Postale zorgen.
Jet jaarverslag der Nederlandsche Bank N.V.
LmSDAG 4 JUNI 1940
Dividend op f 55 per aandeel gesteld.
4an het jaarverslag der Nederlandsche Bank N.V.
,'jr het boekjaar 1939-1940 wordt het volgende
s'Jeend:
In de eerste plaats kan dan worden vastgesteld,
,je verscherping der politieke spanningen in
dropa» ejnc^=de met het uitbreken van den
'.,]0gi op 3 September 1939, tot schokken geen
jaleidiög gaf- Dat een grootere vraag naar bank
etten en zilveren munten intrad, kan echter geen
Sondering wekken. Van Augustus 1939 tot 26
■••art 1940 bedroeg de stijging van den biljettenom-
nog geen 9 procent; zij vertegenwoordigde een
arde van 39.328.550 en werd in belangrijke
,!(e overschreden door de daling van de saldi in
•kening-courant met 165.258.209.
\Vat de eischen aan het particuliere bankwezen
-itrcft, deze vonden in het algemeen niet hun oor-
n« in een toeneming van de binnenlandsche
i-cdietvraag- Zij vloeiden in hoofdzaak voort uit
j wegtrekken van buitenlandsch kapitaal, dat op
i-ten termijn of in effecten in Nederland werd
..gehouden. Zij vormden een der factoren, welke
dden tot een vermindering van den goudvoorraad
"n de Nederlandsche Bank. Bedroeg die voorraad,
ij de afsluiting van het boekjaar 1938/1939
1,322,5 millioen, bij het einde van het laatst ver
beken boekjaar was hij, afgescheiden van de
Lvaardeering, verminderd tot 1.013.6 millioen.
Het grootste deel van deze vermindering komt in-
lusschen op rekening van het tijdvak, dat aan het
uitbreken van den oorlog voorafging. Dat deel
beloopt 193.1 millioen tegen 115.8 millioen ge
durende de zeven maanden, welke sedert den aan-
,3Dg van den oorlog tot het einde van het boek-
,al- waren verstreken.
De herwaardeering van den goudvoorraad van
de Nederlandsche Bank is neergelegd in de wet van
15 Maart 1940. Onder deze wettelijke regeling,
iweike met ingang van 31 Maart 1940 in werking
irad, is de waarde van den goudvoorraad gesteld
co een bedrag van 2.009 per kilogram fijn; dit
bedrag is gebaseerd op een depreciatie van den
ulden met 18 ten honderd.
De herwaardeering leverde een voordeelig ver
schil op van 221.794.467.69. Volgens de voor
schriften van genoemde wet is hiervan
13.932.609.73 aan de bank ten goede gekomen.
7Cn beloope van 7.629.955.16 is die som aange
wend voor de delging van het overblijvende deel
jer vordering op den staat, welke de bank, inge
volge de bepalingen der wet van 27 Mei 1932 op
jaar balans had gebracht tot voorloopige dekking
van het in September 1931 op haar pondenbezit
geleden verlies, voor zoover dit niet ten laste van
5e winst- en verliesrekening over het boekjaar
1931/1932 en uit de reserves der bank werd ge
dekt. Dat verlies bedroeg in totaal 29.889.408.15,
waarvan 6.302.654.57 aan de reserves onttrokken
werd.
Dat de last is weggenomen, die gedurende acht
Wat niet gefotografeerd mag
worden.
Het A.N.P. meldt:
'sGRAVENHAGE 3 Juni. Vanwege den Duit-
schen militairen bevelhebber hier te lande wordt
eens het volgende ter algemeene kennis ge
bracht.
Zonder uitdrukkelijke toestemming van de Duit-
:he militaire autoriteiten is het niet toegestaan:
I. Opnemingen te maken van militaire werken en
werktuigen van.de Duitsche weermacht.
II. Opnemingen te maken van de Duitsche weer
macht, zoowel als afbeeldingen van door krijgshan
delingen verwoeste steden, dorpen, vlekken, brug-
enz., te verkoopen, te verspreiden of op andere
wijze in omloop te brengen.
Deze maatregel is van toepassing op ieder, die
zich met het maken van opnemingen in welken vorm
ook bezig houdt, en beperkt zich bijgevolg niet
lot fotografen, persfotografen of instellingen.
Nederlandsch Clearing-instituut.
's-GRAVENHAGE, 2 Juni. (A.N.P.) De directie
van het Nederlandsch ciearinginstituut maakt met
machtiging van het departement van Handel, Nij-
wheid en Scheepvaart bekend, dat niet alleen ten
azien van Duïtschland, maar ook ten aanzien
ian Bulgarije, Chili, Italië, Roemenië en Turkije,
te voldoening van clearingplichtiige schulden we
der op normale wijze door storting in. de clearing
dient te geschieden.
Ook de autonome maatregelen nopens het beta
lingsverkeer met Spanje, Denemarken en Noor
wegen blijven voorloopig onveranderd van kracht.
De koersen voor stortingen blijven tot nader be
richt voor:
Reichsmarken 75.63
Lires 9.55
Turksche ponden 145 1/4
Deensche kronen 36.40
Noorsche kronen 42.30
Deel van het personeel der B. P. M.
op wachtgeld.
's-GRAVENHAGE, 3 Juni De Bataafsche Pe-
-oleum-Maatschappij heeft onder de huidige bui
tengewone omstandigheden besloten met ingang van
1 Juli a.s. een gedeelte van haar personeel op
wachtgeld te stellen. (A. N. P.).
De orang oetan „Jopie in de Haagsche
diergaarde wil een goeden indruk maken
op de bezoekers Bij het toilet maken
wordt hij door zijn oppasser bijgestaan
jaren op de bank gedrukt heeft wegens de delging
van het op haar pondenbezit geleden verlies, stemt
althans tot tevredenheid. Dien tengevolge is de
winstverdeeling, zooals deze in artikel 31 van de
Bankwet is voorgeschreven, hersteld. Ook overigens
bracht de herwaardeering van den goudvoorraad
niet onbelangrijke wijzigingen in de positie der
bank mede, welke voor de eerste maal haar in
vloed oefenden op de weekbalans per 1 April 1940.
De waarde van onzen goudvoorraad steeg tot
1.235.293,964.97; de toeneming bedroeg
221.739.327.88. De post „Staat der Nederlanden"
ad 7.629.955.16 is aan de debetzijde komen te ver
vallen. Onder den invloed van de crediteering van
het egalisatiefonds verminderde de post beleeningen
voorschotten in rekening-courant van
270.992.697.27 tot 215.542.405.47. Aan de credit
zijde der balans toonde het rekening-courantsaldo
van het rijk een vermeerdering van 62.685.544.34
verband met de tegoedschrijving met
132.506.208.49 wegens het aandeel van 's rijks
schatkist in de baten der herwaardeering. Het
reservefonds der bank ontving uit die baten
3.302.654.57, terwijl de bijzondere reserves met
3.000.000 gedoteerd werden. Bij' het opmaken
van de jaarbalans moest een belangrijk deel dezer
bedragen worden besteed voor het opvangen van
den achteruitgang in de waarde der beleggingen
van het kapitaal en de reserves.
Mede in verband met de hierboven bedoelde
mutaties steeg de gouddekking van de direct op
eischbare verplichtingen der bank van 76.01 pro
cent op 26 Maart 1940 tot 83.32 procent op 1 April
daaraanvolgende. Ingevolge Koninklijk Besluit
van 26 Maart 1940 wordt voor de berekening van
de minimum-dekking van 40 ten honderd de waarde
van de gouden munt en het gouden muntmateriaal
gesteld op 2.009 per kilogram fijn, terwijl zilve
ren muntmateriaal niet langer als dekking is toe
gelaten.
Zooals hierboven werd geconstateerd, heeft het
Nederlandsche bankwezen zonder moeilijkheden
aan de gevolgen van de oorlogsdreiging en daarna
van het uitbreken van den oorlog het hoofd kun
nen bieden. Van den ondergang van een bekend, te
Amsterdam gevestigd, internationaal emissiehuis,
heeft het economische leven van ons land geen
nadeelige gevolgen ondervonden. De Nederland
sche Bank, die een crediet had verleend, hetwelk
ten tijde van zijn verstrekking, aan de hand van
de haar gegeven inlichtingen, moest aangemerkt
worden als te dienen voor de voorziening in tijde
lijke liquiditeits-moeilijkheden, kon dit crediet op
korten termijn afwikkelen zonder verlies, noch wat
betreft de hoofdsom noch wat betreft de haar toe
komende rente.
Op 31 Maart 1940 waren kapitaal, reserves en
pensioenfonds belegd tot een totaalbedrag van
f 38.804.573.
Het totaal van bankbiljetten, bankassignaties en
creditsaldi in rekening-courant, te zamen uit
makende de opeischbare schuld der bank, beliep
gemiddeld in 1939—1940 f 1.412.593.464.
De dekking van de opeischbare schuld door
metaal bedroeg gemiddeld 78.97 procent,
metaaldekking ingevolge Koninklijk besluit van 4
Januari 1929, dan resteert het beschikbaar metaal
saldo. Gemiddeld beliep dit f 551.489.619.
Het gemiddelde bedrag der bankbiljetten in
omloop was f 1.089.251.227.
De netto winst verschilde slechts weinig van die
van het vorige boekjaar. Zij daalde van f 2.551.833
tot f 2.550.996.
Hiervan komt volgens artikel 31 (2) van de
Bankwet aan de bank: 3y2 procent over f 20.000.000
is f 700.000. Van het overblijvende deel der wins
ten ten bedrage van f 1.850.996.20 komt 15 procent
ten bate van het reservefonds, dus f 277.649.43. Het
overblijvende bedrag ad f 1.573.346.77 wordt aldus
verdeeld: een vierde aan de bank f 393.336.69, drie
vierden aan den staat f 1.180.010.08.
Voor de aandeelhouders is dus over 19391940
beschikbaar gekomen: 3J/2 procent over f 20.000.000
f 700.000 en een vierde gedeelte van f 1.573.346.77
f 393.336.69. Tezamen dus f 1.093.336.69. Hierbij
komt het onverdeeld saldo over 19381939
f 9.529.84 .zoodat het winstsaldo, dat ter beschik
king van de algemeene vergadering van aandeel
houders staat: f 702.866.53 bedraagt.
Wanneer men wil vasthouden aa>n het gebruik
om het-dividend in guldens per geheel aandeel af
te ronden, laat het ter beschikking van de alge
meene vergadering van aandeelhouders staande
bedrag van f 1.102.866.53 een uitkeering van f 55
per aandeel toe.
Interessante juridische kwestie.
Kunnen voor één feit twee vervolgingen tegen
een verdachte worden ingesteld?
Het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft, recht
sprekende in hooger beroep van een vonnis van de
rechtbank te Maastricht, genoemd vonnis vernie
tigd en na ten laste van mej. W. de J. diefstal ie
hebben bewezen verklaard, haar tot een gevange
nisstraf veroordeeld, nadat de raadsman van de ver
dachte betoogd had, dat de officier van justitie niet
ontvankelijk moest worden verklaard omdat de ver
dachte reeds eerder door de rechtbank te Maas
tricht van hetzelfde materieele feit werd vrijgespro
ken. Dit vonnis was echter nog niet in kracht van
gewijsde gegaan en op dien grond is het Bossche
Hof dit verweer voorbijgegaan.
Tegen 's Hofs arrest werd cassatie aangeteekend.
De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad, mr.
Rombach, nam Maandag in deze zaak conclusie en
noemde haar merkwaardig uit een oogpunt van
strafvordering. Kan ter zake van een feit, welks be
rechting bij den strafrechter aanhangig is, doch nog
niet tot een in kracht van gewijsde gegaan vonnis
heeft geleid, een tweede vervolging worden inge
steld? Dit is de principieele vraag, waarop aldus
mr, Rombach een antwoord zal moeten worden
gegeven. Noch in het tegenwoordige Wetboek van
Strafvordering noch in het vroegere vindt men een
bepaling, die een rechtstreeksch antwoord op de
vraag geeft, welke men ook zóó kan formuleeren:
kan een verdachte, tegen wien een strafgeding ter
zitting is aangevangen, zich alleen op grond daarvan
in een nieuw strafproces wegens hetzelfde feit ver
weren?
Het kwam spr. voor, dat dit het geval moet zijn.
Het eenmaal aangevangen rechtsgeding beoogt te
leiden tot een definitieve uitspraak van den rech
ter en verschillende bepalingen zorgen daarvoor. De
verdachte heeft dus recht op een onherroepelijke
beslissing op het feit, - waarvoor hij is gedagvaard.
Met dit recht is onvereenigbaar een bevoegdheid
van het openbaar ministerie om hangende zoodanig
onderzoek opnieuw te vervolgen.
Mr. Rombach concludeerde op deze gronden tot
vernietiging van het arrest en tot verwijzing dei-
zaak naar een ander Hof.
De Hooge Raad zal 24 Juni arrest wijzen. (A.N.P.)
J. Nieuwdorp.
HAARLEM. Dinsdag.
Hier ter stede is in den ouderdom van 63 jaar
overleden de heer J. Nieuwdorp, oud-bouwkundig
hoofdambtenaar bij den Provincialen Waterstaat
te Haarlem. De heer Nieuwdorp begon zijn loop
baan. in Zeeland en bij diverse waterschappen in
Zuid-Holland, totdat hij 16 April 1911 in dienst
trad van den Provincialen Waterstaat van Noord-
Holland als opzichter in algemeenen dienst.
Op 1 Januari 1920 werd hij technisch ambtenaar
en op 1 Mei volgde zijn benoeming tot hoofdop
zichter. een titel, die per 1 Maart 1935 werd ge
wijzigd in dien van bouwkundig hoofdambtenaar,
als hoedanig de heer Nieuwdorp op 1 Juli 1937 den
dienst met pensioen verliet.
Bij den watersnood van 1916 heeft de overledene
zich verdienstelijk gemaakt bij de drooglegging
van den Anna Paulownapolder en de herstelwerk
zaamheden van de dijken daar ter plaatse. De Wa
tersnood-medaille 1916 werd hem daarvoor toege
kend.
De crematie zal plaats hebben op Woensdag 5
dezer te Westerveld na aankomst van trein 14.14 u.
De wederopbouw van liet
Grebbeliniegebied.
Naar het A. N. P. verneemt, is de heer W. Gerret-
sen, architect B. N. A., belast met den wederopbouw
van het gebied in de Grebbe-linie.
De taak van den heer Gerretsen, die o.a. zijn spo
ren verdiende bij den heropbouw van Borculo, be
staat vooreerst in het opnemen van de schade, het
maken van berekeningen voor de restauratie en het
globaal begrooten van de kosten der vernieuwingen.
KANTONGERECHT.
Overtreding van de
Vestigingswet,
Gistermorgen werd voor het Kantongerecht te
Haarlem een overtreding behandeld van de wet
inzake vestiging van het kleinbedrijf.
De verd. was bloemeiwenter en had een pak
huis aan het Bullenhofje. Hij verkocht hier aan
de buurtbewoners bloemen en planten. In het be
gin van April opende hij een zaak „De Boskoop-
sche Bloemen en Plantencentrale" en vroeg
hiervoor geen vergunning aan bij de Kamer van
Koophandel, aangezien hij in de meening ver
keerde dat deze zaak een voortzetting van het
oude bedrijf beteekende.
De ambtenaar van het O. M. zag in dit feit
geen overplaatsing doch een nieuwe vestiging, en
eischte wegens overtreding van deze wet een
boete van 3 maal f 6, voor elk van de begane
overtredingen.
De verdediger mr. H. O. Drilsma stelde zich
op het standpunt dat hier wel sprake was van
een overplaatsing.
Het onderzoek in deze zaak werd geschorst.
HOOGE RAAD
Uitspraken uitgesteld
's-GRAVENHAGE, 3 Juni. De uitspraken in
alle zaken, waarin de Hooge Raad heden arrest zou
wijzen, zijn een week uitgesteld. (A.N.P.)
LANGS DE STRAAT
De gesjochte kapper.
We hebben Maandagmiddag op de Botermarkt te
Haarlem den gesjochten kapper gezien. Vóórdien
zagen we hem nimmer en we hadden ook nooit van
hem gehoord. Maar wie Maandagmiddag van het
Verwulft de Botermarkt naderde, behoefde of
men wilde of niet geen moment in het onzekere
te verkeeren, want hij stelde zichzelf met luider
stemme aan het publiek voor: „Menschen, hier staat
de gesjochte kapper!"
En omdat het prachtig weer is, komt er veel pu
bliek kennis met hem maken, wat trouwens zijn
bedoeling isimmers, waar het volk is, is de
nering.
De gesjochte koopman ziet er anders heelemaal
niet gesjochten uit. Zijn toilet is, zooals men dat van
een marktkoopman aanvaai-den wil. Hij staat daar
met een pantalon, keurig in de vouw; hij draagt lak
schoenen, maar geen jas en vest! In de plaats daar
van zien we een keurig gestreken overhemd, waar
van de mouwen, die blijkbaar te lang zijn, door een
elastiekje werden opgehouden.
Aan eiken pink draagt hij een dikken gouden ring:
het glimt tenminste!
Zijn hoofdhaar is zooals men zelfs van een ge
sjochten kapper mag verwachten: een rechte schei
ding zij het ook een breede in het midden.
Als de man van oordeel is, dat er voldoende pu
bliek om zijn kraampje staat, begint hij zijn artikel
aan te prijzen. Maar evenals een goochelaar op
het podium heel't hij hulp van iemand uit de nieuws
gierige schare noodig.
Lang zoekt hij niet. Hij ziet een jochie van 'n jaar
of twaalf.
jHé, jonkman, wil jij den gesjochten kapper eens
komen helpen?"
Onbewust van wat er met hem gebeuren gaat
komt, de jongen schoorvoetend naderbij.
„Kom-an, je behoeft niet bang van me te zijn,
hoor! Ik heb nog nooit iemand kwaad gedaan! Hoe
heet je?"
„Wimpie."
„Wimpie! Wat 'n pracht naam! Zoo heette mijn
grootvader ook, toen-ie nog klein was! En zal ik nou
cs een heel anderen jongen van je maken?"
Meteen pakt hi den jongen bij het weelderig met
haar begroeide hoofd, neemt een geheimzinnige
flesch in de hand en sprenkelt rijkelijk van den
inhoud over de krullen van den jongen, die, nu hij
merkt dat hij het voorwerp van den lachlust van het
publiek is geworden, wel gaarne weg zou willen
loopen.
Maar de kapper spreekt hem, terwijl hij hem
grondig wascht, kalmeerend toe: „Zie je nou wel,
dat er niks met je gebeurt! Straks ben je een
kwartje méér waard!"
Vervolgens worden de kam en de borstel er bij
gehaald en terwijl de kapper de laatste hand aan
het toilet slaat, roept hij triomfantelijk: „Nou, je
eigen moeder zal niet willen gelooven dat je Wim
pie bent!" En zich tot het geanimeerde publiek wen
dend, voegt hij er aan toen: „ziet u, dames en heeren,
dat is nou Nederlandsch fabrikaat!"
Terwijl de werkelijk opgeknapte Wimpie een
haastig heenkomen zoekt, vervolgt de gesjochte kap
per zijn dialoog: „Ik zal u, dames en heeren, nou'es
haarfijn vertellen, hoe het in een winkel in een groo-
te stad toegaat. Daar moet u, behalve het artikel,
nog veel meer betalen. Daar betaalt u de groote uit
stalkast, het stoeltje waar u effe op zitten mag en
ook de juffrouw, die u bedient! Van dit alles is bij
den gesjochten kapper op de markt geen sprake! Bij
mij betaalt u alleen deze kostelijke flesch. Die kost
u geen 1.83, geen zes kwartjes, maar zóóveel!.
Het wordt zelfs een eind onder den gulden".
Er zijn nogal wat menschen die een flesch met het
gekleurde haarwater koopen.
Dan zoekt de gesjochte kapper weer naar een
nieuwe hulp.
EEN DIE NIET BIJ DE PAKKEN NEER ZAT. De boekhandelaar op het station
D, P. te Rotterdam heeft een noodwinkel gebouwd. De ondernemende zakenman
legt de laatste hand aan zijn „stalletje".
Den velen moeilijkheden werd echter
het hoofd geboden.
(Van onzen specialen verslaggever).
Er waren in de benauwende oorlogsdagen van 10-
15 Mei vele problemen, waarvoor men plotseling
geplaatst werd en waarvan de oplossing niet zoo
spoedig was te geven als het vraagstuk kwam opdui
ken. Een der meest brandende kwesties was wel:
hoe staat het met onze post? In de vooroorlogsche
dagen wist men in ons land hoe men elkaar per
brief of anderszins kon bereiken. Maar toen de
oorlog een feit was werden de telegraaf- en tele
foonlijnen door de militairen bezet en bleef er voor
den gewonen burger niets anders over dan te ver
trouwen op ons aller „Tante Pos". Nauwelijks waren
echter enkele oorlogsuren verstreken of ook het
postverkeer was volkomen gederailleerd. Dit bracht
onzekerheid, een onzekerheid voor degenen die op
geroepen waren om het vaderland te dienen en
voor degenen die achterbleven. Welnu, om ons op
de hoogte te stellen van het postverkeer in de span
nende dagen hebben wij ons gewend tot een der di
recteuren van het postkantoor te Utrecht, die ons in
chronologische volgorde vertelde van de moeilijk
heden op het P. T. T.-terrein en den ontzaggelijken
arbeid welke verricht is om het postverkeer zoo goed
en zoo kwaad mogelijk in stand te houden, vooral
in de dagen van 10 tot 15 Mei en daarna.
Daar de Duitsche troepen midden in den nacht
hun aanvallen inzetten ontstond er al direct een
geweldige stagnatie met de nachttreinen. Utrecht is
het knooppunt van deze treinen en uit alle deelen
van het land komen zij om ongeveer half twee 's
nachts in het centrum van het land aan. Dan
heerscht er op de Utrechtsehe perrons een ongeloofe-
lijke drukte, worden er op groote schaal brieven en
postpaketten uitgewisseld. Deze „bijenkorfdrukte"
was in den nacht van Donderdag 9 op Vrijdag 10
Mei niet ten einde (het was half vier) toen men via
de radio vernam, dat de oorlogstoestand ingetreden
was. Direect werden alle treinen gerequireerd, zoo
dat Utrecht met zeker 80 pCt. van het landelijk post
verkeer van dien nacht opgescheept zat.
Wat moest er op dat oogenblik gedaan worden?
Niemand begreep aanvankelijk wat er stond te ge
beuren en aan den anderen kant wenschte men toch
het werk zoo lang mogelijk te volbrengen. De trei
nen, die stapels post uit Vlissingen, Maastricht,
Arnhem, Hengelo, Zwolle, Leeuwarden, Amsterdam,
Rotterdam en Den Haag naar Utrecht hadden ver
voerd, werden te Utrecht voor oorlogsdoeleinden
ingeschakeld. Het duurde echter niet lang of er reed
geen trein meer in Nederland en er moest in Utrecht
angstvallig gewaakt worden over tonnen post, welke
hier noodgedwongen bleven. Het overlaadstation
was tot werkloosheid gedoemd en als eerste reactie
hierop zochten de postautoriteiten een uitweg door
middel van autovervoer. Aanvankelijk dacht men
tot Arnhem en het Zuiden van het land alsmede het
gevechtsvrije Westen te kunnen komen, doch de
Duitsche opmarsch ging zoo snel in zijn werk, dat
de uitgestippelde ring hoe langer hoe kleiner werd.
Men stuitte door het optreden van de op vele plaat
sen neergekomen parachutisten op onoverkomelijke
moeilijkheden, welke tot werkloosheid doemden.
Kon men den eersten dag (Vrijdag) nog tot de
dorpen langs de Grebbelinie en zelfs tot Tiel komen,
met de Pinksterdagen behoorde dit eveneens tot dc
onmogelijkheden. De telefoonlijnen waren óf on
klaar óf in handen van de militairen, zoodat men
aangewezen was op persoonlijk contact en eigen
initiatief.
De bergen post, welke in Utrecht waven opgesla
gen, konden pas gedistribueerd worden, nadut de
capitulatie van ons leger een feit was geworden.
Hoe men dit aangepakt heeft? Allereerst door de
kleine postauto's als verkenners uit te sturen.
Deze maakten links en rechts verkenningstochten,
waarbij zij vaak langs smalle dijkjes en kronkelende
landweggetjes tot diep in het land dooi drongen. Dik
wijls kwamen de chauffeurs met goede berichten
thuis. Die en die plaats is weer bereikbaar en dat
en dat dorp kan zoo en zoo worden ingeschakeld in
het postverkeer. Inmiddels waren alle verloven van
het post- en telegraafpersoneel ingetrokken en werk
te het reusachtige bedrijf op volle toeren. Niemand
keek op tijd en urn* en van rusten wilde men bijkans
niet weten. Iedereen begreep dat duizenden landga-
nooten om berichten zaten te springen en dat alles
in het werk gesteld diende te worden om het con
tact-per-brief weer te bewerkstelligen.
Intusschen deden er zich nieuwe moeilijkheden
voor, bijvoorbeeld des avonds in verband met de
voorgeschreven verduistering. Het stationspostkan
toor te Utrecht heeft een geheel uit glas bestaande
overkapping waardoor het 's avonds moeilijk werken
werd. Des nachts kon dan ook alleen in de souster-
rains van het gebouw gewerkt worden, hetgeen een
beperking van den arbeid beteekende.
Zoodra uit de verkenningen van de „stoottroepen"
bleek, dat men steeds verder kon komen, was het
moment aangebroken om daadwerkelijk met de dis
tributie te beginnen. Omdat er nog altijd geen trei
nen liepen werden eenvoudig groote trailers en ver
huiswagens gehuurd. Een enkele verhuiswagen ver
voerde soms 20 ton post en nadat na zoeken en tas
ten Zwolle bereikt kon worden (via een wankel
bruggetje bij Kampen) werd er een groote tocht
ondernomen voor distributie van post en postpaket
ten naar Noord-Brabant, Zeeland en Limburg. Groo
te verhuiswagens startten uit Utrecht in de richting
Gorinchem en gaven in Breda het „langverwachte"
af voor de provincie Zeeland. Uit Breda vertrokken
tevens de gecharterde „postauto's" naar Tilburg en
Eindhoven, waar zij o.m. de post voor geheel Lim
burg deponeerden. Via Den Bosch werd dan de te
rugtocht naar de Domstad aanvaard, waar men
echter niet met leege, maar zoo mogelijk rnet nog
voller geladen auto's terugkwam. In deze dagen was
op alle plaatsen, welke de auto's aandeden de post
blijven liggen en voor midden- en West-Nederland
nam men flinke vrachtjes mede.
Toen eenmaal de treinenloop normaal werd in die
gedeelten van Nederland, welke niet door den oor
log hadden geleden, hernam het postleven zijn ge
wone rechten. Thans stagneert het hier en daar nog
wel eens, doch over het geheel genomen function-
neert het apparaat behoorlijk en kan „Tante Pos"
een beetje uitblazen van de groote moeilijkheden.
Is er door den buitendienst van P. T. T. reusachtig
veel werk verzet, niet minder geldt dit voor het
groote postkantoor op de Neude. Neem alleen maar
de run op de postspaarbank, welke er oorzaak van
was, dat er negenmaal zooveel uitbetaald moest
worden dan gewoonlijk. Honderden en honderden
vertrouwden voorts het papiergeld niet meer, zoodat
de afdeeling zilver- en pasmunt eveneens onder
hoogen druk kwam te staan. Toevallig heeft Utrecht
aan alle verplichtingen kunnen voldoen. Niet alleen
sprong de agent van de Nederlandsche Bank met
een omvangrijk bedrag bij, maar de Rijksmunt was
om zoo te zeggen naast de deur. En mede dank zij
deze hulpbronnen kon men rustig doorgaan met wis
selen, temeer daar ook Arnhem den eersten oorlogs
dag nog een aanzienlijk bedrag had gestuurd.
P. T. T. heeft inderdaad in het centrum van het
land voor heete vuren gestaan. Maar nu alles achter
den rug is en het leed voor het grootste gedeelte is
geleden, heeft men alle reden om met trots op de
geleverde prestaties terug te zien. Er is aangepakt
door hoog en laag om alles te verwerken. Dooi
eensgezinde samenwerking is dit gelukt!
(Nadruk verboden).
N.V. Nederlandsche Scheepvaart
Unie.
Dividcndvoorstel van ƒ76 (v. j. ƒ69).
Naar het A.N.P. verneemt, zal aan de binnen
kort te houden algemeene vergadering van aan
deelhouders der Nederlandsche Scheepvaart
Unie worden voorgesteld een dividend van f 76
per aandeel van f 1000 uit te kee,ren.
VAN DE TRAP GEVALLEN.
ROTTERDAM, 3 Juni. Vannacht is de 64_
jarige caféhouder A. H. van der Zijden, wonende
op het I-Iudsonplein, tengevolge van de duisternis
van de trap gevallen. De man kwam zeer onge
lukkig terecht en was reeds overleden, toen de
huisgenooten het ongeluk ontdekten. (A.N.P.)
Dr. A. CHARLOTTE RUIJS.
Maandag 10 Juni des namiddags te 4 uur, zal dr.
A. Charlotte Ruijs, benoemd tot buitengewoon hoog
leeraar in de microbiologie der infectieziekten aan
de Amsterdamsche universiteit, haar ambt aanvaar
den met het uitspreken eener rede. (A.N.P.)
N.V. NED. AANNEMING MAATSCHAPPIJ
VOORHEEN FIRMA H. F. BOERSMA.
's-GRAVENHAGE, 3 Juni. Op de heden ge-
houden algemeene vergadering van aandeelhou
ders der N.V. Nederlandsche Aanneming Maat
schappij voorheen firma H. F. Boersma is met
algemeene stemmen besloten, dat in afwijking
van het bepaalde in de vergadering van den 9den
Mei j.l., de betaling van het dividend over 1939
gewijzigd wordt met dien verstande dat de helft
of 7 pet. direct en de andere helft op nader door
het bestuur vast te stellen tijdstip betaalbaar
wordt gesteld. (A.N.P.)
Een nieuwe specialist.
Handelaar in oude schoenen.
HAARLEM, Dinsdag.
Allerwege klinkt de raad: aanpassen! Aanpassenl
aan veranderde toestanden. Menigeen zag zich door
den oorlogstoestand van zijn gewone broodwinning
beroofd. Maar dat is geen excuus om bij de pak
ken tc gaan neerzitten, er moeten nu nieuwe
wegen bewandeld worden en de gedupeerde moet
een ander middel van bestaan zoeken. Niet zelden
gelukt dit als hij iets zoekt dat een leegte, die
juist een gevolg van de tijdsomstandigheden is,
aanvult.
De verkoop van nieuwe schoenen is onder de
distributie gekomen. Maar, zoo redeneerde iemand,
dan is het nu de tijd om te handelen in oude
schoenen. Hij kocht mer dan half-versleten exem
plaren op en zette een schoenmaker aan het werk
om ze weer bruikbaar te maken.
Maandag stond de koopman in oude schoenen
op de Botermarkt te Haarlem met een uitstalling
van tientallen paren oude schoenen. Er kwamen
heel wat gegadigden, omdat men immers van de
Distributie alleen nieuwe schoenen krijgt, als men
op eerewoord (en onder bedreiging van een boete
van ten hoogste f 5000) kan verklaren geen bruik
bare schoenen meer te bezitten.
Het zou ons niet verwonderen als deze koop
man spoedig concurrentie krijgt. In den vorigen
oorlog bestonden er zelfs hier ter stede cenige
winkeltjes waarin uitsluitend tweede handsch
schoenen verkocht werden.