De samenstelling van het nieuwe
Fransche kabinet.
VRIJDAG 7 JUNI 1940
Lijst van Reynaud's
medewerkers gepubliceerd.
Havas meldt: Het Fransche kabinet is na de wij
ziging als volgt samengesteld:
Minister-president, landsverdediging en buiten-
jgndsche zaken: Reynaud. Ondervoorzitters minis
terraad: Maarschalk Pétain en Camïlle Chautemps,
beiden minister van Staat. Minister van Staat:
Louis Marin. Minister van Staat: Jean Ybarnega-
ray. Justitie: Serol; Bimenlanösche Zaken: Man
dei. Financiën: Bouthillier. Berichtgeving: Prouvost
Marine: Campinchi. Luchtvaart: Laurent Eynac.
Nationale opvoeding: Delbos. Koloniën: Rollin.
Handel en nijverheid: Chichery. Openbare werken:
Frossard. Arbeid: Pomaret. P.T.T.: Jullien. Levens-
B1iddelenvoorziening: Queille. Landbouw: Theil-
jjer. Bewapening: Dautry. Het Fransche gezin:
Pernot. Pensioenen: Rivière. Blokkade: Monnet.
Bouthillier, die Lamoureux als minister van Fi
nanciën vervangt, is een deskundige. Hij is geen
parlementslid. Jarenlang was hij kabinetschef van
den minister van Financiën. In November 1939
werd hij secretaris-generaal van het ministerie van
Financiën. Prouvost, de nieuwe minister voor de
berichtgeving, deed na den oorlog zijn intrede in
de perswereld" en kocht de „Paris Midi". In 1930
werd hij directeur van de „Paris Soir".
DUITSCHE PERS OVER DE
VERDWIJNING VAN DALADIER.
Het D.N.B. meldt uit Berlijn: Naar tot uitdruk
king komt in de dagbladen schijnt men .in Berlijn
aan de gedeeltelijke.kabinetswijziging in Frankrijk
weinig beteekeris te hechten, aangezien naar men
in politieke kringen verklaart, de geschiedenis van
Frankrijk minder wordt bepaald door de binnen-
landsche politieke gebeurtenissen en kabinetsver-
anderingen dan veeleer op het slagveld. Als het
opvallendste kenmerk der Fransche kabinetsreor
ganisatie beschouwt men het definitieve uittreden
van Daladier, dat zijn tegenhanger heeft gehad in
Engeland met de aflossing van Chamberlain door
Churchill, al is het verdringen der oude elementen
door z.g. activisten in Parijs met de aflossing van
Bonnet en Daladier ook nog sterker tot uitdrukking
gekomen dan in Londen.
Renaud heeft zondebokken noodig, zoo
schrijft in dit verband de „Berliner Börsenzeitung"
en dus stuurt hij thans Daladier de woestijn in,
evenals kort geleden den generalissimus Gamelin
wien het thans als ernstige schuld wordt aange
rekend, dat zij zich in hun politieke en strategi
sche plannen lieten leiden door het geloof, dat men
zich, dank zij de hulp van Engeland, met sparen
van Fransch bloed in hoofdzaak kon beperken tot
een defensieven oorlog.
Het blad wijst er verder op dat Daladier's af
scheid geschiedt op het oogenblik, dat het front
steeds dichter bij Parijs begint te komen. Het
draagt derhalve het karakter van een demon
stratie, waarmede Reynaud de volkswoede van
zich tracht af te leiden.
Wat men Daladier en Chamberlain verwijt is
echter niet dat zij den oorlog systematisch opge
roepen hebben, maar dat zij hem niet voldoende
voorbereid en niet actief genoeg gevoerd hebben.
De plutocraat Reynaud, zoo besluit het blad, houdt
thans in Parijs de uiterlijke macht precies even
Radiorede van Reynaud.
De positie van Frankrijk.
Het D.N.B. meldt; De Fransche minister-presi
dent Reynaud heeft Donderdag voor de radio een
rede gehouden, waarin hij o.a. heeft gezegd dat de
toestand ernstig is. De zenuwen van de troepen des
lands zijn door den strijd in Vlaanderen niet ge
schokt. De heldenmoed, in Vlaanderen betoond, zal
in de geschiedenis geboekstaafd blijven. De strijd,
die thans gevoerd wordt, zal over het lot van de
wereld beslissen. Duitschland ziet zich thans tegen
over een ander Frankrijk dan dat der laatste 20
jaren geplaatst. Ook Engeland is niet meer wat het
in de laatste 20 jaar was. Het Vaderland is in ge
vaar. De democratieën hebben de idee des vader
lands verwaarloosd. Thans moet met ingespannen
energie worden gewerkt. Wij moeten alle oneenig-
heid vermijden. Frankrijk is rustig en trotsch,
evenals zijn bondgenoot. Wij verdedigen de belan
gen van alle landen in Europa. Meer dan ooit ver
trouwen wij op onze wapenen.
Belangrijke wetten in Denemarken.
Economische leven aanzienlijk er door
gewijzigd.
Het A.N.P. meldt:
De veranderde economische verhoudingen
dwingen Denemarken tot een overgangstijdperk,
dat vele moeilijkheden meebrengt. De regeering
heeft daarom naar de ..Berliner Börsen Zeitung"
meldt, na uitvoerige beraadslagingen in het Fol-
keting. een wetsontwerp ingediend, dat, naar
men verwacht, zal worden aangenomen.
Het ontwerp behelst negen afzonderlijke wet
ten, die op tot dusver ongekende wijze ingrij
pen in het Deensche economische leven. Het
door de vakvereenigingen geëischte verband tus-
schen de .kosten van levensonderhoud en de loo-
nen wordt opgeheven. Het uitkeeren van dividen
den, enz. Wordt beperkt, er wordt opnieuw
scherpere controle op de goederenprijzen inge
voerd' terwijl de bestrijding van de werkloos
heid zal worden aangepakt door bekorting van
den arbeidstijd, waardoor nieuwe krachten te
werk kunnen worden gesteld. De door dezen
maatregel gemaakte onkosten worden door een
nieuwe belasting gedekt, welke door alle loon-
trekkenden gedragen moet worden. Ter bevorde
ring van de productie wordt een credietfonds
van 100 millioen kronen gesticht. Bovendien
krijgt de werkloozenkas, die zich in moeilijkheden
bevindt, steun van den staat.
Controlemaatregelen in Hongarije.
Op telefoon- en telegraafverbindingen.
Havas bericht uit Boedapest:
In Hongarije zijn belangrijke controle maat
regelen uitgevaardigd op het telefoon- en tele-
graafverkeer. Internationale telegraafverbin
dingen zullen slechts verkregen kunnen_ worden
na instemming van het contróle-comité, waar
aan de namen en adressen der betrokkenen
moeten worden opgegeven.
veel omvattend in handen als zijn opdrachtgever
Churchill in Londen.
Het gedonder der kanonnen aan Somrae en Aisne
zal hem er over inlichten dat met belachelijke ka
binetsmanoeuvres het noodlot niet meer te stuiten
Alle auto's in Frankrijk gerequireerd
Bevel van den generalen staf.
GENèVE. 6 Juni De Fransche generale staf
heeft, naar officieel wordt medegedeeld, op grond
van de militaire behoefte alle auto's in Frankrijk
in beslag genomen, zoowel de Fransche als die
van buitenlandsche herkomst (D.N.B.)
DE BEHANDELING VAN
GEVANGENEN IN HET FRANSCHE
OORLOGSGEBIED.
Publicatie van de Duitsche
„Informationsstelle".
WERD DEGRELLE DOODGESCHOTEN?
Het D. N. B. meldt: De Duitsche „Informations
stelle" publiceert over den door Franschen gepleeg-
den moord in Abbeville en Rijssel op 72 personen,
die in België gearresteerd, daarna weggevoerd wer
den en na vreeselijke martelingen ter dood zijn ge
bracht, het volgende bericht:
Dagelijks neemt het aantal bewijzen toe, dat se
dert 10 Mei 1940 door de Franschen, zoowel ir
Frankrijk zelf alsmede in Nederland, België et
Luxemburg een terreür en vervolging van bepaal
de kringen is ingesteld. Deze vervolging was gericht
tegen alle in deze gebieden woonachtige Duitschers
en tegen niet-Duitschers, waarvan aangenomen
werd dat zij op de een of andere wijze verbinding
hadden met Duitschland. Het aantal personen, dat
aan deze vervolging ten offer is gevallen, kan thans
in de verste verte nog niet worden overzien.
Naar officieel is vastgesteld, werden in Abbeville
en Rijssel 72 personen vermoord. Volgens de ver
klaringen van een dezer weggevoerde personen, den.
Deenschen ingenieur Winter, die zich op het laatste
oogenblik nog wist te redden en wiens opgaven door
een onderzoek van Duitsche officieren zijn beves
tigd, betreft het hier burgers van de volgende lan
den: Duitschland, Italië, Rusland, Hongarije, Ne
derland, België, Zwitserland, Denemarken. Van bij
zonder belang is de verklaring van Winter over de
behandeling van den bekenden leider der Rexisti-
sche partij, Léon Degrelle. De nasporingen naar de
verblijfplaats van Degrelle zijn nog aan den gang.
De Nederlandsche afgevaardigde Rost van
Tonningen werd met vele aanhangers der Neder
landsche Mussertbeweging naar Frankrijk weg
gevoerd. De broeder van Mussert werd vermoord.
Pas door den opmarsch der Duitsche troepen werd
de groep-Rost van Tonningen in Calais weer be
vrijd.
RELAAS VAN DEN DEEN WINTER
De Deensche staatsburger Paul Winter vertelt dan
in bijzonderheden hoe hij en vele anderen in Brus
sel werden gearresteerd, gedwongen werden in een
auto te stappen en naar het paleis van justitie wer
den overgebracht, waar zij tot gevangenen werden
verklaard. Denzelfden dag nog werden wij, aldus
Winter, naar de gevangenis te St. Gilles overge
bracht. Maandag 13 Mei gingen wij naar Brugge.
Daar bleven wij tot 15 Mei. Vandaar gingen wij
per vrachtauto verder naar de vesting van Rijssel,
waar de Rexisten-leider, Léon Degrelle. uit het
transport werd gehaald en aoor vier soldaten over
de binnenplaats, uit ons gezichtsveld werd geyoerd.
Kort daarop hoorden wij schoten en wij namen aan,
dat Degrelle doodgeschoten was.
In Rijssel had ik gelegenheid de zeventig perso
nen, waaruit het transport bestond, nader gade te
slaan. Er waren ook zes vrouwen, waarschijnlijk drie
Belgische en drie Nederlandsche vrouwen in het
transport. Des middags werden wij dan van de ves
ting naar de gevangenis van Rijssel overgebracht.
Fransch en Belgisch gevangenispersoneel rukte ons
de kleeren van het lichaam. Daarna werden wij,
door iedereen die ons te zien kreeg, door slagen met
geweerkolven en trappen mishandeld. Toen werden
wij geheel ongekleed in afzonderlijke cellen opge
sloten. Den volgenden morgen pas werden onze
kleedingstulcken, geheel gescheurd, in cle cellen ge
worpen. Van dien dag af werd deze behandeling
iederen nacht herhaald.
Op 19 Mei werden wij weer verzameld en op twee
groote vrachtauto's geladen, die ons onder Fransche
militaire bewaking naar Abbeville brachten, waar
wij 's avonds om tien uur aankwamen. Na lang te
hebben gestaan werden wij toen in een in de omge
ving van de gevangenis staande rotonde opgesloten.
In dezen kelder bleven wij van 19 Mei tot drie uur
in den middag van 20 Mei. Toen verscheen een
Fransche korporaal. Vier van ons werden eruit ge
haald, waarna de deur weer gesloten werd. Daarop
hoorden wij schoten, blijkbaar uit een automatisch
pistool. Deze gebeurtenis herhaalde zich bij de bei
de volgende groepen van ieder vier personen. Na
het halen van de derde groep zag een van ons, die
naar het raam omhoog geklommen was, dat twaalf
van deze personen doodgeschoten voor de rotonde
lagen. Onder bedreiging van bajonetten wei den nog
verschillende malen vier personen gehaald, waar
onder ook een vrouw. Een paniek brak uit. Men
eischte, natuurlijk zonder succes, een officier te
spreken, daar wij tenslotte buitenlanders waren. Als
antwoord vloog een handgranaat door den kelder,
die echter door een Elzasser werd opgeraapt
weer door de deur naar buiten werd geworpen, zoo-
dat zij buiten ontplofte. Nu stelde een soldaat een
machinegeweer voor den ingang op, teneinde ons
allen in den kelder neer te schieten. Opnieuw brak
een vreeselijke paniek uit. De gevangenen wierpen
zich op de knieën, huilden en baden. Eenigen rie
pen „Leve Frankrijk", waarop de korporaal ver
klaarde dat, indien zich vier man vrijwillig meld
den om te worden doodgeschoten, voor de anderen
een officier zou worden gehaald. Hierop traden in
derdaad vier man vrijwillig naar voren, waaronder
een Duitscher uit Keulen.
Na een half uur kwam de korporaal met een
groep van dertig tot veertig soldaten terug. Zij
brachten ons naar een molen in de buurt van het
station die als noodkazerne was ingericht. Terwijl
wij in een kelder werden gedreven vielen plotseling
Duitsche duikbommenwerpers het station aan. Ik
gebruikte, aldus Winter, de daardoor ontstane ver
warring om mij in een kist te verstoppen. Van deze
schuilplaats uit hoorde ik het huilen en weeklagen
uit den kelder, tot het na verscheidene uren weer
stil werd. Ik hoorde hoe twee vrachtauto's werden
.gehaald, waarop, zooals ik dacht, de overige ge
vangenen werden geladen. Of zij dood of levend
werden vervoerd kan ik niet op grond van eigen
waarnemingen zeggen. Ik twijfel er echter niet aan
dat zij niet meer in leven waren, daar hun kleeren
later voor de rotonde werden gevonden.
Geheime zitting van het Engelsche
Lagerhuis.
Dinsdag en Woensdag a.s.
Reuter's parlementaire correspondent te Lon
den verneemt: Besloten is dat de geheime zit
ting van het Lagerhuis welke is vastgesteld voor
a.s. Dinsdag, Woensdag zal- voortduren Ten
einde een groot aantal leden van het Huis in
staat te stellen het woord te voeren. Deze ge
heime zitting van twee dagen zal waarschijn
lijk als volgt worden ingedeeld: een deel van de
zitting zal gewijd zijn aan de kwestie van de
verdediging van het moederland en het andere
deel aan kwesties van leveringen, organisatie
e.d.
In afwachting van de komst der Nederlandsche krijgsgevangenen
uit Duitschland verzamelden zich vele belangstellenden aan de
grensplaatsen
Toelating lot de Ver. Staten
beperkt.
Verblijf moet een wettig of noodzakelijk doel
hebben.
NEW-YORK, 6 Juni (D.N.B.) De toelating
van vreemdelingen in de Vereenigde Staten
wordt beperkt, zooals blijkt uit een door het de
partement van buitenlandsche zaken uitge
vaardigde verordening. Van heden af worden
slechts die vreemdelingen toegelaten, die kunnen
bewijzen dat hun verblijf „een wettig doel of een
noodzakelijkheid'' beoogt. In een tweede veror
dening wordt het verblijf aan wal van buiten
landsche zeelieden sterk beperkt.
De toestand op Malta.
Arrestatie van Maltezer nationalisten.
Uit Rome verneemt het D.N.B.: Naar Stefani
uit Syracuse meldt beleeft de bevolking van Malta
thans uren van spanning en hoop. In de afgeloopen
dagen, aldus dat bericht, zijn nog meer Maltezer
nationalisten gearresteerd, onder wie de leider der
nationalistische partij, Mizzi en eenige regeer ings-
ambtenaren. Diepen indruk heeft het verbod van
het blad Malta" gemaakt en deze indruk wordt
nog vergroot door de anti-Italiaansche haat-cam
pagne die met instemming der overheid gevoerd
wordt door Lord Strickland onder het voorwendsel
van bestrijding der z.g. „vijfde colonne" en welke
ten gevolge heeft dat geheel het eiland door de
Engelsche terreur onveilig wordt gemaakt.
De Malteezers, die in Italië wonen, of naar
Italië gevlucht zijn, hebben een comité van actie
opgericht onder voorzitterschap van Carlo Mallia,
oud-ministér van justitie in de nationalistische re
geering van Malta.
Duitsche pers over de operaties in
het Westen.
Generaal Weygand's nieuwe verdedigingslinie.
Het D. N. B. meldt: In de bladen der vijandelijke
mogendheden komt duidelijk de groote onthutstheid
tot uiting over het zonder pauze voortzetten van
den beslissenden strijd tegen Frankrijk en Engeland,
zor constateert de „Lokal Anzeiger".
Ook de andere bladen leggen er den nadruk op
dat de nieuwe Duitsche opmarsch in het Westen
voor Churchill, Reynaud en Weygand ten aanzien
van het tijdstip een groote teleurstelling vormt.
Het „Hamburger Fremdenblatt" schrijft: Vele
stemmen uit Engeland en Frankrijk hebben ons ge
durende de laatste dagen doen zien dat de eenige
hoop der vijandelijke oorlogvoering zich er toe be
perkte de noodzakelijkheid van een pauze in den
strijd te betrekken in de eigen berekeningen. Voor
een opbouwen der stelling aan de Somme en in het
gebied van de Aisne en Oise is den tegenstander de
tijd niet gegeven.
De „Nachtausgabe" merkt ten aanzien van deze
verkeerde conclusie der tegenstanders van Duitsch
land op: Weygand was van meening dat de slag in
Vlaanderen ongeveer drie maanden zou duren.
Reynaud heeft de hoop uitgesproken dat wanneer
men slechts een maand tijd zou winnen, men reeds
iets verder zou zijn. In dien termijn zouden aan de
Somme en de Aisne naar alle regelen der vesting-
bouwkunde vervaardigde bunkers moeten worden
opgericht. Weygand heeft, daar hij eerst op 25 Mei
opdracht kon geven tot den bouw van deze verdedi
gingslinie, maar tien dagen in plaats van drie
maanden tijd gehad.
De bladen wijzen er verder op dat de westelijke
mogendheden zich niet alleen vergist hebben ten
aanzien van den termijn, die hun ter beschikking
stond voor het oprichten van een nieuwe verdedi
gingslinie, maar evenzeer in haar beoordeeling van
de Duitsche aanvalskracht.
De „Nachtaugabe" schrijft hierover: Achter de
beweringen die in de Engelsche en Fransche pers
ook thans nog worden verspreid over de z.g. ver
liezen der Duitschers in den slag in Vlaanderen ver
schuilt zich de onjuiste meening dat de Fiihrer voor
den vernietigingsslag in Vlaanderen allg gemotori
seerde en infanteriedivisies in het veld heeft moeten
brengen. Ook Weygand is wellicht pas door den
dagorder van den Führer, waarin sprake was van
tallooze nieuwe divisies, die thans aanvallen,
over ingelicht dat men in Londen en Parijs nog
steeds geen denkbeeld heeft van de werkelijke
numerieke kracht der Duitsche troepen, die ter be
schikking staan voor-het doel der vernietiging van
de Engelsche en Fransche plutocratie.
Verder schrijven de bladen dat het initiatief der
nieuwe operaties in het Westen ook thans weer ge
heel aan Duitschen kant is. Het „Hamburger Frem
denblatt" verklaart dat de Fransche generalissimus,
Weygand, die thans en in de komende dagen zijn
veldheersexamen moet afleggen, bij zijn benoeming
tot zijn hooge functie gevierd is als het genie van
den aanval. Geen enkele van zijn handelingen heeft
tot dusverre echter zijn recht op deze reputatie
kunnen bevestigen. Politieke manoeuvres vervangen
bij de tegenpartij het militaire initiatief.
Hertog van Windsor verlaat het
Engelsche leger.
Het D.N.B. meldt: Naar bekend is geworden zai
de Hertog van Windsor ontslag nemen als of
ficier van het Britsche en Fransche leger.
Oordeel der ïtaliaansche bladen.
Positie van het Fransche leger wordt kritiek
genoemd.
Het D.N.B. deelt mede: Met levendige be
langstelling wordt in Italië het verloop van het
nieuwe groote Duitsche offensief in het Westen
gevolgd. De bladen maken melding van de eer
ste resultaten en zijn van meening, dat de te
genstand, welke generaal Weygand poogt te
bieden geen hoop op slagen biedt, daar niets is
opgewassen tegen de overweldigende Duitsche
krachtsontplooiing en tegen het Duitsche ma
teriaal. Het feit dat de eerste Fransche verdedi
gingslinie reeds werd doorbroken en dat de
Franschen reeds op nieuive posities moesten te
rugtrekken, wordt beschouwd als het beste be
wijs voor het kritieke stadium, waarin het nu al
leen strijdende Fransche leger zich bevindt
tegenover de macht van het Duitsche leger.
Een zware aanklacht tegen de Westelijke de
mocratieën en tegen de gruweldaden, door hen
in België gepleegd vormt een correspondentie
van Stefani uit Brussel. Hierin wordt aller
eerst geconstateerd dat tienduizenden Belgische
officieren en soldaten, die thans uit de krijgsge
vangenschap naar hun haardsteden terugkeeren,
den Belgischen koning ten volle recht doen we
dervaren. Thans staat vast dat het door koning
Leopold herhaaldelijk geëischte geallieerde te
genoffensief werd geweigerd. In plaats daarvan
heeft het Belgische hoofdkwartier het bevel ont
vangen den Duitschen aanval tegen te houden
om de zwaar bedreigde en voor de inscheping
van het gevluchte Britsche leger onmisbare ha
vens Calais en Duinkerken te dekken.
Op. den laatsten dag van het gruwelijk bloed
bad, op den 27sten Mei, werd het Belgische leger
met opzet geofferd door de geallieerden, die er
slechts op waren bedacht hun eigen imperialis
tische belangen te redden. Een verschrikkelijke
ramp werd door de Westelijke mogendheden
echter ook onder de burgerbevolking aangericht.
Zoo hebben het Britsche luchtwapen en het
zware Britsche scheepsgeschut duizenden
vluchtelingen, die naar de FranschBelgische
grens vluchtten gebombardeerd en tusschen
Duinkerken en De Panne kwamen daardoor al
leen reeds 1500 personen om het leven. Aan deze
misdaad is eerst door het krachtdadig ingrijpen
der Duitsche jachtvliegérs een einde gemaakt.
Na de capitulatie is voor deze vluchtelingen een
ware lijdensweg aangevangen. Alle voedsel werd
hun onthouden. Brusselaars, die -tot aan de
Fransche grens waren gevlucht, hebben deze
niet durven overschrijden en op hun smeekbe
de om een weinig water voor grijsaards en kin
deren het cynische antwoord ontvangen: Ga het
maar zoeken in het Albertkanaal. Talrijke Bel
gen, die de wapenen hadden neergelegd, werden
bij Houthen, Isenberg en Leysele door Engel-
schen met machinegeweren beschoten. Boven
dien werden personen van 16 tot 20 jaar dooi
de Engelschen gevangen genomen.
Naar schatting bevinden zich nog 50.000
Belgen in de Fransche gelederen en worden
daar gedwongen in de voorste linies te strijden.
Het aantal naar Frankrijk gevluchte Belgen
bedraagt meer dan een millioen. Hun lot heeft
bij de Belgische bevolking groote ongerustheid
doen ontstaan. De haat dier bevolking tegen de
geallieerden neemt dan ook gestadig toe.
Slachtoffers onder de Duitsche
burgerbevolking.
Duitschers noemen nieuwe gevallen van
luchtbombardementen op open steden.
Het D.N.B. verneemt uit Hamburg:
In den nacht van 5 op 6 Juni hebben opnieuw
in vrij grootcn getale vijandelijke bombardements
vliegtuigen Hamburg aangevallen. Het was de
meest systeemlooze van alle tot dusverre op Ham
burg gerichte luchtaanvallen. Drie dooden, tien
zwaar gewonden en elf licht gewonden vielen als
slachtoffer van de aanval. Dertien woonhuizen
werden deels verwoest, deels beschadigd. Een vij
andelijk vliegtuig werd door het luchtafweerge
schut neergehaald. Het stortte brandend in een
modderig deel van de Elbe. Een lijk, benevens
wrakstukken van het vliegtuig, konden geborgen
worden.
De Duitsche bladen melden voorts dat Gelsenkir-
chen in den nacht van 3 op 4 Juni gebombardeerd
is. De materieele schade is gering. Er werd een
persoon gedood en twee gewond.
In Recklinghousen-Suderwich en Herten kwamen
door de lukraak geworpen vijandelijke bommen
drie menschen om het leven. Verscheidene personen
werden gewond. De bommen werden geworpen op
woonwijken, in de omgeving waarvan zich geen
militaire objecten bevinden.
Het D.N.B. deelt nader mede:
De berichten over zoogenaamde successen der
nachtelijke bomaanvallen van Britsch-Fransche
vliegers op het Duitsche achterland geven aan
leiding er opnieuw de aandacht op te vestigen, dat
deze nachtelijke ondernemingen geen enkel mili
tair succes hebben.
In den nacht van 3 op 4 Juni verschenen twee
vliegers in de buurt van Hemmingen en wierpen
bommen van een hoogte van 7000 meter. De bommen
kwamen terecht op plaatsen, die 10 tot 15 KM ten
oosten van Hemmingen zijn gelegen en andere te
Rien, 8 KM ten oosten van München, en nabij Rien.
Door deze bommen werd en persoon gewond. In
denzelfden nacht werden drie bommen op den
spoorweg Morbach-Hoxel geworpen, waarvan de
dichtstbijzijnde op 20 meter van de spoorlijn in
het veld ontplofte zonder schade aan te richten.
Bij Diez werden negen springbommen en 12
brandbommij, bij Ingelheim in de nabijheid van
het station, 4 springbommen en in de nabijheid
van een fabriek 4 brandbommen geworpen. Een
ledige loods geraakte in brand, doch het vuur kon
terstond gebluscht worden. Bij Brausach en St.
Goarshausen ontploften 2 bommen op 200 meter
van een ziekenhuis in de nabijheid van de spoorlijn
zonder schade aan te richten. In denzelfden nacht
werden ook bomaanvallen ondernomen op Frank
fort a. d. Main en omgeving. Eenige huizen werden
beschadigd en helaas zijn drie dooden en drie
zwaar - en drie lichtgewonden te betreuren. Den
zelfden nacht hebben acht tot tien vijandelijke
vliegers nabij Bad Homburg bommen geworpen,
waarvan er twee aan gebouwen schade hebben
aangericht. Tien andere bommen kwamen in het
open veld terecht.
Deze nachtelijke bomaanvallen zijn, naar in
militaire kringen alhier verklaard wordt, in elk
geval in militair opzicht zinneloos. Werkelijk goede
resultaten zijn slechts te behalen overdag, wan
neer de militair belangrijke doelen te herkennen
zijn. Dit hebben de aanvallen overdag van de Duit
sche luchtmacht onomstootelijk aangetoond. De
Fransch-Britsche leiding schijnt echter aanvallen
overdag niet te wagen, uit vrees voor de Duitsche
tegenactie, daar zij weet hoe de Duitsche afweer
werkt.
Aantal vreemdelingen moet
Roemenië verlaten.
Onder hen bevinden zich drie Nederlanders.
Een D.N.B.-bericht uit Boekarest meldt: Als ge
volg van de verscherpte controle op vreemdelingen
in het petfoleumgebied hebben de Roemeensche
autoriteiten een aantal verdachte personen over
de grens gezel. Deze personen hadden zich onder
voorwendsel fabrikanten te zijn in groolen getale
ingedrongen in de Engelsch-Nederlandsche maat
schappij Astra-Romana. Tot dusver is zeven Engel,
sche en drie Nederlandsche staatsburgers aange
zegd het land binnen 24 uur te verlaten.
Vaticaan treft veiligheidsmaatregelen
Appartementen voor buitenlandsche
vertegenwoordigers ingericht.
Stefani verneemt uit Vaticaanstad: De H. Stoel
heeft besloten gastvrijheid aan te bieden aan de
vertegenwoordigers bij den H. Stoel van de naties,
waarmede Italië eventueel in staat van oorlog zou
kunnen komen. Met het oog hierop is men bezig
in het paleis St. Martha appartementen in ge
reedheid te brengen voor den Franschen ambas
sadeur en den Engelschen gezant; men sluit de
mogelijkheid niet uit dat er ook een appartement
zou worden gereserveerd vor den vertegenwoordi
ger van Polen. Aan den anderen kant zijn alle
maatregelen genomen voor de algeheele verduiste
ring van een deel van Vaticaanstad. Een groot
sousterrain van den toren van Paus Nicolaas V na
bij de basiliek van St. Pieter is ontruimd. Alle
voorwerpen, die in den weg stonden zijn wegge
haald, zoodat het gebruikt kan worden als schuil
kelder. Een geblindeerde kamer in dezen toren
is gereserveerd om er kerkschatten te bèwaren.
DE FRANSCHE CONCESSIE TE SJANGHAI.
WASHINGTON, 6 Juni (D.N.B.) Berichten
uit Sjanghai over onderhandelingen tusschen de
Franschen en den Amerikaanschen consul over
een overdracht van het bestuur der Fransche ne
derzetting in die stad aan de Amerikanen worden
hier tegengesproken.
CONCENTRATIEKAMP OP HET EILAND MAN.
LONDEN, 6 Juni (D.N.B.) Te Douglas op
het eiland Man zal in verband met nieuwe maat
regelen welke het interneeren van vreemdelingen
beoogen, 'n concentratiekamp voor 10.000 personen
worden ingericht.
EXAMENS DIPLOMA ZIEKENVERPLEGING A.
Op 5 en 6 Juni werd aan het St. Elisabeth's of
Groote Gasthuis te Haarlem examen gehouden voor
het diploma Ziekenverpleging A.
De examfencommissie bestond uit de Regcerings-
deskundigen: dr. J. G. A. Kerssemakers, Alkmaar;
dr. I. Wessel, Hilversum; dr. W. F. Bijvoet, Bussum
en dr. L. C. Kersbergen, Haarlem.
Voorts de deskundigen van de inrichting: dr. P.
A. Heeres, mej. dr. F. C. van Hasselt, dr. J. Ph.
Joosten Hattink en de dames M. J. Rebel, adjunct-
directrice, en Zr. M. J. S. S. de Rey, docente.
Geslaagd zijn de volgende zusters:
A. C. Gregorius, R. van der Toorren, W. C. M.
van Tuyll van Serooskerken, E. C. Heins, W. B.
ter Horst, E. van der Linden, R. C. Wefers Bettink,
A. Land, F. van Keeken, A. C. van Dalen, M. H.
van Beek.
PROGRAMMA
ZATERDAG 8 JUNI 1940.
JAARSVELD, 414,4 M. AVRO-Uitzending.
8.00 Berichten A. N. P. 8.10 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30
Pianovoordracht. 11.00 „Het boek der dagen", cau
serie. 11.10 AVRO-octet en soliste. 12.00 Gramofoon
muziek. 12.45 Berichten A. N. P. 1.00 De Palladians
en zangduo. 2.15 Gramofoonmuziek. 2.30 Omroep
orkest en solisten. 3.30 Officieele berichten. 4,00
Omroeporkest. 4.30 AVRO-dansorkest. 5.00 Kinder
koor „Zanglust" met pianobegeleiding. 5.30 Gramo
foonmuziek. 6.30 Puszta-orkest. 7.00 AVRO-Amuse-
mentsorkest, solisten en een klein koor (opn.). 7.30
Otficieele berichten. 8.00 Berichten A.N.P. 8,10 Da
Hawaiian Serenaders, ,The Young Rambling Cow
boys" en solist. 9.05 Reportage. 9.15 AVRO-Amuse
mentsorkest en soliste. 10.00 Berichten A. N. P.,
sluiting.
KOOTWIJK, 1875 M.
NCRV-Uitzending. 11.15—11.3
n.m. Berichten.
8.00 Berichten A. N. P. 8.10 Gewijde muziek
(gr.pl.). 8.20 Gramofoonmuziek. 9-00 Berichten
(Fransch). 9.15 Gramofoonmuziek. 11.15 Berichten
(Engelsch). 11.30 Gramofoonmuziek. 12.00 Molto
Cantabile 12.3012.45 Berichten (Duitsch). (12.45
1.00 Berichten A. N. P.) 1.30 Gramofoonmuziek.
1.45 Berichten (Fransch). 2.002.15 Berichten
(Duitsch). Gramofoonmuz. 3.15 Berichten (Fransch)'
3.30 Altvioolvoordracfit met pianobegeleiding en gra
mofoonmuziek. 4.05 Gramofoonmuziek. 4.45 Zang
met pianobegeleiding en gramofoonmuziek. 5.00—
5.15 Berichten (Duitsch). 5.30 Gramofoonmuziek.
6 15 Berichten (Engelsch). 6.30 Amsterdamsch
salonorkest en gramofoonmuziek. 8.008.15 Berich
ten Duitsch. 8.15 Berichten (Engelsch). 3.30
Berichten A. N. P. Gooisch symphonie-orkest en
solisten. (9.159.30 Berichten Engelsch). 10.00—
10.15 Berichten (Duitsch), 10.15 Berichten A. N. Pj