Bezet Nederlandsch gebied onder
Duitsch militair bestuur
Oproep aan de burgerij
Kassenscheine eenig wettig Duitsch betaalmiddel
Giroverkeer is weer vrij.
ZATERDAG 18 MEI 1940
Verschillende
bekendmakingen
AMSTERDAM, 17 Mt>L
De opperbevelhebber van het Duitsche leger en
de opperbevelhebber van de legergroep in Neder-
'and hebben een aantal verordeningen uitgegeven,
daaraan de bevolking der bezette gebieden van
Nederland, België en Luxemburg zich stipt moe
ten houden.
Oproep aan de bevolking van Nederland.
Het door de Duitsche troepen bezette Neder
landsche gebied wordt onder het Duitsche mi
litair-bestuur geplaatst.
De legerbevelhebbers zullen de maatrege
len, noodig voor de veiligheid der troepen en
voor de bestendiging van rust en orde, uit
vaardigen.
De troepen zijn gehouden, de bevolking,
voor zooverre zij zich vreedzaam betoont, on
der alle opzichten te ontzien en haar eigendom
te eerbiedigen.
In geval van loyale samenwerking met de
Duitsche overheden zullen de openbare bestu
ren op hun post gelaten worden. Van het ge
rond verstand en het inzicht der bevolking
verwacht ik, dat zy alle onbezonnen handelin
gen, eiken aard van sabotage, van lijdzamen
of daadwerkelijken weerstand aan de Duitsche
Weermacht zal nalaten.
Alle verordeningen van het Duitsche mili
tair-bestuur zijn stipt en onvoorwaardelijk te
volgen. Het zou de Duitsche weermacht spij
ten, indien zij zich, gedwongen door vijande
lijke handelingen van onverantwoordelijke
elementen der burgerbevolking, tot scherpe
maatregelen tegen de gansche burgerbevol
king moest genoodzaakt zien.
Dat ieder aan zijn arbeid en op zijn post
blijve; dan dient hij niet alleen zijn eigenbe
lang, maar de belangen van zijn volk en van
zijn vaderland.
De Opperbevelhebber van het
Duitsche leger.
VERORDENING BETREFFENDE HET
BEZIT VAN WAPENS IN HET BE
ZETTE GEBIED.
1. Alle vuurwapens en munitie, handgranaten,
explosieve stoffen, en ieder ander oorlogstuig
moeten afgeleverd worden.
De aflevering moet binnen 24 uur op het naaste
Duitsche veld- of plaatselijk commando gebeuren,
voor zooverre ter plaatse niet anders bepaald is.
De burgemeesters worden verantwoordelijk ge
steld voor de stipte uitvoering van dit bevel. De
bevelhebbers der Duitsche troepen hebben het
recht, uitzonderingen toe te laten.
2. Wie vuurwapens, munitie, handgranten, ex
plosieve stoffen of ander oorlogstuig bezit, in te
genstelling met deze verordening, wordt met den
dood of dwangarbeid, in gevallen van minider ge-
wicht met gevangenisstraf, gestraft.
3. Wie op eenigerlei wijze in het bezette gebied
tegen het Duitsche leger geweld gebruikt, wordt
met den dood gestraft.
De Opperbevelhebber van het
Duitsche leger.
VERORDENING OVER DEN VERKOOP
EN HET BETREKKEN VAN LEVENS
MIDDELEN EN GEBRUIKSARTIKE
LEN VAN ALLEN AARD IN HET BE
ZETTE GEBIED.
Bij machtiging van den Opperbevelhebber van
het Duitsche leger bepalen wij,"1 in het belang van
de geordende en rechtvaardige verdeeling van le
vensmiddelen over het bezette gebie'd, als, volgt:
li' Levensmiddelen en gebruiksartikelen mogen
slechts in eene, met het normale gebruik gelijk
staande hoeveelheid, verkocht of betrokken wor
den.
2. Hamsteren (d.i. ongewoon hooge inkoopen of
bovenmatige bevoorrading) is verboden.
3. De Duitsche soldaten en rijksburgers zijn ge
houden deze bepalingen in acht te nemen. Zij mo
gen slechts voor hunne eigene onmiddellijke be
hoeften koopen en dit tegen contante betaling.
Slechts bij grootere bestellingen (hooger dan
R.M. 500.j kan door den bevelhebber der koo-
pende eenheid met een leveringsbewijs worden
voldaan.
4. Elk vergrijp tegen deze bepalingen zal ge
straft worden.
De Opperbevelhebber der
legergroep.
VERORDENING OVER HET VERBOD
BETREFFENDE DE VERHOOGING
DER PRIJZEN.
Bij machtiging van den Opperbevelhebber der
Duitsche weermacht verordenen wij als volgt:
Par. 1. De op het oogenblik der bezetting gel
dende prijzen en vergoedingen voor alle noodza
kelijke artikelen, voor den ganschen landbouw als
voor de nijverheidsvoortbrengselen, evenzeer voor
het goederenverkeer van eiken aard in de door het
Duitsche leger bezette gebieden, en in het verkeer
van deze gebieden met het Duitsche rijksgebied,
wogen niet verhoogd worden.
Verdragen, die door de beide verdragsluitenden
vervuld zijn, vallen niet onder deze bepaling.
Bar. 2. Het is verboden handelingen te verrich
ten door welke rechtstreeks of niet-rechtstreeks, de
voorschriften, vastgelegd in par. 1, ontdoken wor
den, of kunnen ontdoken worden.
Als verhooging van prijs of vergoeding wordt
ook beschouwd elke rechtstreeksche of niet-recht-
streeksche vermindering der tegenprestatie, in het
hijzonder voor wat betreft de betalings- of leve
ringsvoorwaarden, evenals de ongerechtvaardigde
weigering waren te fabriceeren of te leveren.
Bar. 3. Voor zoover, uit gerechtvaardigden eco-
nomischen grond, of teneinde onbillijke hardheid
te vermijden, bevorderlijk is, kan de plaatselijk-
verantwoordelijke „Oberfeldkommandant" of het
door mij aangestelde bureel uitzonderingen toela
ten of verordenen.
Bar. 4. Wie handelt tegen de voorschriften dezer
verordening, of tegen de tot hare uitvoering uitge
vaardigde voorschriften en aan wijzigingen, zal ge
straft worden met geldboeten tot 30.000 R.M. en
Wet gevangenisstraffen tot 6 weken of met een de
zer straffen, in zooverre niet andere wetsteksten
oen hoogere strafmaat bepalen. Ook kunnen de te
gen de voorschriften in prijs verhoogde artikelen
in beslag genomen worden.
De Opperbevelhebber der
legergroep.
VERORDENING OVER DE INVOERING
VAN HET DUITSCHE STRAFRECHT
EN VAN DE STRAFRECHTERLIJKE
BEPALINGEN IN DE DOOR DE DUIT
SCHE TROEPEN BEZETTE GEBIEDEN
VAN BELGIë, HOLLAND EN LUXEM
BURG.
Bij machtiging van den Opperbevelhebber van
het Duitsche leger bepalen wij als volgt:
Par. 1. In zooverre een handeling, die volgens
het Duitsche recht strafbaar is, aan het oordeel
van krijgsraden of bijzondere rechtbanken onder
worpen wordt, geldt het Duitsche strafrecht.
Par. 2. Het reizen uit de door de Duitsche troe
pen bezette gebieden van Nederland, België of
Luxemburg kan slechts toegelaten worden door de
plaatselijk-verantwoordelijke orts- of feldkom-
mandanten.
Dieper ingrijpende landsrechterlijke beperkingen
blijven geldig.
Par. 3. Elk verkeer van onbevoegden met krijgs-
of burgerlijke gevangenen, die zioh in de macht en
onder hoede van de Duitsche weermacht of be
ambten bevinden, wordt gestraft.
Par. 4. Samenscholingen op straten of openbare
pleinen, het beleggen, houden van, of deelnemen
aan openbare vergaderingen of optochten, het ver
spreiden en drukken van vlugschriften zal gestraft
worden. Uitzonderingen hierop kunnen door den
plaatselijk-verantwoordelij ken bevelhebber toe
gelaten worden.
Par. 5. Wie het werk neerlegt, met de bedoeling
hierdoor de belangen der Duitsche bezetting te
schaden, wie anderen dwingt het werk te staken
of hen bij het werken tracht te hinderen, zal ge
straft worden.
Par. 6. Wie in dagbladen of tijdschriften berich
ten openbaar maakt, die voor het Duitsche rijk
schadelijk kunnen zijn, of wier openbaarmaking
door het militair-bestuur verboden is. wordt ge
straft.
Pay. 7. Wie niet-Duitsche radio-uitzendin
gen 'beluistert, hetzij in het openbaar hetzij
gemeenschappelijk, of wie de mogelijkheid
hiertoe schept, wordt gestraft.
Uitzonderingen hierop maken de niet-
Duitsche zenders, die door het Duitsche mili
tair-bestuur door openbare bekendmaking
toegelaten zijn.
Par. 8. Wie radioberichten, of welke berichten
dan ook verspreidt, welke een vijandelijk karakter
tegenover Duitschland dragen, wordt gestraft.
Par. 9. Deze verordening treedt met haai- afkon
diging in werking.
De Opperbevelhebber der Legergroep.
Bekendmaking voor het bezette gebied.
Bij machtiging van den Oppei'bevelhebber van het
Duitsche leger maak ik bekend:
I. De Duitsche weermacht waarborgt de inwoners
volledige veiligheid van persoon en eigendom, wie
zich rustig en vreedzaam gedraagt, heeft niets te
vreezen.
II. Gewelddaden en sabotage worden met de
zwaarste straffen bedreigd. Als sabotage wordt ook
beschouwd: elke beschadiging of vernietiging van
oogstproducten, voorraden of aanplantingen, cue
voor het bezettende leger van belang zijn, evenals
het afscheuren of beschadigen van plakkaten of be
kendmakingen.
Onder bijzondere bescherming van de Duitsche
weermacht staan: gas-, water- en electriciteitswer-
ken, spoorwegen en sluizen evenals kunstwerken.
III. De inlevering van wapens en munitie is door
bijzondere bekendmaking bevolen. Voor herinne
ringswapens, buiten gebruik, is deze verordening
niet van kracht. Jachtgeweren moeten onder op
gave van naam, beroep en woonplaats van den eige
naar worden ingeleverd bij den burgemeester, die
voor de bewaring verantwoordelijk is.
IV. Door het krijgsgerecht wordt gestraft:
1. Elke ondersteuning van niet-Duitsche militairen
in het bezette gebied.
2. Iedere hulp verleend aan burgers, die het be
zette gebied willen ontvluchten.
3. Elke inlichting, verschaft aan personen of in
stellingen buiten het bezette gebied, welke de'Duit
sche weermacht of het rijk zou kunnen schaden.
4. Elk verkeer met krijgsgevangenen.
5. Elke beleediging van personen, welke tot de
Duitsche weermacht behooren, en van de Duitsche
weermacht als dusdanig.
6. Samenscholingen op de straat, het verspreiden
van vlugschriften, het beleggen van openbare er-
gaderingen en optochten, welke niet tevoren door
de Duitsche legerleiding toegelaten zijn, evenals elke
andere betooging, welke tegen Duitschland is ge
richt.
7. Opruiing tot staking, het moedwil1-'ge nederleg-
gen van den arbeid, werkstakirtg en het verhinde
ren van werkwillige elementen.
V. De staats- en gemeentebesturen, politie en
scholen zijn 'verplicht, op normale wijze verder te
werken. Hiermede wordt de eigene bevolking ge
diend. De leiders dezer instellingen zijn voor loyale
houding ten overstaan van de bezettende macht
verantwoordelijk. De personen aangesteld in open
baren dienst zullen hun wedde verder genieten.
VI. Alle nijvex-heidsinstellingen, handelszaken en
banken moeten in het belang der bevolking open
gehouden worden. De 'sluiting dezer, zonder gel
dige reden, wordt gestraft.
VII. In het belang van een geordende en gelijk
matige bevoorrading der bevolking is het hamste
ren van waren of van artikelen voor het dagelijksch
gebruik (elke overmatige bevoorrading) streng ver
boden. Elke" handeling in strijd met deze, wordt als
sabotage beschouwd en gestraft. Het voor de dage-
lijksche levensbehoeften van de burgerbevolking
noodige verkeer, bijzonder ook het marktverkeer,
zal, inzooverre de militaire verhoudingen het toe
laten, niet verhinderd worden.
Producenten en handelaars van levensbehoeften
zijn verplicht, hun bedrijf als voorheen uit te oefe
nen en hun waren aan de verbruikers af te leveren
en aan huis te brengen, voorzoover dit gebruike
lijk was.
VIII. De verhooging van prijzen en vergoe
dingen van eiken aard evenals van loonen over het
peil, op den dag der bezetting vastgesteld, is ver
boden, in zooverre geen uitzonderingen uitdrukke
lijk toegelaten zijn.
IX. De wisselkoers wordt als volgt vastgelegd:
Voor Rijksnederland: 1 gulden is 1.50 Reichs-
mark.
Voor België: 1 Belga is 0.50 Reichsmark.
Voor Luxemburg: 1 Luxemburgsche frank is
0.10 Reichsmark.
De toepassing van een anderen wisselkoers
wordt gestraft.
Duitsche evenals inheemsche geldwaarden
moeten aangenomen worden. Men wordt ge
waarschuwd, niet andere Duitsche geldsoorten
in ontvangst te nemen, aangezien deze, daar
zij uit Duitschland gesmokkeld zijn, niet om
gewisseld kunnen worden, en daarom geen
waarde hebben.
X. De weermacht en de personen daartoe behoo-
rende, zullen hun inkoopen contant betalen. Dit geldt
eveneens voor incidenteel door de burgerbevolking
geleerden arbeid. Slechts bij bedragen, hooger dan
500 rijksmark, of een daarmee gelijkstaand bedrag,
zal de betaling door de Duitsche militaire overheden
geschieden op vertoon van bescheiden door de Duit
sche weermacht afgeleverd.
De Opperbevelhebber der Legergroep.
Vertrouwen in onze bevolking.
Streven naar samenwerking
'S-GRAVENHAGE. 16 Mei. (A.N.P.) De Duit
sche autoriteiten, die het nuttig hebben geoor
deeld, op gezette tijden in contact te treden
met de Nederlandsche pers, hebben vanavond
in een persconferentie een toelichting gegeven
op het streven van den Duitschen militairen
bevelhebber in Nederland naar wederzijdsch
vertrouwen tusschen het bezettingsleger en de
burgerij.
De vertegenwoordiger van den bevelhebber wees er
op dat in de laatste maanden een al te scherpe toon
tegen Duitschland in de Nederlandsche pers
tot uiting was gekomen, doch dat de Duitsche
bevelhebber daarover „de spons wilde halen" en
naar een wederzijdsch vertrouwen wil streven, in
de overtuiging, dat de Nederlandsche bevolking
zich dit vertrouwen waardig zal toonen.
Hij deelde voorts mede, dat vandaag tusschen
den Nederlandschen opperbevelhebber en den
Duitschen bevelhebber was overeengekomen, dat
een wederzijdsche verplichting tot groeten van
meerderen door de militairen van beide legers
wordt ingevoerd. Dit is te beschouwen als een
bewijs dat de Duitsche weermacht de Neder
landsche soldaten eert, en de bevelhebber
wenscht deze wederkeerige achting ook op de
burgerij over te dragen.
Natuurlijk zal het noodig zijn eenige beper
king voor de pers ten aanzien van publicaties in
te voeren, doch dit zal alleen geschieden op
strategische en niet op politieke gronden. Met de
binnenlandsche politiek wenscht de Duitsche
bevelhebber zich niet in te laten.
Omtrent den Nederlandschen soldaat merkte
de vertegenwoordiger van den bevelhebber nog
op, dat deze zich als een eerlijke en dappere
strijder heeft doen kennen. Daarom wordt hij
geacht. Maar, vervolgde spreker, omgekeerd
dient de Duitsche weermacht eveneens geacht
te worden, daar geen enkele daad in strijd met
het oorlogsrecht is gepleegd, in tegenstelling met
hetgeen beweerd is. o.a. ten opzichte van de
parachutetroepen. Deze waren gekleed in de
speciale uniform van hun corps. Wij hebb,en,
aldus spreker, verzocht een bewijs van het
tegendeel te willen leveren. Dit is echter niet
gelukt, zooidat hieruit geconcludeerd mag wor
den, dat hetgeen hierover Ls gezegd, berustte op
een bewuste of onbewuste leugen.
Kapitein Frank, de vertegenwoordiger van den
Duitschen bevelhebber, vervolgde zijn uiteen
zetting met een vergelijking tusschen de Duit
sche en Engelsche methoden van bombardeeren
uit de lucht. De Duitsche luchtmacht, zoo ver
klaarde hij. heeft nog nimmer nachtelijke bom
bardementen uitgevoerd, in tegenstelling met de
Engelsche luchtmacht, die daarbij het doel niet
kon zien en daarom niet zeker kon zijn van de
gevolgen. Wij, aldus spreker, passen eerlijker
methoden toe dan de Engelschen. Als bewijs
hiervan werd door een anderen Duitschen offi
cier de verklaring van den Duitschen militairen
bevelhebber betreffende de gevechtshandelingen
in Rotterdam van 10 tot 14 Mei 1940 voorge
lezen.
Tenslotte sprak de heer W. Janke, van de pers-
afdeeling van de Duitsche legatie, die nogmaals
den nadruk legde op de groote waarde welke
door den Duitschen militairen bevelhebber in
Nederland wordt gehecht aan het spoedig ont
staan van een wederzijdsch vertrouwen tusschen
de Nederlandsche bevolking en het Duitsche
bezettingsleger. Als bewijs hiervoor voerde hij
aan de groote mate van vrijheid, welke aan de
pers binnen zekere grenzen wordt gelaten, als
mede op de zoojuist afgekondigde verordening
van den Duitschen bevelhebber inzake bewe
gingsvrijheid van de bevolking na het intreden
van de duisternis en het openstellen der cafés
voor den verkoop van alcoholhoudende dran
ken, en op het feit, dat de Nederlandsche politie
met volle bewapening in functie is.
Na het feit vermeld te hebben, dat 850 Duit
sche krijgsgevangenen naar Engeland zijn over
gebracht, verklaarde de heer Janke tenslotte dat
de oorlog voor ons land niet alleen formeel, doch
ook de facto als afgeloopen kan worden be
schouwd. nu de kustbescherming, waaraan dooi
de Duitsche troepen hard is gewerkt, reeds pa
raat staat. Geen succes belovende Engelsche
aanval ral nu meer gevreesd behoeven te wor
den.
Prof. dr. P. Th. L. Kan overleden*
LEIDEN, 17 Mei. Na een langdurig ziekbed
is alhier in den ouderdom van 68 .jaar overleden
prof. dr. P. Th. L. Kan, oud-hoogleeraar in de
keel-, n--us- en oorheelkunde, aan de Leidsche
universiteit. Hij was ridder in de Orde van den
Nederlandschen Le^uw.
In 1899 behaalde hij te Amsterdam den doctors
titel, waarna nog in hetzelfde jaar zijn benoeming
als privaatdocent in de keel-, neus- en oorheel
kunde aan de Leidsche universiteit volgde. Ver
volgens w"rd hij in 1907 buitengewoon hoogleeraar
en was hij van 19201929 gewoon hoogleeraar aan
'die universiteit.
MAANDAG WEER BEURS VAN KOOPHANDEL
TE AMSTERDAM.
AMSTERDAM, 17 Mei. Met ingang van Maan
dag 20 Mei 1940, zal de beurs van Koophandel
weder op de gewone uren worden ge/houden.
(A.N.P.)
Men neme geen Reichsmarkhiljetten aan.
's-GRAVENHAGE, 17 Mei. In opdracht
van het commando van de Duitsche leger
groep wordt het volgende bekend gemaakt:
Op aanwijzing van de officieele Neder
landsche instanties zijn de plaatselijk aan
wezige voorraden betalingsmiddelen in groo
te hoeveelheid centraal naar Den Haag te
ruggetrokken. Door dezen maatregel is een
aanzienlijk gebrek aan betalingsmiddelen in
het bezette gebied ontstaan, dat het economi
sche leven in gevaar brengt.
De in Nederland bevelvoerende legergroep
heeft van den eersten dag alle van haar afhan
kelijke maatregelen genomen om het betalings
verkeer weer op gang te brengen en het voor de
bevolking ontstane gebrek te verminderen. Tot
dit doel heeft zij tot nu toe reeds op verzoek van
het gemeentebestuur betalingsmiddelen (Reichs-
kreditkassenscheine) als leening ter beschik
king gesteld. De legergroep verwacht, dat de
bevolking de in haar belang genomen maatre
gelen op elke wijze ondersteunt, Elk hamsteren
van betalingsmiddelen zal opnieuw stremmingen
in het betalingsverkeer met zich medebrengen
en is daarom onder alle omstandigheden te ver
mijden. Daar aan de Nederlandsche autoriteiten
principieel het beheer over de openbare finan
ciën wordt gelaten, wordt van hen verwacht, dat
zij de aanwezige betalingsmiddelen via de ban
ken of op andere wijze aanstonds in omloop zul
len brengen. De banken moeten harerzijds de op
haar tot dusverre rustende functies op het ge
bied van het 'betalingsverkeer aanstonds weder
op zich nemen.
De legergroep wijst er verer op. dat naast
den gulden alleen de Reichskreditkassen-
scheine wettelijk betaalmiddel in den zin
van de verordening van den opperbevelheb
ber van het leger van 10 Mei 1940 zijn.
Slechts voor de Reichskredictkassenscheine
geldt de door deze verordening vastgestelde
valuta-verhouding 1 gulden R.m, 1.50.
De bevolking wordt gewaarschuwd, andere
betalingsmiddelen, in het bijzonder Reichs-
mark-biljetten, niet aan te nemen.
Het inwisselen van Reichsmark-biljetten in
Reichskreditkassenscheine is voor de bevolking
van het bezette gebied verboden. Een zoodanige
inwisseling geschiedt cok niet door de comman
do's te velde en de plaatselijke commando's.
Volgens de voorloopige deviezenverordening
van 10 Mei 1940 is het o.a. verboden Reichsmark-
geldsoorten uit het bezette gebied naar het
Reichsgebied of naar het buitenland mede te
nemen of te verzenden. Dit geldt in de eerste
plaats ook voor Reichskreditkassenscheine.
Voor zoover het in een enkel geval aan personen
bij uitzondering wordt toegestaan geldbedragen
naar het Reichsgebied mede te nemen, moeten
deze personen Reichskreditkassenscheine bij de
Duitsche douanegrenskantoren tegen Reichs-
markbiljetten inwisselen.
De legergroep wijst er opnieuw op, dat troe
penon dendeelen en afzonderlijke tot de weer
macht toehoorende personen geen Reichsmark
hiljetten naar het toezette getoied en geen Reichs-
kreditkassenscheine toij het. vertrek uit het be-
Omgang tusschen Duitsche
militairen en Nederlandsche
burgers.
's GRAVENHAGE 17 Mei. Door een betreu
renswaardig misverstand is hier en daar de opvat
ting ontstaan, dat de omgang tusschen Duitsche
militaire personen en het Nederlandsche publiek
ongewenscht of zelfs verboden is. Daartegenover
moet worden vastgesteld, dat voor een dergelijken
maatregel niet de geringste reden aanwezig is.
Veeleer kan met voldoening worden geconstateerd,
dat onmiddellijk na net staken der vijandelijkheden
normale en veelal vriendschappelijke betrekkingen
tusschen de Duitsche militairen en de burgerbevol-
'king zijn tot stand gekomen.
Even verheugend is de samenwerking tusschen de
Duitsche militaire diensten eenerzijds en de Neder
landsche militaire en burgerlijke overheid ander
zijds bij den oogenblikkelijk begonnen opbouw van
den vredesarbeid. (A. N. P.)
E. DU PERRON OVERLEDEN.
Te Bergen in Noord-Holland, waar hij den
laatsten tijd verbleef, is tengevolge van een
hartaanval overleden, in den leeftijd van 40 jaar
de letterkundige E. du Perron.
Van zijn werken noemen we eenige dichtbun
dels, den verhalenbundel „Bij Gebrek aan Ernst"
zijn „Uren met Dirk Coster", den bundel essays
„De Smalle Mens", de romans „Het Land van
Herkomst" en ..Schandaal in Holland" en zijl)
werken over Muitatuli. Du Perron is redacteur
van „Forum" geweest, dat hij samen met Ter
Braak oprichtte.
HOLANDSCHE HYPOTHEEKBANK N.V.
In de Vrijdag te Amsterdam gehouden jaarlijk-
sche algemeene" vergadering van aandeelhouders,
werd het jaarverslag over het boekjaar 1939 met
de balans per 31 December 1939 en de winst- en
verliesrekening over het boekjaar 1939
keurd.
De winst bedroeg f 179.781.98.
Hoewel de in het afgeloopen boekjaar door de
vennootschap gemaakte bedrijfswinst het uitkee-
ren van een dividend zeer zeker zou veroorloven,
heeft het bestuur, met het oog op de zeer onzekere
tijdsomstandigheden, gemeend zich van een voorstel
daartoe te moeten onthouden.
zette gebied mogen medenemen. Aanwezige be
dragen moeten bij de Duitsche douane-grens-
kantoren tegen de toe te laten geldsoorten wor
den ingewisseld.
's GRAVENHAGE 17 Mei. Aan de post- en
belastingkantoren wordt medegedeeld,, dat naast do
Nederlandsche munten, zilverbons en bankbiljetten
alleen de Duitsche Reichskreditkassenscheine wet
tig betaalmiddel zijn. Voor de laatsten bedraagt do
koers als bekend reichsmark 1,50 1 gulden. Het
voorgaande houdt in, dat Duitsche rijksbankbiljet-
ten g e en wettig betaalmiddel zijn en mitsdien
door niemend als betaalmiddel in ontvangst behoe
ven te worden genomen. Post- en belastingkantoren
zullen deze rijksbankbiljetten niet meer in betaling
of ter inwisseling aannemen (A. N. P.)
Voor chèques blijven verschillende
beperkingen bestaan.
In verband met de uitvoering „Besluit Banken-
moratorium", welk besluit in beginsel ook van toe
passing is op den Postchèque- en Girodienst, deelt
de dmecteur van dien dienst in overleg met het
departement van Financiën het volgende mede:
1. Het giroverkeer is geheel vrij. Rekening
houders kunnen derhalve zonder beperking
bedragen uit het tegoed van hun postrekenin
gen doen overschrijven.
2. Rijkscomptabelen, overheidsinstellingen, dien
sten en bedrijven e.d., alsmede de algemeene ban
ken, kunnen ook door middel van cheques zonder
beperking over het tegoed van de postrekening be
schikken.
3. Alle overige rekeninghouders mogen uit het
tegoed van hun postrekeningen door middel van
chêques over geen grooter bedrag beschikken dan
is aangegeven in artikel 2, onder 2, van genoemd
besluit, namelijk:
a. 3 pet. per maand van het op 10 Mei jl. bij
den aanvang van den dienst aanwezige te
goed, of
b. ten hoogste f 50 per week.
4. De beschikkingen, bedoeld in punt 3, onder
b, kunnen telkens met een tusschenruimte van een
week worden uitgevoerd. Wordt in een week geen
beschikking uitgevoerd, dan mag desondanks in
een volgend wekelijksch tijdvak het bedrag van
f 50 niet worden overschreden.
5. Hoewel ingevolge artikel 2, onder 3, van het
„Besluit Bankenmoratorium" voor een aantal al
daar genoemde betalingen (loonen, salarissen, hu
ren, belasting e.d.m.) de vrije beschikking over
het tegoed is gehandhaafd, kan door den Postche
que- en Girodienst in dezen bij de behandeling
van chêque-adviezen niet in beoordeeling worden
getreden. Ook hiervoor blijft mitsdien bij het op
nemen van bedragen, voor zooveel de postreke
ningen betreft, de in punt 3 aangegeven beperking
gelden. Zij, die voor dergelijke betalingen bedragen
moeten opnemen, dienen deze te doen overschrij-
van op de rekening van hun bankinstelling. Het
opnemen van contanten moet alsdan door tus-
schenkomst van deze bankinstelling plaats vinden,
waarbij de noodige bewijsstukken moeten worden
overgelegd.
Met het oog hierop is aan de bankinstellingen
de vrije beschikking per cheque gelaten. Zie punt 2
6. Cheques,, waarvan de adviezen bij het in wer
king treden van het „Besluit Bankonmoratorium"
reeds ten girokantore waren geboekt en thans op
de kantoren der posterijen aanwezig zijn, kunnen
door deze kantoren normaal worden uitbetaald.
7. Op het Centrale Giro-kantoor te 's-Graven-
hage kan geen uitbetaling van chèques worden
verkregen. (A.N.P.)
i zilverbons yag £1.— en £2.50 zijn in omloop gebracht*
Iets over de rtieecultuur.
Zooals men weet wordt o.m. in Indië veel thee
verbouwd. Bij het begin van het regenseizoen
wordt het theezaad geplant. Is men niet zeker
van de kwaliteit van het zaad dan geschiedt het
planten eerst in kweekbedden, zoodat later een.
selectie mogelijk is. Alleen de krachtige, jonge
plantjes worden dan in de tuinen uitgeplant.
Is het zaad van eerste kwaliteit dan wordt het
van de kiembedden dadelijk in de tuinen over
gebracht. Men plant dan meestal twee zaden,
naast elkaar voor het geval één van beide mis
lukt. Zijn beide goed, dan wordt één van de
plantjes later gebruikt om hiaten in den tuin
aan te vullen.
Het overplanten eischt een zeer zorgvuldige
behandeling.
Het 'meest practisehe plantverband is geble
ken te zijn 6000 planten per bouw of 8090 per
H.A. Dan kunnen, zelfs bij geheele ontwikkeling
van de planten de pluksters er nog gemakkelijk
tusschendoor.
Het onderhoud van een theetuin eischt groote
zorg en voortdurend toezicht. Is de aanplant on
geveer drie tot vier voet hoog dan geschiedt de
eerste snoei. De tweede snoei heeft plaats na
één of anderhalf jaar. Deze is van groot belang
omdat de plant nu zulk een vorm moet krijgen
dat later nog enkele malen een diepe snoei kan
plaats hebben, zonder dat de vorm verloren gaat.
De plant moet nl. een tafelvorm hebben om
zooveel mogelijk blad te kunnen produceeren. Is
de pluktijk aangebroken dan nemen de pluk
sters het werk geschiedt in hoofdzaak door
vrouwen de jonge loten en blaadjes af, die
dan'naar de fabriek worden vervoerd. Men kan,
naar gelang van de wijze van werken der onder
neming fijn of grof plukken. Er zijn hierbij vele
mogelijkheden, waaruit wel blijkt hoe zaakkun
dig het plukken geschieden moet.
In het algemeen plukt men elke acht tot tien
dagen. De pluksters dragen een doek als zak
over den schouder, waarin de blaadjes verzameld
worden. Het binnenbrengen van den pluk op de
fabriek is een zeer interessant gezicht. Dan be
ginnen de bewerkingen het verflensen, rollen,
fermenteeren, drogen, sorteeren en verpakken
voordat de thee zoover is, dat we haar als af
treksel kunnen drinken.
MARINEPERSON EEL.
's-GRAVENHAGE. 17 Mei. De jongelieden,
die zich 3 Juni 1940 zouden aanmelden bij de
marinekazerne te Willemsoord den Helder, om
een verbintenis te sluiten als stoker derde klasse,
leerling torpedomaker, leerling-geschutmaker,
leerling-electromonteur en leerling-vliegtuigma
ker bij de Koninklijke Marine, behooren aan
deze aanwijzing geen gevolg te geven. (A.N.P.)
BIOSCOPEN.
De Nederlandsche bioscoop bond heeft Vrijdag
middag meegedeeld, dat alle bioscopen in den lande
met ingang van heden op de gewone uren geopend
kunnen zijn. (A. N. P,)3