Schatten op den bodem der zee, ca?e m ca&taaa *\7 Fransche regeering naar Angoulême? UIT HAARLEM VOOR DE JEUGD iep- men gf is sinds de vorige eeuw weinig veranderd in «der water; zijn luchttoevoer is op die grootere diep- j glapmiddelen, waarvan men bij het duiken ge-Jte niet berekend en hij kan gestikt zijn, voordat men' ruik maakt en het karakter der duikers is^h het hem te hulp kon komen. Met het oog op zulke din- ^eel niet veranderd. Overdag en zoo noodig des ichts, winter en zomer gaan de duikers de zee in. leggen nu ook onderzeesche telegraafkabels aan werken aan sluizen, pieren en bruggen, maar i- ,.„„,-1+ i_ i_ DAME MET HOND. De vleesehvoorziening van ons land. Situatie voor rundvleesch anders dan voor varkensvleesch. jj2fnaast wordt ook het oude werk in eere ge waden. Zij repareeren beschadigde schepen, zoe- iyi torpedo's op na afloop van manoeuvres, helpen aldaar geraakte onderzeebooten weer omhoog en gtuurlijk halen zij wrakken leeg. Doch zij zijn niet jjnger duikers zonder meer, zij zijn tevens uitste- jjeade technici en zeelieden en worden naar hun ^zondere bekwaamheden in talrijke groepen on- ^verdeeld. Zij doen onder water bijna alles, wat -oor gewone vaklieden op het land gedaan wordt. at is de trots van hun maatschappij. In hup omhulsel van zeildoek en rubber, met me- jjal bezwaard, hun ademhaling geregeld door een pómp» hebben zij geen gemakkelijke taak. Zelfs al ligt het -wrak in de haven, zoodat zij geen jast hebben van wind en golven, van de open zee. j^at zoo'n duiker nu eens niets anders te doen heb ban dan het herstellen van een lek. Hij behoeft zich jiet binnen in het schip te begeven, maar hij moet toch in het donkere water neerdalen en het onre- selmatige gat, meters lang en breed, opmeten. La ter moet hij er een stuk metaal op bevestigen, weer het donker en toch geheel waterdicht! Duiken ,udt meer in dan onder water gaan! De man moet jjjh werk grondig kennen. Hij moet berekeningen bunnen maken omtrent waterdruk en zeestroomen 0p" verschillende diepten. Bij alle voorbereidingen pioet. de grootste nauwkeurigheid worden betracht. Zn tenslotte is hij elke minuut in levensgevaar. Daal' raakt men echter aan gewoon. De duikers zijn gltjjd sterk en krachtig gebouwd, zij kunnen veel verdragen. Gewoonlijk zijn het gewezen zeelieden, gewend aan een gevaarlijk beroep. Matrozen, die op een goeden dag werden aangenomen om de duikers je verzorgen en van alles te voorzien en tenslotte zelf ook duiker werden. Dat is een promotie. Wij wa zen laatst in de gelegenheid, een praatje te maken met een ouden Engelschen duiker, Alfred Pahlberg. hij is 83 en duikt al 43 jaar. „Ik ben nooit werkelijk in .gevaar geweest", vertelde hij ons. Hij had met baaien gevochten, met.verstopte luchtbuizen gedo ken, luchtbuizen zich scheuren, zichzelf in de mod der op den bodem der zee voelen wegzinken, maar lij was nooit werkelijk in gevaar geweest. Het gevaar is ook inderdaad niet zoo groot, als wij het ons voorstellen. Duikers zijn over het algemeen rustige menschen en bezitten veel tegenwoordigheid van geest, waardoor er slechts uiterst zelden slacht offers vallen. Zij weten, dat hun duikerpak en de verschillende apparaten zoo goed mogelijk worden verzorgd. Zij worden uitgerust met een niet in te drukken helm en borstplaat, een buigzaam pak van jubber en zeildoek, een niet in te drukken luchtbuis, die met metalen koppelingen aan de luchtpomp en den helm wordt bevestigd, ijzeren of met lood be- zwaarde schoenen van ongeveer 7 kg., een stel loo- den gewichten voor borst en rug met een gezamen lijk gewicht van 35 kg. eri een touw van Manilla hennep om te worden opgetrokken. Gewoonlijk heb ben zij zaklantaarns en soms ook 'n telefoon bij zich. Wanneer de duiker geheel gekleed is, weegt hij >ijna 150 kg. Maar als hij eenmaal onder- water is, voelt hij daar niet veel meer van, omdat het gewicht zoo uitstekend is verdeeld. Hij beweegt zich dan even gemakkelijk als op het land in zijn gewone kleeren. In het water wordt het duikerpak ook soepeler. Hij kan tegenwoordig een steekvlam meenemen, die speciaal is ingericht om er onder water mee te kun nen werken. Dit is een groote verbetering bij vroe ger vergeleken, toen voor alles gebruik gemaakt werd van dynamiet. Nu gebruiken de duikers dyna miet alleen om bijv. een schip, dat de gewone scheepsroute blokkeert, op te blazen, omdat dan het werken- met een steekvlam te 'lang zou .duren. Vérder maken de -duikers gebruik" van een soort brandslang, die soms wel een decimeter dik'is.'Door' den druk van het water kan hij de w'eeke modder wegduwen en b.v. een tunnel maken onder de romp van een schip. Hij behoeft slechts den metalen'mond van de buis in de modder te steken; de druk van het water doet de rest. Hij moet nog oppassen, dat hijzelf niet meegesleurd en in de modder begraven wordt. Dikwijls zal hij zichzelf echter met opzet begraven, n,l. wanneer hij aan de onderzijde van het schip nog iets doen moet. Het maakt voor hem weinig verschil, of hij in modder of in water is begraven; hij is toch afhankelijk van zijn luchttoevoer. Als hij weer uit de modder wil opstijgen, maakt hij zichzelf lichter door de uitlaatklep van zijn pak te sluiten. Als hij een beetje heen en weer rolt, komt hij vanzelf naar boven. Hoe voelt een duiker zich nu onder water? Het onaangenaamste voor hem is, dat zijn omgeving on wezenlijk lijkt en niet bij hem schijnt te passen. De geluiden zijn ook niet prettig om aan te hooren en klinken eenigszins als een echo. Hij hoort voortdu rend het blub-blub van zijn luchtbuis. Als er een visch tegen zijn helm opzwemt, klinkt dat als een Heine ontploffing. De duikers, die een jaar of ze ven, geleden de lijken moesten bergen uit de ver ongelukte Amerikaansche duikboot S 51, moesten daarvoor 34 M. diep duiken in een school haaien! Deze waren afgekomen op de lijken in de onder zeeër, doch konden ze natuurlijk niet bereiken. Dat de duikers zelf ook een goede prooi voor hen zou den zijn,'schenen de haaien niet te weten; zij beke ken hen slechts nieuwsgierig en sloegen hen met hun sterke staarten van de duikboot af. Nu moesten de duikers eerst de haaien onschadelijk maken; er volg de een hevig gevecht, waarbij 20 haaien werden ge dood. Het geluid van de staarten en lichamen der haaien tegen hun helmen en de vele andere gelui den, die zij tijdens dat gevecht hadden te doorstaan, veroorzaakten bij deze duikers echter een tijdelijke doofheid, die ook aan het front wel voorkwam als gevolg van zwaar geschutvuur. Doordat de duiker in zijn pak zit, heeft hij niet zooveel te vreezen van haaien e.d., wat uit het bo venstaande voorbeeld wel blijkt. Bij het bergen van lijken wordt' dit natuurlijk anders, omdat dan de haaien op het lijk "afkomen. Zoo kan een duiker af glijden langs de zijde van een schip, waarop hij aan het werk is. Dan komt hij opeens 3 of 4 M. dieper on- oo vol was het in de cafetaria dat we ter gen moeten de verzorgers van den duiker aan dciauv.ernööd onze armen konden opheffen oppervlakte der zee goed letten op dc signalen van i /A j om de geurige kopjes koffie met de ver den duiker, waarvan er ongeveer zestig bestaan. Vier j eischte plechtigheid naar onze smacn- korte rukken aan het touw beteekent „ophalen", tonde monden te brengen. Iedereen had alleen één ruk aan de luchtbuis „meer lucht" en twee ruk- aandacht voor het voedsel dat in vloeibaren of in ken „minder lucht". Wanneer de duiker een tijdlang I meer substantieelen vorm als^ koffie, thee, cro- 1c. u u::-li-I A.mVinc ZallTl— an- Vni^orOnCIQ't'ÏPQ vnnr hen geen signalen heeft gegeven, wordt hij voor alle ze- i quetjes. irnrhoiH An«D^Mirf stond, zoodat we de dame met den hond pas zagen kerheid opgehaald. Nu is dat ophalen van een duiker niet zoo eenvou dig als men denkt. Als hij zich op geen grootere diepte dan zes vademen bevindt, kan hij dadelijk worden opgetrokken, maar wanneer hij b.v. eenigen tijd op 50 of 60 M. diepte is geweest, wordt de plot selinge vermindering van druk gevaarlijk voor hem. Bij het duiken ademt hij n.L ook lucht van hooge- ren druk in. Zijn lichaam neemt dan vooral meer stikstof op en kan die niet zoo spoedig verwerken. Wanneer de druk plotseling verminderd wordt, la ten de weefsels en het bloed zelf die overmaat los, waardoor gasbelletjes ontstaan in de bloedvaten. Dit veroorzaakt een hevige pijn, doofheid, duizelin gen, misselijkheid, flauwten en in ernstige geval len zelfs den dood. Daarom moet de duiker geleidelijk worden opge trokken, eerst b.v. tot 12 M. diepte, 2 minuten later tot 9 M. enz. Er bestaan nauwkeurige tabellen voor. Verder heeft elk behoorlijk ingericht duikerschip een cel, waarin de luchtdruk naar willekeur kan worden geregeld. De duiker kan daar dan dadelijk ingebracht worden en er een uur in blijven, terwijl de druk geleidelijk tot normaal wordt teruggebracht. huzarensla'tjes voor hem TWEE VILLA'S UITGEBRAND. ZEIST, 6 Juni, In den afgeloopen nacht om streeks kwart voor twaalf ontdekte een voorbij ganger brand in een villa aan den Utrechtschen weg, bewoond door mevrouw de weduwe A. Sie- besma. Het vuur, waarvan de oorzaak nog niet be kend is, greep snel om zich heen en sloeg' dra over op de belendende villa, bewoond door mej, C. M, Lans. Toen de brandweer ter plaatse kwam, viel aan blusschen reeds niet meer te denken. (A.N.P.) De aankomst van de Nederlandsche krijgsgevangenen uil Duitschland. Hedenmorgen om 7 uur zouden de Nederland sche krijgsgevangenen uit Duitschland te Enschedé arriveeren. Naar wij vernemen is deze aankomst 24 uur uit gesteld. Intusschen wordt alles in het werk gesteld om de krijgsgevangenen te ontvangen. SPOORWEGONGELUK IN BULGARIJE. SOFIA, 7 Juni. In den nacht van Donderdag op Vrijdag heeft zich in nabijheid van het station Roman, tusschen Sofia en Varna eèn spoorweg ongeluk voorgedaan, waarbij drie personen om het leven kwamen. Een goederentrein reed in op een hoeveelheid steenen, welke van een bergstorting af komstig waren. De beide locomotieven en eenige wagons zijn ontspoord. Drie man van het spoor wegpersoneel zijn gedood. De machinist werd zwaar gewond. (D.N.B.) toen ze aan het tafeltje naast ons stond. Maar daarna lieten we de koffie dan ook de koffie en we hadden ook de huzaren wel de huzaren en de zalm de zalm willen laten ais er inderdaad maar van echte huzaren of zalm sprake was geweest Waarom men trouwens een sla'tje naar huzaren genoemd heeft is me nooit heelemaal duidelijk geweest maar daar hebben we het nu niet over. Alle aandacht dus op de dame met den hond. Platina-blond haar, een hoedje van zwart stroo, een lichte zomerjurk van soepele stof. een hoog hartig, doch zeer knap gezichtje. Dat is de dame. Lichtbruin haar, geen hoed en geen jurk. een trouwhartige en goedige snuit. Dat is de hond. Men is bij voorbaat al geneigd met eenige ver- teedering naar dit aardige tweetal te kijken en den hond zijn meesteres te benijden. Doch zelfs het glanzendste platina-blonde haar en het snoe- zigste figuurtje kunnen den pijnlijken indruk niet verzachten, die de volgende taxereelen onuit- wischbaar in onze herinnering hebben gegrift. Op het marmeren, in ieder geval als marmer aandoende tafeltje van de dame staat haar kopje thee en daarnaast een sneedje brood met een croquetje. Juist heeft zij met een precieus ge baartje haar kopje weer op het schoteltje gezet en zal ze het croquetje onder het mes nemen als de hond plotseling recht op gaat zitten, zijn kop scheef houdt en met een blik, die zelfs het mar meren tafelblad doet trillen, ook om een stukje bedelt. Een verteederd: „Ach, kijk 'ns" ontsnapt ons allen. Iedereen is ervan overtuigd dat in de vol gende seconde de dame. haar trouwen begeleider een stukje croquet of minstens een stuk brood zal geven. Helaas, niets van dit alles gebeurt. Een harde ruk aan den ketting en een trap, die men wel van een voetballer tegen een voetbal, maar niet van een dame tegën een hond verwacht, waren het resultaat van dit stille, sympathieke verzoek. Een rilling vaart over onze ruggen. Het is plotseling koud in de cafetaria. Men slurpt haastig aan zijn koffie of •schept een ongemeen groot stuk huzarensla op zijn vork. De hond jankt zacht, meer uit teleurstelling dan uit pijn, doch een tweede nijdige ruk aan den ketting doet ook dit teeken van droefenis verstommen. Even later is de dame klaar. Met een hooghartige glimlach stapt ze tusschen de tafeltjes door naar den uitgang. Het platina-blonde haar glanst echter niet meer zóó als daarnet. De hond sukkelt droevig achter haar aan. Naar hem gaat onze sympathie. Onze afgunst is verdwenen. B. K. VIBURNUM. SNEEUWBAL. ROME, 8 Juni. (DNB) De Fransche regeering heeft thans, naar uit It'aliaansche berichten blijkt, het plan om naar Clermont-Ferrand te gaan opgegeven en zou .thans voornemens zijn den regeeringszetelnaar Angoulême te ver- - plaatsen. De kolenvoorziening bij de schuur- behandeling van bloembollen. Wij lezen in het „Weekblad voor Bloembollen cultuur": Zoowel door de distributieregeling als door de transportmoeilijkheden is de aflevering van be paalde soorten vaste brandstof voor het eerst- ags beginnende zomerstoken voor de schuurbe- handeling, niet geheel verzekerd. In verband met de bekende toezegging van het Hijkskolenbureau en besprekingen met vertegen woordigers van de brandstoffenhandelaren in de bloembollenstreek gehouden, is het raadzaam ge acht ter ondersteuning van stappen, ondernomen bij het Rijkskolenbureau om de thans zeer spoedig voor de schuurbehandeling noodige hoevelheden en soorten voor aflevering vrij te geven, de leden- bloembollenkweekers in de gelegenheid stellen hun onmiddellijke behoeften aan brandstof kenbaar te maken op een centraal punt. Daardoor zal zoowel door het Rijkskolenbureau, als door de gezamen lijke brandstoffenhandelaren kunnen beoordeeld worden, aan welke hoeveelheid, wekelijks en aan welke soorten brandstof onmiddellijk behoefte be staat. In verband hiermede heeft de Vereeniging voor Bloembollencultuur aan haar leden een vragenlijst toegezonden betreffende hun verbruik van vaste brandstoffen. Het grootste deel der Haarlemmers zal de wilde Viburnum Opulus of Geldersche roos wel kennen uit de duinstreek, waai" hij veelvuldig voorkomt en ons in Juni op zijn weelderige witte bloeiwijzen en in den herfst op de scharlakenroode vruchten ver gast. Een enkele maal vinden we ook de Geldersche roos in tuinen, maar meestal wordt hij daar ver vangen door de sneeuwbal-soorten en variëteiten. De meest bekende hiervan is de Viburnum Opulus var. sterile, de dubbele sneeuwbal, die in Mei-Juni zijn ontelbare witte bloemballen draagt. Een zeer vroeg bloeiende soort is Viburnum Car- lesii, een buitengewoon mooie heester, die vooral ook voor kleine tuinen zeer is aan te bevelen. De bloemen zijn eerst rose, later meer wit getint en verspreiden een heerlijken geur. De struik groeit slechts langzaam en komt practisch gesproken niet boven den anderhalven meter uit. Dat is ook de re-, den, waarom hij in den Kleinen tuin zoo goed tot zijn recht komt. Viburnum tomentosum wordt veel hoó'ger, tot drie meter. De donkergroene bladeren verkleuren in den herfst tot een donker bruinrood, terwijl de in Juni witte bloemschermen in den herfst worden tot scher men van eerst koraalrood en later blauwzwart ge kleurde vruchten. Bijzonder rijkbloeïend, met zilverwitte, bolvormige bloemschermen is de variëteit Viburnum tomento sum var. sterile, die hierbij is afgebeeld. Er is ook nog een Viburnum tomentosum var. sterile grandi- florum, die extra groote bloemen draagt. Nog zeer vele soorten en variëteiten zouden zijn te noemen, maar hier volgen er nog twee, die om hun goede eigenschappen een extra aanbeveling ver dienen. Allereerst Viburnum Burkwoodïi, die door sommi ge kweekers wel een verbeterde uitgave van Vibur num Carlesii wordt genoemd. Deze struik bloeit in Mei met zeer mooie wit met rose getinte bloemen, die in groote schermen bijeen staan en een heerlij ken geur verspreidén. Viburnum Davidii is vooral om zijn prachtig diep blauw gekleurde vruchten een graag geziene gast in onze tuinen. De sneeuwbal heeft in het algemeen behoefte aan vochtigen humushoudenden zandgrond. Dat de sneeuwbal meer en meer naar volle waar de wordt geschat blijkt wel uit het feit dat we zijn takken in de laatste jaren ook vaal: in bloemen winkels zien uitgestald. Inderdaad kunnen we van De Duitsche bezetting in Denemarken Luitenant-generaal Lüdke over zijn taak. Het D. N. B. meldt uit Kopenhagen: De nieuwe bevelhebber van de Duitsche be zettingstroepen in Denemarken, luitenant-ge neraal Lüdke, heeft gisteren in een veraklaring voor de pers gezegd dat hij er naar zal streven zijn ambt zoo uit te oefenen dat de belangen van het Deensche volk er het best door gediend worden. Hij zal het als zijn taak beschouwen voor alles de betrekkingen, die tusschen de Duit sche troepen en de Deensche bevolking aan geknoopt zijn, uit te breiden en te verstevigen, alsmede er voor te zorgen, dat het Deensche volk verschoond blijft van iedere onnoodige al te sterke belasting tengevolge der gebeurtenissen. Hij verwacht echter ook dat de Deensche be volking zich dit streven waardig betoont. De indrukken, die hij in de nog slechts, weinige da gen van zijn verblijf in Denemarken heeft op gedaan, hebben hem de overtuiging geschonken dat zulk een goede wil .aanwezig is en de grond slag voor een vruchtbare samenwerking ge schapen is, als ook dat- men de toekomst met kalmte en vertrouwen -te-gemoet kan zien. De generaal gewaagde voorts van den ruimen vooruitzienden blik van den Deenschen koning, die met zijn heldere en nuchtere beoordeelin; van den toestand Denemarken offers aan bloed en verwoesting bespaard heeft en tenslotte gaf hij uiting aan. de overtuiging dat na dezen oor log ook voor Denemarken weer gelukkige tij den zouden aanbreken. In het jongste orgaan van „De Vee- en Vleesch- landel" komt een uitvoerige beschouwing voor over de positie van Nederland. Het blad zegt o.m.: Het is een feit. dat de veevoedervoorziening zor gen zal baren. Van de voergranen voerden we tot dusver dehelft in, n.l. 11.000 a 12.000 ton per jaar. Verder importeerden we jaarlijks 5 a 600 millioen kg. veekoeken. Door de veranderde situatie zal een belangrijk deel dezer aanvoeren voorloopig afge sneden zijn. Het rijksbureau voor de voedselvoorzie ning heeft dan ook einde der vorige week bekend gemaakt, dat de landbouwers er rekening mee die nen te houden, dat in het algemeen tot 1 Febr. 1941 voor het rundvee géén krachtvoer zal worden toe gewezen. Aangedrongen wordt dan ook op het zoo hoog mogelijk vergrooten van de productie van hoogwaardig ruwvoeder en op het zoo mogelijk verschuiven van den kalftijd. Aan den anderen kant vallen de voor Juni vast gestelde voedernormen voor de varkenshouderij nogal mee. Toch is het haast wel zeker, dat in de toekomst speciaal de varkens- en de pluimveestapcl zeer beperkt zullen moeten worden. Dit beteekent echter nog geenszins, dat daardoor de binnenlandsche voorziening gevaar loopt. Men moet n.l. wel bedenken, dat ons land aan zuivel en vleesch belangrijk meer produceerde dan voor eigen gebruik noodig was. Van onze jaarlijksche melk productie van vijf milliard kgv werd tot dusver ca. 40 pet. uitgevoerd, waarvan het grootste deel naar Engeland. Onze melkproductie zou dus nog al wat kunnen dalen alvorens de binnenlandsche voorzie ning in het kedragn zou komen, ook al moet men er rekening mee houden, dat aan de productie van margarine en plantaardige vetten wel goeddeels een eind zal komen. Bovendien hebben we ook nog altijd onze reuzel als vervangingsmiddel. Bij de beoordeeling van de vleeschpositie moet men wel onderscheid maken tusschen varkens- vleesch en rundvleesch. De laatste jaren bedroeg de varkensvleeschproductie circa 200 millioen kg. per jaar. Hiervan werd ongeveer 165 millioen kg. in het binnenland verbruikt; circa 35 millioen kg. werd uitgevoerd. Van dezen uitvoer van 35 millioen kg. was ongeveer 30 millioen kg. voor Engeland be stemd (bacon) en deze hoeveelheid is dus thans ter beschikking gekomen. Dit beteekent,dat de varkens vleeschproductie met ongeveer 20 pet. kan dalen, voordat dit op de binnenlandsche markt merkbaar zal zijn. Waarschijnlijk echter zal de productie van varkensvleesch wel meer dan 20 pet. beperkt moe ten worden, zoodat dus ook het verbruik hier te lande zal moeten dalen.. Bij het rundvleesch is de situatie anders. Sinds een jaar of vijf is het zoo, dat de heele rundvleesch- productie van circa 130 millioen kg. in het binnen land wordt opgenomen. Export van rundvleesch komt niet voor intendeel werd regelmatig per jaar wat Deensch en Argentijnsch rundvleesch inge voerd. Een „export-reserve", zooals bij het var kensvleesch hebben we dus bij het rundvleesch niet. Hier staan evenwel een paar andere factoren tegenover. In de eerste plaats is de rundvleesch- productie bij lange na niet zoo sterk van de ge- importeerde voedermiddelen afhankelijk als die van varkensvleesech; zij steunt veel meer op de eigen bodemproductie, Bovendien schuilt echter in den huidigen rundveestapel nog een flinke vleesch- reserve. Als gevolg van de teeltregering is onze rundveestapel n.l. sterk verouderd. We hebben op het oogenblik 700.000 melkkoeien, ouder dan derde- kali's, tegen vijf jaar geleden 560.000. Deze veroude ring kan niet zoo daargaan. Er komt eenmaal een tijd, dat dit legioen oudere melkkoeien uit de pro ductie moet worden genomen en voor de slachtbank mot worden bestemd; de rundveestapel moet dan weer met jong vee worden aangevuld. Vrees voor een ineenstorting der slachtveeprijzen is oprzaak geweest,-dat de..maatregel.-het ophef fen der teet-regeling voor rundvee steeds achter wege bleef,. Nu het krachtyoervr-aagstuk echter, plotseling' in "hooge -mate 'urgent is" geworden, zou hel ons niet verwonderen, indien thans spijkers met koppen werden geslagen en de geheele teelt regeling voor rundvee radicaal overboord werd ge zet. Landbouw en Maatschappij wist afgeloopen week trouwens reeds temëlden, dat een voorloopig besluit in deze richting al genomen is. Indien dit juist is, zal o.i. zen te groot aanbod van slachtvee wel opgevangen worden, hetzij door een inblikking op groote schaal (welke het voordeel heeft, dat op die manier de vleeschreserve voor ons land bewaard blijft), hetzij door een export van slachtvee naar Duitschland. Een derde mogelijkheid is, dat op korten termijn een distributie van varkensvleesch wordt ingevoerd, waardoor uiteraard de vraag naar rundvleesch zal stijgen en dus een grooter aantal slachtkoeien het binnenland zal kunnen worden geplaatst. Hoe dit echter ook zij, ten aanzien van de vleeschvoor- zienïng behoeven we ons vooreerst o.i. niet al te bezorgd te maken. VARKENSHOUDERIJ ONGEBANDEROLLEERD VET VERKOCHT. Door de politie te Haarlem zijn Vrijdagmiddag in samenwerking met een ambtenaar van den Crisis dienst bjj een slager 33 pakjes ongebanderolleerd vet, elk wegende een kwart KG, in beslag genomen. Tegen den slager is procesverbaal opgemaakt. DE RECTOR DER MARIA STICHTING. Naar wij vernemen is een lichte verbetering in getreden in den toestand van den oud-deken van Haarlem, H. C. J. Sondaal, rector der Maria Stichting, die al geruimen tijd in deze inrichting wordt verpleegd. De toestand is op het oogenblik iets gunstiger. GECOMPLICEERDE BOTSING TUSSCHEN WIELRIJDERS. Vrijdagmiddag half één stond een wielrijder, zit tend op zijn fiets, even stil aan den rechterkant van den weg op den Rijksstraatweg te Haarlem-Noord. Een andere wielrijder reed tegen zijn ellebogo aan, waardoor eerstgenoemde iets naar links week. Dit had tot. gevolg, dat een derde fietser, de 37- jarige K. bij het passeeren met hém in aanraking kwam en viel. De derde «man werd dus hiet kind van de rekening, want behalve een hersenschud ding, kreeg hij ook nog eenige schaafwonden. Leden van den Ongevallendienst brachten hem per ziekenauto naar het Ziekenhuis St. Johannes de Deo. De Veroorzaker van deze botsing, fietser No. 2, is onbekend gebleven; de politie kon hem dus nog niet over zijn onvoorzichtigheid onder houden. A. DE BIJLL NACHENIUS f Op- 63-jarigen leeftijd is te Aerdenhout overle den de heer Arnold de Bijll.Nachenius, commis sionair in effecten te Amsterdam. De heer De Bijll Nachenius werd geboren te An> sterdam op 25 September 1876. Hij bezocht de H. B. S. te Haarlem en de G. A. van Swieten Land bouwschool te Willemsoord (Ov.) In 1896 kwam hij bij de firma Nachenius en Zoon te Amsterdam; van 1897189.9 was hij werkzaam op kantoren te Londen en te Gerieve. In 1899 trad hij in de firma Nachenius en Zoon. De heer De Bijll Nachenius was een zeer ge ziene figuur in de kringen van'den effectenhandel; hij was tot zijn overlijden vice-voorzitter der Ver eeniging voor den Effectenhandel te Amsterdam. Voorts werd hij enkele jaren geleden als opvolger van den heer S. P. van Eeghen, voorzitter van de Commissie van Deskundigen vöor de uitvoering van de Beurswet 1914. Van 1933 tot 1937 maakte hij deel uit van den Centralen Beleggingsraad. De heer De Bijll Nachenius was bovendien pre sident-commissaris der Northwestern and Pacific Hypotheekbank, van Furness Scheepvaart en Agen tuur Mij., lid van den Raad van Advies van R. S. Stokvis Zn., commissaris van de Algemeer.e Friesche en van de Groot Nooró-Hollandsehe Le vensverzekering Maatschappij. De overledene was voorts regent van Beeck's Hofje te Amsterdam; lid van de Commissie van advies der Nederlandsche Bank en voorzitter van de Commissie van het voormalig Makelaarsgilae te Amsterdam. De regeering erkende zijn verdiensten door zijn sneeuwbal, vooral in combinatie met seringentak- benoeming tot Officier in de Orde van Oranje ken, prachtige bouquetten maken. Nassau. 'n REKENSOMMETJE. Als Iets heèl hard groeit of snel tot stand komt, zegt, men: 't schiet uit de grond als een paddestoel. Maar.... heb je weieens gehoord hoe snel een paddestoel wel groeit? Nu, die groot 0.008 cm, per seconde. Geweldig snel hè, als je bedenkt dat dit per uur 28,8 cm. is! Je kunt dit groeien, als je erbij blijft zitten kijken, bijna voor je oogen zien. Ook het riet groeit verbazend snel, hoewel niet zóó snel als de paddestoelen. Toen wij klein waren sneden we fluitjes van rietstengels. Dfe waren heel sterk en ongeveer 50 cm. lang. Nu ga ik je een rekensommetje opgeven: Als je weet, dat het riet per seconde 0.0005 c.m. groeit, hoe lang duurt het dan voor er een fluitje van gegroeid is? Wie rekent dit eens vlug uit? DE ARABIEREN EN DE TELEFOON Toen de grote leider Ibn Shoed in het Arabische rijk de telefoon wilde invoeren, stuitte dit eerst op sterk verzet onder de vrome Mohammedanen. Ze schreeuwden woedend door elkaar, dat dit gek ke ding met draden een uitvinding van den duivel was cn dat niemand het wilde gebruiken, laat staan in zijn huis hebben. Ibn Saoed bleef echter doodkalm en zei; „Indien de sprekende draad, mijn geachte gelovigen, een uitvinding van den duivel is, dan zal hij zeker niet in staat zijn, de heilige woorden van de Koran uit te "spreken. Is hij daar echter wel toe in staat, dan kan het ook gen duivelswerk zijn en Allah geeft er zijn zegen op. We zullen de proef nemen". Twee priesters begonnen nu door een veldtele foon gedeelten uit de Koran op te zeggen. Klaar en duidelijk kwamen de heilige woorden langs d' '<d en de Muzelmannen waren van hun angst i. Onmiddellijk daarna werd de telefoon in A gevoerd. REDENAARSLATIJN. Toep Andrew Jackson, de overwinnaar in de Amerikaanse vrijherdsoorlog, die door zijn landge noten „de man met. de ijzeren wil" werd genoemd, eens een verkiezingsrede hield;.kon hij-er maar niet in slagen indruk op de menigte te maken. Juist toen Jackson moedeloos begon te worden, fluister de één van zijn volgelingen hem toe: „Zeg eens een paar woordjes Latijn, generaal, misschien helpt dat!" Jackson liet hierop zijn ijzeren vuist op de tafel neerbeuken en schreeuwde met vervaarlijke stem; „Mijn tegenstander mag zeggen wat hij wil, ik verpletter hem met mijn antwoord: E pluribus unum! Sine qua non! Ne bis in idem! Non plus ultra! Multans in parvo!" Een donderend lawaai uit duizenden kelen was het antwoord. Jackson had het pleit gewonnen en werd gekozen. Omtrent de varkenshouderij in het bijzonder fc richt het blad nog nader: Van verschillenden kan. wort ons de vraag gesteld, hoe het nu zal gaan met de varkenshouderij en de prijzen der varkens, daar het door den schaarschen aanvoer onmogelijk zal blijken den varkensstapel in stand te houden. De vragen zijn begrijpelijk en de situatie is ook wel zoo, dat het er om gaat welke tak van vee houderij het meest het loodje zal moeten leggen, n.l de varkenshouderij of de kippenhouderij. De bacon-varkensproductie zal in de naaste toe komst wel hebben afgedaan. Het vetvraagstuk domineert, nu de invoer van buitenlandsche vetten, die zeer belangrijk was, ook is afgesloten. In Duitschland zijn zeer groote varkensmesterijen opgericht bij de groote steden, waar de dieren met keukenafval worden gemest. Ook' hier te lande zal de afval tot waarde gebracht moeten worden. Een ieder die een varken kan houden doe het, in eigen en algemeen belang. De teeltbeperking kan o.i. dan ook worden afge schaft. Het gaat hier niet om de productie te rem men, maar die met het beschikbare voer zoo groot mogelijk te doen zijn. Wordt de productie wel. loonend, want de var- kenspr-ijzen zakken?, zoo werpt zich de vraag op. Het is ons bekend, dat de regeering maatregelen beraamt om een ineenstorting van de varkensmarkt te voorkomen en dan kan o.i. niet anders worden gedaan, dan dat de Ned. Veehouderij centrale de ge heele varkensproductie afneemt, via de markt of anderszins, en dus bepaalde prijzen woi-den gesteld, waarbij o.i. de bepaling naar kwaliteit volgens maatstaf voor het baconvarken geen opgeld meer kan doen, daar het zal gaan orn spek en vet. (De Veeh. Centrale is inmiddels reeds weer begonnen met de overneming van varkens). De Ned. Veehouderij centrale zal de varkens heb ben te distribueereri voor het binnenland en hebben te exporteeren zoolang er nog overschot is. Moet de varkenshouderij tót de helft w.orden ingekrom pen, wat we voor het najaar niét uitgesloten achten dan zal het varkensvleesch op den distributiebon moeten komen. Dat is dus nog een extra voordeel van een sneeuw bal in den tuin. A. J. D. De teraardebestelling heeft plaats Maandag 10 Juni a.s. te 14,15 uur op de Begraafplaats Wester- veld. Nachtelijke razzia's in Frankrijk. Duitsch bericht maakt melding van talrijke arrestaties. PARIJS. 7 Juni (DN.B.) Op last van den prefect van het departement Seine-et-Oise zijn te Versailles, Argenteuil en in verscheidene ander* steden van het departement op groote schaal nach telijke razzia's uitgevoerd. In totaal werden 5612 burgers en 308 militairen aangehouden. Talrijke personen zijn in arrest gesteld. HOE KOMT HET TOCH denken sommige kinderen dat we allemaal toen 't zo erg koud was met „rookkolommetjes" voor ons uit liepen? Onze adem werd opeens zichtbaar, terwijl die anders totaal onzichtbaar is. Dat komt zo: de lucht, die je uitademt bevat altijd tamelijk veel waterdamp. Wanneer 't nu buiten warm of tamelijk warm is. gebeurt er niets. Wanneer de buitenlucht echter erg koud is, verandert de waterdamp uit onze adem opeens in. millioenen fijne waterdruppeltjes, die een wolkje vormen precies zo als de grote wolken aan de lucht, die ook uit waterdamp bestaan. Ook als 't niet koud is kun je die waterdamp zien. Neem maar eens een ijskoud stuk glas en adem ertegen. Het glas beslaat. Dit is een deel van je rookkolommetje". GRAPJES. Lastig probleem. Jan en Piet slapen in één bed. Natuurlijk heb ben ze vaak ruzie. Eens op een avond is er weer een vechtpartij aan de gang. 't Wordt zo erg, dat moeder bovenkomt- en opeens voor het bed staat. „Och Moes" klaagt Jan, „Piet wil steeds in 't midden liggen en hij zegt, dat ik dan maar aan de twee kanten moet liggen en dat kan ik niet!" Hij wist het! Moeder: „Kees, als je nu nog één woord zegt, bel ik Vader op. En wat denk je dat Vader dan zegt?" Keesje: „Jansen en Co., in verfwaren. Met wie spreek ik?" WAAROM? Heb je je wel eens afgevraagd, waarom je eigen lijk nagels aan de vingers en tenen hebt. Dit lijkt je misschien helemaal niet noodzakelijk. Maar als je zo'n vraag hebt, moet je altijd eerst even denken aan de dieren, die wat hun lichaamsbouw betreft, wel enigszins op ons lij ken. De hogere diersoorten, zooals bijv. de leeuwen en tijgers, hebben geen nagels maar klauwen en ze zouden die absoluut niet kunnen missen: 't Zijn hun enige wapens om zich te verdedigen. En ook voor die dieren, die in de grond moeten graven, zoals bijv. de mol, zijn nagels onmis baar. Toch zijn voor ons de nagels nog veel nuttiger ian je misschien denkt. Ze maken de vinger toppen steviger en zijn b.v. onmisbaar bij het oprapen van kleinere voorwerpen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 3