0e sttijd aaac llatvik Hoe de zeeslag van 13 April verliep. UW Zenuwen en gesterkt en Uw De positie der Engelsche Regeering. po ypERPAG 18 APRIL' 1940 I'nited press verneemt uit Kiruna: Veertig oorlogs- en handelsschepen liggen den bodem van de haven van Narvik en °P enkele omringende fjorden. Deze enorme va" ietiging is het gevolg van drie snelle vloot- ve.. en een luchtbombardement in vijf dagen Van deze slagen en hun trieste resultaten, ive van beslissende beteekenis geweest zijn Engeland om vasten voet in Noorwegen te°krij2en' V0'St hier thans een chronologisch overzicht. nn Woensdag tien April vond een Britsche aan- 1 van torpedojagers plaats, waardoor zestien han- fkvaartuigen in de haven van Narvik getorpe- d of beschoten, tot zinken werden gebracht. nuitsche. torpedojager werd getorpedeerd en terwijl twee andere in brand geschoten aan - ^even. Een Britsche kruiser werd dien dag jonk t zinken gebracht, drie Britsche torpedojagers n vast op de kust of werden eveneens tot zin- ''Ttfpbracht, een andere Britsche torpedobootjager rd buiten gevecht gesteld. n twaalf April bombardeerden tien Britsche rtaevaartuigen de haven, een Noorsche kanon- marrboot van de kustwacht vloog in brand in het ffrd terwijl hij in Duitsch gebruik was voor SoeDentransport en voor vervoer van materialen, ne laatste Britsche vlootaanval vond plaats op 7'dag 13 April. Twee buiten gevecht gestelde nuitsche torpedojagers, die naar de haven ge- po» waren, werden hierbij tot zinken gebracht, r Rambakfjord werd .en Duitsche torpedojager Lr een torpedo getroffen en eveneens tot zinken hracht. De drie overgebleven Duitsche torpedo- Üflotiagers werden gedwongen terug te keeren naar Sin basis in Rambakfjord waar zij door hun eigen waanning werden opgeblazen. Op dezen dertien- Sin April, den dag van den derden Britsche vloot- anval werd een Engelsche torpedobootjager *ver- nietigd, terwijl een andere aan den grond liep. DE BEDOELINGEN DER BRITTEN. Het doel van den eersten Britschen vloot aanval scheen hoofdzakelijk er op gericht te iiin alle koopvaardijschepen buiten gevecht te «tellen en het fort bij Frannes te vernietigen, terwijl tevens verkenningen werden onder nomen en men van Britsche zijde trachtte zooveel mogelijk Duitsche schepen te pakken te krijgen. Het eerste doel bereikten de Engelschen, maar in den zeeslag in Harjangsf jord, die volgde kregen 5i gevoelige klappen. De berichten hieromtrent saven aanvankelijk abusievelijk aan dat bij dezen aanval alleen Duitsche «schepen tot zinken .waren „bracht. Uit latere berichten bleek echter dat vele der gezonken schepen Engelsche vaartuigen waren. Van de oorspronkelijke Duitsche vloot van viiE gi'oote torpedoboot jagers werd er een ver nietigd en werden twee zeer beschadigd naar den wal teruggedreven naar Harjangsf jord. Dezen zelfden avond slaagden twee Duitsche torpedojagers erin de geblokkeerde invaart van Ofotfjord binnen te varen en zich bij de rest der Duitsche strijd krachten te voegen. In allerijl maakten zij zich gereed voor den strijd die zou volgen. Twee der aan den grond geloopen groote torpedobootjagers wisten zij vlot te krijgen en zij sleepten deze sche pen naar de kade in de luwte van Narvik, waar zij met hun niet gehavende kanonnen het gunstigst la«en om met hun vuur den ingang van de haven bestrijken. Haastig poogde zij nog de gaten in de scheepsromp te repareeren. Hiertoe hadden zij echter niet voldoenden tijd. De vier bruikbare tor pedobootjagers slaagden erin hun gaten te repa reeren. Zij hadden echter met munitiegebrek te kampen. Zaterdagmiddag, den dertienden April, s middags om vijf minuten voor half twee naderde het ver sterkte Britsche eskader torpedojagers. De kruisers openden het vuur van de Ofotsfjord -t worden gekalmeerd alaap wordt weer rustig door;, het gebruik van Mijnhardt's Zenuwtabletten Glazen Buisje 75 ct. - Bij Apoth. en Drogisten. (Adv. Ingez. Med.) Duitsch politietoezicht op niet-Duitsche wateren? Vragen in het Lagerhuis. Het Labourlid Strauss heeft in het Britsche Lagerhuis gevraagd of Chamberlain een verkla ring kon afleggen over de Duitsche vlootacti- viteit op den Donau buiten Duitsch gebied. Butler antwoordde namens Chamberlain dat hij geen verklaring kon afleggen. Strauss vroeg verder of Butler eenig commentaar kon ge ven op de verontrustende verhalen die gepu bliceerd worden over Duitsche voornemens tot uitoefening van poli tietroepen op den Donau door mcrinevaartuigen, m de Europeesche wateren buiten Duitschland. Butler antwoordde: Natuur lijk wordt ieder verhaal, dat onder onze aan dacht komt terstond onderzocht. Spreker had echter geen verklaring af te leggen. Noel Baker vroeg of Butler het recente be richt kon bevestigen of tegenspreken, dat een groot aantal Duitsche toeristen naar de Balkan- eilanden gingen. Butler antwoordde, dat hij dat bericht ook gezien had, maar gaf geen verder antwoord Mailschepen doorzocht. Post van de „Manhattan" en de „Rex" gehaald. Van gezaghebbende Engelsche zijde wordt vernomen dat van het Amerikaansche mailschip -Manhattan" 36 zakken Duitsche en 18 zak ken neutrale post ter onderzoek van boord zijn gehaald toen het schip op 8 April bij Gibraltar aankwam. De inspectie van de post duurt nog voort. Van het Italiaansche mailschip „Rex" te een nog grootere hoeveelheid post gehaald. Italië roept buitengewoon dienst plichtigen op. Drie lichtingen erbij betrokken. De Italiaansche staatscourant heeft een decreet, gedateerd 7 Maart gepubliceerd, Wan hij buitengewoon dienstplichtigen van de lichtingen 1932, '33 en '34, die zijn goedgekeurd voor militairen dienst, voor opleiding onder de Gapenen zijn geroepen. uit en brachten al heel spoedig de alreeds buiten gevecht gestelde Duitsche torpedojagers tot zinken, die door hun kameraden naar de Ertskade ge sleept waren. Voorts ontwapenden zij wat er nog van het Frannesfort was overgebleven. De vier Duitsche torpedobootjagers, die nog gevechtsbe- reid waren zagen het gevaar dat zij liepen om in smallen ingang van de baai van Narvik ingesloten te worden en voeren ijlings weg naar Harjangs- fjord, waar zij den strijd begonnen. De Duitschers, die, zooals gezegd, gebrek aan munitie hadden en die tevoren reeds een ongewone handigheid ge toond hadden in het lanceeren van torpedo's bij gevechten op zeer korten afstand, trachtten de Brit ten in een kleine gevechtsruimte in te sluiten; deze manoeuvre faalde echter. ENGELSCHE SUPREMATIE. Slechts eenmaal in den strijd liepen de Brit sche torpedobootjagers de monding van de fjord binnen. Een werd getorpedeerd en zonk, terwijl een andere aan den grond liep, maar van dit oogenblik af lag, onverzettelijk, de Britsche vloot in de monding van het fjord en zaaide vernietiging onder de Duitsche torpedo bootjagers, die meedoogenloos de diepte van het fjord werden ingejaagd. Er was geen ont komen aan. Toen een bijna geheel hulpelooze torpedoboot jager door Engelsche granaten tot zinken werd ge bracht, achtten de andere Duitschers het blijkbaar noodig krijgsraad te houden. Zij keerden in de richting van den zevenhonderd meter hoogen berg aan de basis van het fjord en liet zich op volle kracht aan den grond loopen. De bemanningen zochten een goed heenkomen naar den wal, de kapiteins staken den brand in de magazijnen en onder donderend geraas vlogen de schepen de lucht in. Zoo eindigde op Zaterdag 13 April 's namiddags om half vier de zeeslag bij Narvik. Nog urenlang bleef een wolk van vieze zwarte rook over het Poolland hangen. Hoe Eden Hitier ziet. De Britsche minister geeft zijn oordeel over het nationaal-socialisme. Minister Anthony Eden heeft in Londen een redevoering uitgesproken, waarin hij zeide dat het een vergissing is te denken dat Hitier een of ander fantastisch wezen uit een nachtmerrie is. Hij is geen natuurverschijnsel, maar de rechtstreeksche uit drukking van een groot deel van de Duitsche natie. Het doel van de agressieve Duitsche oorlogen is Duitschland tot verreweg de machtigste natie ter wereld te maken en door een meedoogenloos ge bruik van die macht Europa te dwingen zich te on derwerpen aan de buitsche heerschappij en de wereld er toe te brengen te wijken voor het natio naal socialistisch gezag, aldus Eden. DREIGEMENT TEGENOVER DREIGEMENT. Herbert Morrison, de vroegere minister van ar beid, leider van het arbeidsbeheer in den graaf- schapsraad van Londen, heeft verklaard dat Goe- ring kortgeleden gedreigd heeft met luchtaanval len van de Theems tot aan noord Schotland. Wan neer Hitler of Goering luchtaanvallen ondernemen, waarbij burgers betrokken worden, dan zal de openbare meening er op aandringen, dat Engeland een soortgelijke actie terstond zal ondernemen. Wanneer zij aanvallen zullen wij niet wijken, wij zullen niet ineenstorten, aldus spreker. Engeland zal verdedigd worden en de slag terug zal met kracht, macht en doelmatigheid komen. Duitscli vliegtuig lanflt in Zweden. Drie inzittenden gearesteerd. Een driemotorig Duitsch vliegtuig heeft wegens benzinegebrek te Arbraa bij de Bothnische Golf aan de Oostkust van Zweden op ongeveer 61 gr. 30 min. N.B. en 16 gr. W.L. een noodlanding moe ten maken. De drie inzittenden werden gearres teerd. Tevoren had een vliegtuig meer noordelijk ge vlogen. Zichtbaar zocht het een geschikt landings terrein. Verder heeft een vliegtuig van onbekende na tionaliteit boven Strömstad aan de westkust van Zweden gevlogen. Er werden waarschuwingsscho ten gelost en een Zweedsch vliegtuig was opge stegen om het vreemde vliegtuig in de richting van de zee te doen verdwijnen. Engeland wenscht duidelijke laai van Italië. Wenk van minister Cross De Engelsche minister van economische oor logvoering, Cross, heeft gisteravond te Shef field een rede gehouden, waarin hij o.a. heeft gezegd: Wij hebben geen reden om aan te nemen, dat Italië anders dan als een neutraal land wenscht behandeld te worden en wanneer dit zoo is, dan moet dit land Italië verzoeken zich ook als zoodanig te gedragen. In den laatsten tijd evenwel heeft de Italiaansche pers een toon tegen dit land aangeslagen, welke alleen vijandig genoemd kan worden en dit doet ons nadenken over de houding van Italië jegens ons. Wij hebben geen ruzie met Italië en wij wenschen vrienden te zijn, doch wij zijn een volk. dat duidelijk spreekt en wij zouden graag willen weten wat we van Italië moeten denken". DUITSCHE AANVAL OP ZWEDEN WAARSCHIJNLIJK GEACHT. Cross zeide verder te veronderstellen dat Duitsch land binnen een maand vermoedelijk Zweden aan zal vallen. In het Westen staat Hitier voor een stalen wal en het is niet waarschijnlijk dat hij zich hiertegen zal werpen. Het is waarschijnlijker dat hij de zwakke neutralen op zal slokken om zich meester te maken van hun voorraden en met het doel de Britsche scheepvaart aan te vallen. Hij heeft het meest te vreezen van de latente kracht van de hulpbronnen van het Britsche Imperium. Duitschland kan alleen ijzererts krijgen uit Zweden en het kan niet over het hoofd zien dat de Britsche troepen in Narvik zijn en er zullen blijven. Het is daarom zeer goed mogelijk dat Duitschland Zweden an zal vallen om zelf de ijzermijnen te bezitten". „Ik zou zeggen, laat Zweden zorgen dat het niet bij verrassing wordt genomen. Wij sympathi- seeren met het Zweedsche standpunt en wij zijn bereid te helpen wanneer het wordt aangevallen, doch wij moeten het vragen alles te doen wat in haar vermogen is om zichzelf te helpen. Wij ver wachten dat het op het gevaar zal letten en alles zal doen om het hoofd te bieden aan een aanval". Zij is sterk al zwijgt de critiek niet. door prof. dr. P. CEYL. Engelsch-Anierikaansclie bespre kingen inzake de blokkade geëindigd. Engeland houdt vast aan zijn recht tot onderzoek van post. De onderhandelingen tusschen de Vereenigde Staten en de geallieerden over de blokkade zijn thans vrijwel geëindigd, aldus een Reuterbericht uit Washington. In welingelichte Amerikaan sche kringen verklaart men dat, van Ameri- kaansch standpunt bezien, niet veel bereikt is. De geallieerden, aldus zegt men. blijven vast houden-aan hun recht tot onderzoek van de Ame rikaansche post en zij weigeren toe te staan dat zekere Duitsche producten, die niet van elders verkregen kunnen worden, worden doorgelaten. Engeland zal echter wijziging brengen in het bestaande verbod van aankoop van kleine hoeveelheden Amerikaansch fruit en tabak. Bovendien, zoo zegt men in deze kringen, zullen de geallieerden voortaan geen mededeelingen over verbod van aankoop in de Vereenigde Sta ten doen zonder met Amerika overleg te plegen. Goebbels aan bet woord. „Ingezameld metaal voldoende voor den geheelen oorlog." De Duitsche minister van propaganda, dr. Goeb- bels, heeft gisteravond in het Sportpaleis te Berlijn de hulpactie ten behoeve van het Duitsche Roode Kruis geopend met een toespraak, waarin hij o.a. zeide: het werk van de winterhulp heeft in het seizoen 1939/'40 602.530.000 M. opgebracht tegen 566 millioen in 1938. In het geheel is voor het werk van de winterhulp tot nu toe meer dan 3 milliard R.M. opgebracht. Het grootste deel van het geld zal besteed worden voor de buitengewoon belang rijke taak van de verpleging van het volk, alleen voor „Moeder en Kind" 311.2 millioen. De organisatie van het werk van de winterhulp zal van vandaag af, aldus minister Goebbels, het door den Führer bevolen hulpwerk voor het Duit sche Roode Kruis ter hand nemen. Het nationaal- socialistische Duitschland beschouwt de zorg voor zijn gewonde en zieke soldaten als een eereplicht, welke een ieder vrijwillig op zich neemt en waar toe hij ook niet wenscht te worden gedwongen. Het resultaat van de inzameling van metaal als verjaarsgeschenk voor Hitier zal voor den duur van den oorlog toereikend zijn. Aldus bestaat een samenwerking tussch'en de mannen aan het front en de bewoners in het binnenland. Dr. Goebbels besloot zijn toespraak met de woorden: In het ge loof aan den Führer zal het vaderland werken en het front strijden. Aan het einde staat de Duitsche overwinning. Gereed voor een verkennings vlucht. Een der groote Engelsche vliegbooten wordt op haar basis startklaar ge maakt voor een uitgestrek- ten tocht naar vijandelijk gebied De positie van de Engelsche regeering is sterk, maar zij staat wel aan veel critiek bloot. De En gelsche parlementaire zeden zijn echter anders dan 4e Fransdhe. In Frankrijk regeert de Kamer door het Kabinet, dat zij als een comité uit haar mid den beschouwt en behandelt. In Engeland hand haaft de regeering een sterke tucht onder haar Lagerhuismeerderheid, die zich verplicht acht haar zoolang mogelijk met het regeeringswerk te laten begaan. Chamberlain is nu een man van ruim zeventig. Verbeeldingskracht of ruimheid van blik zijn niet de eigenschappen, waardoor hij gekenmerkt wordt. Behouden, dat is zijn taak zooals hij ze verstaat; de dynamische krachten die het oude Westersche stelsel, wat communisten of nationaal-socialisten er ook van denken, telkens weer met jeugdige frischheid bezielen kunnen, vinden in hem hun wa ren vertegenwoordiger niet. En in den kring van zijn medewerkers en aanhangers nog minder. De Labour- en Liberale oppositie in het Parlement is numeriek niet sterk; maar dat is het gevolg van de wonderlijke werking van het districtenstelsel op het oogenblik van de laatste algemeene verkie zingen; thans vertegenwoordigt die oppositie ze ker een breede en ten deele zeer levendige en in telligente opinie in den lande. En die opinie staat zeer critisch tegenover de zittende regeering. Chaihberlain is voor veel van zijn voormalige critici de man van München gebleven. Niet dat men de oprechtheid van zijn omkeer sedert die da gen in twijfel trekt. Dat wordt of althans werd tot voor kort in onze pers soms gedaan. Men stelt Chamberlain dan voor als de man des vre- des, die half zijns ondanks door de oppositie in den oorlog gedreven is en zich nu nog de gevan gene voelt van Churchill en Eden. Die voorstelling is onmogelijk voor wie hem van nabij heeft kun nen gadeslaan. Eigenlijk wil dat zeggen dat ze ook onmogelijk voor ons moest zijn, want wij beschikken door pers en radio over gegevens genoeg. De omkeer van Chamberlain is een echte omkeer geweest. Niet ge dreven door de oorlogsstokers (om met Goebbels te spreken), maar ontgoocheld en opgeschrikt door de harde feiten zelf, door Hitler's houding na Mün chen, door de annexatie van Tsjechië, door den ongeprovoceerden aanval op Polen, is hij met volle overtuiging den oorlog ingegaan. Zijn omkeer is die van een groot deel van de Engelsche opinie zelf geweest. Eén van mijn vrienden, die fel tegen de Mtinchener capitulatie was, zei mij nu: „Als de regeering toen stand gehouden had, zou ze geen eensgezinde natie achter zich gehad hebben. Zoo als het gegaan is begreep iedereen dat het moest. Dat is, achteraf beziën, de verdienste van Cham berlain". Zelfs de scherpste critici uit de politieke wereld ook, met wie ik sprak, verklaarden dat zij van Chamberlain's harde beslotenheid om het met het nationaal'-socialistisch Duitschland uit echten overtuigd waren. „Hij is nu even koppig voor den oorlog als toen voor den vrede". Maar hij blijft de man van München voor sommigen in dezen zin, dat zij geen eerbied voor het oordeel kunnen hebben van den man, die toen in de mogelijkheid van een verstandhouding met Hitier scheen te ge- looven. Labour heeft daarom ook geen gehoor wil len geven aan de uitnoodiging, mee een nationale regeering te komen vormen. Niet onder Chamber lain, die door de stugheid en hooghartigheid van zijn manieren ook persoonlijk bij de oppositie niet populair is. Stel dat Chamberlain gedwongen werd tot af treden na de Fïnsche instorting zag het daar een oogenblik naar uit wat dan? Dan zou het zeker wel tot een nationale regeering komen, met mee doen van Labour dus, en de mogelijke candidaten voor het eerste-mirlsterschap die in zoo'n seval het meest genoemd worden zijn Halifax en Chur chill: ik heb ook Eden hooren noemen, maar dat houd ik niet voor emtsig. Die is toch te duidelijk wel een zuivere, maar geen krachtige persoonlijk heid gebleken, niet opgewassen tegen de verwach tingen, die eenige jaren geleden van hem werden gekoesterd. Wat den twee anderen betreft: tegen Halifax bestaat het bezwaar dat hij lid van het Hoogerhuis is en dus in het Lagerhuis niet spreken kan. 't Is een merkwaardig gevolg van de onver anderlijkheid der Engelsche instellingen (terwijl tegelijk opvattingen en verhoudingen zoo sterk veranderen), dat tegenwoordig een „peer" bijna als gedisqualificeerd voor het eerste ministerschap be schouwd wordt (Lord Curzon is op dien grond tot zijne diepe teleurstelling in 1922 voor Bonar Law voorbijgegaan). Maar het aanzien van Halifax rustige figuur, met iets vasts en edels in zijn ka rakter, is groot: de meeste Labour-mannen zouden in ziïn geval (te merkwaardiger omdat hij toch ook te München geweest is!) het Hoogerhuis-bezwaar wel willen laten vallen. De man naar hun hart is evenwel Churchill. Ook dat is merkwaardig, omdat Churchill in de vele politieke evoluties, die hem den naam van onberekenbaar bezorgd hebben, nog maar een jaar of tien geleden een uiterst con servatieve phase doorgemaakt heeft. Zijn verzet tegen de constitutionele ontwikkeling in Britsch- Indië leek hem toen met alle progressieve ele menten in de Ergelsche politiek voorgoed te zul len brouilleeren. Maar dat is vergeten, of althan: op den achtergrond geschoven, door de houding die Churchill al van '33 af tegen het Duitsche ge vaar heeft ingenomen. Wat men daarbij voelt, niet alleen de geweldige drijfkracht van dien man maar ook de wijdheid van zijn verbeelding, zijn vermogen om de historische beteekenis van de in ternationale verhoudingen te beseffen en in zijn forsche, kleurige taal uit te beelden, en inderdaad ziet Churchill r-iet louter het machtselement, maar ook, met onmiskenbare oprechtheid, den ideëelen achtergrond: Engeland beteekent voor hem niet louter het Britsche Rijk en zijn wereldpositie, maar heel die schat aan politieke, cultureele, men sch'elijke ervaringen en opvattingen, waaraan de Engelsche conservatief en de Engelsche radicaal beiden deel hebben, In zijn radio-redevoeringen brengt hij dat alles op onvergelijkelijke wijze tot het besef van zijn hoorders: hij dramatiseert den strijd en geeft er tegelijk een hoogen inhoud aan. „De eenige man die weet hoe men in een oorloj tot het volk moet spreken", zei mij een bekend historicus. Maar die onberekenbaarheid? Er zijn er die Churchill daarom voor het eerste-miniisterschap een waagstuk zouden vinden. Er wordt zelfs be weerd dat hij zelf liever nog iemand boven zich heeft,-die hem zoo noodig bij de slippen van zijn jas kan grijpen. Het is natuurlijk een féit dat hij zich zelfs in dezen oorlog en in zijn befaamde ra dio-toespraken al een paar keer vergaloppeerd heeft. Zijn opwekking tot de neutralen om zich in een zaak, die ook de hunne was, aan de zijde van de bondgenooten te scharen, wekte in Januari op het Foreign Office een ware ontsteltenis. Het is alleszins opmerkelijk dat hij die vergissing niet herhaald heeft. Hij kan de neutralen niet met rust laten, maar de wijze waarop hij hen sedert dien toegesproken heeft houdt meer rekening met hun nooden en zwakheden, zonder daarom minder naar het hart van de Engelsche opinie te zijn. De beschouwingen over een mogelijken opvolger van Chamberlain zijn gangbaar in oppositie-krin gen, maar dat één van de genoemden déloyaal te genover Chamberlain zijn zou, dat er binnen het kabinet ernstige rivaliteiten zouden bestaa~ ge loof ik niet. Het is zeker ook onjuist te meenen dat Churchill, zelfs na de jongste verandering, waardoor hij het voorzitterschap over een raad van defensie-ministers heeft gekregen, in het kabinet almachtig is. Halifax verdedigt het Foreign Office- standpunt met kracht, niet alleen tegen de defen sie-departementen maar ook tegen het nieuwe en actieve departement „of Economie Warfare". Zoo lang Halifax zijn ambt bekleedt zal er met. de rechten der neutralen rekening gehouden worden; de neiging aan- het „M. E. W." is uiteraard om alle consideraties aan de belangen der blokkade op te offeren. En Chamberlain zelf is heel wat meer dan een titulair hoofd. Zijn verdediging van het in de Finsche zaak gevoerde beleid heeft op het Lager huis integendeel grooten indruk gemaakt: dat was een treffend persoonlijk succes, 't Is waar dat daar na zich nog critiek liet hooren ,die, al is ze in de pers weinig vermeld, den goeden indruk toch weer gedeeltelijk ongedaan maakte. Dat gebeurde vooral in een rede van Hgrold MacMillian, éen van een klein groepje onafhanke lijke conservatieven in het Parlement, die zijn waarnemingen in Finland zelf verhaalde. De voor beelden die hij gaf, van talmen en ontwijken en ronduit weigeren op Finsche verzoeken om bijstand met materiaal, zijn berichten omtrent de teleurstel ling, de wanhoop van Finsche generaals en mi nisters, gaven wel een heel ander beeld dan Cham berlain toonde. Dat er met vastheid van lijn en doortastendheid gehandeld wordt betwisten er bui ten den eigenlijke aanhang van de regeering nog velen en het is de vraag of de machtsuitbreiding an Churchill genoeg is om het ontbrekende ver trouwen te herstellen. De critiek richt zich ook niet alleen op Finland en in het algemeen niet zoozeer op de krijgsuitvoering. Maar men klaagt bijvoor beeld dat de organisatie van de industrie, in den modernen tijd zoo noodig voor de munitiefabricage, voor de vliégtuigenconstructie, nog lang niet krach tig genoeg aangevat is. Nog lang zoo krachtig niet als in de laatste stadia van den vorigen oorlog. Vrouwenarbeid bijvoorbeeld is nog lang niet vol doende te hulp geroepen. Zulke critiek gaat in tusschen altijd gepaard met de verzekering, dat men nu toch op den goeden weg is; men heeft tijd verloren, maar er komt vaart in. En natuurlijk: de hulpbronnen waarover men beschikt zijn zoo onvergelijkelijk veel grooter dan die van Duitschland. Als men ze eenmaal mobiel gekregen heeft, zal een onweerstaanbare meerder heid zich doen gevoelen. PROGRAMMA VRIJDAG 19 APRIL HILVERSUM l, 1875 en 414,4 M. Algemeen programma, verzorgd door de NCRV. 8.Berichten ANP. 8.05 Schriftlezing en medita tie 8.20 Gramofoonmuziek (9.309.45 Gelukwen- schen) 10.30 Morgendienst 11.Gramofoonmuziek 11.15 Pianovoordracht en gramofoonmuziek 12. Berichten 12.15 Gramofoonmuziek (Om 12.30 Be richten ANP) 12.45 Toespraak 1.„Quintolia" en gramofoonmuziek 2.30 Christelijke lectuur 3.Or gelspel en gramofoonmuziek 3.45 Haagsch strijktrio cn gramofoonmuziek 4.50 Gramofoonmuziek 5.15 5.55 Zang met pianobegeleiding en gramofoonmuziek Gramofoonmuziek 6.30 Tuinbouwpraatje 7. Berichten 7.15 Letterkundig halfuur 7.45 Gramofoon muziek. 8.Berichten ANP., internationaal over zicht en herhaling SOS-beriehten. 8.25 Koninklijke Christelijke Oratorium-Vereeniging „Excelsior", het Rotterdamsch Philharmonisch orkest en solisten. 9.10 Declamatie en gramofoonmuziek 9.35 Vervolg van 8.25. 10.30 Berichten ANP, actueel halfuur. 11. Gramofoonmuziek. Ca. 11.50*12.00 Gramofoonmuz. HILVERSUM O. 301.5 M. 8.00 VARA 10.— VPRO 10.20 VARA 12.— AVRO 4.— VARA 7.30 VPRO. 9— VARA 10.40 VPRO 11.00—12.00 VARA 8.Berichten ANP., gramofoonmuziek 10.Mor genwijding 10.20 Gramofoonmuziek 11.Declama tie. 11.20 Orgelspel 12.De Palladians 12.45 Berich ten ANP., Dansmuziek (gr. pl.) 1.AVRO-Amuse mentsorkest en Duo Ja. 2.Voor de huisvrouw 2.10 Disco-causerie. 3.Voor tuinliefhebbers 3.20 AVRO-dansorkest 4.Gramofoonmuziek met toe lichting. 4.30 Cello en piano 5.Voor de kinderen 5.305.55 Orgelspel 6.De Ramblers 6.30 Letter kundig overzicht 6.50 Zang met piano-begeleiding 7.Cyclus: „Grondslagen van het democratisch so cialisme" 7.18 Berichten ANP 7.30 Berichten 7.35 Jeugdhalfuur 8.Viool, cello en piano 8.30 Cyclus: „God roept den mensch". 9.Radiotooneel 9.25 Ro- sian-orkest en solist 10.Radiotooneel met muziek 10.40 Avondwijding 11.Berichten ANP 11.10 Jazz muziek (gr.pl.) 11.30 Esmeralda 11.5512.Gra mofoonmuziek. ENGELAND, 391 en 449 ML Van 10.20—11.35 n.m. bovendien op 342 M. 11.Het Tudor-sextet 11.20 Concert 11.50 BBC- Harmonie-orkest 12.20 Berichten 12.35 Don Felipe en de Cuban Caballeros 1.051.20 Causerie 2.20 BBC Schotsch orkest 3.Vesper 3.20 Variété 3.50 Het Marie Dare-strijkkwartet 4.20 Berichten (Welsch) 4.40 Kinderuurtje 5:20 Berichten 5.35 Dialoog over voedselproblemen 5.40 De Cavendish Three 5.50 Dansmuziek 6.20 Mededeelingen 6.40 Pianovoor dracht 7.Causerie: „A Christian looks at the world" 7.20 Revue-programma. 7.50 BBC-orkest. 8.20 Berichten 8.40 Causerie: „Once a week" 8.55 Variété 9.10 Radiotooneel 9.50 Het Menges Strijkkwartet 10.35 Reportage. 11.20 Berichten. RADIO-PARIS 1648 M. 11.10 Zang. 11.20 Gevarieerd concert 12.05 Piano voordracht 12.35 Duetten 1.05 Viool voordracht 1.30 Snxofoonsoli 2.20 Orgelspel 3.50 Viool voordracht 4.35 Piano on zang 5.35 Piano, viool en cello 6.20 Ray mond Legrand en zijn Jazz-orkest 6.50 Radiotooneel 9.05 Piano, viool en cello 10.05 en 11.0511.50 Nacht concert. KEULEN, 456 M. 4.50 SA-orkest 6.40 Gramofoonmuziek 8.30^-8.50 Piano a quatre mains. 9.50 Gramofoonmuziek 10.20 Concert 11.20 Omroepdansorkest 12.15 Muzikaal tus- schenspel 12.50 Populair concert 1.45 Litterair-mu- zikaal programma 2.20 Omroepkoor en -orkest 3.50 Folkloristisch programma 4.20 en 5.50 Gramofoon muziek 6.35 Omroeporkest 7.45 Muzikaal tusschen- spel 8.05 Gramofoonmuziek 8.509.20 Zie Deutsch- landsender. BRUSSEL 322 M. 11.20 Gramofoonmuziek 11.50 en 12.30 Het Om roeporkest 12.501.20 Gramofoonmuziek 4.20 Zang en gramofoonmuziek 4.50 Piano-voordracht 5.35 Gramofoonmuziek 7.20 Radiotooneel met muziek 9.3010.20 Jazzmuziek (gr.pl.) BRUSSEL 484 M. 11.20, 12.301.20 en 4.55 Gramofoonmuziek 5.35 Pianovoordracht en gramofoonmuziek 7.20 Voor soldaten 7.50 Stafmuziek van het le Regiment „Gui des". 8.35 „Les deux billets", opera. 9.3010.20 Het Omroepdansorkest. DEUTSCTILANDSENDER 1571 M. 6.35 Folklorisch programma 7.20 Omroeporkest 8.20 Berichten 8.50 S. Muchow's orkest 9.20 Omroep orkest 10.20 Berichten. Hierna/tot 11.20 NaÊhtcon» eert 11.5012.15 Militair programma.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 7