tredvaste was
[slederlandsche vereeniging voor lucht
bescherming verdedigt zich.
Emser-Pastllles
Graansilo ingestort.
CETSBEVER
v R li&AG- 12 P- R I L' 1940
'Als de algemeene vergadering, op 27 April te Utrecht
bijeenkomende, zich achter het Hoofdbestuur
schaart, zal het iverk voorlichting inzake de gezins-
bescherming voortgezet worden. Het geld zal, naar
men hoopt, daarvoor wel bijeengebracht kunnen
worden.
„Nimmer hebben wij
gepoogd op den
stoel der Regeering
to cjssn zitten
Het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Ver-'
jging voor Luchtbescherming heeft dezer dagen.
vertegenwoordigers der Nederlandsche pers in
een conferentie bijeen geroepen om van zijn kant
het Nederlandsche publiek voor te lichten over het
bekende conflict met den Minister van Binnenland-
sdhe Zaken, den heer Van. Boeyen. Daartoe werd
een bijeenkomst in Den Haag belegd, welke ruim 3
uur duurde. Het door het bestuur ingenomen
standpunt, dat uit de besprekingen naar voren
kwam, was, samengevat in punten, als volgt:
1 Het bestuur der N.V.L. heeft nimmer getracht
op den stoel der regeering te gaan zitten.
2, Het bestuur zal niet voor den minister wijken,
tenzij op de op 27 April te beleggen algemeene ver
tedering der N.V.L., de afgevaardigden der afdee
lingen het beter achten, dat het bestuur als cen
traal orgaan der vereeniging heengaat.
3 Het bestuur weet tot nu toé niet, op welke
feiten de minister zich beroept inzake de door hem
aangenomen houding tegenover een vereeniging,
waarvoor hij aanvankelijk den steun van alle bur
gers inriep.
4, De door den minister geuite beschuldigingen
zijn niet juist.
Daaraan, werd ten overvloede nog de veronder
stelling vastgeknoopt, dat minister Van Boeyen
hoogstwaarschijnlijk onjuist is ingelicht over de
N.V.L. door medewerkers aan zijn departement.
De voorzitter der N.V.L. begon met er op te wij-
jen, dat de door den minister uitgesproken be
schuldigingen gezien 't fe.it, dat een concrete,
gedocuimeniteerde bewijsvoering ontbreekt eigen
lijk geen weerlegging behoeven. „Daarenboven",
aldus de heer Klein, „hadden wij liever gezien, dat
de minister ons niet genoodzaakt had tot openbare
weerlegging over te gaan. Toen de minister ons
door het beleggenvan een persconferentie in een
dwangpositie bracht, hebben wij ons nogmaals tot
den Raad van Ministers gewend in de hoop te
elfder ure nog een schikking tot stand te kunnen
brengen. Dezen .niet gemakkelijken stap hebben wij
jn 's lands belang gedaan en eveneens ter behar
tiging van de belangen van hen, die ons als hun
bestuur hadden gekozen.
Wij hebben dén oorlog", dien de minister ons
heeft vertelaard, niet gewild. Maar daarom meenen
wij er wel goed aan te doen, nu alle pogingen om
openbaarmaking van het conflict te voorkomen ge
faald hebben, om duidelijk te maken, dat wij met
alle beschikbare kracht zullen pogen 't particulier
initiatief, dat door den minister altijd erkend is,
als te zijn een eerste grondslag voor de organisa
tie der luchtbescherming, ongeschonden te hand
haven, Wij hebben reden om te vreezen, dat 't
particulier .initiatief zal verdwijnen, als de N. V. L.
verdwijnt of zoodanig wordt gedecentraliseerd, dat
de spontane levenskracht, schuilend in dit initia
tief, gebroken wordt.
Daarom kunnen wij de beschuldigingen van den
minister niet on weerlegd laten. Men houde echter
bij het vellen van een oordeel in 't oog, dat het
hier gaat om een landsbelang van de eerste orde;
de organisatie dêr luchtbescherming 'in Nederland.
Na deze inleiding betoogde de heer Klein, dat
de minister in April 1938 besliste, dat de N. V. L.
zou blijven bestaan; „Het rapport Quarles van Uf-
ford", zoo vervolgde de N.V.L,-voorzitter, „ver
langt voor het voortbestaan van de vereeniging als
centrale organisatie niet alleen een ruime subsidie,
maar ook een wettelijk fundament door de. wijzi
ging van. het K. B, van Augustus '36. De minister
beslist niet, dat het nu tijd is voor de N. V. L.
omheen te gaan doch voldoet aan beide eischen. De
minister is blijkens zijn uiteenzettingen bevreesd;
dat de nieuwe statuten, die beteekenen dat de
N.V.L. als centrale organisatie behouden zal blij
ven, niet zullen, worden aangenomen. Men mag
vragen waarom de minister daarvoor bevreesd
moet zijn en tot' extreme middelen zijn toevlucht
moet nemen, als hij in zijn hart reeds tot het ver
dwijnen van de;N.V.L. als centrale organisatie had
besloten.
Het N.V.L.-bestuur mag derhalve concludeeren
dat de mededeeling betreffende een reeds lang
overwogen overbodigheid niet juist lean zijn.
Het bestuur is verplicht hier aan te geven, dat
al de geschetste moeilijkheden terug te brengen
zijn tot twee hoofdoorzaken.
De eerste oorzaak der talrijke onaangenaamhe
den tusschen N.V.L. en Bmnenlandsche Zaken is
de bij het ministerie heerschende opvatting betref
fende de verhouding tusschen het ambtelijk ele
ment en het particuliere initiatief. In het bijzonder
huldigt dit ministerie de opvatting, dat het parti
culier initiatief in.alle onderdeelen onderworpen
behoort te blijven aan het ambtelijk inzicht.
Gezegd kan worden, dat zoolang de minister
zelf erkent dat het welslagen van de luchtbescher
ming voor zoo'ri groot gedeelte van de medewer
king van het particuliere initiatief afhangt het
tenminste een gemis aan tact of beleid is om het
particulier initiatief aan banden te leggen op de
wijze als de minister het blijkbaar wil doen.
De tweede en minstens even zwaar wegende oor
zaak is dat het ministerie van Bmnenlandsche Za
ken alle vraagstukken die met de luchtbescher
ming samenhangen en het zijn er vele en zwaar
wichtige. steeds volkomen heeft onderschat,
met het gevolg dat men met alle maatregelen ach
ter de feiten aanloopt. Hier zij er aan herinnerd
dat na twee jaar van internationale, spanning
en zeven maanden oorlogsmobilisatie eerst nu
(in April 1940) een wetsontwerp wordt ingediend
om verschillende urgente vraagstukken een'igszins
nader tot haar oplossing te brengen.
Om het standpunt van de N.V.L. duidelijk te om
lijnen is het voldoende er op te wijzen dat de N.
V. L, zich uitsluitend op het terrein van de zelfbe
scherming beweegt en zich angstvallig onthoudt van
inmenging in de taak van de Overheid. Dit wil
zeggen dat de N.V.L. zich in de eerste en voor
naamste plaats bezig houdt met hetgeen de indi-
vidueele burger in eigen huis of bedrijf heeft te
doen om de gevolgen van luchtaanvallen zooveel
mogelijk te vermindex'en. Dit is dus werk binnens
huis. Dit werk vindt zijn voltooiing in de blokorga-
nisatie waarin de bewoners van hetzelfde gebouw,
of van eenzelfde blok huizen, met elkaar samen-
Werken.
Ofschoon de omschrijving van onze taak zoo
eenvoudig is, blijken niettemin talrijke misver
standen, die alle zijn terug, te voeren tot de hier
boven aangegeven hoofdoorzaken.
ONJUIST.
De heer Bogaard! directeur-secretaris .sprak na
den heer Klein. Dit bestuurslid der N.V.L. ving aan
met mede te deelen, dat bijna elke mededeeling
yan den minister van Bmnenlandsche Zaken on
juist was geweest. Zich bemerkende tot .eenige pun
ten roei'de de heer Bogaardt allereerst de klach
ten van den inspecteur der luchtbescherming over
onvoldoende samenwerking tusschen h.em (den, in
specteur) en de N.V.L. aan, hetgeexx enkele maan
den no 't opti'eden van den minister in 1937 het
geval zou zijn geweest. Hier stelt de heer Bo
gaardt een citaat uit -de notulenvergadering van de
'$pmrni:ssie:' van '24 Januari' 1938
•téèe&H'lri' 3s'i;dbor'''g^nëraal' De Ridder ge-
ii-„Hoewel" dé'laatste tijd de verhouding tus
schen de inspectie en de vereeniging zeer goed is
en de vergadex\hxgen zooveel mogelijk bijgewoond
wox-den, betreur ik het toch, dat ik niet als officieel
regeerixxgsgedelegeerde in 't bestuur zitting heb"
,Dat de klachten tot 't instellen van de commis
sie Quarles van Ufford hebben geleid is", aldus de
heer Bogaardt, „in strijd met de feiten. De com
missie is ingesteld ixadat de oud-vooxwitter der
N.V.L., de heer Van Lith er op gewezen had, dat
de manier waarop de minister de N.V.L. behan
delde, een conflict tussohen. den minister en de
vereeniging tot gevolg zou hebben.
Wat de subsidie betreft, de minister is van oor
deel, dat het rapport-Quarles van Ufford een rijks
subsidie van f 27.500, benevens een regeeringsga-
x'antie voor de exploitatie van „Luchtgevaar"
vat. Daarmede tracht de minister aannemelijk te
male en, dat hij zich aan de minimuimeisdhen van
het rapport heeft gehouden. Deze voorstelling van
zaken is volkomen in strijd met het rapport. Daar
in worden de uitgaven van de N.V.L, per jaar (als
uitersl minimum) op f 67.500 (ongeacht een ga
rantie voor „Luohtgevaar") geraamd. Voorts stelt
het i'apport dan voor, d'at het grootste deel van
dit bedx-ag, en wel f 40.000, zal worden vexkregen
door subsidieering door de gemeenten. De minister
vei'zwijgt nu dat het-opbi'engen van f 40.000, waai',
voor de tusscihenkomst van den minister onont
beerlijk zou zijn geweest, nooit heeft plaats gehad.
Het bestuur der N.V.L. ontkent voorts de statu
tenwijziging op de lange baan geschoven te heb
ben en is van meening, dat het ministerie wel een
overwegend aandeel in de samenstelling van deze
statuten heeft willen hebben. Pas op 23 November
1939 was het overleg binnenkamers van het mi
nisterie over het op 26 April 1939 door het secre
tariaat der N.V.L. toegezonden eerste oritwe.rp der
statuten beëindigd. Het hoofdbestuur vergaderde
daarna reeds op 1 December.
Het bestuur der N.V.L. ontkent ook, dat het'bui
ten den minister of inspecteur der luchtbescher
ming de verkoopsorganisatie „Lubëma" heeft ge-
organiseei'd. Reeds op 2 Juni 1939 werd den mi
nister medegedeeld, dat het bestuur een verkoops-
oi'ganisatie noodlig aChtte. Op deze jni-ssive is, zoo
als op vele andere, gèen antwoord ontvangen-; Bo
vendien bevatten de notulen van' een vergadering
geöioudën. op'19 September -1939 - bijgewoond
door den vertegenwoordiger van den -minister
de mededeeling, dat tot de oprichting van een-der
gelijke stichting besloten wei'd.
Daarnaast gaf de minister zelf een uitbreiding
aan het recht van platje! liet was zijn recht, om
indien -de vereeniging langs den -weg van vrije
keuze een'aantal leden van het dagelrjksch be
stuur heeftben'oemd, 'te' kunnen doen blijken- of
bepaalde léden zijn instemming niet hebben
indien hij van dit recht gebruik zou maken onder
aanvoeren van een nadere motiveering. Hetgeen
de minister hiu doet komt in feite hiei'op neer, dat
hij vooral' de keuze van bepaalde bestuursleden,
die een prominexxte positie in de vereeniging moe
ten inneriien, aan zijn goedkeuring wénsoht te bin
den.. Het spreekt, vanzelf, dat dit een uitbreiding is
van het recht van placet, dat door de vereeniging
niet kan worden aanvaard en waartegen dan ook
in het hoofdbestuur in zijn brief van 5 December
1939 bezwaar heeft gemaakt.
DE BRIEF.
Wat de kwestie van den bx-ief van den Commis
saris der Koningin in de provincie Fx'iesland be-
treft, is het hoofdbestuur der N.V.L. van meening,
dat de Commissaris der Koningin 't, slachtoffer van
een machinatie is geworden. Dit schrijven bevat
slechts gissingen en onderstellingen doch geen fei
ten. De ondex'stellingexx van den Commissaris zijn
volkomen uit de lucht gegrepen. Het hoofdbestuur
onderstelt, dat de heer Van Harinxma thoe Slooten
het slachtoffer is geworden van een welbewuste
poging om zich van Zijn gezag te bedienen.
Wat het door den minister naar aanleiding van
dezen brief ingestelde oxiderzoek door den heer
Van Batenbux'g (adjunct-inspecteur voor de lucht
bescherming en rijkscommissaris van politie)- be
treft/wij wijzen er op, dat dé vooi'zit'tér en de
secretax'is, dié gezegd zouden hebben, dat de sta
tutenwijziging door den minister was opgedron
gen, niet door den heer Van Batenburg zijn ge
hoord. Wij verklaren met nadruk, dat alle be
sehuldigingen, die tegen het bestuur zijn inge
bracht, buiten ons om zijn gegaan en dat het be
stuur in geen enkel opzicht ooit iix de gelegenheid
is gesteld zich hierop te verweren.
En de loterij? De minister zegt, dat hem daar
van eerst mededeeling is gedaan, toen het besluit
genomen was. Deze mededeeling is onjuist. Vijf
dagen voor de aanvi'aag (14 Decexnber 1937) van
de loterij is de minister schriftelijk hiervan in
kennis gesteld.
Voorts heeft de minister wel degelijk de benoe-
ming van den heer Klein, in afwachting van de
reoi'ganisatie, goedgekeux'd.
Tenslotte: de distributie van gasmaskers. Het
hoofdbestuur der N.V.L. zou uitreiking via de af-
deelingen ontraden hebben, omdat in de leidixxg
daarvan niet voldoende vertrouwen kon woi'den
gesteld. Nadat de vereeniging voor het eerst op 4
September van de distributie van gasmaskers had
ge'hooi'd had zij op verzoek van het ministerie op
September reeds een distributie-schema opge
steld. Toen bleek echter, dat er nog geen gasmas
kers waren. Later heeft de vereeniging een distri-
but iep rijs gevraagd, doch het ministerie noemde
dezen prijs niet.
Om aan alle kwesties een eind te maken heeft
het bestuur bij zijn brief van 26 September 1939
aaix de Inspectie een schema ter hand gesteld van
detaïlveikoopprijzen en distributiekosten met het
verzoek om deze goed te keuren. Op dezen brief
volgde geen ander antwoord dan een telefonische
mededeeling van de Inspectie, dat de minister van
de distributie via de N.V.L. had afgezien.
Ter audiëntie van 30 October 1939, verklaarde
de minister, dat de distributie via de postkantoren
een proefneming was. Van de mislukking daarvan
was de minister, zooals daax-bij tot uitdx'ukking
werd gebracht, reeds op dat oogenblik overtuigd.
Deze overtuiging heeft den minister eohter geen
aanleiding gegeven om de distributie nog op een
andex-e wijze te bepx-oeven".
Na deze uitvoerige toelichtingen inzake het be
leid van het N.V.L.-bestuur werd gelegenheid ge
geven tot het stellen van vragen. Daarbij ontken
de de heer Klein nog eens nadrukkelijk, dat hij
in eeix vergadering van het Provinciaal Vex4xand
te Groningen, de aideeling zou hebben beïnvloed
teneinde het aanvaarden van de nieuwe statuten
tegen te gaan.
Voorts gaf de heer Kleixx xxog een kort overzicht
van de besprekingen met den Minister-President
en den Minister van Defensie, waarbij ook mr.
Mulder, namens den Minister van Bmnenlandsche
Zakexx, aanwezig was. Volgens den heer Klein zou
de Minister, van Defensie daarbij, toen het hoofd
bestuur nogmaals aandrong op het xxoemen van
feiten, welke de grieven van minister Van Boeyen
rechtvaardigden, tijdens het doox'bladex-en van de
voor hem liggende rapporten gezegd hebben, dat
daarin geen feiten te vinden waren. De heer Mul
der is toen in de gelegenheid gesteld er eenige te
noemen. Nog altijd volgens de mededeelingen van
den heer Klein zou deze er toen 3 genoemd heb
ben, drie grieven, welke minister Van Boeyen aan
leiding zouden hebben gegeven tot de gedachte,
dat het hoofdbestuur den zetel der regeerixig zou
hebben willen innemen.
Het eerste feit, dat door den heer Mulder xxaar
voren gebracht was, dateexde van 1937, in welk
jaar de N.V.L. een stand op de Luchtvaarttentoon
stelling heeft ingericht, aangevende wat de bux'ger
zelf bij de luchtbescherming kan doen, ofschoon
•minister De Wilde daarvoor de aangevraagde sub
sidie van f 8000 niet wilde verlee-nen. De kosten
zijn toen tot de helft teruggebx'acht en aangezien
een vooraanstaand Nederlander zich voor het geld
garant vei'klaarde, kon dit plan toen doorgaan. De
heer Mulder noemde dit een duidelijk bewijs van
het streven vaxx het hoofdbestuur den zetel der re-
geering in te nemen. Als tweede punt roerde de
heer Mulder het beruchte artikel 13 der statuten
aan. Dit is zoo geredigeerd, dat de afdeelingen
der vereeniging op hui.dxoudelijk gebied de vrije
hand houden-, Oolc dit bewees, volgens den heer
Mulder, dat het bestuur den zetel der regeering
wilde innexnen, waai-bij als derde punt nog kwam,
dat een hoofd van den Luchtbeschex'mingsdienst
van een groote gemeente bezwaar had moeten ma
ken tegen een artikel in 't studieorgaan der vereeni
ging, daar dit artiikel strijdig zou zijn met een der
plaatselijke verordeningen. Het bestuur is op deze
aantijging het antwoord schuldig gebleven.
„Wij voor ons", aldus de heer Klein, „hebben
de overtuiging, dat de grieven van minister Van
Boeyen in werkelijkheid slechts van onbeteeke-
nenden aard kunnen zijn. Wij zullen thans de al
gemeene vergadering alle afdeelingsbesturen
krijgen het materiaal toegestuux'd, dat ons hoofd
bestuur, in antwoord op de besehuldigingen van
den minister, heeft bijeengebx'acht op 27 April
te Utrecht laten beslissen
Een mededeeling van bevoegde zijde.
Aan een mededeeling van bevoegde zijde in ver
band met bovexxstaande pex-sconferentie ontleenen
wij het volgende:
Een eerste staaltje van de vx'ijmoedige wijze,
waarop het algemeen bestuur de pers meent te kun
nen voorlichten, was de mededeeling, dat het veto-
X'echt van de besluiten van de algemeene vei'gade-
ring niet in het rapport-Quarles van Ufford was
opgenomen, doch door de vertegenwoordigers van
het departement in de ontwerp-statuten binnen ge
smokkeld.
Ieder die het rapport gelezen heeft, weet wel
beter.
Ter persconferentie is voorts medegedeeld, dat
de overwegende bezwax-en van het bestuur tegen
dit vetorecht in Maart 1939, toen het verhoogde
subsidie nog moest komen, met alle andere voor
stellen van het rappox't-Quarles volledig aanvaard,
door den minister zouden zijn ex'kend. Bij de
persconferentie op 3 April j.l. in het departement
van binnenlandsche zaken, heeft deze onware voox*-
stelling van zaken reeds de weerlegging ontvangen,
die zij verdiende. Om een laatste blijk van zijn te-
genxoetkoxxxing te geven, had minister Van Boeyen
goed gevondeix, dat dit vetorecht niet in de statuten,
doch in het subsidiebesluit zou worden opgenomen,
daai-mede gelijk de minister het uitdrukte
materieel aan het rapport-Quarles vasthoudend.
Het bestuur verwijt den minister niet in lxet ge
not te zijn gesteld vaxx de gemeentelijke subsidies,
welke het rapport Quarles in overweging zou heb
ben gegeven.
Blijkbaar weet het algemeen bestuur al is zijn
voorzitter een oud-burgemeester zoo weinig van
onze gemeentelijke wetgeving al', dat het veronder
stelt, dat de minister de gemeenten kan dwingen de
vereeniging te subsidieeren. Het rapport Quarles
kende trouwens geen rechtstreeksche subsidieering
van de centrale organisatie door de gemeentebestu
ren. Het eenige wat in dat opzicht werd voorgesteld,
was de suggestie, dat de gemeenten de plaatselijke
afdeelingen door het vex-leenen van subsidie in staat
zouden stellen een bijdrage van f 0,10 per lid aan
de centrale kas af te dragen. Het initiatief to.t het
verkrijgen van een dergelijke subsidie belxoordc
uiteraard van de plaatselijke afdeelingen, gesteund
door de centrale vereeniging, uit te gaan. Den mi
nister kan moeilijk verweten woi'den, dat van dit
initiatief blijkbaar als gevolg van de weinig aan
gename verhouding tusschen algemeen bestuur en
talrijke afdeelingen weinig of niets is terecht
gekomen.
ONTWERP STATUTEN.
Minister Van Boeyen verklaarde op 3 April, dat
de statuten in eersten aanleg door den secretaris der
vereeniging zijn ontworpen. Het algemeen bestuur
door deze nxededeeling klaarblijkelijk in een ge
voelig punt getroffen acht het onbegrijpelijk, dat
de minister zulke mededeelingen aan de pei-s ver
strekt. Nog minder begrijplijk is iixtusschen, dat het
bestuur even later bij de gehouden persconferexxtie
te kennexi gaf, dat het secretariaat, het eerste ont
werp der statuten op 26 April 1939 naar het
nistex'ie had gezonden. Het onderscheid tusschen
„statuten in eerstexx aanleg oxxtworpen" en „eex'ste
ontwerp der statuten" zal vermoedelijk alleen aan
het bestuur duidelijk zijn.
Volgens art. 13 vaxx het ontworpen huishoudelijk
reglemexxt zou het vetorecht van den burgemeester
beperkt blijven tot de besluiten van de afdeelings
besturen, die rechtstreeks de uitoefening van den
gemeentelijken luchtbeschex'mingsdienst betreffen.
Minister Vaxx Boeyen zag hiex'in een slaxksche
poging om in afwijking van het rapport-Quarles
de zelfbeschex-ming aan het vetorecht van den
burgemeester te onttrekken.
DE LOTERIJ.
Bij brief van 9 December 1937 deelde het alge
meen bestuur aan den minister mede,, dat het voor
nemens was een viertal loterijen, elk groot f 60.000
te oi'ganiseeren. Noch op dit voornemen, noch op de
uitvoering daarvan heeft de minister eenigen invloed
uitgeoefend. Blijkens den door den tegenwoordigen
secretaris-generaal van het departement van wa
terstaat, mr. D. G. W. Spitzen, daarvan gehouden
notulen, heeft minister Van Boeyen met betrekking
tot deze loterij aan het bestuur bij de op 29 April
1938 gehouden bespreking verklaard, dat „de toe
passing van het middel vaxx de loterij iets is wat de
vereeniging geheel voor eigen rekening moet
nemen".
Het bestuur legt den minister thans de woorden
in den mond: „ik kan de bezwaren niet inzien, de
lotex'ij is van onschuldigexx aard".
De Echte
zijn en bliiven van oud* het beste
dit middel bii
"merk'" Hoest en Verkoudheid
(Adv. IngezMed.)
Arbeider om het leven gekomen.
Donderdag omstreeks zeven uur is, zonder
eenig voorteeken, een graansilo van de N.V. J. L.
van Nieuwenhuizen's graanhal en oliefabrieken.
te Amersfoort volkomen ingestort.
Het ongeluk, dat met een daverend geraas ge
paard ging, gebeurde op een oogenblik, dat
twee werklieden bezig waren een vrachtauto
met rnais te laden. Een van hen, de arbeider P.
van der Pol, kon zich tex'nauwernood in veilig
heid stellen, doch de 23-jarige J. de Kruyf, wo
nende te Aixiersfoort, werd bedolven onder een.
enox'me hoeveelheid mais en aanzienlijke brok
stukken muur.
Van alle kanten schoot hulp toe en werd alarm
gemaakt. Brandweerlieden, militairen, bui'gers en
politiemannen vingen in koortsachtigen haast aan
het graan en het puin weg te wex-ken. Groote brok
stukken muur, waaronder van verscheidene vier
kante meter, moesten daartoe worden verzet en
aanzienlijke massa's mais worden weggegx-aven.
Tenslotte nam men zijn toevlucht tot een lier van
een in de Eem liggend schip, met behulp waarvan
het opruimingswek aanzienlijk versneld kon worden.
Eerst om kwart voor negen had men het lichaam
vaix den ongelukkigen De Kruyf bevrijd. De ge
meente-arts constateex'de den dood door verstikking.
De graansilo, welke een volkomen ruine is gewor
den, werd iïi 1936 gedeeltelijk door brand verwoest,
doch daarna herbouwd. De Kleine Koppel, de kade
langs de Eem, is geheel en al versperd.
De oorzaak van het ongeluk kan men op het
oogenblik niet gissen. Op den zolder van de silo was
een hoeveelheid van vier ton graan opgeslagen, Het
lijkt evenwel niet, dat hier van overbelasting mag
worden gesproken, Het bedrijf van de N.V. onder
vindt door het gebéurde ernstige stagnatie, doch het
kan gaande gehouden worden.
De aangerichte schade is zeer groot. Zij valt op
het oogenblik niet te schatten. Niet alleen is de silo
in een ruine herschapen, maar ook een aangrenzend
huis is ernstig beschadigd.
BENOEMING VOORZITTER EN
DIRECTEUR-SECRETARIS.
Hoewel het rapport-Quarles het placet van den
minister vordex-de voor de benoeming van alle leden
van het dagelijksch bestuur en van den directeur,
werd de minister zonder meer bij brief van 14 Maart
1939 in kennis gesteld met het feit, dat de heer
Klein tot voorzitter was benoemd en mr. Bogaardt
tot directeur-secretai'is.
Om de vei'houdingen niet te bederven (het rap
port was juist verschenen) heeft de minister zich
bij deze benoemingen xxeergelegd. echter onder de
uitdrukkelijke mededeeling, dat zulks geschiedde
in afwachting van de voorgenomen reorganisatie.
DE GASMASKERS.
Omtrent de distributie van de gasmaskers wordt
o.m. gezegd, dat het bestuur van de N. V. L. voor een
gasmasker van den inkoopprijs van f2,75 aan
plaatsingskosten een bedrag van f 0,75 tot f 1,10 in
rekening wilde brengen en voor een gasmasker,
waai-van de inkoopsprijs al of niet met draagzak
f4,90 tot f5,40 bedroeg, 1,10 tot f 1,85 aan plaat
singskosten wilde hebben. Noodgedwongen is de
minister toen overgegaan tot distributie via P. T. T.
ONDERGRAVING GRONDSLAGEN
RAPPORT- QUARLES.
Ten aanzien van dit punt wordt vex'klaai'd, dat
de minister verschillende bewijzen bezit, dat de
voorzitter en de directeur-secretax'is van de N. V. L.
getracht hebben het rapport-Quax-les in de afdee
lingen te torpedeeren. Tenslotte wordt nog meege
deeld, dat menige afdeeling der N. V. L. met smart
reeds twee jaren op een algemeene vergadering
wacht. Tevens wordt nog verklaard, dat in de eerst
volgende ledenvex'gadering de noodige publiciteit
zal worden gegeven aan het oordeel van de hoofden
der gemeentelijke luchtbeschermingsdiensten en de
leiding van de plaatselijke afdeelingen in de groote
steden over den arbeid van de vereeniging als cen
trale ox'ganisatie.
Trein en aulo vinden elkaar.
Samenwerking tusschen spoorwegen en
beroepsautovervoer.
De besturen der drie landelijke bonden, welke
bestaan in het zuivei'e beroepsautovervoer, t.w. do
B.B.N. afdeeling berocpsgoederenvervoex', de A.N.
W.B. en de B.E.T.O., hebben besloten in te stellen
een eentx-alen raad van het beroepsautovervoer in
Nedei'land, welke zich bezig zal houden met de
vele vraagstukken, die zich in ons land op dit ge
bied voordoen.
Eenige dagen geleden werd vex'gaderd, tezamen
met de Nederlandsche Spoorwegen, de groote
scheepvaartvereenigingen en de expediteux's-ox-ga-
nisaties, om tot overleg te komen 'omtrent de ver-
voerprijzen in ons land. In deze vergadering was
tevens een vertegenwoordiger van het departement
van sociale zaken aanwezig, teneinde te ovex'leggen
omtrent de moeilijkheden, welke bij de uitvoe
ring van het rijtijdenbesluit zijn gebleken, n.l.
opstopping van werk in die gevallen waar de auto's
geladen en gelost moeten wöx'den op spoorwagon
of schip. Een wijziging" van het rijtijdenbesluit is
thans in studie en van de ervaiingen, opgedaan
in de px'actijk door het bex'oepsgoéderenvervoex-,
zal bij deze wijziging rekening gehouden worden.
In de vergadering van den centralen raad werd
besloten het overleg met de Nedex'landsche Spooi*-
wegen pexmanent te doen zijn.. Op voorstel van de
Spoorwegen en naar het vooi'beeld van hetgeen
bestaat betreffende het contact tusschen spoor en
binnenvaart werd besloten eèn coördinatie-com
missie onder den naam N.S./Auto in te stellen.
Voor dit contact zal reeds dadelijk met den ar
beid begonnen worden.
Tot ovex-leg met den centralen raad zullen wor
den uitgenoodigd de vertegenwoordigers van de
drie organisaties van wex'knemers, zulks in ver
band met het rijtijdenbesluit en andere vraag
stukken. Als hierbij aansluitend punt op het werk-
px'ogramma voor dezen centr. raad werden gesteld
de vakeischen voor wagenbestuurders in het auto-
vervoex', daar gebleken is, dat als gevolg van het
rijtijdenbesluit in verschillende plaatsen nfeer en
meer gebx'ek komt aan goede bestuurders, o.a.
speciaal voor het wagentype trekker met oplegger.
NIET GLAD GEEN VOETAFDRUKKEN I
(Adv. Ingez. Med.)
Nu het reizigersverkeer tengevolge van de beperkte dienstregeling der Ned. Spoorwegen sterk is verminderd, valt va
v. ^e gs^uikebjke -op de.pe*e»»s-titao$. weimg-*«fc4>e^eaeee^S9^ Hki?, j»W CeoteaaL Séafcoo -4e- Amstatdac»
De ambulance-zusters lccrcn Finsclr.
Uitrusting der ambulance wekt zeer veel
waardcering.
Het Nederlandsche Roode Kruis deelt ons het
volgende mede:
Uit de rappoi'ten door den leider der Nedex'land
sche ambulance in Finland, den heer F. H, Meihui
zen, arts, uitgebracht aan het hoofdbestuur van het
Nedex'landsche Roode Kruis, blijkt dat de ambulance
op 1 April in de in een chirurgische kliniek en
ziekenhuis veranderde sportschool te Vierumaeki
het werk is aangevangen. Op dien dag werd de ope
ratiekamer ingewijd met 2 operaties, terwijl in de
Röntgenkamer de eerste 6 foto's wex'den gemaakt.
De ambulance heeft sedert 3 April het geheele
ziekenhuis, wat de zorg voor de patiënten betreft,
ovex-genomen.
Op 2 en 3 April werden ongeveer 80 herstelden of
vrijwel herstelden geëvacueerd, zoodat de Neder
landsche ambulance met 180 patiënten begonnen is.
Verder werden op 4 April uit het militair hospitaal
80 deels ernstige gevallen toegezonden, terwijl er
op 5 April nog een aantal zouden komen. Behalve
over de 30 eigen leden, beschikt de ambulance over
1 Finsche hoofdverpleegster en 16 Finsche verpleeg
sters, waarvan de meesten op school eenige jaren
Duitsch leerden, verder over 7 Lotta's.
De Nederlandsche zusters leeren heel ijverig het
zoo moeilijke Finsch, zoodat zij zich vermoedelijk
spoedig zonder tolk zullen kunnen redden. De uit
stekende uitrusting van de Nederlandsche Roode
Kruis ambulance wordt zeer gewaardeerd.
ALGEMEENE JAARVERGADERING NEDER
LANDSCHE PADVINDSTERSGILDE UITGESTELD
Het hoofdbestuur van. het Nederlandsche Padvind-
stersg'ilde maakt bekend, dat de algemeene jaarver
gadering te Hilversum op Zaterdag 13 April a.s.
door de tijdsomstandigheden is uitgesteld.
Het duizendste schip van dit jaar den
Nieuwen Waterweg binnen.
Donderdagmiddag is het Poi'tugeesche s.s. „Alpha1*
van Lissabon den Nieuwen Waterweg binnengeko
men, Dit is het duizendste schip sedert 1 Januari
1940 dat den Nieuwen Waterweg binnenliep. In 1939
liep het duizendste schip reeds op 23 Januari den
'Nieuwen Waterweg binnen»