P;
'liet JOirnt m Jan
Vertelling
MADKT
GEKicunrm
Huwelijk met modern
Comfort.
DONDERDAG 11 JULI 1940
Na langen tijd is er te Uden weer veemarkt ge
houden, waarvoor natuurlijk groote belang
stelling bestond.
Bezwaren tegen intrekking van
gemeentelijke uitbreidingsplannen.
Mondelinge toelichting voor Ged. Staten.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben
Woensdagmiddag onder presidium van mr. dr. A.
baron Röell in het gebouw der Provinciale Griffie
vergaderd ter mondelinge behandeling van de inge
diende bezwaarschriften tegen het besluit van den
Raad der gemeente Haarlem van 14 Juli 1939 inzake
intrekking van gedeelten der uitbreidingsplannen
„Noord" en „Zuid-Oost" en vaststelling van een
plan in hoofdzaak
Voor de reclamanten H. Smolenaars en J. Bal te
Bloemendaal voerde mr. H. E. Prinsen Geerligs
inzake het plan „Noord" het woord. Hij wees erop.
dat het hierbij gaat over de wijziging in het uitbrei
dingsplan no. 13 van Noord. Tegen deze wijziging
ontwikkelde spreker verschillende juridische be
zwaren. De grond van de reclamanten sluit zich
absoluut aan bij de thans bestaande bebouwing. Bij
normale uitbreiding zou deze grond dan ook zeker
worden bebouwd. De gemeente stelt zich echter op
het standpunt, dat zij de terreinen zal aanwijzen
waarop de uitbreiding zal geschieden. Er moet
echter worden gezocht naar een objectief criterium.
Dat objectieve criterium is de behoefte zooals die
in een bepaald oogenblik tot uiting komt. Men moet
zich afvragen: hoe ontwikkelt de bebouwing zich.
Als men hierop let is de wijziging niet doelmatig.
Ook het algemeen belang eischt deze wijziging niet.
X>e heer H. Meeusen, chef der Vile afdeeling ten
Stadhuize te Haarlem verdedigde het standpunt der
gemeente en bestreed allereerst de juridische be
zwaren van Mr. Prinsen Geerligs. Wie zal ten
slotte het objectief criterium vaststellen. Er moet
tenslotte leiding aan de uitbreiding worden gege
ven De woningwet heeft die leiding in de handen
van den Raad gelegd. De grond heeft daar al zes
jaar gelegen zonder dat er gebouwd werd en nu zou
er plotseling met den bouw een aanvang worden
gemaakt.
Ir M. H. Maas, de directeur van Openbare Werken
et Haarlem merkte nog op,dat de uitbreiding in
Nooi'd zeer onregelmatig is geschied. Dit moet thans
op een wijze geschieden die uit stedebouwkundig
oogpunt verantwoord is.
Mr. T. A. M. A. v. Löben Seis sprak namens den
heer P. Hoogeveen c.s. en de N.V. Roermondstad
over de wijziging van het uitbreidingsplan in Haar
lem Zuid-Oost. Spr. mex'kte op. dat de toeneming
van de bevolking een onmiddellijke voorziening in
de behoefte aan woningen eischt.. Als de reclaman
ten gelijk krijgen, zullen er 1300 woningen verrijzen.
De tegenstelling tusschen het openbaar belang, en
het particulier nut is hier niet groot. De wijziging
is ook daarom niet goed omdat de plannen langer
dan 14 dagen, de voorgeschreven termijn in de
wet, ter inzage hebben gelegen.
De heer Meeusen wees er op, dat de kwestie van
de behoefte aan woningen bij deze zaak buiten be
schouwing kan blijven. Dat de plannen langer dan
14 dagen ter inzage hebben gelegen komt waar
schijnlijk doordat men de Zondagen er bij heeft
geteld. Onder de huidige omstandigheden kunnen
trouwens de termijnen worden gewijzigd. Dat de
reclamanten schade lijden is niet juist. Toen ze acht.
jaar geleden de grond kochten was het ook geen
bouwgrond. Ten zuiden van de Slachthuisbuurt is
sinds 1939 slecht één woning gebouwd. Zoo lang ev
in Haarlem nog goedkooper grond te krijgen is ko
men de betreffende gronden als bouwterx-einen niet
aan bod.
Ir. Maas merkte nog op, dat men deze kwestie in
het groote verband moet zien. Als alle uitbreidings
plannen werden uitgevoerd zouden nog 22.000 1
woningen kunnen worden gebouwd. Dan zou. Haar- I
lem 186.000 inwoners kunnen tellen. Deze plannen
waren echter te veel omvattend. Men heeft daarom
het aantal te bouwen woningen tot 12.000 beperktJ
De gemeente kan dan tot 165.000 inwoners uit
groeien.
HET NEDERLANDSCH ARBEIDSFRONT.
De afd. Haarlem en omgeving van de Nationale
Werknemersvereeniging „Het Ncderlandsch Ar
beidsfront" houdt heden. Donderdagavond, een
openbare px-opagandavergadering in het gebouw
van den Haarl. Kegelbond, Tempeliersstraat, te
Haarlem.
De algemeene propagandaleider van het Ned.
Ax'beidsfront, de heer Van Kampen, zal spreken
over het onderwerp: „De eischen van het Neder-
landsch Ax-beidsfront voor den Nederlandschen
arbeider".
INSIGNE ZWEMMEN PADVINDERS.
lil het Sportfondsenbad te Haarlem werd de
gelegenheid aan padvixiders gegevexi tot het
behalen van het insigne zwemmer en zwemster.
Alle Candida ten slaagden, namelijk: Geertje van
Maasdam, Ronnie Kuipers;Kennie Kuipers, Corrie
t. Bokkel, Cora Mooij, Lily Bloem, Didia v.d. Kort,
Wilhelmien Cohen Tervaert, Tineke Starixig,
Mixia Buys, Henny van Zon en Pieter Goe-
mans. De praktijk was over het algemeen vol
doende; de kennis van de gevaren der zee voor
baders exi zwemmers was minder goed. Beoor
deelaars waren de heeren Joh. M. Schmidt en
A. J. Meijerink.
NED. BOND TOT HET REDDEN VAN
DRENKELINGEN.
Het jaarverslag van 1939 van bovengenoem-
den Bond deelt o.a. mee, dat ons land in zes
districten werd ingedeeld, om nog intensiever
den verdrinkingsdood te bestrijden. Niet min
der dan 1477 personen hebben in 1939 in ver-
drinkixigsgevaar verkeerd; hiervan verdronken
544 personen; 933 werden gered. Men heeft, bij
gestaan door de brigades, een krachtige actie
onder de militairen kunnen voeren voor het
aanleeren der zwemkunst en het bevorderen
van het zwemmend redden. Door den propa
gandist zijn 36 voordrachten gehouden; ook de
Bondsfilm werd vele malen vertoond. Vijf
nieuwe brigades traden toe, nl.: Alkmaar,
Breda, Monster, Ouderkerk a.d. Amstel en
Vreeswijk.
Na goed afgelegd examen werden door de
Technische Commissie de volgende diploma's
uitgereikt: Voorbereidend (29) alleen tech
nisch), Diploma A. 315(medisch- en techn.),
Diploma B 78, (m. en t.), Diploma C. 44 Cm.
en t.)
Door leden van den Bond werd in 142 geval
len hulp verleend.
LECTUUR VOOR VLAANDEREN.
's-GRAVENHAGE, 10 Juli. Het hoofdbestuur
van het algemeen Nederlandsch verbond deelt mede
dat de mogelijkheid voor verzending van leesstof
naar Vlaanderen wederom open is en de afdeeling
boekverspreiding dezer dagen haar verzending,
welke twee maanden heeft stilgelegen, weder kan
doen doorgaan, waartoe de autoriteiten in België
toestemming hebben gegeven. Met verlangen wach
ten onze stamgenooten in Vlaanderen op boeken
en tijdschriften, waar van zij nu eenige maanden
verstoken zijn geweest.
Gaarne zal de afdeeling boekverspx-eiding daar
aan zoo spoedig mogelijk gevolg'geven. Een groot
aantal kisten staat gex-eed om eerstdaags
worden verzonden. Zij rekent er op, dat
Nederlanders, die reeds zooveel jaren trouw hebben
medegeholpen aan de instandhouding en verbrei-
ding vaxx de Nederlandsche cultuur in Vlaanderen,
thans weder in nog grootere mate zullen willen
steunen. Men zende zijn boeken en tijdschriften
aan de afd. boekverspreiding van het A.N.V., Su-
xinamestraat 28 te 's-Gravenhage of zende (liefst
schriftelijk) een verzoek ter afhaling, indien men
in Den Haag woont, zoodat de aanvx-agen geleidelijk
volgens de wijken kunnen wox-den afgedaan. Ook
giften zijn natuurlijk welkom op de postrekening
van de boekver-spreiding: 149431. (A.N.P.)
Vrije Universiteitsdagen.
Dr. H. Colijn spreekt een openingswoord.
De 60ste algemeene vergadering van de „Ver
eeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeer
den Grondslag" werd heden in het gebouw voor
K. en W. te Utrecht op de gebruikelijke wijze ge
opend. Dr. H. Colijn, president-directeur der Uni
versiteit, hield de openingsrede.
In zijn openingsrede stond dr. H. Colijn stil bij
de zeer bijzondere omstandighedexi waaronder
deze jaarvergadering werd gehouden. Spr. zeide,
dat het een voorrecht is den Bijbel te hebben in
deze bewogen dagen. God is het tenslotte, die ons
door dit leven leidt en die het spoor trekt, dat wij
te volgen hebben en daardoor worden het bewo
gen hart en soms steigerend verstand weer tot
rust gebracht. Spr. zette uiteen dat de Vrije Uni
versiteit, begonnen met drie faculteiten en vijf
hoogleeraren, uitgroeide tot 17 gewone hoog
leeraren, terwijl een vierde faculteit werd opge
richt met drie gewone hoogleeraren en drie lec
toren. Daarnaast arbeiden dan nog vier buiten
gewone hoogleeraren. een privaat-docent en vijf
docenten in de didactiek. Deze groei is wonder
lijk als men bedenkt, dat de mannen van achter
den ploeg en de meeltrog, naar Kuyper's teekenend
woord, hun penningen voor haar offerden. Ook de
gereformeerde vrouwen hebben voor de vierde
faculteit en de geldmiddelen der V.U. belangrijk
werk gedaan. Ondanks dit alles zijn ernstige fi-
nancieele zorgen de V.U. niet gespaard en steeg
haar tekort tot f 90.000. Toen de actie tot delging
daarvan op vollen gang was brak de oorlog uit en
als nu de verslagénheid op haar vrienden beslag
zou leggen zou de V.U. niet meer een geloofsstuk
maar waagstuk zijn. Spr. stond stil bij de facto
ren, die den arbeid voor de V.U. in het algemeen
verzwaren. Maar de taal des geloofs kent het
onoverkomelijke niet. De oorlog ontheft niet van
den plicht te zorgen voor wat God ons gaf. De V.U.
is klein in vergelijking met de openbare univer
siteiten. Maar zij bestaat en haar stem moet meer
dan ooit klinken met sonoor geluid. Spr. gaf uiting
aaxi aller hoop en verlangen, dat de V.U. is gebo
ren uit den drang de gevaren, die het Christen
volk in Nederland bedreigden, te helpen keeren
en aan die taak en roeping blijft zij gebonden.
Zij wil echter ook een diepvoelende nationale
instelling zijn, die de waarachtige belangen van
het geheele Nederlandsche volk op het hart
draagt. Bij dit alles rekene men met de nuchtere
werkelijkheid. In het loyaal nakomen van de ge
stelde voorwaarde door de bezettexide macht heeft
ook de V.U. een hoofdtaak. Daartoe alsmede tot
haar instandhouding bekwame ons God Al
machtig.
Na afdoening der huishoudelijke aangelegen
heden sprak dr. H. N. Ridderbos, gex-eformeerd
predikant te Rotterdam over het onderwerp
„Meer dan ooit". Spr. zeide o.m.:
De offers, die wij ons voor de instandhouding
der V.U. zullen hebben te getroosten zijn niet
gering. Wij leven in een tijd, waarin het niet zoo
zeer op onze welbespx-aaktheid als wel op onze
veerkracht aankomt. Op den rug zal het aanko
men. Maar het ontbreekt ons niet aan goede voor
beelden in het verleden èn het heden. Spr. uitte
den wensch, dat van deze vergadering iets uit zou
mogen gaan. een voornemen, ja een heilige ge
lofte, dat wij allen onzen rug niet zullen sparen
en trouw zullen zijn. Ieder op zijn plaats en meer
dan ooit.
Opium
door HANS DE LA RIVE-BOX
\TRICK Murphey van de geheime vreemde
lingenpolitie wilde juist op zijn fiets stappen
om naar het Chineezcnkwartier te rijden,
toen hij een bekende stem hoorde. Het was
die van inspecteur Higgings.
„Murphey, luister eens," zei hij, zijn stem dem
pend. „Ik kx-eeg zoo juist weer een aanschrijven van
het Gouvernement. Er wordt den laatsten tijd gru
welijk veel opium gesmokkeld. Ik verzoek je drin
gend een onderzoek in te stellen. Uit den aard der
zaak zit jij dag en nacht tusschen de Chineezen en jij
kent het volkje door en door. Er schijnen bijna dage
lijks kleine hoeveelheden tegelijk uit de Chineezen-
wijk naar de havens te worden gesmokkeld."
„Het is me een raadsel", bromde Patrick. „De Chi-
neezenbuurt is nu al veertien dagen voor iedereen
ontoegankelijk in verband met de typhus-epidemie.
Er komt niemand in, maar er gaat ook niemand uit.
Nu ja, alleen de artsen en een enkele auto met le
vensmiddelen, maar de wagens worden grondig on
derzocht en bovendien is er steeds politie aanwezig
bij het lossen."
„Ik zeg je nogmaals dat het geen gróóte partijen
kunnen zijn, die van eigenaar veranderen," hernam
de inspecteur. „Het moeten juist zeer kleine hoeveel
heden zijn, maar vele kleintjes maken een groote en
je weet drommels goed dat zeis kleine porties opium
prijzig genoeg zijn."
„Ik zal extra uitkijken," beloofde Murphey en
even later toog hij op weg naar dat gedeelte van de
stad, waar een twee duizend zonen uit het Verre
Oosten woonden en verschillende Chineesche gebrui
ken in eere werden gehouden. De beide toegangswe
gen waren scherp bewaakt, want men wilde in geen
geval de kans loopen dat de gevreesde ziekte zich
verder zou uitbreiden.
Patrick Murphey deed zijn boodschap, meldde zich
op het politiebui'eau en maakte een uurtje later aan
stalten terug fe gaan naar de stad. Toen hij zijn fiets
Na de pauze hield professor dr. J. H. Bavinck
een rede over „Studie exi geloofsleven".
Studie en geloofslevexi, aldus spreker, zijn geen
elkander vijandige grootheden. Integendeel, het
echte, warme geloof dat zich in alle levensuitin
gen als een werkzame kracht bewijst, vindt ook
in de wetenschappelijke studie een prachtig ge
bied waar het zijn energie ontplooien kan. Toch
zijn er oorzaken, die maken, dat studie en ge
loofsleven elkander niet altijd in die mate be
vruchten, als op zichzelf mogelijk en noodzake
lijk is. Onder die oorzaken zijn vooral te noemen
de theoretische geïnteresseerdheid van de studie
en daartegenover de dadendrang van het geloof.
Daarmee in verband staat ook de passiviteit van
de studie tegenover de activiteit van het geloofs
leven. De Vrije Universitiet is geen retraiteoord
tot cultiveering van de vroomheid. Anderzijds is
de Vrije Universiteit die zelf is opgebloeid uit een
vast geloof, er In hooge mate mee gebaat, wanneer
de studenten zich niet slechts volzuigen met
diepe prixxcipieele gedachten en beschouwingen,
maar dat zij stra'ks ook de school verlaten als
menschen, die met een levend geloof de wereld
ingaan. (A.N.P.)
VOOR DE KINDEREN
DE HERDENKING VAN DEN GULDEN
SPORENSLAG IN DEN HAAG.
Naar het A.N.P. van den persdienst der N.S.B.
verneemt, zal de opmarsch van de W.A. enz. van
Houtrust naar den Dierentuin in Deix Haag heden
wegens bijzondere omstandigheden niet doox*gaan.
De bijeenkomst in den Dierentuin ter herdenking
van den Gulden-Sporenslag gaat echter wel door.
TWEEDE NOODBEURS TE ARNHEM
GEOPEND.
In het gebouw „Musis Sacrum" te Arnhem
Woensdag de tweede noodbeurs Gederland
geopend.
Namen aan de eerste noodbeurs 65 firma's
deel, thans is dit aantal gestegen tot 160.
(A.N.P.)
De Dikke stelde voor om den tocht verder
sluipend te ondernemexi om zoo min mogelijk
gevaar te loopen opgemerkt te worden. Be
hoedzaam baanden zij zich nu kruipend een
weg door de slingerplanten.
Eindelijk bereikten ze de open plek, waar
de inboorlingen een rondedans maakten onder
oorverdoovend vreugdegebrul. Opzij zagen zij
een verhoogixig, waarop zij een hoofdman ver
moedden, die door mannen met fakkels ge
flankeerd werd.
Het verlaten schildwachthuisje, dat een welkom
schuilplaats bleek te zijn, tijdens een regenbui
uit het rek haalde klonk plotseling een uitdagend
gelach en een kleine haveloos gekleede zoon van het
gele ras rende als een haas de binnenplaats uit en
was in een oogwenk verdwenen. Eén blik op zijn
achterwiel vertelde Patrick, dat de snoodaard de
brutaliteit had gehad het ventiel los te draaien, zoo.
dat de band leeggeloopen was.
„Heer helpen, pomp halen?" klonk een teemende
stem en een oude Chinees keek Murphey met zijn
ondoorgrondelijke oogen vragend aan.
„Ja, alsjeblieft en gauw een beetje," bromde Pa.
trick. „Zoo'n aap van een jongen."
De Chinees glimlachte.
„Lu-Wang duivel is," zei hij. „Maar Ho-Ling u
helpen zal."
Hij pakte de fiets bij het stuur, verdween er mee
om een hoek en kwam enkele minuten later met het
rijwiel aan de hand terug. Murphey betastte de band,
die nu weer keihard was. Hij mompelde een stuursch
bedankje, stapte op en reed weg.
Toen hij in de stad terug was, begaf hij zich re«
gehecht naar het hoofdbureau en stalde de fiets op
de gewone plaats in het rijwielrek. Nauwelijks wax
hij in het gebouw verdwenen of een kleine jongen,
die er zijn werk van maakte met een mondharmo
nica langs de huizen te bedelen, wandelde de bin»
nenplaats op, verdween in de rijwielloods en verliet
deze weer na er enkele minuten vertoefd te hebben,
Een kwartier later kwam Patrick Murphey weer bui
ten, haalde zijn fiets en begaf zich naar Ixuis.
„Vader," zei zijn twaalfjarig zoontje dien mid
dag, „u mag wel oppassen, anders wordt u vanavond
net ais gewone menschen bekeurd."
Murphey keek op van het avondblad en trok een
verbaasd gezicht.
„Wat is er dan?" vroeg hij, niet-begrijpend.
„Net als verleden week," antwoordde de jongeit,
„Nu bent u uw achterlichtje al weer kwijt"
Patrick Mui'phey sprong nijdig op.
„Dat is nu al mijn vijfde achterlichtje in één
maand," riep hij woedend. „Ik weet zeker dat het
nog op mijn fiets zat toen ik het hoofdbureau bin
nen reed. Ze schijnen het tegenwoordig speciaal op
achterlichtjes van politiemannen te hebben ge
munt
In een havenkroegje berekende op dat oogenbliÜ
een listig smokkelaar, dat je in een ledig achter
lichtje precies voor dertig gulden opium kon ver
voeren
(Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden.)'
Barneveld 11 Juli. 1940.
Pluimveemarkt.
Oude kippen per K.G. f 0.50f 0.50, oude hanen
f 0.35f 0.80; jonge hanen f 0.25f 0.75; jonge
hanen per K.G. f 0.45f 0.50; N.H. blauwen per
K.G. f 0.45—f 0.60; jonge hennen f 0.50—f 0.90;
duiven per paar f 0.20f 0.25; tamme eenden
f 0.15f 0.40; ganzen f 1.40f 2; kalkoenen per
K.G. f 0.60f 0.75; tamme konijnen f 0.70f 1.1
wilde konijnen f 0.30f 0.35; piepkuikens f 0.05—
f 0.12. Aanvoer 51.500. Handel: vlug.
Eiermarkt.
Witte eieren f 3.85f 3.95; gemengde eieren
f 3.95f 4.05; bruine eieren f 4f 4.25; eenden
eieren f 3f 3.20. Aanvoer 2.570.000. Handel: re
delijk.
Veemarkt.
Zeugen f 70f 80, dr. zeugen f 90f 100; schram
men f 20f 24; biggen f 14-f 16, zware varkens
27 tot 29 ets. per pond; zouters 26 tot 28 ets. per
pond, vette kalveren 20 tot 26 ets. per pond, nuch
tere kalveren f 4f 6. Handel: redelijk.
Mr. CORRY STOLZ-VAN DEN KIEBOOM.
38)
Dinsdagsmorgens zegt meneer Wessels:
Juffrouw, de Directie wenscht, dat u met
juffrouw De Ruyter de Aufsichtsratsversammlung
bijwoont.
Ik meneer? Waarvoor? vraagt Nick verbaasd.
Om Kaffee te servieren, oilskoiken! Voor de
stenografische vex-slagen natuurlijk, was meinen
Sie? Ja, wann man mich gefragt hatteHij
schudt het hoofd, in merkbare afkeuring over de
slechte keus van de Dix-ectie.
Ja meneer, zegt Nick gedwee.
De typekamer is woedend, als het bekend wordt.
En dit is nog maar een voorproefje, van wat er in
December zal komen, weet Nick. Ze kan niet be
grijpen, waaraan ze die uitverkiezing te danken
heeft. Anders verslaat meneer Lammers altijd
2elf de vergaderingen met Erna als tweede steno-
grafe.
Maar meneer Lammers ligt er momenteel uit,
hoort ze van Erna, die door haar positie altijd van
alle „inwendige" quaesties op de hoogte is.
Stel je voor, er is een bladzijde van een of
andere roman, die hij aan 't overtypen was, midden
in een rapport terecht gekomen, proest Erna.
Het verhaal zegt, dat de laatste goede pagina ein
digde met: de fabricage van toiletzeep in onze fa
briek daar en daar steeg met zooveel ton en dat de
volgende pagina begon met: geen wonder dus, dat
de beide schilders verrukt waren over de schoon
heid van het landschap en het bloeiende uiterlijk
van de frissche boerenmeisjes.... of zooiets. De
Directie moet er om gebruld hebben, maar Lam
mers heeft een fiksche douw gekregen natuurlijk.
Zielig, zegt Nick. Maar ik bof er mee. Ze
«ijn ziedend, de anderen. Ik vind het eigenlijk ook
niet fair. Waarom zouden ze Mies en Connie en
Lientje gepasseerd hebben?
Om dezelfde reden, waarom ze die voor mijn
vacature ook niet nemen. Omdat jij een veel netter
meisje bent.
Ik? Nick lacht een beetje schel. Wat
een gekke uitdrukking. Dat hebben ze me nog
nooit gezegd.
Nou corx-ect' dan, gedistingueerd, hoe je 't
noemen wilt. Je dringt je niet op den voorgrond en
je gaat kalm je gang. En dan vooral je kleedt
je stemmig. Op een kantoor als dit noteeren brave
kraagjesjurken met lange mouwen heel wat punten
hooger dan de vroolijke flodderbloesjes, waar de
meesten zoo dol op zijn.
De vergadering van Commissarissen in de con
ferentiezaal. De Directie is voltallig aanwezig tot
het geven van inlichtingen.
Vanuit haar hoekje, aan een klein tafeltje opzij
van de enorme groene tafel met de hooggerugde
Jacobean-zetels, ziet Nick Boy binnenkomen. Zeld
zaam waardig ziet hij er uit. Een overdreven ge
wichtig air. Moet ook wel, de stakker is verreweg
de baby van het gezelschap. De rest is een keur-
collectie oude pruiken, zooals ze sinds haar stage
bij Oom Victor niet meer gezien heeft. Twee ooms
van Boys zijn er bij. En een neef. Eenig is dat
gedoe om af te kijken.
Erna en zij krijgen ieder een pakje van de zoo
bloedig klaargezwoegde rapporten en contracten
om uit te deelen. Ze zorgt er voor, Boy niet aan
te kijken. Een net meisje ze grinnikt even.
Prachtig zijn die gesprekkenBent u nog
op de reejacht geweest, Oom? hoort ze Boy over de
tafel vragen.
Ja, vorige maand. Déveine gehad, zegt de
ander.
Enorm veel patrijzen dit jaar, valt een derde
in. Zeg, De Laet, jij bent jurist, kim je me niet
gauw uitleggen, wat liquid assets en liquid liabi
lities zijn? Het is mij zoo helder als koffiedik, al
dat fraais.
Nick kijkt medelijdend naar het blozende ver
brande gezicht van den ouden heer. Je kunt zóó
zien, dat die meer kaas heeft gegeten van reeën en
patrijzen dan van de haute finance. En Boy zwoe
gen en zich uitsloven om college te geven! Amu
sant is het. Ze geniet van de voornaam-zakelijke
sfeer van de conferentiezaal, het eenige vertrek
in het kantoorgebouw, dat niet hypermodern is
ingericht. Groote portretten van de oprichters van
de Vennootschap. Luchtfoto's van de fabrieken. De
prachtig-gekleurde „stamboom", waarop in al
leen voor insiders begrijpelijke code de moeder
en dochtermaatschappijen in hun ingewikkelde on_
derlinge verhoudingen staan afgebeeld. Als de
fxxsie er door komt. mag er wel eens wat versch
bloed in den Raad van Commissarissen komen
zoo'n familieregeering deugt toch niet meer voor
een groeiend concern als dit. Van de commissaris
sen is Boy de eenige, die óók capaciteiten mee
brengt.
De vergadering duurt lang. Nick verwondert
zich over het gemak, waarmee ze de discussies bij
houdt; vergaderingen stenografeeren is toch hèt
moeilijkste. Maar die ouwe heeren praten zoo lek
ker bedachtzaam, je weet vijf minuten tevoren al
wat er komen zal.
De lunchpauze. Alle gezichten verhelderen.
Zij moeten blijven wachten, tot de heeren ver
trokken zijn en dan gauw-gauw alle papieren bij
eenzoeken en in de brandksat opbergen. Nick vangt
Boy's knipoogje en uitnoodigende hoofdbeweging
op. „Nee", schudt ze lachend. Alsof zij daarbij
hoort, bij die plechtige lunch in het Amstelhotel.
's Middags gaat het nog makkelijker. De co
pieuze lunch heeft het tempo niet bepaald ver
sneld, denkt Nick. Ze sukkelen zoo heerlijk lang
zaam door de agenda heen. De rondvraag nu
is 't bijna gebeurd. Een oogenblik later stenogra
feert ze x-ustig: „De heer Van Aetsveld wenscht
inlichtingen omtrent den stand der hangende oc
trooiprocedures. Spreker heeft den indruk, dat
deze processen onnoodig lang sleepende worden
gehouden en dat in deze niet de gewenschte dili-
gentie wordt betracht. De heer De Jong antwoordt,
dat de procedure Zeepfabrieken contra Müller,
welke door onze vennootschap in eerste instantie
werd gewonnen, thans in hooger beroep wordt ge
voerd voor het Gerechtshof te Arnhem. Spreker is,
zoowel ten aanzien van deze als van de voor de
Rechtbank alhier tegen de Niedexrheinische Seifen-
fabriken G.m.b.H. gevoerd wordende procedure,
ten volle overtuigd, dat door de rechtskundige
raadslieden onzer vennootschap al het noodige
wordt gedaan om den afloop te bespoedigen en dat
onze belangen bij genoemde heeren in de meest
veilige en deskundige handen zijnJa, daar
word je van binnen heelemaal warm en blij van,
want dat slaat op hèm, op Frank. Het is heerlijk,
zelfs het mogen neerschrijven van die prijzende
woorden is een geluk. En hij weet er niets van
het zou hem misschien nu zoo goed doen. Maar ze
kan het hem niet gaan vertellenhet is im
mers uitheelemaal uit. Ze zal het toch extra
voor zichzelf overtypen, om te bewaren.
Vier uur en nu alles nog uitwerken. Dat
wordt een latertje, zucht Erna, als ze weer over
de gang loopen. Zeg, wat kyk jij verheugd? Al
lemaal blijdschap, dat je je vriendje weer gezien
hebt?
Tuurlijk, lacht Nick. Jij zou zeker niet
blij zijn na zoo'n hartelijke begroeting. Hij was
echt in vorm, hè kilometers afstand. Moet ook.
En ik heb hem ook lekker niet meer noodig, zegt
ze er triomfantelijk achteraan. Ja, wat is er,
Hendrik? De loopjongen geeft haar een briefje.
„Beste Nick", lees ze. „Onvriendelijke beweging
is dat hier. Ik heb niet eens kans gekregen, je de
hand te drukken. En ik hoor, dat je nog in geen
uren te genaken zult zijn. Maar ik wil je toch even
mijn hooge tevx-edenheid betuigen over de wijze,
waarop je 't hier voor elkaar hebt gebokst. Je bent
een kraan, Nick en ik glim van genoegen na al
het goeds, dat ik vandaag over je heb gehoord.
Je Boy.
Hier, lees maar. Ze steekt Erna lachend het
briefje toe. Dan raak je misschien eindelijk
overtuigd, dat er niets achter steekt.
Akelig onschuldig, zegt Erna. Maar om
wie treur je dan toch? Want normaal ben je niet,
dat maak je mij niet wijs.
Om Wessels natuurlijk, proest Nick. Snap
je dat niet? Ik ween, als ik aan den eersten De
cember denk.
„Tinge lingeling eling". Het schokkend ge
klingel van een bel, die door een bellekoord in
beweging wordt gebracht.
Lies kijkt naar de twee knikkebollende oudjes
aan weerskanten van het fornuis. Ze zal zelf maar
gaan, Bertus is zoo „rimmetiekerig" vandaag en
Marie wordt altijd nijdig, als ze uit haar middag
dutje gewekt wordt. Zuchtend staat ze op, draait
met een mechanische beweging de pit van de pe
troleumlamp boven de keukentafel een halven slag
lager en loopt raar den salon.
Freule van Holck tot Schox-enburgh zit in haar
armstoel bij het open houtvuur.
Juffrouw, wilt u even het theelichtje uit
blazen?
Zeker freule. Zal ik de gordijnen sluiten,
freule?
Hoe laat is het?
Kwart over vier, freule.
Wacht u dan tot half vijf. Ik schemer graag
nog even.
Ja, freule.
Terug naar de keuken. Van de ouwe tang in den
salon naar de twee oude „collega's" bij het fornuis.
Drie oude menschen bij elkaar. En zij er tusschen.
Op een Zondagmiddag in November. Is er iets
triest5sers te bedenken9 De eerste dagen was ze
dankbaar geweest voor de rust. Zóó kapot en on
dersteboven als zé uit Den Haag was aangekomen
het had een veilig toevluchtsoord gebleken, dit
oude kasteeltje midden in de Geldersche bosschen.
De zalige stilte na het lawaai van Amsterdam. De
plechtige rust van de hooge beuken. De dennen
geur uit haar kinderjaren. Hier had ze gedacht
hier zou ze kunnen vergeten. Hard werken,
vreemde menschen, die niets van haar afwisten.
Die niet wisten, wat er met haar gebeurd was....
Lies zit weer aan de keukentafel en buigt zich
over haar boek. Lezen nu niet denken. Niet
denken aan Amsterdam. Dat kan ze nog het mak
kelijkst vermijden. Amsterdam is alleen maar een
lawaaiige bar, waar geschreeuwd wordt en ge
lachen en waar iemand, die telefoneeren wil, moet
roepen: „zet die verduivelde radio t.och af, ik ver
sta geen woord" iemand, die zich daar goed
genoeg thuis voelt om zoo'n toon te mogen aam-
slaan.... En een andere stem zegt: „hij is zeker
weer plotseling verhinderd, hè die mooie man
van jou wacht maar, mijn tijd komt nog wel.
(Wordt vervolgd), j