Üxet JOtetU en Jan Qtie&ol.
UIT DE GESCHIEDENIS
VAN DENEMARKEN
Oudheidkundige opgravingen in Santpoort.
Suikerbon No. 19
Boterprijs voor den
zomer vastgesteld
Steuntoesiag kaas
Sleeswijk de twistappel
met Duitschland
IN een vroeg verleden waren Denemarken en
Zweden door een Unie met elkaar verbonden,
maar na den dood van Christoph III van Beie
ren, die van 1440-'80 regeerde, viel deze Unie
Uiteen: de Denen kozen Christiaan I, de Zweden
Karei VIII Knutsson. Wel kon Christiaan I, de eer
ste der Deensche koningen uit het Huis Oldenburg,
tien jaar na zijn verkiezing zijn macht uitbreiden
tot Noorwegen en nog eens tien jaar later tot Slees-
wijk-Holstein; maar Zweden bleef voor hem geslo
ten, hoewel hij ook daar in 1457 gekozen was. In
Denemarken begint echter, afgezien van den on-
middellijken opvolger van Christiaan I, Johan, af
gezien ook van het Interregnum van 1533-'34, die
rij van Christiaans en Frederikken, die, onderling
steeds wisselend, stand hield tot aan Frederik VIII
(t 1912) en Christiaan X, die nog heden over zijn
land regeert.
DE STRIJD OM ZWEDEN
Meer dan twee eeuwen duurde de twist van De
nemarken met Zweden. Koningsveeten, oorlogen
zonder einde. Tot eindelijk de Zweedsche koning
Karei X, Frederik III van Denemarken, dat hij op
Kopenhagen na had ingenomen, in 1658 dwong tot
den vrede van Roskilde. Ook hier leidde de vernie
tigende nederlaag in oorlog en vrede tot absolutisme.
De Deensche koningswet, door Frederik III in 1665
als Deensche grondwet onderteekend, is het klassie
ke voorbeeld van absolutistische wetgeving geble
ven. Kopenhagen kwam als koningsstad tot bloei.
De Deensche aspiraties bleven weliswaar ook nu nog
op Zweden gericht, maar wendden zich ook tot
Sleeswjjk-ITolstein. De hertogen van Sleeswijlc-Hol-
stein-Gottorp maakten immers als zijtak aanspraak
op de hertogdommen. Maar pas in 1779, onder
Christiaan VII, konden Sleeswijk en Holstein bijna
volledig met Denemarken en Noorwegen door een
personeele unie vereenigd worden.
Ook Denemarken kwam in de tweede helft van
de 18de eeuw in den greep van het verlichte despo
tisme. Bernstorff de Oude, Struensee en Bernstorff
de Jonge zijn de historische namen van dit tijd
perk. Tegen het eind van de eeuw bloeide het land:
een wijze wetgeving, een in bedwang gehouden adel,
een geëmancipeerde boerenbevolking, een hoog
staand onderwijs, dat waren de grondslagen voor een
groeiende en goedgefundeerde rust en welvaart.
DE ENGELSCHEN VOOR KOPENHAGEN.
Het was Engeland, dat deze voorspoedige ontwik
keling stoorde. Denemarken was tot de „gewapen
de neutraliteit" toegetreden. Vergeefs vocht de
Deensche vloot dapper in het voorjaar van 1801 op
de reede van Kopenhagen. In 1807 verschenen de
Engelschen in de haven en beschoten de stad. De
tegenstand werd gebroken, de Deensche vloot uitge
leverd. Zoo was Frederik VI in de armen van Frank
rijk gedreven, waaraan hij trouw bleef tot Napo
leon uit Midden-Europa verjaagd was. Deze trouw
aan Frankrijk kostte Denemarken bij dén vrede van
Kiel in 1814 Helgoland, dat aan Engeland kwam, en
het koninkrijk Noorwegen, dat zonder IJsland en
de Faröer aan Zweden gegeven werd.
DENEMARKEN VOOR DE DENEN!
Steeds sterker treedt nu ook in Denemarken het
nationale element op den voorgrond; het helpt mee
om het land op te richten, maar hei legt ook den
kiem voor latere binnen- en buienlandsche verwik
kelingen en strijd. Ook in verband met het verbond
van Frederik VI met Frankrijk had er zich een na-
tionaal-Deensche strooming ontwikkeld, die de
overheersching van den Duitschen invloed op alle
gebieden van het geestelijk leven trachtte tegen te
werken. Een voorbeeld van dezen invloed is dat de
ontwikkeling van de pers in Denemai-ken begon met
de verspreiding van weekbladen in de Duitsche taal
en dat pas 32 jaar later, in 1666, het eerste blad in"
de Deensche taal verscheen. Tot ver in de 19de eeuw
was Hamburg de centrale berichtenbron voor Dene
marken gebleven, hoewel er in de 18de eeuw Deen
sche, Duitsche en Fransche bladen naast elkaar ont
staan waren.
Het klassicisme van de Deensche beeldhouwkunst,
die tenslotte in Thorwaldsen haar hoogtepunt be
reikte, gaat terug op den vader der archeologie, den
Duitscher Winckelmann, de romantiek van de
Deensche literatuur was oorspronkelijk van Duit
sche afkomst en werd in de eerste jaren van de 19e
eeuw door Henrik Steffens, den vriend van Oehlen-
schlager, ook naar Denemarken overgebracht.
DE WORSTELING OM SLEESWIJK
De tegenstellingen tusschen Denen en Duitschers
werden scherper, toen onder Christiaan VIII, den
neef en opvolger van Frederik VI, de Eider-Denen
(de Eider is de grensrivier tusschen Sleeswijk en
Holstein) of nationaal-liberalen in openlijke oppo
sitie tegenover de regeering traden. In overeenstem
ming met hun programma van een nauwere samen
werking tusschen de drie Scandinavische rijken
wilden ze Sleeswijk sterker aan Denemarken binden,
vooral ook door bescherming en bevordering van de
Deensche taal in Noord-Sleeswijk. Maar hoe sterker
de Deensche druk werd, hoe meer de Slees wij k-Hol-
steiners vast hielden aan hun traditioneelen Duit
schen aard. De spanning nam toe toen Sleeswijk, zij
het met een zekere autonomie, bij Denemarken in
gelijfd zou worden, Holstein echter als zelfstandige
Duitsche bondsstaat een eigen grondwet krijgen zou.
De Duitsch-Deensche oorlog van 1848-'50 brak uit.
Hij begon met overwinningen van de Duitsche
bondstroepen onder den Pruisischen generaal
Wrangel en eindigde, door twee wapenstilstanden
onderbroken, met de ontbinding van het Sleeswijk-
Holsteinsche leger en de-overgave van Sleeswijk
aan Denemarken. Holstein werd door Oostenrijk-
sche troepen bezet en later, met goedvinden van
Pruisen, aan Denemarken overgelaten, dat zich ver
plichtte het land een zekere zelfstandigheid te ge
ven.
Deze oplossing bleef problematisch. Er kwam
geen eind aan de strubbelingen. Telkens weer pro
beerde Denemarken de hertogdommen Sleeswijk en
Holstein geheel in te lijven, telkens weer zochten de
staten van Holstein hulp bij den grooten Duitschen
bond.
In den herfst van 1863 had de Deensche Rijksraad
het ontwerp van een nieuwe grondwet aangeno
men, die de eerste stap was naar een samensmel
ting van Sleeswijk met Denemarken. Twee dagen
later, op 15 November, stierf Frederik VII. De re
geering van Christiaan IX begon met het in werking
stellen van dit ontwei-p. Maar dat beteekende weer
oorlog. Oorlog, ook nu met Duitschland. En weer
stond Denemarken alleen. Ondanks alle sympathie
voor de Denen, „de Franschen van het Noorden",
kan ook Napoleon III als voorstander van het na
tionale principe niet krachtdadig te hunnen gunste
ingrijpen; bovendien waren belangrijke Fransche
strijdkrachten in Mexico gebonden.
1864: voor den tweeden keer rukte Wrangel, nu
Pruisisch veldmaarschalk „Papa Wrangel" noem
den de Berlijners deze oerkrachtige soldatengestal-
te Sleeswijk binnen. Onder zijn opperbevel
trokken 40.000 Pruisen onder Prins Frederik Karei
en 28.000 Oostenrijkers onder luitenant-veldmaar
schalk Van Gablenz over de Eider. De Pruisen kwa
men er eerst niet door, de Oostenrijkers boekten
aanvankelijk wat successen. Prins Frederik Karei
werd geheel aan de zijde van Wrangel gesteld, die
©enigszins tekort schoot,
Twee eeuwen strijd
met Zweden
DE BLOEDIGE DÜPPELER-SCHANSEN
Wel hadden de Denen in de eerste oorlogsweek
de Danewerkstelling ontruimd, maar de bestor
ming van de Düppeler-schansen, die reeds in
1848 en '49 onneembaar waren geweest, kostte
aan Duitschers en Oostenrijkers zware bloedige
offers. Het was de grimmigste strijd, die ooit in
Denemarken gestreden werd: de Deensche stel
lingen bestonden uit tien door loopgraven met
elkaar verbonden schansen en strekten zich
over een lengte van 3 k.m. uit. Met medewer
king van de Deensche vloot waren de flanken
van zee uit beschermd. Zoo ontstond er eerst
een formeele stellingenoorlog, tot de Oostenrij
kers en Duitschers op 18 April 1864 de schan
sen en tenslotte ook het brughoofd bestorm
den. Op den middag van den aanvalsdag waren
alle Deensche verdedigingswerken in de handen
der bestormers. De verliezen waren aan beide
zijden even groot: 1.200 man. Echter verloren
de Denen nog 119 kanonnen en 3.600 gevange
nen. Een aparte orde, het Diippeler stormkruis,
v/erd den deelnemers aan dezen strijd verleend,
ook een bewijs voor de hardnekkigheid en de
beteekenis van dezen slag.
Met den val van de Düppeler linie was de
Deensche tegenstand gebroken. Jutland werd
door Pruisen en Oostenrijkers bezet. De wapens
rustten en in Londen zette men zich aan de
groene tafel. Maar Denemarken bleef taai. Zoo
moest liet eiland Alsen nog veroverd worden om
Denemarken tot den vrede te dwingen. De over
tocht in den nacht van 28 op 29 Juni 1864, de
aanval op een door een overmachtigen, de zee
beheerschenden tegenstander bezet eiland, was
een buitengewoon wapenfeit, schitterend voor
beeld van een tot in de puntjes georganiseerde
militaire operatie. De vrede werd op 30 October
in Weenen gesloten: Sleeswijk benevens het
hertogdom Lauenburg kwam aan Pruisen en
Oostenrijk.
BISMARCK ZET DOOR
Spoedig werd Sleeswijk-Holstein een twistappel
tusschen Pruisen en Oostenrijk, die, na de ge
meenschappelijke verovering, de hertogdommen
gemeenschappelijk bestuurden. Pruisen, Bis-
marei: zette door: deze wist den wensch der Slees
wij k-Holsteiiiers-als eigen staat onder hertog Fre
derik VIII bij den Duitschen Bond te hooren.
onvervuld te laten. De „ijzeren kanselier" zag de
noodzakelijkheid in Pruisen door Sleeswijk aan
de' Oostzee een nieuw bolwerk te geven. Niet al
leen tegen den wil der Sleeswijk-Holsteiners, ook
tegen den wil van koning Wilhelm en den kroon
prins, zelfs tegen den wil van de meerderheid
van het Duitsche volk, verhinderde Bismarck de
erkenning en doorvoering van de Augustenburg-
sche erf'opvolking. Eerst kwam Sleeswijk onder
Duitsch, Holstein onder Oostenrijksch bestuur. En
in 1866 met de overwinning van Pruisen bij Kö-
niggratz kwam Holstein ook aan Pruisen.
Deze Duitsch-Oostenrijksche oorlog van 1866
zou, tientallen jaren later, voor Denemarken be
teekenis krijgen: De eind Augustus 1866 tusschen
Oostenrijk en Pruisen gesloten vrede van Praag
bevatte namelijk ook een paragraaf, volgens wel
ke „de bevolking van Noord-Sleeswijk, als ze door
vrije stemming den wensch tot een hereeniging te
kennen zou geven, aan Denemarken zou komen"
De steeds weer hervatte onderhandelingen tus
schen Duitschland en Denemarken verliepen ne
gatief. Toen schrapte men anno 1878 dit beruch
te artikel 5 van den vrede van Praag eenvoudig
weg. De Denen moesten tot 1918, de ineenstorting
van het Duitschland van keizer Wilhelm, wach
ten om aan de oude clausule te kunnen herinne
ren
In 1920 kwam Noord-Sleeswijk, na een plebis
ciet volgens het verdrag van Versailles, weer bij
Denemarken.
Twintig jaar later werd Denemarken onver
wacht door Duitsche troepen bezet.
H. ST.
's GRAVENHAGE, 1 Mei. Gedurende het
tijdvak van Vrijdag 3 Mei a.s. tot en met
Donderdag 23 Mei a.s. geeft de met „19" ge
nummerde bon der rijksdistributiekaart recht
op het koopen van één kilogram suiker.
Prijsverliooging suiker.
AMSTERDAM, 1 Mei. Met ingang van heden
wordt de suikeraccijns met 2.25 per 100 kg. ver
hoogd. In verband daarmede wordt de detailprijs
van 3 Mei a.s. af met 1 cent per halve kilogram ver
hoogd, dus gebracht op 26 cent per halve k.g.
Heffing op vetten,
margarine en oliën
eveneens
's-GRAVENHAGE, I Mei. Van officieele zijde
vernemen wij het volgende: De boterprijs is ge
durende de zomerperiode, welke op 2 Mei a.s. aan
vangt, op f 1.55 per K.G. vastgesteld. Bij deze be
slissing is het volgende overwogen. De zomerboter-
prijs bedroeg in 1939 f 1.30 per K.G. bij den aan
vang van de winterperiode werd de prijs overeen
komstig de bestaande usance verhoogd met het ge
bruikelijke prijsverschil ad f 0.15 en dus gebracht
op f 1.45. Met ingang van 19 October werd echter
reeds op grond van verschillende voor het veehou
derijbedrijf ongunstige omstandigheden een be
langrijke verhooging toegepast, nl. tot f 1.60. Waar
het winterhalfjaar in den regel op 1 April eindigt,
lag het aanvankelijk in het voornemen, den prijs
van f 1.60 per 1 April jl. te verlagen. Omdat de
veehouderij door den langen en harden winter in
een moeilijke positie verkeerde, besloot de mi
nister, zooals hij in zijn radiorede van 11 Maart
jl. bekend maakte, den winterboterprijs van f 1.60
ook nog gedurende de maand April te handhaven.
Hierdoor werd voor de veehouderij het doorkomen
van deze maand met haar nog hooge productie
kosten vergemakkelijkt.
Naar inmiddels is gebleken, is de veehouderij
de door haar in de afgeloopen maanden ondervon
den moeilijkheden echter nog niet te boven geko
men. Het blijkt, dat de ziekten, welke onder het vee
hebben geheerscht, het gebrek aan hooi en ander
ruw voeder, de hooge strooprijzen en de door dit
alles ontstane lagere melkproductie nog steeds een
ongunstigen invloed op de positie der veehouderij
uitoefenen. De minister heeft gemeend, bij de be
paling van den zomerboterprijs hiermede rekening
te moeten houden. Dientengevolge is deze prijs
vastgesteld op f 1.55 per K.G. Deze prijs ligt circa
20 pet. hooger dan die van f 1.30 in den vorigen
zomer. Hierbij moet er echter wel rekening mede
gehouden worden, dat in dezen prijs een herziening
van de veevoederprijzen, welke eerlang tot uitvoe
ring zal komen, reeds is begrepen.
Daar de gebruikelijke prijsverhoudingen tus
schen boter en margarine, vetten en oliën ook thans
gehandhaafd moeten worden, ziet de minister zich
genoodzaakt ten aanzien van de heffing op marga
rine, vetten en oliën eveneens een maatregel te
treffen.
De vaststelling van den zomerprijs op f 1.55 ver
hoogt den grondprijs vari de boter met 10 ets. per
K.G. In verband hiermede dient de heffing op mar
garine met 8 ets. te worden verhoogd, terwijl ook
de heffingen op oliën en vetten met eenzelfde be
drag moeten stijgen. Hierbij moge er aan herinnerd
worden dat bij de verhooging van den whriterbo-
terprijs tot f 1.60 in October 1939 een verhooging
van de heffing op vetten en oliën geheel achter
wege is gebleven, terwijl die voor de margarine
8 ets. bedroeg. De minister betreurt het, dat hij
tot dezen maatregel, welke de kosten van levens
onderhoud uiteraard zal verhoogen, is moeten
overgaan. Doch in de gegeven omstandigheden is
het hem in het belang der veehouderij niet moge
lijk een ander standpunt in te nemen. De prijs van
de volksmargarine en het volksvet zal niet gewij-
zigd'worden, zoodat het minst draagkrachtige deel
onzer bevolking niet wordt getroffen.
De verhooging der heffing op margarine, vetten
en oliën zal eveneens op 2 Mei a.s. ingaan, zoodat
de prijzen daarvan eveneens van dien datum af
overeenkomstig zullen zijn verhoogd.
Tenslcftte kan worden medegedeeld, dat de mi
nister in de zeer sterke daling van de kaasprijzen
in de laatste weken aanleiding heeft gevonden met
ingang van 28 April jl. den kaassteun te verhoogen
;ot 3/5 van het steunbedrag op het melkvet in de
boter, derhalve tot het peil van vóór 19 October
jl. De minister behoudt zich echter voor, hierop
terug te komen, zoodra de omstandigheden zulks
wenschelijk mochten maken. Intusschen zal het
jeheele steunstelsel van de kaas in nadere studie
worden genomen.
Wij vestigen er de aandacht op, dat de hier
boven genoemde prijzen van boter groothandels-
prijzen zijn. Die prijs komt derhalve niet overeen
met den prijs, dien men in den winkel moet be
talen. Bij den bovengenoemden prijs komt nog een
bedrag voor handelsonkosten en voor winst voor
grossier en detaillist. Red.)
Tornado in Arkansas.
Door een tornado werden in het dorp Tuil in
den Amerikaanschen staat Arkansas zes menschen
gedood. De helft van het aantal huizen werd ver
nield. Zware schade wordt ook gemeld uit Chauffee
Missouri en Mcmullen Hamlet. (United Press).
VOOR DE KINDEREN
Minah zou een plaatsje zoeken in de koets,
en Krent moest maar een steuntje zoeken op
het treeplankje. Hij was met de indeeling
heelemaal niet ingenomen en besloot den
Dikke voor zijn bazigheid een poets te bak
ken. Hij morrelde nog wat aan de riemen en
deed net of hij den boel inspecteerde.
Als ik op mijn plaats ben zal ik „klaar"
roepen en kan je wegrijden, zei hij tegen den
Dikke. Maar trek stevig aan de leidsels,
anders vertikt die oude knol het, adviseerde
hij nog. Eenige minuten later, op Krent's ge
roep, trok de Dikke uit alle macht aan de leid
sels, riep: Hu, bonk, en knalde met de
zweep.
In Mei voortzetting onder deskundige leiding
De Stichting „Vrienden van Oud-Santpoort"
vond* bij haar oudheidkundige opgravingen in
Santpoort, restanten van huishoudelijk aardewerk
van den respectabelen ouderdom van bijna 4000
jaren.
Gevonden zijn scherven van bijna 4000 jaren
oud. Moeilijk is het tegenwoordig de oorspronke
lijke herkomst van dat aardewerk vast te stellen.
Tot voor korten tijd noemde men het van „Indo
Germaanschen" oorsprong met als ondertitel
„Donau cultuur". Waar aanvankelijk dit speciale
aardewerk in hoofdzaak in de Doiïaulanden werd
gevonden heeft men het zooals bij oudheidkundi
ge vondsten de gewoonte is, naar de vindplaats ge
noemd. Naderhand kon men de aanwezigheid van
dit soort aardewerk steeds verder in het Oosten
constateeren en vormde men de hypothese dat In-
do-Germaanscho stammen in de zeer verre oud
heid, als gevolg van een allereerste groote volks
verhuizing uit het verre Achter-Indië in Europa
waren doorgedrongen en zich over de toenmalige
bewoonbare streken hadden verspreid, overal op
dezen langen en langdurign trekweg, de sporen
nalatende van de gebruiksvoorwerpen als wapens,
versieringen, huishoudelijk vaatwerk enz. De
nieuwe lezing is echter anders en het is niet aan
mij om uit te maken of deze nieuwe opvatting
meer der waarheid getrouw is of slechts door poli
tieke overwegingen op den voorgrond is gescho
ven.
geestgronden van Holland. Bij het te°i
Santpoort, waar „Holland op z'n smalst1- w
de diep het land inspringende waterrijke m
sen, kozen zij hun woonplaats. Een plaats cf05^
deed aan de eerste levenseischen, n.l, «a Vl5'"
zijden gemakkelijk verdedigbaar tegen onvenL
aanvallers. Rijk aan jachtterreinen in dUjn "te
bosschen en rijk aan vischwater ter linke11
rechter zijde. Weide en akkerland r
lijke nabijheid voor voeding van menseh
Deze eerste bewoners waren geen wild#
baren gehuld in dierenhuiden. Op grond va
rijke onderzoekingen staat het vast, dat de?*1
sen reeds een hooge trap van beschaving 6
bereikt. Zij bouwden hun langwerpig
huizen, hielden vee, bebouwden hun akkers '2nte
gen geweven kleeren, kenden het gebruik i
brons, dat zoowel tot huisraad als tot wapenen
verwerkt en gebruikten een kunstig versiêrd*^
dewerk voor allerlei doeleinden. Van dat
aardewerk zijn volgens de hoogste deskund?
op dit gebied tijdens de voorloopige opgravm-91
in Santpoort, restanten gevonden, a
het ons te kunnen mededeelen, dat in betrek:
korten tijd, namelijk in Mei deze onderzoeUp
met Rijkssubsidie door de hoogste autoriteiten
rlit cfnli i mrl 7iillpn wmrHon
dit gebied zullen worden voortgezet.
Natuurlijk was het zoojuist genoemde
geen fijn Chineesch porcelein. De pottenbïïï
draaischijf moest nog bijna 2000 jaren wacht
Touwbeker.
Laat mij echter beginnen met een korte uit
legging te geven van de nieuwe lezing inzake de
herkomst van dit aardewerk. Men neemt bij onze
Oosteburen aan uit talrijke gegevens te kunnen be
wijzen dat de zoogenaamde Indo-Germanen niet
uit 't in het verwijderde Azië gelegen gebied dei-
sagen, naar Europa zijn getrokken, maar dat men
hier in Midden- en Noord-Europa hun bakermat
heeft te zoeken.
Het is de zeer ontwikkelde Britsch-Indiër „Tilak'
die in zijn boek „The Artie Home in the vedas"
uit de overoude schrifturen der Hindoes en Parsen
het bewijs wenscht te putten, dat tal van aan-
teekeningen alleen te verklaren zijn wanneer men
als bron de toestanden aanneemt, zooals die in het
hooge Noorden tijdens den aanvang van. den „ijs
tijd" bestonden. Zoo leest hij dat in de „vendidad'
der Perzische Avesta de hoogste Godheid aan zijn
profeet mededeelt dat de oorspronkelijke baker
mat van zijn ras „het hart en het midden van
den Winter" is. Daar was het 10 maanden winter
en 2 manden zomer. Als oorzaak van den uittocht
uit het land der „Ariërs" (Airyana Vaêjo) wordt
geschreven: „omdat het land onbewoonbaar werd'
en „alles met ijs werd bedekt". Noodgedwongen
trok de toenmalige koning Yima vanuit zijn land,
het hooge Noorden, door 14 achtereenvolgende
en vestigde zich eindelijk in het gebied der Zeven
landen, die allen met namen worden genoemd
Stroomen in Achter-Indië. Deze oorspronkelijke
Ariërs, die men liefst de naam van het „Noordras
geeft woonden in Zweden en Noorwegen. Bij de
eerste teekenen van een „gebrek aan levensruimte1
schijnbaar een zeer overerfelijke kwaal) bevolkten
zij Denemarken en de verdere landen rondom de
Oostzee. Nieuwe landhonger zou hen toen zich
in alle richtingen hebben doen verspreiden. Zoo
vestigden zij zich toen door geheel Europa en
Azië.
IN SANTPOORT.
Welke der beide opvattingen de juiste is, blijve
buiten onze beoordeeling. Een feit is het, dat
omstreeks 2009 jaren voor Christus een stam zich
kwam vestigen in Santpoort's dreven. Gevolg geven
de aan de noodzaak der toenmalige tijden, hebben
zij hun nieuwe woonplaats met zorg gekozen. Als
voortrekkers kwamen zij waarschijnlijk -den bin
nenkant der duinen volgende, langs de vruchtbare
WATERPOLO
DE INDEELING DER ZOMER-COMPETITIE.
Voor den Kring Haarlem van den K.N.Z.B. zijn
de ploegen van de aangesloten vereenigingen voor
de zomercompetitie als volgt ingedeeld:
Heeren:
Hoofdklasse: H.P.C. 1, H.Z. en P.C. 1, Het IJ 1
U.Z.C. 1, R.Z.C. 1 en S.V.H 1
Eerste klasse: D.W.R. 1, Nereus 1, Haarlem 1,
Dolfijn 1 en A.Z. 1.
Tweede klasse: V.Z.V. 1, H.V.G.B. 1, Neptunus 1.
Otter 1, D.J.K. 1 en Triton 1.
Reserve Hoofdklasse: H.P.C. 2, H.Z. en P.C. 2,
Het IJ 2, U.Z.C. 2, U.Z.C. 3 en S.V.H. 2.
Reserve le klasse afd. B.: V.Z.V. 2, D.J.K. 2,
Dolfijn 2, D.W.R. 2 en Zian 2.
Reserve 2e klasse afd. A: Haarlem 2, H.P.C. 2,
H.V.G.B. 2. Zian 3 en Zian 4.
Reserve 3e klasse afd. A: H.P.C. 4, Amstel 2.
Nereus 3, D.A.W. 2 en H.V.G.B. 3
Reserve 3e klasse afd. D: D.W.R. 3, L.Z.C. 2.
Zijl 2, Poelmeer 2 en H.G.A. 2.
Dames:
Eerste klasse: D.W.R. 1, A.D.Z. 1, H.D.Z. 1, H.Z.
en P.C. 1, Otter 1 en U.Z.C. 1.
Tweede klasse afd. A: Haarlem 1, V.Z.V. 1.
Kroosduikers 1 en Nereus 1.
Tweede klasse afd. B: D.W.R. 2, A.D.Z. 2, Otter 2
en H.D.Z. 2.
Er zal aan deze competitie geen promotie of
degradatie zijn verbonden. Indien, gedurende de
competitie de verloven zullen worden ingetrokken
of andere militaire maatregelen den gemobiliseerden
zullen verhinderen uit te komen, zullen de compe
tities gewoon doorgaan. Bij staking of inkrimping
van den treinenloop of bij andere buitengewone
omstandigheden zal voor ieder geval afzonderlijk
bepaald worden of bepaalde wedstrijden zullen
worden afgelast. In dergelijke gevallen zullen bijv.
wedstrijden tusschen plaatselijke zeventallen of
tusschen zeventallen uit dicht bijeen gelegen plaat
sen wel doorgaan.
Voor deze noodcompetitie is door de P. C. van den
K.N.Z.B. een bijzondere invallersregeling ontwor
pen.
alvorens ze werd uitgevonden. Uit de
het vochtige leem het eerst tot een betre&F>
kleinen bodem gevormd. Hierop werden leemrin
gen van opeenvolgende grootte volgens het t
maken model van den pot aangebracht. Telker
werd elke ring met de hand plat gedrukt en
gestreken op de voorgaande. Is de pot
vormd, dan volgt het aanbrengen van ae oor?
Hierop volgt de versiering waarvan de eenvoudig
de naam aan dit soort vaatwerk heeft gegeven
Men ontwikkelde namelijk gewoonlijk de boven!
helft van den pot met eenige slagen van een in
kaar gedraaid touw dat men licht met de hard
in den wand van den pot indrukt. De pot w
daarna ongeveer 14 dagen drogen, waarna hijbiiRn
zacht open vuur (de oven was nog niet uitgevoj
den) op ongeveer 600 gr. werd gebakken,
Potten volgens deze methode gemaakt
de naam van -,touwbekers". Mooier version
wordt verkregen door het indrukken of inritva
van een diepe lijnversiering. Van deze soorten tij
door de „Stichting Vrienden van Oud-Santpoo
aardewerk-scherven gevonden.
SANTPOORT.
J. S. VISSER.
Onderscheidingen aan den mijnen,
montagedienst uitgereikt.
DEN HELDER, 1 Mei. Op het fort Oostoeve
te Den Helder had vanmorgen een eenvoudig!
plechtigheid plaats, ter gelegenheid van het feit oal
de 500ste aan, onze kust aangespoelde mijn ge
demonteerd is. Voor de entourage van een aantal
gedemonteerde mijnen van verschillende nationali
teiten stond hier om 11 uur 't burger en mariners,
soneel van den mijnendemontagedienst opgesteld,
onder leiding van luitenant ter zee eerste klasse J,
N. Sluyter, chef van den demontagedienst. Verge
zeld van den marinecommandant, schout bij nacht
H. Jolles, den kapitein ter: zee P. J. Feteris, chef
mijnendienst en den kapitein luitenant te
zee J. Varkevisser chef torpedodienst, arriveerd*
te 11 uur de chef van de marinestaf, vice-admira-J
J. T. Furstner, die terstond het woord nam.
Spreker zeide o.a.:
Het is mij een bijzonder voorrecht om, namens
den opperbevelhebber van land- en zeemacht,
mededeeling te doen van het Koninklijk Beslu
waarbij Hare Majesteit de Koningin het geheek
korps mijnendemonteurs heeft willen beloonei
door een tweetal onderscheidingen te verleenen,
De vice-admiraal deed voorlezing van het Ko
ninklijke Besluit, waarbij luitenant ter zee der eerste
klasse J. N. Sluyter benoemd werd tot ridder in de
orde van Oranje Nassau, het versiersel te dragen
met de zwaarden en waarbij aan den commandeer
bij het mijnenmagazijn te Veere H. A. Meyers de
aan die orde verbonden eeremedaille in zilver
wordt verleend.
De beide geridderden, wien de admiraal per
soonlijk de eereteekenen op de borst spelde, werden
hierna door de aanwezige marine-autoriteiten en
het personeel van den dienst met hun onderschei
ding gelukge wenscht.
FAILLISSEMENTEN.
Wegens gebrek aan actief werden opgeheven
de faillissementen van:
1. G. ter Wal, expediteur, wonende te Haarlem,
Botermarkt 4. Curator: Mr. F. J. Gerritsen, te
Haarlem;
2. G. Hof, groentehandelaar, wonende te IJ-
muiden, gem, Velsen, Planciusstraat 27. Cura-
trice: Mevr. Mr. L. M. I. L. van Taalingen Dols,
te Haarlem;
3. F. Wijkstra, koopman wonende te Bever
wijk. Curator: Mr. Dr. A. F. H. Schreurs,
te Haarlem.
Door het verbindend worden der uitdeelings-
lijst is geëindigd het faillissement van:
J. Slotemaker, commissionnair in landbouw
producten, wonende te Beverwijk. Curator.
Mr. K. A. F. J. Pliester, te Haarlem.
Turkije voor buitenlandsclie arlisten
gesloten.
ISTANBOEL, 1 Mei (D.N.B.) Krachtens een
van hoogerhand afgekomen decreet is aan alle ba-
tenlandsche artisten het optreden in Turkije verbo
den. Den betrokkenen is tevens ook de verblijfsv -
gunning ingetrokken. De eigenaars van de erous
ments-inrichtingen te Istanboel hebben verkUaM,
dat zij door dezen maatregel tot sluiting van
bedrijven genoodzaakt worden.
AMSTERDAMSCHE VEEMARKT.
Te veemarkt waren hedenaangevoerd:
170 Vette kalverenle kwaliteit 76—84 c» -
kwaliteit 66—74 ct., 3e kw. 56—64 ct. per Kl
ievend gewicht.
127 Nuchtere kalveren f 6—9 per stuk.
66 Varkens: Vleeschvarkens, wegende van a
110 K.G. 69—73 ct., zware varkens 69-73 ct,ven-
te varkens 69—73 ct. per K.G. slachtgew'.cnr.
Aangevoerd 7 wagons geslachte runderen
Denemarken
Overzicht: Vette kalveren, matige aanvoer,
slepende handel, onveranderde prijzen.
Ondermelk lager n.
Nuchtere kalveren matige aanvoer, vlugge na
del, prijzen onveranderd.
Zware exemplartn iets boven n0^e,er~|fj,(
Varkens aanvoer en handel
prijzen als Maandag.