EEN VIOOL NAAR NOORWEGEN. VERDWEEN.... door Paul Schott 11 *En als zij de viool teruggeven, zoodra ze «tfken flat zij gestolen is?" vroeg het meisje r® aaar hooge stem en 'maakte een veelbetee- gebaar met haar handen, iiOat-zou een strop voor ons zijn. Maar ik ken g antiquiteitenhandelaars: zij zullen zwijgen' verschijn ik en zal ze laten bloeden, Mar- lachte met zijn betooverendste lachje. „Hoe er en beroemder zij zijn des te meer zullen J"°Gten betalen. Voor ik het genoegen had, jou WWl,eren kennen, is mij iets dergelijks met een Hat t ^elult<0 dat was nog in Hongkong." jj, t tweetal slenterde nu door het plantsoen, r. aat douanekantoor, waarnaast de „Van a.an de Ponte dei Mille gemeerd lag I,het langzamerhand te begrijpen. Nu tien t\Van ^onzales> of 1100 heet, te weten te komen, waar hij de viool verkocht heeft." >.W)mez heet hij en is zoo ijdel als een helden- KjJ' e®n Portugeesche halfbloed, zonder wil, al die lui. Bovendien moeten wij echter te a zien te komen, of hij alleen of in opdracht ife£§^an<* anders handelde. Je moét een at- L?36™et bem zien te maken. Misschien voor knikte- t 'erwÜ1 bij dè arm van hét meisje oi«t 1 ben niet jaloersch en jij moet het ook jij J1"1'^ar§°t! Ik bedoel op die Itallaansche, Mar h 0 armant is. Morgen vroeg vertrekken zij Un landhuis aan het Iseomeer. Ik zal daar in de buurt onderdak zoeken en het meisje in net geheim ontmoeten. De rest komt vanzelf De oude heer geeft beslist geen toestemming des te beter. Darr zal hij er wel een flink bedrag voor over hebben als ik spoorloos verdwijn." Zubiaurre lachte opnieuw en wel zoo gemoedelijk alsof hij een van zijn anecdotes verteld had. Nu wandelde het tweetal, langs het douanegebouw aan de kade, de landingsbrug op. Op hetzelfde oogenblik verlieten Lena en haar metgezel juist de tram en het meisje riep uit: „Dat is toch onze vriend, de Spanjaard of de Baskische Zweed, mijnheer Zubiaurre, die naar het schip gaat! En niet alleen, maar met een kleurige kolibri! Ei ei, zou hij ook op jacht naar onze viool zijn? Een Don Juan! Wat heeft die nu op het schip te maken?" En met een paar woor den vertelde Lena den jongeman, wat zich tijdens de reis had afgespeeld. „Ach, dat kleine dametje heeft hij zeker in dien tusschentijd in het Grand Hotel leeren kennen", dacht Hans Apt, keerde het douanegebouw den rug toe en stelde zakelijk vast: „Hier is de dief uit, of omheen gekomen. Hij heeft het pleintje overgestoken om spoedig in het havenkwartier te komen. Voor zoover ik my herinner zul je hier in de buurt nauwelijks handelaars aantreffen, veel eerder wat meer naar boven in de buurt van de kathedraal, waar de vreemdelingen komen. De grapten tellen niet mee." Maar Lena hoorde hem nauwelijks, zij staarde nog altijd om den hoek, waarachter Zubiaurre verdwenen was en dacht vluchtig: Als de Spanjaard een andere gevonden heeft, bestaat er voor Grangg geen concurrentie meer daar moest ze achter zien te komen en ze fluisterde opgewonden: „Wat doet die Spanjaard nu aan boord?" Heeft hy misschien zyn koffer vergeten? En wie is die regenboogkleurige juffrouw bij hem?" Apt lachte: „Is U misschien een beetje verliefd op hem?" „Heelemaal niet, maar ik kan U dat allemaal niet zoo vlug uitleggen. Gaat U alstublieft mee, dan wachten we tot hij weer terugkomt. Ik wil die dame zien, dat is van zeer veel gewicht voor Grangg." En zij trok den verzekeringsman achter een schuurtje op de pier, van waaruit ze het schip en de landingsbrug in de gaten konden houden. Ondertusschen had de Spanjaard naar Gomez gevraagd, die, weer gekleed in zijn witte broek en luster jasje, dik en zakelijk grijnzend de trap afkwam. Zubiaurre had gezegd, dat hij 'een paar handschoenen in zijn hut had laten liggen en per soonlijk even wilde gaan kijken. Marguerite was met den Portugees in de gang blijven' staan, wat haar des te gemakkelijker gevallen was, daar Gomez den hut jon eer. met Zubiaurre mee op on derzoek gest'juvd had. „Ik moet U vandaag reeds ergens gezien hebben", kwetterde het meisje, poederde haar neusje en coquetteerde onderwijl brutaal met haar oogen. „Heeft mevrouw mijnheer misschien afge haald?" vroeg de Portugees met zyn beminne- lij lesten glimlach. „Neen, maar ik heb beneden in het havenkwar tier ronngeloopen, op de vruchtenmarkt, bij de vischhanuelaren ja, ik moet U beslist daar gezien hebben." „Het is wel mogelijk", antwoordde Gomez, nog 'n beetje terughoudend maar toch hoe langer hoe meer onder den indruk van haar oogen rakend. „Is U Hollander?" vroeg het meisje, daar ze heel goed wist hoe prettig een halfbloed het in den regel vindt, voor ben Europeaan te wo"den aangezien. „Ja, daar heb ik heel lang gewoond." „Nu weet ik, waar ik U gezien heb!" riep Mar guerite na een kleine pauze plotseling uit, en zag den dikzak recht in de oogen, „op het kleine pleintje Banchi, met de kerk en het cafétje of vergis ik mij Ik moet een heelen tijd achter U geloopen hebben is U niet vandaar die over dekte straat ingegaan?" Gomez grijnsde niets vermoedend: „Daar was ik inderdaad. Maar ik ben toen dat steegje naar de piazza ingegaan. Ik had daar wat te doen dat mevrouw dat allemaal onthouden heeft?" Haastig riep het meisje: „U had daar beslist een afspraakje! Zoo'n knappe man als U heeft natuurlijk in iedere haven een meisje dat op U v/acht." En zij dreigde hem met den vinger. Hij lachte breeduit en ijdel en Marguerite, die precies handelde, volgens het haar deer Zubiaurre uitge duide plan, spitste de lippen en fluisterde hem toe, dat zij in Genua heelemaal geen weg wist. Of Gomez haar misschien tegen den ave ml de gezellige café's van de stad wilde laten zien? Er gens in de havenwijken moest een klein restaura', it zijn, waar men nog betere vischsoep kreeg dan In Marseille. „Bouillabaisse? Daar weet ik in ieder geval meer goede adressen voor, hier", grijnsde Gomez en waagde het Marguerite's hand te kussen. „Als mevrouw mij haar vertrouwen wil schenken..." Zij trok direct haar hand terug, maar keek hem gloedvol aan, dat hij, volkomen in de war, zuchtte: „Mag ik U dan ergens afhalen?" „Halt zeven, hier tegenover bij de loods", zei Marguerite halfluid. Toen opende de Spanjaard de deur van zijn hut en trad naar buiten in de gang; hy had inderdaad zijn handschoen onder het bed gevonden, wel bedankt. Gomez begeleidde hen tot aan dek, waar Zu- biaurreh hem een paar lire in de hand drukte en met het meisje het schip verliet. Onder het weg gaan wist zjj den Portugees echter nog een smachtenden blik toe te werpen. Dit alles zagen Lena en haar begeleider, lieten toen het paar passeeren en Lena zei hoofdschud dend met den vinger tegen haar neus gedrukt: „U zult moeten toegeven, dat het wonderlijk is! Heel wonderlijk!" En Apt riep opgewonden: „Heeft U opgemerkt, dat hij dien dikzak geld gaf? Daar kan niets achter steken, maar het kan ook wat meer beteekenen. Ik zeg U: die Por tugees heeft de viool in opdracht van dien mooien mijniheer gestolen in iedeyr geval moeten wij die twee achtervolgen als speurhonden." Reeds sta ken zy het pleintje over en Lena jubelde: „Eigenlijk is het allemaal even mooi! Ik lyk wel een Sherlock Holmes! Eerste succes van het detective-bureau Plischmuth-Apt!" „Plischmuth?" vroeg de jongeman en lachte. „En ik weet niet eens hoe Uw voornaam is. U ziet er uit ais Nelly of Rosy of iets vroolijks." Zij knikte* ernstig: „Komt uit, ik heet, Lena daar nemen die goeie menschen een taxi vlug! Nu krijgen we nog een achtervolging per auto, net als in de bioscoop! Fijn!" Zij namen een anderen wagen en reden achter den eersten aan, de haven langs. Na ongeveer tien minuten hield de ander stil, en Hans liet zyn taxi nog een eindje doorrijden en een steegje in- draaien zoodat ze niet gezien konden worden. Nu gingen de Spanjaard en zijn dame vlug het overwelfde straatje in en betraden een rommel- winkeltje. Lena en Apt verscholen zich geen twee meter verder in een portiek en wachtten opge wonden. „Begrijpt U dat? Wat zoeken die idioten? Zou den wij ons vergist hebben?" „Zij moeten de viool toch allang hebben? Zou den wij op het verkeerde spoor zijn? U ziet, ik druk me al uit als een echte detective", lachte Lena en gluurde voorzichtig om den hoek van het portiek en toen in het winkeltje. In het halfdonker kon zij daarbinnen echter niets onderscheiden. Daar kwam de Spanjaard al weer naar builen, en de beide achtervolgers konden tot hun verbazing hooren, hoe hij tot het beschilderde meisje zeide: „Niets, vooruit dus naar het andere!" en daarop vlug verder ging. Dadelijk liepen Lena en Apt het tweetal na, terwijl zij het erover eens werden, dat er blijkbaar een andere zaak, een ander winkeltje bedoeld werd, dat zij wilden bezoeken. Lena haastte zich naast Apt over het pleintje met de kerk en het café, daarna één van de twee steile straatjes in. „Die heer is evengoed op jacht als wij een nieuwe theorie van de koningin der detectives, Lena Pinkerton. Hij wil de viool terug brengen, om tegenover de Italiaansche als held te kunnen schitteren, wat zegt U daarvan, waard» compagnon?" (Wordt vervolgd). Voor de Britsche troepen in Frankrijk. Bij tienduizenden worden dagelijks de blikken met geconserveerde levensmiddelen in de Engelsche labrieken gereedgemaakt voor verzending naar het expeditieleger De Duitsche operaties in Noorwegen. Onder scherpe bewaking worden gevangengenomen Noorsche officieren en onderofficieren weggeleid Nooren en zien vergaat bij de explosie der kustbatterijen, welke door de Duitsche troepen langs de Noorsche Westkust bezet zijn De strijd in het hooge Noorden. Met welke moeilijkheden het bezetten der strategische punten aan de Noorsche Westkust gepaard gaat, toont bovenstaande foto. Moeizaam worden de steile rotsen der fjorden beklommen In Niemandsland De ruïne van een dorp aan het Westelijk front, dat tijdens de jongste artilleriegevechten geheel verwoest werd Bij de Royal Air Force is een nieuw trainmgstoestel ter opiejding van Britsche piloten in dienst gesteld. Het heeft een snelheid van 264 mijl per uur Onder stroomenden regen hadden Donderdag te Amsterdam de interaca demiale sportwedstrijden plaats, georganiseerd door de Amsterdamsche Vrouwelijke Studentenvereniging. Tijdens het paardrijden op het terrein der bereden politie Aan de Noorsche kust. Nieuwe Duitsche troepencontingenten worden in een der havens aan de Westkust ontscheept ter versterking van de legerafdeelingen, welke zich reeds op de verschillende strategische punten bevinden Mr. F. Kokosky bestreedt het gebouw der Amsterdamsche Rechtbank als verdediger in de zaak tegen den hof meester Koorens, verdacht van moord op zijn echtgenoote

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 5