liet JOcent en Jan Otie&ol. ONS KNIPPATROON Alle Persil-producten zijn in dezelfde niet te evena ren kwaliteit overal ver krijgbaar zonder prijsver- hooging. Persil, Neerlands oudste, niet te evenaren zelf. werkend waschmiddel. Henco, wasch- en bleek-soda, voor het inweeken der wasch en het zachtmaken van het schrale water. Ata, het radicale schuurpoeder, dat alles reinigt, zonder krassen. iMi, het ideale afwasch- en reinigingsmiddel, dat ook werk- kleeding grondig reinigt. Sil, het voortreffelijke spoel- en bleekmiddel. Huwelijk met modern Comfort. ZATERDAG 8 IÜNT 194(5 TWEE IN EEN JAPON 2997. Het uitgeslagen patroon geeft te zien hoe eenvoudig deze japon te maken is. Het model leent zich bij zonder goed voor huis- of eenvou dige middagjapon en is voor alle figuren geschikt. De meer gezette dames zullen echter met het meeste succes een halsafwerking kunnen dragen als links is aangegeven, terwijl van de lange blouse mouwen hetzelfde gezegd kan worden. Als materiaal zal men b.v. een ingewe ven motiefje kiezen of een klein ge drukt motiefje. Aardig is de knoop- sluiting, die in groepjes is aange bracht. Rechts hetzelfde model met korte mouwen en rechte halsuitsnij ding. Voor huisjapon is dit model b.v. zeer geschikt, indien het van cretonne gemaakt is. Ben. stof pl.m. 3.50 M. van 90 c.M. Patronen in maat 44. Prijs van het patroon 26 cents. Het is van Maandag af gedurende een week verkrijgbaar bij Kenne- merlaan 42, IJmuiden en Breestraat 29, Beverwijk. ONS WEERSTANDSVERMOGEN. Het is goed om ons iederen dag te verdiepen in de problemen die de huishouding ons momenteel stelt, en die moeten worden opgelost, anders zouden wij zeker op den duur vastloopen. Maar daarbij moeten wij vooral niet uit het oog verliezen, dat er bij alle noodzakelijke bezuini gingsmaatregelen één ding is, dat van onmiskenbare waarde is, dat niet voor geld te koop is, en dat toch het uitgangspunt is van al ons kunnen en doen: ons weerstandsvermogen. Wanneer wij dat niet hadden, zouden wij volkomen onmachtig zijn om elke moei lijke periode in ons leven het hoofd te bieden, zon der dat zouden wij bij de pakken neerzitten en het niet verder kunnen brengen dan jammeren over dat wat we verloren hadden. Met dat weerstandsvermogen bedoel ik, behalve het physieke vermogen om weerstand te bieden aan den moeilijken tijd die ons wacht, toch nog meer de veerkracht die onze ziel heeft om zorgen het hoofd te bieden, opdat wij dat alles tot een goed einde kunnen brengen. Met dat weerstandsvermogen moeten wij ook een beetje zuinig omgaan, want nu het zomer is, loopt alles gemakkelijker dan in de wintermaanden, wanneer de moeilijkheden van iederen dag minder eenvoudig worden opgelost. Hoe kunnen wij dat nu, zuinig zijn op ons weer standsvermogen. Dat is niet zoo moeilijk als het lijkt, het komt er maar op aan om het voldoende te oefenen, dus het is juist andersom als met de materieele dingen, be- zunigen op onze oerkracht beteekent hem stalen, hem gebruiken en hem door het gebruik grooter en sterker maken. Wie de moeilijkheden die zich op haar weg voor doen, onder de oogen ziet, ze aanpakt en weet te overwinnen, wordt steeds sterker op den duur en raakt getraind. Zelfs een halve overwinning beteekent volledige winst in dit opzicht, omdat de volgende keer im mers de geheele overwinning dichterbij is! Maar wie bij de pakken neerzit en het verleden betreurt, wie vindt dat een ander de moeilijkheden die zich voordoen, maar moet opknappen, wie de zorgen netjes uit den weg gaat met een vriendelijk gebaar van: „Na u", of zijn oogen stijf dicht doet als zij zich komen aanmelden, zoo iemand maakt het zich zelf steeds moeilijker om aan te pakken. Wan neer dan het oogenblik komt, waarop de moeilijk-, heden en zorgen niet meer op anderen geschoven kunnen worden, wanneer zij niet' meer uit den weg gegaan kunnen worden, wanneer men de oogen erj niet meer voor kan sluiten, dan heeft men geen greintje fut meer om ze te behandelen zooals dat moet, en dan is het begin van een zenuwtoestand daarvan maar al te vaak het gevolg. Als de tijden gunstig zijn, is het voor vele vrou wen moeilijk om haar weerstand te vergrooten. Het leven verloopt immers gemakkelijk, de zorgen zijn weinig en niet bijzonder groot, waaraan zullen zij haar weerstand scherpen. Dat is nu anders gewor den, de tijden zijn vol zorg, en toch is het een ge lukkige bijkomstigheid, dat het nu zomer is, een zomer met mooie, warme dagen, waardoor de zor gen voor het dagelijksch leven veel minder inge wikkeld en ingrijpend zijn dan in den kouden guren winter, die oneindig veel meer huishoudelijke pro blemen biedt. Nu is het de tijd om ons te stalen voor die win termaanden, nu de zorgen nog te overzien zijn, en wij ze met wat meer of minder moeite goed het hoofd kunnen bieden. Hoeveel gemakkelijker zal het ons dan straks vallen, om de grootere proble men van den winter tot een goede oplossing te bren gen, zoodat ons leven ook in die toekomst nog veel goeds in zich kan bergen. E. E. J.—P. IN DE KEUKEN. Thee-Extract. Om op thee te bezuinigen, en dat klinkt niet als een overdreven raad, wanneer wij straks een half ons per persoon per maand krijgen, kunnen wij thee-extract maken, dat op de navolgende manier wordt verkregen. Benoodigdheden: 1/4 ons gemalen thee. 1 ons suiker. 1 L kokend water. Doe de suiker in een vochtige pan, maak ze on der voortdurend roeren heet en laat ze lichtbruin branden. Denk er om dat ze vooral lichtbruin blij'ft, want door de felle hitte van de pan brandt ze altijd iets verder door, ook als de pan van het vuur afgenomen is. Voeg hierbij de gemalen thee en laat het samen nog even flink heet worden. Neem de pan van het vuur, laat het mengsel iets bekoelen, en giet er steeds roerende, het water bij. Laat dit eenigen tijd staan, zeef het en giet het in een goed schoon gemaakte flesoh, waarvan de kurk zorgvuldig is uitgekookt en die vooral goed sluit. Gebruik het extract door een theekopje er van te nemen op den inhoud van een gewone theepot. OUD BROOD. Onze restjes oud brood kunnen uitstekend ge bruikt worden voor allerlei smakelijke gerechten. Broodpap. Tot de allereenvoudigste behoort de broodpap, die het smakelijkst is als het gebrokkeld wordt in een diep bord, met wat suiker bestrooid en over goten met heete melk. Wil men geen suiker ge bruiken, dan kunnen een of twee tabletten van een zoetstof vooraf in de melk worden opgelost. Kaasbroodjes. Snijd dunne sneedjes oud brood netjes bij, smeer ze dun en leg tusschen twee beboterde sneedjes een plakje kaas. Bak ze in boter aan weerskanten mooi bruin en presenteer ze bij de koffietafel. Geroosterd brood. Van oud brood geroosterd brood maken zal iedereen wel kennen. Maar wist u dat dunne stuk jes geroosterd brood, gesmeerd en heel dun met fijn zout bestrooid heerlijk smaken bij de middag thee of bij een apéritief? Die zelfde stukjes be strooid met wat suiker en kaneel in plaats van zout passen goed bij een kopje koffie 's morgens. Rooster de sneedjes brood, laat ze afkoelen, smeer ze met weinig boter en bestrijk ze dik met vruchtenmoes, zooals kruisbessen, rabarber, aard beien of straks aalbessen. Dit is een heerlijk frisch nagerecht, dat ook heel goed van citroenmoes ge maakt kan worden, maar waarvoor natuurlijk weer meer suiker noodig is. Amandelkoeken. Week een half witbrood je zonder korst in een mengsel van 2 d.L. melk, 2 eieren, en 2 eetlepels suiker, maak het brood er in fijn, voeg er een half ons gebroeide, gepelde en gehakte amandelen aan toe en wat citroenrasp en vorm hiervan platte kleine koekjes. Bak deze in de koekepan aan weerskanten bruin en dien ze als nagerecht op met wat suiker bestrooid. Gevuld brood wordt gemaakt van een heel broodje of van een deel daaxwan. De korsten worden er af gesneden, het brood wordt uitgehold en met wat boter van binnen en van buiten besmeerd. Maak er een VOOR DE KINDEREN Krent klauterde op het trapje, terwijl de Dikke het vasthield. Geef me nu dat uithangbord even aan, Dikke, zei Krent. De Dikke pakte het uithangbord en pro beerde het. Krent te geven, terwijl hij met zijn knie het trapje steunde. Krent kon er niet bij, boog zich voorover, doch helaas te ver. Het trapje was een eindje dieht geschoven, waardoor Krent zijn even wicht verloor, en.... met een slag op den Dikke terecht kwam. MM Op alle Persil-producten komen spaarzegels voor. Du E. Ostermann 8. Co s Hancfel, Mij. N.N?. Amsterdam. Fabrieken te. Jutphaas bij Utrecht. (Adv. tngez. Md) vleeschmengsel voor als bij vleesch in schelpen of een garnalen- of ander vischmengsel in een sausje, leg er een stukje beboterde korst op en zet het brood in den oven om warm en knappend te wor den. Groentebroodjes. Hiermee worden bedoeld broodjes die met al lerlei groenten kunnen worden belegd, bijvoor beeld met komkommer waarover wat zout en pe per is gestrooid; met gemengde groenten die met azijn, olie, peper, zout en mosterd zijn aangemaakt, na te zijn fijngehakt; met geschilde, gesneden to-' maten, ook met peper en zout bestrooid; met to rn atenpurée met geraspte kaas een paar lepels melk, peper- en zout vermengd, welk gerecht ook warm op geroosterd brood kan worden gepresen teerd. Op diezelfde manier kan men naar verkiezing zelf veel variaties maken, terwijl ook broodschotel met kaas, wentelteefjes, broodomelet welbekende gerechten zijn. Doe uw oud brood in geen geval weg: laat den tijd achter ons liggen, dat u, met uw hond wande lend, hem meermalen wanhopig moest fluiten om hem voorbij een pak boterhammen, beboterd en dik belegd, dat onverschillig was weggegooid, mee te tronen. In goede tijden is een dergelijke verkwisting al erg, in slechte kan het zeker niet door den beugel. E. E. J.-P. HET AMSTERDAMSCHE HAVENVERKEER. AMSTERDAM, 6 Juni. Hoewel de Amsterdam- sche haven sedert half Mei geblokkeerd is, voor wat de zeevaart over IJmuiden betreft, zijn er in de afgeloopen maand 142 zeeschepen met een totaal inhoud van .246.341 kub. meter binnengekomen. Tegenover de overeenkomstige maand in 1939 met 326 schepen en 2.035.200 kub. meter geven deze cijfers wel een zeer duidelijk beeld van den terug gang van den handel op de hoofdstad. De cijfers van Mei 1940 zijn bovendien nog zeer geflatteerd, omdat een groot deel van de Kat- wijker vloot van loggers, dat thans in de Amster- damsche haven is opgelegd, onder dit aantal be grepen is. In de eerste vijf maanden kwamen in totaal 590 schepen aan met 2.243.285 kub. meter. De cijfers over de eerste vijf maanden van 1939 waren 1503 met 9.846.964 kub. meter bruto. (A.N.P.) te da P£ St u< dt te T' den en niei pos: was rhaz wai zon lucl der I doe ine I lcac dei op Het jeugdherbergwerk wordt voortgezet. Het bestuur van de N. J. H. C. zet het jeiigfe bergwerk ongewijzigd voort. Het trekken zal «3 zomer in Nederland overal mogelijk zijn. In U- Limburg en Zeeland zijn de omstandigheden ra dien aard, dat de jeugdherbergen in die sirih, althans voorloopig gesloten zijn. De trekkers, die zich vóór 15 Mei reeds voorc*. nachting gedurende de komende maanden hêüa aangemeld, dienen deze aanmeldingen,-indienzijü» wenschen te handhaven, te herhalen. In verlaj met de moeilijkheden in het verkeer en de velec- wijzigde plannen worden alle aanmeldingen y' vóór 15 Mei j.l. geschiedden, als vervallen schouwd. De volgende jeugdherbergen zijn gev;e& Amersfoort, Apeldoorn, Appelsga, Arcen, Arr>^ Assen, Beegden, Beek bij Didam, Bergen opZ^ Castricum, Delden, Deventer, Emmen, Ems%j Eindhoven, Geertruidenberg, Gorinchem, Goi, Groningen, Haarlem, Heemskerk, Den Helder,!, varenbeek, Hoogeveen, De Kaag, Kampen, Korts-! hoef, Lochem Lunteren, Nijmegen, Nijverdal, Os- voorne, Oldebroek, Scheveningen, Schoorl, SaSI (na 15 Juni), Soest, Texel, Velsen, Vught, U's. ringen. PROF. DR. G. A. VAN POELJE TREEDT AF AIS VOORZITTER v. d. N. J. H. C. Prof. Dr. G. A. van Poelje is in verband met de na 15 Mei sterk toegenomen ambtsbezigheden afge treden als voorzitter van de Nederlandsche Jengd- Herberg Centrale. Zijn functie wordt thans waarge nomen door het bestuurslid Drs. F. J. Haeck, direc teur van het Diaconie Weeshuis der Ned. Hervorm de Gemeente te Amsterdam. EXAMENS. Academische opleiding, Geslaagd aan de Gem. Universiteit te Am sterdam voor het cand. ex. geneeskunde (tweede gedeelte) de heeren L. Meijer, H. P. A. van Schouden, C. Langendonk, F. H. Kuipers, P. Quaak en W. Bos. Geslaagd voor het cand, ex," wijsbegeerte de heer A. E. Jessurun d'Oliveyra. Examen van apothekers-assistent, Geslaagd F. A. Dahlhaus te Overveen. Geslaagd voor het vroedvrouwenexamen (teor. gedeelte), te Amsterdam, mej. G. P. Zwart te Haarlem. Mr. CORRY STOLZ-VAN DEN KIEBOOM. 10) Natuurlijk, zegt ze hoonend, daar deug ik alleen maar voor. Inplaats, dat je tenminste pro beert om te begrijpen, wat ik tekort kom, in plaats, dat je 't apprécieert, dat ik er zoo naar ver lang om je écht te helpen, om echt met je samen te werken, kom je me aandragen met zoo'n afschu welijk karwei. Het akeligste, ellendigste werk, dat er bestaat Maar lieve kind, wat wil je dan? vraagt Frank nuchter. Ik kan je toch moeilijk vragen om een conclusie voor me in elkaar te zetten. Ik begrijp werkelijk niet, wat jou tegenwoordig bezielt, Lies. Eerst doe je niets dan klagen, dat je zoo weinig om handen hebt en als ik je dan vraag om iets voor me te doen, een doodgewoon werkje, dat op je eigen terrein ligt, dan vlieg je me aan, alsof ik je heb beleedigd of miskend of weet ik wat. Het wordt langzamerhand een beetje moeilijk om het jou naar den zin te maken, vind je zelf niet? Lies zwijgt mokkend. Wat geeft het om er nog op door te gaan? Frank wil immers niet zien, niet begrijpen. Voor Frank bestaat alleen zijn werk en de glorie, dat hij dat werk weer doen mag. En zij zij behoort zich daarin te schikken en te ver heugen. Ze mag immers niets anders wenschen. Blij zijn om Frank en de rest niet tellen Ze overwint zichzelf en loopt naar de hall. Met een zucht spreidt ze de zware ulster op ta fel uit. Nou, dat heb je grondig gemold, zeg. Mag ïk de zakken leeghalen, anders kan ik hem heele- maal niet hanteeren. Gerust, zegt Frank En hou dan vijf mi nuten je mond als je kunt, want ik moet dit alle maal nog doorwerken en ik heb nu al slaap. Ik ook. 't Was knap laat gisteravond. Maar eenig, hè? Zeg, die eene ouwe dokter, hoe heet hij ook weer, wat een type, hè? Ja, ik zwijg al, zegt ze, als Frank geïrriteerd van zijn dossier op kijkt. Ze begint den inhoud van de zakken uit te stallen. Drie zakdoeken, die kunnen meteen in de wasch. Handschoenen, een sleutelbos, een tram abonnement. Zijn rijbewijs dat heeft hij helaas niet meer noodigZe zucht weer, zooals bij iedere herinnering aan den „Waeldonck"-tijd. Eigenlijk stom, om dat in je overjas te laten zitten ze kan het beter opbergen. Een brief oranje pa pier en een met paarsen inkt geschreven adres natuurlijk een dames hand Ze legt de enveloppe ostentatief voor hem neer. Hij kijkt niet op. Stilte. De naald, die heen en weer gaat door het stugge goed. En de oranje enveloppe midden op tafel. Natuurlijk van een cliënte van wie anders? Maar waarom loopt hij er dan mee in zijn zak? Jasses, wat een banale situatie, ergert ze zich meteen. Uit een tienderangs tooneelstuk Ja, maar in het omgekeerde geval zou je al lang de poppen aan 't dansen gehad hebben. Frank heeft vroe ger wel om heel wat mindere dingen kabaal ge maakt. Vroeger Nu niet meer? Dat gedoe van gisteravond heeft hij tenminste erg kalm opgenomen. Die Ru leuk joch wel. Ik heb jou twee tafelheeren moeten geven, had Til voor 't diner verteld. We hebben van daag onverwacht een neefje te logeeren gekregen en die kan ik onmogelijk aan zijn lot overlaten. Zijn moeder zou 't me nooit vergeven, als ik hem een avond in Amsterdam liet losloopen. Het neefje was nogal hard van stapel geloopen. Ze had er wel plezier in gehadmet zes-en-twintig ben je toch nog geen ouwe tante. En Frank had het alle maal kalm geslikt. Ook dat ze een paar keer waren gaan dansen. Is dat, omdat Frank nu eindelijk ge leerd heeft, haar absoluut te vertrouwen? Of is hetonverschillighéid? Kan het hem allemaal niets meer schelen? De oranje enveloppe midden op tafel. Franks gezicht, gebogen over de stukken; zijn hand, die telkens haastige potloodkrabbels neer schrijft. Is hij nu werkelijk zoo verdiept of is het een houding? De naald, die op en neer gaat, op en neer. Het laatste torntje. Frank heeft nog niet opgekeken. Iets vragen? Een afgezaagd grapje debiteeren? Ze weifelt, steekt dan haar hand uit naar den brief Frangois! Allemenschen, wie noemt jou Fran- gois? Ondanks alles proest ze het uit. Frank, opgeschrikt door haar lach in de stille kamer, kijkt op, springt overeind en rukt haar den brief uit de handen. Wat mankeert jou, zeg? Sinds wanneer vind je het noodig, -mijn brieven te lezen? Sinds wanneer vind jij het noodig, met da- mesbrieven in je zak te loopen? Damesbrieven! Kind, doe niet zoo dramatisch, 't Is een doodgewone brief van een doodgewone cliënte. Die jou Frangois noemt. „Mon cher Frangois" nog wel. En wie weet, wat er nog meer voor moois in staat, dat ik niet mocht zien. Daar dan! Frank smijt den brief voor Lies' voeten op den grond. Lees hem dan, kijk dan zelf, wat er in staat, als je me niet vertrouwt. Wel? De handen in de zakken kijkt hij haar afwachtend aan. Met trillende vingers raapt Lies den brief op, een seconde in tweestrijd. Hem ongelezen terug geven? Zeggen, nee Frank het was maar malle ja- louzie, ik vertrouw je immers....? Maar het zit haar te hoog, Franks toenemende onverschillig heid van de laatste maardenze leest. Getal len. Cijfers. Over geld gaat het.... „les revenues de mon mari...." iets over vijf procenten een paar woorden, die ze niet begrijpt.en dan de onderteekening: Yvonne de Faucourt. Ja, het schijnt werkelijk niets bijzonders te zijn Maar waarom noemt die mevrouw je Frangois? vraagt ze, zich aan het laatste steunpunt voor haar wantrouwen vastklampend. Omdat omdat ik haar broer goed gekend heb. zegt Frank vlug Ben ik mee in dienst ge weest. Met een Franschman? Merkwaardig zeg. 't Zijn heelemaal geen Franschen. Het is een Zuid-Limburgsche familie, die vlak bij de Belgi sche grens woont, in de buurt van Noorbeek, je weet wel, daar zijn we nog eens geweest met den wagen. Er wordt heel veel Fransch gesproken. En deze mevrouw, mijn cliënte, heeft bovendien ja ren in België gewoond. Zoo kalm en nuchter als hij dat allemaal staat uit te leggen, denkt Lies. Je kunt bijna niet anders dan hem geloovenEn controleeren kun je immers ook niet. Ze weet het jarenlange ervaring: Frank én Franks vrienden ook hebben een onbegrensden kring van beken den. die omschreven wordt met: „samen in dienst geweest", „samen gevoetbald" en „samen gestu deerd". Het kan dus best waar zijn. Het spijt me.zegt ze aarzelend. Frank neemt den brief aan en bergt hem in zijn zak. Tja, zegt hij koeltjes, een misverstand, zullen we maar zeggen. Ofhij kijkt haar spottend aan was dit nu soms een uiting van je belangstelling voor mijn werk, waar je 't straks zoo druk over had? Dan ben je niet erg gelukkig geweest, moet ik zeggen. Niet fair, denkt Lies dof. Dat laatste had hij niet moeten zeggen. Hatelijk en hard was het. En ieder woord zou het nu nog erger maken. De gevaarlijke woorden, die pijn doen, dikwijls meer dan je zelf bedoelde. Zwijgend gaat ze de kamer uit. Frank blijft zitten aan de tafel, bladert ver strooid in zijn papieren, schuift dan ongeduldig alles opzij. Van werken komt natuurlijk niets meer, denkt hij wrevelig. Scène nummer zóó veel. Hoort blijkbaar bij 't programma, als je een jaar of wat getrouwd bent. 't Is overal hetzelfde. En straks maak je 't weer in orde. Verzoening nummer zóó veel. Voor zoolang als het duurt.... Ja, hij had toch nooit gedacht, dat het tusschen hen beiden nog eens zoo zou worden. Aan wie ligt dat nu fei telijk? Aan Lies, stelt Frank vlug voor zichzelf vast. Voor het overgi-oote deel aan Lies. Die het vertikt om zich aan te passen. Die zijn'werk, zijn practijk. zijn toekomst gewoonweg niet wil zien als een ongeloofelijke buitenkans, die hem letter lijk door stom geluk is toebedeeld en waarvan hij, het kost wat het wil, moet maken, wat er van te maken is. Lies ziet het met haar eigen oogen als iets, dat hem in beslag neemt, dat hem van haar aftrekt. Lies mist alle eerzucht. Lies zou doodge moedereerd en zielsgelukkig tot in lengte van da ger. op de „Waeldonck" zijn gebleven, waar ze hem den heelen dag om zich heen 's avonds tegen over zich aan de keukentafel had. O ja wel! Roe rend is die aanhankelijkheid. Maar je komt er niet mee. Niet waar hij heer. wil.Ofschoon 't^ toch iets, dat teveel waarde heeft, om er zoo met ruwe woorden overheen te loopen, als hij af en toe doet. Een beetje geduld hebben, een beetje schipperen als 't noodig is.... zulke stommiteiten als met dien bi-ief vanavond hoefden toch niet voor te komen En dan maar hopen op de toekomst. Meer werk beteekent meer geld. Er. meer geld zal alles beter en prettiger maken, in de eerste plaats voor Lies. Dat is tenminste een stevig argument voor de oratio pro domo, die nu nog op 't programma staat, denkt Frank en staat zuchtend op. Telefoon voor u, juffrouw, waarschuwt Ver- molen om het hoekje van de deur. Nick springt op van haar bureaustoel, loopt op haar teenen, om Oom Victor die, wijze woorden sprekend, met een cliënt aan het groote bureau zit, niet te hinderen, naar het klerkenkantoor. Met Carla, zegt de meisjesstem aan den an deren kant, Zeg, kom je vanavond op de dans club? 't Is de laatste les. Nee, ik kar niet, zegt Nick vlug. Ze hebben haar op dansles nu al twee weken achtereen door gezaagd over die hevig interessante meneer en- zoovoort dank je. Ik heb les vanavond, zegt ze braaf. Les? Hemeltje, ben je nu nog niet geleerd ge noeg? Wat vos je nu weer? Hongaarsch, zegt ze in het wilde weg. Hoe haal je 't in je hoofd? Waar is dat goed voor? Om de Hongaarsche -liënten aangenaam te kunnen bezighouden, natuurlijk. Hebben jullie die dan? vraagt Carla met ont zag. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 6