EEN VIOOL DE „VADER DES VADERLANDS" HERDACHT. VERDWEEN.... door Paul Schott 10 Graaf Salimbeni keek droomerig langs Lo- renzetti naar het raam, waarachter flauw de koe pel van het station te zien was en zei toen aarzè- lend: „Vierhonderdduizend lire." De verzamelaar zweeg en zijn handen streelden onbewust teeder het hout van de viool, terwijl hij direct dacht: Na tuurlijk door een handelaar gestuurd. Goedkoop als het een echte Stradivarius, duur als een imita tie was. Maar het is bijna zeker een Stradivarius, natuurlijk is er van de herkomstgeschiedenis geen woord waar. Waarschijnlijk is zij reeds door vele handen gegaan. Hoort natuurlijk van een aristocraat, die zijn naam hierin niet genoemd wil zien. Vierhonderd duizend lire? Kon hij dat er voor uitgeven? Als Faustina trouwtMaar hij was reeds niet meer meester over zichzelf, hij had zich zoo aan de, bekoring van de viool overgegeven, dat zy hem in feite reeds toebehoorde. Met een zonder linge uitdrukking op zyn gezicht streelde hij nog maals het hout van het instrument en riep toen veel te luid: „Een vermogen, daar zal ik over moeten den ken. Maar Koch weet er ook niet meer van dan ik. Misschien kan ik het met Molé bespreken?" Alles, behalve de eerste zin had hij voor zich heen gefluisterd. Nu hief hij het hoofd: „Ik bied 300.000 lire, direct betaalbaar!" Salim beni draaide treurig het hoofd om en zag eruit als een edel renpaard voor een kolenwagen: neen, neen. het speet hem ontzettend, werkelijk, maar mynheer zou wel weten dat 400.000 lire by den tegenwoordigen koers een gelegenheidsprijs was, waarvan hij rriet kon afwijken .„Tot ziens dus, mijnheer Grangg", zei de heer Apt nogmaals. „Misschien vindon wij de draai, van Ariadne, of hoe dat heet." „U bedoelt de Achillespees", lachte Lena, en schudde Grangg's hand, die zwaar en moedeloos in de hare lag. Het tweetal vertrok. Na een diepe zucht ging Grangg naar de huistelefoon en vroeg kamer 46 aan De viool is sedert 1791 in ons bezit" her haalde de graaf zachtjes, „en men heeft nog nooit betwijfelt dat het een Stradivarius is. Het is een Stradivarius. En als ik niet dringend geld noodig had Iets vertrouwelijker: „Ik heb namelijk een groot zwakheid: de loterij verlies schulden." Langen tijd werd er niets gezegd. De verzamelaar betastte nog steeds de viool, Salimbeni lachte en toonde zijn doorschijnende tanden, af en toe werden een paar woorden ge fluisterd: „Verlies loterij", zei de graaf. „Direct een chèque", een vermogen", of ook wel „Wist ik maar. waar zy vandaan kwam", mompelde Lo- reczeHi „Hier met Grangg juffrouw Faustina?" vroeg de violist heel zachtjes, maar niet eerder dan nadat hij de stem van het meisje herkend had. „Zegt U geen woord. Als U niet alleen in de ka mer bent hangt. U dan na een tydje de telefoon weer op. En vergeef mij alstublieft. Maar ik ben erg terneergeslagen. Ik zeg onophoudelijk tegen mezelf het is toch maar een viool, een leven loos "voorwerp niet eens een mensch! Maar is deze viool werkelijk levenloos? Ach. misschien begrijpt U me, zij beteekende voor mij bijna meer dan een mensch; zy leefde, zij sprak, zij zong, zeker, ook een mensch is te vervangen, zegt men. Maar is dat niet juist zoo treurig?" Daar hoorde hij de stem, die hem aldoor aan het zingen van nachtegalen deed denken: „Juffrouw Francis is in haar kamer. Oom heeft beneden bezoek, ik kan dus spreken. Natuurlyk begrijp ik U, en ik ben zoo trotsch dat U ver trouwen in mij stelt. Ik geloof wel dat ik U een beetje zou kunnen troosten." „Wat lief van U!fluisterde Grangg en het zwaarmoedige gevoel veranderde ineens m teeder- heid en verlangen, toen hij het waagde te zeggen: „De Spanjaard heeft U rozen gebracht, zooals ik zag. De arme jongen! Uw oom was tegen hem nog onvriendelijker dan tegen mij. En U Het meisjs lachte: „Jaloersch? Dat zal Uw ge dachten tenminste een beetje van de viool afleiden. Maar er is geen reden om bevreesd te zijn." En alsof deze zin haar te gewaagd klonk, voegde ze er snel aan toe: „De Spanjaard ook niet." Grangg streek het haar van zijn voorhoofd dat vochtig was. Wat beteekende dat, de Span jaard ook niet? Van Wie hield zij? Van Nie mand? In de kamer daarnaast schreef de oom op hetzelfde oogenblik een chèque uit, nadat hij de viool in de kast had gesloten, terwijl Salimbeni vleiend vroeg: „Mag ik U voorloopig nog om ge heimhouding verzoeken, mijnheer. Ik heb nog verschillende familieleden in de provincie en ik zou niet graag willen dat...?" „Is de riool wel van U alleen? Bent U wel gerechtigd haar te verkoopen?" vroeg de ver zamelaar en zijn wangen verbleekten. Doch Salimbeni knikte slechts ijverig, en borg <Te chèque op met een beweging alsof hij werkelijk een dief was, die de buit verstopt. „Alle verzamelaars zrjn discreet", mompelde Lorenzetti, en reikte den graaf twee vingers, die deze haastig beroerde, waarna hij met zyn lachje van een achterlijk kind de kamer verliet „Zubiaurre heeft ook geen reden voor ja- ioerschheid?" vroeg hij, moeite doende om zyn stem zoo onverschillig mogelijk te doen klinken. „Zonder liefde bestaat geen jaloerschheld", lachte Faustina en Grangg zei zachtjes: „Dan geloof ik toch wel, dat er reden? voor mijn ja- loerschheid bestaat." Met kloppend hart wacht te hy het antwoord op deze bekentenis, maar inplaats daarvan hoorde hij een Luide stem, die woedend iets riep, waarvan de verschrikte luisteraar nog verstaan kon: Ongehoord!met wie?Juffrouw Francis! Toen werd de hoorn neergelegd. Lorenzetti was zeer zachtjes de kamer van zijn nichtje binnen gekomen en had haar met het bericht van het koopen van de viool willen ver rassen. Nu, nadat hij het laatste gedeelt van den dialqog had gehoord brulde hij: „Jïaar dat is ongehoord! Met wie spreek je daar? Waar is juffrouw Francis? Zooiets komt niet te pas! Een schandaal! Ik ben geen Panta- lone of Mezzetiuo uit de oude comedie, maar een jong meisje spreekt niet door de telefoon met den eersten den besten man over liefde en jaloezie! En dan nog wel in een hotel! Schaam je! Zooiets doet men niet! We vertrekken morgenvroeg! Het be valt me hier niets met al die muzikanten en vrouwenhelden" Hij liep door de kamer van muur tot muur, mopperend en grommend. Faustina's oogen volg den hem overal. Haar gezicht droeg op dat oogei.- blik een smartelijke uitdrukking. Zij sloeg de oogen neer en zweeg terwyl Lorenzetti woedend de andere kamer irrrende om juffrouw Francis verschillende aanwijzingen te geven. Niettegenstaande dit alles had zich één ge dachte rotsvast in Faustina's hoofd gezet, een gedachte, die geen oogenblik van haar week: Je moet naar dat concert! Je moet hem nog eenmaal hooren! Je moet beslist naar dat concert! HOOFDSTUK V. De heer Hjalmar Zubiaurre verliet met een kleine, zeer slanke opvallend gekleède dame het smerige kroegje „Den twirrtigjsten September", gelegen in de onmiddellijke nabijheid van de naar boven voerende verkeersweg Via Andrea Doria, die van de haven naar het station loopt. Het kleine persoontje met het blijkbaar in langen tijd niet bygeverfde haar, had, met een opgewonden gesticuleeren van handen en armen zooveel t* vragen, dat de Spanjaard slechts met moeite kon antwoorden, hoewel zij op haar kamer reeds een half uur met elkander gesproken hebben. „De zaak is dus zoo", vatte Zubiaurre nogninali te samen, „dat de heelte geschiedenis een buiten kansje voor ons is. Toen jij, tien dagen voor mj met de „Johan Barth" uit Batavia vertrok, dacht ik nog dat dat scheeve zaakje met Lansdowue ons helpen zou, maar de man was nog sliinm;r tn onbetrouwbaarder dan ik gedacht had en op een goeden dag was hij verdwenen met ae beele winst uit die zaak. Ik hield niets anders over dan overvaart en nog ongeveer honderd vijf tig dollar. „Maar Hjalmar", het meisje hief het te erg op gemaakte gezichtje met de groene oogen naar hem op, ,hoe was dat nu toch mogelijk?" „De bijzonderheden vertel ik je morgen wel Belangrijker is, dat ik juist op dat schip bet nichtje van een zeer rijk man leerde kennen en dat het meisje tot over haar ooren verliefd ojrmij is. De oude heer, haar oom, is iets verschrikke lijks maar dat hindert met." Hij zweeg even om een sigaret aan te steken en ging toen zakel,l verder alsof hij een financieringsplan voor ee vergadering van aandeelhouders besprak:„Dat punt één. Daarbij kwam dan nog die diefstalv de viool, waarbij je goed moet begrijpen, dat oude viool mij geheel onverschillig laat, het k<5 aan op de lieden die hem versjacherd hebben Het meisje naast hem lachte kort: „Je wilt tuurlyk die viool te pakken zien te krijgen en naar Amerika?" „Ik denk er niet aan!" antwoordde de Spat* jaard. „Wat moet ik met die Stradivarius ginnen? Er bestaat een groote kans, dat het strument al door handen van verschillende ban laars is gegaan. Morgen vroeg verschijnt verhaal van den diefstal in de kranten. Vl, wij te weten komen, wie die handelaars zijn, nen wij op de eenvoudigste manier een massa g verdienen." (Wordt wrvolfd).' Nederland is paraat. Met toestemming der autoriteiten maakten wij bovenstaande opname van het nachtelijk proefschieten met nieuw luchtdoelgeschut door het Nederlandsche veldleger e voorbee dige wijze, waarop de verpleegsters der Nederlandsche Roode Kruis ambulance in Finland zich aan haar taak wijden, mist haar zegenrijke u twerkinq niet Een herstellende in oeanimeerd gesprek met zijn verzorgster Uit de vlammen gered bij den brand in den munulacturenhandel der firma S. I. de Vries te Amsterdam. De viervoetige bewoner in goede handen Ter herdenking van den ge boortedag van Prins Willem v Oranje werd Woensdag door verschillende vereenigingen een krans ge legd bij het standbeeld te den Haag In grooten getale vinden de patiënten een lietderijke verpleging bij de Nederlandsche Roode Kruis ambulance, welke thans ti Vierumaki in Finland haar werk van naastenliefde beoefent De Nederlandsche Roode Kruis ambulance in Finland Het voltallig personeel voor het gebouw van het college voor lichamelijke ont wikkeling te Vierumaki, waar de ambulance is ondergebracht Een boerendorpje vormt een attractie van de nationale bloemen tentoonstelling „Polyantha" in het Schiedamsche Volkspark, welke Zaterdag a s. geopend wordt v uur, tijdens de nachtelijke schiet proeven, welke dezer dagen met het meuwe luchtdoelgeschut van het Neder landsche veldleger werden genomen. Een denkbeeldige vijand in de lucht wordt door de artillerie verdreven Sir John Simon verlaat, uitgeleide ge daan door zijn echtgenoote, Downing- street 11 te Londen, om zich naar het Parlement te begeven ter indiening van de eerste Engelsche begrooting in den huidigen oorlogstijd Ét S

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 8