Het dierenpark op den Grebbeberg.
Maatregelen inzake distributie van
motorbrandstof afgekondigd.
Ontspanning en rust
door vacantie.
J(k houd uoq van
hel pxeza.
Het A.N.P. meldt uit Den Haag d.d. 28 Juni:
Het heden verschenen verordeningenblad bevat
de beschikking van den secretaris-generaal van het
departement van Handel, Nijverheid en Scheep'
vaart, betreffende het beheer van motorbrandstof,
d.d. 17 Juni.
Art. 1. (1) Deze beschikking verstaat onder: se
cretaris-generaal: den secretaris-generaal van het
departement \».n Handel, Nijverheid en Scheep
vaart; rijksbureau: het rijksbureau voor aardolie
producten, Zeestraat 100104, 's-Gravenhage; di
recteur: den directeur van vorenbedoeld rijks
bureau: rijksinspecteur: de rijksinspecteurs van
het verkeer; motorbrandstof: motorbenzine, motor-
benzol en gasolie voor snelloopende dieselmotoren;
leverancier: den natuurlijken of rechtspersoon, die
motorbrandstof verkoopt of aflevert aan weder-
verkoopers of aan verbruikers, die over een aftap
inrichting voor eigen gebruik beschikken; weder-
verkoopers: den natuurlijken of rechtspersoon, die
motorbrandstof verkoopt of aflevert rechtstreeks
aan verruikers, (2) De dagelijksche leiding bij de
uitvoering van deze regeling berust bij den direc
teur, die optreedt namens den secretaris-generaal.
Art. 2. Het is met ingang van 1 Juli 1940 verbo
den motorbrandstof tc verkoopen, af te leveren, te
koopen of te verbruiken, tenzij met inachtneming
van de in de navolgende artikelen vastgestelde
distributieregeling.
Art. 3. (1) Het is aan verbruikers verboden mo
torbrandstof te koopen zonder schriftelijke vergun
ning, af te geven door den plaatselijken dislribu-
tiedienst. De plaatselijke distributiediensten zullen
een zoodanige vergunning slechts afgeven aan hen,
aan wie ingevolge het bepaalde in de artikelen 10,
11 en 12 een verbruiksvergunning wordt uitge
reikt. (2) Van het bepaalde in het eerste lid wor
den uitgezonderd Nederlandschc militairen in de
rechtmatige uitoefening van hun dienst (3) De
vergunningen, als in het eerste lid bedoeld, welke
geldig zijn gedurende een door den secretaris-ge
neraal aan te wijzen tijdvak, zijn voorzien van
een aantal coupons, welke in hetzelfde tijdvak
recht geven op het koopen van een daarop aange
geven hoeveelheid motorbrandstof. (4) Het model
van de vergunningen en de daaraan gehechte cou
pons wordt door den directeur vastgesteld. (5)
Verbruikers, bedoeld in het tweede lid van dit
artikel, zullen voor het koopen van motorbrand
stof gebruik maken van bonnen, afgegeven dooi
een door den secretaris-generaal aan te wijzen in
stantie. (6) In afwijking van het in het eerste lid
van (Ut artikel bepaalde la het aan verbruikers die
over een aftapinrichting voor motorbrandstof voor
eieen verbruik beschikken, toegestaan motorbrand
stof te koopen tegen afgifte van een bestelbon, door
of vanwege het rijksbureau uit te reiken, en tot
een hoeveelheid, waarop de afgegeven ^stólbon
recht geeft. Een bestelbon is slechts geldig gedu
rende een door den secretaris-generaal aan te wij-
Ze"r'tid4 behoudens het bepaalde in het zesde lid
van art. 3 is het aan verbruikers verboden motor
brandstof te koopen anders dan tegen afgifte tan
coupons, als in het derde lid van art 3 bedoeld, of
bonnen, als bedoeld in het vutde lid van art. 3,
en tot grootere of kleinere hoeveelheden dan
waarop de afgegeven coupons of bonnen recht ge-
ven.
Art. 5. (1) Het is aan wederverkoopers ver
boden aan verbruikers motorbrandstof te verkoo
pen of af te leveren anders dan tegen inontvangst-
neming van coupons, als bedoeld in het derde lid
van art. 3, of bonnen, als bedoeld in het vijfde lid
van art 3, en tot grootere of kleinere hoeveelheden
dan de ontvangen coupons of bonnen aangeven.
(2)Wederverkoopers moeten de coupons eigenhan
dig van de vergunning knippen. Zij mogen geen
iosse coupons in ontvangst nemen. (3) Wedervei-
koopers zijn verplicht de ontvangen coupons op
opplakveïlen te plakken, welke door of vanwege
het Rijksbureau beschikbaar worden gesteld.
Arta 6. (1) Het is aan wederverkoopers ver
boden motorbrandstof te koopen, anders dan tegen
afgifte van op opplakveïlen geplakte coupons of
tegen afgifte van bonnen, als bedoeld in het vijfde
lid van art. 3 en tot grootere of kleinere hoeveel
heden dan waarop de afgegeven coupons of bon
nen recht geven. (2) De afgifte van de op opplak-
vallen geplakte coupons moet geschieden uiterlijk
op den eersten werkdag na afloop van het tijdvak
gedurende hetwelk de coupons geldig zijn.
Art. 7. Het is aan leveranciers verboden aan
wederverkoopers motorbrandstof te verkoopen of
af te leveren anders dan tegen inontvangstneming
van op opplakveïlen geplakte coupons of van bon
nen, als bedoeld in het vijfde lid van art. 3, en tot
grootere of kleinere hoeveelheden dan de ontvangen
coupons of bonnen aangegeven.
Art. 8. Het is aan leveranciers verboden aan ver
bruikers motorbrandstof te verkoopen of af te
leveren anders dan tegen inontvangstneming van
bestelbons, als bedoeld in het zesde lid van art. 3.
en tot grootere of kleinere hoeveelheden dan de
ontvangen bestelbons aangeven.
Art. 9. Wederverkoopers en leveranciers, die de
op opplakveïlen geplakte coupons, de bonnen of be
stelbonnen niet aanwenden tot het koopen van
motorbrandstof, zijn verplicht deze gedurende een
termijn van ten minste zes maanden te bewaren
en op eerste aanvrage aan de door of namens den
secretaris-generaal daartoe aangewezen personen
te vertoonen.
Art. 10. (1) Het is verboden zonder schriftelijke
vergunning af te geven door den plaatselijken
distributïedienst: 1) motorbrandstof te verbruiken
voor de voortbeweging van motorrijtuigen; 2) mo
torbrandstof, te verbruiken voor de voortstuwing
van vaartuigen of voor de aandrijving van hulp-
motoren aan boord van vaartuigen.
(2) Van het bepaalde in het eerste lid worden
uitgezonderd: 1) Nederlandsche militairen in de
rechtmatige uitoefening van hun dienst; 2) Zij, die
in het bezit zijn van een bestelbon, als bedoeld in
het zesde lid van artikel 3.
(3) De plaatselijke distributiediensten geven een
vergunning, als in het eerste lid bedoeld, slechts
al aan hen, die in het bezit zijn van een door
een rijksinspecteur afgegeven machtiging tot het
ontvangen van vorenbedoelde vergunning. In bij
zondere gevallen kan een machtiging worden ver
leend door den secretaris-generaal of den directeur
De beslissingen ten aanzien van het verleenen van
machtigingen voor personenvervoer, anders dan
voor taxi's, huurauto's en autobussen behoeven de
goedkeuring van den directeur.
(4) De rijksinspecteurs zijn bevoegd een mach
tiging, als in het derde lid bedoeld, af te geven
aan personen of lichamen, in hun district woon
achtig of gevestigd. Ten 'aanzien van machtigingen
voor motorbrandstof, als bedoeld onder 2) van het
eerste lid, kunnen de rijksinspecteurs de bevoegd
heid tot afgifte der machtigingen delegeeren aan
de secretarissen en de daaronder ressorteerende
agenten van bevrachtingscommissies. Bij het be-
ooröeelen van het al of niet verleenen der machti
gingen door rijksinspecteurs winnen zij het advies
in van een of meer deskundigen, daartoe door den
secretaris-generaal in overleg met zijn ambtgenoot
van het departement van waterstaat aan te wijzen.
Art. 11. (1) Het is verboden zonder schriftelijke
vergunning, af te geven door den plaatselijken
distributïedienst, motorbenzine of motorbenzol te
verbruiken als brandstof voor tractoren of station-
naire motoren. (2) Van het bepaalde in het eerste
lid worden uitgezonderd: 1) Nederlandsche mili
tairen in de rechtmatige uitoefening van hun
dienst. 2) Zij, die in het bezit zijn van een be.
stelbon, als bedoeld in het zesde lid van art. 3.
C3) De plaatselijke distributiediensten geven een
vergunning, als in het eerste lid bedoeld, slechts
af aan hen, die in het bezit zijn van een dooi
den directeur afgegeven machtiging tot liet ontvan
gen van vorenbedoelde vergunning. (4) In afwij
king van het bepaalde in het eerste lid worden
machtigingen tot het ontvangen van vergunningen
tot het verbruiken van motorbenzine en motor
benzol als brandstof voor tractoren of stationnaire
motoren ten behoeve van den land- of tuinbouw
als regel afgegeven door den directeur van afd.
II D kunstmeststoffen van 't rijksbureau voedsel
voorziening in oorlogstijd. Alcxanderstraat 19 te
's Gravenhage. In bijzondere gevallen kan een
machtiging worden verleend door den directeur.
Art. 12. (1) Het is verboden zonder schriftelijke
vergunning, af te geven door den plaatselijken
distributïedienst, motorbrandstof te verbruiken voor
andere doeleinden dan als brandstof voor motoren.
(2) Van het bepaalde in het eerste lid worden uit
gezonderd zij, die in het bezit zijn van een bestel
bon als bedoeld in het zesde lid van art. 3. (3) De
plaatselijke distributiediensten geven een vergun
ning, als in het eerste lid bedoeld, slechts af aan
hen, die in het bezit zijn van een door den directeur
afgegeven machtiging tot het ontvangen van voren
bedoelde vergunning.
Art. 13. Het is behoudens door den secretaris
generaal te bepalen uitzonderingen een ieder ver
boden motorbrandstof te verbruiken, anders dan in
de uitoefening van zijn beroep of bedrijf.
Art. 14. De richtlijnen ten aanzien van het ver
leenen van machtigingen, als bedoeld in het derde
lid van art 10, het derde en vierde lid van art. 11
en het derde lid van art. 12, worden door den
secretaris-generaal vastgesteld.
Art. 15. (1) Van de in deze beschikking bedoelde
verboden kan door den secretaris-generaal of na
verkregen machtiging van dezen door den directeur
aan bepaalde leveranciers of wederverkoopers of
aan alle leverancirs of wederverkoopers voor een
bepaalden termijn of tot wederopzeggens toe ge-
heele of gedeeltelijke dispensatie worden verleend.
(2) Aan een dispensatie, als bedoeld in het eerste
lid, kunnen voorwaarden en beperkingen worden
verbonden.
Art. 16. Een ieder is verplicht den directeur op
diens verzoek alle inlichtingen te verstrekken,
welke hij voor een goede uitvoering van deze be
schikking noodzakelijk acht.
Art. 17. Alle gegeven voorschriften en regelingen,
welke betrekking hebben op het in deze beschikking
geregelde onderwerp, alsmede de daaruit voort
vloeiende vergunningen tot koopen of verkoopen van
motorbrandstoffen komen met ingang van 1 Juli
1940 te vervallen.
Art. 18. Deze beschikking kan worden aange
haald onder den titel: motorbranstofbeschikking
1940 no. 1.
Art. 19. Deze beschikkïnig treedt in werking met
ingang van den dag harer afkondiging,
's GRAVENHAGE, 17 Juni 1940.
Verder bevat het verordeningenblad de volgende
beschikking van den secretaris-generaal van het
departement van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart betreffende het beheer van de speciale ben
zine d.d, 17 Juni;
Art. 1. (1) Deze beschikking verstaat onder: se
cretaris-generaal: den secretaris-generaal van het
departement van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart; rijksbureau; het rijksbureau voor aardolie
producten, Zeestraat 100104, 's-Gravenhage; di
recteur: den directeur van vorenbedoeld rijksbu
reau; speciale benzine: benzinesoorten, welke met
bepaald kookpunttraject worden geleverd en in
den handel bekend zijn o.a. onder den naam van:
gasoline, petroleumaether, lampenbenzine, wasch-
benzine en kookpuntbenzine, met uitzondering van
kunstterpentijn, terpentol of terpentina; producent:
den natuurlijken of rechtspersoon, die speciale
benzine vervaardigt; importeur: den natuurlijken
of rechtspersoon, die speciale benzine uit het bui
tenland of na voorafgaanden opslag in entrepot
hier te lande in het vrije verkeer invoert. (2) De
dagelijksche leiding bij de uitvoering van deze re
geling berust bij den directeur, die optreedt na
mens den secretaris-generaal.
Art. 2. (1) Het is den producent of importeur
verboden speciale benzine te verkoopen of af te
leveren zonder schriftelijke vergunning verleend
door den directeur of door personen of instanties,
door dezen aangewezen. Aan deze vergunning kun
nen voorwaarden en beperkingen worden verbon
den. (2) De richtlijnen ten aanzien van het ver
leenen van vergunningen, als in "net eerste lid be
doeld, worden door den secretaris-generaal vast
gesteld.
Art. 3. Een ieder is verplicht den directeur op
diens verzoek alle inlichtingen ie verschaffen,
welke hij voor een goede uitvoering van deze be
schikking noodzakelijk acht.
Art. 4. Alle gegeven voorschriften en regelingen,
welke betrekking hebben op het in deze beschik
king geregelde onderwerp, komen bij de inwerk-
treding dezer beschikking te vervallen.
Art. 5. Deze beschikking kan worden aangehaald
onder den titel: speciale-benzinebeschikking 1940
no. 1.
Art. 6. Deze beschikking treedt in werking op
den dag harer afkondiging.
SLEEPVAART.
's-GRAVENHAGE, 28 Juni. Het verordenin
genblad bevat het volgend besluit van den secre
taris-generaal van het departement van waterstaat
betreffende de organisatorische samenvatting der
sleepvaart d.d. 22 Juni.
Art. 1. Het ter beschikking stellen van een in
Nederland thuisbehoorend binnenschip ten be
hoeve van het verrichten vari sleepdiensten binnen
de grenzen van Nederland is slechts geoorloofd
aan hen, die lid zijn van een vereeniging, aange
sloten bij: hetzij stichting Sleepvaart-centrale, het
zij Vereeniging Centraal Bureau voor de Rijn- en
Binnenvaart, hetzij een andere, door het departe
ment van Waterstaat voor de toepassing van deze
regeling erkende organisatie.
Art. 2. Onder binnenschepen, die in Nederland
thuisbehooren, worden verstaan die, welke voor
meer dan de helft toebehooren aan Nederlanders
of Nederlandsche rechtspersonen.
Art. 3. Van het onder art. 1 bepaalde zijn uitge
sloten motorbooten, andere dan sleepbooten, waar
mede niet als beroep ten behoeve van derden
sleepdiensten worden verricht.
Art. 4. Ingesteld wordt een commissie, bestaan
de uit een vertegenwoordiger van elk der hierbo
ven genoemde organisaties, onder voorzitterschap
van een door het departement van Waterstaat aan
te wijzen deskundige, welke commissie tot taak
heeft het bevorderen van een juiste behandeling
van Nederlandsche sleepvaartaangelegenheden.
Art. 5. Beslissingen van deze commissie, voor
zoover zij financieele gevolgen hebben voor de
aangeslotenen, behoeven de goedkeuring van of
vanwege den regeeringscommissaris voor den
wederopbouw. Art. 6. Deze beschikking treedt in
werking met ingang van den dag harer afkondi-
ging.
VERBINDEND-VERKLARING COLLECTIEVE
ARBEIDSOVEREENKOMST SCHOEN
INDUSTRIE.
s-GRAVENHAGE. 28 Juni. Door den be-
drijfsraad voor de schoenindustrie is ingediend
een verzoek tot verbindendverklaring van bepa
lingen van de collectieve arbeidsovereenkomst
voor de schoenindustrie, aangegaan voor het
tijdvak van 1 Juli tot en met 31 December
1940. Bezwaren tegen inwilliging van bedoeld
verzoek kunnen voor of op 2 Juli 1940 schrifte
lijk bij het departement van sociale zaken wor
den nugebracht. -CA.NJ?.), 1
Advies van leidende propa
gandisten voor het toeristische
en vacantie-verkeer.
(Van een speciaien verslaggever).
In tegenwoordigheid van tallooze persverte
genwoordigers uit geheel Nederland is dezer da
gen in een te Scheveningen gehouden conferen
tie door enkele leidende propagandisten voor
het toeristische en vacantie-verkeer een toelich
ting gegeven op het feit, dat de A.N.V.V., de
A.N.W.B., de N. S., en „H.O.R.E.CJ^.F."' den Ne
derlanders die het kunnen doen aanraden, in
de maanden Juli, Augustus en September met
vacantie te gaan! Deze raad wordt gegeven om
dat men meent dat, door met vacantie te gaan,
iedereen die in de mogelijkheid verkeert ergens
in ons land van rust en ontspanning te genieten
daarmede een persoonlijke bijdrage levert aan
den wederopbouw van het Nederlandschc be
drijfsleven, waarin duizenden Nederlandsche
gezinnen een bestaan vinden.
Dr. L. N. Deckers, voorzitter van de A.N.V.V.,
die de conferentie opende, memoreerde aller
eerst dat de propaganda voor „vacantie-sprei-
ding", welke intensief gevoerd is, juist gunstige
resultaten begon af te werpen toen de oorlog over
ons land kwam en alle actie stop zette. „Wij
meenen", aldus dr. Deckers, „er goed aan te
doen de Nederlanders op 't hart te drukken, ten
minste eenige dagen van rust en verpoozing te
genieten. Dit standpunt wordt door de A.N.V.V.
ingenomen omdat deze uit ondervinding weet dat
het aantal landgenooten, dat de vacantie-plan-
nen opgegeven heeft, niet gering is. Niemand is
geheel onverlet den bangen tijd, welke achter
ons ligt, doorgekomen. Daarom is het van 't
hoogste belang aan te sporen tot het zoeken van
verkwikking door het nemen van vacantie. Dat
is een weldaad voor iedereen persoonlijk en
een goede daad ten opzichte van de gemeen
schap. Indien men thuis blijft lijden de hotel-
en pensionbedrij ven evenals de verkeersmidde
len groote schade, vooral de hotels en pensions,
die voornamelijk steunen moeten op de inkom
sten welke zij in de vacantiemaanden boeken.
Vele Nederlanders die reeds voor Juli, Augus
tus of September kamers hadden besproken
hebben deze in de maand Mei afgezegd. Welnu:
wanneer er geen overmacht in 't spel is zal men
zich aan de mondelinge of schriftelijke overeen
komst dienen te houden. Daarmede helpt men
mede aan den opbouw van ons land, omdat men
op die wijze een bedrijf steunt, waarin velen
werk vinden."
De grijze eere-voorzitter van den A.N.W.B.,
de heer Edo Bergsma, stelde als tweede spreker
de vraag, of er toerisme zal kunnen zijn. Het
antwoord? Natuurlijk! En de A.N.W.B. zal doen
wat hij kan om dit te bevorderen. „Werken in
een atmosfeer als wij die thans kennen", zoo liet
de heer Bergsma zich uit, „is dubbel zwaar.
Daarom moet men eens weg van de telefoon, de
huisbel, de krant. Rust heeft men noodig. lust en
verandering, die het beste in de vrije natuur ge
vonden kunnen worden.
De ervaring in de bureaux van den A.N.W.B.
leert, dat geheele streken in ons land ongeschon
den zijn. Moge Middelburg gehavend zijn, het
landschap in Zeeland is grootendeels een lust
oord gebleven, Limburg lokt als altijd, Brabant
eveneens; het Twentsche landschap. Gronin
gen, de Drentsche lustoorden, Friesland met zijn
meren en plassen, de Veluwe, de Wadden
eilanden en 't Gooi: overal kan men heen. Wij
weten dat het toerisme ontspanning en rust
schenkt. Er kan niet genoeg gezegd worden dat
men meer nog dan vroeger er op uit moet trek
ken. Het geheele Nederlandsche volk zal er de
vruchten van plukken.
De heeren Th. N. van Stigt, voorzitter van
_.H.O.R.E.C;A.F." en D. Schiferli, perschef van de
N.S., voerden als laatste sprekers het woord. De
eerste wees er in het bijzonder op, dat de Neder
landsche hotels en pensions er geheel op inge
steld zijn de vacantiegangers te ontvangen. En
goed ook. De laatste spreker memoreerde in 't
kort 't belang der N. S. bij het toeristisch- en
vacantieverkeer, daarbij opmerkende, dat men,
zij het dan wel eens met een omweg, toch vrijwel
overal per trein in Nederland kan komen.
De uitzending van Nederlandsche
kinderen naar de Ostmark.
's GRAVENHAGE, 28 Juni (A.N.P.) De voor-
bereiding van de uitzending van 6000 Nederland
sche kinderen naar Salzkammergut neemt vaster
vormen aan. Naar men ons mededeelt heeft de
Gauleiter van de Gau Oberdonau, van wien de
uitnoodiging is uitgegaan, de benoodigde hotels en
vacantiehuizen reeds gehuurd. Men rekent op
eén verblijf van 2 a 3 maanden. Op elke twintig
kinderen zal ar een Duitsche en een Nederlandsche
leider of leidster meegaan. De kinderen zullen
voor het vertrek medisch worden gekeurd.
In het paleis Kneuterdijk is thans de Duitsche
centrale instantie voor deze uitzending, bestaande
uit prof. Wehofsieh, herr Fehrer en dr. Fellner,
gevestigd. De Nederlandsche „commissie van
samenwerking" heeft haar zetel in het departe
ment van binnenlandsche zaken.
De burgemeesters zullen, ieder voor hun ge
meente, de aanvragen in ontvangst nemen van hen,
die hun kinderen voor uitzending in aanmerking
willen laten komen.
In bijzondere gevallen kan eenigszins worden
afgeweken van de gestelde leeftijdsgrens van 814
jaar.
Overneming van goud en gouden
munten.
Noleering van de Ned. Bank.
De Nederlandsche bank heeft de volgende
koersen bekend gemaakt, waartegen goud in
baren en gouden munten worden overgenomen:
Goud in baren per K.G. fijn f 2009.
Gouden tientjes 12.14
Gouden vijfjes 6.07
Gouden 20 markstukken 14.36
Gouden 20 kronen, Oostenrijksch-
Hongaarsche stukken 12.32
Gouden 10-dollarstukken 30.16
Gouden 20 francs stukken, Zwitser-
sche. Fransche, Belgische, alsmede
20 gouden Ital. lires 11.62
Gouden 20 Skandinaafsche kronen 16.18
Gouden Engelsche ponden
(sovereigns) 14.68
Bommen bij Arnhem.
Het A.N.P. meldt uit 's-Gravenhage d.d. 28
Juni: In den afgeloopen nacht Is door En-
gelschen een bomaanval gedaan op een spoorweg
in de omgeving van Arnhem. De spoorweg bloc'
onbeschadigd. Eeii aantal huizen werd verniel'
twee personen werden zwaar, verscheidene an
dere licht gewond.
De jonge ijsbeertjes in dit park geboren.
Er zijn overdreven verhalen verspreid over de
schade die Ouwehand's dierenpark op den
Grebbeberg bij Rhenen in de oorlogsdagen heeft
opgeloopen. Daaruit .kan de indruk verkregen
zijn, dat er van dit mooie en interessante plekje
niet veel meer over is, zoodat het niet meer de
moeite waard is daaraan een bezoek te brengen.
Gelukkig is dit niet juist. Het dierenpark heeft
geleden, maar er is nog veel gespaard gebleven,
zooveel dat een bezoek nog volkomen kan worden
aanbevolen.
Een bezoeker schrijft ons:
Hoe mooi is de Grebbeberg. Komende van den
kant van Wageningen slingert de weg zich om
hoog langs hooge bermen begroeid met rijzige
beuken.
Nu is dat een historische plaats geworden.
Nog kronkelt de weg er omhoog, maar naast dien
weg rusten thans velen, die vielen in dienst van
hun Vaderland.
Het eerste weerzien van den Grebbeberg was
een smartelijke ervaring. Veel is er vernietigd en
verwoest, veel zal ér weer opgebouwd moeten
THANS
zijn het geen tijden om ZELF TE WASSCHEN.
Stuurt nu Uw wasch overweeks gemangeld
voor 18 cent per kilo naar de
IJMU5DER WASSCHERIJ
SN ELLIU S STR A AT 39, Telef. 4371, IJMUIDEN.
(Adv Inqez Aled.)'
Gouden sieraden behoeven niet
aan de Ned. Bank verkocht
te worden.
De bepalingen omtrent goud,
edele metalen en deviezen.
Het A. N. P. meldt:
Naar de Nederlandsche Bank ons mededeelt,
zijn ingevolge artikel 9 van de deviezenverorde-
ning 1940 alle ingezetenen van het bezette Ne
derlandsche gebied verplicht de navolgende
waarden, die hun bij het in werking treden van
genoemde verordening in eigendom toebehoor
den en welker waarde een bedrag van vijf gulden
te boven gaat, aan de Nederlandsche Bank aan te
bieden en op verlangen van de Nederlandsche
Bank aan deze te verkoopen en over te dragen:
a. goud. b. edele metalen, c. buitenlandsche be
taalmiddelen, d. buitenlandsche geldswaardige
papieren.
De aanbieding moet geschieden binnen' veer
tien dagen na het in werking treden van de de-
viezenverordeing. dus vóór 12 Juli 1940.
Voor de aanbieding van bovengenoemde waar
den worden formulieren beschikbaar gesteld, die
van heden af gratis verkrijgbaar zijn bij de
hoofdbank en bij het kantoor Heerengracht van
de Nederlandsche Bank te Amsterdam, en van
Maandag 1 Juli 1940 af bij de bijbank van de
Nederlandsche Bank te Rotterdam en bij alle
agentschappen van de Nederlandsche Bank.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
voor de toepassing van bovenbedoeld voor
schrift onder goud wordt verstaan: gouden
munten (Nederlandsche zoowel als buiten
landsche) fijn goud en alliages van goud
(onbewerkt en halffabricaat).
Gouden sieraden en gebruiksvoorwerpen
worden niet beschouwd als goud in den zin
van de deviezenverordening.
Gouden munten welke niet meer gangbaar
zijn, moeten worden aangeboden. Vcrzamel-
slukken in den beperkten zin des woords zul
len als regel niet of althans voorloopig niet
worden aangekocht.
Onder edele metalen wordt verstaan:
Zilver, platina en platina-metalen (onbewerkt
of half fabricaat), sieraden en gebruiksvoorwer
pen van zilver of platina worden niet beschouwd
als edele metalen in den zin van de deviezen-
verordening.
Gangbare zilveren buitenlandsche munten zijn
als buitenlandsche betaalmiddelen te beschouwen
en als zoodanig aan te bieden.
Onder buitenlandsche betaalmiddelen wordt
verstaan:
Metaal- en papiergeld, bankbiljetten en soort
gelijke betaalmiddelen (met uitzondering van
gouden munten», voor zoover zij niet in het be
zette Nederlandsche gebied de hoedanigheid van
wettig betaalmiddel bezitten. Bankbiljetten van
de Javasche Bank zijn derhalve als buitenland
sche betaalmiddelen te beschouwen.
Saldi bij banken in het buitenland zijn niet te
beschouwen als buitenlandsche betaalmiddelen
in den zin der deviezenveror.dening. Duitsch
bankpapier behoeft niet te worden aangeboden.
Niet meer gangbare munten van ander metaal
dan goud behoeven niet te worden aangeboden.
Onder buitenlandsche geldswaardige papieren
wordt verstaan, chèaues, wisselbrieven, promes
sen en soortgelijke geldswaardige papieren (met
uitzondering van coupons, dividendbewijzen en
effecten) voor zoover zij niet binnen het bezette
Nederlandsche gebied betaalbaar zijn en de
schuldenaar geen ingezetene is. Cheques in
vreemd geld. getrokken op in Nederland gevestig
de bankinstellingen, zijn derhalve niet te beschou
wen als buitenlandsche geldswaardige papieren
in den zin der deviezenverordening. Geldswaar
dige papieren in Nederlandsch courant en betaal
baar buiten het bezette Nederlandsche gebied
meten wèl worden aangeboden.
Buitenlandsche chèques in rijksmarken die
geen vrije rijksmarken zijn behoeven niet te
worden aangeboden.
In zoo'n oogenblik is het verheugend een man
te ontmoeten, wiens huis is verbrand, die veel van
den oorlog heeft geleden, maar die moed en
energie heeft om voorj: te bouwen aan zijn levens
werk. Zulk een man is de heer Ouwehand, die
daar op den Grebbeberg woont, omringd door zijn
tallooze dieren in het grootsche natuurpark.
Wij staan voor den ingang bij het moderne
kantoor, dat thans slechts een zwart geblakerde
ruïne is. We zien het groote voedselgebouw. waar
uit verkoolde bal'kstompen steken. En dan...,
dan zien wij het park met zijn levende have, de
grappige pelikanen, de sinistere maraboe's, de
sierlijke kraanvogels en het oostersche gracieuse
beweeg van de lichtrose flamingo's. Tijd om dit
alles rustig te zien gunt onze gastheer ons niet.
Hij wil de trots van zijn tuin toonen, het unicum
in Europa, de ijsberentweeling. op den Grebbe
berg geboren en getogen. Daar ligt in de zomer
zon moeder beer en om haar heen dartelen twee
jonge, speelsche ijsbeertjes. onbewust van het
feit, dat nog nimmer zoo'n tweeling opgroeide
in eenigen dierentuin in Europa.
De zware rots is hier en daar geschonden door
kogelgaten, maar de dieren zijn, merkwaardig
genoeg, gespaard gebleven. Zooals trouwens het
overgroote deel van de levende have in Ouwe
hand's Dierenpark volkomen intact is.
We zien er het woeste wolventerras en de leuke
Maleische beren. En ginds is het logge nijlpaard,
dat zoo grappig kan kwispelen met z'n staart,
snuivend aan 't zwemmen.
En daar gaat de slurf van onzen vriend Jumbo
naar buiten tuk op een versnapering en twee an
dere, kleinere en iets vluggere olifanten dringen
zich naar voren om ook wat te krijgen. Ginds in
de verte klinkt het zachte gestamp van lichte ze
bra-hoeven.
Wat is er niet van alles te zien, teveel oin op
te noemen. De statige pinguïns in hun zwart
jacket met fel witte bef, zijn onverstoorbaar def
tig. De lenige zeeleeuwen duiken nog net als
vroeger naar vischjes. En herinnert u zich nog
het apenterras, waar al die rare sinjeuren elkan
der bekijfden, waar ze stoeiden, ravotten en rare
grimassen maakten? Ook dat is nog intact, we
hebben tot nu toe nog bijna geen van de dieren
gemist. Zelfs de zeldzame vogeleollectïé, waar
bij tallooze bijzondere Australische soorten, is
volkomen intact en ook het Aquarium is onge
schonden.
En gindsnu! 't Is geen Oostersche
droom, geen Nijllandschap, waar roofzuchtige
krokodillen dooreen krinkelen, zich koesterend
in slijk en zonnewarmte, half slapend, half ióè-
rend op prooi. Het is de groote krokodillen-
show. waar duizend van deze monsters in een
voor hen volkomen natuurlijke vrijheid samen
leven.
De dieren die verloren gingen worden binnen
kort vervangen.
Voor de vermoeiden en dorstigen is ook weer
lafenis te krijgen, want het groote restaurant, het
eenige in Rhenen, dat geheel gespaard bleef, is
weer in staat den bezoeker gastvrij te ontvan
gen. De speeltuin en de baby-dierentuin zullen
voor de jeugd ongetwijfeld weer een groote at
tractie vormen.
VORSTELIJK, rustig en met die onverstoor
bare waardigheid, die het kenmerk is
var, geestelijken adel zóó zat-ie in de
trap-taxi. Breeduit, de oogen gesloten en
den hoed wat nonchalant doch juist niet te noncha
lant op het hoofd, beheerschte hij dit moderne
verkeersmiddel evenals hij het eens het proza der
Nederlandsche letteren deed. Nog steeds machtig
was de gestalte, die het kleine, roode bankje be
zette en de forsche neus stak nog even energiek
naar voren als in de dagen toen ze onze litteratuur
weer nieuw leven inblies.
Zachtjes deinde het karretje op zijn gummi-
bandjes terwijl de ruggen van de voortrappers
Tekromd over het stuur lagen, gekromd als de
ruggen van hen, die hun passagier eens met bij
tende scherpte aan de kaak stelde omidat zij geen
„voortrappers" waren doch genoeglijke veelpra-
ters, soms ondanks of juist door de professorale
waardigheid, die zij met zooveel moeite hadden
verworver en verknoeiden
Ach, die felle bezieling, die volkomen be-
heersching van het woord, die den critici aller
tijden tot voorbeeld mogen dienen en mij nog
steeds ontroeren bij elke lezing en herlezing, ze
kunnen hun glans niet verliezen of zelfs maar
verbleeken ir een roodgelakte trap-taxi.
Dat woord trap-taxi moet hem een huivering be
zorgen als de kille avondwind na den rijpen zomer
dag. Ik had hem liever gezien in een rickshaw
voortgetrokken door een hijgenden Chinees, zijn
geest vol van de wijsheid van Lao Tse en op zijn
lippen de glimlach van Confucius. O, ik had hem
liever gezien, gezeten in den stoel van de Hawaiian
Clipper met zijn oogen strak op den Oceaan hene
der hem en voor hem de gladde onberispelijke rug
van den gladden, onberispelijken Amerikaanschen
piloot met den stille- glimlach van het kind, dat
weet. dat hij de overwinnaar is van Oceanen. O,
ik had hem liever gezien, gezeten op den rug van
den olifant van de Radjah van Mysore met het
geweer voor zich en de oogen gericht op den ge-
streepten tijger, die zich gereed maakte voor den
beslissenden sprong, de tanden ontbloot in een af
schuwelijke grijns. O. »k had hem liever gezien
gezeten in een machtige 80 P.K. met een open kap
van een donker grijze kleur, die alleen heel voor
name wagens hebben. Zijn jas en zijn hoed en zijn
figuur, ze zouden daarin passen. En hij zou ge
glimlacht hebben Helaas, ik zag hem in een rood
gelakte trap-taxi. Toch houd ik nog van het proza,
"fant het is onsterfelijk.
Zelfs de trap-taxi kan het niet dooden.
B. K*