IJmuider Courant
krijgsgevangenen weer terug.
Noorwegen staakt den strijd
hng-e tieiaen stoomden Jioente binnen^
Laaiend enthousiasme aan de
ontvangst-stations.
Ruim tienduizend man
kwamen Zondag.
D'
De verduistering
Oproep van het
Nationaal Hulpcomité
1940.
Wereldbevolking.
Koning en regeering vermoedelijk
uitgeweken.
JAARGANG NO. 185
lourens Coster. Maatschappij voor
junt-Uitgaven en Algenrv Drukkerij N.V.. Gr.
itraat 93, Haarlem. Telefoon 10724 Bureau
jjjgr Courant Kennemerlaan 42, IJmuiden,
foon 5301 Postgiro 310791 Alle Advertenties,
„neven voor dit blad. worden kosteloos
jeg
ofnen in de Kennemer Courant
DAGBLAD VOOH VELSEN. IJMUIDFN. SANTPOORT EN OMSTREKEN
Verschijnt dagelijks, benalve op Zon- en Feestdagen
Directie: P W PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
MAANDAG 10 JUNI 1940
Abonnementen per week ƒ01234, pw maand
ƒ0.5234, per 3 maanden ƒ1.55, franco per post
ƒ1.95 per kwartaal. Losse nummers 3 cent per ex.
Advertentlën: 1-5 regels 0.60, elke regel meer
ƒ0.12. BI] abonnementen belangrijke korting.
Ingezonden mededeellngen dubbele prijs.
Advertenties van Vraag en Aanbod 1-3 regels
CL25, elke regel meer ƒ0.10.
ANGE treinen vol verheugde Nederlandsche krijgsgevangenen zijn
J Zondag onze Oostgrens gepasseerd en met laaiend enthou-
unie zijn ze begroet, in Oldenzaal, Almelo, Enschedé, Hengelo, Arn-
ein, overal waar zij eerst lieen zijn gegaan. Alom lieerschte ontroering
blijdschap, alom was het één hartelijke verwelkoming. En dit was nog
lechts een afspiegeling van de overweldigende vreugde, welke in deze
jgen in zoovele gezinnen lieerscht, waar men een man, een vader, een
jan, een broer, een verloofde weer lieeft zien terugkeeren
EEN ONGEWOON GEZICHT. Nederlandsche soldaten met baarden. Ze hadden
vergeten hun scheergerei mee te nemen in krijgsgevangenschap.
A zooveel dagen van martelende
spanning, hopen en wachten, is het
groote nieuws omtrent de komst
der Nederlandsche krijgsgevangenen
eindelijk waarheid geworden: de geïnterneer
de jongens staan weer op Hollandschen too-
^Lange treinen stoomden Zondag Twente
binnen en geen pen kan toeschrijven met welk
een laaiend enthousiasme de stoffige en slecht
geschoren soldaten die overigens in goede
conditie waren toegroet werden. Huilend
heeft menige moeder haar zoon in de armen
genomen en door de ijzeren spijlers van afge
zette stationsterreinen hebben geliefden ge
tracht. elkaar in de armen te nemen.
Het is een schouwspel geworden, dat velen
d:ep in het hart gegrepen heeft.
Zondagnacht omstreeks vier uur daverde
de eerste trein door het slapende Oldenzaal.
De reis ging naar Enschedé, waar de j ongens
een gul onthaal vonden. Daar klonk een ge
juich uit duizenden kelen.
ALMELO OP Z'N KOP.
De tweede trein kwam via Berlijn en Bentheim
raar Almelo. Na een onafgebroken reis van een
kleine twintig uur van het plaatsje Lückenwalde
if waar het interneeringskamp was ingericht,
trok een zware Duitsche locomotief ongeveer 45
joederenwagens naar de „landingsplaats" toij de
|irachtloodsen.
De menschen op het perron voelden zich won-
éérlijk ontroerd, toen het lange lint van roode
wagens heel traag aan kwam rollen, alsof de lo-
eomotief de laatste loodjes nauwelijk kon halen
En uit smalle reten in de wagens kwamen vele
ruivende handen, die een zwijgenden groet brach-
aan het kleine Hollandsche fabrieksstad je
Gezichten zag men niet alleen maar die han
en.
Zoo keerden hier 1700 Hollandsche soldaten
terug. En toen de locomotief hijgend bleef staan,
tingen de deuren hier en daar op kieren en zag
men tal van lachende gezichten heel dicht
bijeen.
Heol Almelo stond op zijn kop. Bij het station
ras een menigte hijeen, die werkelijk respectabel
!8noemd kon worden. Op het vrachtgoederen-
itation mocht niemand komen de militaire
politie stond met haar karabijnen aan den voet
UKChen de rails
HEB JE EEN SIGARET?
De deuren gingen open en een groote toedrijvig-
heid ibegon. Du-itsche soldaten bewaakten op hun
beurt de wagens en een lang gezwoeg met .papier
en potlood was het eerst aan de orde. Dit pri
mitieve appèl vroeg heel wat tijd maar al de
Menschen voor het station bleven geduldig en
onvermurwbaar wachten zij waren eenvoudig
niet weg te slaan
Alle jongens snakten naar een sigaret. Som-
mige padvinders, die toij deze eerste aankomst
aanwezig waren om voor allerlei karweitjes de
nand aan de ploeg te slaan, toesloten omdat
de vraag: ,.Heto je een sigaret?" aan tal van kan
ten opklonk. een inzameling te houden. Met
poote manden gingen zij langs het publiek op
aet stationsplein en weldra suisden de doosjes
baretten door de lucht. Deze „collecte" werd
oog gevolgd door een inzameling van doosjes
lucifers, want een sigaret zonder vuur is nog
waardeloos
hi een vrachtgoederenloods was ondertusschen
':?n primitief medisch bureau ingericht en had
ion keuring plaats. Alle jongens moesten even bij
•en dokter komen, maar het aantal zieken bleek
Idukkig gering te zijn.
ZEG, DAT IK LEEF.
Toen wij in ons burger colbertje tusschen al die
«chende en pratende jongens doorwandelden
het was een bijzonder schouwspel, al die soldaten
over de spoorrails „uitgespreid" te zien: een
groepje zat op een rail, elders hield een sergeant
„appél" werden wij ineens bij den schouder
gegrepen.
Een paar blijde oogen, een lachende mond en
een overslaande stem: „Zeg kun jij vertellen,
dat ik leef?"
En toen krabbelde hij met een stompje potlood
een naam op papier en een telefoonnummer van
een familie in Arnhem. Ja en toen de anderen
dit zagen, hagelde het ineens verzoeken. Allerlei
briefkaartjes kwamen voor den dag.
Graag voldeden wij in zoover dat in ons ver
mogen lag aan al deze wenscben en de betrok
ken soldaten voegden er dankbaar aan toe: „Zelf
zullen wij er vandaag wel geen kans meer voor
krijgen
Maar ook anderen maakten een en ander t
reed om zoo gauw mogelijk een boodschap naar
huis te sturen. Zoo stond een soldaat schuin tegen
'een der wagens aan en schreef met groote, on
zekere letters: „Lieve vader en moeder.
En de kleine welpen, die soms watervlug onder
de wagons heenschoten, fungeerden hier als post
bodes. Zij pakten de briefjes bij heele stapels
tegelijk aan en schiepen bij wijze van spreken een
aparte dienst.
En onderwijl hadden zij allen veel te vragen.
Vertellen over hun belevenissen hadden velen
vooreerst geen zin in; zij waren te vervuld met
een brandend verlangen om te weten, hoe het
thans in Holland is.
De vragen volgden elkaar onafgebroken op:
„Hoe is het in Drente?" Is daar veel kapot? Leven
jullie hier nou weer allemaal rustig? Is er nog
wat in Tubberben gebeurd? Hoe is het hier' bij
het slot van den oorlog gegaan? Is Amsterdam
nog gebombardeerd?
Er waren er enkelen, die dan als „tegengift"
voor de antwoorden, iets van hun ervaringen be
gonnen te vertellen. Hoe zij in een groot, geweldig
groot kamp hij Berlijn werden ondergebracht,
waar ook Polen en Franschen lagen en hoe zij
dag-in, dag-uit in hun tenten maar één over-
heerschende, vurige hoop kenden: Wanneer gaan
wij naar huis terug?
MORGEN.
En steeds weer scheen dit alles in kannen en
kruiken te zijn. Morgen gaan jullie, hoorden zij
op een dag en toen kende de vreugde geen gren
zen meer. Maar dan kwam er weer wat tusschen
en volgde steeds weer afstel, totdat men in een
toestand van volslagen onzekerheid kwam
Omtrent de behandeling door de Duitsche sol
daten vertelden zij, dat deze zeer correct
vriendelijk geweest was. Het spreekt wel vanzelf,
dat het eten voor krijgsgevangenen nooit weelde
rig kan zijn men had echter al die weken, dat
men in het kamp verbleef, toch voldoende gehad,
al moest men zich soms wat behelpen.
Oorspronkelijk had men gedacht, dat deze
treinreis naar Holland ongeveer- 38 uren zou
duren, doch de order kwam door: aan een stuk
doorrijden, zoodat men thans reeds op Holland
schen bodem kon zijn.'s Nachts en ook over
dag reed men met open wagens alleen in
Oldenzaal kwam de mededeeling: deuren sluiten.
Voor velen was de groote vraag: weten mijn
ouders, dat ik kom of verwachten zij misschien
dat ik nimmermeer terugkeer? De gedachte aan
broers, zusters, het meisje, de vrouw, kortom
aan voovele oude getrouwen hield allen bezig. Er
waren maar weinigen, die zelf in Almelo woonden
alléén één jongen trachtte boven op een wagon
•te klauteren om te turen naar een nietig huisje
langs de spoorlijn, waar zijn ouders woonden.
EEN BAD EN EEN GLAS MELK.
Toen de soldaten eindelijk door de stad mar
cheerden, lieten velen hun tranen den vrijen
loop. Een daverend gejuich steeg op, dat veel
vuldig tusschen de huizenrijen echode. En glim
lachend 'marcheerden de jongens erop los: zij
wisten, dat er een glas melk en een heerlijk ver
kwikkend bad op het programma stond.
Uit een raam gilde ineens een meisje: „Daar heb
je Janus!". maar Janus zag haar niet en bleef
voor zich uit kijken. Een bosje bloemen, dat ken
nelijk voor hem bedoeld neerdwarrelde, verzeilde
ergens op de hoed van een mijnheer, die het ge
ïrriteerd op den grond wierp.
De kappersbond had in alle haast besloten om
de krijgsgevangenen gratis te behandelen. En dit
zullen velen met vreugde begroet hebben, want
er waren baarden af te scheren, die Sinterklaas
al eenige concurrentie aandeden.
Voor de Twentsche soldaten was de dag van
gisteren heelemaal een groote dag. Want zij
mochten dadelijk door naar huis. Doch de ande
ren, uit andere deelen des lands, werden bij de
burgerij ingekwartierd, voor welk doel een
ander reeds van tevoren in gereedheid was ge
bracht.
Een der komende dagen zal voor hun pas het
groote moment van het weerzien aanbreken
e eerste trein met krijgsgevange
nen arriveerde Zondagmorgen om
5.07 uur te Enschedé.
De trein bestond uit 45 wagons
en bracht 1870 krijgsgevangenen over.
Te Oldenzaal is om half tien een extra-
trein uit Bentheim aangekomen met on
geveer 1650 krijgsgevangenen, komende
uit de omgeving van Berlijn. Het transport
reed na een kort oponthoud door naar
Almelo.
Om vijf minuten voor vier kwam een
tweede extra trein met 2183 Nederlandsche
krijgsgevangenen uit de richting Stettin
aan. Van deze 2183 bleven er 1000 te Ol
denzaal, terwijl de overigen naar Hengelo
vertrokken. Daarna volgde een derde trein
met 1400 krijggevangenen, die in de omge
ving van de Oder waren geïnterneerd. Zij
werden eveneens naar Hengelo doorgezon
den.
Bij aankomst werden de krijgsgevangenen
in het ziekenhuis onderzocht, waarna zij
gelegenheid kregen om te baden en van
nieuw ondergoed werden vorzien.
In Arnhem zijn 1720 krijgsgevangenen
aangekomen. De manschappen werden in
„Musis Sacrum" ontvangen.
Om twee uur kwam te Zevenaar een
transport van 1200 man binnen. Na een
maaltijd zijn de militairen doorgemarcherd
naar Doesburg, waar de registratie zou
geschieden.
In den loop van den avond is- geheel
onverwacht, nog een tweede trein met ont
slagen krijgsgevangenen uit Duitschland
te Enschedé aangekomen.
In dezen trein, welke uit personenrijtui
gen bestond, bevonden zich vierhonderd of
ficieren en vijftig manschappen. Door de te
Enschedé getroffen maatregelen konden
allen onmiddellijk ingekwartierd worden.
De stemming onder de officieren was uit
stekend.
(Zie ook elders in dit nummer).
IJMUIDEN
GROOTE LEVENDE STEUR AANGEBRACHT.
Een vischhandelaar alhier heeft een levende
steur, die door een drietal visschers in Hardinx-
veld was aangevoerd, aldaar aangekocht en naar
IJmuiden doen vervoeren. De steur woog onge
veer 150 K.G.
UITBETALING STEUNGELDEN.
Naar wij vernemen zal het uitbetalen van
steungelden door de IJmuider Federatie in het
vervolg des Woensdags plaats vinden en wel des
middags van 13 uur aan mannen en van half
vier tot 4 uur aan vrouwen.
Zon onder 9.59
Zon op 5.19
Tusschen deze beide tijdstippen
moet verduisterd worden.
's-GRAVENHAGE, 8 Juni (A.N.P.) De
voorzitter van het Nationaal Hulpcomité 1940.
dr. K. J. Frederiks, secretaris-generaal,
waarnemend hoofd van het departement van
Binnenlandsche Zaken heeft den volgenden op
roep gericht tot de Nederlandsche bevolking:
Landgenooten,
Het Nationaal Hulpcomité 1940 organi
seert op 15 Juni a.s. of in de daarop volgen
de week een collecte ter inzameling van gel
den voor de slachtoffers van de ramp, die
ons land in de achter ons liggende maand
heeft getroffen.
Is een opwekking tot het betoonen van
zoo groot mogelijke vrijgevigheid hier niet
overbodig? De Nederlander is immers in
het algemeen reeds gaarne tot helpen bereid.
Hoeveel te gereeder aanleiding bestaat daar
toe thans, nu eenerzijds op groote schaal
directe hulp moet worden geboden, ander
zijds het besef meer dan ooit levendig is, dat
het hier lasten betreft tot bijdrage waar
van de Nederlandsche volksgemeenschap de
handen ineen behoort te slaan. Wie in de
bevoorrechte positie verkeert tot geven in
staat te zijn grijpe deze gelegenheid met
beide handen aan. Al ware het alleen reeds
om uiting te geven aan zijn dankbaarheid
dat zijn have en goed gepaard gebleven
zijn.
In alle vormen moet hulp .worden geboden.
Aan velen moet onderdak, voeding en klee
ding worden verstrekt. Talloozen moeten door
in het bezit te komen van giften voor han-
delsgeld, aanschaffing van voorraad, werk-
kleeding of voorraad in de gelegenheid wor
den gesteld opnieuw aan den slag te gaan.
Hiervoor is -geld noodig, veel geld.
Mogen de bussen der collectanten worden
overstroomd door de toevloeiing der gel
den, de lijsten der inzameling niet voldoende
plaats bieden voor de inteekeningen.
De Secretaris-Generaal, waarnemend
hoofd van het departement van Bin
nenlandsche Zaken,
FREDERIKS.
Van harte en met volle overtuiging ondersteu
nen wij dit beroep. Wij hopen en verwachten, dat
de collecte een goed resultaat zal opleveren, maar
feitelijk moet men niet wachten met het geven van
zijn bijdrage tot de collectedag daar is. Laat men
(Volgens een Duitsche statistiek
tv ij zen de resultaten der volkstel
lingen van de laatste jaren uit, dat
er thans ongeveer 2169 millioen
menschen op onze aarde leven.)
Wat 'n menschen, wat 'n menschen,
Met hun zorgen en hun wenschen;
Met hun kwalen en gebreken.
Met hun slimme, domme streken;
Met hun zwakten en hun krachten,
Met hun kennis en gedachten;
Met hun smarten en hun vreugden,
Met hun ondeugden en deugden;
Met hun kleuren en hun talen,
Met hun winnen en hun falen;
Met him lasten en hun grieven,
Met hun hekel en believen;
Met hun haten en beminnen,
Met hun geesten en hun zinnen;
Met him hersens en gevoelen,
Met hun goed en kwaad bedoelen;
Met hun vrijheid on hun banden,
Met hun rassen en hun landen;
Over heel de aard verspreid.
Groeiend steeds in kwantiteit.
Blonde, zwarte, kale, grijze
Domme, middelsoort en wijze;
Rare, leelijke en knappe.
Tamme, wilde, lauwe, slappe;
Flinke, sterke energieke,
Hulpbehoevende en zieke;
Onderdanige en laffe,
Overheerschende en straffe;
Onbekende en verwante
Vormlooze en elegante;
Pessimisten, optimisten,
Aarzelende en besliste;
Frissche, geestige en goede,
Kwade, weifelende, moede.
Tekortkomend en verzadigd,
Slechtbedeeld en begenadigd;
Mild, kwaadaardig of bedillend,
Allen stuk voor stuk verschillend,
Maar gelijk ook, stuk voor stuk,
In een dorst naar aardsch geluk.
P. GASUS.
vóór dien reeds zijn gift storten op het gironummer
388000 van het Nationaal Hulpcomité of giro 272727
van Het Nationaal Fonds voor Bijzondere Nooden
of giro 22120 van het Nederlandsche Roode Kruis,
waarbij bepaalde bestemmingen, aan stortingen ge
geven, in acht worden genomen. Bij het storten van
zijn gift bedenke men, dat deze inzameling georga
niseerd wordt voor menschen, die van alles beroofd
zijn. Er wordt hier een offerend bewijs gevraagd
voor zwaar getroffen landgenooten. Doet daarom
zooveel ge kunt.
HOOFDPRIJZEN STAATSLOTERIJ
's GRAVENHAGE 10 Juni 1940.
f1500: 19759.
f1000: 1522 5164 7534 11943 15374 18743 23515.
f400: 9310 12921 21096 23824.
f200: 1550 13171 13632 15592.
f100: 3480 5540 7637 9241 10446 14645 16134 16961
19857 21269 21663 21168 22768 23285.
Terugtrekking
dei-
geallieerde
troepen.
STOCKHOLM, 9 Juni (D.N.B. Het Zweed-
sche Telegraafagentschap verspreidt het vol
gende uit Tromsö gedateerde bericht van het
Noorsche Telegraaf agentschap
Het Noorsche opperbevel deelt mede: Het
Noorsche opperbevel heeft bevel gegeven, dat
de vijandelijkheden Zondagnacht om 24 uur
gestaakt moeten worden. Onderhandelaars
zijn onderweg.
Een nader D.N.B.-bericht uit Stockholm heeft
den volgenden inhoud: Het Zweedsche Teler gaaf-
agentschap meldt: Zondagavond deden in Noor
wegen en in Zweden geruchten de ronde, volgens
welke de Britsche en Fransche troepen in Noor
wegen bezig waren zich terug te trekken en de
Noorsche koning en de „Noorsche regeering" zich
niet meer in het land bevonden.
Het Zweedsche Telegraafagentschap verklaart
in verband hiermede van „gezaghebbende" Noor
sche kringen vernomen te hebben, dat het waar
schijnlijk is, dat deze berichten waar zijn.'
Oorlog in Noord-Europa wordt als
geëindigd beschouwd.
De aankomst van een trein met gerepatrieerden te Westervoort.
STOCKHOLM, 9 Juni (D.N.B.). De oorlog in
het Noorden van Europa is geëindigd. Dit bericht
heeft in politieke kringen te Stockholm geweldig
opzien gebaard en tevens onmiskenbare voldoe
ning gewekt.
Men is hier van meening, dat het besluit van
het Noorsche opperbevel vooral is ingegeven door
het besef, dat zelfs wanneer men plaatselijke suc
cessen in den sector van Narvik had kunnen be
halen, dit op het verloop der operaties in haar
geheel geen invloed zou hebben gehad. De over
winningen der Duitsche troepen aan het Westelijk
front, zoo verklaart men in politieke kringen
alhier, spreken een te duidelijke taal, dan dat
men thans in de Scandinavische landen op een
uiteindelijk succes der Westelijke mogendheden
zou kunnen rekenen. Dit is waarschijnlijk van
beslissenden invloed geweest op de besluiten van
de Noord-Noorsche legerleiding, geheel afgezien
nog van de jongste successen der Duitsche ma
rine voor Narvik en van den waarlijk heldhafti-
gen tegenstand, dien de Duitsche troepen in den
sector van Narvik onder uiterst moeilijke om
standigheden geboden hebben. Men gelooft hier
ook, dat de Noorsche legerleiding de ontoerei
kendheid van de geallieerde „hulp" zeer duide
lijk ondervonden heeft en derhalve niet meer be
reid is, nog langer Noorsch gebied in een vrijwel
geen kansen biedenden strijd aan de verwoestin
gen van den oorlog bloot te stellen. Ook moeilijk
heden met de ravitailleering zijn wellicht, naar
de meening van Zweedsche deskundigen, op het
besluit van de Noord-Noorsche legerleiding van
invloed geweest. In Zweedsche militaire kringen
geeft men in dit verband uiting aan zijn bewon
dering voor de prestaties der Duitsche troepen, die
ondanks ontzaglijke moeilijkheden door hun
taaie volharding een beslissing in hun voordeel
hebben afgedwongen.
Duitsche troepen in Narvik, zoo zegt men in
deze kringen, hebben met hun daden een nieuw
heldenepos in de geschiedenis geschreven. Om
trent de verblijfplaats van den Noorschen koning
en de vroegere Noorsche regeering doen de meest
verschillende geruchten de ronde. Het waarschijn
lijkst acht men het, dat -zij zich met Engelsche
schepen naar Engeland hebben begeven. Hier en
daar hoort men de meening verkondigen, dat
koning Haakon en zijn regeering zich wellicht
naar Finsch gebied hebben begeven. Tot dusver
zijn hierover echter in Noorsche kringen alhiec
geen nauwkeurige mededeelingen te verkrijgen.