Streven tot verbetering der lichamelijke opvoeding. D' Ceta-Bever VLEKKENWATER V R IJ D AG 12 jut I 1940 In 1941 onderricht op alle scholen AMSTERDAM, 12 Juli. In verband met het streven om te komen tot een algeheele verbetering van de lichamelijke opvoeding bij het onderwijs had een redacteur van het A.N.P. een onderhoud met jhr. mr. C. J. A. de Ranitz, referendaris op het departement van sociale zaken, afdeeling volks gezondheid en secretaris van het rijkscollege voor de lichamelijke opvodeing. Op de vraag, welke plannen er thans bestaan bij het rijkscollege om te komen tot een verbetering van de lichamelijke opvoeding in het algemeen, en in het bijzonder bij het onderwijs, wees jhr. de Ranitz allereerst op de taak van de lichamelijke opvoeding in dezen tijd en gaf daarbij als volgt zijn meening weer. Zonder twijfel zal thans meer dan vroeger de gedachte bij ons vouk ingang moeten vinden, dat de lichamelijke opvoeding een onontbeerlijk deel is van de opvoeding der jeugd, onontbeerlijk in dien zin, dat de natie in haar strijd om het bestaan en om een krachtigen opbouw beschikt, zoowel over haar maximum van physieke als over haar maxi- Er is veel belangstelling, wanneer een Duitsche muziekkapel bij de Are de Triomplie te Parijs een openluchtconcert geeft. Evacuatie en vacantie der Rotter- dainsche jeugd wordt geregeld. ROTTERDAM, 11 Juli (A.N.P.) In het bij- zijn van den wethouder van onderwijs, den heer L. de Groot, hééft het bestuur van de afdeeling kinderevacuatie van het Centraal Evacuatiebureau te Rotterdam een uiteenzetting gegeven over het probleem van „de evacuatie en de komende vacantie der Rotterdamsche jeugd". Het bestuur heeft in de eerste plaats haar aan dacht geschonken aan het royale aanbod van den rijksminister. Daartoe werden aan 75.000 school kinderen formulieren verstrekt, met als resultaat dat reeds op den daarop volgenden dag 300 aan vragen binnen kwamen. De animo van de ouders die hun kinderen gaarne enkele maanden vacantie gunnen in de fraaie omgeving van het Salzkam- mergut, bleek zoo groot, dat het bestuur tot nu toe een dikke vier duizend aanvragen te verwer. ken kreeg. De heer H. S. van der Waals, gedele geerde voor de kindervacantie, zette daarna uit een, hoe den anderen Rotterdamschen kinderen, die het noodig hebben, gelegenheid voor vacantie wordt geschonken. De vijftien vereenigingen, welke zich bezig houden met het naar buiten zenden van het zwakke kind in Rotterdam, hebben alle hun werkzaamheden voortgezet. Na het ongeluk, dat Rotterdam op 14 Mei heeft getroffen, is er direct en spontaan uit alle deelen van het land om kinderen gevraagd. Typisch was het, dat ongeveer tweehonderd aanvragers vroegen om kinderen, die door de gebeurtenissen wees ge worden waren en die men als eigen kind wilde aannemen. Gelukkig heeft men deze aanvragers moeten teleurstellen, want „oorlogsweesjes" heeft Rotterdam nagenoeg niet. Het totaal der aanvragen was zoo groot, dat elk kind, dat daarvoor in aanmerking zou komen, vijf tien tot twintig maal zou uitgezonden kunnen worden, wilden alle aanvragers tevreden worden gesteld. Aanvankelijk voelden de ouders van de getroffen gezinnen er weing voor hun kinderen enkele maanden of weken af te staan, doch de be reidheid neemt nu toe. Voor elk kind dat uitge zonden wordt wordt nagegaan of het in een om geving terecht komt. waar het in past, of deze omgeving voor het kind zedelijk niet gevaarlijk is en of het kind zelf gezond is. Een apart comité het „Comité vacantie 1940", zorgt voorts voor de kinderen, die niet geëvacueerd behoeven te worden, doch alleen voor vacantie naar buiten moeten. Vluchtelingen in ons land terug gekeerd. Allen bevonden zich in goeden welstand. Donderdagmiddag zijn vijf autobussen met Neder- landsche vluchtelingen uit Frankrijk te Breda aan gekomen. Zij waren Woensdagochtend uit Parijs vertrokken. De meesten van deze vluchtelingen zijn ingekwartierd geweest in het kasteel Lessac. Onder de ongeveer honderd terugkeerenden bevon den zich ongeveer dertig Bredanaars, de anderen waren afkomstig uit verschillende plaatsen in Nederland. Onderweg waren nog een aantal Nederlanders, die afkomstig waren uit Brussel en Antwerpen, in hun oude woonplaats achtergebleven. De reis van Parijs naar Breda is vlot verloopen. Bij aankomst te Breda werden allen aan een ge neeskundig onderzoek onderworpen, waarbij bleek, «lat allen zich in goeden wedstand bevonden. (ANP) mum van moreefè' en intellectueele kracht. De zorg voor de physieke opvoeding der jeugd behoort daar om geheel parallel te gaan met de zorg voor de geestelijke en verstandelijke ontwikkeling. In de komende jaren zal ontzaggelijk veel van de geestkracht van ons volk worden gevergd. Ik erken ten volle, dat geestkracht een zelfstandige gave is, die in levensovertuiging en wilskracht twee ferme steunpilaren heeft en derhalve onafhan kelijk kan bestaan van lichamelijke hoedanigheid. Doch even stellig beteekent een gezond gehard lichaam een waarachtige steun voor karakter en geest, het geeft zelfvertrouwen, moed en energie. Lichamelijke opvoeding kan eerst goed tot haar recht komen, indien de algemeene gezondheidstoe stand des volks goed is. Het is ten onzent een zeer gelukkige omstandigheid, dat de volksgezondheid dank zij de gestadige samenwerking tusschen de overheid en de particuliere organisaties in de laat ste decennien een zeer hoog peil heeft bereikt. Men kan gerust zeggen, dat Nederland in dit opzicht in de wereld aan de spits staat. De hygiënische toe stand is in ons vaderland wij mogen dit met trots en met gerustheid vermelden voorbeeldig hetgeen mede aan onzen volksaard te danken is. SCHOOL- EN VRIJE JEUGDVORMING. Aan de leemten op het gebied der lichamelijke opvoeding zijn naar mijn meening twee instituten in het bijzonder debet: ten eerste de school en in de tweede plaats de z.g. vrije jeugdvorming, d.w.z de vorming in onze jeugdorganisaties. Zonder twijfel zullen de jeugdorganisaties, in dien zij haar plaats in de algemeene ontwikkeling der jeugd naast gezin, school en kerk in dezen tijd willen behouden, aan de lichamelijke opvoeding een belangrijker plaats op het programma harer werkzaamheden moeten inruimen. Ik zie'niet over het hoofd, dat hierbij de levensbeginselen, waarin onze jeugdorganisaties haar kracht vinden, een woord behooren mede te spreken. Overigens kan ik u de verzekering geven, dat de jeugdorganisa ties op het punt der lichamelijke opvoeding zich haar roeping (haar gewijzigde roeping, indien men het zoo wil qualificeeren) bewust zijn. Voor de lichamelijke opvoeding is de lagere school een onontbeerlijk hulpmiddel. Immers al leen: daar kan de geheele jeugd dit noodzakelijk deel der opvoeding op systematische, deskundige wijze deelachtig worden. Bovendien toonen algemeene ervaring en speciale onderzoekingen aan, dat het schoolleven de physieke ontwikkeling van het indi vidu aanmerkelijk belemmert. De school moet hier in corrigeerend optreden. Gelukkig had de regeering reeds voor den oorlog besloten de lichamelijke opvoeding met ingang van 1 Januari 1941 verplichtend te stellen voor alle scholen. Thans wordt hieraan dan ook hard ge werkt. Op de lagere scholen met een normale bezetting kan men volstaan met leerkrachten, die de be voegdheid hebben gymnastieklessen te geven, al zal het geven van onderwijs door vakleerkrachten steeds een betere oplossing blijken te zijn. De uitgaven voor dit onderwijs komen geheel voor rekening van de gemeente. Voor wat betreft de frequentie en de lengte der lesuren, is het rijks college van oordeel, dat afgezien moet worden van het z.g. pauze turnen, (de lichamelijke opvoeding in de vrije kwartieren). Wil men doelmatigheid betrachten, dan wordt het aantal lesuren als volgt gedacht: voor de leerlingen van de derde tot en met de zevende klas twee lesuren van 45 minuten, voor de leerlingen van de eerste twee klassen drie lesuren van 30 minuten. Deze lesuren dienen vol ledig gegeven te worden Men mag hiervoor dus geen tijd aftrekken om zich te verkleeden of zich naar -een of ander leslokaal of sportterrein te be geven:, waar de les gegeven wordt. Het verkrijgen van dispensatie van de verplich ting tot het geven van gymnastiekonderwijs op de lagere school zal niet meer zoo gemakkelijk zijn, NIJVERHEIDSSCHOLEN. Een dringende wensch is de doorvoering van de lichamelijke opvoeding op de Nijverheidsscholen. De leerlingen van. deze scholen, die later meestal een eenzijdige lichaamsbeweging hebben, in ver band met de uitoefening van hun beroep, hebben dringend behoefte aan een veelzijdige lichaams oefening, waarin de lichamelijke opvoeding dairr voorziet. Op dit gebied bestaat een groote achter stand. Op het oogenblik wordt een proef genomen op een nijverheidsschool te Den Haag in overleg met het rijkscollege en de volledige instemming van het ministerie-van onderwijs. Ten aanzien van het middelbaar en gymnasiaal onderwijs wees de heer de Ranitz op voorstellen welke van het rijkscollege zijn uitgegaan om het leerplan gewijzigd te krijgen, waardoor afgestapt zal worden van een sterk verouderd systeem. Deze voorstellen zullen- allicht binnenkort weder in be handeling worden genomen, zoodat een verbete ring ten goede verwacht kan worden. Het rijkscol lege heeft trouwens meerdere plannen uitgewerkt, welke reeds eerder werden ingediend, doch tenge volge van de tijdsomstandigheden niet ten uitvoer konden worden gebracht. Deze plannen zullen thans, nu de situatie daarvoor .veel gunstiger is, op nieuw worden ingediend. Het betreft hier o.a.: 1. de reorganisatie van de verschillende akten op het gebied van 1. o. 2. de lichamelijke opvoeding aan de kweekscho len en de universiteiten. 3. reorganisatie van de middelbare akte lichame lijke opvoeding. Verschillende van deze plannen zullen thans we derom worden opgevat waarbij ook zal worden ge dacht aan invoering van cursussen van sportlei ders. Zooals u ziet aldus eindigde jhr. de Ranitz is er op het gebied van de lichamelijke opvoeding alom activiteit en waakzaamheid. Er zal overal nog hard gewerkt en samengewerkt moeten worden, voordat de achterstand op het gebied van de licha melijke opvoeding is ingehaald en een stevige grondslag is gelegd voor een systematische verster king van den physieken weerstand onzer bevol king. Jonge vrouw deed valscke aangifte. Zij had geen portemonnaie met geld verloren. ENSCHEDé. 11 Juli (A.N.P.) Een 23-jarige vrouw deed bij de Enschedesche politie aangifte, dat zij#op weg was naar het postkantoor om een be drag van 500 gulden over te maken aan haar man die in een sanatorium wordt verpleegd, een porte monnaie met het geld had verloren. Een paar jongens hadden haar verteld, dat een oude vrouw het geld had gevonden. Deze laatste, een in En schede bekend persoon, van wie men wist dat zij zeer vermogend is, werd spoedig opgespoord. Ze ontkende met klem, maar haar verklaringen waren zeer verward. Bovendien werden vier bankbiljetten van 100 gulden op haar gevonden en eenig ander papiergeld. De aangeef ster had medegedeeld, dat zij vier bankbiljetten van honderd en vier van 25 gulden kwijt was. Voorts werd een portemon naie gevonden, welke zij als de verlorene zeide te herkennen. Daar alles er op scheen te wijzen, dat hier van verduistering sprake was, werd de oude vrouw naar het politiebureau overgebracht. Later kwam echter na een nauwkeurig onderzoek aan het licht, dat de jonge vrouw een valsche aangifte had gedaan. Nadat zij eerst volhield het geld te hebben verloren, viel zij na een langdurig verhoor door de mand. Zij had het geld dat zij naar haar man moest zenden voor andere doeleinden ge bruikt. Tegen haar is proces-verbaal opgemaakt. Te Loosdrecht ma» niet gekampeerd worden. Het A.N.P. meldt: Naar wij vernemen hebben de colleges van B. en W. van de gemeenten Loosdrecht en Breu- kelenSt.-Pieter besloten geen ontheffing meer te verleenen van het bestaande kampeer- verbod. Tevens zal het verboden zijn na zons ondergang op de Loosdrechtsche plassen te zei len. Bovenstaande maatregelen zijn voortge vloeid uit de verscherpte verduisteringsvoor schriften. Het komt dus hier op neer, dat het voortaan verboden is op of in de nabijheid van Loosdrecht te kampeeren. Deze maatregel be teekent voor de honderden Amsterdammers en Utrechtenaren en anderen die hun vacan tie doorgaans op de plassen doorbrengen en aldaar op de eilanden en langs den oever hun tenten opslaan, een zwaren slag. Ook voor de neringdoenden in Loosdrecht en 1 omstreken zal door het kampeerverbod een be langrijk deel van hun inkomsten verloren gaan Het Nationaal Zeemansfonds. Aan het verslag van het „Nationaal Zeemans fonds" over 1939, dat reeds eenigen tijd geleden verschenen is, ontleenen wij het navolgende: Wederom zijn de omstandigheden in Europa ge lijk aan die, waaronder het initiatief genomen is tot oprichting van dit fonds. Wederom hebben reeds een groot aantal zeelieden, in dienst van koopvaardij- en visschersvloot, het leven verloren om het vaderland van het noodige te voorzien. Veel grooter zijn nu echter de gevaren ter zee dan in de periode van 1914 tot 1918, alleen al door de grootere explosieve kracht der mijnen. Sedert den aanvang van den oorlog tot medio Maart 1940 werden 23 schepen van koopvaardij en visschersvloot getroffen door een ramp, wier oorzaak in den oorlog gelegen is. Niet minder dan 162 zeelieden hebben reeds in genoemd tijdvak het leven gelaten. (Sedert is dat aantal nog ge stegen). Terstond na het uitbreken van den aorlog kwam de wensch op, de statuten van het fonds uit te breiden en wel zoodanig, dat de werking van het fonds niet beperkt bleef tot degenen, die het slacht offer geworden waren van den oorlog van 1914 tot 1918. Hiertoe werd inmiddels overgegaan. Het be stuur meende hiermede geheel in den geest van de oprichters van het fonds te handelen. Het onmiddellijk gevolg van deze uitbreiding is, dat financieele hulp meer dan ooit dringend ge- wenscht wordt om aan alle aanvragen tot steun te kunnen voldoen, terwijl naar alle waarschijn lijkheid het aantal aanvragen om steun in de toe komst nog zal toenemen. Bijzondere nadruk wordt daarom in het verslag gelegd op het vinden van nieuwe middelen, opdat hulp ook inderdaad verleend kan worden. In 1939 werden voor rekening van het fonds aan 289 gezinnen of alleenstaande personen periodieke uitkeeringen verleend tot een bedrag van rond f 27.700 (f 28.600 in 1938). De contributies en giften in eens komen in haar geheel ten goede aan hen, die hulp behoeven, aan gezien de administratie volkomen belangeloos doro de Vereeniging „Zee Risico" gevoerd wordt. Het adres van het „Nationaal Zeemansfonds is: Singel 126130, te Amsterdam (C.), gironummer 14812. Oproep van den Amsterdamsclien burgemeester. Aan de burgerij. Het A.N.P. meldt: De burgemeester van Am sterdam heeft de volgende oproep tot de bur gerij gericht: Amsterdam is een bezette stad. Dit feit brengt voor ons allen verplichtingen mede; zoo wel voor u als voor mij. Toch heb ik den indruk, dat niet iedereen van den ernst van den toestand voldoende door drongen is. Sommigen gedragen zich ten min ste niet op een wijze, welke aan de werkelijkheid beantwoordt. Ik denk aan de herhaalde waarschuwingen aan wielrijders, de verkeersregels stipt in acht te nemen. Wat is het resultaat? Dat er nog steeds tot mijn leedwezen medeburgers zijn die deze waarschuwingen in den wind slaan. Het onvermijdelijke gevolg is, dat strenge voorbeel den worden gesteld, die men wellicht niet had verwacht. Ik vertrouw, dat niemand dit zal wenschen. Mij althans zou zulks zeer spijten. Er is nog iets anders dat mij met zorg vervult. Het is mij nl. gebleken, dat niet iedereen zich tegenover de Duitsche bezetting correct en waardig gedraagt. Een dergelijke houding leidt ongetwijfeld tot zeer ernstige moeilijkheden. Men bedenke, dat hiermede de belangen van de geheele Amsterdamsche bevolking gemoeid zijn. Hopen wij niet allen, dat de geregelde gang in onze zaken en in onze samenleving zooveel mogelijk gehandhaafd blijft? Welnu, dit ge schiedt niet vanzelf, maar is alleen bereikbaar als wij allen eendrachtig daartoe samenwer ken. Ik doe hiertoe een dringend beroep op allen en vertrouw gaarne, dat men dit persoonlijk terdege zal verstaan. PROF. DR. JAN DE VRIES VOORZITTER VAN HET ALGEMEEN NEDERLANDSCH VERBOND. In de Donderdag gehouden bijeenkomst van het hoofdbestuur van het Algemeen Nederlandsch Ver bond trad de heer P. J. de Kanter af als algemeen voorzitter. In zijn plaats werd gekozen prof. dr. Jan de Vries te Leiden. De afgetreden voorzitter werd benoemd tot eere voorzitter van het Algemeen Nederlandsch Verbond, terwijl hem tevens de gouden eerepenning werd aangboden. (A. N. P.). Opperoostenrijk is gereed voor de ont vangst van de Nederlandsche vacantie- kinderen. De burgemeesters (in Haarlem de directie van den Geneeskundigen Dienst) nemen de aanmeldingen in ontvangst. Huishoudelijke arbeid ten platte- lande wordt bestudeerd. Om bezuinigingen te verkrijgen. 's-GRAVENHAGE, 11 Juli (A.N.P.) Ondanks de moeilijke tijdsomstandigheden is er op het terrein van de huishouding een groote activiteit. Meer dan vroeger nog is het van belang dat de huisvrouw haar tijd en kracht economisch ge bruikt. Bij de Stichting voor huishoudelijke voor lichting ten plattelande, die, zooals men weet, een soort verlengstuk is van het departement van onderwijs, bestond reeds geruimen tijd het plan tot het instellen van een technisch advies bureau voor huishoudelijke voorlichting ten plat telande. Op dit bureau zouden verschillende werk zaamheden op huishoudelijk gebied bestudeerd kunnen worden om daarna op de cursussen welke van deze stichting uitgaan de beste methoden te kunnen propageeren. Vele vraagstukken vra gen om aandacht, bij voorbeeld: Wat is de doelmatigste methode tot het behan delen van de huishoudwasch? Welke is de beste lichaamshouding bij land arbeid? Hoe kiest men een doelmatige kleeding bij ver schillende huishoudelijke bezigheden? Juist nu is het besparen van materiaal van het grootste belang. Wanneer wij weten, dat er in ons land 1,8 millioen huishoudingen zijn met een totaalverbruik aan goederen van ten minste 2 1/2 milliard gulden, dan zou door een besparing van 5% door betere en zuiniger werkmethoden een bedrag van f 100.000.000 beschikbaar komen waarvoor heel wat levensgeluk en gezondheid verschaft zou kunnen worden. Voor de instelling van een zoodanig bureau werd de medewerking verkregen van de beide vereenigingen van leer krachten bij het landbouwhuishoudonderwijs en de boerinnenbonden, welke elk een bestuurslid voor dit werk aanwezen. Donderdag had in het departement van on derwijs de installatie van dit bestuur door den voorzitter van de stichting voor huishoudelijke voorlichting ten plattelande. prof. dr. G. A. van Poelje, plaats. Als leidster van het bureau, dat gevestigd zal worden op de boerderij „De Schipborg" te Anloo, is aangewezen mevr. Willinge Prins-Visser. Als eerste onderzoek zal in samenwerking met het rijksvezelinstituut onderzocht worden de in vloed van verschillende waschmiddelen op den wol vezel. Dinteloord maakte een bijzonder goede beurt. De nationale collecte 1940 heeft in Dinteloord f 7516 opgebracht. Daar deze gemeente 4000 inwoners telt, is dit een gemiddelde van f 1,87 per hoofd en f 9 per gezin. De actie stond on der leiding van den burgemeester. (A.N.P.) Voor vuil, vet, smeer en zooveel meer. - 25 cent. - Bij drogisten. (Adv. Ingez. Med.) aar was een Nederlander, die het eigen land in zijn vacantie sinds eenige jaren ontrouw geworden was. De befaamde reislust, die in zijn volk gevaren was, had zich ook van hem meester gemaakt en hij >lacht de grenzen over te trekken om in vreemde "anden verstrooiing voor den dagelij kschen ar beid te zoeken. Hij had gestaan aan het smalle strand van verre meren met hoog oprijzende kusten, hij had de eeuwige sneeuw van zijn berg schoenen geschud en groote rivierbooten hadden hem gevoerd langs rotsachtige oevers. Kortom: hij had veel gezien en vele indrukken met zich meegenomen. Toen kwam er een oogenblik, dat dat alles niet meer mogelijk was. Weer brak de vacantietijd aan en weer maakte de reislustige Nederlander zich tot reizen op, want thuisblijven wilde hij niet. Hij had de lof zangen op het eigen land gehoord en verstaan en ook den raad de vacantieplannen te handhaven. Dus zocht hij in zijn heiligdom, de rommelkast, zijn trouwen reismakker, den verweerden en ge- deukten koffer, op en wischte er het stof af, dat er precies een jaar op gelegen had. Even bleef zijn blik rusten op de etiketten van de hotels uit verre streken. Hij zag er bergtoppen op, een wa terval en de vlag van een land met donkere vrou wen en woeste weidegronden. En een wijle ging een vleug van lichte heimwee door hem heen. Toen trok die Nederlander op een schoonen zomerdag er op uit. De eerste dagen bleef hij dicht bij huis. Hij vertoefde aan de heerlijke Hol- landsche kust, waar nog de stilte heerschte van het voorseizoen. Het geluk was met hem, want er was zon in overvloed, zoodat de steedsche bleek heid geleidelijk weghakte van zijn gelaat. Uren lang lag hij op het strand en het verveelde hem nimmer, want de zee, het zand en de duinen schonken hem steeds nieuwe voldoening. Maar de Nederlander wilde zich niet tot de kust bepalen en zoo trok hij na een paar dagen dieper het binnenland in. Eerst reisde hij naar het centrum des lands en vandaar in Zuidooste lijke richting. Een grijsgroen trammetje, dat vele haltes aan deed, voerde hem door een vredig landschap van grasgrond en boomgaarden naar een plaatsje, dat een poëtisch gestemd dorpeling eenmaal de „parel aan de kroon der Stichtsche lustwarande" ge noemd had. Daar, in het door bosschen omsloten Doorn, streek hij neer om zeven dagen van de verkwikkingen der Hollandsche landelijkheid te genieten. Hij zwierf er door de bosschen met hun nimmer verdorrend groen, hij snoof de zoele dennengeur in lange teugen op en hij voelde zich een overgelukkig mensch. Hij zag den groenen specht zijn roffel op de berkenstammen slaan, hij bespiedde het schichtige haas, toen het de snuit met de lange ooren nieuwsgierig boven een plukje groen uitstak en hij tuurde heel lang naar den buizerd, die „biddend" boven de sparrekruinen naar prooi speurde. Hij peddelde langs den Aus- terlitzschen weg met zijn wilde weelde van heide aan weerszijden en ook reed hij langs de boorden van den waardigen Rijn, waar de oer-Hollandsche vergezichten hem bovenmate boeiden. Hij kuierde over het pittoreske plein van zijn vacantiedorp, waar de gezellige pomp en het Gothische kerkje aan lang vervloden tijden herinnerden. En 's avonds was hij te vinden in een stillen tuin met aucuba's en coniferen en één rijzigen spar, die ouder en hooger was dan al het geboomte er omheen. Dan genoot hij zwijgend van de wel dadige rust, die uitgaat van den Hollandschen zomeravond. Zeven dagen vertoefde de Nederlander in een paradijs, waar hij een jaar tevoren nog achteloos door gesneld was. En heimelijk voelde hij zich wat beschaamd dat hij zoo weinig aandacht had be steed aan de kostbaarheden van den eigen ge boortegrond. Een grijsgroen trammetje, dat vele haltes aan deed, schokte door een landschap van boomgaar den en weilanden met glanzend bont vee. Het telde onder zijn passagiers een man, die van vacantie terugkeerde. Die man staarde peinzend naar buiten en prees zich gelukkig inwoner te zijn van het kleine landje met zijn groote schoonheid. J. H. V. WATERPOLO. WEDSTRIJDEN VAN „DE WATERRATTEN". Hedenavond worden in de zweminrichting aan de Houtvaart te Haarlem twee competitiewedstrij den gespeeld. Het tweede dameszevental van D.W.R. speelt tegen V.Z.V. uit IJmuiden en het tweede heerenzevental speelt tegen H.V.G.B. 2. De wedstrijden beginnen kwart voor acht. In dezelfde inrichting wordt Zaterdagavond half negen gespeeld de heerenwedstrijd D.W.R.— U.Z.C. uit Utrecht. Daar beide zeventallen van gelijke sterkte zijn. kan een spannende wedstrijd tegemoet gezien worden. De opstelling van D.W.R. is als volgt: N. Kollerie. D. v. Viersen, J. R. Seubring. H. Pieters, A. A. v. d. Bogaerde, H. J. Kollerie, E. Behle. BOKSEN NEUSEL TEGEN SCHMELING? Uit Berlijn: Nu Neusel den wedstrijd tegen Arno Koelblin heeft gewonnen, is er in Duitsch- land weer sprake van het organiseeren van een gevecht om het Duitsche kampioenschap in het zwaargewicht tusschen Walter Neusel en Max Schmellng (A.N.P.) CASTRICUM In het hooiland van den nieuwen weg AmsterdamDen Haag. De strook tusschen de twee autobonen is in vruchtbaren grond omgetooverd. INBRAKEN AAN DEN ALMAARDER WEG. In den nacht van Woensdag op Donderdag' is ingebroken bij de familie H. aan den Alkmaarder straatweg. Een portemonnaie met f 2.50 wordt ver mist. Ook werd een poging gedaan, binnen te drin gen in de woningen van A. en Z., eveneens aan den Alkmaarder straatweg. Blijkbaar zijn de indringers hier gestoord, er werd althans niets vermist Uit een- schuur van de familie V. werden, waar schijnlijk door dezelfde daders, 2 fietsen ontvreemd. De politie stelt een onderzoek in. BEGRAFENIS G. C. BEDEKE. Donderdagmiddag is het stoffelijk overschot van den heer G. C. Bedeke, oud-rechercheur van politie te Amsterdam ter aarde besteld. Gedurende vele jaren woonde de heer Bedeke te Castricum en genoot daar groote bekendheid. Aan de groeve sprak de heer Beintema namens de plaatselijke afdeeling van den Bond voor Staatspensionneering woorden van dank voor het vele werk dat de overledene als oprichter en als voorzitter van de Castricumsche afdeeling heeft verricht. Mevr. Klerq herinnerde hierna aan de groote po pulariteit welke Bedeke genoot in het Comité voor autotochten voor ouden van da gem waarna ten slotte de heer Ruyg als oud-collega de werkzaam heid van den overledene bij de Amsterdamsche politie memoreerde. De oudste zoon dankte voor de groote belang- 1 stelling. De heer Bedeke bereikte den leeftijd van 83 jaar. Hij was drager van de eeremedaille in zilver, verbonden aan de orde van Oranje Nassau.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 5