0e sttijd aaac llatvik
Hoe de zeeslag van 13 April verliep.
UW Zenuwen en gesterkt en Uw
De positie der Engelsche Regeering.
po
ypERPAG 18 APRIL' 1940
I'nited press verneemt uit Kiruna:
Veertig oorlogs- en handelsschepen liggen
den bodem van de haven van Narvik en
°P enkele omringende fjorden. Deze enorme
va" ietiging is het gevolg van drie snelle vloot-
ve.. en een luchtbombardement in vijf dagen
Van deze slagen en hun trieste resultaten,
ive van beslissende beteekenis geweest zijn
Engeland om vasten voet in Noorwegen
te°krij2en' V0'St hier thans een chronologisch
overzicht.
nn Woensdag tien April vond een Britsche aan-
1 van torpedojagers plaats, waardoor zestien han-
fkvaartuigen in de haven van Narvik getorpe-
d of beschoten, tot zinken werden gebracht.
nuitsche. torpedojager werd getorpedeerd en
terwijl twee andere in brand geschoten aan
- ^even. Een Britsche kruiser werd dien dag
jonk
t zinken gebracht, drie Britsche torpedojagers
n vast op de kust of werden eveneens tot zin-
''Ttfpbracht, een andere Britsche torpedobootjager
rd buiten gevecht gesteld.
n twaalf April bombardeerden tien Britsche
rtaevaartuigen de haven, een Noorsche kanon-
marrboot van de kustwacht vloog in brand in het
ffrd terwijl hij in Duitsch gebruik was voor
SoeDentransport en voor vervoer van materialen,
ne laatste Britsche vlootaanval vond plaats op
7'dag 13 April. Twee buiten gevecht gestelde
nuitsche torpedojagers, die naar de haven ge-
po» waren, werden hierbij tot zinken gebracht,
r Rambakfjord werd .en Duitsche torpedojager
Lr een torpedo getroffen en eveneens tot zinken
hracht. De drie overgebleven Duitsche torpedo-
Üflotiagers werden gedwongen terug te keeren naar
Sin basis in Rambakfjord waar zij door hun eigen
waanning werden opgeblazen. Op dezen dertien-
Sin April, den dag van den derden Britsche vloot-
anval werd een Engelsche torpedobootjager *ver-
nietigd, terwijl een andere aan den grond liep.
DE BEDOELINGEN DER
BRITTEN.
Het doel van den eersten Britschen vloot
aanval scheen hoofdzakelijk er op gericht te
iiin alle koopvaardijschepen buiten gevecht te
«tellen en het fort bij Frannes te vernietigen,
terwijl tevens verkenningen werden onder
nomen en men van Britsche zijde trachtte
zooveel mogelijk Duitsche schepen te pakken
te krijgen.
Het eerste doel bereikten de Engelschen, maar
in den zeeslag in Harjangsf jord, die volgde kregen
5i gevoelige klappen. De berichten hieromtrent
saven aanvankelijk abusievelijk aan dat bij dezen
aanval alleen Duitsche «schepen tot zinken .waren
„bracht. Uit latere berichten bleek echter dat
vele der gezonken schepen Engelsche vaartuigen
waren. Van de oorspronkelijke Duitsche vloot van
viiE gi'oote torpedoboot jagers werd er een ver
nietigd en werden twee zeer beschadigd naar den
wal teruggedreven naar Harjangsf jord. Dezen
zelfden avond slaagden twee Duitsche torpedojagers
erin de geblokkeerde invaart van Ofotfjord binnen
te varen en zich bij de rest der Duitsche strijd
krachten te voegen. In allerijl maakten zij zich
gereed voor den strijd die zou volgen. Twee der
aan den grond geloopen groote torpedobootjagers
wisten zij vlot te krijgen en zij sleepten deze sche
pen naar de kade in de luwte van Narvik, waar zij
met hun niet gehavende kanonnen het gunstigst
la«en om met hun vuur den ingang van de haven
bestrijken. Haastig poogde zij nog de gaten in de
scheepsromp te repareeren. Hiertoe hadden zij
echter niet voldoenden tijd. De vier bruikbare tor
pedobootjagers slaagden erin hun gaten te repa
reeren. Zij hadden echter met munitiegebrek te
kampen.
Zaterdagmiddag, den dertienden April, s middags
om vijf minuten voor half twee naderde het ver
sterkte Britsche eskader torpedojagers.
De kruisers openden het vuur van de Ofotsfjord
-t worden gekalmeerd
alaap wordt weer rustig door;, het gebruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 ct. - Bij Apoth. en Drogisten.
(Adv. Ingez. Med.)
Duitsch politietoezicht op
niet-Duitsche wateren?
Vragen in het Lagerhuis.
Het Labourlid Strauss heeft in het Britsche
Lagerhuis gevraagd of Chamberlain een verkla
ring kon afleggen over de Duitsche vlootacti-
viteit op den Donau buiten Duitsch gebied.
Butler antwoordde namens Chamberlain dat hij
geen verklaring kon afleggen. Strauss vroeg
verder of Butler eenig commentaar kon ge
ven op de verontrustende verhalen die gepu
bliceerd worden over Duitsche voornemens tot
uitoefening van poli tietroepen op den Donau door
mcrinevaartuigen, m de Europeesche wateren
buiten Duitschland. Butler antwoordde: Natuur
lijk wordt ieder verhaal, dat onder onze aan
dacht komt terstond onderzocht. Spreker had
echter geen verklaring af te leggen.
Noel Baker vroeg of Butler het recente be
richt kon bevestigen of tegenspreken, dat een
groot aantal Duitsche toeristen naar de Balkan-
eilanden gingen. Butler antwoordde, dat hij dat
bericht ook gezien had, maar gaf geen verder
antwoord
Mailschepen doorzocht.
Post van de „Manhattan" en de „Rex"
gehaald.
Van gezaghebbende Engelsche zijde wordt
vernomen dat van het Amerikaansche mailschip
-Manhattan" 36 zakken Duitsche en 18 zak
ken neutrale post ter onderzoek van boord zijn
gehaald toen het schip op 8 April bij Gibraltar
aankwam. De inspectie van de post duurt nog
voort. Van het Italiaansche mailschip „Rex"
te een nog grootere hoeveelheid post gehaald.
Italië roept buitengewoon dienst
plichtigen op.
Drie lichtingen erbij betrokken.
De Italiaansche staatscourant heeft een
decreet, gedateerd 7 Maart gepubliceerd,
Wan hij buitengewoon dienstplichtigen van de
lichtingen 1932, '33 en '34, die zijn goedgekeurd
voor militairen dienst, voor opleiding onder de
Gapenen zijn geroepen.
uit en brachten al heel spoedig de alreeds buiten
gevecht gestelde Duitsche torpedojagers tot zinken,
die door hun kameraden naar de Ertskade ge
sleept waren. Voorts ontwapenden zij wat er nog
van het Frannesfort was overgebleven. De vier
Duitsche torpedobootjagers, die nog gevechtsbe-
reid waren zagen het gevaar dat zij liepen om in
smallen ingang van de baai van Narvik ingesloten
te worden en voeren ijlings weg naar Harjangs-
fjord, waar zij den strijd begonnen. De Duitschers,
die, zooals gezegd, gebrek aan munitie hadden en
die tevoren reeds een ongewone handigheid ge
toond hadden in het lanceeren van torpedo's bij
gevechten op zeer korten afstand, trachtten de Brit
ten in een kleine gevechtsruimte in te sluiten;
deze manoeuvre faalde echter.
ENGELSCHE SUPREMATIE.
Slechts eenmaal in den strijd liepen de Brit
sche torpedobootjagers de monding van de
fjord binnen. Een werd getorpedeerd en zonk,
terwijl een andere aan den grond liep, maar
van dit oogenblik af lag, onverzettelijk, de
Britsche vloot in de monding van het fjord en
zaaide vernietiging onder de Duitsche torpedo
bootjagers, die meedoogenloos de diepte van
het fjord werden ingejaagd. Er was geen ont
komen aan.
Toen een bijna geheel hulpelooze torpedoboot
jager door Engelsche granaten tot zinken werd ge
bracht, achtten de andere Duitschers het blijkbaar
noodig krijgsraad te houden. Zij keerden in de
richting van den zevenhonderd meter hoogen berg
aan de basis van het fjord en liet zich op volle
kracht aan den grond loopen. De bemanningen
zochten een goed heenkomen naar den wal, de
kapiteins staken den brand in de magazijnen en
onder donderend geraas vlogen de schepen de
lucht in.
Zoo eindigde op Zaterdag 13 April 's namiddags
om half vier de zeeslag bij Narvik. Nog urenlang
bleef een wolk van vieze zwarte rook over het
Poolland hangen.
Hoe Eden Hitier ziet.
De Britsche minister geeft zijn oordeel over het
nationaal-socialisme.
Minister Anthony Eden heeft in Londen een
redevoering uitgesproken, waarin hij zeide dat het
een vergissing is te denken dat Hitier een of ander
fantastisch wezen uit een nachtmerrie is. Hij is geen
natuurverschijnsel, maar de rechtstreeksche uit
drukking van een groot deel van de Duitsche natie.
Het doel van de agressieve Duitsche oorlogen is
Duitschland tot verreweg de machtigste natie ter
wereld te maken en door een meedoogenloos ge
bruik van die macht Europa te dwingen zich te on
derwerpen aan de buitsche heerschappij en de
wereld er toe te brengen te wijken voor het natio
naal socialistisch gezag, aldus Eden.
DREIGEMENT TEGENOVER
DREIGEMENT.
Herbert Morrison, de vroegere minister van ar
beid, leider van het arbeidsbeheer in den graaf-
schapsraad van Londen, heeft verklaard dat Goe-
ring kortgeleden gedreigd heeft met luchtaanval
len van de Theems tot aan noord Schotland. Wan
neer Hitler of Goering luchtaanvallen ondernemen,
waarbij burgers betrokken worden, dan zal de
openbare meening er op aandringen, dat Engeland
een soortgelijke actie terstond zal ondernemen.
Wanneer zij aanvallen zullen wij niet wijken, wij
zullen niet ineenstorten, aldus spreker. Engeland
zal verdedigd worden en de slag terug zal met
kracht, macht en doelmatigheid komen.
Duitscli vliegtuig lanflt in Zweden.
Drie inzittenden gearesteerd.
Een driemotorig Duitsch vliegtuig heeft wegens
benzinegebrek te Arbraa bij de Bothnische Golf
aan de Oostkust van Zweden op ongeveer 61 gr.
30 min. N.B. en 16 gr. W.L. een noodlanding moe
ten maken. De drie inzittenden werden gearres
teerd.
Tevoren had een vliegtuig meer noordelijk ge
vlogen. Zichtbaar zocht het een geschikt landings
terrein.
Verder heeft een vliegtuig van onbekende na
tionaliteit boven Strömstad aan de westkust van
Zweden gevlogen. Er werden waarschuwingsscho
ten gelost en een Zweedsch vliegtuig was opge
stegen om het vreemde vliegtuig in de richting van
de zee te doen verdwijnen.
Engeland wenscht duidelijke laai
van Italië.
Wenk van minister Cross
De Engelsche minister van economische oor
logvoering, Cross, heeft gisteravond te Shef
field een rede gehouden, waarin hij o.a. heeft
gezegd:
Wij hebben geen reden om aan te nemen,
dat Italië anders dan als een neutraal land
wenscht behandeld te worden en wanneer dit
zoo is, dan moet dit land Italië verzoeken zich
ook als zoodanig te gedragen. In den laatsten
tijd evenwel heeft de Italiaansche pers een
toon tegen dit land aangeslagen, welke alleen
vijandig genoemd kan worden en dit doet
ons nadenken over de houding van Italië
jegens ons. Wij hebben geen ruzie met Italië
en wij wenschen vrienden te zijn, doch wij zijn
een volk. dat duidelijk spreekt en wij zouden
graag willen weten wat we van Italië moeten
denken".
DUITSCHE AANVAL OP ZWEDEN
WAARSCHIJNLIJK GEACHT.
Cross zeide verder te veronderstellen dat Duitsch
land binnen een maand vermoedelijk Zweden aan
zal vallen. In het Westen staat Hitier voor een
stalen wal en het is niet waarschijnlijk dat hij zich
hiertegen zal werpen. Het is waarschijnlijker
dat hij de zwakke neutralen op zal slokken om
zich meester te maken van hun voorraden en met
het doel de Britsche scheepvaart aan te vallen. Hij
heeft het meest te vreezen van de latente kracht
van de hulpbronnen van het Britsche Imperium.
Duitschland kan alleen ijzererts krijgen uit Zweden
en het kan niet over het hoofd zien dat de Britsche
troepen in Narvik zijn en er zullen blijven. Het is
daarom zeer goed mogelijk dat Duitschland Zweden
an zal vallen om zelf de ijzermijnen te bezitten".
„Ik zou zeggen, laat Zweden zorgen dat het
niet bij verrassing wordt genomen. Wij sympathi-
seeren met het Zweedsche standpunt en wij zijn
bereid te helpen wanneer het wordt aangevallen,
doch wij moeten het vragen alles te doen wat in
haar vermogen is om zichzelf te helpen. Wij ver
wachten dat het op het gevaar zal letten en alles
zal doen om het hoofd te bieden aan een aanval".
Zij is sterk al zwijgt de critiek niet.
door prof. dr. P. CEYL.
Engelsch-Anierikaansclie bespre
kingen inzake de blokkade
geëindigd.
Engeland houdt vast aan zijn recht tot
onderzoek van post.
De onderhandelingen tusschen de Vereenigde
Staten en de geallieerden over de blokkade zijn
thans vrijwel geëindigd, aldus een Reuterbericht
uit Washington. In welingelichte Amerikaan
sche kringen verklaart men dat, van Ameri-
kaansch standpunt bezien, niet veel bereikt is.
De geallieerden, aldus zegt men. blijven vast
houden-aan hun recht tot onderzoek van de Ame
rikaansche post en zij weigeren toe te staan dat
zekere Duitsche producten, die niet van elders
verkregen kunnen worden, worden doorgelaten.
Engeland zal echter wijziging brengen in het
bestaande verbod van aankoop van kleine
hoeveelheden Amerikaansch fruit en tabak.
Bovendien, zoo zegt men in deze kringen, zullen
de geallieerden voortaan geen mededeelingen
over verbod van aankoop in de Vereenigde Sta
ten doen zonder met Amerika overleg te plegen.
Goebbels aan bet woord.
„Ingezameld metaal voldoende voor den
geheelen oorlog."
De Duitsche minister van propaganda, dr. Goeb-
bels, heeft gisteravond in het Sportpaleis te Berlijn
de hulpactie ten behoeve van het Duitsche Roode
Kruis geopend met een toespraak, waarin hij o.a.
zeide: het werk van de winterhulp heeft in het
seizoen 1939/'40 602.530.000 M. opgebracht tegen
566 millioen in 1938. In het geheel is voor het werk
van de winterhulp tot nu toe meer dan 3 milliard
R.M. opgebracht. Het grootste deel van het geld
zal besteed worden voor de buitengewoon belang
rijke taak van de verpleging van het volk, alleen
voor „Moeder en Kind" 311.2 millioen.
De organisatie van het werk van de winterhulp
zal van vandaag af, aldus minister Goebbels, het
door den Führer bevolen hulpwerk voor het Duit
sche Roode Kruis ter hand nemen. Het nationaal-
socialistische Duitschland beschouwt de zorg voor
zijn gewonde en zieke soldaten als een eereplicht,
welke een ieder vrijwillig op zich neemt en waar
toe hij ook niet wenscht te worden gedwongen.
Het resultaat van de inzameling van metaal als
verjaarsgeschenk voor Hitier zal voor den duur
van den oorlog toereikend zijn. Aldus bestaat een
samenwerking tussch'en de mannen aan het front
en de bewoners in het binnenland. Dr. Goebbels
besloot zijn toespraak met de woorden: In het ge
loof aan den Führer zal het vaderland werken en
het front strijden. Aan het einde staat de Duitsche
overwinning.
Gereed voor een verkennings
vlucht. Een der groote
Engelsche vliegbooten wordt
op haar basis startklaar ge
maakt voor een uitgestrek-
ten tocht naar vijandelijk
gebied
De positie van de Engelsche regeering is sterk,
maar zij staat wel aan veel critiek bloot. De En
gelsche parlementaire zeden zijn echter anders dan
4e Fransdhe. In Frankrijk regeert de Kamer door
het Kabinet, dat zij als een comité uit haar mid
den beschouwt en behandelt. In Engeland hand
haaft de regeering een sterke tucht onder haar
Lagerhuismeerderheid, die zich verplicht acht haar
zoolang mogelijk met het regeeringswerk te laten
begaan.
Chamberlain is nu een man van ruim zeventig.
Verbeeldingskracht of ruimheid van blik zijn niet
de eigenschappen, waardoor hij gekenmerkt wordt.
Behouden, dat is zijn taak zooals hij ze verstaat;
de dynamische krachten die het oude Westersche
stelsel, wat communisten of nationaal-socialisten
er ook van denken, telkens weer met jeugdige
frischheid bezielen kunnen, vinden in hem hun wa
ren vertegenwoordiger niet. En in den kring van
zijn medewerkers en aanhangers nog minder. De
Labour- en Liberale oppositie in het Parlement is
numeriek niet sterk; maar dat is het gevolg van
de wonderlijke werking van het districtenstelsel
op het oogenblik van de laatste algemeene verkie
zingen; thans vertegenwoordigt die oppositie ze
ker een breede en ten deele zeer levendige en in
telligente opinie in den lande. En die opinie staat
zeer critisch tegenover de zittende regeering.
Chaihberlain is voor veel van zijn voormalige
critici de man van München gebleven. Niet dat
men de oprechtheid van zijn omkeer sedert die da
gen in twijfel trekt. Dat wordt of althans werd
tot voor kort in onze pers soms gedaan. Men
stelt Chamberlain dan voor als de man des vre-
des, die half zijns ondanks door de oppositie in
den oorlog gedreven is en zich nu nog de gevan
gene voelt van Churchill en Eden. Die voorstelling
is onmogelijk voor wie hem van nabij heeft kun
nen gadeslaan.
Eigenlijk wil dat zeggen dat ze ook onmogelijk
voor ons moest zijn, want wij beschikken door pers
en radio over gegevens genoeg. De omkeer van
Chamberlain is een echte omkeer geweest. Niet ge
dreven door de oorlogsstokers (om met Goebbels te
spreken), maar ontgoocheld en opgeschrikt door de
harde feiten zelf, door Hitler's houding na Mün
chen, door de annexatie van Tsjechië, door den
ongeprovoceerden aanval op Polen, is hij met volle
overtuiging den oorlog ingegaan. Zijn omkeer is
die van een groot deel van de Engelsche opinie
zelf geweest. Eén van mijn vrienden, die fel tegen
de Mtinchener capitulatie was, zei mij nu: „Als
de regeering toen stand gehouden had, zou ze geen
eensgezinde natie achter zich gehad hebben. Zoo
als het gegaan is begreep iedereen dat het moest.
Dat is, achteraf beziën, de verdienste van Cham
berlain". Zelfs de scherpste critici uit de politieke
wereld ook, met wie ik sprak, verklaarden dat zij
van Chamberlain's harde beslotenheid om het
met het nationaal'-socialistisch Duitschland uit
echten overtuigd waren. „Hij is nu even koppig
voor den oorlog als toen voor den vrede". Maar hij
blijft de man van München voor sommigen in dezen
zin, dat zij geen eerbied voor het oordeel kunnen
hebben van den man, die toen in de mogelijkheid
van een verstandhouding met Hitier scheen te ge-
looven. Labour heeft daarom ook geen gehoor wil
len geven aan de uitnoodiging, mee een nationale
regeering te komen vormen. Niet onder Chamber
lain, die door de stugheid en hooghartigheid van
zijn manieren ook persoonlijk bij de oppositie niet
populair is.
Stel dat Chamberlain gedwongen werd tot af
treden na de Fïnsche instorting zag het daar een
oogenblik naar uit wat dan? Dan zou het zeker
wel tot een nationale regeering komen, met mee
doen van Labour dus, en de mogelijke candidaten
voor het eerste-mirlsterschap die in zoo'n seval
het meest genoemd worden zijn Halifax en Chur
chill: ik heb ook Eden hooren noemen, maar dat
houd ik niet voor emtsig. Die is toch te duidelijk
wel een zuivere, maar geen krachtige persoonlijk
heid gebleken, niet opgewassen tegen de verwach
tingen, die eenige jaren geleden van hem werden
gekoesterd. Wat den twee anderen betreft: tegen
Halifax bestaat het bezwaar dat hij lid van het
Hoogerhuis is en dus in het Lagerhuis niet spreken
kan. 't Is een merkwaardig gevolg van de onver
anderlijkheid der Engelsche instellingen (terwijl
tegelijk opvattingen en verhoudingen zoo sterk
veranderen), dat tegenwoordig een „peer" bijna als
gedisqualificeerd voor het eerste ministerschap be
schouwd wordt (Lord Curzon is op dien grond tot
zijne diepe teleurstelling in 1922 voor Bonar Law
voorbijgegaan). Maar het aanzien van Halifax
rustige figuur, met iets vasts en edels in zijn ka
rakter, is groot: de meeste Labour-mannen zouden
in ziïn geval (te merkwaardiger omdat hij toch ook
te München geweest is!) het Hoogerhuis-bezwaar
wel willen laten vallen. De man naar hun hart is
evenwel Churchill. Ook dat is merkwaardig, omdat
Churchill in de vele politieke evoluties, die hem
den naam van onberekenbaar bezorgd hebben,
nog maar een jaar of tien geleden een uiterst con
servatieve phase doorgemaakt heeft. Zijn verzet
tegen de constitutionele ontwikkeling in Britsch-
Indië leek hem toen met alle progressieve ele
menten in de Ergelsche politiek voorgoed te zul
len brouilleeren. Maar dat is vergeten, of althan:
op den achtergrond geschoven, door de houding
die Churchill al van '33 af tegen het Duitsche ge
vaar heeft ingenomen. Wat men daarbij voelt,
niet alleen de geweldige drijfkracht van dien man
maar ook de wijdheid van zijn verbeelding, zijn
vermogen om de historische beteekenis van de in
ternationale verhoudingen te beseffen en in zijn
forsche, kleurige taal uit te beelden, en inderdaad
ziet Churchill r-iet louter het machtselement, maar
ook, met onmiskenbare oprechtheid, den ideëelen
achtergrond: Engeland beteekent voor hem niet
louter het Britsche Rijk en zijn wereldpositie,
maar heel die schat aan politieke, cultureele, men
sch'elijke ervaringen en opvattingen, waaraan de
Engelsche conservatief en de Engelsche radicaal
beiden deel hebben, In zijn radio-redevoeringen
brengt hij dat alles op onvergelijkelijke wijze tot
het besef van zijn hoorders: hij dramatiseert den
strijd en geeft er tegelijk een hoogen inhoud aan.
„De eenige man die weet hoe men in een oorloj
tot het volk moet spreken", zei mij een bekend
historicus.
Maar die onberekenbaarheid? Er zijn er die
Churchill daarom voor het eerste-miniisterschap
een waagstuk zouden vinden. Er wordt zelfs be
weerd dat hij zelf liever nog iemand boven zich
heeft,-die hem zoo noodig bij de slippen van zijn
jas kan grijpen. Het is natuurlijk een féit dat hij
zich zelfs in dezen oorlog en in zijn befaamde ra
dio-toespraken al een paar keer vergaloppeerd
heeft. Zijn opwekking tot de neutralen om zich in
een zaak, die ook de hunne was, aan de zijde van
de bondgenooten te scharen, wekte in Januari op
het Foreign Office een ware ontsteltenis. Het is
alleszins opmerkelijk dat hij die vergissing niet
herhaald heeft. Hij kan de neutralen niet met rust
laten, maar de wijze waarop hij hen sedert dien
toegesproken heeft houdt meer rekening met hun
nooden en zwakheden, zonder daarom minder naar
het hart van de Engelsche opinie te zijn.
De beschouwingen over een mogelijken opvolger
van Chamberlain zijn gangbaar in oppositie-krin
gen, maar dat één van de genoemden déloyaal te
genover Chamberlain zijn zou, dat er binnen het
kabinet ernstige rivaliteiten zouden bestaa~ ge
loof ik niet. Het is zeker ook onjuist te meenen
dat Churchill, zelfs na de jongste verandering,
waardoor hij het voorzitterschap over een raad van
defensie-ministers heeft gekregen, in het kabinet
almachtig is. Halifax verdedigt het Foreign Office-
standpunt met kracht, niet alleen tegen de defen
sie-departementen maar ook tegen het nieuwe en
actieve departement „of Economie Warfare". Zoo
lang Halifax zijn ambt bekleedt zal er met. de
rechten der neutralen rekening gehouden worden;
de neiging aan- het „M. E. W." is uiteraard om alle
consideraties aan de belangen der blokkade op te
offeren. En Chamberlain zelf is heel wat meer dan
een titulair hoofd. Zijn verdediging van het in de
Finsche zaak gevoerde beleid heeft op het Lager
huis integendeel grooten indruk gemaakt: dat was
een treffend persoonlijk succes, 't Is waar dat daar
na zich nog critiek liet hooren ,die, al is ze in de
pers weinig vermeld, den goeden indruk toch weer
gedeeltelijk ongedaan maakte.
Dat gebeurde vooral in een rede van Hgrold
MacMillian, éen van een klein groepje onafhanke
lijke conservatieven in het Parlement, die zijn
waarnemingen in Finland zelf verhaalde. De voor
beelden die hij gaf, van talmen en ontwijken en
ronduit weigeren op Finsche verzoeken om bijstand
met materiaal, zijn berichten omtrent de teleurstel
ling, de wanhoop van Finsche generaals en mi
nisters, gaven wel een heel ander beeld dan Cham
berlain toonde. Dat er met vastheid van lijn en
doortastendheid gehandeld wordt betwisten er bui
ten den eigenlijke aanhang van de regeering nog
velen en het is de vraag of de machtsuitbreiding
an Churchill genoeg is om het ontbrekende ver
trouwen te herstellen. De critiek richt zich ook niet
alleen op Finland en in het algemeen niet zoozeer
op de krijgsuitvoering. Maar men klaagt bijvoor
beeld dat de organisatie van de industrie, in den
modernen tijd zoo noodig voor de munitiefabricage,
voor de vliégtuigenconstructie, nog lang niet krach
tig genoeg aangevat is. Nog lang zoo krachtig niet
als in de laatste stadia van den vorigen oorlog.
Vrouwenarbeid bijvoorbeeld is nog lang niet vol
doende te hulp geroepen.
Zulke critiek gaat in tusschen altijd gepaard met
de verzekering, dat men nu toch op den goeden
weg is; men heeft tijd verloren, maar er komt vaart
in. En natuurlijk: de hulpbronnen waarover men
beschikt zijn zoo onvergelijkelijk veel grooter dan
die van Duitschland. Als men ze eenmaal mobiel
gekregen heeft, zal een onweerstaanbare meerder
heid zich doen gevoelen.
PROGRAMMA
VRIJDAG 19 APRIL
HILVERSUM l, 1875 en 414,4 M.
Algemeen programma, verzorgd door
de NCRV.
8.Berichten ANP. 8.05 Schriftlezing en medita
tie 8.20 Gramofoonmuziek (9.309.45 Gelukwen-
schen) 10.30 Morgendienst 11.Gramofoonmuziek
11.15 Pianovoordracht en gramofoonmuziek 12.
Berichten 12.15 Gramofoonmuziek (Om 12.30 Be
richten ANP) 12.45 Toespraak 1.„Quintolia" en
gramofoonmuziek 2.30 Christelijke lectuur 3.Or
gelspel en gramofoonmuziek 3.45 Haagsch strijktrio
cn gramofoonmuziek 4.50 Gramofoonmuziek 5.15
5.55 Zang met pianobegeleiding en gramofoonmuziek
Gramofoonmuziek 6.30 Tuinbouwpraatje 7.
Berichten 7.15 Letterkundig halfuur 7.45 Gramofoon
muziek. 8.Berichten ANP., internationaal over
zicht en herhaling SOS-beriehten. 8.25 Koninklijke
Christelijke Oratorium-Vereeniging „Excelsior", het
Rotterdamsch Philharmonisch orkest en solisten.
9.10 Declamatie en gramofoonmuziek 9.35 Vervolg
van 8.25. 10.30 Berichten ANP, actueel halfuur. 11.
Gramofoonmuziek. Ca. 11.50*12.00 Gramofoonmuz.
HILVERSUM O. 301.5 M.
8.00 VARA 10.— VPRO 10.20 VARA
12.— AVRO 4.— VARA 7.30 VPRO.
9— VARA 10.40 VPRO 11.00—12.00
VARA
8.Berichten ANP., gramofoonmuziek 10.Mor
genwijding 10.20 Gramofoonmuziek 11.Declama
tie. 11.20 Orgelspel 12.De Palladians 12.45 Berich
ten ANP., Dansmuziek (gr. pl.) 1.AVRO-Amuse
mentsorkest en Duo Ja. 2.Voor de huisvrouw 2.10
Disco-causerie. 3.Voor tuinliefhebbers 3.20
AVRO-dansorkest 4.Gramofoonmuziek met toe
lichting. 4.30 Cello en piano 5.Voor de kinderen
5.305.55 Orgelspel 6.De Ramblers 6.30 Letter
kundig overzicht 6.50 Zang met piano-begeleiding
7.Cyclus: „Grondslagen van het democratisch so
cialisme" 7.18 Berichten ANP 7.30 Berichten 7.35
Jeugdhalfuur 8.Viool, cello en piano 8.30 Cyclus:
„God roept den mensch". 9.Radiotooneel 9.25 Ro-
sian-orkest en solist 10.Radiotooneel met muziek
10.40 Avondwijding 11.Berichten ANP 11.10 Jazz
muziek (gr.pl.) 11.30 Esmeralda 11.5512.Gra
mofoonmuziek.
ENGELAND, 391 en 449 ML Van 10.20—11.35 n.m.
bovendien op 342 M.
11.Het Tudor-sextet 11.20 Concert 11.50 BBC-
Harmonie-orkest 12.20 Berichten 12.35 Don Felipe
en de Cuban Caballeros 1.051.20 Causerie 2.20 BBC
Schotsch orkest 3.Vesper 3.20 Variété 3.50 Het
Marie Dare-strijkkwartet 4.20 Berichten (Welsch)
4.40 Kinderuurtje 5:20 Berichten 5.35 Dialoog over
voedselproblemen 5.40 De Cavendish Three 5.50
Dansmuziek 6.20 Mededeelingen 6.40 Pianovoor
dracht 7.Causerie: „A Christian looks at the
world" 7.20 Revue-programma. 7.50 BBC-orkest. 8.20
Berichten 8.40 Causerie: „Once a week" 8.55 Variété
9.10 Radiotooneel 9.50 Het Menges Strijkkwartet
10.35 Reportage. 11.20 Berichten.
RADIO-PARIS 1648 M.
11.10 Zang. 11.20 Gevarieerd concert 12.05 Piano
voordracht 12.35 Duetten 1.05 Viool voordracht 1.30
Snxofoonsoli 2.20 Orgelspel 3.50 Viool voordracht 4.35
Piano on zang 5.35 Piano, viool en cello 6.20 Ray
mond Legrand en zijn Jazz-orkest 6.50 Radiotooneel
9.05 Piano, viool en cello 10.05 en 11.0511.50 Nacht
concert.
KEULEN, 456 M.
4.50 SA-orkest 6.40 Gramofoonmuziek 8.30^-8.50
Piano a quatre mains. 9.50 Gramofoonmuziek 10.20
Concert 11.20 Omroepdansorkest 12.15 Muzikaal tus-
schenspel 12.50 Populair concert 1.45 Litterair-mu-
zikaal programma 2.20 Omroepkoor en -orkest 3.50
Folkloristisch programma 4.20 en 5.50 Gramofoon
muziek 6.35 Omroeporkest 7.45 Muzikaal tusschen-
spel 8.05 Gramofoonmuziek 8.509.20 Zie Deutsch-
landsender.
BRUSSEL 322 M.
11.20 Gramofoonmuziek 11.50 en 12.30 Het Om
roeporkest 12.501.20 Gramofoonmuziek 4.20 Zang
en gramofoonmuziek 4.50 Piano-voordracht 5.35
Gramofoonmuziek 7.20 Radiotooneel met muziek
9.3010.20 Jazzmuziek (gr.pl.)
BRUSSEL 484 M.
11.20, 12.301.20 en 4.55 Gramofoonmuziek 5.35
Pianovoordracht en gramofoonmuziek 7.20 Voor
soldaten 7.50 Stafmuziek van het le Regiment „Gui
des". 8.35 „Les deux billets", opera. 9.3010.20 Het
Omroepdansorkest.
DEUTSCTILANDSENDER 1571 M.
6.35 Folklorisch programma 7.20 Omroeporkest
8.20 Berichten 8.50 S. Muchow's orkest 9.20 Omroep
orkest 10.20 Berichten. Hierna/tot 11.20 NaÊhtcon»
eert 11.5012.15 Militair programma.