EEN VIOOL
VERDWEEN....
De Nederlandsche weermacht levert de wapenen in. Een overzicht op het Binnenhof te
den Haag
Melk voor Rotterdam. De melk der geëvacueerde koeien, die op de sportvelden in
Watergraafsmeer te Amsterdam zijn ondergebracht, heeft een nuttige bestemming gekregen
Op uitnoodiging van de K.N.A.U. hebben vele athleten op de sintelbaan te Amsterdam d«
training hervat
Volendam, dat gedurende eenige dagen gedeeltelijk overstroomd was, heeft weer een normaler
aanzien gekregen, daar het overtollige water wegvloeit. Gemoedelijke ontscheping
door
Paul Schott
28
Baston keek hem over zrjn biil aan, en ant
woordde: „Het zou mij verheugen, als u Girolamo
aan het spreken kon krijgen, ofschoon ik dat niet
geloof. Ik heb altijd het gevoel gehad, dat de man
die zware straf niet verdiende. Ik Iaat u door
gaan voor een Duitsch psychiater, dat is beter."
Baston verliet het vertrek, en Grangg hoorde hem
in de kamer er naast telefoneeren. Toen hij terug
kwam zei hij: „Men verwacht u om drie uur in de
gevangenis. Neem een auto. het is nogal ver. Veel
zal men u niet vragen, maar u houdt vol, dat u
psychiater bent. U kunt Girolamo een kwartier al
leen spreken, heeft de directeur beloofd."
De razzia, de confrontaties, kortom, alles wat
de Marchese Fillipepi haastig ondernomen had,
bleven zonder eenig resultaat. De kranten sloegen
een spottenden toon aan. De dikke, bleeke, glad
geschoren vreemdeling, zooals Cavalcanti's be
diende hem beschreven had, was en bleef zoek. Te
vergeefs verhoogde Grangg zijn belooning, tever
geefs trachtte Apt door bemiddeling van den con
sul, je zelfs door het gezantschap irr Rome, Lena's
vrijstelling te bewerken, de Marchese hield koppig
de pianiste voor een der hoofdschuldigen, hij ver
hoorde haar dagelijks en bouwde steeds fantasti
scher theoriën op. De kranten, en een humoristisch
weekblad begonnen karikaturen te brengen, de
viool was verstopt onder de schrijftafel van den
politiechef, en de muizen speelden er vroolijke
wjjsjes op, of: De Marchese Fillipepi vindt de
viool in het museum van het Palazzo Municipale,
waar de dief zich naast Paganini's Guarneri opge
hangen heeft. Deze spotternijen maakten den mar
kies woedend, hij joeg zijn beambten bij dag en
nacht op, de telegrammen vlogen bij tientallen
door het land. Maar niets hielp, de viool zoowel
als de dief en de moordenaar blever? onvindbaar.
Apt was volkomen terneer geslagen. Het meis
je, waar hij van hield, zuchtte in de gevangenis
en werd dagelijks door stomme ondervragingen
geplaagd, en hij kon er niets aan doen! Hij had
eenige brieven met Grangg gewisseld. Zijn ant
woorden waren kort, Apt kon alles doen, wat In
zijn macht lag. geld speelde geen rol. Hij had uit
gevonden, dat Zubiaure. die Spanjaard, zijn hotel
verlaten had, dat Gomez nog niet met de „van
Houten" vertrokken was, daar de motor van het
schip defect was, en dat hij nog ln de kleine al-
bergo vertoefde, in gestadige angst voor de politie.
Apt's levensrekening, die nooit gecompliceerd ge
weest wa3, klopte niet meer. Hij veronachtzaamde
zijn werk. De acetyleenfabriek had alweer opge
beld, waar de polis bleef, en zijn secretaresse had
vandaag tweemaal een fout in zijn dictaat gevon
den. Dat kan zoo niet doorgaan! Er moest iets
gebeuren. Langzamerhand vormde zich een plan
in het brein van den jongeman, hij moest echter
nog twee dagen wachten, voor hij het uit zou
kunnen voeren.
Marchese Fillipepi had juist de rapporten van
drie agenten opgenomen, die eenige dager? zoek
gebracht hadden met het opzoeken en ondervragen
van de resteerende zes en dertig Salimbeni's.
Mistroostig las hij de rapporten door, met zijn
tien vingers in zijn baard woelend. Daarna be
keek hij woedend een karikatuur in „Mare Anto
nio", die Grangg voorstelde op het podium, om
ringd door „dikke onbekende vreemdelingen."
Toen meldde men hem, dat een zekere madame
Marguerite Lesueur hem wenschte te spreken
naar aanleiding van de viooldiefstal. Het kleine,
elegant geltleede vrouwtje begon direct in ge
broken Italiaansch te spreken. „Monsieuer le
Marquis, ik kom u mededeelen, dat ik iemand ken,
die weet, wie de bezitter van de viool is."
„Ik begrijp u niet. U kent iemand, die een ander-
kent, die weetDus u weet zelf niet, wie de
viool in bezit, heeft?" Hij staarde de dame woe
dend aan, en scheen niet in het minst ontvanke
lijk voor haar vrouwelijke charme, haar parfum,
of den snit van haar nieuwmodische eostuum.
„Neen, maar ik weet waar deze man op het
oogenblik is, en ik weet ook, dat hij binnenkort
van den kooper geld zal trachten af te persen."
„Halt!" brulde de markies, en liet twee be
ambten komen, om proces-verbaal op te maken.
„Zoo, gaat u nu maar verder. „Toen zij gereed
was, ging de markies in al zijn omvang en waar
digheid voor haar staan, en vroeg: „Hoe kent die
man, die u Hjalmar Zubiaure noemt, den naam
van den kooper?"
„Monsieur le Marquis, zoudt u in het protocol
op willen nemen, dat Marguerite Leseuer, wonen
de Hotel Montferrat, Avenue Montferrat, Paris,
aanspraak maakt op een deel-van de uitgeloofde
belooning?"
Fillipepi knikte. „Zubiaure heeft van Cavalcanti
reeds 50.000 lire afgeperst, omdat hij den aankoop
van de viool niet aangegeven had, en Cavalcanti
heeft hem ook den naam van den tegenwoordigen
bezitter moeten zeggen."
„Hmmwaarom doet u deze aangifte?"
Haar gezicht veranderde. „Omdatomdat
hij me bedrogen heeft."
„Heeft u eenig vermoeden, wie de viool gesto
len heeft?" vroeg Fillipepi verder.
Marquerite wist het niet, ze wenschte trou
wens verder niets los te laten, het was veel te
gevaarlijk. Het was haar alleen om wraak begon
nen, anders niet.
„Zoo, uit wraak dus," zei de markies naden
kend. „U weet dus ook niet, wie de moordenaar
Is?"
„Neen, maar wellicht kent Zubiaure ook den
moordenaai-. Ik kan dus op de fcclooning rekenen,
als door deze inlichtingen de viool teruggevonden
wordt?"
De mai-kies probeerde nog meer te weten te
komen, maar het kleine vrouwtje bleef hardnek
kig zwijgen. Toen hij dan ook de waarschijnlijke
verblijfplaats van den Spanjaard te weten geko
men was, liet hij haar gaan.
Vijf minuten later, nadat Fillipepi de noodige
bevelen, met dit nieuwe spoor samenhangend, ge
geven had, werd de Duitsche consul aangemeld.
De markies keek bedenkelijk, natuurlijk stond dit
bezoek in verband met die Plisqhmuth, maar hij
durfde den consul toch niet af te wijzen. Een
blonde heer trad ^binnen, in gezelschap van Hans
Apt, die zoo overtuigd geweest was, dat hij den
markies niet te spreken kon krijgen, dat hij daar
om den consul maar in den arm genomen had. De
consul verklaarde dan ook lachend, dat hij den
heer Apt slechts begeleidde, uit vrees, dat deze
anders niet toegelaten zou worden. Nu Apt een
maal binnen was, was zijrr gezelschap niet langer
noodig, en buigend verliet de consul het vertrek.
„U wilt het natuurlijk weer over die Plisch
over fraulein Plischmuth hebben," Fillipepi snoof
van woede. Voor de laatste maal zeg ik u
Apt hief afwerend de handen op. „Ik zou u
graag onder vier oogen spreken." zei hij zenuw
achtig. Ik heb u namelijk iets zeer gewichtigs
mede te deelen."
„Kunnen de schrijvers er niet bjj blijven, om het
meteen op te nemen?"
„Liever niet, Marchese. Het is eigenlijk privé,
ziet u." De markies zond zijn beide mannen het
vertrek uit. Nauwelijks waren zij verdwenen of
Apt begon: „Markies, ik kan u een zeer grooten
dienst bewijzen, wanneer u fraulein Plitschmuth,
die volkomen onschuldig is, vrij laat."
De markies ontplofte bijna. Toen hij een weinig
bedaard was, stotterde hij: „Meneer, w...wat
denkt u, d... dat u mij kunt om...omkoopen? Bent
u g .g .gek ge .geworden! U bent hier in Italië,
niet op den Balkan!"
„Pardon, u begrijpt me heelemaal verkeerd!"
Apt keek hem recht in de oogen, en vervolgde
„Ik kan u zeggen, wie de dief en de moordenaar
van Cavalcanti is, wanneer u frë-ulein Plischmuth
vrijlaat." De adamsappel van den markies
zenuwachtig op en neer, toen zei hij, diep ade
mend:
„Meneer Apt, h< Jt u mij niet voor den gek! U
weet wie de dief isu kent de moordenaar.
Waarom komt u clan daar nu pas mee aan?"
Apt had deze vraag zien aankomen, en ant
woordde snel: „Ik weet het pas sinds kort. U
moogt mrj echter niet vragen, hoe ik het weet.
De man, „de dikke, bleeke vreemdeling" kan door
den bediende van Cavalcanti als de moordenaar,
en door Modena als de verkooper van de viool ge
ïdentificeerd worden. U hebt groot succes, mgn
naam wordt rtiet genoemd, en fraulein Plischmuu
is vrij."
De markies staax-de lang voor zich uit. en
krauwde zijn baard, als zocht hij daar inspiratie
in. Toen vroeg hij: „Wie is het?"
- „Neemt u mijn voorwaarde aan
„Ja! Tenminste wanneer het blijkt dat de maty
die u aanwijst werkelijk de gezochte is."
„Hebt u er bezwaar tegen, Marchese, wanneer
u dit herhaalt in tegenwoordigheid van de beu»
schrijvers?" vroeg Apt voorzichtig. Hij verwacht
te een nieuwe woede explosie van den markies,
maar tegen zijn verwachting barstte deze waar
dige ambtenaar in een daverend gelach uit. Toe
strekte hij zijn hand over de tafel uit, en zen
„Per Bacco! Mijn woord als edelman, dat Pbscn^
ik bedoel fraulein Plischmuth vrij is, zoodra wg
den moordenaar achter slot en grendel hebben.
Meteen drukte hij op eenige knoppen voorziicn-
„Nu, wie is het. laat me niet zoolang wachten.
Vier politiemannen in uniform traden binnen.
„Gomez, de chef van de inlandsclie bedienden
van de „van Houten", hij logeert in een hotel let;
aan de haven."
„Gomez?En die hebben wij-bent u da
zeker van Hoe weet u dat Apt knn<
In een paar minuten had Fillipepi öjn beveiea
gegeven, een arrestatiebevel uitgevaardigd, Moa
na en de bediende laten roepen, en bet hotel .at
omsingelen. Bij de arrestatie zo-i hij persoomu
aanwezig zjjn. Wordt vervolgd;,»
Luitenant generaal Hansen, de bevelhebber der Duitsche troepen in Nederland (midden) in gesprek met den Duitschen
gezant, Z.Exc. Graaf Julius Zech von Burkersroda (links), die den openlucht kerkdienst voor de Duitsche militairen
bijwoonden
Op Sorghvliet nabij Scheveningen werd Zondag voor de Duitsche militairen een openlucht kerkdienst gehouden. De
beide veldpredikers, de officieren Schön (links) ev., en Schmidt, kath. in gesprek na afloop van de plechtigheid