Laura en Petrarca. DONDERDAG 18 JULI 1940 IN HET BUITENLAND. Gelijk verwacht werd heeft de Japansche Keizei gisteren Prins Konoye belast met de vorming van een nieuw kabinet. De nieuwe formateur, die reeds eenmaal het ambt van minister-president vervulde, heeft aangekondigd dat hij de opdracht niet in overijld tempo wenscht te vervullen, daar hij de be langrijke taak heeft de buitenlandsche politiek te reorganiseeren en een sterke bewapening ten uit voer te leggen. Een volledige ministerlijst is dan ook nog niet verschenen, wel zijn voor eenige portefeuilles de functionarissen aangewezen. Dat het leger een factor van beteekenis bij den nieuw te volgen koers zou uitmaken, was te ver wachten. De oorzaak van den val van het kabinet Yonai wees reeds op den vesterkten invloed der militaire macht en uit mededeelingen van Konoye tot de journalisten valt dit nog ten overvloede dui delijk op te maken. Konoye's streven is er op ge richt geschillen tusschen de leiding der buitenland sche politiek en de weermacht bij voorbaat uit te schakelen en een duurzame harmonie tusschen leger, marine en buitenlandsche zaken te scheppen. Aldus zou de grondslag worden gelegd voor de „politiek der nieuwe structuur". Het congres der te Chicago vergaderende Ameri- kaansche Democraten heeft thans zijn beslissing genomen: Roosevelt is met groote meerderheid van stemmen aangewezen als candidaat voor het pre sidentschap. Daarmede doet zich dus voor het eerst in de Amerikaansche geschiedenis het geval voor dat eenzelfde persoon voor de derde maal candidaat wordt gesteld voor de hoogste functie des lands. De tweede belangrijke gebeurtenis op het congres was de voorlezing van het officieele partijprogram. De belangrijkste passage hieruit is de mededeeling dat het Amerikaansche volk niet van plan is deel te nemen aan overzeesche oorlogen en geen strijd krachten zal zenden naar vreemde landen. Een te Madrid gehouden rede van generaal Franco trekt de aandacht. Hij zeide daarin dat het scheppen van een imperium nog tot de taak van het Spaan- sche volk behoort. De „Candi Ho" noemde daarbij de volgende drie punten: verdere consolideering van de eenheid des lands, overneming van het mandaat van Gibraltar, expansie in Afrika. De nieuwe belastingen in Engeland. Oneenigheid in het kabinet. Een D.N.B.-bericht uit Stockholm deelt mede: Volgens de laatste uit Londen ontvangen be richten bestaan in den boezem der regeering groote meenigsverschillen over de nieuwe belas tingplannen, waartoe de Engelsche regeering zich gedwongen heeft gezien, teneinde voorloopig een inflatie te vermijden. De conservatieve vleugel van het kabinet probeert het grootste gedeelte van deze nieuwe belastingen zooveel mogelijk op de groote massa af te wentelen, daar de belasting- schroef voor de hoogste klasse reeds tot het uiterste is aangedraaid. Dientengevolge wordt in deze kringen voornamelijk over een omzetbelas ting gesproken. Deze belasting stuit echter op grooten tegenstand van de Labour Party. De ontstemming onder de arbeidende bevolking is, naar zij verklaren, zonder deze belasting reeds groot en hun eigen positie moeilijk als gevolg van het toestemmen in verschillende maatregelen van den afgeloopen tijd. Dezelfde bezwaren worden van Laböurzijde geopperd tegen een uitbreiding van de inkomstenbelastingplicht der kleine in komens. Niettemin schijnen de arbeidersleiders, die zitting hebben in het kabinet, zich te hebben verzoend met een dergelijke uitbreiding. Overigens was echter een overeenstemming in den boezem der regeering niet mogelijk, De beurs heeft op de geruchten over de oneenigheid in het kabinet met een nieuwe baisse van alle industrieele aan- deelen gereageerd. In arbeiderskringen heeft' de onthulling van de „Daily Telegraph", dat de regeering een onmid dellijk stopzetten van alle loonsverhoogingen overweegt, ook dan, wanneer nieuwe prijsstijgin gen intreden, kwaad bloed gezet..Men verwijt den srbeidersleiders in het kabinet dat zij wel bereid zijn hun toestemming te geven aan de bepaling, waarbij loonsverhoogingen worden verboden, doch dat het hun echter niet gelukt is het steeds snel ler tempo van de prijsstijging tot staan te brengen. De luchtaanval op Haifa. Betoogingen in Syrië. Het D.NB. meldt van de Syrische grens: Onder de Arabische bevolking van Damascus heeft het bombardement van Haifa door de Italianen groote geestdrift gewekt. Aan betoogin gen en optochten in Damascus en Beiroet heb ben ook in uniform gekleede Franschen deelge nomen. Op de bergen aan de grens tusschen den Libanon en Palestina staan vele menschen te kij ken naar de geweldige rookwolken, die opstegen uit de brandende raffinaderijen. Het schijnt dat de nieuwe raffinaderij, die in allerijl eerst kort geleden voltooid was, in haar belangrijke deelen verwoest, zoo niet geheel vernield is. De vlam men slaan op uit ongeveer 50 olietanks. Wan neer de thans waaiende Westenwind naar het Oosten mocht omslaan, zou de geheele stad in rook worden gehuld en misschien zelfs moeten worden ontruimd. De 82-jarige Bas Veth was de oudste onder de Nederlandsche vluchtelingen, die op het Chateau de Partoucie in Lessac verbleef. De positie van Engeland in de Middellandsche Zee. Ravitailleering der strijdkrachten belemmerd. Stefani meldt: Berichten uit goed ingelichte neutrale bron bevestigen dat de toestand van de Engeïsche strijdkrachten in de sectoren van het nabije Oosten steeds moeilijker wordt. Het bom bardement op Haifa, dat werd uitgevoerd door van de Dodecanesos komende Italiaansche lucht eskaders, heeft geweldige branden in de petro- leumopslagplaatsen bij de haven en in een groote raffinaderij veroorzaakt. Haifa, gelegen aan het eind van de pijpleiding uit Irak. is de belangrijkste militaire basis van Palestina.In 1939 is een groote petroleumraffinaderij opgericht voor het ravi- tailleeren van de vloot in tijd van oorlog. Ook is een ernstige slag toegebracht aan de Britsche vlootorganisatie in het Nabije Oosten. Bovendien bevinden zich in het Oostelijk gedeelte van de Middellandsche Zee geen droogdokken. In een periode, waarin talrijke eenheden van de Brit sche vloot door de scheepsartillerie en vliegtuig bommen zijn getroffen en met groote spoed her steld moeten worden, is dit een zeer ernstig ge brek. De Italiaansche versperring tusschen Sicilië en de Afrikaansche kust belemmert de ravitail leering van de Britsche strijdkrachten in het Nabije Oosten. Malta, dat voortdurend door de Italiaansche luchtmacht wordt aangevallen, wordt iederen dag verder ontruimd. Eenige convooien levensmiddelen en munitie zijn erin geslaagd van deze basis uit Alexandrië te bereiken, doch het Engelsche expeditieleger in Egypte en Palestina, alsmede de vloot en de luchtstrijdkrachten moe ten voortdurend geravitailleerd worden. Deze ravitailleering echter kan voortaan slechts ver kregen worden via Zuid-Afrika en Indië over ge weldige afstanden en na het overwinnen van ge weldige moeilijkheden, die van een oogpunt van organisatie uiterst moeilijk zijn. Bovendien hebben de Engelsche troepen veel te lijden van de temperatuur, die op het oogenblik zeer hoog is. vooral in het Westelijk deel van de woestijn bij de Libische grens, waar zi.i het hoofd moeten bieden aan een sterken Italiaanschen druk. Verkiezingen voor het Litausche parlement. De eenige lijst behaalde ruim 99 pCt. der stemmen. Het D.N.B. meldt uit Kaunas: Woensdag is het resultaat van de verkiezingen voor den Sejm ge publiceerd. Op de beide stemdagen hebben 1.386.569 personen, 95.51 procent van alle kiezers, hun stem uitgebracht. Op de gemeenschappelijke en eenige lijst zijn 1.375.349 stemmen of 99.19 procent uitgebracht. Venezuela niet langer lid van den Volkenbond. Het D.N.B. verneemt uit Genève: De minister van buitenlandsche zaken van Venezuela heeft tot den secretaris-generaal van den Volkenbond een schrijven gericht, waarin gewezen wordt op het afloopen van den termijn van twee jaar voor het verlaten van den bond. Venezuela heeft op 11 Juli 1938 zijn uittreden aangekondigd. Na een laatste betaling van 55.000 Zwitsersche franken is de uittreding geldig. Attlee's mededeeling over de afgelaste kinder-evacuatie. Protest van Lagerhuisleden. Het D.N.B. meldt: De bladen geeselen onder koppen als „Teeken van Britsche onmacht" en „Schandaal rondom de kinder-evacuatie" de be kentenis, die de Britsche Lord-grootzegelbewaar- der, Attlee in het Lagerhuis heeft moeten afleg gen, Attlee heeft toegegeven dat het groote plan voor het overbrengen van kinderen naar overzeesche landen uitgesteld is. De „Nachtaus- gabe" schrijft: „Deze mededeeling heeft bij een deel der Lagerhuisleden de krachtigste protesten uitgelokt. Vooral de afgevaardigden der arbei derspartij protesteerden tegen de benadeeling der minder gegoede bevolking. Attlee had echter nog een andere verontschuldiging. Hii zeide dat het, sedert het plan opgekomen is, helaas niet moge lijk geweest is, voldoende escorteschepen voor de transportschepen, waarmede de kinderen ver voerd zouden worden, beschikbaar te stellen. Attlee heeft echter verzwegen dat het geheele plan der evacuatie naar overzeesch gebied een reusachtig bedrog is geweest. Toen men dit plan liet opduiken, heeft men alleen maar gezocht naar een verontschuldiging voor het feit, dat de Brit sche plutocratie en de regeering haar kinderen en kleinkinderen op de ..Washington" naar New- York deden inschepen. Men wilde zijn eigen kin deren bijtijds uit het land brengen, doch heeft er nooit aan gedacht de kinderen der arbeiders klasse of zelfs die uit de „betere kringen" naar elders te vervoeren. Tegen een dergelijke organi satie zou de Britsche regeering niet opgewassen geweest zijn. Thans ziet hetEngelsche volk dat het grootste bedrog, dat ooit door een regeering tegen het volk gepleegd wordt, onthuld is." Onderhoud met den Franschen minister Baudoin. „Laatste band met Engeland verbroken." Het D.N.B. meldt: Het ..Journal de Genève" publiceert een interview met den Franschen mi nister van buitenlandsche zaken Baudoin. De totale revolutie, aldus Baudoin. die Frank rijk thans doormaakt, is door twintig jaren on tevredenheid, onzekerheid, afkeer en heimelijke opstanden voorbereid. De oorlog heeft het abces doen openspringen. De revolutie heeft zich in vrijheid voltrokken. „Wij apen onzen overwin naar niet na, „zoo vervolgde Baudoin. „Wij zul len de vraagstukken Fransche oplossingen geven, oplossingen die met ons karakter, onze behoeften, onze tradities overeenstemmen. Overgaande tot de buitenlandsche politiek, ver klaarde Baudoin o.a.: „Wii hebben onze diploma tieke betrekkingen met Engeland verbroken. Op Oran volgden dagelijks andere en evenzeer niet te kwalificeeren aanslagen. Frankrijk zal met kalmte en vastbeslotenheid op elk van deze aan slagen van Engeland antwoorden. De laatste band, die ons nog aan Engeland bond, is doorge sneden. Wij.aan deze zijde zijn vrij in onze be sluiten. Wij zullen voortgaan met aan de Ver- eenigde Staten onze traditioneele vriendschap te betuigen". Over het onderwerp economie, verklaarde Bau doin: „Economische en financieele vraagstukken zullen in het Europa van morgen" een groote rol spelen. Wij moeten arbeiden en met Duitsch- land en met Italië handel drijven, alsook met Engeland, wanneer het weer tot een rechtvaar dige waardeering van Frankrijk komt. Het ver armde en overbevolkte Europa moet een verstan dige economische structuur, een systeem van productie en verdeeling hebben, waardoor het weer kan leven en zelf zijn welvaart kan waar borgen." De Britsche scheepvaart in het Verre Oosten. Maatschappij Mollers trekt zich terug uit de Chineesche kustvaart. Het D.N.B. verneemt uit Sjanghai: De toene mende uitschakeling van Engeland uit de Chinee- sc'ne kustscheepvaart en de voortdurende inkrim ping van de nog beschikbare E-gelsche scheeps- ruimte zijn, volgens een Japansch bericht, voor de Engelsche scheepvaartmaatschappij Mollers aanlei ding geweest om van haar scheepstonnage van 140.000 ton, zes groote schepen en 18 van middel- matigen inhoud, aan de Engelsche regeering af te staan. Naar verluidt zullen deze schepen eind Augustus naar Hongkong worden gebracht. In goed ingelichte kringen alhier wordt verklaard dat an dere groote Engelsche maatschappijen in de Chi- neesche kustvaart ter-gevolge van de verscherping van de Japansche blokkade aan de Chineesche kust, eveneens overwegen verschillende van haar sche pen uit de Chineesche wateren terug te trekken. Reeds eenige Japansche ministers aangewezen. Konoye wil niet overhaast te werk gaan. Het D.N.B. meldt thans uit Tokio: Op grond van een conferentie der legerleiders is luite nant-generaal Eiki Tojo aangewezen voor den post van minister van oorlog in het kabinet Konoye. Naar Domei meldt blijft vice-admiraal Yosjida definitief ook in het kabinet Konoye in functie als minister van marine, terwijl Matsoeoka. tot dusverre president van de Zuidmandsjoerijsche spoorlijn en oud-gedele geerde bij den Volkenbond, benoemd zal wor den tot minister van buitenlandsche zaken. Prins Konoye heeft in een interview met de „Tokio Asa hi Sjimboen" verklaard dat hij geen haast heeft met de vorming van een nieuw kabi net. Het is de taak van het nieuwe kabinet de Japansche buitenlandsche politiek te reorgani seeren en een sterke bewapening uit te voeren. Verder heeft hij tegenover Japansche journa listen verklaard dat een samenwerking tusschen den minister-president en de weermacht absoluut noodzakelijk is. Hij zou daarom, zoo zeide hij ver der, voor de definitieve samenstelling van het kabinet een uitvoerige bespreking hebben met de ministers van oorlog, marine en buitenlandsche zaken over vraagstukken betreffende de buiten landsche politiek en de weermacht, teneinde een vastomlijnd programma op te stellen en alle me ningsverschillen reeds bij voorbaat uit te scha kelen. Het kabinet Yonai is als gevolg van de tegenstellingen tusschen de weermacht en het ministerie van buitenlandsche zaken afgetreden. Het resultaat van de conferentie zal van beslis- senden invloed zijn op de nieuwe politieke richt lijnen, voornamelijk echter op eventueele veran deringen in de buitenlandsche politiek. Voorwaar de hiertoe is echter de absolute overeenstemming tusschen leger, marine en buitenlandsche poli tiek, want anders is iedere staatsleiding onmo gelijk, die hij, Konoye, een onafhankelijk karak ter wil geven. De opdracht aan Konoye tot vorming van een kabinet wordt in de geheele Japansche pers ten zeerste toegejuicht. Alle bladen publiceeren uit voerige berichten over de eerste besprekingen van den formateur. Een brief van Hata aan Yonai. In verband met het aftreden van het kabinet- Yonai wordt veel aandacht geschonken aan een brief van den minister van oorlog, Hata, die deze op 14 dezer aan Yonai heeft gericht en die thans wordt gepubliceerd. In dezen brief zegt Hata: „De wereld maakt tegenwoordig een fundamen- teele verandering door. Daarom moet alle aan dacht worden geschonken aan de maatregelen, die noodig zijn voor het voeren van den oorlog en voor de vernieuwing van de buitenlandsche politiek. De regeering echter blijft werkeloos en maakt den indruk, alsof zij de bij uitstek ge schikte gelegenheid om de Chineesche kwestie op te lossen ongebruikt voorbij laat gaan. Zou het daarom niet raadzaam zijn, dat de eerste minister aftreedt om de invoering van een nieuwe politieke structuur mogelijk te maken?" Yonai zou een nieuwe politieke structuur als niet noodzakelijk gekenmerkt hebben en de eischen van Hata hebben afgewezen. Deze heeft hierop zijn ontslag aangeboden en dit weer heeft tenslotte geleid tot het aftreden der geheele re geering. Plannen van Franco. De schepping van een Spaansch Imperium. Het D.N.B. meldt uit Madrid: Ter gelegenheid van de overhandiging van het grootkruis van den Heiligen Ferdinand aan generaal Franco heeft de „Caudillo" hier een rede gehouden, waarin hij verklaarde dat Span je de groote taak van het scheppen van het Spaansche Imperium nog wacht. Daarbij is het, naar hij zeide, noodig, dat de eenheid van het land verder geconsolideerd wordt en dat de mis sie van Spanje, het mandaat over Gibraltar over te nemen, niet vergeten wordt. Ook de expansie in Afrika is voor Spanje een nationale plicht. Generaal Franco herinnerde nogmaals aan de groote gevechten van den burgeroorlog en be sloot zijn toespraak met een opwekking tot nau we samenwerking tusschen alle Spanjaarden. Minister Sinclair aan het woord. Engeland dient op een grooten luchtaanval voorbereid te zijn. Het D.N.B. meldt: De Britsche minister van luchtvaart, Sin clair, heeft gisteravond een rede gehouden, wel ke ook door de radio werd uitgezonden. Sinclair begon met er op te wijzen dat de stra tegische positie van Engeland op het oogenblik weinig gunstig is. Hij schilderde uitvoerig de acties van de Britsche luchtmacht en gaf hoog op van de successen, die behaald zouden zijn en van de superioriteit over de Duitsche lucht strijdkrachten. In het verdere verloop van zijn rede sprak de minister zijn bijzondere erkente lijkheid uit jegens de dominions, in het bijzon der Britsch-Indië, dat een groote rol In den luchtoorlog speelt, zoowel in Engeland alsook daar, waar ook de Italianen aan den strijd in de lucht deelnamen. Sinclair noemde het nume rieke overwicht van de Duitsche luchtmacht een zeer ernstig gevaar. Hij zeide in dit verband er zeker van te zijn, dat Engeland een luchtaanval op veel grootere schaal diende te verwachten, dan de vijand ooit had ondernomen. Ten slotte heette de minister „hen, die van gene zijde van den Oceaan komen om daadwerkelijk aan den luchtoorlog deel te nemen", in de Royal Air Force welkom. HET TOONEEL. Hef slof der Amsferdamsche Zomerspelen. Met Shakespeare heeft men de zomerspelen in Amsterdam besloten en men heeft er „As you like it" voor gekozen. De Stadsschouwburg was gisteren, vooral op de goede rangen, mooi bezet en Het Centraal Tooneel, dat deze drie laatste voorstellingen geeft, mocht ook nu weer met dit blijspel der liefde, een groot succes behalen. Hoe groot was toch het genie van Shakespeare, dat hij van een zoo naïef, ja bijna kinderlijk ver haal, als dat van Rosalinde en Orlando een zoo licht, tintelend en poëtisch blijspel vermocht te dichten! Alleen een Shakespeare was in staat een meisjesfiguur, zoo rap en guitig, schalksch en speelsch als Rosalinde te scheppen. Men mist wel is waar in „Naar 't u lijkt", de dolle kluch tigheid van „De Vroolijke Vrouwtjes van Windsor", de gezonde boert uit Driekoningenavond, de innige poëzie uit Mïdzomernachtsdroom de heerlijke, geestige teekening van een Falstaff of de grootsche schepping van een Shylock, maar het heeft al door die wondere- teere sfeer, welke het tot een der mooiste sprookjes maakt, welke ooit ten tooneele zijn gebrach.t Shakespeare speelt in dit blijspel met de liefde op geniale wijze, zóó dat het 400 jaar na zijn ontstaan nog altijd even frisch en jong en sprankelend is gebleven. Een poëtischer, een geestiger liedeskwartet als dat tusschen Rosalinde, Orlando, Phebe en Silvius is er misschien nooit geschreven. En wat is dit blij spel nog steeds van het begin tot het eind boeiend tooneel! Wij kennen Verkade's regie van dit stuk, uit op voeringen vroeger met de Haghespelers, en in het Centraal-Theater met hetzelfde gezelschap van thans, drie jaar geleden, al waren dan ook vele rollen toen anders bezet. Verkade zoekt het niet in schitterende decors of grootsche aankleeding, maar houdt de groote lijn steeds in het oog en brengt eenheid ook in de opvoering. De oplossingen voor de decor-wisselingen zijn wel eers wat erg primitief, maar in een sprookje want dat is As you like it toch feitelijk hindert dat weinig of niet. Licht, schalksch en poëtisch is de voorstelling evenals indertijd in de Amstelstraat, wat voor een groot deel ook nu weer te danken is aan het pe- tillante, geestige, spel van Mary Dresselhuys in de rol van Roseliride. Ook in haar travesti blijft zij steeds een frêle, teere figuur, rap en guitig en van een eharmeerende vrouwelijkheid. Voor haar was ook nu weer het groote succes van den avond'. Gijsbert Tersteeg, die gisteren na de mobilisatie zijn eerste rol speelde, was opnieuw Orlando en hij speelde dezen jongen minnaar met voorname allure, al had zijn spel nu en dan nog wat warmer kunnen zijn. Eer zeer groote verbetering in de be zetting was de nar, waarin wij thans Laseur zelf zagen. Van den tekst ging nu niet zooals inder tijd bij Cor Hermus een woord verloren en hij lanceerde zijn vele geestigheden zóó, dat de zaal telkens weer met een hartelijken, blijdén lach rea geerde. Verkade had de rol van den goeden hertog van Laseur overgenomen en speelde hem met waardig heid. De slechte hertog was thans voor Jacques Snoek, die hem echter weinig hertogelijke gestalte wist te geven. Joan Remmelts was weer de melancholische Jacques, die ook door Remmelts' spel een der mooi ste figuren uit het stuk werd. Mathieu van Eysden debuteerde bij dit gezelschap als de oude knecht Adam. Het spel bleef wat vlak en hij kon ons Jan C. de Vos in deze rol dan ook niet doen vergeten. Mies Hagens was een goede Celia, die vooal ver- vaste door haar dramatisch temperament bij het afscheid van haar vader in I. Ko van Dijk en Elly Weller waren thans het herderspaar Sylvius en Phebe. Het leek mij een verbetering van de regie, dat deze rollen minder kluchtig en onbeholpen werden gespeeld, waar door het poëtische kwartet tegen het slot nu méér tot zijn recht kwam. Met genoegen zagen wij Peronne Hosang weer als Aagje, de domme boerenmeid. Zij speelt de rol met kostelijke komische accenten. Aan het slot werkten leden van het ballet van Yvonne Georgi mede, maar dit kon ik niet meer zien, daar er altijd nog geen tram na kwart over 11 uit Amsterdam vertrekt. Als geheel was de opvoering van „Naar 't u lijkt" een zeer gelukkig slot van deze Zomerspelen, die hun ontstaan aan den oorlog te danken hebben. J. B. SCHUIL. 18 Juli. Den 18den Juli 1374 overleed in het Italiaan sche dorpje Arqua, ten huize van een zijner doch ters, Francesco Petrarca, een van de grootste lyrische dichters van vroeger eeuwen. Hij zat ge bogen over een groot foliantsloeg een blad zijde om.en het einde was daar: hij had zijn levensbeeld dichtgeklapt. Dat boek droeg den titel: Laura. Want al had Petrarca dan twee dochters (van een onbekende moeder), voor wie hij wel goed schijnt te hebben gezorgd en die hij uithuwelijkte aan den Mila- neeschen edelman Francesco di Brossano en diens broer Giovanni, toch kende hij in zijn leven maar één groote liefde: Laura. Laura, de geliefde, die hij toen hij 23 jaar oud was in Avignon ontmoet te, blijft een mystieke figuur voor ons. We weten hoegenaamd niets van haar. Maar dat zij niet alleen heeft geleefd in de verbeelding van den dichter, weten we met groote stelligheid. Thans, ruim zes eeuwen later, wijzen de bewoners van Avignon, in de Vaucluse, nog bij de beroemde brug dé plaats aan, waar de twee geliefden elkaar 's avonds ontmoetten. Abbé de Sade. in zijn „Mémoires sur la Vie de Pétrarque" (1764) vertelt uit familiepapieren te hebben opgemaakt, dat Laura de dochter was van een edelman uit Avignon. Audibert" de Noves, en dat zij op jeug digen leeftijd huwde met ridder Hugues de Sade, van wien zij talrijke kinderen kreeg. In 1348 zou ze in Avignon aan de pest zijn overleden. Dit is inderdaad niet onmogelijk, want de wanhopige klaagliederen van Petrarca, geschreven in Parma, zijn inderdaad 1348 gedateerd. Boccaccio twijfelde aan het bestaan van Laura. Petrarca zelf. ook al bezingt hij Laura als de liefelijkheid en schoon heid in eigen persoon, vertelt dat hij de geliefde op Goeden Vrijdag 1327 ln de Sint-Clarakerk te Avignon ontmoette. Maar was z ij' Laura? Of vond hii het dichterlijk „aantrekkelijker" om deze schoone op 21-jarigen leeftijd te laten wegkwij nen uit liefdessmart over een scheiding? Hoe het zij, zooals we aan een Beatrix, die Dante inspi reerde. dank verschuldigd zijn. aan een Hélène de Surgères Montaigne's heerlijkste sonnetten te danken hebben, zoo voelen we erkentelijkheid voor de mooie Laura, die zoo zeer de ziel van Francesco Petrarca wist te ontroeren, dat hij in jubeltoon zijn extase ons deelachtig vermocht te maken. Het kind. dat 20 Juli 1304 in Arezzo werd ge boren. als zoon van een Florentijner notaris, Pietro di Parenzo, was voorbestemd voor een avontuurlijk leven. Want met Dante werd de vader, om politieke overtuiging, uit Florence ver bannen en van jeugdigen leeftijd af begon de kleine Petrarca een zwervend leven, 't Joch was negen jaar oud, toen zijn onbemiddelde ouders Pisa verlieten om zich naar Avignon te begeven, waar toen het pauselijk hof was gevestigd, 't Schijnt dat de vader daar geen emplooi kon vinden, zoodat zij naar Carpentras trokken, waar zij samenwoonden met den taalgeleerde Conne- De Commissaris der Koningin in Limburg, mr. dr. IV. G. A. van Sonsbeeck en de burge meester van Maastricht, jhr. W. Michiels van Kessenich, op de Noodbeurs, welke deze week te Maastricht is geopend. vole da Prato, die in Pisa reeds den jongen weet- gierigen Petrarca de eerste lessen in schrijven en lezen had gegeven. Het staat vast dat de schran dere jongen zich aangetrokken gevoelde tot de rechtswetenschappen en dat de vader, op De Patro's voorspraak, gedaan kreeg dat het kind in Montpellier mocht gaan studeeren. In 1326 kort na elkaar, overleden de vader en de moeder en Petrarca werd, aangezien zijn ouders hem geen cent nalieten, liefderijk opgenomen in de te Avignon gevestigde familie Colonna, die even eens door Bonlfacius V1H was uitgewezen. Hij trad in den geestelijken stand en 't is niet on mogelijk dat Petrarca nooit van zich zou hebben doen spreken, ware het niet dat de toen 23-jarige de geliefde zijns harten, Laura, ontmoette. Van dat oogenblik begon voor Petrarca de groote levensstrijd. Door studie en reizen trachtte hij zijn hartstocht te vergeten. Jaren van verre tochten, als wilde hij trachten zich zelf te ontvluchten, volgden: Parijs. Gent. Luik, Aken. Keulen, terug door de Ardennen naar Lyon en. van daar wèer terug naar Avignon, naar de stad waar hij Laura leerde kennen en heeft liefgehad. Hij richt een epistel tot Benedictus XII, hem smeekend terug te keeren naar de Eeuwige Stad. De Paus ontbiedt hem en zendt Petrarca uit naar Rome, om daar voor hem het terrein te verkennen. Maar hoezeer hij ook gevleid is door de opdracht en hoezeer zijn studies hem ook ln beslag nemen, Petrarca kent rust noch duur. hij kan zich niet over de oude liefde heenzetten en keert terug naar de Vaucluse, naar de bronnen, waar hij, vrijwel als kluizenaar in een bescheiden huisje woont, peinzend, mijmerend over 't vergaan geluk. En hier, in de afzondering, ontstaan zijn schoonste gedichten, gewijd aan Laura. Hier schrijft hij ook zijn Romeinsche epistels, zijn vele brieven en dat groote werk ,,De vita solitaria libri", maar zijn gedichten gaan van hier uit over de heele wereld en uit Parijs en Rome biedt men hem den lauwer krans der dichters aan, de hoogste glorie der poëten. Wanneer men hem in Rome den krans om de slapen drukt en senator Orso dell' Anguil- lara hem op den Senaat zijn brevet van onster felijkheid uitreikt, trekt Petrarca zich terug in de stilte en de schaduw van Sint Pieter en daar, aan de voeten van de Madonna, legt hij devoot zijn lawerkrans neer. Laura! Rusteloos is deze mensch geworden. Rome, Pisadan weer terug naar Avignon. Hij werkt aan zijn „De contemtu mundi libri" (dat eigenlijk Secretum Suum" heet), vertrekt naar Napels, naar Zwitserlandweer terug naar Avignon. De Paus wil hem een bisdom geven, maar Petrarca antwoordt „ik heb genoeg te doen met mijn eigen zielszorgen". Parma, Padua, Veronaen dan bereikt hem de treurmare dat Laura is gestorven. Voor de wereld is Petrarca de gelukkige, gevier de, overal geëerde mensch, wien niets ontbreekt. Komt een ijlbode hem niet melden, dat Florence hem de eertijds verbeurd verklaarde goederen van zijn ouders teruggeeft? Dong Boccaccio niet naar ziln vriendschap? Petrarca is niet gelukkig. En al is zijn geliefde Laura dood, toch wil hij terug naar de Vaucluse, naar de plaatsen waar hij eens met haar toefde, waar hij zijn onsterfelijke sonnetten, haar gewijd, schreef. Maar sedert 1348 was Petrarca een gebroken man. De Viscontl's, die in Milaan regeerden, na men hem bij zich en vereerden hem met vele be langrijke opdrachten, waarvan hij zich met zorg en toewijding kweet. Karei IV ontving hem met vriendschapsbetuigingen, zijn twee werken „De remedius utriusque fortunae" werden algemeen geroemd, maar zelfs zijn trouwe vriend Azzo da Correggio vermocht hem niet op te beuren uit den rouw. waarin zijn ziel was gedompeld. LauraLaura Hij begon met het leven af te rekenen, de in ventaris er van op te maken. Heel zijn boekerij, waarin hij zoovele jaren vergetelheid had gezocht, schonk hij aan de stad Venetië. Toen trok hij zich terug in het landelijke Arqua en daar sloeg hij de laatste bladzijde van zijn levensboek om, dien 18den Juli Anno Domini 1374. Dat boek heette Laura. HENRY A. TH. LESTURGEON. RADIOPROGRAMMA VRIJDAG 19 JULI JAARSVELD, 414.4 M. VARA-Uitzending. 8.Berichten ANP. 8.15 Orgelspel 8.45 Gramo- foonmuziek 10.15 Declamatie 10.40 Gramofoonmuziek 11.10 Declamatie 11.30 Orgelspel. 12.Berichten 12.05 VARA-Orkest (12.45—1.00 Berichten ANP) 2.„La Traviata", opera (gr.pl.) 4.Gramofoon muziek. 5.Voor de kinderen. 5.30 Orgelspel 6.De Ramblers, 6.30 VPRO: Cyclus „Groote mannen in bewogen tijden". 6.45 Zang met pianobegeleiding en gramofoonmuziek 7.Berichten 7.05 Voor de kin deren 7.30 De Golfbrekers. 7.40 Tuinbouwpraatje 8.Berichten ANP. 8.15 Gramofoonmuziek 8.30 Bont progTamma 9.30 VARA-Orkest 10.1510.30 Be richten ANP. KOOTWIJK. 1875 M. NCRV-Uitzending. 11.15—11.30 n.m. Berichten. 7.30 Gramofoonmuziek 8.Berichten ANP 8.10 7.00 Berichten (Duitsch) 7.15 Berichten (Engelsch) Schriftlezing, meditatie. 8.25 8.25 Gewijde muziek (gr. pl.) 8.35 Gramofoonmuziek 9.30 Berichten (Vlaamsch) 9.45 Canzonetta-sextet en gramofoonmu ziek 11.15 Berichten (Engelsch) 11.30 Berichten (Vlaamsch). 11.45 Gramofoonmuziek 12.20 Berichten (Duitsch) 12.45 Berichten ANP. 1.— Vocale duetten met pianobegeleiding en gramofoonmuziek. 1.45 Gra mofoonmuziek 2.— Berichten (Duitsch) 2.15 Altviool en piano (2.352.55 Gramofoonmuziek) 3.15 Berich ten (Engelsch). 3.30 Pianokwartet „Die Haghe" en gramofoonmuziek 4.40 Gramofoonmuziek (5.005.15 Berichten Duitsch). 5.45 Amsterdamsch salonor kest (6.156.30 Berichten Engelsch. ca. 7.00 Be richten) 7.30 Reportage of muziek. 8.— Berichten (Duitsch) 8.15 Berichten ANP. 8.30 Berchten (En- muziek 9.15 Berichten (Engelsch) 9.30 Gewijde mu- gelsch) 8.45 Berichten (Vlaamsch). 9.00 Gramofoon- ziek (gr.pl.) 9.45 Berichten (Vlaamsch) 10.Berich ten (Duitsch) 10.15—10.30 Berichten ANP en sluiting 11.1511.30 Berichten (Engelsch)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 3