„Duitsche landingsplannen reeds maanden geleden voorbereid". Duitsche publicaties over Britsche plannen in Scandinavië. Ceta-BeverSNELGLANSïredvastewas Samuel Hoare Italië heeft zijn taak nauwkeurig bepaald. jf a AND AG 29 APRIE 1940 Beschuldigingen worden te Londen van de hand gewezen pet Duitsche Nieuwsbureau geeft nadere bijzon derheden over den inhoud der documenten, welke volgens minister von Ribbentrop den Duitschen troepen in Noorwegen in handen gevallen zijn. Bij het eerste treffen tusschen Duitsche en Brit sche troepen in het gebied Lillehammer, aldus het D.N.B., zijn deelen van het achtste bataljon der Sherwood Foresters" (148ste Engelsche infanterie brigade) in Duitsche gevangenschap geraakt. Hier bij werd een algemeen operatieplan (onder de be naming „Stratforce") voor de Britsche expeditie troepen in Noorwegen, alsmede verscheidene be velen der brigade en der gevangengenomen troepen buitgemaakt. Deze militaire bevelen bewijzen dat de Britsche landing in Noorwegen in de weken, voorafgaande aan de Duitsche maatregelen, tot in alle bijzonderheden operatief is voorbereid en dat op 6 en 7 April de expeditie een aanvangg nam. Het operatiebevel van het achtste bataljon der Sherwood Foresters van 7 April bewijst dat het bataljon zich op dien dag reeds aan boord van den Britschen kruiser „Glasgow" op weg naar Noorwegen bevond om in Stavanger te worden ont scheept. Uit het Stratforce-plan is te zien dat ook de vijfde compagnie van het eerste bataljon der Leicesters tot de voor de landing in Noorwegen be stemde strijdkrachten behoorde. Het inschepings- plan voor de eenheid is aanwezig en draagt ook het opschrift Stratforce. De inscheping zou oor spronkelijk op 8 April te Leeds geschieden aan boord van het s.s. „Cyclop". Een gevonden dag boek bevat een op 7 April gedateerde mededeeling: Wij gaan naar Stavanger". Hieruit blijkt dat de jn de bevelen voorkomende codeaanduiding 547 Stavanger beteekent. Deze documenten vormen het authentieke bewijs dat het Britsche expeditiecorps reeds naar de Noorsche haven op weg was toen Duitschland zich voor den tegenzet gereed maakte. De beweringen van de Britsche staatslieden dat de Westelijke mogendheden geen oogenblik gedacht hebben aan een bezetting van Scandinavische sou- vereine gebieden, zijn, aldus het D.N.B., zoodoende door de bevelen van het expeditiecorps definitief weerlegd. De ontworpen Britsche landing is door de spion- page van Britsche en Fransche beambten zorg vuldig voorbereid. Te Narvik zijn door de binnen trekkende troepen tal van telegramboekjes alsmede belangrijke brieven van den Britschen consul al daar gevonden. Verder zjjn documenten van den Franschen ma rine-attaché te Oslo in Duitsche handen gevallen. De gevonden papieren bewijzen dat de Westelijke mogendheden over Noorwegen een dicht spionnage- net hadden gelegd, zoo vervolgt het D.N.B. In alle belangrijke Noorsche havens werdén vroegere Britsche zee-officieren gestationneerd, die als con sulaire ambtenaren gecamoufleerd waren. Zij kregen hun instructies van het Britsche ministerie van bui- tenlandsche zaken en van den inlichtingendienst van de Admiraliteit, een onderdeel van de „Secret Service". De spionnage geschiedde in samenwer king met de Engelsche en Fransche marine-attachés in Oslo, die in het land rondreisden om nauwkeu rige inlichtingen te yerkijgen. De documenten ton nen aan dat Engelsche spionnage in Noorwegen begonnen is aan het einde van het vorige jaar en zonder onderbreking is voortgezet tot April van dit jaar. De aan de Engelsche agenten gezonden vra genlijsten.dienden om alle bijzonderhedenvast te stejlen, die vooreen landing van troepen jn de Noorsche havens en voor de eerste operaties van het expeditieleger noodig waren. Toen begin April het besluit tot landing in Noorwegen vaststond, werd van Engelsche zijde een nieuwe consul van Narvik benoemd. Tegenover de plaatselijke Noorsche autoriteiten is de stelselmatige voorbereiding van de militaire schending der Noorsche neutraliteit voorgesteld als de inleiding van de in uitzicht gestelde hulp der Westelijke mogendheden voor Finland. De omstandigheid, dat inlichtingen gevraagd werden aan plaatselijke Noorsche autoriteiten en commandoposten toont aan dat de Noorsche regee ring niet het enistige voornemen had, zich tegen de Engelsche manoeuvres te verzetten. Hiermede bewijzen de documenten dat de vroegere Noorsche regeering haar plichten als z.g. neutrale staat niet alleen niet is nagekomen, doch ook de schendingen in de Noorsche territoriale wateren heeft geduld en de Engelsche landingvoorpemens heeft begunstigd. Op 2 Maart 1940 eischte de Britsche gezant in Oslo van den Noorschen minister van buitenland- rche zaken dat de Noorsche regeering den door tocht van geallieerde troepen door Noorwegen naar Finland zou toestaan. Eenzelfde stap is in Stockholm ondernomen. Hoewel Noorwegen dit alleen wilde toestaan, indien ook Zweden eenzelfde neutraliteitsschending toeliet, blijkt dat de Noor sche minister Koht niet voornemens was eenige maatregelen te treffen om een doortocht te ver hinderen. Uit een vertrouwelijk bericht blijkt dat Churchill als hoofddoel van de Engelsche politiek in Scandinavië stelde Noorwegen en Zweden bij den oorlog te betrekken. De beste wijze, waarop dit kon geschieden, was dat de Scandinavische lan den zich zouden scharen aan de zijde van Finland. De geheele houding van Noorwegen liep practisch uit op een stelselmatige begunstiging van de Engel sche bedoelingen, welke tegen de neutraliteit in- druisehten. De vroegere Noorsche regeering heeft dus, zonder acht te slaan op de levensbelangen van het Noorsche volk, welbewust voorrang ver leend aan de plannen der Westelijke mogendheden tot uitbreiding van den oorlog, aldus besluit het D.N.B. LONDEN: „BEWUSTE VERDRAAIING VAN DE FEITEN". Reuter meldt uit Londen: In een van gezaghebbende zijde gegeven commen taar op de rede van Von Ribbentrop wordt o.a. het volgende gezegd: De wereld zal nauwelijks onder den indruk komen van de onoprechte verklaring van Von Ribbentrop, welke van begin tot eind gekenmerkt wordt door bewuste verdraaiing van de waarheid. Er was geen reden voor oorlog, verklaart hij. De reden was de weloverwogen aanval op Polen, tegenover wie Enge land en Frankrijk door verdragsverplichtingen ver bonden waren. Er ligt geen waarheid in de bewe ringen van Vori Ribbentrop dat het voornemen van de geallieerden is het Duitsche volk uiteen te ruk ken. Wat de beweerde Britsche plannen betreft om Scandinavië binnen te vallen, zijn de feiten deze: 1- De Engelsche en Fransche regeeringen waren besloten een misbruik van de Noorsche territoriale wateren door Duitschland te verhinderen. Vandaar bet besluit, mijnen te leggen: 2. De regeeringen der geallieerden trachtten verlof te krijgen Finland te helpen via Noorwegen en Zwe den. Toen dit geweigerd werd, brachten de geal lieerden hun plan niet tot uitvoering. 3- De Noorsche regeering heeft vastberaden den doortocht van troepen naar Finland geweigerd. 4. Indien de troepen gereed geweest waren om in Noorwegen te landen zou er geen vertraging ge- wecst zijn om Noorwegen te hulp te komen. 5. Indien het leggen van mijnen, zooals Von Rib- bantrop beweert, slechts een voorbereiding geweest was om te landen, dan zouden de geallieerden dit Biet hebben aangekondigd. wegen mogelijk werd door de actie van den Duit schen geheimen dienst. Het is onbeschaamd te be weren dat Britsche agenten een Britsche landing hadden voorbereid. 8. De Britsche regeering wenscht dat de neutralen stappen zullen ondernemen om zich te beschermen tegen de Duitsche agressie, maar het is duidelijk onwaar dat de geallieerden den oorlog trachten uit te breiden. Het standpunt der geallieerden wordt aangetoond door het feit dat geen hunner gemobi liseerd heeft uit vrees voor een aanval der geal lieerden. Er is geen twijfel aan dat de uitbreiding van den oorlog tot Scandinavië te wijten is aan de weloverwogen actie van de Duitsche regeering. Thans tracht zij haar actie te rechtvaardigen op grond van z.g. documenten, waarvan zij geen kennis had toen zij met haar agressie begon. Opvallend is ook, zoo eindigt dit Engelsche commentaar, dat Von Ribbentrop geen poging doet de Duitsche agressie tegen Denemarken te rechtvaardigen. De nemarken schijnt hem niet de moeite van het ver melden waard. Voorts bericht Reuter dat het Britsche minis terie van oorlog ontkent dat de Duitsche troe pen den staf van de 148ste infanteriebrigade zouden hebben gevangen genomen. Bovendien wordt ontkend dat zij een overvloed van docu menten zouden hebben buitgemaakt, waaronder een volledig plan van operaties tot bezetting van Noorwegen. (Voor de rede van Von Ribbentrop zie men elders in dit nummer.) Engelscli-Italiaansch handelsverdrag op komst? Lord Halifax confereert met Bastianini. Tijdens het weekeinde heeft de Engelsche mi nister van buitenlandsche zaken, Lord Halifax, een bespreking gevoerd met den Italiaansche ambassa deur, Bastianini, waarbij punten besproken werden betreffende de Engelsch-Italiaansche handelsbe trekkingen, zoo verneemt Reuter van officieele zijde. Eén der voornaamste doelen der besprekingen van Halifax was de handelsbesprekingen, die in begin Maart, ten tijde van het incident betreffende de uit Rotterdam komende Italiaansche steenkool schepen, onderbroken waren, weer op gang te bren gen. Sinds die onderbreking waren de onderhande lingen over de afsluiting van een handelsovereen komst tusschen Groot Brittannië en Italië hangende gebleven. „QUEEN MARY" EN „AQUITANIA" TE KAAPSTAD. KAAPSTAP, 27 April. De „Queen Mary" en de „Aquitania" liggen op het oogenblik in de Ta felbergbaai. Prof. Carl Bosch overleden. Vermaard Duitsch scheikundige. De Duitsche groot-industrieel, Geheimrat pro fessor dr. Carl Bosch is te Heidelberg op 65-ja rigen leeftijd gestorven. Bosch heeft in den wereldoorlog de winning van stikstof uit de lucht in samenwerking met wijlen prof. Haber met succes toegepast. Jarenlang was hij voorzit ter van den raad van beheer van het I. G. Farben Concern. Hitler had hem benoemd tot „Wehr- wirtschaftsf ühr er Maakt linoleum en parketvloeren niet glad. - Geen voetafdrukken. - Bussen vanaf 30 cent. 'Adv Ingez Med.) HAMBRO: STOCKHOLM 28 April Hambro, president van het Noorsche Storting en voorzitter van de Noorsche commissie voor buitenlandsche zaken heeft in een interview met United Press van daag ontkend in tegenstelling tot de verklarin gen van Von Ribbentrob dat Noorwegen, voor dat de Duitsche invasie plaats vond, voorberei dingen had getroffen om de ontschepingen van troepen der geallieerden toe te staan. „Wij hebben thans het onweerlegbaar bewijs", aldus Hambro „dat Duitschland maanden van te voren gedetailleerde plannen voor de invasie gereed maakte. Wij zouden vandaag in een betere positie verkee- ren, wanneer de Engelschen werkelijk transporten, hadden gérèed gemaakt en zelfs in een nog' betere,! wanneer de geheime dienst der geallieerden, die van de Duitsche voorbereidingen wist, ons van te voren had gewaarschuwd. Wij moeten toegeven dat onze legatie te Berlijn berichten had dat een week voor den aanval op Noorwegen Duitsche transpor ten uit Duitsche havens voorbereidingen troffen tot vertrek. Leden onzer legatie wisten dat reeds ge durende enkele weken, maar ingevolge inlichtingen, die hun werden verstrekt, waren zij niet van mee ning dat deze troepen bestemd waren voor een aan val op Noorwegen. Ook de geallieerden wisten van deze voorbereidingen en wanneer zij ons slechts hadden ingelicht dan zou ons dat van dienst zijn geweest bij onze voorbereidingen tegen elke, even tualiteit, want wij hebben geen enkele voorzorgs maatregel getroffen en de aanval was een volkomen verrassing. Het feit dat de geallieerden de Noorsche regee ring nimmer hebben gewaarschuwd bewijst dat zij Noorwegen als een Volkomen neutrale staat be schouwden en een, die in geen enkel opzicht voor bereidingen trof om als hun bondgenoot op te tre den. Wij hebben thans talrijke bewijzen verzameld bestaande uit verklaringen van Noorsche loodsen, havenmeesters en van personen uit scheepvaart- kringen, dat de Duitsche transportschepen de Duit sche havens ruim een week voor den negenden April hebben verlaten. Ons zijn gevallen bekend dat volledig uitgeruste manschappen te voorschijn zijn gekomen uit de schepen in de Noorsche havens vier vijf dagen voordat de invasie plaats vond. WALVISCHVAARDER MET TROEPEN. Een van de duidelijkste gevallen is dat van den walvischvaarder „Jan Wellem" (11000 ton), die het grootste deel der landingstroepen en wapens te Narvik aan land bracht, dit schip bereikte de Noor sche territoriale wateren bij Andelsnes ten noorden van Harstad op den ochtend van den achtsten April. Een Noorsche loods verklaarde dat dit schip binnen een week van de Duitsche haven uit dit pünt had bereikt. Noorsche scheepvaart-autoriteiten bevestigen dat een torpedojager op maximumsnelheid tenminste vier dagen zou noodig hébben om van Duitschland uit Narvik te bereiken. De loods, die na de bezetting van Narvik wist te ontsnappen, was verbaasd te zien dat dit schip dat blijkbaar van een walvischvaart-expeditie kwam, soldaten en munitie ontscheepte. Dergelijke schepen bevonden zich ook dagen van te voren in de havens van Drontheim, Bergen, Stavanger en Oslo." Ham bro beschuldigde den Duitschen consul te Narvik Nolda, ervan de leider te zijn van de Duitsche spion nage belast met de voorbereiding van de invasie. DE CONSUL NOLDA. Hij verklaarde: „Een feit is nooit bekend gewor den, namelijk dat toen Nolda tot cunsul werd be noemd ik de Noorsche regeering heb gewaarschuwd om deze benoeming met de grootste voorzichtigheid te aanvaarden. Mijn bezwaren werden in den wind geslagen. Nolda was commandant van een duikboot in den vorigen oorlog en was een van de Duitsche experts, verbonden aan de ontwapeningscommissie van den Volkenbond. Toen Duitschland den Volken bond verliet werd hij tot consul te Le Havre be noemd. In dien tijd werd de Fransche transatlan tische mailboot „Paris" op geheimzinnige wijze door brand vernield. Beschuldigingen werden toen geuit dat men op die wijze poogde de haven te blokkee- ren voor de Fransche mailboot „Normandie". Kort nadien keerde Nolda naar Duitschland terug. Daarna werd hij benoemd tot consul te Drontheim en ver volgens te Narvik. Het zou mij niet verbazen wan neer hij zich heeft bevonden onder de zeshonderd arme Duitsche kooplieden, die de vorige week via Zweden naar Duitschland mochten terugkeeren. Wellicht dat hij hier later benoemd zal worden tot consul in een belangrijke haven, die nu nog steeds neutraal is." Naar aanleiding van enkele documenten die door Von Ribbentrop zijn aangevoerd als bewijs dat de en ieder ander weten uit in het openbaar afgelegde verklaringen dat de geallieerden Finland wilden helpen en dat dit alleen kon via Noorsche havens. Dit werd echter niet toegestaan. Als strikt neutrale mogendheden konden wij die toestemming niet geven. Engeland was niet klaar om ons te hulp te hulp te komen toen de aanval geschiedde, hetgeen ook bewezen wordt door het feit dat de Engelsclje troepen eerst negen dagen na de Duitschers arri veerden, toen de eersten zich reeds stevig op Noorsch grondgebied hadden genesteld. Jammer ge noeg heeft Noorwegen de ernst van zijn toestand niet ingezien en dus ook geen voorbereidingen ge troffen. Een feit is het dat in vele kringen klachten werden gehoord in Noorwegen zelf over een pro- Duitsc^e gezindheid van minister Koht. Deze had groot vertrouwen in den'1 Duitschen gezant Brauer, welkezoowel in particuliere gesprekken als offi cieel zijn sympathie met Noorwegen had betuigd en zijn bereidwilligheid had getoond om ons land te helpen bij de handhaving der neutraliteit. DE KWESTIE FINLAND. Elk lid van het Noorsche parlement weet dat de i-egeering met de grootste behoedzaamheid heeft getracht de neutraliteit te bewaren en toen de kwes tie van het doorlaten van troepen voor hulp aan Finland ter sprake kwam heerschte er in de com missie voor buitenlandsche zaken eenstemmigheid dat zulks niet kon worden toegestaan, niet om Rus land maar hoofdzakelijk ter wille van Duitschland. Onze voornaamste overweging was dat wanneer wij dit zouden hebben toegestaan Duitschland Finland zou aanvallen met of zonder oogluikende toestem ming van Rusland. En daarmee zou de verdediging van Finland onmogelijk zijn geworden. Het is dui delijk dat de Duitschex-s reeds maanden van te vo ren gedetailleerde plannen hadden voor de bezet ting van Noorwegen evenals voor die van Dene marken, waar feitelijk reeds een nazi-regime is gevestigd en eveneens voor Zweden, dat later aan de beurt zou komen. De bewering dat Noorwegen niet neutraal zou zijn zal geen invloed uitoefenen op hen die de vrijheid hebben een eigen meening te vormen en het kan niets veranderen aan de pu blieke wereld-openie inzake de logische ontwikke ling der invasie." Hambro verzekerde dat hij in het bezit was van een beëedigde verklaring van den Noorschen loods, die het Duitsche transportschip „Jan Wellem" den nacht voor den aanval in de haven van Narvik bracht, waarin staat dat de Amerikaansche vlag werd gebruikt om de ware nationaliteit te ver bergen. Hambro zeide verder dat de Duitschers in de Narvik-zöne over twaalf torpedobootjagers be schikten, daarvan zijn er slechts twee in noord oostelijke richting ontsnapt, de overigen zijn door de Engelschen tot zinken gebracht. Verder zeide hij dat de Noorsche regeering een witboek voorbereidde, waarin de Duitsche versie van de bezetting zou worden tegengesproken. De slechte verbindingen echter zouden wellicht de pu blicatie dezer documenten kunnen vertragen. (United Press). over den oorlog in Noorwegen. Engeland's minister van luchtvaart overtuigd van het succes der geallieerden. In een voor de radio gehouden rede heeft Sir Samuel Hoare. de Engelsche minister van Luchtvaart. Zaterdag na een korte verwijzing naar de redevoering van Von Ribbentrop. ge sproken over het krijgsbedrijf in Noorwegen. De oorlog is thans in een intens vitale phase geko men. aldus de minister. De vijand zal den oor-x log voeren zonder erbarmen. Stellig zal hij het dappere Noorsche volk niet sparen, dat na ge neraties van vreedzaam ieven. op zoo schandelijke wijze bij den oorlog is betrokken. Wij zullen het voorbeeld van den vijand niet volgen. Wij zullen geen weerlooze zeelieden laten verdrinken. Wij zullen geen open °den bombardeeren. Wij zul len niet pogen de Duitschers te verslaan door hun vrouwen en kinderen te terroriseeren. Dat alles laten wij over aan den vijand. Maar wij zullen den vijand geen monopolie laten van kracht, be kwaamheid en vastberadenheid. Stap voor stap moeten de geallieerde krachten den Duitschen greep op de Noorsche Zeehavens en luchtbasos vernietigen en moeten zij het Noorsche volk de wapens in de hand geven om den vijand te ver drijven van de heuvels, de dalen, de havens en de fjorden. Die taak zal niet verricht worden op een dag en evenmin zond'er offers en een onwrik baar vertrouwen. Het voordeel, dat de Duitschers verkregen, moet thans worden achterhaald door krachtig optreden en behoedzaam overleg. En dat voordeel zal achterhaald worden. De Brit sche vlootmacht als de grootste vlootmacht op zee, het Fransche leger als het prachtigste leger ter wereld en onze luchtmacht als de meest bedreven en dapperste luchtmacht ter wereld, vormen de waarborgen voor de bevrijding van Noorwegen. Na woorden van hulde aan koning Haakon vervolgde Hoare: De Britsche marine heeft den vijand geduchte slagen toegebracht. De Duit sche vloot is verjaagd uit haar schuilhoeken. Het verlies van vele Duitsche schepen heeft onze be wegingsvrijheid vergroot. Nog bezitten de Duit schers een wapen, dat zij met effect kunnen ge bruiken. Hun luchtmacht wordt thans gericht tegen onze positie aan de Noorsche kust en te gen de verbindingslijnen naar Noorwegen. Wij voeren dien luchtoorlog in groot nadeel. De Duit schers hebben bases. Wij niet. De Duitschers stij gen op van Noorschen bodem. Wij moeten vlie gen over 300 mijl open zee om het slagveld te bereiken. Des ondanks heeft het Britsche lucht- wapen een week achter zich van prachtige ver richtingen. Hoare Somde daarna op welke aan vallen de Britsche vliegers de afgeloopen week hebben ondernomen. Wij moeten gereed zijn, zoo vervolgde hij, om de luchtactie te doen sla gen. Wij moeten onze geheele luchtmacht mo billseeren. De regeering mag nooit aarzelen in haar voornemen meester te blijven zoowel in de lucht als op zee. De minister-president houdt daaraan stevig vast. Dino Grandi: Dino Grandi. de voorzitter van de Italiaan sche Kamer van Faces en Corporaties, heeft in tegenwoordigheid van Mussolini een rede uit gesproken, waarin hij zeide: Het fascistische rijk kan niet zich afzijdig hou den van het huidige volkenconflict. Het Italiaan sche volk met zijn diep-politiek gevoel, voort komend uit een duizendjarige ervaring en roem volle decennia, heeft zqn verantwoordelijk heid en taak nauwkeurig bepaald. Wanneer zijn vrijheid, zijn macht,, zijn bestaan en dat van de toekomstige generaties op het spel staan zal zijn houding nooit anders kunnen zijn. De ge beurtenissen hebben het Italiaansche volk niet verrast. Uw dagelijks aan den dag tredende on vermoeibare wil. Duce, hebben het Italiaansche volk gedurende twintig jaren gereed gemaakt in de wapenen en in den geest door zijn karakter te stalen in den zwaren strijd van iederen dag. Gij, Duce, hebt het steeds gevoerd door succes volle oorlogen en reusachtige werken des vre- óes, altijd onwankelbaar, heldhaftig en gelijk in stoutmoedigheid, ln moeilijkheden en in over winning. Zoowel in arbeid als in strijd gaaft gij bet een onwrikbaar vertrouwen en zekerheid in de overwinning, welke het begin vormt van de gedurfdheid om alleen tegen allen op te treden, en als prijs voor zijn vasthoudende heldhaftig heid gaaft gij aan het Italiaansche volk het rijk. Het volk is met u., bij u en volgt met dank baarheid uw vasthoudenden arbeid. Het vormt, van de Alpen tot den Indischen Oceaan, een compact, leger van 45 miilioen soldaten, ge schaard rondom Zijne Majesteit Koning Victor Emmanuel, die de grootheid en de onsterfelijk heid van het vaderland verpersoonlijkt. Het wachtwoord van heden, van gisteren en van altijd is: absolute trouw aan u, Duce, bltnde- lingsche trouw in het doel door u aangeduid en volkomen gehoorzaamheid aan uw bevel en uw richtlijnen, welke gij hebt af gebaand, overeen komstig de eer en dc groote historische belan gen van Italië. ANSALDO AAN HET WOORD. Ansaldo, die directeur van de „Telegrafo" heeft in een radiotoespraak over de Italiaansche weer macht gezegd: Het is onmogelijk dat een land als Italië onbepaald buiten het Europeesche conflict blijft". Hij voegde hieraan toe dat in de Kamer van Fa'sces Grandi en Guibi met heel wat meer ge zag tot de zelfde conclusie waren gekomen. DE OPERAZANGERES LUISC TETRAZZINI OVERLEDEN. De beroemde opera zangeres Luisa Tetraz- zini is in een ziekenhuis te Milaan overleden, Mevrouw Tetrazzini was reeds sinds eenigen tijd ziek. Zij is 79 jaar oud geworden. Op haar 16e jaar debuteerde zij. Groote triumfen heeft zij gevierd in Amerika, Rusland, Berlijn, Weenen en Londen (Covent Garden)- Gedurende, haaf suc cesrijke carrière is- .zij 64.maal den Atlantischen Oceaan overgestoken. Mijnen in ele Westfjord. Mededeeling der Britsche Admiraliteit. De Britsche Admiraliteit deelt mede: „De Westfjord is met mijnen versperd tot Noordelijk van een lijn, die loopt in de richting van 126 graden van het licht van het eiland Varoy, 67 graden 39 minuten N. B., 12 graden 45 minuten O. L„ tot aan het vasteland. In de vaargeulen ten Noordoosten en Zuiden van het eiland Steinvar, 69 graden 10 minuten N. B., 16 graden 35 minuten O. L. zijn ook mijnen gelegd. Schepen, die in deze gebieden varen zon der instructies te vragen aan de plaatselijke Britsche of Noorsche vlootautoriteiten, doen zulks op eigen risico." (Adv. Ingez. Med.) 6- De Duitsche expeditie is uitgevaren vele dagen j geallieerden voorbereidingen getroffen voor een in- Voordat de mijnenvelden gelegd werden. vasie in Noorwegen verklaarde Hambro: „De meeste kHet i* bekend dat de Duitsche landing in Noor- I dezer documenten zijn begin Januari gedateerd. Wij De bekende restaurateur en kunstschilder P. N. Bakker is op 58-jarigen leeftijd overleden. Hij was vele jaren verbonden aan het Rijksmuseum te Amsterdam. De restaurateur bezig met het schoonmaken van een Van der Helst» PROGRAMMA DINSDAG 30 APRIL 1940. HILVERSUM I 1875 en 414 M. KRO- Uitzending. 8.— Berichten A.N.P. 8.059.15 en 10.Gra mofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.— Berichten. 12.15 Carillonbespeling. 12.30 Gramo- foonmuziek. 12.45 Berichten A.N.P., gramofoon- muziek. 1.15 KRO-orkest. 2.— Vrouwenuurtje. 3.— Modecursus. 4.— Musiquette. 4.20 Gramofoon muziek. 4.30 Rococo-octet. 5.KRO-orkest. 5.45 KRO-Orkest. 5.45 Felicitaties. 6.05 KRÖ-Melodis- ten en solist. 6.35 Sporthalfuur. 7.— Berichten 7.15 „H.K.H. Prinses Juliana", causerie. 7.35 Mili taire muziek. 7.50 Voor militairen. 8.Berichten A.N.P., mededeelingen. 8.15 Maria-hulde. 9.30 K. R. O.-Symphonie-orkest en solist. 10.30 Berichten A.N.P. 10.40 Gramofoonmuziek. 10.45 KRO-Boys en solist. 11.10—12.00 Gramofoonmuziek. HILVERSUM II 301.5 M. AVRO-uitzending. 8.Concertgebouw-orkest (opn.) Hierna Ber- richten A.N.P. 8.10 Gramofoonmuziek. 8.30 Orgel concert. 8.45 Gramofoonmuziek. 9.10 „Doelmatige huidverzorging", causex-ie. 9.15 Nederlandsche mu ziek (opn.) 10.— Morgenwijding. 19.15 Gramofoon muziek. 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Reportage. 11.30 Sylvestre-trio. 12.15 Gramofoonmuziek of re portage. 12.30 Pianosoli. 12.45 ANP., gramofoon muziek. 1.Carillonconcert. 1.20 Omroeporkest. (2.002.10 Voor de vrouw) 2.45 Brei- en borduur- cursus. 3.45 Zang met pianobegeleiding. 4.05 Piano voordracht. 4.30 Kinderkoor. 5.— Kinderhalfuur. 5.30 AVRO-Aeolianorkest en soliste. 6,20 Gramo foonmuziek. 6.45 Interview. 7.— Voor de kinderen 7.05 Koninklijke Militaire kapel en koorzang (opn.) 7.30 Engelsche les. 8.— Berichten A.N.P., mede deelingen. 8.15 Internationaal overzicht. 8.35 Bonte Mobilisatietrein. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.30 AVRO-dansorkest. 11.— Berichten ANP. 11.10 Veres Lajos' Zigeunerorkest. 11.4012.00 Dans muziek (gr.pl.) ENGELAND 391 EN 449 M. Na 10.20 n.m. ook 342 M. 11.50 Variété. 12.20 Berichten. Arthur Dulay en zijn Cameo—orkest. 1.1.20 Pianoduetten. 2.20 BBC Schotsch orkest. 2.50 Vesper. 3.20 Variété. 3.50 BBC Theater-orkest. 4.20 Berichten en causerie (Welsch) 4.30 Kinderuurtje. 5.20 Berichten. 5.35 Causerie „Friends and Allies". 5.45 Orgelspel. 6.20 Detective programma. 6.50 Radiotooneel. 7.20 Zang. 7.50 Variété. 8.20 Berichten. 8.40 Het oordeel van Duitschland over Engeland. 8.55 BBC-orkest. 9.35 Kerkdienst. 9.50 Schotsche berichten. 9.55 Be schrijving van een nachtelijke tocht door Zuid- Wales in oorlogstijd. 10.25 Billy Cotton en zijn Band. 11.Declamatie. 11.20 Berichten. RADIO PARIS 1648 M. 11.10 Vioolvoordracht. 11.35 en 12.05 Vocaal ensemble „Le Campanile". 12.35 Fluit en piano. I.05 en 1.30 Cello en piano. 2.20 Piano en zang. 2.50 Radiotooneel. 3.50 Pianovoordracht. 4.20 Chan sons. 4.35 Kamermuziek. 5.35 Piano en viool. 6.20 Lichte muziek. 6.50 Kamermuziek, (gr.pl.) met toelichting. 7.05 Piano en viool. 8.05 Radiotooneel 9.20 Muzikale causerie. 10.05 Gevarieerd concert m.m.v. soliste 11.0511.50 Gevarieerd concert. KEULEN 456 M. 4.50 Gramofoonmuziek. 6.407.20 Omroeporkest 9.50 Gramofoonmuziek. 10.20 Omroepkleinorkest. II.20 Weermacht-orkest. 12.50 Populair concert. 1.50 Fabrieksorkesten en -koren. 3.45 Voor soldaten 4,20 Gramofoonmuziek. 6.35 Leo Eysoldt's orkest en solist. 7.457.50 Muzikaal tusschenspel. 8.05 Gramofoonmuziek. 8.509.20 Zie Deutschlandsen- der. BRUSSEL 322 M. 11.20 Gramofoonmuziek. 11.50 en 12.30 Omroep orkest. 12.501.20, 4.55 en 5.20 Gramofoonmuziek. 5.35 Zang met toelichting. 6.05 Gramofoonmuziek. 7.20 Voor soldaten. 7.50 en 3.50 Omroepsymphonie- orkest en solisten. 9.4010.20 Gramofoonmuziek. BRUSSEL 484 M. 11.20 Gramofoonmuziek. 11.50 en 12.30 Radio orkest. 12.501.20 Gramofoonmuziek. 4.20 en 5.05 Radio-orkest. 5.20 De Kamermuziekvereeniging. 6.05 Gramofoonmuziek. 7.20 Vóór soldaten. 7.50 Zie Brussel 322 M. 9.4010.20 Gramofoonmu ziek. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 6.35 Omroeporkest 7.35 Volksmuziek. 8.20 Be richten, hoorberichten. 8.50 Fred Hippmann's or kest. 9.20 K. Ristenpart's kamerorkest en solist, 10.20 Berichten, hierna: Nachtconcert. 11.2012.15 Berichten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 9