tredvaste was [slederlandsche vereeniging voor lucht bescherming verdedigt zich. Emser-Pastllles Graansilo ingestort. CETSBEVER v R li&AG- 12 P- R I L' 1940 'Als de algemeene vergadering, op 27 April te Utrecht bijeenkomende, zich achter het Hoofdbestuur schaart, zal het iverk voorlichting inzake de gezins- bescherming voortgezet worden. Het geld zal, naar men hoopt, daarvoor wel bijeengebracht kunnen worden. „Nimmer hebben wij gepoogd op den stoel der Regeering to cjssn zitten Het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Ver-' jging voor Luchtbescherming heeft dezer dagen. vertegenwoordigers der Nederlandsche pers in een conferentie bijeen geroepen om van zijn kant het Nederlandsche publiek voor te lichten over het bekende conflict met den Minister van Binnenland- sdhe Zaken, den heer Van. Boeyen. Daartoe werd een bijeenkomst in Den Haag belegd, welke ruim 3 uur duurde. Het door het bestuur ingenomen standpunt, dat uit de besprekingen naar voren kwam, was, samengevat in punten, als volgt: 1 Het bestuur der N.V.L. heeft nimmer getracht op den stoel der regeering te gaan zitten. 2, Het bestuur zal niet voor den minister wijken, tenzij op de op 27 April te beleggen algemeene ver tedering der N.V.L., de afgevaardigden der afdee lingen het beter achten, dat het bestuur als cen traal orgaan der vereeniging heengaat. 3 Het bestuur weet tot nu toé niet, op welke feiten de minister zich beroept inzake de door hem aangenomen houding tegenover een vereeniging, waarvoor hij aanvankelijk den steun van alle bur gers inriep. 4, De door den minister geuite beschuldigingen zijn niet juist. Daaraan, werd ten overvloede nog de veronder stelling vastgeknoopt, dat minister Van Boeyen hoogstwaarschijnlijk onjuist is ingelicht over de N.V.L. door medewerkers aan zijn departement. De voorzitter der N.V.L. begon met er op te wij- jen, dat de door den minister uitgesproken be schuldigingen gezien 't fe.it, dat een concrete, gedocuimeniteerde bewijsvoering ontbreekt eigen lijk geen weerlegging behoeven. „Daarenboven", aldus de heer Klein, „hadden wij liever gezien, dat de minister ons niet genoodzaakt had tot openbare weerlegging over te gaan. Toen de minister ons door het beleggenvan een persconferentie in een dwangpositie bracht, hebben wij ons nogmaals tot den Raad van Ministers gewend in de hoop te elfder ure nog een schikking tot stand te kunnen brengen. Dezen .niet gemakkelijken stap hebben wij jn 's lands belang gedaan en eveneens ter behar tiging van de belangen van hen, die ons als hun bestuur hadden gekozen. Wij hebben dén oorlog", dien de minister ons heeft vertelaard, niet gewild. Maar daarom meenen wij er wel goed aan te doen, nu alle pogingen om openbaarmaking van het conflict te voorkomen ge faald hebben, om duidelijk te maken, dat wij met alle beschikbare kracht zullen pogen 't particulier initiatief, dat door den minister altijd erkend is, als te zijn een eerste grondslag voor de organisa tie der luchtbescherming, ongeschonden te hand haven, Wij hebben reden om te vreezen, dat 't particulier .initiatief zal verdwijnen, als de N. V. L. verdwijnt of zoodanig wordt gedecentraliseerd, dat de spontane levenskracht, schuilend in dit initia tief, gebroken wordt. Daarom kunnen wij de beschuldigingen van den minister niet on weerlegd laten. Men houde echter bij het vellen van een oordeel in 't oog, dat het hier gaat om een landsbelang van de eerste orde; de organisatie dêr luchtbescherming 'in Nederland. Na deze inleiding betoogde de heer Klein, dat de minister in April 1938 besliste, dat de N. V. L. zou blijven bestaan; „Het rapport Quarles van Uf- ford", zoo vervolgde de N.V.L,-voorzitter, „ver langt voor het voortbestaan van de vereeniging als centrale organisatie niet alleen een ruime subsidie, maar ook een wettelijk fundament door de. wijzi ging van. het K. B, van Augustus '36. De minister beslist niet, dat het nu tijd is voor de N. V. L. omheen te gaan doch voldoet aan beide eischen. De minister is blijkens zijn uiteenzettingen bevreesd; dat de nieuwe statuten, die beteekenen dat de N.V.L. als centrale organisatie behouden zal blij ven, niet zullen, worden aangenomen. Men mag vragen waarom de minister daarvoor bevreesd moet zijn en tot' extreme middelen zijn toevlucht moet nemen, als hij in zijn hart reeds tot het ver dwijnen van de;N.V.L. als centrale organisatie had besloten. Het N.V.L.-bestuur mag derhalve concludeeren dat de mededeeling betreffende een reeds lang overwogen overbodigheid niet juist lean zijn. Het bestuur is verplicht hier aan te geven, dat al de geschetste moeilijkheden terug te brengen zijn tot twee hoofdoorzaken. De eerste oorzaak der talrijke onaangenaamhe den tusschen N.V.L. en Bmnenlandsche Zaken is de bij het ministerie heerschende opvatting betref fende de verhouding tusschen het ambtelijk ele ment en het particuliere initiatief. In het bijzonder huldigt dit ministerie de opvatting, dat het parti culier initiatief in.alle onderdeelen onderworpen behoort te blijven aan het ambtelijk inzicht. Gezegd kan worden, dat zoolang de minister zelf erkent dat het welslagen van de luchtbescher ming voor zoo'ri groot gedeelte van de medewer king van het particuliere initiatief afhangt het tenminste een gemis aan tact of beleid is om het particulier initiatief aan banden te leggen op de wijze als de minister het blijkbaar wil doen. De tweede en minstens even zwaar wegende oor zaak is dat het ministerie van Bmnenlandsche Za ken alle vraagstukken die met de luchtbescher ming samenhangen en het zijn er vele en zwaar wichtige. steeds volkomen heeft onderschat, met het gevolg dat men met alle maatregelen ach ter de feiten aanloopt. Hier zij er aan herinnerd dat na twee jaar van internationale, spanning en zeven maanden oorlogsmobilisatie eerst nu (in April 1940) een wetsontwerp wordt ingediend om verschillende urgente vraagstukken een'igszins nader tot haar oplossing te brengen. Om het standpunt van de N.V.L. duidelijk te om lijnen is het voldoende er op te wijzen dat de N. V. L, zich uitsluitend op het terrein van de zelfbe scherming beweegt en zich angstvallig onthoudt van inmenging in de taak van de Overheid. Dit wil zeggen dat de N.V.L. zich in de eerste en voor naamste plaats bezig houdt met hetgeen de indi- vidueele burger in eigen huis of bedrijf heeft te doen om de gevolgen van luchtaanvallen zooveel mogelijk te vermindex'en. Dit is dus werk binnens huis. Dit werk vindt zijn voltooiing in de blokorga- nisatie waarin de bewoners van hetzelfde gebouw, of van eenzelfde blok huizen, met elkaar samen- Werken. Ofschoon de omschrijving van onze taak zoo eenvoudig is, blijken niettemin talrijke misver standen, die alle zijn terug, te voeren tot de hier boven aangegeven hoofdoorzaken. ONJUIST. De heer Bogaard! directeur-secretaris .sprak na den heer Klein. Dit bestuurslid der N.V.L. ving aan met mede te deelen, dat bijna elke mededeeling yan den minister van Bmnenlandsche Zaken on juist was geweest. Zich bemerkende tot .eenige pun ten roei'de de heer Bogaardt allereerst de klach ten van den inspecteur der luchtbescherming over onvoldoende samenwerking tusschen h.em (den, in specteur) en de N.V.L. aan, hetgeexx enkele maan den no 't opti'eden van den minister in 1937 het geval zou zijn geweest. Hier stelt de heer Bo gaardt een citaat uit -de notulenvergadering van de '$pmrni:ssie:' van '24 Januari' 1938 •téèe&H'lri' 3s'i;dbor'''g^nëraal' De Ridder ge- ii-„Hoewel" dé'laatste tijd de verhouding tus schen de inspectie en de vereeniging zeer goed is en de vergadex\hxgen zooveel mogelijk bijgewoond wox-den, betreur ik het toch, dat ik niet als officieel regeerixxgsgedelegeerde in 't bestuur zitting heb" ,Dat de klachten tot 't instellen van de commis sie Quarles van Ufford hebben geleid is", aldus de heer Bogaardt, „in strijd met de feiten. De com missie is ingesteld ixadat de oud-vooxwitter der N.V.L., de heer Van Lith er op gewezen had, dat de manier waarop de minister de N.V.L. behan delde, een conflict tussohen. den minister en de vereeniging tot gevolg zou hebben. Wat de subsidie betreft, de minister is van oor deel, dat het rapport-Quarles van Ufford een rijks subsidie van f 27.500, benevens een regeeringsga- x'antie voor de exploitatie van „Luchtgevaar" vat. Daarmede tracht de minister aannemelijk te male en, dat hij zich aan de minimuimeisdhen van het rapport heeft gehouden. Deze voorstelling van zaken is volkomen in strijd met het rapport. Daar in worden de uitgaven van de N.V.L, per jaar (als uitersl minimum) op f 67.500 (ongeacht een ga rantie voor „Luohtgevaar") geraamd. Voorts stelt het i'apport dan voor, d'at het grootste deel van dit bedx-ag, en wel f 40.000, zal worden vexkregen door subsidieering door de gemeenten. De minister vei'zwijgt nu dat het-opbi'engen van f 40.000, waai', voor de tusscihenkomst van den minister onont beerlijk zou zijn geweest, nooit heeft plaats gehad. Het bestuur der N.V.L. ontkent voorts de statu tenwijziging op de lange baan geschoven te heb ben en is van meening, dat het ministerie wel een overwegend aandeel in de samenstelling van deze statuten heeft willen hebben. Pas op 23 November 1939 was het overleg binnenkamers van het mi nisterie over het op 26 April 1939 door het secre tariaat der N.V.L. toegezonden eerste oritwe.rp der statuten beëindigd. Het hoofdbestuur vergaderde daarna reeds op 1 December. Het bestuur der N.V.L. ontkent ook, dat het'bui ten den minister of inspecteur der luchtbescher ming de verkoopsorganisatie „Lubëma" heeft ge- organiseei'd. Reeds op 2 Juni 1939 werd den mi nister medegedeeld, dat het bestuur een verkoops- oi'ganisatie noodlig aChtte. Op deze jni-ssive is, zoo als op vele andere, gèen antwoord ontvangen-; Bo vendien bevatten de notulen van' een vergadering geöioudën. op'19 September -1939 - bijgewoond door den vertegenwoordiger van den -minister de mededeeling, dat tot de oprichting van een-der gelijke stichting besloten wei'd. Daarnaast gaf de minister zelf een uitbreiding aan het recht van platje! liet was zijn recht, om indien -de vereeniging langs den -weg van vrije keuze een'aantal leden van het dagelrjksch be stuur heeftben'oemd, 'te' kunnen doen blijken- of bepaalde léden zijn instemming niet hebben indien hij van dit recht gebruik zou maken onder aanvoeren van een nadere motiveering. Hetgeen de minister hiu doet komt in feite hiei'op neer, dat hij vooral' de keuze van bepaalde bestuursleden, die een prominexxte positie in de vereeniging moe ten inneriien, aan zijn goedkeuring wénsoht te bin den.. Het spreekt, vanzelf, dat dit een uitbreiding is van het recht van placet, dat door de vereeniging niet kan worden aanvaard en waartegen dan ook in het hoofdbestuur in zijn brief van 5 December 1939 bezwaar heeft gemaakt. DE BRIEF. Wat de kwestie van den bx-ief van den Commis saris der Koningin in de provincie Fx'iesland be- treft, is het hoofdbestuur der N.V.L. van meening, dat de Commissaris der Koningin 't, slachtoffer van een machinatie is geworden. Dit schrijven bevat slechts gissingen en onderstellingen doch geen fei ten. De ondex'stellingexx van den Commissaris zijn volkomen uit de lucht gegrepen. Het hoofdbestuur onderstelt, dat de heer Van Harinxma thoe Slooten het slachtoffer is geworden van een welbewuste poging om zich van Zijn gezag te bedienen. Wat het door den minister naar aanleiding van dezen brief ingestelde oxiderzoek door den heer Van Batenbux'g (adjunct-inspecteur voor de lucht bescherming en rijkscommissaris van politie)- be treft/wij wijzen er op, dat dé vooi'zit'tér en de secretax'is, dié gezegd zouden hebben, dat de sta tutenwijziging door den minister was opgedron gen, niet door den heer Van Batenburg zijn ge hoord. Wij verklaren met nadruk, dat alle be sehuldigingen, die tegen het bestuur zijn inge bracht, buiten ons om zijn gegaan en dat het be stuur in geen enkel opzicht ooit iix de gelegenheid is gesteld zich hierop te verweren. En de loterij? De minister zegt, dat hem daar van eerst mededeeling is gedaan, toen het besluit genomen was. Deze mededeeling is onjuist. Vijf dagen voor de aanvi'aag (14 Decexnber 1937) van de loterij is de minister schriftelijk hiervan in kennis gesteld. Voorts heeft de minister wel degelijk de benoe- ming van den heer Klein, in afwachting van de reoi'ganisatie, goedgekeux'd. Tenslotte: de distributie van gasmaskers. Het hoofdbestuur der N.V.L. zou uitreiking via de af- deelingen ontraden hebben, omdat in de leidixxg daarvan niet voldoende vertrouwen kon woi'den gesteld. Nadat de vereeniging voor het eerst op 4 September van de distributie van gasmaskers had ge'hooi'd had zij op verzoek van het ministerie op September reeds een distributie-schema opge steld. Toen bleek echter, dat er nog geen gasmas kers waren. Later heeft de vereeniging een distri- but iep rijs gevraagd, doch het ministerie noemde dezen prijs niet. Om aan alle kwesties een eind te maken heeft het bestuur bij zijn brief van 26 September 1939 aaix de Inspectie een schema ter hand gesteld van detaïlveikoopprijzen en distributiekosten met het verzoek om deze goed te keuren. Op dezen brief volgde geen ander antwoord dan een telefonische mededeeling van de Inspectie, dat de minister van de distributie via de N.V.L. had afgezien. Ter audiëntie van 30 October 1939, verklaarde de minister, dat de distributie via de postkantoren een proefneming was. Van de mislukking daarvan was de minister, zooals daax-bij tot uitdx'ukking werd gebracht, reeds op dat oogenblik overtuigd. Deze overtuiging heeft den minister eohter geen aanleiding gegeven om de distributie nog op een andex-e wijze te bepx-oeven". Na deze uitvoerige toelichtingen inzake het be leid van het N.V.L.-bestuur werd gelegenheid ge geven tot het stellen van vragen. Daarbij ontken de de heer Klein nog eens nadrukkelijk, dat hij in eeix vergadering van het Provinciaal Vex4xand te Groningen, de aideeling zou hebben beïnvloed teneinde het aanvaarden van de nieuwe statuten tegen te gaan. Voorts gaf de heer Kleixx xxog een kort overzicht van de besprekingen met den Minister-President en den Minister van Defensie, waarbij ook mr. Mulder, namens den Minister van Bmnenlandsche Zakexx, aanwezig was. Volgens den heer Klein zou de Minister, van Defensie daarbij, toen het hoofd bestuur nogmaals aandrong op het xxoemen van feiten, welke de grieven van minister Van Boeyen rechtvaardigden, tijdens het doox'bladex-en van de voor hem liggende rapporten gezegd hebben, dat daarin geen feiten te vinden waren. De heer Mul der is toen in de gelegenheid gesteld er eenige te noemen. Nog altijd volgens de mededeelingen van den heer Klein zou deze er toen 3 genoemd heb ben, drie grieven, welke minister Van Boeyen aan leiding zouden hebben gegeven tot de gedachte, dat het hoofdbestuur den zetel der regeerixig zou hebben willen innemen. Het eerste feit, dat door den heer Mulder xxaar voren gebracht was, dateexde van 1937, in welk jaar de N.V.L. een stand op de Luchtvaarttentoon stelling heeft ingericht, aangevende wat de bux'ger zelf bij de luchtbescherming kan doen, ofschoon •minister De Wilde daarvoor de aangevraagde sub sidie van f 8000 niet wilde verlee-nen. De kosten zijn toen tot de helft teruggebx'acht en aangezien een vooraanstaand Nederlander zich voor het geld garant vei'klaarde, kon dit plan toen doorgaan. De heer Mulder noemde dit een duidelijk bewijs van het streven vaxx het hoofdbestuur den zetel der re- geering in te nemen. Als tweede punt roerde de heer Mulder het beruchte artikel 13 der statuten aan. Dit is zoo geredigeerd, dat de afdeelingen der vereeniging op hui.dxoudelijk gebied de vrije hand houden-, Oolc dit bewees, volgens den heer Mulder, dat het bestuur den zetel der regeering wilde innexnen, waai-bij als derde punt nog kwam, dat een hoofd van den Luchtbeschex'mingsdienst van een groote gemeente bezwaar had moeten ma ken tegen een artikel in 't studieorgaan der vereeni ging, daar dit artiikel strijdig zou zijn met een der plaatselijke verordeningen. Het bestuur is op deze aantijging het antwoord schuldig gebleven. „Wij voor ons", aldus de heer Klein, „hebben de overtuiging, dat de grieven van minister Van Boeyen in werkelijkheid slechts van onbeteeke- nenden aard kunnen zijn. Wij zullen thans de al gemeene vergadering alle afdeelingsbesturen krijgen het materiaal toegestuux'd, dat ons hoofd bestuur, in antwoord op de besehuldigingen van den minister, heeft bijeengebx'acht op 27 April te Utrecht laten beslissen Een mededeeling van bevoegde zijde. Aan een mededeeling van bevoegde zijde in ver band met bovexxstaande pex-sconferentie ontleenen wij het volgende: Een eerste staaltje van de vx'ijmoedige wijze, waarop het algemeen bestuur de pers meent te kun nen voorlichten, was de mededeeling, dat het veto- X'echt van de besluiten van de algemeene vei'gade- ring niet in het rapport-Quarles van Ufford was opgenomen, doch door de vertegenwoordigers van het departement in de ontwerp-statuten binnen ge smokkeld. Ieder die het rapport gelezen heeft, weet wel beter. Ter persconferentie is voorts medegedeeld, dat de overwegende bezwax-en van het bestuur tegen dit vetorecht in Maart 1939, toen het verhoogde subsidie nog moest komen, met alle andere voor stellen van het rappox't-Quarles volledig aanvaard, door den minister zouden zijn ex'kend. Bij de persconferentie op 3 April j.l. in het departement van binnenlandsche zaken, heeft deze onware voox*- stelling van zaken reeds de weerlegging ontvangen, die zij verdiende. Om een laatste blijk van zijn te- genxoetkoxxxing te geven, had minister Van Boeyen goed gevondeix, dat dit vetorecht niet in de statuten, doch in het subsidiebesluit zou worden opgenomen, daai-mede gelijk de minister het uitdrukte materieel aan het rapport-Quarles vasthoudend. Het bestuur verwijt den minister niet in lxet ge not te zijn gesteld vaxx de gemeentelijke subsidies, welke het rapport Quarles in overweging zou heb ben gegeven. Blijkbaar weet het algemeen bestuur al is zijn voorzitter een oud-burgemeester zoo weinig van onze gemeentelijke wetgeving al', dat het veronder stelt, dat de minister de gemeenten kan dwingen de vereeniging te subsidieeren. Het rapport Quarles kende trouwens geen rechtstreeksche subsidieering van de centrale organisatie door de gemeentebestu ren. Het eenige wat in dat opzicht werd voorgesteld, was de suggestie, dat de gemeenten de plaatselijke afdeelingen door het vex-leenen van subsidie in staat zouden stellen een bijdrage van f 0,10 per lid aan de centrale kas af te dragen. Het initiatief to.t het verkrijgen van een dergelijke subsidie belxoordc uiteraard van de plaatselijke afdeelingen, gesteund door de centrale vereeniging, uit te gaan. Den mi nister kan moeilijk verweten woi'den, dat van dit initiatief blijkbaar als gevolg van de weinig aan gename verhouding tusschen algemeen bestuur en talrijke afdeelingen weinig of niets is terecht gekomen. ONTWERP STATUTEN. Minister Van Boeyen verklaarde op 3 April, dat de statuten in eersten aanleg door den secretaris der vereeniging zijn ontworpen. Het algemeen bestuur door deze nxededeeling klaarblijkelijk in een ge voelig punt getroffen acht het onbegrijpelijk, dat de minister zulke mededeelingen aan de pei-s ver strekt. Nog minder begrijplijk is iixtusschen, dat het bestuur even later bij de gehouden persconferexxtie te kennexi gaf, dat het secretariaat, het eerste ont werp der statuten op 26 April 1939 naar het nistex'ie had gezonden. Het onderscheid tusschen „statuten in eerstexx aanleg oxxtworpen" en „eex'ste ontwerp der statuten" zal vermoedelijk alleen aan het bestuur duidelijk zijn. Volgens art. 13 vaxx het ontworpen huishoudelijk reglemexxt zou het vetorecht van den burgemeester beperkt blijven tot de besluiten van de afdeelings besturen, die rechtstreeks de uitoefening van den gemeentelijken luchtbeschex'mingsdienst betreffen. Minister Vaxx Boeyen zag hiex'in een slaxksche poging om in afwijking van het rapport-Quarles de zelfbeschex-ming aan het vetorecht van den burgemeester te onttrekken. DE LOTERIJ. Bij brief van 9 December 1937 deelde het alge meen bestuur aan den minister mede,, dat het voor nemens was een viertal loterijen, elk groot f 60.000 te oi'ganiseeren. Noch op dit voornemen, noch op de uitvoering daarvan heeft de minister eenigen invloed uitgeoefend. Blijkens den door den tegenwoordigen secretaris-generaal van het departement van wa terstaat, mr. D. G. W. Spitzen, daarvan gehouden notulen, heeft minister Van Boeyen met betrekking tot deze loterij aan het bestuur bij de op 29 April 1938 gehouden bespreking verklaard, dat „de toe passing van het middel vaxx de loterij iets is wat de vereeniging geheel voor eigen rekening moet nemen". Het bestuur legt den minister thans de woorden in den mond: „ik kan de bezwaren niet inzien, de lotex'ij is van onschuldigexx aard". De Echte zijn en bliiven van oud* het beste dit middel bii "merk'" Hoest en Verkoudheid (Adv. IngezMed.) Arbeider om het leven gekomen. Donderdag omstreeks zeven uur is, zonder eenig voorteeken, een graansilo van de N.V. J. L. van Nieuwenhuizen's graanhal en oliefabrieken. te Amersfoort volkomen ingestort. Het ongeluk, dat met een daverend geraas ge paard ging, gebeurde op een oogenblik, dat twee werklieden bezig waren een vrachtauto met rnais te laden. Een van hen, de arbeider P. van der Pol, kon zich tex'nauwernood in veilig heid stellen, doch de 23-jarige J. de Kruyf, wo nende te Aixiersfoort, werd bedolven onder een. enox'me hoeveelheid mais en aanzienlijke brok stukken muur. Van alle kanten schoot hulp toe en werd alarm gemaakt. Brandweerlieden, militairen, bui'gers en politiemannen vingen in koortsachtigen haast aan het graan en het puin weg te wex-ken. Groote brok stukken muur, waaronder van verscheidene vier kante meter, moesten daartoe worden verzet en aanzienlijke massa's mais worden weggegx-aven. Tenslotte nam men zijn toevlucht tot een lier van een in de Eem liggend schip, met behulp waarvan het opruimingswek aanzienlijk versneld kon worden. Eerst om kwart voor negen had men het lichaam vaix den ongelukkigen De Kruyf bevrijd. De ge meente-arts constateex'de den dood door verstikking. De graansilo, welke een volkomen ruine is gewor den, werd iïi 1936 gedeeltelijk door brand verwoest, doch daarna herbouwd. De Kleine Koppel, de kade langs de Eem, is geheel en al versperd. De oorzaak van het ongeluk kan men op het oogenblik niet gissen. Op den zolder van de silo was een hoeveelheid van vier ton graan opgeslagen, Het lijkt evenwel niet, dat hier van overbelasting mag worden gesproken, Het bedrijf van de N.V. onder vindt door het gebéurde ernstige stagnatie, doch het kan gaande gehouden worden. De aangerichte schade is zeer groot. Zij valt op het oogenblik niet te schatten. Niet alleen is de silo in een ruine herschapen, maar ook een aangrenzend huis is ernstig beschadigd. BENOEMING VOORZITTER EN DIRECTEUR-SECRETARIS. Hoewel het rapport-Quarles het placet van den minister vordex-de voor de benoeming van alle leden van het dagelijksch bestuur en van den directeur, werd de minister zonder meer bij brief van 14 Maart 1939 in kennis gesteld met het feit, dat de heer Klein tot voorzitter was benoemd en mr. Bogaardt tot directeur-secretai'is. Om de vei'houdingen niet te bederven (het rap port was juist verschenen) heeft de minister zich bij deze benoemingen xxeergelegd. echter onder de uitdrukkelijke mededeeling, dat zulks geschiedde in afwachting van de voorgenomen reorganisatie. DE GASMASKERS. Omtrent de distributie van de gasmaskers wordt o.m. gezegd, dat het bestuur van de N. V. L. voor een gasmasker van den inkoopprijs van f2,75 aan plaatsingskosten een bedrag van f 0,75 tot f 1,10 in rekening wilde brengen en voor een gasmasker, waai-van de inkoopsprijs al of niet met draagzak f4,90 tot f5,40 bedroeg, 1,10 tot f 1,85 aan plaat singskosten wilde hebben. Noodgedwongen is de minister toen overgegaan tot distributie via P. T. T. ONDERGRAVING GRONDSLAGEN RAPPORT- QUARLES. Ten aanzien van dit punt wordt vex'klaai'd, dat de minister verschillende bewijzen bezit, dat de voorzitter en de directeur-secretax'is van de N. V. L. getracht hebben het rapport-Quax-les in de afdee lingen te torpedeeren. Tenslotte wordt nog meege deeld, dat menige afdeeling der N. V. L. met smart reeds twee jaren op een algemeene vergadering wacht. Tevens wordt nog verklaard, dat in de eerst volgende ledenvex'gadering de noodige publiciteit zal worden gegeven aan het oordeel van de hoofden der gemeentelijke luchtbeschermingsdiensten en de leiding van de plaatselijke afdeelingen in de groote steden over den arbeid van de vereeniging als cen trale ox'ganisatie. Trein en aulo vinden elkaar. Samenwerking tusschen spoorwegen en beroepsautovervoer. De besturen der drie landelijke bonden, welke bestaan in het zuivei'e beroepsautovervoer, t.w. do B.B.N. afdeeling berocpsgoederenvervoex', de A.N. W.B. en de B.E.T.O., hebben besloten in te stellen een eentx-alen raad van het beroepsautovervoer in Nedei'land, welke zich bezig zal houden met de vele vraagstukken, die zich in ons land op dit ge bied voordoen. Eenige dagen geleden werd vex'gaderd, tezamen met de Nederlandsche Spoorwegen, de groote scheepvaartvereenigingen en de expediteux's-ox-ga- nisaties, om tot overleg te komen 'omtrent de ver- voerprijzen in ons land. In deze vergadering was tevens een vertegenwoordiger van het departement van sociale zaken aanwezig, teneinde te ovex'leggen omtrent de moeilijkheden, welke bij de uitvoe ring van het rijtijdenbesluit zijn gebleken, n.l. opstopping van werk in die gevallen waar de auto's geladen en gelost moeten wöx'den op spoorwagon of schip. Een wijziging" van het rijtijdenbesluit is thans in studie en van de ervaiingen, opgedaan in de px'actijk door het bex'oepsgoéderenvervoex-, zal bij deze wijziging rekening gehouden worden. In de vergadering van den centralen raad werd besloten het overleg met de Nedex'landsche Spooi*- wegen pexmanent te doen zijn.. Op voorstel van de Spoorwegen en naar het vooi'beeld van hetgeen bestaat betreffende het contact tusschen spoor en binnenvaart werd besloten eèn coördinatie-com missie onder den naam N.S./Auto in te stellen. Voor dit contact zal reeds dadelijk met den ar beid begonnen worden. Tot ovex-leg met den centralen raad zullen wor den uitgenoodigd de vertegenwoordigers van de drie organisaties van wex'knemers, zulks in ver band met het rijtijdenbesluit en andere vraag stukken. Als hierbij aansluitend punt op het werk- px'ogramma voor dezen centr. raad werden gesteld de vakeischen voor wagenbestuurders in het auto- vervoex', daar gebleken is, dat als gevolg van het rijtijdenbesluit in verschillende plaatsen nfeer en meer gebx'ek komt aan goede bestuurders, o.a. speciaal voor het wagentype trekker met oplegger. NIET GLAD GEEN VOETAFDRUKKEN I (Adv. Ingez. Med.) Nu het reizigersverkeer tengevolge van de beperkte dienstregeling der Ned. Spoorwegen sterk is verminderd, valt va v. ^e gs^uikebjke -op de.pe*e»»s-titao$. weimg-*«fc4>e^eaeee^S9^ Hki?, j»W CeoteaaL Séafcoo -4e- Amstatdac» De ambulance-zusters lccrcn Finsclr. Uitrusting der ambulance wekt zeer veel waardcering. Het Nederlandsche Roode Kruis deelt ons het volgende mede: Uit de rappoi'ten door den leider der Nedex'land sche ambulance in Finland, den heer F. H, Meihui zen, arts, uitgebracht aan het hoofdbestuur van het Nedex'landsche Roode Kruis, blijkt dat de ambulance op 1 April in de in een chirurgische kliniek en ziekenhuis veranderde sportschool te Vierumaeki het werk is aangevangen. Op dien dag werd de ope ratiekamer ingewijd met 2 operaties, terwijl in de Röntgenkamer de eerste 6 foto's wex'den gemaakt. De ambulance heeft sedert 3 April het geheele ziekenhuis, wat de zorg voor de patiënten betreft, ovex-genomen. Op 2 en 3 April werden ongeveer 80 herstelden of vrijwel herstelden geëvacueerd, zoodat de Neder landsche ambulance met 180 patiënten begonnen is. Verder werden op 4 April uit het militair hospitaal 80 deels ernstige gevallen toegezonden, terwijl er op 5 April nog een aantal zouden komen. Behalve over de 30 eigen leden, beschikt de ambulance over 1 Finsche hoofdverpleegster en 16 Finsche verpleeg sters, waarvan de meesten op school eenige jaren Duitsch leerden, verder over 7 Lotta's. De Nederlandsche zusters leeren heel ijverig het zoo moeilijke Finsch, zoodat zij zich vermoedelijk spoedig zonder tolk zullen kunnen redden. De uit stekende uitrusting van de Nederlandsche Roode Kruis ambulance wordt zeer gewaardeerd. ALGEMEENE JAARVERGADERING NEDER LANDSCHE PADVINDSTERSGILDE UITGESTELD Het hoofdbestuur van. het Nederlandsche Padvind- stersg'ilde maakt bekend, dat de algemeene jaarver gadering te Hilversum op Zaterdag 13 April a.s. door de tijdsomstandigheden is uitgesteld. Het duizendste schip van dit jaar den Nieuwen Waterweg binnen. Donderdagmiddag is het Poi'tugeesche s.s. „Alpha1* van Lissabon den Nieuwen Waterweg binnengeko men, Dit is het duizendste schip sedert 1 Januari 1940 dat den Nieuwen Waterweg binnenliep. In 1939 liep het duizendste schip reeds op 23 Januari den 'Nieuwen Waterweg binnen»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 9