Russische soldaten verdwenen op Littausch gebied. Voedselvoorziening in Duitschland. De geallieerde troepen in Vlaanderen. In moeilijke tijden DONDERDAG 30 MEI 1940 Sovjetregeering richt een waarschuwing tot Kaunas. Het D.N.B. verneemt uil Moskou: In een door Tass verspreide oi'ficieele mededeeling der Sovjetregeering wordt gezegd: „In den laatsten tijd is het meermalen voorgekomen dat leden der Sovjet Russische garnizoenen, die zich krachtens het Russisch-Littausche bij standsverdrag op Littausch territorium bevinden zijn verdwenen. De gegevens, waarover het commissariaat voor buitenlandsche zaken beschikt, bewijzen dat deze „verdwijningsgevallen" zijn georgani seerd door eenige personen, die de beschermihg der organen der Littausche regeering genie ten. Zoo is op 18 Mei- Sjmawgonez, chauffeur bij een tankbrigade, uit zijn afdeeling verdwenen en op }26 Mei teruggekeerd. Hij meldde zijn superieuren dat hij op 18 Mei was gegrepen en in een onbe kend huis gebracht waar hij in 'n kelder was op gesloten en zeven dagen vastgehouden werd. De ontvoerders trachtten door geweld en bedreiging -van zijn leven inlichtingen over den staat der tankbrigade en over haar uitrusting van hem te krijgen. In den nacht van 24 op 25 Mei werd hij geblinddoekt buiten de stad geleid en daar vrij gelaten. Een dergelijk geval deed zich voor met den soldaat Pisarei, eveneens.chauffeur bij deze tank brigade, tusschen 24 en 27 Mei. In Februari 1940 verdween verder de onderofficier Boetajef uit zijn afdeeling. Toen 't-Sovjet Russische commando een onderzoek verlangde, deelde de Littausche autori teiten te Wilna mede dat Boetajef op 12 Mei zelf moord had gepleegd, toen men hem wilde grijpen. Zij verklaarden dat de dood was ingetreden ten gevolge van een schot in den mond, terwijl bij on derzoek van het lijk bleek dat de wond in de hart streek lag. Ook in een reeks andere verklax-ingen van officieele Littausche personen werd tegenspraak opgemerkt. Nog in twee gevallen zijn leden van het leger in Littauen verdwenen. Op 25 Mei heeft de volkscommissaris van buiten landsche zaken, Molotof, door bemiddeling van den Littauschen gezant te Moskou, de Littausche re geering een verklaring doen toekomen, waarin ge zegd wordt dat de Sovjet-regeering een dergelijke houding van Littausche organen als provoceerend tegenover de Sovjet Unie beschouwde en dat dit ernstige gevolgen kon hebben. De Sovjetregeering eischte van de Littausche regeering onmiddellijke maatregelen om een einde aan deze provoceerende actie te makên, alsmede het instellen van een onderzoek naar de verdwenen leden van het Sovjet-leger. De Russische regeering gaf daarbij uiting aan de hoop dat de Littausche regeering aan haar voor stellen tegemoet zou komen en haar niet tot andere maatregelen zou dwingen". In politieke kringen te Moskou wordt dit offi cieele communiqué beschouwd als een duidelijke waarschuwing aan zekere elementen in Littauen, die het er op gemunt hebben de politieke betrek, kingen tusschen Littauen en de Sovjet-Unie te sabo- teeren. In dit verband verwijst men ook naar een onlangs in de „Prawda" verschenen artikel, waarin De Duitsche krijgsgevangenen in Frankrijk. Berichten over gevallen van wreede behandeling. Uit Berlijn: Over de wreede behandeling, die Duitsche soldaten in Fransche gevangenschap hebben moeten ondergaan, wordt aan het D.N.B. gemeld dat twee officieren, twee Feldwebel en een Getreiter, die ontsnapt zijn uit Fransche ge vangenschap mededeelen als misdadigers te zijn behandeld. Toen zij onder zware gewapende be waking naar het Fransche achterland werden gebracht werden zij overal waar Fransche colon nes langs trokken op lage wijze uitgescholden, bespuwd en geslagen, waarbij zich vooral Fran sche officieren weinig eervol onderscheidden. Zij stonden langs den weg en sloegen de weerlooze Duitsche soldaten met stokken. De Duitschers werden ernstig gekwetst. De vrouwen van het dorp, waar zij na geruimen tijd aankwamen, ge droegen zich als furies. Zij spuwden de Duit schers in het gezicht en zetten haar mannen op den Franschen bewakers de geweren te ontruk ken en de Duitschers ter plaatse neer te schie ten. Een der gevangen Feldwebel heeft als oogge tuige waargenomen hoe Fransche soldaten zijn opgetreden tegen een Duitsche vliegtuigbeman ning. De machine was neergestort, de piloot om het leven gekomen. Twee inzittenden waren ge wond, de overigen gevangen genomen. Ofschoon de beide gewonden van het draagvlak der neer gestorte machine de op hen toestormende Fran sche soldaten met zakdoeken toewuifden wer den zij onder vuur genomen en neergeschoten. Van andere zijde wordt gemeld: Twintig Duit sche soldaten hadden op 23 Mei het ongeluk bij Thulin in de streek van Bergen in Fransche ge vangenschap te geraken. Zij kwamen bij den luitenant Jules Nicolas Levresse. Deze schold hen op ongelooflijke wijze uit, bespuwde hen en schold op het Duitsche Rijk. Daarop liet hij de krijgsgevangenen midden op den dorpsweg aan treden en exerceerde met hen „handen hoog", „handen neer", enz. Hij dreef verder de krijgs gevangenen naast elkander op de Duitsche vuur linie toe-, waaruit met machinegeweren werd ge schoten. Zelf volgde hij hen met een pistool in de hand. De krijgsgevangenen verzochten dek king te mogen zoeken. Ten antwoord zond de luitenant hen naar de plaats, waar het zwaarste vuur lag. Twee der gevangenen werden doo- delijk gewond. Fransclie persaanvallen op Koning Leopold. PARIJS 29 Mei (D. N. B.) De Fransche bladen Uiten zich heden op zeer kleineerende en kwetsende Wijze over den koning der Belgen en over België in het algemeen. Zij beweren dat koning Leopold door zijn houding bewezen heeft niet de eerste ver tegenwoordiger van zijn volk te zijn. Alle bladen pogen hem voor de kanslooze positie der gealliaerde troepen in den ingesloten sector der beide Vlaam- sche provincies verantwoordelijk te stellen Léon Blum schrijft in de „Populaire": Zonder onzen trouw aan België zouden wij elders middelen en wegen gevonden hebben om den vijand op te houden. De Engelsch-Fransche divisies, die thans nog op Belgischen bodem vechten, zouden nu anders in onzen gelederen staan. Sinds eenige dagen moet Frankrijk een reeks zware beproevingen doorma ken, maar de houding van België is de zwaarste beproeving van allen. Van het feit dat koning Leopold, in tegenstelling tot de leden zijner regeering, zich bij zijn soldaten heeft opgehouden, wordt in de Fransche bladen in het geheel niet gesproken. soortgelijke beschuldigingen tegen zekere kringen in Estland werden geuit. ANTWOORD DER LITTAUSCHE REGEERING. Nader meldt het D.N.B. uit Kaunas: De regeering v an 'Littauen heeft dc Sovjetregeering geantwoord op het pi-otest inzake het verdwijnen van Sovjet Russische soldaten in Littauen. Het antwoord luidt als volgt: De Littausche regeering heeft reeds opheldering verschaft over de door de Sovjetregeering geuite beschuldigingen en is bereid deze opheldering nog aan te vullen. Teneinde de beschuldigingen te on derzoeken en de schuldigen te vinden heeft de Littausche regeering een speciale commissie be noemd. De Littausche regeering hoopt dat de Sovjet Rus sische regeering van haar kant er toe zal bijdragen ie schuldigen te ontdekken. Zij zullen door de Littausche regeering met de grootste gestrengheid gestraft worden. HENRY FORD PROFETEERT. VerStaten blijven buiten den oorlog. WANTROUWEN JEGENS HET BEWAPENINGSPROGRAM. NEW-YORK, 29 Mei. In een interview heeft Henry Ford verklaard dat hij wantrouwend staat tegenover het bewapeningsprogram der Vereenig- de Staten, want, zoo zeide hij, defensiemaatrege len van zulk een geweldigen omvang zijn tegelij kertijd oorlogsmaatregelen en spelen den interna tionalen oorlogmakers, die munt willen slaan uit bloedvergieten, in de kaart. In feite vormen de tot oorlog ophitsende financieele kringen de „vijfde colonne", waarover zooveel gesproken is. Ford zeide er van overtuigd te zijr dat de Euro- peesche oorlog niet lang zal duren, omdat de Ver- eenigde Staten er niet bij betrokken werden. Van vele kanten wordt weliswaar een druk uitgeoefend om de Vereenigde Staten in den oorlog te verwik kelen en bevat het geweldige bewapeningsprogram gevaarlijke mogelijkheden, doch Ford was er vast van overtuigd dat Amerika den vrede zal kunnen bewaren. (D.N.B.) JUBILEUM VAN MR. J. E. CLARINGBOULD. 'sGRAVENHAGE 29 Mei (A. N. P.) Op. Zater dag 1 Juni a.s. zal het 25 jaar geleden zijn, dat mr. J. E. Claringbould het secretaris-ambt der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor 's Gravenhage aanvaardde. Naar wij vernemen zal er geen feestelijke her denking plaats hebben. Sedert 1914, toen hij werd benoemd tot secretaris van de commissie voor den Nederlandschen handel, is mr, Claringbould onafgebroken werkzaam geweest op het gebied van handel en nijverheid. Zijn belangstelling richtte zich ook buiten het gebied van de Haagsche Kamer en hij nam actief deel aan de oprichting van de Nederlandsche orga nisatie voor de internationale kamer van koophan del, waarvan hij gedurende ruim 8 jaren het secre tariaat bekleed heeft. Aanzienlijke reserves. Het D.N.B. meldt: Staatssecretaris Backe van het Duitsche ministerie voor de voedsel voorziening houdt zich ift een artikel bezig met de goede positie der Duitsche voedsel voorziening en met de handhaving en uitbrei ding der enorme voorraden levensmiddelen. Uit de door hem geciteerde cijfers blijkt dat het den Westelijken mogendheden niet moge lijk is Duitschland uit te hongeren. Backe schrijft: .„Op 1 Augustus loopt het eerste jaar der voedselvoorziening in oorlogstijd af. Reeds thans kan geconstateerd worden dat de ontwikke ling zich niet alleen in overeenstemming met het vastgestelde v.oedselschema, doch zelfs gunstiger heeft voltrokken. In de eerste plaats is de buiten gewoon groote reserve aan broodgraan, welke Duitschland bij het begin van den oorlog bezat, onaangetast. Geen ander groot Europeesch land heeft ooit beschikt over een zoo groote brood- graanresêrve als wij van het begin van den oogst- 1940 zullen hebben. Over het resultaat van den aanstaanden oogst kan thans nog niets gezegd worden. Den lasten van den oorlog ten spijt is men er in geslaagd den landbouw op vredesvoet meststoffen en zaaigoed te verschaffen. De voor jaarsbebouwing is vrijwel voltooid. Tegenover een uitbreiding van de oppervlakte voor den. verbouw van wintergraan staat een overeenkomstige uit breiding van die voor zomergraan. De verbouw van sommige vruchten is in vergelijking met 't vorige jaar in dit voorjaar met ongeveer 10 pet. uitge breid. Alleen al de oppervlakte voor den verbouw van aardappelen zal dit jaar waarschijnlijk on geveer 250.000 tot 300.000 hectare grooter zijn dan het vorige jaar. Voor suikerbieten en voederbieten zal een overeenkomstige uitbreiding bereikt wor den. Het gebrek aan werkkrachten is gecompenseerd door hulp .van de gemeenschap. Ten aanzien van het vet is de ontwikkeling gunstiger geweest dan men verwachtte. De oorzaak daarvan ligt in een bijzondere inspanning van den Duitschen land bouw op het gebied van melk- en vetproductie. Door de sterke stijging der boterproductie was het mogelijk de bij het begin van den oorlog bestaan de buitengewone voorraden aan grondstoffen voor olie en margarine te verdeelen over een nog lan gere periode dan oorspronkelijk vastgesteld. De gunstige ontwikkeling van de boterproductie maakt het mogelijk dat den consumenten binnenkort meer boter dan tot dusverre wordt toegewezen en dat bovendien de vervaardiging van volvette kaas voor de zomermaanden weer wordt toegestaan. Boven dien kunnen begin Juli de hoeveelheden marga rine volledig door boter vervangen worden. Niette min zal Duitschland bij het begin van den winter 194041 over zeer veel grootere botervoorraden beschikken dan bij het uitbreken van den oorlog. Evenzoo zullen de kaasvoorraden, de verhooging der kaasrantsoenen ten spijt, bij het begin van den winter aanzienlijk grooter zijn dan het vorige jaar. Verder zal Duitschland bij het invallen van den winter voorraden eieren bezitten, die min stens de helft grooter dan in September 1939 zul len zijn. Op het gebied der vleeschverzorging is behalve de groote vleeschvoorraden in de koelhuizen voor het tweede oorlogsjaar een levende reserve uit den veestapel aanwezig. Ten aanzien van de groentemarkt zal de voor genomen uitbreiding der verbouwoppervlakte met 25 procent waarschijnilijk bereikt worden" Een interieur van de uitgebrande Abdijkerk te Middelburg na den brand, welke door het Fransche leger was aangestoken, toen deze troepen zich voor de aan rukkende Duitsche weermacht naar Zeeuwsch-VIaanderen in veiligheid stelden. Bommen op de Duitsche burger bevolking. „Veelvoudige vergelding op het uur der afrekening." Het D.N.B. meldt: Niettegenstaande de herhaalde Duitsche waar schuwingen duurt het lukrake werpen van bom men door Britsche vliegtuigen op hun nachtelijke vluchten boven Duitsch rijksgebied voort. Deze bombardementen die spotten met iedere bepa ling van het volkenrecht van niet militaire objecten worden door de Engelschen in hun be richten als schitterende daden geprezen. Door het lukrake werpen van bommen op vreedzame ste den door Engelsche vliegers werden woonwijken, hotels, scholen, apotheken en ziekenhuizen ge troffen. In Duitschland wordt van iedere doode, van iedere geworde en van iedere schade door deze nachtelijke aanvallen nauwkeurig boen gehouden. Wanneer het uur der afrekening komt zal iedere bom veelvoudig vergolden worden. Reeds voor de capitulatie van België was hun lot bezegeld. Militaire opvatting in Duitschland BERLIJN, 29 Mei. Het lot der Fran sche en Britsche troepen in Vlaanderen was reeds voor de capitulatie van het Belgische leger onder den druk van de uitwerking der Duitsche wapenen bezegeld, aldus deelt men het D.N.B. van deskundige militaire zijde mede. De Belgische koning, zoo wordt gecon stateerd, heeft slechts de consequentie uit den toestand van zijn leger getrokken, toen hij het voor algeheele vernietiging bewaarde. Hij heeft duidelijk ingezien dat de Engelschen de Belgen nog slechts beschouwden als dekking in den mg en dat zij meenden zich onder de be scherming der Belgische wapenen nog bijtijds uit de voeten te kunnen maken. Van dezelfde zij de merkt men verder op dat ook de zoo groot scheeps aangekondigde steun van Engelschen en Franschen voor de Belgen teleurstellend geweest moet zijn. De Engelschen hadden bijvoorbeeld verklaard dat zij Brussel in de Dyle-stelling al leen zouden verdedigen. In plaats daarvan heb ben zij na korten tegenstand getracht naar de Kanaalhavens te vluchten. Uit 'den mond van Reynaud heeft men de bekentenis gehoord dat de Franschen aan de Maaslinie ten zuiden van Namen slechts eenige slechte divisies geleverd hebben. Als men verder bedenkt dat de Belgische grond het grootste deel der verwoesting moest dragen, dan kan niemand het den koning euvel duiden dat hij de rest van zijn leger en van zijn land voor volledige vernietiging wilde sparen. Daarentegen is kenmerkend de Engelsche aan kondiging dat men in de toekomst rekening moet houden met Engelsche bomaanvallen op België (D.N.B.) De „Deutsche Allgemeine Zeitung" schrijft naar aanleiding van de tot koning Leopold gerichte ver wijten: Het waren Franschen, die de doorbraak door de Maginotlinie niet konden verhinderen en niet in staat waren tot een offensief tegen ons zuidelijk front. Het waren Engelschen en Franschen, die niet konden breken uit het ingesloten gebied. Het waren Engelschen, die noch door hun expeditieleger, noch door hun vloot het wegnemen der Kanaalhavens konden verhinderen en het waren in het bijzonder Engelschen. die onbekwaam waren om de Belgen aan den Scheldesector doeltreffend te ondersteunen Uit het groote ingesloten gebied zijn door de doorbraak bij Rijssel twee ingesloten gebieden ontstaan. De uit het oosten en westen in het inge sloten gebied gedrongen Duitsche troepen hebben elkander de hand gereikt. Het kleinste ingesloten gebied ligt. ten zuiden van Rijssel. Het omvat nog slechts een vierkant, welks zijden 15 tot 20 km. lang zijn. In dit gebied staan vreeselijk opeengedrongen de Fransche divisies, die eenige dagen geleden nog bij Valenciennes uïtbraakpogingen deden, staan ook de Engelsche divisies, die eenige dagen geleden nog tusschen Atrecht en Kamerijk krachtigen tegenstand hebben geboden. Met hen is ingesloten een onover zienbare stroom vluchtelingen. Het noordelijke ingesloten gebied strekt zich uit van Rijssel tot aan de zee. Het heeft dus nog een uitgestrektheid van ongeveer 50 k.m. In Vlaanderen wordt het ingesloten gebied van drie kanten inge drukt en aan de kusten van het Kanaal rukken de Duitsche troepen van beide kanten voorwaarts. VOORGESCHIEDENIS DER CAPITULATIE. GENèVE, 29 Mei (D.N.B.) Uit een reeks uitlatingen der Fransche pers blijkt dat zoowel de Fransche regeering en Weygand als ook de Belgische ministers in Parijs reeds Maandag middag op de hoogte waren van den wensch van Leopold om een wapenstilstand aan te gaan. Zoo berichten de „Temps" en de Parijsche cor respondent vai het „Journal de Genève" dat de Bel gische regeering in Parijs Maandagmiddag op de hoogte was van het besluit van koning Leopold. Laat in den middag is een Fransch-Belgische con ferentie gehouden in het Fransche ministerie van oorlog. Hieraan werd van Belgische zijde deelgeno men door den minister-president, den minister van oorlog en den ambassadeur, terwijl van Fransche zijde aanwezig waren Reynaud, Pétain en Weygand Op dit oogenblik, zoo constateert de Parijsche cor respondent van het „Journal de Genève", wisten de Belgische ministers, dat koning Leopold geen reke ning zou houden met hun tegenstand. Des avonds hield Pierlot een radiorede, waarin hij den wil van België om den strijd aan de zijde der Westelijke mogendheden tot het laatste voort te zetten, bekend maakte. Men heeft eerst veel later de oorzaak be grepen van deze onverwachte verklaring. Volgens de „Temps" had de Fransch-Belgische conferentie tot onderwerp de bestudeering van den toestand, zooals die geworden was door het be sluit van koning Leopold. Aan het slot der confe rentie zou Reynaud den Engelschen ambassadeur in Parijs hebben ontvangen en daarop den president der republiek 'hebben verzocht den ministerraad tegen 22 uur bijeen te roepen. De „Oeuvre" meldt dat koning Leopold Maandag avond om 18 uur door een ordonnans-officier Wey gand telefonisch zonder nadere verklaring zou heb ben doen mededeelen dat Dinsdagmorgen om 4 uur het Belgische leger de wapens zou neerleggen en dat hij besloten had te capituleeren. De toren van het Zeeuwschc dorpje Kapelle Ia vrijwel ongedeerd uit den strijd gekomen. Slechts aan de rechterzijde is eenige beschadi ging zichtbaar. De binnen, en buitenlandsche politiek van Portugal. Rede van minister-president Salazar. LISSABON, 29 Mei. Ter gelegenheid van de inwijding van het nieuw gebouwde officierscasino heeft minister-president Salazar in zijn kwaliteit van minister van oorlog voor het officierscorps te Lissa bon. een rede gehouden, waarin hij o.a. het volgende zeide: „Wij hebben onvermoeid een vredespolitiek ge volgd en hebben deze, dank zij de omzichtige po gingen, met onze plichten en hoogere belangen in overeenstemming weten ie brengen. Het prestige, dat wij hierbij gewonnen en de vriendschappen, die wij gevormd hebben, hebben ons geholpen den oor log verre van ons te houden. Onze wensch naar vrede en onze binnen- en buitenlandsche vredespo litiek ontheffen ons echter noch van de moreele, noch van de materieele zorg voor het leger en nie mand kan ons beschuldigen dat wij niet met al onze krachten in een door de omstandigheden veroorloof de mate ons program uitvoeren". (D. N. B.) Verliezen der luchtmachten. Het D.N.B. meldt: De „Petit Paristen" publi ceerde op 27 Mei een bericht over verliezen van het Duitsche luchtwapen. De door dit blad ge publiceerde cijfers, nl. 1060 vliegtuigen, zouden afkomstig zijn uit het centrale .statistische bu reau van het Duitsche ministerie voor de lucht vaart, dat deze cijfers op 19 Mei aan het groote hoofdkwartier van Hitier heeft medegedeeld. Alle bijzonderheden, die de „Petit Paristen" publiceert, zijn, naar van Duitsche zijde is vast gesteld, van het begin tot het einde verzonnen. Het opperbevel van de weermacht heeft de Duit sche en de vijandelijke verliezen aan vliegtuigen sedert 11 Mei voortdurend gepubliceerd. Volgens deze cijfers bedragen de vijandelijke verliezen aan vliegtuigen tot op heden 2638 toestellen te gen 373 Duitsche toestellen. Terwijl de „Petit Parisien" de Duitsche vliegtuigverliezen met 1060 aangeeft, geeft Havas op 28 Mei volgens opgaven uit bevoegde Britsche kringen, het aan tal vernielde Duitsche vliegtuigen op van 2000. De tegenspraak tusschen deze beide Fransche publicaties is het beste bewijs van de onbe trouwbaarheid van het Fransche en Britsche cij fermateriaal. Uitspraken van de Rechtbank. OPLICHTER VEROORDEELD. Tegen een Tilburgenaar, die in Bloemendaal aan verschillende melkhandelaren een synthetische vloeistof had verkocht die een besparing zou ge ven van 19 pet. op het benzineverbruik, had de Officier een jaar gevangenisstraf geëiseht. De vloei stof was niets anders dan wat olie vermengd met analine. De Rechtbank veroordeelde den verdachte tot een gevangenisstraf van 10 maanden met aftrek van de preventieve hechtenis. De vreugde van den arbeid WANNEER de mensch moeilijke dagen door maakt bezint hij zich meer dan anders op de waarden van het leven. Eén daarvan is de arbeidsvreugde. De vreugde van den arbeid is jarenlang een goed geweest dat door sommigen niet hoog werd aangeslagen. Een aantal menschen ar beidde niet omdat ieder gezond mensch in zijn werk een natuurlijke bevrediging en voldoening vindt, maar lette meer op de geldelijke voordeelén, die uit dien arbeid voortvloeiden. Niet de arbeid, het geld was voor hen levensdoel. Het ware wel zeer onbilllijk iedereen over één kam te scheren, doch het is nog onjuister de oogen voor deze feiten te sluiten. De omstandigheden hebben ons nader tot elkaar gebracht, het is te wenschen dat die goede verstandhouding hu niet meer verandert. De op bouw gaat sneller dan men misschien had verwacht. Dat is een moedgevend symptoom. Wil men echter het herstel een blijvend karakter geven dan dient er gebouwd te worden op een goede basis. Dan moet men ook den arbeid zien in het licht waarin een aantal menschen dat tot nu toe nog niet heeft gedaan. De klank van het zilver klonk som migen van ons schooner in de ooren dan het zachte geruisch van het vallend graan of de forsche hamer slag op het gloeiende aambeeld. Het geld was voor hen het vizioen, dat den arbeid overschaduwde. Gelukkig heeft het grootste deel van ons volk ingezien, dat de arbeid op deze manier beschouwd nooit eenige blijvende voldoening kan schenken. De vreugde van den arbeid is juist in dezen tijd een kostbaar goed waarvoor we niet dankbaar genoeg kunnen zijn. Veel leed wordt daardoor verzacht. Wat de arbeid beteekent is velen nu nog eens dui delijk gebleken. Het geld is een wankel bezit, het vermogen tot den arbeid houden we altijd in eigen handen. Op het platteland is men zich dat in het algemeen meer bewust geweest dan in de steden. De geestelijke waarden van een volk worden dan ook veelal beter op het platteland dan in de steden bewaard. Niet het intellect van den enkeling doch het ge middelde karakter van iederen burger bepaalt de waarde van een volk. Het karakter van den mensen drukt zijn stempel op zijn geest. En juist aan de vorming van het karakter wordt in de steden dik wijls minder aandacht geschonken dan aan de zoo genaamde geestelijke ontwikkeling, die dan voor het grootste deel berust op ingestampte schoolwijsheid. Hoe dichter men bij de natuur staat, en op het platteland staat men nu eenmaal dicht bij de natuur, des te beter zal men de waarde van iederen arbeid kunnen beseffen. En met dat besef komt ook de arbeidsvreugde. Elke arbeid is goed als het maar niet ontaardt in sleur. Niets is zinloozer dan werken als men niet begrijpt waarvoor men werkt of iedere arbeid onmiddellijk omzet in klinkende munt. Zij, die zóó denken zullen zich juist in dezen tijd allen grond voelen ontzinken. De schuld ligt echter niet bij de omstandigheden maar bij hen zelf. Men zal moeten inzien dat elke arbeid, hoe onbelangrijk hij ook moge schijnen, zijn nut heeft niet slechts voor den arbeider doch vooral ook voor de gemeenschap. Alleen dan zal men de vreugde van den arbeid lee- ren kennen. Niet door het geld maar in dien arbeid zelf. B. K. Een portemonnaie gestolen? In hooger beroep zwaarder straf geëiseht. AMSTERDAM, 29 Mei. Een juffrouw uit Be verwijk werd op 29 Februari jl. door de rechtbank te Haarlem veroordeeld tot één week gevangenis straf omdat zij in een kapperssalon, waar zij zich liet onduleeren, een portemonnaie met f 3 van een anderen cliënt zou hebben gestolen. De vrouw ontkende hardnekkig en een direct bewijs was dan ook niet aanwezig. Wel waren er vele aanwijzingen tegen haar naar voren gebracht. Toen zij eenigen tijd in den kapperssalon was ge weest, had zij gebruik gemaakt van de W.C. In het waterreservoir werd 9 dagen later de gestolen portemonnaie leeg teruggevonden. Een getuige had gerinkel van geld gehoord en verschillende getuigen kwamen vandaag voor het Hof, voor welk college de zaak in hooger beroep werd behandeld, verklaren, dat verd. op het uur, waarop de diefstal gepleegd was, bij den kapper was geweest. Daartegenover stonden echter weer verklaringen van getuigen a décharge, die perti nent volhielden, dat verdachte pas van huis was gegaan op een tijdstip, dat de diefstal reeds was gepleegd. Zij is moeder van elf kinderen en onder de negen getuigen a décharge waren een paar harer kin deren, die verklaarden, dat zij moeder na zes uur bij den kapper hadden afgehaald om boodschap pen te doen. De diefstal 'was tegen drie uur ge pleegd. De procureur-generaal vond de door de recht bank opgelegde straf veel te laag. Uit de verschil lende aanwijzingen achtte spr. het bewijs geleverd, Spr. vorderde een-gevangenisstraf van vier weken. Arrest 11 Juni. (A.N.P.) - Vijf leden der bemanning van den 75 ton me tenden Zweedschen motorkotter Blamann, die ten noorden van Haugesund op een mijn is geloopen, zijn om het leven gekomen. - Bij de aankomst van den oppositioneelen can- didaat voor het presidentschap van Mexico, generaal Juan Andreu Almazan, is in Durango het dak van het perron ingestort. Een groot deel van de wach tende menigte werd bedolven. Negentig personen werden gewond.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 3