IJmuider Courant
QeaMie&tden ook uit
Tlamsos
J. C cïCaati
pe Oorlog in Noorwegen Mi jndemontage.
Eet-, Zit- en
Slaapkamer
ameublementen
Karpetten
Gordijnstoffen
Troepen op andere plaatsen
in Noorwegen geland?
me
JAARGANG NO. 155
Üiigave
Lourens Coster. Maatschappij voor
I joUf8nt-Ultgaven en Algem Drukkerij N.V.. Gr.
Houtstraat 93, Haarlem, Telefoon 10724 Bureau
Courant: Kennemerlaan 42, IDmuiden,
5301, Postgiro 310791. Alle Advertenties,
flmulde'
jelefoon
,pge9«en
,fSeno""*n
voor dit blad, worden kosteloos
In de Kennemer Courant.
DAGBLAD VOOH VELSEN. IJMUIDFN, SANTPOORT EN OMSTREKEN
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Directie: P W PEEREBOOM EN ROBER'I PEEREBOOM
Hoofdredacteur t ROBERT PEEREBOOM
ZATERDAG 4 MEI 1940
Abonnementen per week 01234, pat maand
0.5234, per 3 maanden ƒ1.55, franco per post
1.95 per kwartaal. Losse nummers 3 cent per ex.
Advertentlön: 1-5 regels 0.60, elke regel meer
ƒ0.12. BIJ abonnementen belangrijke korting.
Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
Advertenties van Vraag en Aanbod 1-3 regels
CL25, elke regel meer ƒ0.10.
Gisteren was de groote oorlog precies acht maan-
oUd. En de nieuwste ontwikkeling daarvan, de
rlog in Noorwegen, begon met den Duitschen inval
den nacht van 8 op 9 April en telt dus pas zesen-
Tfintig dagen. Hun inval gaf den Duitschers een
-oorsprong, des te grooter omdat de Noren niet ge
mobiliseerd waren en er onder hen verraad heersch
ip (jat veel weerstand brak. De voorsprong werd
j-yiwel ook in groote mate bereikt door het bezet-
•'■n en vasthouden van de voornaamste, best-geoutil-
iKrde havens. Toen het Engelsche expeditieleger
waartoe ook nog Franschen behooren, maar blijk
baar in beperkte troepensterkte later in Noorwe-
5eD landde moest het zich behelpen met „tweede
rangs" havens, waardoor het ontschepen van zwaar
materiaal erg bemoeilijkt werd. En inmiddels han-
Ide de Duitsche legeraanvoerder met groote snel
heid en militaire bekwaamheid, zooals te verwach
ten was. Hij had het initiatief en wist het te behou
den, hij nam risic0's maar deed dat met succes, hij
brak den Noorschen tegenstand in het Zuid-Oosten
en slaagde er eenige dagen geleden in den spoorweg
Oslo-Drontheim te bezetten. En de Engelschen terug
te drijven van de belangrijke knooppunten Dombas
en Storen. Waarna, blijkens mededeeling van Cham
berlain zelf, de Engelschen de haven Andalsnes en
omgeving verlieten. Tegelijk is het bericht gekomen
nat Koning Haakon en zijn regeering zich naar het
Koorden, dat blijkbaar vast in Engelsche handen
k hebben begeven. Uit dit alles kan men niet an
ders afleiden dan dat de landoorlog in het Noorden
tot dusver sterk in het voordeel van de Duitschers
verloopen is en dat zij het Zuiden des lands thans
feitelijk in hun macht hebben tengevolge van een
geslaagde snelle aanvalstactiek in den „bewegings
oorlog".
Ofschoon de Engelschen erg spaarzaam met hun
mededeelingen zijn, en Chamberlain Donderdag in
het Lagerhuis een duidelijke verklaring van hemzelf
en van Churchill naar 't begin van de volgende week
heeft verschoven, is ontevredenheid over den loop
van zaken heelemaal niet verborgen. De Engelsche
pers heeft daar onmiskenbaar uiting aan gegeven en
zelfs de regeeringsgezinde conservatieve bladen
hebben er zich niet van onthouden. Weer schijnt
Chamberlain's premierschap in het gedrang te ko
men. Hij heeft zich herhaaldelijk uit moeilijke si
tuaties weten te redden en het Huis ontving hem
Donderdag rustig en hoorde hem bedaard aan. Maar
het is toch te voorzien dat het zoo niet kan voort
duren; als er geen verbetering in den Noorschen
toestand komt zal het oorlogskabinet in het gedrang
raken en de premier in de eerste plaats. Namen
vah zijn mogelijke opvolgers worden al opgesomd:
weer boort men Halifax noemen en Sir Samuel
Hoare, terwijl ten aanzien van Winston Churchill nu
de vraag rijst in hoeverre hij, als aanvoerder van
de drie departementen van defensie, voor de échecs
in Noorwegen verantwoordelijk moet worden geacht.
Heeft het oorlogskabinet hem genoopt tot het vol
gen van een ander beleid dan hij zelf voorstond,
of niet? In ongunstige omstandigheden zullen de
leidende kringen in Engeland zich zeker weer her
inneren dat Churchill's beleid als minister van Ma
rine in den wereldoorlog wel van ondernemings
geest maar niet van rustige beneersching getuigde.
Twee mislukkingen uit dien tijd, de zending van de
Eoyal Naval Reserve naar Antwerpen en de expe
ditie naar Gallipoli, werden hem toen persoonlijk
aangerekend ondanks zijn weerleggingen en
binnen een jaar moest hij aftreden als minister van
Marine. Aan zijn groote capaciteiten schijnt altijd
weer iets te ontbreken als het de vervulling van de
hoogste leiding geldt. Een regelmatige, vaste ont
wikkeling heeft zijn loopbaan tot dusver nooit kun
nen vinden, ondanks den steun dien hij heeft in
zijn redenaarsgaven en in zijn eigenaardige popula
riteit bij de massa.
In de laatste dagen is nog een andere naam ge
noemd met betrekking tot een mogelijke vervanging
van den premier. En die zal velen verbaasd hebben.
Het is de naam Lloyd George. De Britsche premier
uit den wereldoorlog is nu 77 jaar: een leeftijd
waarop verreweg de meeste oude menschen niet
meer in staat zijn tot het verrichten van een inspan
nende taak. Er zijn evenwel uitzonderingen en men
denkt daarbij aan Clemenceau, die in 1917 op 76-
jarigen leeftijd het premierschap aanvaardde en met
groote energie nog ruim twee jaar vervulde eer hij
vrijwillig aftrad. Aan die historie zijn de bittere
herinneringen aan het Verdrag van Versailles ver
bonden, die trouwens Lloyd George niet minder gel
den, Maar het is niet te ontkennen dat Clemenceau
als leider der Fransche regeering in oorlogstijd de
energie en scherpzinnigheid van een jongen man
toonde en ik zie en hoor hem in gedachten nog zoo
als hij in den tijd van de vredesonderhandelingen
uog steeds was. Ik zie nog een driftig-loopenden,
kleinen ouden man, die met kort en vinnig gebaar
groeten beantwoordde en gevolgd werd door een
paar generaals en adjudanten, allen twintig tot der-
jonger dan hij, die hem min of meer hijgend
Ik hoor nog de scherpe, doordringende,
verbeten stem die op de tribune in het Palais Bour
bon redevoeringen hield waarin hij geen woord te
veel zei om een altijd volkomen heldere uiteenzet
ting van het regeeringsstandpunt te geven. En de
Hamer beefde voor zijn geeselende critiek, Die man
R'as ongetwijfeld een geboren regeerder, die al wat
under hem stond opjoeg tot de uiterste krachts-
(Aan onze kust zijn thans meer dan
500 mijnen gedemonteerd. Luit. ter
zee le klasse Sluyter is in verhand
daarmede ridder in de orde van
Oranje Nassau geworden en de heer
Meyer, commandeur bij het mij-
nenmagazijn te Veere kreeg de zil
veren eere-medaille dezer orde.)
Zoo stiekum, zonder dat wij 't merken,
Zoo tusschen neus en lippen maar,
Zijn' onze demonteurs aan 't werken,
Met heel veel zorg en met gevaar.
Ver over de vijfhonderd mijnen,
In onze wateren geraakt,
En daar verraderlijk aan 't deinen,
Zijn reeds onschadelijk gemaakt.
U weet het, als die helsche dingen,
Al zijn ze niet op ons gericht
Aan onze kust in stukken springen,
Welk onheil er wordt aangericht.
En om die rampen te voorkomen
Wordt dus deskundig mijn na mijn
Zijn angels en zijn gif ontnomen,
Totdat ze weer onschuldig zijn.
Nu is daarvoor de hoofdbewaker
Die Sluyter heet, gedecoreerd,
(Een juister naam waar' Openmaker,
Maar dit terloops geconstateerd)
Daarmee wordt heel de dienst gehuldigd
Der demonteurs en dat doet goed,
Wij allen zijn hun dank verschuldigd,
Voor hun bewijs van zorg en moed.
Zoo stiekum, zonder dat wij 't merken,
Gaan zij nu weder rustig door,
Met hun behoedzaam moedig werken,
Maar ik ik heb er eerbied voor.
BARTELJORISSTR. 39-41
TEL. 10250, OPGER. 1833
in alle stijlen
Bezoekt onze Permanente
Meubeltentoonstelling
Barteljorisstraat 34
Grootste Speciaalzaak voor compl.
Meubileering voor Haarlem en Omstr.
Het is de vraag of een dergelijke drijvende kracht
du nog van een Lloyd George zou uitgaan, ofschoon
Mi haar vroeger ook in minder agressieven vorm
tian Clemenceau maar op schier betooverende wijze
bezeten heeft. Men noemt zijn naam, maar dat is
D°g heel iets anders dan zijn daadwerkelijke terug
keer, al moge hij dan merkwaardig helder en actief
lebleven zijn tot op den huidigen dag.
En misschien beheerscht Chamberlain den storm
°Paieuw. Rest dan de vraag hoe lang hij dit nog
ti°en zal. De Engelsche mentaliteit kenmerkt zich
teker door stugge volharding maar niet door snel
(Adv. lngez. Med.)
DANCING WILHELMINA
UITGEEST
ZONDAG van 3—uurTHE RAM
BLING KIDS en van 711.30 uur:
THE GRASSHOPPERS.
(Adv. lngez. Med.)
,,3l(euo" ta&ak zat van allen-
toch.het teste teoatten
N.V. v.h. P. Schuckink Kool, Beverwijk
I
(Adv. lngez. Med.)
Tlecqens slaaqt li beter1 dan in
9mn HEEREN MODEHUIS
■■8 /FB Q ZEEWE.Q 78
UMUIDEN OOSI
(Adv. lngez. Med.)
Slotet «3let Sluis Assum&ucg»
Zondags van 3-12 uur DANSEN
Qeen dancing, ■zoo (gn
ats tig Coc JileijH-
Vrij Entrée
Het Engelsche ministerie van oorlog deelt in
een communiqué mede: „Overeenkomstig het
algemeene plan van de terugtrekking, uit de
onmiddellijke omgeving van Drontheim zijn de
geallieerde troepen Donderdagavond weer te
Namsos ingescheept. Het terugtrekken en in
schepen geschiedde met volledig succes en zon
der verliezen.
Op de geallieerde troepen, die in het gebied
van Narvik oprukken, heeft de vijand op 1 en
2 Mei een tegenaanval ondernomen. Beide aan
vallen werden afgeslagen de vijand liet voor
onze stellingen vele dooden achter en er werden
enkele gevangenen gemaakt."
Het Noorsche Telegraafagentschap voegt aan
het bovenstaande toe dat de Britsche en Fran
sche troepen, na zich uit Namsos te hebben te
ruggetrokken, veilig op andere punten in Noor
wegen zijn geland.
Uit gezaghebbende Engelsche bron wordt verno
men dat generaal majoor Paget bij zijn plan voor
de evacuatie van Andelsnes voorgesteld heeft met
de Britsche troépen ook alle Noorsche troepen, ten
aanzien waarvan het Noorsche opperbevel besloot,
dat zij beter in andere gebieden konden worden ge
bruikt, over te brengen. De noodige instructies
werden gegeven om hieraan gevolg te geven, doch
in Londen is nog niet bekend hoevelen in feite op
die wijze overgebracht zijn.
In tegenstelling met het vermelde in het officieele
Engelsche communiqué konden volgens een be
richt uit Zweedsche bron wel slachtoffers gevallen
zijn bij de jongste inscheping der geallieerden.
De correspondent van „Aftonbladet" in Grong
zegt namelijk dat 30 man gedood en 60 gewond
zijn,, toen een Engelsche torpedobootjager, die het
terugtrekken uit Namsos dekte, getroffen werd
door een bom. De correspondent voegt hieraan toe,
dat. de geallieerde troepen weer scheep gingen onder
een hevig vuur van Duitsche vliegtuigen.
De aandacht is volgens Reuter thans gericht op
het gebied van Narvik. Men denkt dat de Noorsche
strijdkrachten en de geallieerde tropen in het hooge
noorden in een goede positie zijn om de onderwer
ping van Narvik zelf binnen zeer korten tijd tot
stand te brengen. De Dutischers in de haven zouden
gebrek hebben aan levensmiddelen en andere voor
raden, zoodat zij in groote moeilijkheden zouden
zijn.
VREDESGERÜCHTEN.
Aan de Zweedsche grens deed, aldus United
Press, het gerucht de ronde, dat het Noorsche op
perbevel binnenkort zou overwegen, of de strijd
al of niet voortgezet zal worden en dat het besluit
zou luiden de vijandelijkheden te staken. Ook vre-
desgeruchten deden de ronde, doch de woordvoer
der van de Noorsche lagatie te Stockholm heeft
dat onmiddellijk tegengesproken. De koning, de
regeering en het leger, aldus verklaarde hij, zijn
vastbesloten den strijd voort te zetten. Van demo
bilisatie kan geen sprake zijn en het verzet wordt
krachtigd gehandhaafd.
Ook te Berlijn werd, aldus United Press, ver-'
klaard, dat het praetisch onmogelijk is, dat Duitsch
land vredesonderhandelingen aankoopt met de re-
geering-Nygaardsvold. Van bevoegde zijde werd
verklaard, dat het, aangezien Duitschland een
scherp verschil maakt tusschen "de regeering en
den koning, niet onmogelijk is, dat Duitschland met
den koning over vrede onderhandelt. Voor het
oogenblik worden echter geen onderhandelingen
gevoerd en evenmin is een aanbod daartoe gg-
daan.
In een mededeeling van het Britsche mi
nisterie van oorlog wordt nog gezegd: „De
Noorsche opperbevelhebber is naar een niet
bekend gemaakte bestemming in Noorwegen
gebracht en een eventueele dagorder, waarin
melding wordt gemaakt va nonderhandelrngen
over een wapenstilstand, is blijkbaar zonder
zijn voorkennis uitgevaardigd".
(Adv. lngez. Med.)
In bedoelde dagorder wordt naar Unted Press
weet te melden, het volgende bekend gemaakt:
„Nu de Britsche en Fransche troepen om voor
ons onbekende redenen hebben besloten den te
genstand te staken en het gebied van midden-
Noorwegen hebben verlaten zonder het Noorsche
opperbevel van dit besluit op de hoogte te stellen,
waardoor de flank bij Namsos niet meer werd ge
dékt, blijft ons slechts over de wapens neer te leg
gen. Wij hebbe nslechts genoeg munitie om nog
één dag door te vechten, zoodat elke verdere tegen
stand een algeheele vernietiging van alle civiele en
militaire punten in de streek ten noorden van
Trondelag beteekent. Een voorstel tot het sluiten
van een wapenstilstand is naar het Duitsche op
perbevel te Drontheim verzonden Het is een harde
plicht voor mij u hiervan op de hoogte te stellen".
RÖROS NOG IN NOORSCHE HANDEN.
Een Reuterbericht uit Tjalnas aan de Zweedsche
grens meldt dat het in het begin van deze week door
de Duitschers ontruimde Röros nog steeds in Noor
sche handen is. Nabij Os, 10 mijl ten zuiden van
Röros, waar de Noren hardnekkig tegenstand bie
den, werd gisterochtend hevig kanongebulder ge
hoord. Den avond tevoren is een Duitsche afdeeling
ter sterkte van 400 man, die Röros weder trachtte
binnen te dringen, door de Noren en de Zweedsche
vrijwilligers teruggedrongen. Intusschen rukken,
naar verluidt, kleine Duitsche afdeelingen van
Drontheim uit naar het zuiden op.
De bewoners van Röros hebben een toevlucht ge
zocht in Berghutten, waar zij den dag doorbrengen,
om slechts des nachts naar de stad terug te keeren.
De weg van Röros naar de Zweedsche grens is even
eens nog steeds in Noorsche handen, doch zij is
tengevolge van de smeltende sneeuw moeilijk be
gaanbaar.
Volgens een United Press bericht uit Röros
hebben de Noren een gevecht geleverd tegen de
Duitschers, dat vier uren duurde, toen deze
laatsten van Storen uit naar Röros oprukten.
Naar verluidt zouden de Duitschers tweehon
derd man verloren hebben, de Noren daaren
tegen slechts tien bij het gevecht in de berg
pas van Rognes. Tegelijkertijd werd strijd ge
leverd ten zuiden van Röros bij Os. De Duit
schers zoudendaar terugtrekken op Tynset
teneinde versterkingen af te wachten.
ENGELSCHE LUCHTMACHT
OPNIEUW IN ACTIE.
Een communiqué van het Britsche ministerie van
luchtvaart deelt mee, dat het Deensche vliegveld te
Ry in het Noorden van Jutland, dat door den vijand
druk werd gebruikt voor zijn operaties in Noor
wegen, met succes door de Britsche luchtmacht
aangevallen en gebombardeerd is.
De aanval begon Donderdagavond en duurde tot
het aanbreken van den dag. Andere aanvallen zijn
gdaan op Stavanger bij dag en op Fornebu bij
nacht. Een groot aantal vliegtuigen heeft bescher
ming verleend tegen aanvallen uit de lucht op de
convooien in welke de Britsche troepen uit Andels
nes zijn vertrokken. Bij al deze operaties is geen
Britsch vliegtuig verloren gegaan.
Reuter bericht uit Londen, dat de Britsche vlieg
tuigen, die hebben deelgenomen aan het laatste
bombardement van Stavanger, slechts weinig verzet
hebben ontmoet.
Men schrijft dit in de Engelsche hoofdstad toe
aan de kracht van vorige aanvallen. De meeste ge
bouwen om het vliegveld zijn verbrand. Boven For-,
nebu, het vliegveld bij Oslo genoten de Britsche
toestellen een warmer ontvangst, doch vier bom
men werden in de onmiddellijke nabijheid van de
grootste hangar geworpen en zij moeten hier aan-
zeinlijke schade hebben aangericht.
Omtrent deze Britsche luchtaanvallen meldt het
Duitsche Nieuwsbureau, dat Engelsche toestellen
Donderdag het vliegveld van Stavanger hebben aan
gevallen, terwijl des avonds twee los van elkander
staande aanvallen werden ondernomen op het vlieg
veld Ry in Denemarken. In den nacht van 2 op 3
Mei verschenen vijandelijke vliegtuigen ook boven
het vliegveld Fornebu bij Oslo. Aangezien het Duit
sche afweervuur tijdig en met effect in actie trad,
mislukten al deze aanvallen. De blindelings neer
geworpen gewone en brandbommen aldus het D.
N. B. richtten geen schade aan, alleen een schuur
ging bij het vliegveld Ry in vlammen op, daar ten
gevolge van de brandbommen een kleine opper
vlakte heide in brand was gevlogen. De brand zelf
kon terstond gebluscht worden.
Minister De Geer voor de radio.
De Minister-President heeft hedenmiddag te één
uur een kort woord gesproken voor de radio. Zijn
toespraak werd door de Nederlandschc omroep-
zenders en voor de overzeesche gebiedsdeelen des
rijks door de rijkszenders en de Phohizcnders uit
gezonden.
De uitzending zal vanavond na de nieuwsberich
ten van acht uur worden herhaald.
Koning Haakon heeft zijn land
niet verlaten.
Noorsche regeering evenmin vertrokken.
STOCKHOLM 4 Mei. (Havas) Het Noorsche
Telegraafagentschap deelt mede dat alle in het
buitenland verspreide berichten volgens welke
de koning en de regeering van Noorwegen het
land zouden hebben verlaten op de mest stellige
wijze worden tegengesproken.
Engeland onderschat den vijand niet,
zegl Simon.
„Tegenstander van enorme kracht".
De Britsche minister van Financiën. Sir John
Simon, heeft Vrijdag voor een liberale vergade
ring in Londen een redevoering uitgesproken.
Daarbij veroorloofde hij zich twee commenta
ren, vooruitloopende op de parlementaire debat
ten van de volgende week. In de eerste plaats
sprekende in het bezit van de volledige inlich
tingen, die alleen een lid van het oorlogskabinet
tot zijn beschikking heeft, zeide hij te vertrou
wen dat wanneer de volledige positie onthuld
werd het onpartijdige oordeel van het publiek zou
zijn dat de terugtrekking uit Zuid-Noorwegen
verstandig was en ondernomen was op grond van
den besten raad.
Het tweede commentaar was dat wanneer
iemand geneigd zou zijn om zijn critiek te
richten op een bepaalden minister hij ernstig
teleurgesteld zou worden.
Voortgaande zeide Simon dat het nooit een En-
gelsch gebrek was geweest de kwaliteit van den
vijand te laag aan te slaan. Begrepen wordt dat
het hoofd moet worden geboden aan een tegen
stander van enorme kracht, die omver gewor
pen moet worden en die georganiseerd is en voor
bereid tot den laatst mogelijken graad voor de
worsteling. De tweede overweging van spreker
was de weergalooze eenheid en vastberadenheid,
waarmee het Engelsche volk en het overzeesche
gemeenebest aan de uitdaging het hoofd biedt.
Geen offer is te groot om deze bedreiging voor de
vrijheid te vernietigen. Hoe het getij ook moge
zijn, aldus spreker, wij zullen het doorstaan tot
den dag der overwinning.
en brilliant optreden. En onder de Engelschen zelf
is men vaak wat al te overtuigd van het met hu
mor uitgesproken maar zeer algemeen aanvaarde
woord: „we'll muddle through"wij modderen
ons er wel door. Hetgeen zijn aansluiting vindt in
een populaire opvatting, die overigens op onvol
doende historische waarborgen rust: „In een oor
log verliezen wij alle veldslagen behalve den laat
sten". Dergelijke gedachten moeten een Duitscher
wel met stomme verbazing vervullen en een
Franschman ongeduldig de schouders doen ophalen.
Maar er is tijdens den wereldoorlog aan Engel
sche zijde ook heel wat „muddie" geweest eer men
tot krachtige organisatie op velerlei gebied kwam en
daarom behoeft het niet te verbazen als er nu weer
heel wat hapert. Het tempo van de Duitschers
heeft de Engelsche leiding blijkbaar nog geenszins
bereikt. Wellicht is dit de voornaamste verklaring
van de in Noorwegen ondervonden tegenslagen. Éet
kan daarbij verwondering wekken dat de Franschen,
die altijd over veel beter en veel meer militaire
leiders beschikt hebben, daar de leiding niet in han
den hebben. Misschien zal daar wel verandering in
komen.
R. P.
Visschersvrouwen ,uichten Z. K. H. Prins Bernherd hartelijk loe bij het betreden ven den ZeezwaluwhoHe Scheyeningen, waar
de Prms Vrijdag tegenwoordig wes bij de otficiocle opening van bet nromve sebooJgefeoew ven bet Nederlandse*) Locbtvaaet