Russische soldaten verdwenen op
Littausch gebied.
Voedselvoorziening in
Duitschland.
De geallieerde troepen
in Vlaanderen.
In moeilijke tijden
DONDERDAG 30 MEI 1940
Sovjetregeering richt een waarschuwing tot Kaunas.
Het D.N.B. verneemt uil Moskou: In een
door Tass verspreide oi'ficieele mededeeling
der Sovjetregeering wordt gezegd: „In den
laatsten tijd is het meermalen voorgekomen
dat leden der Sovjet Russische garnizoenen, die
zich krachtens het Russisch-Littausche bij
standsverdrag op Littausch territorium bevinden
zijn verdwenen.
De gegevens, waarover het commissariaat
voor buitenlandsche zaken beschikt, bewijzen
dat deze „verdwijningsgevallen" zijn georgani
seerd door eenige personen, die de beschermihg
der organen der Littausche regeering genie
ten.
Zoo is op 18 Mei- Sjmawgonez, chauffeur bij een
tankbrigade, uit zijn afdeeling verdwenen en op
}26 Mei teruggekeerd. Hij meldde zijn superieuren
dat hij op 18 Mei was gegrepen en in een onbe
kend huis gebracht waar hij in 'n kelder was op
gesloten en zeven dagen vastgehouden werd. De
ontvoerders trachtten door geweld en bedreiging
-van zijn leven inlichtingen over den staat der
tankbrigade en over haar uitrusting van hem te
krijgen. In den nacht van 24 op 25 Mei werd hij
geblinddoekt buiten de stad geleid en daar vrij
gelaten.
Een dergelijk geval deed zich voor met den
soldaat Pisarei, eveneens.chauffeur bij deze tank
brigade, tusschen 24 en 27 Mei. In Februari 1940
verdween verder de onderofficier Boetajef uit zijn
afdeeling. Toen 't-Sovjet Russische commando een
onderzoek verlangde, deelde de Littausche autori
teiten te Wilna mede dat Boetajef op 12 Mei zelf
moord had gepleegd, toen men hem wilde grijpen.
Zij verklaarden dat de dood was ingetreden ten
gevolge van een schot in den mond, terwijl bij on
derzoek van het lijk bleek dat de wond in de hart
streek lag. Ook in een reeks andere verklax-ingen van
officieele Littausche personen werd tegenspraak
opgemerkt. Nog in twee gevallen zijn leden van het
leger in Littauen verdwenen.
Op 25 Mei heeft de volkscommissaris van buiten
landsche zaken, Molotof, door bemiddeling van den
Littauschen gezant te Moskou, de Littausche re
geering een verklaring doen toekomen, waarin ge
zegd wordt dat de Sovjet-regeering een dergelijke
houding van Littausche organen als provoceerend
tegenover de Sovjet Unie beschouwde en dat dit
ernstige gevolgen kon hebben.
De Sovjetregeering eischte van de Littausche
regeering onmiddellijke maatregelen om een
einde aan deze provoceerende actie te makên,
alsmede het instellen van een onderzoek naar
de verdwenen leden van het Sovjet-leger. De
Russische regeering gaf daarbij uiting aan de
hoop dat de Littausche regeering aan haar voor
stellen tegemoet zou komen en haar niet tot
andere maatregelen zou dwingen".
In politieke kringen te Moskou wordt dit offi
cieele communiqué beschouwd als een duidelijke
waarschuwing aan zekere elementen in Littauen,
die het er op gemunt hebben de politieke betrek,
kingen tusschen Littauen en de Sovjet-Unie te sabo-
teeren. In dit verband verwijst men ook naar een
onlangs in de „Prawda" verschenen artikel, waarin
De Duitsche krijgsgevangenen in
Frankrijk.
Berichten over gevallen van wreede
behandeling.
Uit Berlijn: Over de wreede behandeling, die
Duitsche soldaten in Fransche gevangenschap
hebben moeten ondergaan, wordt aan het D.N.B.
gemeld dat twee officieren, twee Feldwebel en
een Getreiter, die ontsnapt zijn uit Fransche ge
vangenschap mededeelen als misdadigers te zijn
behandeld. Toen zij onder zware gewapende be
waking naar het Fransche achterland werden
gebracht werden zij overal waar Fransche colon
nes langs trokken op lage wijze uitgescholden,
bespuwd en geslagen, waarbij zich vooral Fran
sche officieren weinig eervol onderscheidden. Zij
stonden langs den weg en sloegen de weerlooze
Duitsche soldaten met stokken. De Duitschers
werden ernstig gekwetst. De vrouwen van het
dorp, waar zij na geruimen tijd aankwamen, ge
droegen zich als furies. Zij spuwden de Duit
schers in het gezicht en zetten haar mannen op
den Franschen bewakers de geweren te ontruk
ken en de Duitschers ter plaatse neer te schie
ten.
Een der gevangen Feldwebel heeft als oogge
tuige waargenomen hoe Fransche soldaten zijn
opgetreden tegen een Duitsche vliegtuigbeman
ning. De machine was neergestort, de piloot om
het leven gekomen. Twee inzittenden waren ge
wond, de overigen gevangen genomen. Ofschoon
de beide gewonden van het draagvlak der neer
gestorte machine de op hen toestormende Fran
sche soldaten met zakdoeken toewuifden wer
den zij onder vuur genomen en neergeschoten.
Van andere zijde wordt gemeld: Twintig Duit
sche soldaten hadden op 23 Mei het ongeluk bij
Thulin in de streek van Bergen in Fransche ge
vangenschap te geraken. Zij kwamen bij den
luitenant Jules Nicolas Levresse. Deze schold
hen op ongelooflijke wijze uit, bespuwde hen en
schold op het Duitsche Rijk. Daarop liet hij de
krijgsgevangenen midden op den dorpsweg aan
treden en exerceerde met hen „handen hoog",
„handen neer", enz. Hij dreef verder de krijgs
gevangenen naast elkander op de Duitsche vuur
linie toe-, waaruit met machinegeweren werd ge
schoten. Zelf volgde hij hen met een pistool in
de hand. De krijgsgevangenen verzochten dek
king te mogen zoeken. Ten antwoord zond de
luitenant hen naar de plaats, waar het zwaarste
vuur lag. Twee der gevangenen werden doo-
delijk gewond.
Fransclie persaanvallen op
Koning Leopold.
PARIJS 29 Mei (D. N. B.) De Fransche bladen
Uiten zich heden op zeer kleineerende en kwetsende
Wijze over den koning der Belgen en over België
in het algemeen. Zij beweren dat koning Leopold
door zijn houding bewezen heeft niet de eerste ver
tegenwoordiger van zijn volk te zijn. Alle bladen
pogen hem voor de kanslooze positie der gealliaerde
troepen in den ingesloten sector der beide Vlaam-
sche provincies verantwoordelijk te stellen
Léon Blum schrijft in de „Populaire": Zonder
onzen trouw aan België zouden wij elders middelen
en wegen gevonden hebben om den vijand op te
houden. De Engelsch-Fransche divisies, die thans
nog op Belgischen bodem vechten, zouden nu anders
in onzen gelederen staan. Sinds eenige dagen moet
Frankrijk een reeks zware beproevingen doorma
ken, maar de houding van België is de zwaarste
beproeving van allen.
Van het feit dat koning Leopold, in tegenstelling
tot de leden zijner regeering, zich bij zijn soldaten
heeft opgehouden, wordt in de Fransche bladen in
het geheel niet gesproken.
soortgelijke beschuldigingen tegen zekere kringen
in Estland werden geuit.
ANTWOORD DER
LITTAUSCHE REGEERING.
Nader meldt het D.N.B. uit Kaunas: De regeering
v an 'Littauen heeft dc Sovjetregeering geantwoord
op het pi-otest inzake het verdwijnen van Sovjet
Russische soldaten in Littauen. Het antwoord luidt
als volgt:
De Littausche regeering heeft reeds opheldering
verschaft over de door de Sovjetregeering geuite
beschuldigingen en is bereid deze opheldering nog
aan te vullen. Teneinde de beschuldigingen te on
derzoeken en de schuldigen te vinden heeft de
Littausche regeering een speciale commissie be
noemd.
De Littausche regeering hoopt dat de Sovjet Rus
sische regeering van haar kant er toe zal bijdragen
ie schuldigen te ontdekken.
Zij zullen door de Littausche regeering met de
grootste gestrengheid gestraft worden.
HENRY FORD PROFETEERT.
VerStaten blijven buiten den
oorlog.
WANTROUWEN JEGENS HET
BEWAPENINGSPROGRAM.
NEW-YORK, 29 Mei. In een interview heeft
Henry Ford verklaard dat hij wantrouwend staat
tegenover het bewapeningsprogram der Vereenig-
de Staten, want, zoo zeide hij, defensiemaatrege
len van zulk een geweldigen omvang zijn tegelij
kertijd oorlogsmaatregelen en spelen den interna
tionalen oorlogmakers, die munt willen slaan uit
bloedvergieten, in de kaart. In feite vormen de tot
oorlog ophitsende financieele kringen de „vijfde
colonne", waarover zooveel gesproken is.
Ford zeide er van overtuigd te zijr dat de Euro-
peesche oorlog niet lang zal duren, omdat de Ver-
eenigde Staten er niet bij betrokken werden. Van
vele kanten wordt weliswaar een druk uitgeoefend
om de Vereenigde Staten in den oorlog te verwik
kelen en bevat het geweldige bewapeningsprogram
gevaarlijke mogelijkheden, doch Ford was er vast
van overtuigd dat Amerika den vrede zal kunnen
bewaren. (D.N.B.)
JUBILEUM VAN MR. J. E. CLARINGBOULD.
'sGRAVENHAGE 29 Mei (A. N. P.) Op. Zater
dag 1 Juni a.s. zal het 25 jaar geleden zijn, dat mr.
J. E. Claringbould het secretaris-ambt der Kamer
van Koophandel en Fabrieken voor 's Gravenhage
aanvaardde.
Naar wij vernemen zal er geen feestelijke her
denking plaats hebben.
Sedert 1914, toen hij werd benoemd tot secretaris
van de commissie voor den Nederlandschen handel,
is mr, Claringbould onafgebroken werkzaam geweest
op het gebied van handel en nijverheid.
Zijn belangstelling richtte zich ook buiten het
gebied van de Haagsche Kamer en hij nam actief
deel aan de oprichting van de Nederlandsche orga
nisatie voor de internationale kamer van koophan
del, waarvan hij gedurende ruim 8 jaren het secre
tariaat bekleed heeft.
Aanzienlijke reserves.
Het D.N.B. meldt: Staatssecretaris Backe
van het Duitsche ministerie voor de voedsel
voorziening houdt zich ift een artikel bezig
met de goede positie der Duitsche voedsel
voorziening en met de handhaving en uitbrei
ding der enorme voorraden levensmiddelen.
Uit de door hem geciteerde cijfers blijkt dat
het den Westelijken mogendheden niet moge
lijk is Duitschland uit te hongeren.
Backe schrijft: .„Op 1 Augustus loopt het eerste
jaar der voedselvoorziening in oorlogstijd af. Reeds
thans kan geconstateerd worden dat de ontwikke
ling zich niet alleen in overeenstemming met het
vastgestelde v.oedselschema, doch zelfs gunstiger
heeft voltrokken. In de eerste plaats is de buiten
gewoon groote reserve aan broodgraan, welke
Duitschland bij het begin van den oorlog bezat,
onaangetast. Geen ander groot Europeesch land
heeft ooit beschikt over een zoo groote brood-
graanresêrve als wij van het begin van den oogst-
1940 zullen hebben. Over het resultaat van den
aanstaanden oogst kan thans nog niets gezegd
worden. Den lasten van den oorlog ten spijt is
men er in geslaagd den landbouw op vredesvoet
meststoffen en zaaigoed te verschaffen. De voor
jaarsbebouwing is vrijwel voltooid. Tegenover een
uitbreiding van de oppervlakte voor den. verbouw
van wintergraan staat een overeenkomstige uit
breiding van die voor zomergraan. De verbouw van
sommige vruchten is in vergelijking met 't vorige
jaar in dit voorjaar met ongeveer 10 pet. uitge
breid. Alleen al de oppervlakte voor den verbouw
van aardappelen zal dit jaar waarschijnlijk on
geveer 250.000 tot 300.000 hectare grooter zijn dan
het vorige jaar. Voor suikerbieten en voederbieten
zal een overeenkomstige uitbreiding bereikt wor
den.
Het gebrek aan werkkrachten is gecompenseerd
door hulp .van de gemeenschap. Ten aanzien van
het vet is de ontwikkeling gunstiger geweest dan
men verwachtte. De oorzaak daarvan ligt in een
bijzondere inspanning van den Duitschen land
bouw op het gebied van melk- en vetproductie.
Door de sterke stijging der boterproductie was het
mogelijk de bij het begin van den oorlog bestaan
de buitengewone voorraden aan grondstoffen voor
olie en margarine te verdeelen over een nog lan
gere periode dan oorspronkelijk vastgesteld. De
gunstige ontwikkeling van de boterproductie maakt
het mogelijk dat den consumenten binnenkort meer
boter dan tot dusverre wordt toegewezen en dat
bovendien de vervaardiging van volvette kaas voor
de zomermaanden weer wordt toegestaan. Boven
dien kunnen begin Juli de hoeveelheden marga
rine volledig door boter vervangen worden. Niette
min zal Duitschland bij het begin van den winter
194041 over zeer veel grootere botervoorraden
beschikken dan bij het uitbreken van den oorlog.
Evenzoo zullen de kaasvoorraden, de verhooging
der kaasrantsoenen ten spijt, bij het begin van
den winter aanzienlijk grooter zijn dan het vorige
jaar. Verder zal Duitschland bij het invallen van
den winter voorraden eieren bezitten, die min
stens de helft grooter dan in September 1939 zul
len zijn.
Op het gebied der vleeschverzorging is behalve
de groote vleeschvoorraden in de koelhuizen voor
het tweede oorlogsjaar een levende reserve uit
den veestapel aanwezig.
Ten aanzien van de groentemarkt zal de voor
genomen uitbreiding der verbouwoppervlakte met
25 procent waarschijnilijk bereikt worden"
Een interieur van de uitgebrande Abdijkerk te Middelburg na den brand, welke
door het Fransche leger was aangestoken, toen deze troepen zich voor de aan
rukkende Duitsche weermacht naar Zeeuwsch-VIaanderen in veiligheid stelden.
Bommen op de Duitsche burger
bevolking.
„Veelvoudige vergelding op het uur der
afrekening."
Het D.N.B. meldt:
Niettegenstaande de herhaalde Duitsche waar
schuwingen duurt het lukrake werpen van bom
men door Britsche vliegtuigen op hun nachtelijke
vluchten boven Duitsch rijksgebied voort. Deze
bombardementen die spotten met iedere bepa
ling van het volkenrecht van niet militaire
objecten worden door de Engelschen in hun be
richten als schitterende daden geprezen. Door het
lukrake werpen van bommen op vreedzame ste
den door Engelsche vliegers werden woonwijken,
hotels, scholen, apotheken en ziekenhuizen ge
troffen. In Duitschland wordt van iedere doode,
van iedere geworde en van iedere schade door deze
nachtelijke aanvallen nauwkeurig boen gehouden.
Wanneer het uur der afrekening komt zal iedere
bom veelvoudig vergolden worden.
Reeds voor de capitulatie van België
was hun lot bezegeld.
Militaire opvatting in Duitschland
BERLIJN, 29 Mei. Het lot der Fran
sche en Britsche troepen in Vlaanderen was
reeds voor de capitulatie van het Belgische
leger onder den druk van de uitwerking der
Duitsche wapenen bezegeld, aldus deelt men
het D.N.B. van deskundige militaire zijde
mede. De Belgische koning, zoo wordt gecon
stateerd, heeft slechts de consequentie uit
den toestand van zijn leger getrokken, toen
hij het voor algeheele vernietiging bewaarde.
Hij heeft duidelijk ingezien dat de Engelschen
de Belgen nog slechts beschouwden als dekking
in den mg en dat zij meenden zich onder de be
scherming der Belgische wapenen nog bijtijds
uit de voeten te kunnen maken. Van dezelfde zij
de merkt men verder op dat ook de zoo groot
scheeps aangekondigde steun van Engelschen en
Franschen voor de Belgen teleurstellend geweest
moet zijn. De Engelschen hadden bijvoorbeeld
verklaard dat zij Brussel in de Dyle-stelling al
leen zouden verdedigen. In plaats daarvan heb
ben zij na korten tegenstand getracht naar de
Kanaalhavens te vluchten. Uit 'den mond van
Reynaud heeft men de bekentenis gehoord dat
de Franschen aan de Maaslinie ten zuiden van
Namen slechts eenige slechte divisies geleverd
hebben. Als men verder bedenkt dat de Belgische
grond het grootste deel der verwoesting moest
dragen, dan kan niemand het den koning euvel
duiden dat hij de rest van zijn leger en van zijn
land voor volledige vernietiging wilde sparen.
Daarentegen is kenmerkend de Engelsche aan
kondiging dat men in de toekomst rekening moet
houden met Engelsche bomaanvallen op België
(D.N.B.)
De „Deutsche Allgemeine Zeitung" schrijft naar
aanleiding van de tot koning Leopold gerichte ver
wijten:
Het waren Franschen, die de doorbraak door de
Maginotlinie niet konden verhinderen en niet in
staat waren tot een offensief tegen ons zuidelijk
front. Het waren Engelschen en Franschen, die niet
konden breken uit het ingesloten gebied. Het waren
Engelschen, die noch door hun expeditieleger, noch
door hun vloot het wegnemen der Kanaalhavens
konden verhinderen en het waren in het bijzonder
Engelschen. die onbekwaam waren om de Belgen
aan den Scheldesector doeltreffend te ondersteunen
Uit het groote ingesloten gebied zijn door de
doorbraak bij Rijssel twee ingesloten gebieden
ontstaan. De uit het oosten en westen in het inge
sloten gebied gedrongen Duitsche troepen hebben
elkander de hand gereikt. Het kleinste ingesloten
gebied ligt. ten zuiden van Rijssel. Het omvat nog
slechts een vierkant, welks zijden 15 tot 20 km. lang
zijn. In dit gebied staan vreeselijk opeengedrongen
de Fransche divisies, die eenige dagen geleden nog
bij Valenciennes uïtbraakpogingen deden, staan ook
de Engelsche divisies, die eenige dagen geleden nog
tusschen Atrecht en Kamerijk krachtigen tegenstand
hebben geboden. Met hen is ingesloten een onover
zienbare stroom vluchtelingen.
Het noordelijke ingesloten gebied strekt zich uit
van Rijssel tot aan de zee. Het heeft dus nog een
uitgestrektheid van ongeveer 50 k.m. In Vlaanderen
wordt het ingesloten gebied van drie kanten inge
drukt en aan de kusten van het Kanaal rukken de
Duitsche troepen van beide kanten voorwaarts.
VOORGESCHIEDENIS
DER CAPITULATIE.
GENèVE, 29 Mei (D.N.B.) Uit een reeks
uitlatingen der Fransche pers blijkt dat zoowel
de Fransche regeering en Weygand als ook de
Belgische ministers in Parijs reeds Maandag
middag op de hoogte waren van den wensch
van Leopold om een wapenstilstand aan te gaan.
Zoo berichten de „Temps" en de Parijsche cor
respondent vai het „Journal de Genève" dat de Bel
gische regeering in Parijs Maandagmiddag op de
hoogte was van het besluit van koning Leopold.
Laat in den middag is een Fransch-Belgische con
ferentie gehouden in het Fransche ministerie van
oorlog. Hieraan werd van Belgische zijde deelgeno
men door den minister-president, den minister van
oorlog en den ambassadeur, terwijl van Fransche
zijde aanwezig waren Reynaud, Pétain en Weygand
Op dit oogenblik, zoo constateert de Parijsche cor
respondent van het „Journal de Genève", wisten de
Belgische ministers, dat koning Leopold geen reke
ning zou houden met hun tegenstand. Des avonds
hield Pierlot een radiorede, waarin hij den wil van
België om den strijd aan de zijde der Westelijke
mogendheden tot het laatste voort te zetten, bekend
maakte. Men heeft eerst veel later de oorzaak be
grepen van deze onverwachte verklaring.
Volgens de „Temps" had de Fransch-Belgische
conferentie tot onderwerp de bestudeering van den
toestand, zooals die geworden was door het be
sluit van koning Leopold. Aan het slot der confe
rentie zou Reynaud den Engelschen ambassadeur
in Parijs hebben ontvangen en daarop den president
der republiek 'hebben verzocht den ministerraad
tegen 22 uur bijeen te roepen.
De „Oeuvre" meldt dat koning Leopold Maandag
avond om 18 uur door een ordonnans-officier Wey
gand telefonisch zonder nadere verklaring zou heb
ben doen mededeelen dat Dinsdagmorgen om 4 uur
het Belgische leger de wapens zou neerleggen en
dat hij besloten had te capituleeren.
De toren van het Zeeuwschc dorpje Kapelle Ia
vrijwel ongedeerd uit den strijd gekomen.
Slechts aan de rechterzijde is eenige beschadi
ging zichtbaar.
De binnen, en buitenlandsche
politiek van Portugal.
Rede van minister-president Salazar.
LISSABON, 29 Mei. Ter gelegenheid van de
inwijding van het nieuw gebouwde officierscasino
heeft minister-president Salazar in zijn kwaliteit van
minister van oorlog voor het officierscorps te Lissa
bon. een rede gehouden, waarin hij o.a. het volgende
zeide:
„Wij hebben onvermoeid een vredespolitiek ge
volgd en hebben deze, dank zij de omzichtige po
gingen, met onze plichten en hoogere belangen in
overeenstemming weten ie brengen. Het prestige,
dat wij hierbij gewonnen en de vriendschappen, die
wij gevormd hebben, hebben ons geholpen den oor
log verre van ons te houden. Onze wensch naar
vrede en onze binnen- en buitenlandsche vredespo
litiek ontheffen ons echter noch van de moreele,
noch van de materieele zorg voor het leger en nie
mand kan ons beschuldigen dat wij niet met al onze
krachten in een door de omstandigheden veroorloof
de mate ons program uitvoeren". (D. N. B.)
Verliezen der luchtmachten.
Het D.N.B. meldt: De „Petit Paristen" publi
ceerde op 27 Mei een bericht over verliezen van
het Duitsche luchtwapen. De door dit blad ge
publiceerde cijfers, nl. 1060 vliegtuigen, zouden
afkomstig zijn uit het centrale .statistische bu
reau van het Duitsche ministerie voor de lucht
vaart, dat deze cijfers op 19 Mei aan het groote
hoofdkwartier van Hitier heeft medegedeeld.
Alle bijzonderheden, die de „Petit Paristen"
publiceert, zijn, naar van Duitsche zijde is vast
gesteld, van het begin tot het einde verzonnen.
Het opperbevel van de weermacht heeft de Duit
sche en de vijandelijke verliezen aan vliegtuigen
sedert 11 Mei voortdurend gepubliceerd. Volgens
deze cijfers bedragen de vijandelijke verliezen
aan vliegtuigen tot op heden 2638 toestellen te
gen 373 Duitsche toestellen. Terwijl de „Petit
Parisien" de Duitsche vliegtuigverliezen met
1060 aangeeft, geeft Havas op 28 Mei volgens
opgaven uit bevoegde Britsche kringen, het aan
tal vernielde Duitsche vliegtuigen op van 2000.
De tegenspraak tusschen deze beide Fransche
publicaties is het beste bewijs van de onbe
trouwbaarheid van het Fransche en Britsche cij
fermateriaal.
Uitspraken van de Rechtbank.
OPLICHTER VEROORDEELD.
Tegen een Tilburgenaar, die in Bloemendaal aan
verschillende melkhandelaren een synthetische
vloeistof had verkocht die een besparing zou ge
ven van 19 pet. op het benzineverbruik, had de
Officier een jaar gevangenisstraf geëiseht. De vloei
stof was niets anders dan wat olie vermengd met
analine.
De Rechtbank veroordeelde den verdachte tot
een gevangenisstraf van 10 maanden met aftrek
van de preventieve hechtenis.
De vreugde
van den arbeid
WANNEER de mensch moeilijke dagen door
maakt bezint hij zich meer dan anders op
de waarden van het leven. Eén daarvan is
de arbeidsvreugde. De vreugde van den arbeid is
jarenlang een goed geweest dat door sommigen niet
hoog werd aangeslagen. Een aantal menschen ar
beidde niet omdat ieder gezond mensch in zijn werk
een natuurlijke bevrediging en voldoening vindt,
maar lette meer op de geldelijke voordeelén, die
uit dien arbeid voortvloeiden. Niet de arbeid, het
geld was voor hen levensdoel. Het ware wel zeer
onbilllijk iedereen over één kam te scheren, doch
het is nog onjuister de oogen voor deze feiten te
sluiten. De omstandigheden hebben ons nader tot
elkaar gebracht, het is te wenschen dat die goede
verstandhouding hu niet meer verandert. De op
bouw gaat sneller dan men misschien had verwacht.
Dat is een moedgevend symptoom. Wil men echter
het herstel een blijvend karakter geven dan dient
er gebouwd te worden op een goede basis.
Dan moet men ook den arbeid zien in het licht
waarin een aantal menschen dat tot nu toe nog niet
heeft gedaan. De klank van het zilver klonk som
migen van ons schooner in de ooren dan het zachte
geruisch van het vallend graan of de forsche hamer
slag op het gloeiende aambeeld. Het geld was voor
hen het vizioen, dat den arbeid overschaduwde.
Gelukkig heeft het grootste deel van ons volk
ingezien, dat de arbeid op deze manier beschouwd
nooit eenige blijvende voldoening kan schenken.
De vreugde van den arbeid is juist in dezen tijd een
kostbaar goed waarvoor we niet dankbaar genoeg
kunnen zijn. Veel leed wordt daardoor verzacht.
Wat de arbeid beteekent is velen nu nog eens dui
delijk gebleken. Het geld is een wankel bezit, het
vermogen tot den arbeid houden we altijd in eigen
handen. Op het platteland is men zich dat in het
algemeen meer bewust geweest dan in de steden.
De geestelijke waarden van een volk worden dan
ook veelal beter op het platteland dan in de steden
bewaard.
Niet het intellect van den enkeling doch het ge
middelde karakter van iederen burger bepaalt de
waarde van een volk. Het karakter van den mensen
drukt zijn stempel op zijn geest. En juist aan de
vorming van het karakter wordt in de steden dik
wijls minder aandacht geschonken dan aan de zoo
genaamde geestelijke ontwikkeling, die dan voor het
grootste deel berust op ingestampte schoolwijsheid.
Hoe dichter men bij de natuur staat, en op het
platteland staat men nu eenmaal dicht bij de natuur,
des te beter zal men de waarde van iederen arbeid
kunnen beseffen. En met dat besef komt ook de
arbeidsvreugde. Elke arbeid is goed als het maar
niet ontaardt in sleur. Niets is zinloozer dan werken
als men niet begrijpt waarvoor men werkt of iedere
arbeid onmiddellijk omzet in klinkende munt. Zij,
die zóó denken zullen zich juist in dezen tijd allen
grond voelen ontzinken. De schuld ligt echter niet
bij de omstandigheden maar bij hen zelf. Men zal
moeten inzien dat elke arbeid, hoe onbelangrijk hij
ook moge schijnen, zijn nut heeft niet slechts voor
den arbeider doch vooral ook voor de gemeenschap.
Alleen dan zal men de vreugde van den arbeid lee-
ren kennen.
Niet door het geld maar in dien arbeid zelf.
B. K.
Een portemonnaie gestolen?
In hooger beroep zwaarder straf geëiseht.
AMSTERDAM, 29 Mei. Een juffrouw uit Be
verwijk werd op 29 Februari jl. door de rechtbank
te Haarlem veroordeeld tot één week gevangenis
straf omdat zij in een kapperssalon, waar zij zich
liet onduleeren, een portemonnaie met f 3 van een
anderen cliënt zou hebben gestolen.
De vrouw ontkende hardnekkig en een direct
bewijs was dan ook niet aanwezig. Wel waren er
vele aanwijzingen tegen haar naar voren gebracht.
Toen zij eenigen tijd in den kapperssalon was ge
weest, had zij gebruik gemaakt van de W.C. In
het waterreservoir werd 9 dagen later de gestolen
portemonnaie leeg teruggevonden.
Een getuige had gerinkel van geld gehoord en
verschillende getuigen kwamen vandaag voor het
Hof, voor welk college de zaak in hooger beroep
werd behandeld, verklaren, dat verd. op het uur,
waarop de diefstal gepleegd was, bij den kapper
was geweest. Daartegenover stonden echter weer
verklaringen van getuigen a décharge, die perti
nent volhielden, dat verdachte pas van huis was
gegaan op een tijdstip, dat de diefstal reeds was
gepleegd.
Zij is moeder van elf kinderen en onder de negen
getuigen a décharge waren een paar harer kin
deren, die verklaarden, dat zij moeder na zes uur
bij den kapper hadden afgehaald om boodschap
pen te doen. De diefstal 'was tegen drie uur ge
pleegd.
De procureur-generaal vond de door de recht
bank opgelegde straf veel te laag. Uit de verschil
lende aanwijzingen achtte spr. het bewijs geleverd,
Spr. vorderde een-gevangenisstraf van vier weken.
Arrest 11 Juni. (A.N.P.)
- Vijf leden der bemanning van den 75 ton me
tenden Zweedschen motorkotter Blamann, die ten
noorden van Haugesund op een mijn is geloopen,
zijn om het leven gekomen.
- Bij de aankomst van den oppositioneelen can-
didaat voor het presidentschap van Mexico, generaal
Juan Andreu Almazan, is in Durango het dak van
het perron ingestort. Een groot deel van de wach
tende menigte werd bedolven. Negentig personen
werden gewond.