uit Lee's
handen, met een kreet van pijn omvatte hij zijn
pols.
York sprong vooruit, Lee en hij vielen op den
grond, Lee, gehandicapt door zyn getroffen pols,
was echter geen gemakkelijke prooi. „Ren!" riep
hij tegen de beide vrouwen, „naar de auto...... in
de zak aan het voorportier zit een revolver!!"
De gebeurtenissen volgden elkaar nu met ra
zende snelheid op. De vrouwen waren halfweg de
hall, toen Muer Virginia te pakken kreeg, hij duw
de haar in een stoel, zij verweerde zich hevig,
krabbend, slaand en scheldend als een vischwijf.
Hij pakte haar polsen samen, zij beet hem in den
arm.
Fenton had intusschen Adele Lathrop nagezet,
ze wist hem te ontwijken en was de deur uit, voor
hij haar kon pakken. Ze was al bij de auto, die
onder de porte-chochère klaar stond, toen Fenton
haar bereikte. Hij draaide haar arm een kwart
slag om, ze gilde van de pijn.
„Ik zal meegaan!" huilde ze.
„Dat is je geraden ook, meisje!" gromde de
sheriff, en leidde haar naar het huis terug.
Intusschen was Lancaster York te hulp geko
men. Samen overmeesterden ze hun gastheer en
Muer, die de handboeien van Pendrill had afgeno
men knipte ze nu om de polsen van Lee.
York stond op, en stofte zijn kleeren af.
„Mag ik u voorstellen", wendde hy zich tot de
anderen", dit is „Lachende Billy Morris", welbe
kend in de onderwereld, zijn vrouw, Adele Morris,
en tenslotte Virginia Moms, zyn zuster!
Het spijt me. Morris, dat je je toevlucht hebt
moeten nemen tot moord, tot nu toe heb je je-fat-
soendelijker weten te gedragen!"
De gevangene wierp hem een blik vol haat toe.
>tLoop naar den duivel!" snauwde h$.
HOOFDSTUK XXXII.
Verdediging.
Eenige oogenblikken was het doodstil. Lancas
ter verbrak het zwijgen.
„Mijn God... Lee... wie had dat kurmen denken!"
De gevangene deed moeite zijn gewonde pols
met zijn andere hand te omklemmen. Het ging
niet, en hij wendde zijn hoofd naar Fay.
„Zou je er niet eens naar kijken?" snauwde hy.
Fay keek York vragend aan, deze knikte. Fay
legde handig een noodverband om den getroffen
pols.
„Zoo, dat zit wel zoolang, dat je in de stad
bent," zei hij.
„Dank je," zei Lee kortaf.
York rekte zich uit.
„Hiermede eindigen practisch mijn bemoeiingen
met deze zaak," zei hij. „De regeericg zal de zorg
voor het halssnoer wel op zich nemen' Waarschijn
lijk zullen de steenen apart verkocht worden aan
verschillende menschen, en daarmede is de kwade
invloed van de „Bloeddruppelen van Boeddha" ge
broken... Er zijn echter nog een stuk of wat dé
tails te behandelen... maar misschien wil onze
vriend Morris, alias Lee, eerst een verklaring af
leggen?"
„Vertel jij maar wat je wilt, ik spaar m'n krach
ten voor later gromde deze.
York lachte. „Okee!" zei hij. „Ik kan jullie nu
wel zeggen, dat vair het begin af aan alles er op
wees, dat Morris de schuldige was.
Ik had de classificatie van zijn vingerafdruk
ken, het was gemakkelijk genoeg die te krijgen
van verschillende voorwerpen hier in huis en het
betreffende departement in Washington had geen
moeite ze te indentificeeren. Ze vertelden me
toen het een en ander van hem. In den oorlog
werkte hij bij de chemische afdeeling, vandaar
zijn kennis van gassen en hui? samenstelling. Ik
begreep dat de man, die die gasbom behandelde,
er verstand van hebben moest, dat was geen werk
van een amateur.
Verder was Morris, zooals hij zelf toegegeven
heeft, onder de porte-cochère tegen elf uur op den
avorrd dat het lijk van Wimpy Knott gevonden
werd. Hij heeft toen natuurlijk aan het touw ge»
trokken, dat het lichaam van het dak moest la*
ten vallen. Dat gebeurde niet om elf uur, maaf
een paar minuten later. U zult zich herinneren
dat Page omtrent dien tijd een doffe plof hoorde.'
Page huiverde. „Daar gaat me een licht op!"
riep hij uit. „Misschien heeft het er iets mee M
maken. Toen ik de klok binnen het kwartier
hoorde slaan, keek ik op mijn horloge, en zag dat
de klok achter was. Ik heb er niet meer aan
gedacht, maar nu begrijp ik
„Het is een bewijs temeer," zei York. „Waar if
Tim?" en toen de neger bevend te voorschijn
kwam: „Waarom heb jij de klok in de hal ver
zet... en op wiens orders?"
„Toen u allemaal in het sous-terrein was," ant
woordde hij bevend, „met het lijk van dien man
die mistah Page onder den boom vond, Meneer
Lee zei, dat de klok achter was, en dat ik hem eeg
paar minuten vooruit moest zetten!"
York liet hem met een hoofdknik gaan.
„Een ander punt dat mijn aandacht trok waf
het feit dat Lee de zaak overdreef. Ik kon niet
begrijpen, wie anders hier in huis zooveel touw
kon krijgen! Ik merkte, dat het uit de wasctt*
kamer kwam, evenals het ijzerdraad dat een
einde maakte aan het leven van dien armen Jake.
Lee had het gesprek van mij met Muer afge
luisterd, het ijzerdraad was over den weg' ge*
spannen om te beletten, dat Muer mij zou komen
helpende eene moord leidt tot de andere,
zooals ik al opmerkte En wie van de gasten zou
hebben geweten, waar hij een dergelijke draad zoo
gauw vandaan moest halen?"
Hij legde den draad bij de andere bewijsstukken
op tafel.
„Gasten komen in den regel niet in de brjge*
bouwen, dat zou den bedienden opgevallen zijn,
maar de heer des huizes kon dit onopgemerkt
doen; wanneer men hem met een rol draad bad
zien loopen, behoefde dat nog niet in het minst
enige verdenking op te wekken."
(Slot TOlgtfr