P; 'liet JOirnt m Jan Vertelling MADKT GEKicunrm Huwelijk met modern Comfort. DONDERDAG 11 JULI 1940 Na langen tijd is er te Uden weer veemarkt ge houden, waarvoor natuurlijk groote belang stelling bestond. Bezwaren tegen intrekking van gemeentelijke uitbreidingsplannen. Mondelinge toelichting voor Ged. Staten. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben Woensdagmiddag onder presidium van mr. dr. A. baron Röell in het gebouw der Provinciale Griffie vergaderd ter mondelinge behandeling van de inge diende bezwaarschriften tegen het besluit van den Raad der gemeente Haarlem van 14 Juli 1939 inzake intrekking van gedeelten der uitbreidingsplannen „Noord" en „Zuid-Oost" en vaststelling van een plan in hoofdzaak Voor de reclamanten H. Smolenaars en J. Bal te Bloemendaal voerde mr. H. E. Prinsen Geerligs inzake het plan „Noord" het woord. Hij wees erop. dat het hierbij gaat over de wijziging in het uitbrei dingsplan no. 13 van Noord. Tegen deze wijziging ontwikkelde spreker verschillende juridische be zwaren. De grond van de reclamanten sluit zich absoluut aan bij de thans bestaande bebouwing. Bij normale uitbreiding zou deze grond dan ook zeker worden bebouwd. De gemeente stelt zich echter op het standpunt, dat zij de terreinen zal aanwijzen waarop de uitbreiding zal geschieden. Er moet echter worden gezocht naar een objectief criterium. Dat objectieve criterium is de behoefte zooals die in een bepaald oogenblik tot uiting komt. Men moet zich afvragen: hoe ontwikkelt de bebouwing zich. Als men hierop let is de wijziging niet doelmatig. Ook het algemeen belang eischt deze wijziging niet. X>e heer H. Meeusen, chef der Vile afdeeling ten Stadhuize te Haarlem verdedigde het standpunt der gemeente en bestreed allereerst de juridische be zwaren van Mr. Prinsen Geerligs. Wie zal ten slotte het objectief criterium vaststellen. Er moet tenslotte leiding aan de uitbreiding worden gege ven De woningwet heeft die leiding in de handen van den Raad gelegd. De grond heeft daar al zes jaar gelegen zonder dat er gebouwd werd en nu zou er plotseling met den bouw een aanvang worden gemaakt. Ir M. H. Maas, de directeur van Openbare Werken et Haarlem merkte nog op,dat de uitbreiding in Nooi'd zeer onregelmatig is geschied. Dit moet thans op een wijze geschieden die uit stedebouwkundig oogpunt verantwoord is. Mr. T. A. M. A. v. Löben Seis sprak namens den heer P. Hoogeveen c.s. en de N.V. Roermondstad over de wijziging van het uitbreidingsplan in Haar lem Zuid-Oost. Spr. mex'kte op. dat de toeneming van de bevolking een onmiddellijke voorziening in de behoefte aan woningen eischt.. Als de reclaman ten gelijk krijgen, zullen er 1300 woningen verrijzen. De tegenstelling tusschen het openbaar belang, en het particulier nut is hier niet groot. De wijziging is ook daarom niet goed omdat de plannen langer dan 14 dagen, de voorgeschreven termijn in de wet, ter inzage hebben gelegen. De heer Meeusen wees er op, dat de kwestie van de behoefte aan woningen bij deze zaak buiten be schouwing kan blijven. Dat de plannen langer dan 14 dagen ter inzage hebben gelegen komt waar schijnlijk doordat men de Zondagen er bij heeft geteld. Onder de huidige omstandigheden kunnen trouwens de termijnen worden gewijzigd. Dat de reclamanten schade lijden is niet juist. Toen ze acht. jaar geleden de grond kochten was het ook geen bouwgrond. Ten zuiden van de Slachthuisbuurt is sinds 1939 slecht één woning gebouwd. Zoo lang ev in Haarlem nog goedkooper grond te krijgen is ko men de betreffende gronden als bouwterx-einen niet aan bod. Ir. Maas merkte nog op, dat men deze kwestie in het groote verband moet zien. Als alle uitbreidings plannen werden uitgevoerd zouden nog 22.000 1 woningen kunnen worden gebouwd. Dan zou. Haar- I lem 186.000 inwoners kunnen tellen. Deze plannen waren echter te veel omvattend. Men heeft daarom het aantal te bouwen woningen tot 12.000 beperktJ De gemeente kan dan tot 165.000 inwoners uit groeien. HET NEDERLANDSCH ARBEIDSFRONT. De afd. Haarlem en omgeving van de Nationale Werknemersvereeniging „Het Ncderlandsch Ar beidsfront" houdt heden. Donderdagavond, een openbare px-opagandavergadering in het gebouw van den Haarl. Kegelbond, Tempeliersstraat, te Haarlem. De algemeene propagandaleider van het Ned. Ax'beidsfront, de heer Van Kampen, zal spreken over het onderwerp: „De eischen van het Neder- landsch Ax-beidsfront voor den Nederlandschen arbeider". INSIGNE ZWEMMEN PADVINDERS. lil het Sportfondsenbad te Haarlem werd de gelegenheid aan padvixiders gegevexi tot het behalen van het insigne zwemmer en zwemster. Alle Candida ten slaagden, namelijk: Geertje van Maasdam, Ronnie Kuipers;Kennie Kuipers, Corrie t. Bokkel, Cora Mooij, Lily Bloem, Didia v.d. Kort, Wilhelmien Cohen Tervaert, Tineke Starixig, Mixia Buys, Henny van Zon en Pieter Goe- mans. De praktijk was over het algemeen vol doende; de kennis van de gevaren der zee voor baders exi zwemmers was minder goed. Beoor deelaars waren de heeren Joh. M. Schmidt en A. J. Meijerink. NED. BOND TOT HET REDDEN VAN DRENKELINGEN. Het jaarverslag van 1939 van bovengenoem- den Bond deelt o.a. mee, dat ons land in zes districten werd ingedeeld, om nog intensiever den verdrinkingsdood te bestrijden. Niet min der dan 1477 personen hebben in 1939 in ver- drinkixigsgevaar verkeerd; hiervan verdronken 544 personen; 933 werden gered. Men heeft, bij gestaan door de brigades, een krachtige actie onder de militairen kunnen voeren voor het aanleeren der zwemkunst en het bevorderen van het zwemmend redden. Door den propa gandist zijn 36 voordrachten gehouden; ook de Bondsfilm werd vele malen vertoond. Vijf nieuwe brigades traden toe, nl.: Alkmaar, Breda, Monster, Ouderkerk a.d. Amstel en Vreeswijk. Na goed afgelegd examen werden door de Technische Commissie de volgende diploma's uitgereikt: Voorbereidend (29) alleen tech nisch), Diploma A. 315(medisch- en techn.), Diploma B 78, (m. en t.), Diploma C. 44 Cm. en t.) Door leden van den Bond werd in 142 geval len hulp verleend. LECTUUR VOOR VLAANDEREN. 's-GRAVENHAGE, 10 Juli. Het hoofdbestuur van het algemeen Nederlandsch verbond deelt mede dat de mogelijkheid voor verzending van leesstof naar Vlaanderen wederom open is en de afdeeling boekverspreiding dezer dagen haar verzending, welke twee maanden heeft stilgelegen, weder kan doen doorgaan, waartoe de autoriteiten in België toestemming hebben gegeven. Met verlangen wach ten onze stamgenooten in Vlaanderen op boeken en tijdschriften, waar van zij nu eenige maanden verstoken zijn geweest. Gaarne zal de afdeeling boekverspx-eiding daar aan zoo spoedig mogelijk gevolg'geven. Een groot aantal kisten staat gex-eed om eerstdaags worden verzonden. Zij rekent er op, dat Nederlanders, die reeds zooveel jaren trouw hebben medegeholpen aan de instandhouding en verbrei- ding vaxx de Nederlandsche cultuur in Vlaanderen, thans weder in nog grootere mate zullen willen steunen. Men zende zijn boeken en tijdschriften aan de afd. boekverspreiding van het A.N.V., Su- xinamestraat 28 te 's-Gravenhage of zende (liefst schriftelijk) een verzoek ter afhaling, indien men in Den Haag woont, zoodat de aanvx-agen geleidelijk volgens de wijken kunnen wox-den afgedaan. Ook giften zijn natuurlijk welkom op de postrekening van de boekver-spreiding: 149431. (A.N.P.) Vrije Universiteitsdagen. Dr. H. Colijn spreekt een openingswoord. De 60ste algemeene vergadering van de „Ver eeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeer den Grondslag" werd heden in het gebouw voor K. en W. te Utrecht op de gebruikelijke wijze ge opend. Dr. H. Colijn, president-directeur der Uni versiteit, hield de openingsrede. In zijn openingsrede stond dr. H. Colijn stil bij de zeer bijzondere omstandighedexi waaronder deze jaarvergadering werd gehouden. Spr. zeide, dat het een voorrecht is den Bijbel te hebben in deze bewogen dagen. God is het tenslotte, die ons door dit leven leidt en die het spoor trekt, dat wij te volgen hebben en daardoor worden het bewo gen hart en soms steigerend verstand weer tot rust gebracht. Spr. zette uiteen dat de Vrije Uni versiteit, begonnen met drie faculteiten en vijf hoogleeraren, uitgroeide tot 17 gewone hoog leeraren, terwijl een vierde faculteit werd opge richt met drie gewone hoogleeraren en drie lec toren. Daarnaast arbeiden dan nog vier buiten gewone hoogleeraren. een privaat-docent en vijf docenten in de didactiek. Deze groei is wonder lijk als men bedenkt, dat de mannen van achter den ploeg en de meeltrog, naar Kuyper's teekenend woord, hun penningen voor haar offerden. Ook de gereformeerde vrouwen hebben voor de vierde faculteit en de geldmiddelen der V.U. belangrijk werk gedaan. Ondanks dit alles zijn ernstige fi- nancieele zorgen de V.U. niet gespaard en steeg haar tekort tot f 90.000. Toen de actie tot delging daarvan op vollen gang was brak de oorlog uit en als nu de verslagénheid op haar vrienden beslag zou leggen zou de V.U. niet meer een geloofsstuk maar waagstuk zijn. Spr. stond stil bij de facto ren, die den arbeid voor de V.U. in het algemeen verzwaren. Maar de taal des geloofs kent het onoverkomelijke niet. De oorlog ontheft niet van den plicht te zorgen voor wat God ons gaf. De V.U. is klein in vergelijking met de openbare univer siteiten. Maar zij bestaat en haar stem moet meer dan ooit klinken met sonoor geluid. Spr. gaf uiting aaxi aller hoop en verlangen, dat de V.U. is gebo ren uit den drang de gevaren, die het Christen volk in Nederland bedreigden, te helpen keeren en aan die taak en roeping blijft zij gebonden. Zij wil echter ook een diepvoelende nationale instelling zijn, die de waarachtige belangen van het geheele Nederlandsche volk op het hart draagt. Bij dit alles rekene men met de nuchtere werkelijkheid. In het loyaal nakomen van de ge stelde voorwaarde door de bezettexide macht heeft ook de V.U. een hoofdtaak. Daartoe alsmede tot haar instandhouding bekwame ons God Al machtig. Na afdoening der huishoudelijke aangelegen heden sprak dr. H. N. Ridderbos, gex-eformeerd predikant te Rotterdam over het onderwerp „Meer dan ooit". Spr. zeide o.m.: De offers, die wij ons voor de instandhouding der V.U. zullen hebben te getroosten zijn niet gering. Wij leven in een tijd, waarin het niet zoo zeer op onze welbespx-aaktheid als wel op onze veerkracht aankomt. Op den rug zal het aanko men. Maar het ontbreekt ons niet aan goede voor beelden in het verleden èn het heden. Spr. uitte den wensch, dat van deze vergadering iets uit zou mogen gaan. een voornemen, ja een heilige ge lofte, dat wij allen onzen rug niet zullen sparen en trouw zullen zijn. Ieder op zijn plaats en meer dan ooit. Opium door HANS DE LA RIVE-BOX \TRICK Murphey van de geheime vreemde lingenpolitie wilde juist op zijn fiets stappen om naar het Chineezcnkwartier te rijden, toen hij een bekende stem hoorde. Het was die van inspecteur Higgings. „Murphey, luister eens," zei hij, zijn stem dem pend. „Ik kx-eeg zoo juist weer een aanschrijven van het Gouvernement. Er wordt den laatsten tijd gru welijk veel opium gesmokkeld. Ik verzoek je drin gend een onderzoek in te stellen. Uit den aard der zaak zit jij dag en nacht tusschen de Chineezen en jij kent het volkje door en door. Er schijnen bijna dage lijks kleine hoeveelheden tegelijk uit de Chineezen- wijk naar de havens te worden gesmokkeld." „Het is me een raadsel", bromde Patrick. „De Chi- neezenbuurt is nu al veertien dagen voor iedereen ontoegankelijk in verband met de typhus-epidemie. Er komt niemand in, maar er gaat ook niemand uit. Nu ja, alleen de artsen en een enkele auto met le vensmiddelen, maar de wagens worden grondig on derzocht en bovendien is er steeds politie aanwezig bij het lossen." „Ik zeg je nogmaals dat het geen gróóte partijen kunnen zijn, die van eigenaar veranderen," hernam de inspecteur. „Het moeten juist zeer kleine hoeveel heden zijn, maar vele kleintjes maken een groote en je weet drommels goed dat zeis kleine porties opium prijzig genoeg zijn." „Ik zal extra uitkijken," beloofde Murphey en even later toog hij op weg naar dat gedeelte van de stad, waar een twee duizend zonen uit het Verre Oosten woonden en verschillende Chineesche gebrui ken in eere werden gehouden. De beide toegangswe gen waren scherp bewaakt, want men wilde in geen geval de kans loopen dat de gevreesde ziekte zich verder zou uitbreiden. Patrick Murphey deed zijn boodschap, meldde zich op het politiebui'eau en maakte een uurtje later aan stalten terug fe gaan naar de stad. Toen hij zijn fiets Na de pauze hield professor dr. J. H. Bavinck een rede over „Studie exi geloofsleven". Studie en geloofslevexi, aldus spreker, zijn geen elkander vijandige grootheden. Integendeel, het echte, warme geloof dat zich in alle levensuitin gen als een werkzame kracht bewijst, vindt ook in de wetenschappelijke studie een prachtig ge bied waar het zijn energie ontplooien kan. Toch zijn er oorzaken, die maken, dat studie en ge loofsleven elkander niet altijd in die mate be vruchten, als op zichzelf mogelijk en noodzake lijk is. Onder die oorzaken zijn vooral te noemen de theoretische geïnteresseerdheid van de studie en daartegenover de dadendrang van het geloof. Daarmee in verband staat ook de passiviteit van de studie tegenover de activiteit van het geloofs leven. De Vrije Universitiet is geen retraiteoord tot cultiveering van de vroomheid. Anderzijds is de Vrije Universiteit die zelf is opgebloeid uit een vast geloof, er In hooge mate mee gebaat, wanneer de studenten zich niet slechts volzuigen met diepe prixxcipieele gedachten en beschouwingen, maar dat zij stra'ks ook de school verlaten als menschen, die met een levend geloof de wereld ingaan. (A.N.P.) VOOR DE KINDEREN DE HERDENKING VAN DEN GULDEN SPORENSLAG IN DEN HAAG. Naar het A.N.P. van den persdienst der N.S.B. verneemt, zal de opmarsch van de W.A. enz. van Houtrust naar den Dierentuin in Deix Haag heden wegens bijzondere omstandigheden niet doox*gaan. De bijeenkomst in den Dierentuin ter herdenking van den Gulden-Sporenslag gaat echter wel door. TWEEDE NOODBEURS TE ARNHEM GEOPEND. In het gebouw „Musis Sacrum" te Arnhem Woensdag de tweede noodbeurs Gederland geopend. Namen aan de eerste noodbeurs 65 firma's deel, thans is dit aantal gestegen tot 160. (A.N.P.) De Dikke stelde voor om den tocht verder sluipend te ondernemexi om zoo min mogelijk gevaar te loopen opgemerkt te worden. Be hoedzaam baanden zij zich nu kruipend een weg door de slingerplanten. Eindelijk bereikten ze de open plek, waar de inboorlingen een rondedans maakten onder oorverdoovend vreugdegebrul. Opzij zagen zij een verhoogixig, waarop zij een hoofdman ver moedden, die door mannen met fakkels ge flankeerd werd. Het verlaten schildwachthuisje, dat een welkom schuilplaats bleek te zijn, tijdens een regenbui uit het rek haalde klonk plotseling een uitdagend gelach en een kleine haveloos gekleede zoon van het gele ras rende als een haas de binnenplaats uit en was in een oogwenk verdwenen. Eén blik op zijn achterwiel vertelde Patrick, dat de snoodaard de brutaliteit had gehad het ventiel los te draaien, zoo. dat de band leeggeloopen was. „Heer helpen, pomp halen?" klonk een teemende stem en een oude Chinees keek Murphey met zijn ondoorgrondelijke oogen vragend aan. „Ja, alsjeblieft en gauw een beetje," bromde Pa. trick. „Zoo'n aap van een jongen." De Chinees glimlachte. „Lu-Wang duivel is," zei hij. „Maar Ho-Ling u helpen zal." Hij pakte de fiets bij het stuur, verdween er mee om een hoek en kwam enkele minuten later met het rijwiel aan de hand terug. Murphey betastte de band, die nu weer keihard was. Hij mompelde een stuursch bedankje, stapte op en reed weg. Toen hij in de stad terug was, begaf hij zich re« gehecht naar het hoofdbureau en stalde de fiets op de gewone plaats in het rijwielrek. Nauwelijks wax hij in het gebouw verdwenen of een kleine jongen, die er zijn werk van maakte met een mondharmo nica langs de huizen te bedelen, wandelde de bin» nenplaats op, verdween in de rijwielloods en verliet deze weer na er enkele minuten vertoefd te hebben, Een kwartier later kwam Patrick Murphey weer bui ten, haalde zijn fiets en begaf zich naar Ixuis. „Vader," zei zijn twaalfjarig zoontje dien mid dag, „u mag wel oppassen, anders wordt u vanavond net ais gewone menschen bekeurd." Murphey keek op van het avondblad en trok een verbaasd gezicht. „Wat is er dan?" vroeg hij, niet-begrijpend. „Net als verleden week," antwoordde de jongeit, „Nu bent u uw achterlichtje al weer kwijt" Patrick Mui'phey sprong nijdig op. „Dat is nu al mijn vijfde achterlichtje in één maand," riep hij woedend. „Ik weet zeker dat het nog op mijn fiets zat toen ik het hoofdbureau bin nen reed. Ze schijnen het tegenwoordig speciaal op achterlichtjes van politiemannen te hebben ge munt In een havenkroegje berekende op dat oogenbliÜ een listig smokkelaar, dat je in een ledig achter lichtje precies voor dertig gulden opium kon ver voeren (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden.)' Barneveld 11 Juli. 1940. Pluimveemarkt. Oude kippen per K.G. f 0.50f 0.50, oude hanen f 0.35f 0.80; jonge hanen f 0.25f 0.75; jonge hanen per K.G. f 0.45f 0.50; N.H. blauwen per K.G. f 0.45—f 0.60; jonge hennen f 0.50—f 0.90; duiven per paar f 0.20f 0.25; tamme eenden f 0.15f 0.40; ganzen f 1.40f 2; kalkoenen per K.G. f 0.60f 0.75; tamme konijnen f 0.70f 1.1 wilde konijnen f 0.30f 0.35; piepkuikens f 0.05— f 0.12. Aanvoer 51.500. Handel: vlug. Eiermarkt. Witte eieren f 3.85f 3.95; gemengde eieren f 3.95f 4.05; bruine eieren f 4f 4.25; eenden eieren f 3f 3.20. Aanvoer 2.570.000. Handel: re delijk. Veemarkt. Zeugen f 70f 80, dr. zeugen f 90f 100; schram men f 20f 24; biggen f 14-f 16, zware varkens 27 tot 29 ets. per pond; zouters 26 tot 28 ets. per pond, vette kalveren 20 tot 26 ets. per pond, nuch tere kalveren f 4f 6. Handel: redelijk. Mr. CORRY STOLZ-VAN DEN KIEBOOM. 38) Dinsdagsmorgens zegt meneer Wessels: Juffrouw, de Directie wenscht, dat u met juffrouw De Ruyter de Aufsichtsratsversammlung bijwoont. Ik meneer? Waarvoor? vraagt Nick verbaasd. Om Kaffee te servieren, oilskoiken! Voor de stenografische vex-slagen natuurlijk, was meinen Sie? Ja, wann man mich gefragt hatteHij schudt het hoofd, in merkbare afkeuring over de slechte keus van de Dix-ectie. Ja meneer, zegt Nick gedwee. De typekamer is woedend, als het bekend wordt. En dit is nog maar een voorproefje, van wat er in December zal komen, weet Nick. Ze kan niet be grijpen, waaraan ze die uitverkiezing te danken heeft. Anders verslaat meneer Lammers altijd 2elf de vergaderingen met Erna als tweede steno- grafe. Maar meneer Lammers ligt er momenteel uit, hoort ze van Erna, die door haar positie altijd van alle „inwendige" quaesties op de hoogte is. Stel je voor, er is een bladzijde van een of andere roman, die hij aan 't overtypen was, midden in een rapport terecht gekomen, proest Erna. Het verhaal zegt, dat de laatste goede pagina ein digde met: de fabricage van toiletzeep in onze fa briek daar en daar steeg met zooveel ton en dat de volgende pagina begon met: geen wonder dus, dat de beide schilders verrukt waren over de schoon heid van het landschap en het bloeiende uiterlijk van de frissche boerenmeisjes.... of zooiets. De Directie moet er om gebruld hebben, maar Lam mers heeft een fiksche douw gekregen natuurlijk. Zielig, zegt Nick. Maar ik bof er mee. Ze «ijn ziedend, de anderen. Ik vind het eigenlijk ook niet fair. Waarom zouden ze Mies en Connie en Lientje gepasseerd hebben? Om dezelfde reden, waarom ze die voor mijn vacature ook niet nemen. Omdat jij een veel netter meisje bent. Ik? Nick lacht een beetje schel. Wat een gekke uitdrukking. Dat hebben ze me nog nooit gezegd. Nou corx-ect' dan, gedistingueerd, hoe je 't noemen wilt. Je dringt je niet op den voorgrond en je gaat kalm je gang. En dan vooral je kleedt je stemmig. Op een kantoor als dit noteeren brave kraagjesjurken met lange mouwen heel wat punten hooger dan de vroolijke flodderbloesjes, waar de meesten zoo dol op zijn. De vergadering van Commissarissen in de con ferentiezaal. De Directie is voltallig aanwezig tot het geven van inlichtingen. Vanuit haar hoekje, aan een klein tafeltje opzij van de enorme groene tafel met de hooggerugde Jacobean-zetels, ziet Nick Boy binnenkomen. Zeld zaam waardig ziet hij er uit. Een overdreven ge wichtig air. Moet ook wel, de stakker is verreweg de baby van het gezelschap. De rest is een keur- collectie oude pruiken, zooals ze sinds haar stage bij Oom Victor niet meer gezien heeft. Twee ooms van Boys zijn er bij. En een neef. Eenig is dat gedoe om af te kijken. Erna en zij krijgen ieder een pakje van de zoo bloedig klaargezwoegde rapporten en contracten om uit te deelen. Ze zorgt er voor, Boy niet aan te kijken. Een net meisje ze grinnikt even. Prachtig zijn die gesprekkenBent u nog op de reejacht geweest, Oom? hoort ze Boy over de tafel vragen. Ja, vorige maand. Déveine gehad, zegt de ander. Enorm veel patrijzen dit jaar, valt een derde in. Zeg, De Laet, jij bent jurist, kim je me niet gauw uitleggen, wat liquid assets en liquid liabi lities zijn? Het is mij zoo helder als koffiedik, al dat fraais. Nick kijkt medelijdend naar het blozende ver brande gezicht van den ouden heer. Je kunt zóó zien, dat die meer kaas heeft gegeten van reeën en patrijzen dan van de haute finance. En Boy zwoe gen en zich uitsloven om college te geven! Amu sant is het. Ze geniet van de voornaam-zakelijke sfeer van de conferentiezaal, het eenige vertrek in het kantoorgebouw, dat niet hypermodern is ingericht. Groote portretten van de oprichters van de Vennootschap. Luchtfoto's van de fabrieken. De prachtig-gekleurde „stamboom", waarop in al leen voor insiders begrijpelijke code de moeder en dochtermaatschappijen in hun ingewikkelde on_ derlinge verhoudingen staan afgebeeld. Als de fxxsie er door komt. mag er wel eens wat versch bloed in den Raad van Commissarissen komen zoo'n familieregeering deugt toch niet meer voor een groeiend concern als dit. Van de commissaris sen is Boy de eenige, die óók capaciteiten mee brengt. De vergadering duurt lang. Nick verwondert zich over het gemak, waarmee ze de discussies bij houdt; vergaderingen stenografeeren is toch hèt moeilijkste. Maar die ouwe heeren praten zoo lek ker bedachtzaam, je weet vijf minuten tevoren al wat er komen zal. De lunchpauze. Alle gezichten verhelderen. Zij moeten blijven wachten, tot de heeren ver trokken zijn en dan gauw-gauw alle papieren bij eenzoeken en in de brandksat opbergen. Nick vangt Boy's knipoogje en uitnoodigende hoofdbeweging op. „Nee", schudt ze lachend. Alsof zij daarbij hoort, bij die plechtige lunch in het Amstelhotel. 's Middags gaat het nog makkelijker. De co pieuze lunch heeft het tempo niet bepaald ver sneld, denkt Nick. Ze sukkelen zoo heerlijk lang zaam door de agenda heen. De rondvraag nu is 't bijna gebeurd. Een oogenblik later stenogra feert ze x-ustig: „De heer Van Aetsveld wenscht inlichtingen omtrent den stand der hangende oc trooiprocedures. Spreker heeft den indruk, dat deze processen onnoodig lang sleepende worden gehouden en dat in deze niet de gewenschte dili- gentie wordt betracht. De heer De Jong antwoordt, dat de procedure Zeepfabrieken contra Müller, welke door onze vennootschap in eerste instantie werd gewonnen, thans in hooger beroep wordt ge voerd voor het Gerechtshof te Arnhem. Spreker is, zoowel ten aanzien van deze als van de voor de Rechtbank alhier tegen de Niedexrheinische Seifen- fabriken G.m.b.H. gevoerd wordende procedure, ten volle overtuigd, dat door de rechtskundige raadslieden onzer vennootschap al het noodige wordt gedaan om den afloop te bespoedigen en dat onze belangen bij genoemde heeren in de meest veilige en deskundige handen zijnJa, daar word je van binnen heelemaal warm en blij van, want dat slaat op hèm, op Frank. Het is heerlijk, zelfs het mogen neerschrijven van die prijzende woorden is een geluk. En hij weet er niets van het zou hem misschien nu zoo goed doen. Maar ze kan het hem niet gaan vertellenhet is im mers uitheelemaal uit. Ze zal het toch extra voor zichzelf overtypen, om te bewaren. Vier uur en nu alles nog uitwerken. Dat wordt een latertje, zucht Erna, als ze weer over de gang loopen. Zeg, wat kyk jij verheugd? Al lemaal blijdschap, dat je je vriendje weer gezien hebt? Tuurlijk, lacht Nick. Jij zou zeker niet blij zijn na zoo'n hartelijke begroeting. Hij was echt in vorm, hè kilometers afstand. Moet ook. En ik heb hem ook lekker niet meer noodig, zegt ze er triomfantelijk achteraan. Ja, wat is er, Hendrik? De loopjongen geeft haar een briefje. „Beste Nick", lees ze. „Onvriendelijke beweging is dat hier. Ik heb niet eens kans gekregen, je de hand te drukken. En ik hoor, dat je nog in geen uren te genaken zult zijn. Maar ik wil je toch even mijn hooge tevx-edenheid betuigen over de wijze, waarop je 't hier voor elkaar hebt gebokst. Je bent een kraan, Nick en ik glim van genoegen na al het goeds, dat ik vandaag over je heb gehoord. Je Boy. Hier, lees maar. Ze steekt Erna lachend het briefje toe. Dan raak je misschien eindelijk overtuigd, dat er niets achter steekt. Akelig onschuldig, zegt Erna. Maar om wie treur je dan toch? Want normaal ben je niet, dat maak je mij niet wijs. Om Wessels natuurlijk, proest Nick. Snap je dat niet? Ik ween, als ik aan den eersten De cember denk. „Tinge lingeling eling". Het schokkend ge klingel van een bel, die door een bellekoord in beweging wordt gebracht. Lies kijkt naar de twee knikkebollende oudjes aan weerskanten van het fornuis. Ze zal zelf maar gaan, Bertus is zoo „rimmetiekerig" vandaag en Marie wordt altijd nijdig, als ze uit haar middag dutje gewekt wordt. Zuchtend staat ze op, draait met een mechanische beweging de pit van de pe troleumlamp boven de keukentafel een halven slag lager en loopt raar den salon. Freule van Holck tot Schox-enburgh zit in haar armstoel bij het open houtvuur. Juffrouw, wilt u even het theelichtje uit blazen? Zeker freule. Zal ik de gordijnen sluiten, freule? Hoe laat is het? Kwart over vier, freule. Wacht u dan tot half vijf. Ik schemer graag nog even. Ja, freule. Terug naar de keuken. Van de ouwe tang in den salon naar de twee oude „collega's" bij het fornuis. Drie oude menschen bij elkaar. En zij er tusschen. Op een Zondagmiddag in November. Is er iets triest5sers te bedenken9 De eerste dagen was ze dankbaar geweest voor de rust. Zóó kapot en on dersteboven als zé uit Den Haag was aangekomen het had een veilig toevluchtsoord gebleken, dit oude kasteeltje midden in de Geldersche bosschen. De zalige stilte na het lawaai van Amsterdam. De plechtige rust van de hooge beuken. De dennen geur uit haar kinderjaren. Hier had ze gedacht hier zou ze kunnen vergeten. Hard werken, vreemde menschen, die niets van haar afwisten. Die niet wisten, wat er met haar gebeurd was.... Lies zit weer aan de keukentafel en buigt zich over haar boek. Lezen nu niet denken. Niet denken aan Amsterdam. Dat kan ze nog het mak kelijkst vermijden. Amsterdam is alleen maar een lawaaiige bar, waar geschreeuwd wordt en ge lachen en waar iemand, die telefoneeren wil, moet roepen: „zet die verduivelde radio t.och af, ik ver sta geen woord" iemand, die zich daar goed genoeg thuis voelt om zoo'n toon te mogen aam- slaan.... En een andere stem zegt: „hij is zeker weer plotseling verhinderd, hè die mooie man van jou wacht maar, mijn tijd komt nog wel. (Wordt vervolgd), j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 6