Hitler over Duitschland's richtlijnen Amerikaansch interview met den Führer. Spaansche troepen bezetten Tanger. Tweede deel van den veldtocht geëindigd. RADII) PROGRAMMA ZATERDAG 15 JUNI 194Ö NEW-YORK, 14 Juni. (D.N.B.) De bekende Amerikaansche publicist, Karl von Wiegand, heeft met den Führer een interview gehad, waarover hij het volgende meldt: „Amerika voor de Amerikanen, Europa voor de Europeanen" deze wederzijdsche funda- menteele Monroeleer zou zoo verklaarde mij Adolf Hitler indien zij van beide zijden in acht zou worden genomen niet alleen een altijddurenden vrede tusschen de Oude en de Nieuwe Wereld verzekeren, maar ook de meest ideale grondslag zijn voor den vrede in de ge- heele wereld. Met bijtende scherpte en verontwaardiging brandmerkte Hitier „den leugen", dat hij ooit, „in di-oom of in gedachten", het plan gehad zou hebben zich op de een of andere manier in de kwesties van het Westelijk halfrond te mengen. Hij noemde de vrees van de beide Amerika's voor hem of voor Duitschland zeer vereerend, maar „kinder lijk ën grotesk" en de gedachte aan de mogelijkheid van een inval in de Vereenigde Staten van Europa uit over zee, van de lucht uit of met behulp van de „legendarische vijfde colonne", „dom en fan tastisch". Hitier heeft mij verzekerd, aldus Von Wiegand, dat hij niet van plan is om. met zijn Duitsche oor logsmachine, die thans vlak voor Parijs opereert en waarvan de verbazend volmaakte organisatie, de slagvaardigheid en de tactische leiding de we reld versteld doet staan, de schoone Fransche hoofdstad aan te vallen, vooropgesteld dat zij, even als Brussel, een open stad blijft. Over Mussolini sprak hij op hartelijken toon en hij juichte het deelnemen van Italië aan „de wa penbroederschap" toe. Het is het eerste interview geweest, dat Hitier in dezen oorlog heeft verleend. Onze ontmoeting, aldus Von Wiegand, heeft plaats gehad in het kleine kasteel van een Belgischen edelman. De rijksmi nister van Buitenlandsche Zaken Von Ribbentrop heeft mij in het hoofdkwartier van een divisie- generaal in een kasteel, onmiddellijk achter den linkervleugel van het Duitsche front, ontvangen. Ik had een belangwekkend onderhoud met den minister, dat uren lang geduurd heeft. Daarna hebben wij tezamen vele uren gereden voor de ontmoeting met den Führer. Vroolijk, met het stralend gezicht en met de glanzende oogen van een man, die weet dat hij groote overwinningen heeft behaald en dat hij veel bereikt heeft, doch met een zekeren eenvoud in zijn optreden, heeft Hitler mij begroet. Wij namen plaats in de ontvangstkamer. De minister van Bui tenlandsche Zaken Von Ribbentrop, dr. Dietrich, gezant Schmidt en anderen waren eveneens aan wezig. De Führer had er op.gestaan zijn antwoor den op mijn vragen schriftelijk te formuleeren. Dit document hield hij in de hand en bijna een uur heeft hij met mij daarover gesproken. AMERIKA EN DUITSCHLAND. Hij begon met de positie van Amerika tegenover Duitschland en met de positie, door hem zelf in genomen tegenover Amerika. Hij wilde mij er aan herinneren, dat „Duitschland een van de weinige' staten is, die zich tot nu toe van elke inmenging in de Amerikaansche verhoudingen heeft onthou den". Vervolgens stelde hij vast: „Duitschland heeft thans evenmin als vroeger territoriale of politieke belangen op het Amerikaansche vasteland. Wie het tegendeel beweert, liegt opzettelijk, uit welk mo tief dan oók. Welken vormt het Amerikaansche vasteland aan zijn bestaan geeft, boezemt ons geen belangstelling in. Dat heeft niet en hierop wil ik den nadruk leggen slechts betrekking op Noora-Amerika, maar eveneens op Zuid-Amerika. Ik wil verder opmerken dat ik niet geloof dat een leer, als door Monroe geproclameerd is, zou kunnen worden opgevat als een eenzijdige eisch tot inmenging. Want het was niet alleen het doel' der Monroe-leer te verhinderen dat Europeesche staten zich mengen in Amerikaansche aangelegen heden wat overigens Engeland, dat zelf reus-, achtige territoriale en politieke belangen in Ame rika heeft, voortdurend doet maar ook, dat Ame rika zich niet met Europeesche aangelegenheden bemoeit. Het feit, dat George Washington zelf een waarschuwing van dien aard tot het Amerikaan sche volk richtte, bevestigt de logica en het ver standige van deze uitlegging. Ik zeg daarom: „Amerika voor de Amerikanen, Europa voor de Europeanen". Op mijn vraag, welk standpunt hij inmam ten aanzien van het door Roosevelt aangekondigde en bepleitte wapeningsprogramma, antwoordde Hitier: „Ik houd mij ook bij het beantwoorden van deze vraag aan de Monroe-leer. Het wapeningsprogram ma der Vereenigde Staten boezemt mij geen be lang in. Ik zelf werk sedert jaren aan het grootste wapeningsprogramma der wereld en kan daarom voor alles fantastische praatjes zeer goed onder scheiden van de werkelijke mogelijkheden van het practische leven. Ten aanzien van dit punt schij nen er zeer fantastische meenïngen te heerschen1". Ik trachtte den Führer te polsen over zijn op vatting ten aanzien van der verkoop van Ameri kaansch oorlogsmateriaal aan de westelijke mo gendheden. Hij verklaarde met groote beslistheid: „De tusschenkomst van Amerika met massa-leve ranties van vliegtuigen en oorlogsmateriaal kan den afloop van dezen ooi-log niet veranderen. Mo tieven daarvoor behoef ik niet aan te voeren. De werkelijkheid zal daarover beslissen". DE .VIJFDE COLONNE". Op mijn vraag naar de „vijfde colonne", zeide Hitler met een zweem van sarcasme: „ik kan mij van de zoogenaamde vijfde colonne in het geheel geen voorstelling maken omdat deze colonne, be halve in het brein van fantasten of als een door gewetenlooze propaganda voor doorzichtige doel einden uitgevonden spookbeeld, niet bestaat. Wan neer onbekwame regeeringen haar volken eerst in den oorlog jagen en dan een jammerlijke ineen storting beleven, is het te begrijpen dat zij de schuld liever op anderen schuiven. Dit slagwoord heeft echter in de eerste plaats ten doel een for meel begrip voor de oppositie, die natuurlijk in alle landen bestaat, te scheppen. Deze oppositie heeft met Duitschland niets uitstaande. Het tegendeel is eerder waar. Het zijn of de radicaalste nationa listen of internationaal georiënteerde communisten of pacifisten of, andere tegenstanders van oorlog. Alleen omdat deze politici het niet klaarspelen met hun eigen oppositie op fatsoenlijke wijze af te rekenen, beschuldigen zij die elementen van lands- verraad. Zij trachten zoo hun onwettige methoden met een vaderlandslievend manteltje te omhullen en ze voor het oog van de wereld moreel te rechtvaardigen door het uitvinden van het grieze lige begrip „vijfde colonne". Onze tegenstanders zullen deze oorlog verliezen, die doordat zij een „vijfde colonne", doch doordat zij een corrupte, ge wetenlooze of bekrompen politici hebben. Zij zul len den oorlof verliezen, doordat hun militaire organisatie slecht, hun oorlogsvoering waarlijk mi serabel is". Steeds weer legde Hitier er den nadruk op dat Engeland Duitschland den oorlog heeft verklaard en wel „onder de belachelijkste domste voorwend sels". Hij voegde daaraan toe: „Duitschland zal dezen oorlog winnen, omdat het Duitsche volk weet, dat zijn zaak rechtvaardig is, omdat de Duitsche militaire organisatie en leiding beter zijn en om dat wij het beste leger en de beste uitrusting hebben. Ik kon mij inderdaad nauwelijks realiseeren, al dus vervolgt Wiegand, dat ik hier tezamen was met den nieuwen Napoleon van Europa op het gebied van staats- en oorlogsleiding, waarbij deze man eenvoudig gekleed was als menigeen uit zijn ge volg, geen schouderbedekkingen of distinctieven, doch alleen het ijzeren kruis en het partij-insigne droeg, en dat deze man den loop der geschiedenis en het lot van Europa in nieuwe banen leidde. HOUDING TEGENOVER ENGELAND. Ik vroeg hem, of het zijn doel was het Britsche wereldrijk, te vernietigen, waarop hij antwoordde: „Het was nooit mijn voornemen of doel het Brit sche wereldrijk te vernietigen". Met klem zeide hijintegendeel, ik heb nog voor het uitbreken van den oorlog de Engelsche regeering vorstellen gedaan, waarin ik zoo ver ging, de hulp van het Duitsche rijk voor het bestaan van het Engelsche rijk aan te bieden. Mijn aanbod werd met min achting afgewezen. Ik had van Engeland niets meer verlangd dan dat Duitschland als gelijk in rechten beschouwd en behandeld zou worden, dat Engeland de Duitsche kusten zou beschermen voor het geval Duitschland in een oorlog gewik keld zou worden en tenslotte dat men mij de Duitsche koloniën zou teruggeven. En ik zal ze ook krijgen. Men heeft in Londen openlijk ver klaard en geschreven dat het nationaal-socialisme vernietigd moest woi-den, dat Duitschland ver deeld en volkomen ontwapend en machteloos ge maakt moest worden. Nooit heb ik dergelijke be doelingen en voornemens ten aanzien van Enge land geuit. Toen Engeland slag na slag verloor, kwamen de machthebbers te Londen met tranen in de oogen bij Amerika smeeken en verklaarden zij dat Duitschland het Britsche wereldrijk be dreigde en trachtte te vernietigen. In dezen oorlog zal niettemin iets vernietigd worden, namelijk 'n kapitalistische „clique" die bereid was en is voor haar laaghartige persoonlijke belangen millioenen menschen te laten omkomen, doch dit zal, daar van ben ik overtuigd, niet door ons, maar door hun ei een volken gedaa n worden". De t Führer zeide dat deze oorlog ongetwij feld het stelsel van controle ter zee, zooals die thans door Engeland wordt uitgeoefend, uit den weg zal ruimen en dat in de toekomst een groote zegen voor de geheele wereld zal zijn. „Wanneer wij de vrij heid der zeeën eischen, dan verstaan wij daaronder het vrije recht van alle niet-oorlogvoerenden, de zeeën in het ondei-linge verkeer vrij, onbeperkt en zonder eenige controle te bevaren". Hitier voegde hier aan toe dat de bepalingen betreffende een in derdaad doeltreffende blokkade, die beperkt blijft tot de kusten der oorlogvoerende landen, door zulk een door het gezonde verstand ingegeven verande ring niet aangetast worden. De Führer verklaarde: „Duitschland heeft noch territoriale noch politieke belangen in de Middel- landsche Zee. In het algemeen wijst het Duitsche volk opvattingen, volgens welke ieder het recht dient te hebben overal en op iedere plaats te mogen of te moeten meespreken, van de hand. Wanneer eenige volken, Engeland en Frankrijk aan het hoofd, verklaren, uitsluitend in de geheele wereld belangen te hebben, dan is dit een aanspraak op wereldheerschappij, die de ontwakende volken zich op den duur niet laten welgevallen. Duitsch land bijvoorbeeld zal niet dulden, dat in zijn levens ruimte een andere mogendheid het voor het zeggen heeft. Duitschland bemoeit zich op zijn beurt ook niet met aangelegenheden, die buiten zijn eigen levensbelangen liggen en die derhalve in de eerste plaats andere volken aangaan. Wanneer echter, om een voorbeeld te noemen, een Britsche minister ver klaart, dat de Engelsche grens aan den Rijn ligt, is dit even dom als onverdraaglijk, arrogant en aanmatigend. Niets zou dommer zijn dan wanneer ik wilde verklaren dat de grens van Duitschland aan de Mississippi, aan de Amazone of aan de Gele Rivier lag. Overigens zullen wij het vraagstuk van de Rijngrens definitief regelen zoodat in de toekomst hopelijk ook de Britsche premiers zich niet meer aan zulke aardrijkskundige vergissingen schuldig behoeven te maken". DUITSCHLAND'S BEDOELINGEN. Ik vroeg den Führer, of hij mij niet in korte trekken zijn voorstelling van den toekomstigen vrede zou willen meedeelen. Hij was niet geneigd, zich over dit thema nader uit te laten en zeide slechts: het Duitsche doel komt eigenlijk slechts hierop neer: herstel van den vrede. Want Duitsch land heeft niet Frankrijk en Engeland den oorlog verklaard, doch Engeland en Frankrijk zijn onder de belachelijkste voorwendsels den oorlog tegen Duitschland begonnen. Het principieele van dezen vrede echter zal steeds het besef zijn dat er geen werkelijke toestand van vrede kan zijn zonder dat rekening gehouden wordt met de levensbehoeften van de groote volken en dat slechts een absolute domkop zich kan verbeelden, dat een nieuw Ver sailles beter zou zijn dan Versailles was. Als belang rijkste oorlogsdoel echter zie ik het uit den weg ruimen van de internationale klieken, die van het ophitsen der volken leven of die de gevolgen van hun eigen politieke onbekwaamheid of van hun economisch onvermogen door oorlog te verbergen of zelfs te herstellen trachten. Het is mij echter wel duidelijk dat dit doel niet uitsluitend door verdragen kan worden bereikt, doch door het zich baanbrekende gezond verstand der volken zelf. Aan dit gezond verstond geloof ik echter ondanks alle hysterisch geschreeuw en alle pogingen tot ver doeming, ondanks alle sprookjes- en gruwelpro paganda, ondanks „vijfde colonnes", „neergekomen valschermnonnen" enz. En wanneer de militaire nederlaag van Engeland en Frankrijk dit gezond verstand ook daar zal doen zegevieren, dan zijn met het oog op de verdere toekomst der wereld de offers van dezen oorlog toch niet zóó vergeefsch geweest als het op het eerste gezicht zou kunnen schijnen". Motiveering luidt: „Waarborging van neutraliteit der internationale zóne." Stefani meldt: „Vrijdagmorgen, bij het aanbreken van den dag, heeft een Spaansch expeditiecorps, bestaande uit gemotoriseerde troepen, cavalerie, artillerie en luchtafweer- batterijen, en komende uit de naburige Spaansche zóne, zonder incidenten de zóne en de stad Tanger bezet. Vlootstrijdkrachten bezetten de haven der stad. De bezetting is met geestdriftige vreugde be groet door de Spaansche kolonie en de inboor lingen, terwijl voor de Engelsche en Fransche autoriteiten en koloniën de verrassing en teleur stelling allergrootst waren en openlijk getoond werden. Uit de eerste berichten blijkt dat tot de be zetting werd besloten, omdat de Engelschen en Franschen bezig waren een overval voor te berei den op de internationale stad". Officieel wordt te Madrid medegedeeld dat, ten einde de neutraliteit der zóne en der stad Tanger te waarborgen, de Spaansche regeering besloten had zich voorloopig te belasten met de bewakingsdiensten der politie en de veiligheid in de internationale zóne. Met dit doel waren Marokkaansche troepen in Tanger aangekomen. Spanje, zoo wordt hier gezegd, heeft troe pen naar Tanger gezonden om de neutra liteit der internationale zóne te waarbor gen. Deze bezetting geschiedt in overeen stemming met de bevoegde internationale instanties. Alle diensten functionneeren regelmatig. De bezetting van de zóne van Tanger, is, naar het D.N.B. meldt, geschied door 1200 Spaansch- Marokkaansche soldaten. Reeds .kort na de bezetting, zoo vervolgt het DJN.B., heerschte te Tanger volkomen rust en orde. Zonder tegenstand te ondervinden werden de openbare gebouwen door de Spaansche sol daten bezet. Overal gaat het werk normaal door. De groote Spaansche kolonie bereidde den troe pen van generaal Franco een geestdriftige ont vangst en riep: „Wel bedankt". Op de meeste huizen verschenen spoedig Spaansche vlaggen. Betoogingen in Spanje. Vrijdag, aldus vervolgt het D.N.B., zijn in Spanje nationale betoogingen gehouden. Te Madrid en te Barcelona wap,peren de vlaggen als op groote feestdagen. Uit alle Spaansche steden komen be richten binnen over betoogingen der bevolking, die uiting geeft aan haar vreugde over de bezet ting van Tanger en aan haar voldoening over de groote Duitsche successen. Duitsch legerbericht: Italianen steken eigen schepen in brand. Het D. N. B. verneemt uit Madrid: In Algecira6 zijn zestig leden der bemanning van het Italiaansche s.s. „Polensa" aangekomen, dat in de haven van Gibraltar bij Italië's deelneming aan den oorlog door de eigen bemanning tot zinken is gebracht. Zij deelden mede dat er in Gibraltar nog vijf andere Italiaansche schepen lagen, die door de bemanningen met benzine overgoten en met handgranaten in brand gestoken waren. De nog in Gibraltar aanwe zige Italiaansche zeelieden zouden naar Spaansch gebied vertrekken. bosschen "y vliegvelden spoorwegen 0 1 2 3 4 5 Behalve Parijs, ook Le Havre ingenomen. Hoofdkwartier van den Führer, 14 Juni D.N.B.). Het opperbevel van de weermacht maakt bekend: „Het tweede deel van den geweldigen veldtocht in het Westen is zegevierend ge ëindigd. De tegenstand van het Noordelijke Fransche front is ineengestort. De Seine be neden Parijs is over een breed front gepas seerd. Le Havre is ingenomen. Over het ge heele front van Parijs tot aan de Maginot- linie bij Sedan bevindt de vijand zich op volledigen aftocht. Op verscheidene plaatsen zijn onze gepantserde en gemotoriseerde di visies door de terugtrekkende legers heenge broken en hebben hen achterhaald. Met het verlies van zijn geheele uitrusting ging de vijand op de vlucht. Divisies infanterie zijn door de verdediging van Parijs gebroken. De vijandelijke strijd krachten waren niet meer in staat de Fran sche hoofdstad te beschermen. Sinds heden morgen marcheeren onze zegevierende troe pen Parijs binnen. Ten Oosten van de Marne is Vitry-le Francois ingenomen. De Zuidelijke rand van het Woud der Argonnen is bereikt. De hoogte 304 („Doode Man") ten Noordoosten van Verdun werd gisteravond bestormd, Mont- médy, de sterke hoeksteen van de Maginot- linie, is veroverd. Het derde gedeelte der achtervolging van den vijand tot aan zijn definitieve vernietiging is thans begonnen. Hedenmorgen zijn onze troepen aan het front van de Saar tot den frontaanval op de Maginotlinie overgegaan. Hoewel belemmerd door de weersgesteldheid namen ook op den 13en Juni onze gevechtsvlieg tuigen, duikbommenwerpers en bombardements vliegtuigen, tot steun van het landleger, op vele plaatsen van het front deel aan den strijd tg land. Troepenconcentraties, marsch- en transport colonnes in den rug van den vijand werden met succes met bommen en machinegeweervuur be stookt. Omvangrijke verwoestingen werden op vlieg velden, stations en spoorlijnen vooral in den sec tor ten Oosten van de Marne aangericht. In het kustgebied van Le Havre gelukte het, twee transportschepen tot zinken te brengen, drie andere werden beschadigd, waaronder een schip van 10.000 ton. Luchtdoelartillerie bracht ten Noorden van Le Havre zes vijandelijke transport schepen tot zinken, beschadigde drie andere op hevige wijze en dwong een Engelschen torpedo jager terug te keeren. De verliezen van den vijand in de lucht bedroe gen gisteren 19 vliegtuigen. Drie werden in lucht gevechten, drie door luchtdoelgeschut neerge schoten. De rest werd op den grond vernield. Twee eigen vliegtuigen worden vermist. Een duikboot bracht op 13 Juni den Brit-schen hulpkruiser „Scottstown" van 17.000 ton tot zin ken. Aan een andere boot gelukte het ten Noor den van de Hebriden een groot transportschip van 12.000 ton uit een konvooi te schieten en tot zinken te brengen. Het D. N. B. meldt: „Uit het Duitsche legerbericht van Vrijdag blijkt dat het thans in beweging zijnde aanvalsfront zich van het Kanaal bij Le Havre over een breedte van rond 500 K.M. in vogelvlucht tot aan den Rijn uitstrekt, zoo wordt van bevoegde militaire zijde medegedeeld. In strijd met de herhaalde beweringen der vijandelijke progapanda dat de Duitsche krachten nu spoedig uitgeput zijn en een rustpauze noodig hebben kan uit deze feitelijke berichten gezien worden dat de Duitsche krachtsontplooiing in het Westen tot dus verre nog geenszins haar hoogtepunt heeft bereikt en dat verdere verrassingen van T"t ïitsche zijde ver wacht moeten worden. Vooral opmerkelijk is dat het legerbericht consta teert dat de Duitsche gemotoriseerde en pantser divisies op verscheidene plaatsen door de aftocht bewegingen der Franschen heen gestooten zijn en ze ingehaald hebben. Dat beteekent zoo ongeveer het ergste, wat een leger kan overkomen. Het effect van dergelijke in halende achtervolgingen heeft men tijdens den Poolschen veldtocht uitvoerig kunnen waarnemen. Het ziet ernaar uit alsof in Frankrijk op zijn minst bij deelen van het aanvalsfront aldaar thans het zelfde beeld zich herhaalt. Want er wordt uitdruk kelijk op gewezen dat de vijand met prijsgeven van zijn geheele uitrusting is gevlucht. Dat is een nieuwe, zware slag voor de Franschen. Nadat zij in Vlaanderen en Artois hun groote stoot- leger met elitetroepen en beste moderne uitrusting hadden verloren is thans hun weerstandskracht eveneens ineengestort op het moeizaam opgebouw de nieuwe front. De Amerikaansche zender Wayne- gaf op grond van een uiteenzetting van een officieelen vertegen woordiger van het Fransche ministerie van oorlog een beschrijving van den toestand der Franschen, dien hij zeer ernstig noemde. Verwijzende naar de ontzaglijke trefkracht van het Duitsche offensief werd daarbij uitdrukkelijk geconstatéerd dat de se dert acht dagen zonder onderbreking strijdende Fransche troepen de uitputting nabij zijn, maar toch door gebrek aan troepen, die in den strijd zouden kunnen worden geworpen, niet van het front kunnen worden weggenomen. Opmerkelijk was verder dat er op gewezen werd dat een Fransch tegenoffensief op het oogenblik vol komen onmogelijk zou zijn en dat het Duitsche luchtwapen verre de meerdere is van het Fransche, ofidanks de talrijke Amerikaansche bommenwerpers. Volgens het Italiaansche legerbericht van Vrij dag moet ook aan het Fransche zuidelijke front een krachtiger activiteit van den kant van Italië worden verwacht. Van belang is verder de constateering van het legerbericht, dat het derde gedeelte van den veldtocht in het Westen is begonnen, n.l. de achtervolging van den vijand tot aan de definitieve vernietiging. De totale nederlaag van Frankrijk is derhalve binnen zeer korten termijn te ver wachten." in de wereld propagandistische munt te slaan. Voor de eerste maal hebben de Franschen zich derhalve met succes tegen de wenschen der Engelschen ver* zet, blijkbaar omdat zij eindelijk hebben ingezien dat slechts zij alleen steeds weer de rekening moe ten betalen. Blijkens een Reuterbericht is de Amerikaansche ambassadeur Bullitt met de militaire- en marine attachés en 6 secretarissen als vertegenwoordigers van het diplomatieke corps in Parijs gebleven. Hij had zich bereid verklaard er voor te zorgen dat de overdracht van het bestuur der stad zonder ver lies aan menschenlevens zou geschieden. PARIJS GECAPITULEERD. Hierboven eer. kaart van de Franscht hoofdstad, welke thans door de Duitsche troepen oezet is. De Duitsch gemotoriseerde troepen bereikten via Sarcelles, Pierrefitte en St. Denis Parijs. In de onmiddei lijke nabijheid van St. Denis is het groote Fransche vliegveld Le Bourget gelegen. De inneming van Parijs. Duitsche uiteenzetting van de beteekenis van dit feit voor Frankrijk. Het DN.B. meldt: In een door het D.N.B. van bevoegde zijde ont vangen bericht wordt gezegd dat Frankrijk met Parijs een van de belangrijkste centra van zijn bewapeningsindustrie en van het Fransche eco nomische leven verliest. Niettegenstaande alle pogingen tot decentralisatie zijn n.l. groote ge deelten van de Fransche wapenindustrie in en om Parijs gebleven. Zoo verliest Frankrijk met Parijs de helft van de capaciteit der vliegtuig- motorenfabricage en meer dan de helft van de productie aan vliegtuigonderdeelen. Van bijzon dere beteekenis is het dat in het Parijsche indu striegebied meer dan de helft van de productie capaciteit aan automobielen en gepantserde ge vechtswagens is geconcentreerd. Bovendien is Pa rijs de plaats waar belangrijke speciale in dustrieën zijn gevestigd. Zoo is daar verreweg het grootste gedeelte van de optische industrie en van de kogellagerfabricage gevestigd. De productiekracht van het land zal door het wegvallen van de helft der productiecapaciteit van werktuigen en van machines voor het ver vaardigen van werktuigen in zeer ernstige mate worden getroffen. Ook de Chemische industrie van Frankrijk heeft in Parijs belangrijke fabrie ken. Tenslotte zijn in Parijs ook fabrieken voor de vervaardiging van wapens en munitie geves tigd. Daar de in Parijs gecentraliseerde autoritei ten en bestuurslichamen voor de oorlogseconomie of gevlucht zijn of door de bezetting hun werk zaamheden niet kunnen voortzetten zijn belang rijke deelen van het bestuursapparaat der oor logseconomie buiten bedrijf. Verder is te verwachten dat het verlies van het Parijsche industriegebied waar zes millioen werk zaam zijn, van zeer grooten invloed zal zijn op de productiekracht van de industrieën, die in de Fransche provincie gevestigd zijn, daar door het staken der leveringen van bepaalde Parijsche speciale industrieën de verdere verwerking1 in andere fabrieken wordt lamgelegd. Het verlies van het Parijsche industriecentrum is een beslis sende verzwakking van de Fransche economische en oorlogskracht. „Parijs was geen geschenk": Duitsche militaire verklaring over den vgl der Fransche hoofdstad. Het D.N.B. meldt: Parijs is den Duitschen troepen geenszins als geschenk in handen gevallen, doch als de vrucht van krachtigen strijd en inspanning, aldus wordt het D.N.B. naar aanleiding van den Duitschen intocht in Parijs van bevoegde militaire zijde meegedeeld. De Franschen, die oorspronkelijk voornemens waren, Parijs te verdedigen, hebben besloten de stad prjjs te geven, daar zij over geen troepen en middelen voor een voldoende verdedi ging meer beschikten. Een volkomen zinneloozen en korten tegenstand hebben de Fransche machtheb bers weliswaar onder Engelschen druk overwogen doch op grond van de waarschijnlijkheid, da" de stad dan verwoest zou worden, is van dit plan afgezien. Te elfder ure heeft het gezond verstand derhalve nog de overhand gekregen en daarmede is Parijs het lot van Warschau bespaard. Men heeft echter den indruk dat dit geschied is tegen den wil der Engelschen, die waarschijnlijk bijzon der gaarne gezien hadden dat Parijs door de Duit- schers in een puinhdop was veranderd, om daaruit BEGRAFENIS MR.L. J. PLEMP VAN DUIVELAND Onder zeer groote belangstelling is Vrijdagmid dag op de begraafplaats „Oud Eik en Duinen" te 's Gravenhage het stoffelijk overschot ter aarde besteld van mr. L. J. Plemp van Duiveland oud referendaris aan het departement van buitenland sche zaken en oud-voorzitter en eere-voorzitter van den Ned. Journalisten-Kring. ZONDAG 16 JUNI 1940. JAARSVELD 414,4 M. 8.00 NCRV, 12.00 VARA, 6.00 NCRV, 7.00 VPRO, 8.00—10.10 VARA. 8.00 Berichten ANP. 8.10 Schriftlezing, medita tie. 8.25 Gewijde muziek (gr.pl.). 8.50 Evangeli satie-koor „Maranatha" en gramofoonmuziek. 9.30 Gramofoonmuziek. 9.50 Gereformeerde Kerk dienst. Hierna: Gewijde muziek (gr.pl.). 12.00 VARA-orkest en soliste. 12.45 Berichten ANP. 1.00 Rosian-orkest. 2.00 „Hollandsche schilder kunst", lezing. 2.20 Gramofoonmuziek. 3.00 Tuinbouwpraatje. 3.30 De Ramblers. 4.00 „The Kilima Hawaiians" en orgelspel. 4.30 Voor de kinderen. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.15 Sport- praatje. 5.30 „Lentebloemen", operette. 6.00 Wij dingswoord. omlijst door gramofoonmuziek. 7.00 Studiodienst. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Bont pro gramma. 915 Radiotooneel. 9.30 Bravour en Charme. 10.00—10.10 Berichten ANP. KOOTWIJK. 1875 M. AVRO-Uitzending. 11.15—11.30 n.m. Berichten. 8.00 Berichten ANP. 8.05 Gramofoonmuziek (9.00—9.15 Berichten Fransch). 9.25 Bach-can- tate. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Omroeporkest en solisten. 11.15 Berichten (Engelsch). 11.30 Gra mofoonmuziek. 12.00 Koorconcert (opn.). 12.15 Pianovoordracht. 12.30 Berichten (Duitsch). 12.45 Berichten ANP. eventueel gramofoonmuziek. 1.00 AVRO-Musette-ensemble en gramofoonmuziek. I.45 Berichten (Fransch). 2.00 Berichten (Duitsch). 2.15 Gramofoonmuziek. 2.30 Schilde- rijbespreking. 2.45 Orgelspel. 3.15 Berichten (Fransch) 3.30 AVRO-Aeolian-orkest. 4.15 AVRO- dansoi'kest. 4.45 Ensemble Jonnv Kroon (5.00 5.15 Berichten Duitsch). 6.15 Berichten (En gelsch). 6.30 Gramofoonmuziek 7.15 AVRO- Amusementsorkest en AVRO-Girls. 8.00 Berich ten (Duitsch). 8.15 Berichten (Engelsch). 8.30 Berichten ANP. 8.45 Omroeporkest. 9.15 Berich ten (EngelschL 9.30 Gramofoonmuziek met toe lichting iQ.OO berichten (Duitsch) 10.15 Berich ten ANP, sluiting. 11.1511.30 Berichten (Fransch) MAANDAG 17 JUNI 1940. JAARSVELD. 414.4 M. VARA-Uitzending. 10.00—10.20 v.m. VPRO. 8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijdirg. 10.20 Zang met pianobegeleiding. 10.35 Declamatie. 10.50 Orgelspel. 11.20 Declama tie. 11.40 Gramofoonmuziek. 12.00 Rosian-orkest. 12.45 Berichten ANP 1.00 De Ramblers. 1.30 Gra mofoonmuziek 2.00 Declamatie. 2.30 VARA-orkest. 3.30 Officieele mededeelingen. eventueel gramo foonmuziek. 4.00 Orgelspel. 4.30 Voor de kinderen. 5.00 Gramofoonmuziek. 6.00 Esmeralda en solist. 6.40 „Hoe verduisteren we doelmatig tegen lucht- gevaar?" causerie. 7.00 Viool en piano. 7.30 Offi cieele mededeelingen, eventueel gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP. 8.15 VARA-orkest. 9.00 Radio tooneel. 9.25 Gramofoonmuziek, 9.35 Zang, viool, cymbaal en orgel. 10.00 Berichten ANP. KOOTWIJK, 1875 M. NCR V-Uitzending. 11.1511.30 n.m. Berichten. 8.00 Berichten ANP. 8.10 Schriftlezing, meditatie. 8.25 Gewijde muziek (gr.pl.) 8.35 Gramofoonmu ziek. (9.00 Berichten Fransch). 9.45 Viool, piano en gramofoonmuziek. 10.25 Gramofoonmuziek. II.15 Berichten (Engelsch). 11.30 Celesta-ensemble en gramofoonmuziek. 12.30 Berichten (Duitsch). 12.45 Berichten ANP., 1.00 Zang met orgelbegelei ding en gramofoonmuziek 1.45 Berichten 'Fransch). 2.00 Berichten (Duitsch); 2.15 Trio Re"tp-Zeonaron:-Hemer'k en gramofoonmuziek. 3,15 Berichten fFransch) 3.30 Gramofoonmuziek. 4.15 Fluit en piano. 5.00 Berichten (Duitsch). 5.15 Gramofoonmuziek. 6.15 Berichten (Engelsch). 6.30 Postillons en gramofoonmuziek. 7.30 Reportage of muziek. 8.00 Berichten (Duitsch). 8.15 Berichten (Engelsch). 8.30 Berichten ANP. 8.45 Postillons. 9.15 Berichten (Engelsch) 9.30 Gramofoonmuziek, 10.00 Berichten (Duitsch). 10.15 Berichten A.N.IJ» 11.15 Berichten (Fransch),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 7