IJmuider Courant
DAGBLAD VOOK VELSEN. IJMUIDEN, SANTPOORT EN OMSTREKEN
Verschijnt dagelijks, beiialve op Zon- en Feestdagen
In cle Middel
landsche Zee.
Houtauto.
Delicten die onder den
Duitschen krijgsraad vallen
Turkije en Rusland.
Collecte Nationaal
Hulpcomité 1940
uitgesteld.
Bankenmoratorium
opgeheven
De K.L.M. in 1939.
25e JAARGANG No. 189
Ifltgavo Lourens Coster. Maatschappij voot
Courant-Uitgaven en Algem Drukkerij N.V.. Gr.
Houtstraat 93, Haarlem, Telefoon 10724 Bureau
IJmulder Courant: Kennemerlaan 42, llmulden,
Jolafoon 5301, Postgiro 310791. Alle Advertenties,
opgegeven voor dit blad, worden kosteloos
opgenomen In de Kennemer Courant.
Diroctie, P. W PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOltl Hoofdredacteur! ROBERT PEEREBOOM
VRIJDAG 14 JUNI 1940
Abonnementen per week /Q12H, P* maanrl
ƒ0.5254, per 3 maanden ƒ1.55, franco per post
1.95 per kwartaal. Losse nummers 3 cent per ex.
Advertentlön: 1-5 regels ƒ0.60, elke regel meer
0.12. BI] abonnementen belangrijke korting.
Ingezonden mededeellngen dubbele prijs.
Advertenties van Vraag en Aanbod 1-3 regelt
ƒ1125, elke regel meer ƒ0.10.
De Italianen, die Engeland en Frankrijk den
oorlog hebben verklaard, hebben al heel spoedig
bet eiland Malta gebombardeerd. En dat was een
van de dingen die te verwachten waren want het
is een dier belangrijke Engelsche steunpunten in
de Middellandschè Zee, die Engeland de beheer-
sching van den zeeweg naar Indië waarborgen. En
die, vice-versa, het naar nieuwe grootheid streven
de Italië in de overtuiging gebracht hebben, een
gevangene in die zee te zijn.
"Wie de kaart van de Middellandsche Zee bekijkt
ontwaart meteen de ligging der Engelsche steun
punten en begrijpt hun beteekenis. Zoo'n kaart
vindt u in dit nummer. Daar is ten eerste de rots
van Gibraltar, een voorgebergte aan de Zuidpunt
van Spanje, dat een Engelsche vesting is en den
toegang tot de Middellandsche Zee. door de nauwe
Straat van Gibraltar die geen grooter breedte heeft
dan 10 a 13 K.M., beheerscht. Sinds 1704 is dat een
Engelsche kroonkolonie. De rots is zooiets als 4y2
K.M. lang, ruim een kilometer breed en 425 M.
hoog. Op de Westelijke helling ligt het stadje Gi
braltar met zijn nogal internationaal-samengestel-
de bevolking van 21000 zielen. En behalve aan
den Oostelijken rotswand, die steil uit zee oprijst,
zijn er overal batterijen, forten, redoutes, wallen.
In breede rotsgaanderijen op 200 en 260 M. hoogte
zijn honderden stukken geschut opgesteld. Acht
groote waterbakken en een put waarborgen de
watervoorziening van het garnizoen. De deels in
de rots uitgehouwen vesting is vaak als „schier
onoverwinnelijk" betiteld. Het is natuurlijk de
vraag of zij onneembaar is voor de moderne aan
valsmiddelen. De historie heeft al zooveel vestin
gen gekend die dat op den duur niet bleken te
lijn.
Dan is er het eiland Malta, tusschen Sicilië en
de Afrikaansche kust, een heel eind verder dus
op den weg naar Suez. Eigenlijk bezitten de En-
gelschen daar (sinds 1800) een groep eilanden
waarvan Malta (249 K.M.2) verreweg het grootste
is. De overige heeten Gozzo, Comino, Cominotto en
Filfoa. De twee laatstgenoemde zijn onbewoond en
gevieren beslaan zij maar 54 K.M.2 aan grondge
bied.
De bodem van Malta is verweerde kalkrots, vol
holen, grotten en klippen, het warme klimaat WQrdt
getemperd door den frisschen zeewind en geldt als
buitengewoon gezond, zoodat in vrediger dagen
longlijders en rheumatici er hun heul kwamen
zoeken. En het levert veel tuinbouwproducten óp
en marmer, albast, goeden bouwsteen. Er is een
industrie, die katoenen en zijden stoffen, koraal-
gieraden, sigaren en meubels produceert. De han
del en scheepvaart zijn belangrijk. Een gezegend
land, zou men zeggen. Maar de taal is er Itali-
aansch voorzoover er geen Malteesch (een ver
basterd Arabisch) gesproken wordt, tèrwijl het
gezag er Engelsch is. Hier ziet ge al een conflict.
En behalve al die welvaart des vredes zijn er
scheepswerven en arsenalen voor de Britsche vloot.
Het is een vlootbasis die zeker een der kernpunten
van den strijd in de Middellandsche Zee zal zijn.
En die in den loop der eeuwen al een bewogen
historie achter zich heeft. Het eiland heeft 240.000
inwoners; de tegenwoordige hoofdstad is La
Valetta, de vroegere Citta Vecchia. Een spoorweg
van 13 K.M. lengte verbindt die stadjes.
En als derde Engelsche steimpunt in de Middel
landsche Zee ligt daar in het Oosten, ten Zuiden
van Klein-Azië, het schoone Cyprus met zijn met
sneeuw bedekte bergkoepels. Een groot eiland, onge
veer een kwart van de oppervlakte van ons land,
maar met zijn 348.000 inwoners, die meerendeels de
Grieksche taal spreken, maar dun bevolkt. Ook hier
een heerlijk klimaat en een vruchtbare bodem
maar een nog veel bewogener historie dan die van
j Malta. Aardbevingen, oorlogen, besmettelijke ziek-
j ten en in het verleden Turksche heerschappij
hebben de bevolking geteisterd en beperkt. De
bloemkool stamt uit Cyprus maar de Cypersche kat
niet; die komt uit Syrië en hoorde dus kennelijk
anders te heeten. Er is Cyprus wijn en de beste heet
Commanderia. Er is vrijwat industrie. Er zijn groote
naaldwouden en rivieren met zingende namen:
Yalias en Pedias, en havens die Famagoesta en Li
massol heeten. In 1878 verwierf Engeland Cyprus
bij het Congres van Berlijn, tenminste het recht tot
bezetting en administratie, met betaling van een
jaarlijksch tribuut van 92.000 pond aan Turkije en
erkenning van de Turksche souvereiniteit. Het werd
het Britsche vlootstation bij het Suezkanaal.
In den wereldoorlog werd het al op 5 November
1914 door de Engelsehen geannexeerd en sinds 1916
is het een kolonie met een zekere mate van zelf
bestuur onder een Britschen gouverneur.
Dit zijn enkele bijzonderheden over de drie veel
besproken Engelsche steunpunten in de Middel
landsche Zee, waarvan we wel spoedig nog veel
meer ziillen hooren. R. P.
De nieuwe paarden-drinkbak op Houtrust te Den Haag is voor de .jongens" een dankbare gelegenheid, om zich eens op te
Frisschen. Niet, dat zulks anders niet mogelijk was, maar nu behoeft niemand te wachten en ieder is graag de eerste, om uit
te qaan
(Te Haarlem zijn goed geslaagde
proeven genomen met een kleine
auto, die met hout gestookt werd.)
Nood, dat is al vaak gebleken,
Lang ook vóór de laatste weken,
Maakt de menschen vindingrijk;
De met hout gestookte wagen,
Gaf daar in de laatste dagen
Ook weer duidelijk van blijk.
de eerste demonstratie
Was een keurige prestatie,
Het ging zonder tegenspoed;
En geen houterig bewegen,
Niets daarvan, maar daarentegen,
Zeer geruischloos, vlot en goed.
Nooit in onze stoutste droomen
Zijn we zoo nabij gekomen,
Aan het ideale feit,
Van een auto op de straten,
Die in zoo perfecte mate,
Op „zijn eigen houtje" rijdt.
Dus ook zonder de benzine
Kan de auto ons nog dienen,
Laat ons hopen dat ze niet,
Als ze vlot op hout moet loopen,
Plotseling ophoudt met loopen,
Als geen hout ook overschiet.
Het A.N.P. meldt:
Het Verordeningenblad voor het bezette Neder-
landsche gebied bevat de volgende verordening
van den Rijkscommissaris voor het bezette Neder-
landsche gebied betreffende de bevoegdheid van
den (Duitschen) krijgsraad (8 Juni 1940):
Op grond van art. 5 van het decreet van den
Führer betreffende de uitoefening van de regée-
ringsbevoegdheden in Nederland van 18 Mei-, 1940
(Rijkswetblad 1 blz. -778) bepaal ik:
Art. 1. Burgers van niet-Duitsche nationaliteit
zijn onderworpen aan het oordeel van den (Duit
schen) krijgsraad ten aanzien van delicten, welke
1. zich richten tegen de Duitsche weermacht,
haar leden of tegen degenen, die op een of andere
wijze bij haar werkzaam zijn, of
2. in gebouwen, localiteiten of inrichtingen ten
behoeve van de Duitsche weermacht worden be
gaan.
Art. 2. Wanneer de commandant van het leger
onderdeel, waartoe de betrokken (Duitsche) krijgs
raad behoort, verklaart, dat hij van zijn bevoegd
heid ingevolg art. 1 van deze verordening geen ge
bruik maakt, gaat het recht tot vervolging en ver
oordeeling over op de gewoonlijk tot strafvervol
ging bevoegde autoriteiten.
Art. 3. Deze verordening treedt in werking op
den dag harer afkondiging.
's-Gravenhage, 8 Juni 1940.
De Rijkscommissaris voor het bezette Neder-
landsche gebied:
Seyss-Inquart.
Moskou zou Turksche actie om buiten
het confict te blijven steunen.
BELGRADO 14 Juni (D. N. B.) Het blad
■Politika" meldt uit Istanboel: „Men verneemt uit
kringen, die in nauw contact staan tot de Turksche
rtgeering dat de Sovjetregeering aan de regeering
van Turkije heeft meegedeeld dat zij elke actie van
Turkije om uit het conflict te blijven zal onder
steunen."
Hetzelfde blad meldt: „Dat in kringen, die in
nauw contact staan met de Turksche regeering, ver
klaard wordt dat tusschen Egypte en Turkijfj, een
band bestaat. Deze band gaat echter niet zoo ver
dat Turkije automatisch met Egypte moet optreden,
d.w.z. Turkije behoeft niet in den oorlog te gaan
voor het geval Egypte in een oorlog zou worden be
trokken."
's GRAVENHAGE 14 Juni (A. N. P.) De
openbare straatcollecte ten behoeve van het
Nationaal Hulpcomité 1940, welke morgen zou
worden gehouden, is voor het geheele land uit
gesteld.
Hoe komt de aapjeskoetsier
aan zijn naam?
Nu de als onmisbaar gekenschetste auto
tijdelijk op non-actief is gesteld, is de
ouderwetscne koetsier niet weinig in aan
zien gestegen. Hij wordt gewoonlijk aan
geduid met de benaming van „aapjes
koetsier". Velen weten niet wanneer en
hoe die benaming in de wereld gekomen
is en daarom willen we er hier iets van
vertellen.
Ongeveer 58 jaar geleden werd in de
hoofdstad van ons land een maatschappij
opgericht, welke als iets heel bijzonders,
op verschillende pleinen der stad rijtui
gen liet stationneeren (de uitdrukking
parkeeren was toen nog niet bekend),
welke voertuigen dezelfde nuttige dien
sten bewezen, als tot voor korten tijd de
taxi's.
Teneinde aan deze „nouveauté" nog meer
cachet te verleenen de directie van de
betrokken onderneming dacht er blijkbaar
zoo over werden de koetsiers van de
stationneerende rijtuigen gekleed in.
een roode -rokjas, zooals men die op het
tooneel gewoonlijk lakeien laat dragen.
Juist in die dagen was het gebruikelijk, dat
rondtrekkende kermisreizigers kleine jon
gens en meisjes er op uitzonden, om langs
de huizen door gedresseerde apen kunstjes
te doen vertoonen; deze handige dieren
waren steeds gekleed in een rood rokje.
Het publiek ging er daarom al spoedig toe
over om de huurkoetsiers met hun fraaie
roode rok jassen de benaming van „aap
jes-koetsier" te geven.
Later is de roode rok afgeschaft; het
kleedingstuk werd te spoedig vaal en
bleek niet tegen de invloeden van ons
klimaat bestand te zijn, zoodat de koetsiers
er tenslotte alles behalve frisch uitzagen.
Maar de benaming „aapjes-koetsier" is
niet zoo spoedig verdwenen en wordt zélfs
thans nog telkens weer gebruikt, als er van
een huurkoetsier sprake is.
's-GRAVENHAGE, 13 Juni (A.N.P.) Het
Verordeningenblad voor het bezette Nederlandsche
gebied geeft de volgende verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche
gebied betreffende de opheffing van het banken
moratorium (11 Juni 1940).
Op grond van art. 5 van het decreet van den
Führer betreffende de uitvoering van de regee-
ringsbevoegdheden in Nederland van 18 Mei 1940
(Rijkswetblad 1 blz. 778) bepaal ik:
Art. 1. De secretaris-generaal van het depar
tement van financiën wordt gemachtigd, het be
staande bankenmoratorium op te heffen en de
noodige maatregelen, die daaraan verbonden zijn,
te nemen.
Art. 2. Deze verordening treedt in werking op
den dag van afkondiging.
's-Gravenhage, 11 Juni 1940.
De Rijkscommissaris voor het bezette Neder
landsche gebied:
Seyss-Inquart.
Hierna publiceert het blad het eerste uitvoerings
besluit van den secretaris-generaal van het depar
tement van Financiën ingevolge de verordening
no. 10/1940 van den Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied, betreffende de op
heffing van het bankenmoratorium (11 Juni 1940).
Art. 1. Het „Besluit Bankenmoratorium" van
10 Mei 1940 (staatsblad no. 483) wordt inge
trokken.
Art. 2. Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking
op den dag van afkondiging.
's-Gravenhage, 11 Juni 1940.
De secretaris-generaal van het departement
van Financiën:
Trip.
Na het efnde van den veldtocht in
Noorwegen.
Dagorders van Hitier, Goering en
admiraal Rader.
Parijs zal niel verdedigd worden
Nieuwe opperbevelhebber van het
Fransche leger.
PARIJS, 13 Juni (D.N.B.) Officieel wordt
bekend gemaakt, dat Parijs niet zal worden
verdedigd.
Volgens Reuter is in de Fransche hoofd
stad bekend gemaakt dat de militaire opper
bevelhebber van Parijs, generaal Héring, het
opperbevel van het leger heeft gekregen.
Generaal Dentz zal thans opperbevelhebber
van Parijs worden. De Parijsche bevolking is
hiervan in kennis gebracht door groote
aanplakbiljetten op de muren.
HOOFDPRIJZEN STAATSLOTERIJ.
's GRAVENHAGE 14 Juni 1940.
f 10.000: 20326
f1000: 5344 9031 21873 23835
f400: 8104 10562 13281 20181 23692 24817
f200: 1692 7327 9389 24315
f 100: 1303 1702 2417 2773 7343 10990 11453 11566
12686 16579 16696 17569 17864 18308 20275 20929
22883
BEVERWIJK
GEMEENTE-AMBTENAREN GAAN
VOETBALLEN
In den loop var deze week heeft een aantal ge
meente-ambtenaren en werklieden een voetbalclub
opgericht. De club bestaat uit 15 leden en in het
begin van deze week heeft men reeds geoefend.
Het is de bedoeling, zeer binnenkort een der elf
tallen van de plaatselijke vereenigingen uit te noo-
digen een wedstrijd te spelen.
In de nieuwe vereeniging zijn enkele bekende
spelers, onder wie ook A. W. Horemans, een speler
van „De Kennemers", opgenomen.
EERVOL ONTSLAG.
B. en W. stellen voor, den heer C. Baars, onder
wijzer aan de Op. School voor U. L. O., wegens
gezondheidsredenen met ingang van den datum,
waarop het Raadsbesluit onherroepelijk zal zijn
gevonden en indien dit vóór 16 Augustus a.s. het
geval zal zijn, met ingang van dezen datum uit
zijn betrekking eervol ontslag te verleenen.
In de aldus ontstane vacature stellen B. en W.
voor, te voorzien door overplaatsing van den heer
K. Middelbeek, onderwijzer aan de Julianaschool,
naar de Openb. U.L.O. School.
Hoofdkwartier van den Führer, 13 Juni. (D.N.B.)
De Führer en opperste bevelhebber van de weer
macht heeft den volgenden dagorder gericht tot
de soldaten, die in Noorwegen gestreden hebben:
„Soldaten, de veldtocht in Noorwegen is geëin
digd. De Britsche poging zich meester te maken
van dit voor Duitschland vitale gebied is mislukt
dank zij uw doodsverachting, uw moed. uw zelfop
offering en uw taaie volharding. Ik heb aan u
de hoogste eischèn moeten stellen. Gij hebt meer
gedaan. Ik betuig de leiding mijn erkentelijkheid
en mijn dank: den generaal der infanterie Von
Falkenhorst voor de organisatie en de leiding van
de operaties te land. generaal-admiraal Saai
wachter. admiraal Carls en vice-admiraal Lütjens,
voor de voorbereiding en de actie der vloot, ad
miraal Böhm voor de versterking van de kustver
dediging, generaal Milch en luitenant-generaal
Geissler voor de actie en de leiding van de lucht
macht. Ik betuig mijn dank en erkentelijkheid aan
alle soldaten van leger, marine en luchtmacht, die
door hun dapperheid en hun offervaardigheid voor
het Duitsche rijk hebben geholpen bij het afwen
den van een groot gevaar, Ik richt dezen dank in
het bijzonder tot die raamlooze soldaten, wier hel
denmoed helaas zoovaak voor de wereld verborgen
blijft. Ik vertolk den strijders van Narvik de trot-
sche bewondering van het Duitsche volk. Zij al
len, die daar in het hooge noorden schouder aan
schouder hebben gestaan, soldaten van de bergen
de*- Ostmark, bemanningen onzer oorlogsschepen,
valscherintroepen, gevechtsvliegens en bestuurders
van transportvliegtuigen, zullen in de geschiede-
ris genoemo" worden als de best? vertegenwoordi
gers van het hoogste Duitsche soldatendom Luite
nant-generaal Dietl breng ik den dank van het
Duitsche volk voor de eervolle bladzijde, die hij
aan het boek der Duitsche geschiedenis heeft toe
gevoegd".
De opperbevelhebber van het luchtwapen u ge-
neraal-veldmaarschalk Goering, heeft een dag
order aan het luchtwapen uitgevaardigd, welke
o.a. als volgt luidt: „Soldaten van het luchtwapen
kameraden. Geen vijandelijke afweer en geen te
genwerking van het weer konden u weerhouden
voor dezen even dapperen als genialen veldtocht
de poort tot het succes te openen. Weg is de stra
lenkrans van Brittannië's vloot. Elke bom van ons
luchtwapen op Ergelsche schepen aan de kust van
Noorwegen was een slag tegen de vermeende be-
heersching der zeeën van de plutocratische oorlogs
ophitsers aan de Theems. De strijd gaat voort. Gij
Vóór September waren
de resultaten bevredigend.
Verschenen is het verslag van de Kon. Lucht
vaart Mij. over 1939. Het volgende wordt eraan
ontleend:
Ten aanzien van het bedrijf in het algemeen
stemden in de eerste acht maanden van het jaa*
de resultaten tot voldoening. De bedrijfsresultaten,
welke in deze perioden werden behaald waren»
Passagiers 119.403 (v.j. 111.272) stijging 7.3%,
Vracht en bag. in KG 1.770.870 (v.j. 1.448.787) stij
ging 22%. Post, in KG 733.963 (v.j. 540.714) stij
ging 35.7%.
DE DIENST AMSTERDAM—BATAVIA.
De belangrijke en voortdurende stijging der ver
voerscijfers van de luchtverbinding tusschen Ne
derland en Nederlandsch-Indië zette zich in 1939
voort. In de eerste acht maanden van het jaar
was het vervoer van dien aard, dat verschillende
plannen tot uitbreiding een economisch verant
woorde basis kregen. In den loop van het jaar bereikte
het passagiersvervoer het peil, waarop een ren
dabele exploitatie van een tweemaal wekelijkschen
dienst met snelle viermotorige vliegtuigen mogelijk
zou zijn.
De vervoerscijfers voor den dienst Amsterdam-
Batavia voor de eerste periode van het jaar zijn:
Passagiers 4.888 (v.j. 3.470) stijging 40.9%;
vracht en bag. in KG 74.570 (v.j. 62.665) stijging
19%j, post, in KG 121.274 (v.j. 107.037) stijging
EUROPA.
De vervoerscijfers voor de eerste acht maanden
van 1939 waren hier:
passagiers 88.532 (v.j. 74.153) stijging 19.4%;
vrafcht en bag. in KG 1.506.649 (v.j. 1.187.648) stijg.
26.9%; post ,irf KG 606.521 (v.j. 607.290) daling
0.1%.
BINNENLAND.
De gunstige ontwikkeling van het vervoer in het
binnenland in 1938 heeft zich in 1939 niet voort
gezet. De voornaamste oorzaak hiervat)„.was de
onregelmatige exploitatie tengevolge van de bui
tengewone militaire maatregelen der regeering.
Het aantal passagiers liep hier van Januari tot
Augustus terug van 26.096 in 1938 tot 17.559 in
1939 of een daling met 32.7 procent.
WEST-INDIë.
Het vervoer bleef ononderbroken stijgen, zoodat
de resultaten in de vooroorlogsperiode van 1939 het
volgende beeld vertoonen:
Passagiers 8.424 (v.j. 5.359) stijging 57.2%;
vracht en bag. in KG 71.807 (v.j. 48.286) stijg.
48.7%; post in KG 5.962 (v.j. 3.735) stijg. 59.6%.
Door het nemen van verschillende maatregelen
was.de K.L.M. er in geslaagd in de laatste maan
den van 1939 weer een'luchtnet op te bouwen van
weliswaar geringen omvang, doch waarvan het ge
bruik zelfs intensief begon te worden.
De vervoerresultaten van het geheele bedrijf in
de oorlogsperiode van 1939 zijn opgebracht door
de exploitatie van een klein luchtnet; mogen zij
op zich zelf beschouwd nog tot een zekere voldoe
ning aanleiding geven, in vergelijking met de re
sultaten in de overeenkomstige periode van het
vorige jaar vertoonen zij een belangrijken terug
gang:
September-December. Passagiers 17.400 (v. j.
52.448) (daling 66.7 pet.), vracht plus bagage in
k.g. 419.501 (v. j. 922.493) (daling 54.5 pet),
post in k.g. 171.463 (v. j. 315.839) (daling 45.7
pet.)
WEST-INDIë.
In West-Indië bleven de vervoersresultaten der
K.L.M. zonder onderbreking gunstig. Het net werd
belangrijk uitgebreid: de luchtverbinding tusschen
Curagao en Paramaribo (via Trinidad) werd ge
opend op 4 September.
Het vervoer ontwikkelde zich in de laatste vier
maanden van 1939 op de hieronder aangegeven
wijze:
SeptemberDecember: passagiers 4.342 (v. j.
3.718) stijging plus 30.2 pet., vracht plus bagage
in k.g. 40.794 (v. j. 31.254) stijging plus 30.5 pet,
post in k.g. 3.488 (v. j. 2.555) stijging plus 36.5 pet.
De ontvangsten bedroegen in dit verslagjaar bij
na f 11.000.000, hetgeen ongeveer f 264.000 minder
beteekent dan in het jaar 1938, in de eerste drie
maanden van den oorlog werd in totaal f 750.000
minder ontvangen, waardoor de gunstige resulta
ten, welke reeds waren bereikt, volkomen teniet
werden gedaan. Het was nog net mogelijk te eindi
gen met ongeveer hetzelfde verlies als in 1938. Dit
verlies werd gedekt door de subsidie.
hebt thans stellingen betrokken, waaruit de'stooten
in het hart van den vijand opgaan. De leuze van
het Duitsche luchtwapen is en blijft: overwinning".
De opperbevelhebber der ooriogsmarine, groot
admiraal Rader, heeft bij het einde van de krijgs
verrichtingen in Noorwegen eveneens een dagorder
aan de oorlogsmarine uitgevaardigd, waarin hij
op de voorbeeldige samenwerking der oorlogsma
rine met de andere deelen der weermacht wijst.
Egyptische steun voor Engeland.
Besluit van den Egyptischen Senaat.
KA'iRO, 13 Juni (Reuter). Na debatten,
die drie uur duurden, over de houding van
Egypte tegenover Italië, heeft de Egyptische
senaat besloten ook verder zijn bondgenoot,
Groot Brittannië, zooveel mogelijk steun te
verleenen.
VELSEN
JUBILEA AAN DE PAPIERFABRIEK.
Na de reeds gevierde jubilea van de heeren F.
W. Otte, J. de Jong, en L. Bruinzeel werkzaam in
de Papierfabriek, die onderscheidenlijk den len,
Sen. lOen van deze maand 30 jaar in dienst bij de
N.V. Vereen. Kon. Papierfabrieken der firma Van
Gelder en Zonen waren en wien buiten een vrijen
dag de gebruikelijke enveloppe werd overhandigd,
zullen Zaterdag 15 Juni wederom drie arbeiders
jubileeren.
De heer W. J. Rozemeyer, die 27 Maart 1897 te
Velsen werd geboren, herdenkt dan zijn 30-jarig
dienstverband. Hij is werkzaam bij de cellulose-
machines. Ook de heer A. Warmenhoven, die werk
zaam is in de loodbranderswerkplaats van de me
chanische werkplaats is dien dag 30 jaar in dienst
van de firma. Tenslotte viert op denzelfden dag
de heer Joh. van der Zon, die in de kapperij van
de cellulosefabriekwerkt, zijn zilveren dienstju-
bileum.
Op 22 Juni viert tenslotte de heer J. van Vuuren
zijn 30-jarig jubileum.