Laura en Petrarca.
DONDERDAG 18 JULI 1940
IN HET BUITENLAND.
Gelijk verwacht werd heeft de Japansche Keizei
gisteren Prins Konoye belast met de vorming van
een nieuw kabinet. De nieuwe formateur, die reeds
eenmaal het ambt van minister-president vervulde,
heeft aangekondigd dat hij de opdracht niet in
overijld tempo wenscht te vervullen, daar hij de be
langrijke taak heeft de buitenlandsche politiek te
reorganiseeren en een sterke bewapening ten uit
voer te leggen. Een volledige ministerlijst is dan
ook nog niet verschenen, wel zijn voor eenige
portefeuilles de functionarissen aangewezen.
Dat het leger een factor van beteekenis bij den
nieuw te volgen koers zou uitmaken, was te ver
wachten. De oorzaak van den val van het kabinet
Yonai wees reeds op den vesterkten invloed der
militaire macht en uit mededeelingen van Konoye
tot de journalisten valt dit nog ten overvloede dui
delijk op te maken. Konoye's streven is er op ge
richt geschillen tusschen de leiding der buitenland
sche politiek en de weermacht bij voorbaat uit te
schakelen en een duurzame harmonie tusschen leger,
marine en buitenlandsche zaken te scheppen. Aldus
zou de grondslag worden gelegd voor de „politiek
der nieuwe structuur".
Het congres der te Chicago vergaderende Ameri-
kaansche Democraten heeft thans zijn beslissing
genomen: Roosevelt is met groote meerderheid van
stemmen aangewezen als candidaat voor het pre
sidentschap. Daarmede doet zich dus voor het eerst
in de Amerikaansche geschiedenis het geval voor
dat eenzelfde persoon voor de derde maal candidaat
wordt gesteld voor de hoogste functie des lands. De
tweede belangrijke gebeurtenis op het congres was
de voorlezing van het officieele partijprogram. De
belangrijkste passage hieruit is de mededeeling
dat het Amerikaansche volk niet van plan is deel
te nemen aan overzeesche oorlogen en geen strijd
krachten zal zenden naar vreemde landen.
Een te Madrid gehouden rede van generaal Franco
trekt de aandacht. Hij zeide daarin dat het scheppen
van een imperium nog tot de taak van het Spaan-
sche volk behoort. De „Candi Ho" noemde daarbij de
volgende drie punten: verdere consolideering van
de eenheid des lands, overneming van het mandaat
van Gibraltar, expansie in Afrika.
De nieuwe belastingen in Engeland.
Oneenigheid in het kabinet.
Een D.N.B.-bericht uit Stockholm deelt mede:
Volgens de laatste uit Londen ontvangen be
richten bestaan in den boezem der regeering
groote meenigsverschillen over de nieuwe belas
tingplannen, waartoe de Engelsche regeering zich
gedwongen heeft gezien, teneinde voorloopig een
inflatie te vermijden. De conservatieve vleugel
van het kabinet probeert het grootste gedeelte
van deze nieuwe belastingen zooveel mogelijk op
de groote massa af te wentelen, daar de belasting-
schroef voor de hoogste klasse reeds tot het
uiterste is aangedraaid. Dientengevolge wordt in
deze kringen voornamelijk over een omzetbelas
ting gesproken. Deze belasting stuit echter op
grooten tegenstand van de Labour Party. De
ontstemming onder de arbeidende bevolking is,
naar zij verklaren, zonder deze belasting reeds
groot en hun eigen positie moeilijk als gevolg van
het toestemmen in verschillende maatregelen van
den afgeloopen tijd. Dezelfde bezwaren worden
van Laböurzijde geopperd tegen een uitbreiding
van de inkomstenbelastingplicht der kleine in
komens. Niettemin schijnen de arbeidersleiders,
die zitting hebben in het kabinet, zich te hebben
verzoend met een dergelijke uitbreiding. Overigens
was echter een overeenstemming in den boezem
der regeering niet mogelijk, De beurs heeft op
de geruchten over de oneenigheid in het kabinet
met een nieuwe baisse van alle industrieele aan-
deelen gereageerd.
In arbeiderskringen heeft' de onthulling van de
„Daily Telegraph", dat de regeering een onmid
dellijk stopzetten van alle loonsverhoogingen
overweegt, ook dan, wanneer nieuwe prijsstijgin
gen intreden, kwaad bloed gezet..Men verwijt den
srbeidersleiders in het kabinet dat zij wel bereid
zijn hun toestemming te geven aan de bepaling,
waarbij loonsverhoogingen worden verboden, doch
dat het hun echter niet gelukt is het steeds snel
ler tempo van de prijsstijging tot staan te
brengen.
De luchtaanval op Haifa.
Betoogingen in Syrië.
Het D.NB. meldt van de Syrische grens:
Onder de Arabische bevolking van Damascus
heeft het bombardement van Haifa door de
Italianen groote geestdrift gewekt. Aan betoogin
gen en optochten in Damascus en Beiroet heb
ben ook in uniform gekleede Franschen deelge
nomen. Op de bergen aan de grens tusschen den
Libanon en Palestina staan vele menschen te kij
ken naar de geweldige rookwolken, die opstegen
uit de brandende raffinaderijen. Het schijnt dat
de nieuwe raffinaderij, die in allerijl eerst kort
geleden voltooid was, in haar belangrijke deelen
verwoest, zoo niet geheel vernield is. De vlam
men slaan op uit ongeveer 50 olietanks. Wan
neer de thans waaiende Westenwind naar het
Oosten mocht omslaan, zou de geheele stad in
rook worden gehuld en misschien zelfs moeten
worden ontruimd.
De 82-jarige Bas Veth was de oudste onder de
Nederlandsche vluchtelingen, die op het Chateau
de Partoucie in Lessac verbleef.
De positie van Engeland in de
Middellandsche Zee.
Ravitailleering der strijdkrachten belemmerd.
Stefani meldt: Berichten uit goed ingelichte
neutrale bron bevestigen dat de toestand van de
Engeïsche strijdkrachten in de sectoren van het
nabije Oosten steeds moeilijker wordt. Het bom
bardement op Haifa, dat werd uitgevoerd door
van de Dodecanesos komende Italiaansche lucht
eskaders, heeft geweldige branden in de petro-
leumopslagplaatsen bij de haven en in een groote
raffinaderij veroorzaakt. Haifa, gelegen aan het
eind van de pijpleiding uit Irak. is de belangrijkste
militaire basis van Palestina.In 1939 is een groote
petroleumraffinaderij opgericht voor het ravi-
tailleeren van de vloot in tijd van oorlog. Ook is
een ernstige slag toegebracht aan de Britsche
vlootorganisatie in het Nabije Oosten. Bovendien
bevinden zich in het Oostelijk gedeelte van de
Middellandsche Zee geen droogdokken. In een
periode, waarin talrijke eenheden van de Brit
sche vloot door de scheepsartillerie en vliegtuig
bommen zijn getroffen en met groote spoed her
steld moeten worden, is dit een zeer ernstig ge
brek. De Italiaansche versperring tusschen Sicilië
en de Afrikaansche kust belemmert de ravitail
leering van de Britsche strijdkrachten in het
Nabije Oosten. Malta, dat voortdurend door de
Italiaansche luchtmacht wordt aangevallen, wordt
iederen dag verder ontruimd. Eenige convooien
levensmiddelen en munitie zijn erin geslaagd van
deze basis uit Alexandrië te bereiken, doch het
Engelsche expeditieleger in Egypte en Palestina,
alsmede de vloot en de luchtstrijdkrachten moe
ten voortdurend geravitailleerd worden. Deze
ravitailleering echter kan voortaan slechts ver
kregen worden via Zuid-Afrika en Indië over ge
weldige afstanden en na het overwinnen van ge
weldige moeilijkheden, die van een oogpunt van
organisatie uiterst moeilijk zijn.
Bovendien hebben de Engelsche troepen veel te
lijden van de temperatuur, die op het oogenblik
zeer hoog is. vooral in het Westelijk deel van de
woestijn bij de Libische grens, waar zi.i het hoofd
moeten bieden aan een sterken Italiaanschen
druk.
Verkiezingen voor het Litausche
parlement.
De eenige lijst behaalde ruim 99 pCt.
der stemmen.
Het D.N.B. meldt uit Kaunas: Woensdag is het
resultaat van de verkiezingen voor den Sejm ge
publiceerd. Op de beide stemdagen hebben
1.386.569 personen, 95.51 procent van alle kiezers,
hun stem uitgebracht. Op de gemeenschappelijke
en eenige lijst zijn 1.375.349 stemmen of 99.19
procent uitgebracht.
Venezuela niet langer lid van den
Volkenbond.
Het D.N.B. verneemt uit Genève: De minister
van buitenlandsche zaken van Venezuela heeft tot
den secretaris-generaal van den Volkenbond een
schrijven gericht, waarin gewezen wordt op het
afloopen van den termijn van twee jaar voor het
verlaten van den bond. Venezuela heeft op 11
Juli 1938 zijn uittreden aangekondigd. Na een
laatste betaling van 55.000 Zwitsersche franken
is de uittreding geldig.
Attlee's mededeeling over de
afgelaste kinder-evacuatie.
Protest van Lagerhuisleden.
Het D.N.B. meldt: De bladen geeselen onder
koppen als „Teeken van Britsche onmacht" en
„Schandaal rondom de kinder-evacuatie" de be
kentenis, die de Britsche Lord-grootzegelbewaar-
der, Attlee in het Lagerhuis heeft moeten afleg
gen, Attlee heeft toegegeven dat het groote
plan voor het overbrengen van kinderen naar
overzeesche landen uitgesteld is. De „Nachtaus-
gabe" schrijft: „Deze mededeeling heeft bij een
deel der Lagerhuisleden de krachtigste protesten
uitgelokt. Vooral de afgevaardigden der arbei
derspartij protesteerden tegen de benadeeling der
minder gegoede bevolking. Attlee had echter nog
een andere verontschuldiging. Hii zeide dat het,
sedert het plan opgekomen is, helaas niet moge
lijk geweest is, voldoende escorteschepen voor de
transportschepen, waarmede de kinderen ver
voerd zouden worden, beschikbaar te stellen.
Attlee heeft echter verzwegen dat het geheele
plan der evacuatie naar overzeesch gebied een
reusachtig bedrog is geweest. Toen men dit plan
liet opduiken, heeft men alleen maar gezocht naar
een verontschuldiging voor het feit, dat de Brit
sche plutocratie en de regeering haar kinderen
en kleinkinderen op de ..Washington" naar New-
York deden inschepen. Men wilde zijn eigen kin
deren bijtijds uit het land brengen, doch heeft
er nooit aan gedacht de kinderen der arbeiders
klasse of zelfs die uit de „betere kringen" naar
elders te vervoeren. Tegen een dergelijke organi
satie zou de Britsche regeering niet opgewassen
geweest zijn. Thans ziet hetEngelsche volk dat
het grootste bedrog, dat ooit door een regeering
tegen het volk gepleegd wordt, onthuld is."
Onderhoud met den Franschen
minister Baudoin.
„Laatste band met Engeland verbroken."
Het D.N.B. meldt: Het ..Journal de Genève"
publiceert een interview met den Franschen mi
nister van buitenlandsche zaken Baudoin.
De totale revolutie, aldus Baudoin. die Frank
rijk thans doormaakt, is door twintig jaren on
tevredenheid, onzekerheid, afkeer en heimelijke
opstanden voorbereid. De oorlog heeft het abces
doen openspringen. De revolutie heeft zich in
vrijheid voltrokken. „Wij apen onzen overwin
naar niet na, „zoo vervolgde Baudoin. „Wij zul
len de vraagstukken Fransche oplossingen geven,
oplossingen die met ons karakter, onze behoeften,
onze tradities overeenstemmen.
Overgaande tot de buitenlandsche politiek, ver
klaarde Baudoin o.a.: „Wii hebben onze diploma
tieke betrekkingen met Engeland verbroken. Op
Oran volgden dagelijks andere en evenzeer niet
te kwalificeeren aanslagen. Frankrijk zal met
kalmte en vastbeslotenheid op elk van deze aan
slagen van Engeland antwoorden. De laatste
band, die ons nog aan Engeland bond, is doorge
sneden. Wij.aan deze zijde zijn vrij in onze be
sluiten. Wij zullen voortgaan met aan de Ver-
eenigde Staten onze traditioneele vriendschap te
betuigen".
Over het onderwerp economie, verklaarde Bau
doin: „Economische en financieele vraagstukken
zullen in het Europa van morgen" een groote
rol spelen. Wij moeten arbeiden en met Duitsch-
land en met Italië handel drijven, alsook met
Engeland, wanneer het weer tot een rechtvaar
dige waardeering van Frankrijk komt. Het ver
armde en overbevolkte Europa moet een verstan
dige economische structuur, een systeem van
productie en verdeeling hebben, waardoor het
weer kan leven en zelf zijn welvaart kan waar
borgen."
De Britsche scheepvaart in het
Verre Oosten.
Maatschappij Mollers trekt zich terug uit de
Chineesche kustvaart.
Het D.N.B. verneemt uit Sjanghai: De toene
mende uitschakeling van Engeland uit de Chinee-
sc'ne kustscheepvaart en de voortdurende inkrim
ping van de nog beschikbare E-gelsche scheeps-
ruimte zijn, volgens een Japansch bericht, voor de
Engelsche scheepvaartmaatschappij Mollers aanlei
ding geweest om van haar scheepstonnage van
140.000 ton, zes groote schepen en 18 van middel-
matigen inhoud, aan de Engelsche regeering af te
staan. Naar verluidt zullen deze schepen eind
Augustus naar Hongkong worden gebracht. In goed
ingelichte kringen alhier wordt verklaard dat an
dere groote Engelsche maatschappijen in de Chi-
neesche kustvaart ter-gevolge van de verscherping
van de Japansche blokkade aan de Chineesche kust,
eveneens overwegen verschillende van haar sche
pen uit de Chineesche wateren terug te trekken.
Reeds eenige Japansche
ministers aangewezen.
Konoye wil niet overhaast
te werk gaan.
Het D.N.B. meldt thans uit Tokio: Op grond
van een conferentie der legerleiders is luite
nant-generaal Eiki Tojo aangewezen voor den
post van minister van oorlog in het kabinet
Konoye.
Naar Domei meldt blijft vice-admiraal
Yosjida definitief ook in het kabinet Konoye
in functie als minister van marine, terwijl
Matsoeoka. tot dusverre president van de
Zuidmandsjoerijsche spoorlijn en oud-gedele
geerde bij den Volkenbond, benoemd zal wor
den tot minister van buitenlandsche zaken.
Prins Konoye heeft in een interview met de
„Tokio Asa hi Sjimboen" verklaard dat hij geen
haast heeft met de vorming van een nieuw kabi
net. Het is de taak van het nieuwe kabinet de
Japansche buitenlandsche politiek te reorgani
seeren en een sterke bewapening uit te voeren.
Verder heeft hij tegenover Japansche journa
listen verklaard dat een samenwerking tusschen
den minister-president en de weermacht absoluut
noodzakelijk is. Hij zou daarom, zoo zeide hij ver
der, voor de definitieve samenstelling van het
kabinet een uitvoerige bespreking hebben met de
ministers van oorlog, marine en buitenlandsche
zaken over vraagstukken betreffende de buiten
landsche politiek en de weermacht, teneinde een
vastomlijnd programma op te stellen en alle me
ningsverschillen reeds bij voorbaat uit te scha
kelen. Het kabinet Yonai is als gevolg van de
tegenstellingen tusschen de weermacht en het
ministerie van buitenlandsche zaken afgetreden.
Het resultaat van de conferentie zal van beslis-
senden invloed zijn op de nieuwe politieke richt
lijnen, voornamelijk echter op eventueele veran
deringen in de buitenlandsche politiek. Voorwaar
de hiertoe is echter de absolute overeenstemming
tusschen leger, marine en buitenlandsche poli
tiek, want anders is iedere staatsleiding onmo
gelijk, die hij, Konoye, een onafhankelijk karak
ter wil geven.
De opdracht aan Konoye tot vorming van een
kabinet wordt in de geheele Japansche pers ten
zeerste toegejuicht. Alle bladen publiceeren uit
voerige berichten over de eerste besprekingen
van den formateur.
Een brief van Hata aan Yonai.
In verband met het aftreden van het kabinet-
Yonai wordt veel aandacht geschonken aan een
brief van den minister van oorlog, Hata, die deze
op 14 dezer aan Yonai heeft gericht en die thans
wordt gepubliceerd. In dezen brief zegt Hata:
„De wereld maakt tegenwoordig een fundamen-
teele verandering door. Daarom moet alle aan
dacht worden geschonken aan de maatregelen,
die noodig zijn voor het voeren van den oorlog
en voor de vernieuwing van de buitenlandsche
politiek. De regeering echter blijft werkeloos en
maakt den indruk, alsof zij de bij uitstek ge
schikte gelegenheid om de Chineesche kwestie op
te lossen ongebruikt voorbij laat gaan. Zou het
daarom niet raadzaam zijn, dat de eerste minister
aftreedt om de invoering van een nieuwe politieke
structuur mogelijk te maken?"
Yonai zou een nieuwe politieke structuur als
niet noodzakelijk gekenmerkt hebben en de
eischen van Hata hebben afgewezen. Deze heeft
hierop zijn ontslag aangeboden en dit weer heeft
tenslotte geleid tot het aftreden der geheele re
geering.
Plannen van Franco.
De schepping van een Spaansch Imperium.
Het D.N.B. meldt uit Madrid:
Ter gelegenheid van de overhandiging van
het grootkruis van den Heiligen Ferdinand aan
generaal Franco heeft de „Caudillo" hier een
rede gehouden, waarin hij verklaarde dat Span
je de groote taak van het scheppen van het
Spaansche Imperium nog wacht. Daarbij is het,
naar hij zeide, noodig, dat de eenheid van het
land verder geconsolideerd wordt en dat de mis
sie van Spanje, het mandaat over Gibraltar over
te nemen, niet vergeten wordt. Ook de expansie
in Afrika is voor Spanje een nationale plicht.
Generaal Franco herinnerde nogmaals aan de
groote gevechten van den burgeroorlog en be
sloot zijn toespraak met een opwekking tot nau
we samenwerking tusschen alle Spanjaarden.
Minister Sinclair aan het woord.
Engeland dient op een grooten luchtaanval
voorbereid te zijn.
Het D.N.B. meldt:
De Britsche minister van luchtvaart, Sin
clair, heeft gisteravond een rede gehouden, wel
ke ook door de radio werd uitgezonden.
Sinclair begon met er op te wijzen dat de stra
tegische positie van Engeland op het oogenblik
weinig gunstig is. Hij schilderde uitvoerig de
acties van de Britsche luchtmacht en gaf hoog
op van de successen, die behaald zouden zijn en
van de superioriteit over de Duitsche lucht
strijdkrachten. In het verdere verloop van zijn
rede sprak de minister zijn bijzondere erkente
lijkheid uit jegens de dominions, in het bijzon
der Britsch-Indië, dat een groote rol In den
luchtoorlog speelt, zoowel in Engeland alsook
daar, waar ook de Italianen aan den strijd in
de lucht deelnamen. Sinclair noemde het nume
rieke overwicht van de Duitsche luchtmacht een
zeer ernstig gevaar. Hij zeide in dit verband er
zeker van te zijn, dat Engeland een luchtaanval
op veel grootere schaal diende te verwachten,
dan de vijand ooit had ondernomen. Ten slotte
heette de minister „hen, die van gene zijde van
den Oceaan komen om daadwerkelijk aan den
luchtoorlog deel te nemen", in de Royal Air Force
welkom.
HET TOONEEL.
Hef slof der Amsferdamsche
Zomerspelen.
Met Shakespeare heeft men de zomerspelen in
Amsterdam besloten en men heeft er „As you
like it" voor gekozen. De Stadsschouwburg was
gisteren, vooral op de goede rangen, mooi bezet
en Het Centraal Tooneel, dat deze drie laatste
voorstellingen geeft, mocht ook nu weer met dit
blijspel der liefde, een groot succes behalen.
Hoe groot was toch het genie van Shakespeare,
dat hij van een zoo naïef, ja bijna kinderlijk ver
haal, als dat van Rosalinde en Orlando een zoo
licht, tintelend en poëtisch blijspel vermocht te
dichten! Alleen een Shakespeare was in staat een
meisjesfiguur, zoo rap en guitig, schalksch en
speelsch als Rosalinde te scheppen. Men mist
wel is waar in „Naar 't u lijkt", de dolle kluch
tigheid van „De Vroolijke Vrouwtjes van Windsor",
de gezonde boert uit Driekoningenavond, de innige
poëzie uit Mïdzomernachtsdroom de heerlijke,
geestige teekening van een Falstaff of de grootsche
schepping van een Shylock, maar het heeft al
door die wondere- teere sfeer, welke het tot een
der mooiste sprookjes maakt, welke ooit ten
tooneele zijn gebrach.t Shakespeare speelt in dit
blijspel met de liefde op geniale wijze, zóó dat
het 400 jaar na zijn ontstaan nog altijd even
frisch en jong en sprankelend is gebleven. Een
poëtischer, een geestiger liedeskwartet als dat
tusschen Rosalinde, Orlando, Phebe en Silvius is
er misschien nooit geschreven. En wat is dit blij
spel nog steeds van het begin tot het eind boeiend
tooneel!
Wij kennen Verkade's regie van dit stuk, uit op
voeringen vroeger met de Haghespelers, en in het
Centraal-Theater met hetzelfde gezelschap van
thans, drie jaar geleden, al waren dan ook vele
rollen toen anders bezet. Verkade zoekt het niet
in schitterende decors of grootsche aankleeding,
maar houdt de groote lijn steeds in het oog en
brengt eenheid ook in de opvoering. De oplossingen
voor de decor-wisselingen zijn wel eers wat erg
primitief, maar in een sprookje want dat is As
you like it toch feitelijk hindert dat weinig of
niet. Licht, schalksch en poëtisch is de voorstelling
evenals indertijd in de Amstelstraat, wat voor een
groot deel ook nu weer te danken is aan het pe-
tillante, geestige, spel van Mary Dresselhuys in de
rol van Roseliride. Ook in haar travesti blijft zij
steeds een frêle, teere figuur, rap en guitig en
van een eharmeerende vrouwelijkheid. Voor haar
was ook nu weer het groote succes van den avond'.
Gijsbert Tersteeg, die gisteren na de mobilisatie
zijn eerste rol speelde, was opnieuw Orlando en
hij speelde dezen jongen minnaar met voorname
allure, al had zijn spel nu en dan nog wat warmer
kunnen zijn. Eer zeer groote verbetering in de be
zetting was de nar, waarin wij thans Laseur zelf
zagen. Van den tekst ging nu niet zooals inder
tijd bij Cor Hermus een woord verloren en hij
lanceerde zijn vele geestigheden zóó, dat de zaal
telkens weer met een hartelijken, blijdén lach rea
geerde.
Verkade had de rol van den goeden hertog van
Laseur overgenomen en speelde hem met waardig
heid. De slechte hertog was thans voor Jacques
Snoek, die hem echter weinig hertogelijke gestalte
wist te geven.
Joan Remmelts was weer de melancholische
Jacques, die ook door Remmelts' spel een der mooi
ste figuren uit het stuk werd. Mathieu van Eysden
debuteerde bij dit gezelschap als de oude knecht
Adam. Het spel bleef wat vlak en hij kon ons Jan
C. de Vos in deze rol dan ook niet doen vergeten.
Mies Hagens was een goede Celia, die vooal ver-
vaste door haar dramatisch temperament bij het
afscheid van haar vader in I.
Ko van Dijk en Elly Weller waren thans het
herderspaar Sylvius en Phebe. Het leek mij een
verbetering van de regie, dat deze rollen minder
kluchtig en onbeholpen werden gespeeld, waar
door het poëtische kwartet tegen het slot nu méér
tot zijn recht kwam.
Met genoegen zagen wij Peronne Hosang weer
als Aagje, de domme boerenmeid. Zij speelt de
rol met kostelijke komische accenten.
Aan het slot werkten leden van het ballet van
Yvonne Georgi mede, maar dit kon ik niet meer
zien, daar er altijd nog geen tram na kwart over
11 uit Amsterdam vertrekt.
Als geheel was de opvoering van „Naar 't u lijkt"
een zeer gelukkig slot van deze Zomerspelen, die
hun ontstaan aan den oorlog te danken hebben.
J. B. SCHUIL.
18 Juli.
Den 18den Juli 1374 overleed in het Italiaan
sche dorpje Arqua, ten huize van een zijner doch
ters, Francesco Petrarca, een van de grootste
lyrische dichters van vroeger eeuwen. Hij zat ge
bogen over een groot foliantsloeg een blad
zijde om.en het einde was daar: hij had zijn
levensbeeld dichtgeklapt.
Dat boek droeg den titel: Laura. Want al had
Petrarca dan twee dochters (van een onbekende
moeder), voor wie hij wel goed schijnt te hebben
gezorgd en die hij uithuwelijkte aan den Mila-
neeschen edelman Francesco di Brossano en diens
broer Giovanni, toch kende hij in zijn leven maar
één groote liefde: Laura. Laura, de geliefde, die
hij toen hij 23 jaar oud was in Avignon ontmoet
te, blijft een mystieke figuur voor ons. We weten
hoegenaamd niets van haar. Maar dat zij niet
alleen heeft geleefd in de verbeelding van den
dichter, weten we met groote stelligheid. Thans,
ruim zes eeuwen later, wijzen de bewoners van
Avignon, in de Vaucluse, nog bij de beroemde brug
dé plaats aan, waar de twee geliefden elkaar
's avonds ontmoetten. Abbé de Sade. in zijn
„Mémoires sur la Vie de Pétrarque" (1764) vertelt
uit familiepapieren te hebben opgemaakt, dat
Laura de dochter was van een edelman uit
Avignon. Audibert" de Noves, en dat zij op jeug
digen leeftijd huwde met ridder Hugues de Sade,
van wien zij talrijke kinderen kreeg. In 1348 zou
ze in Avignon aan de pest zijn overleden. Dit is
inderdaad niet onmogelijk, want de wanhopige
klaagliederen van Petrarca, geschreven in Parma,
zijn inderdaad 1348 gedateerd. Boccaccio twijfelde
aan het bestaan van Laura. Petrarca zelf. ook al
bezingt hij Laura als de liefelijkheid en schoon
heid in eigen persoon, vertelt dat hij de geliefde
op Goeden Vrijdag 1327 ln de Sint-Clarakerk te
Avignon ontmoette. Maar was z ij' Laura? Of vond
hii het dichterlijk „aantrekkelijker" om deze
schoone op 21-jarigen leeftijd te laten wegkwij
nen uit liefdessmart over een scheiding? Hoe het
zij, zooals we aan een Beatrix, die Dante inspi
reerde. dank verschuldigd zijn. aan een Hélène
de Surgères Montaigne's heerlijkste sonnetten te
danken hebben, zoo voelen we erkentelijkheid voor
de mooie Laura, die zoo zeer de ziel van Francesco
Petrarca wist te ontroeren, dat hij in jubeltoon
zijn extase ons deelachtig vermocht te maken.
Het kind. dat 20 Juli 1304 in Arezzo werd ge
boren. als zoon van een Florentijner notaris,
Pietro di Parenzo, was voorbestemd voor een
avontuurlijk leven. Want met Dante werd de
vader, om politieke overtuiging, uit Florence ver
bannen en van jeugdigen leeftijd af begon de
kleine Petrarca een zwervend leven, 't Joch was
negen jaar oud, toen zijn onbemiddelde ouders
Pisa verlieten om zich naar Avignon te begeven,
waar toen het pauselijk hof was gevestigd,
't Schijnt dat de vader daar geen emplooi kon
vinden, zoodat zij naar Carpentras trokken, waar
zij samenwoonden met den taalgeleerde Conne-
De Commissaris der Koningin in Limburg,
mr. dr. IV. G. A. van Sonsbeeck en de burge
meester van Maastricht, jhr. W. Michiels van
Kessenich, op de Noodbeurs, welke deze week te
Maastricht is geopend.
vole da Prato, die in Pisa reeds den jongen weet-
gierigen Petrarca de eerste lessen in schrijven en
lezen had gegeven. Het staat vast dat de schran
dere jongen zich aangetrokken gevoelde tot de
rechtswetenschappen en dat de vader, op De
Patro's voorspraak, gedaan kreeg dat het kind in
Montpellier mocht gaan studeeren. In 1326 kort
na elkaar, overleden de vader en de moeder en
Petrarca werd, aangezien zijn ouders hem geen
cent nalieten, liefderijk opgenomen in de te
Avignon gevestigde familie Colonna, die even
eens door Bonlfacius V1H was uitgewezen. Hij
trad in den geestelijken stand en 't is niet on
mogelijk dat Petrarca nooit van zich zou hebben
doen spreken, ware het niet dat de toen 23-jarige
de geliefde zijns harten, Laura, ontmoette. Van
dat oogenblik begon voor Petrarca de groote
levensstrijd. Door studie en reizen trachtte hij zijn
hartstocht te vergeten. Jaren van verre tochten,
als wilde hij trachten zich zelf te ontvluchten,
volgden: Parijs. Gent. Luik, Aken. Keulen, terug
door de Ardennen naar Lyon en. van daar
wèer terug naar Avignon, naar de stad waar hij
Laura leerde kennen en heeft liefgehad. Hij richt
een epistel tot Benedictus XII, hem smeekend
terug te keeren naar de Eeuwige Stad. De Paus
ontbiedt hem en zendt Petrarca uit naar Rome,
om daar voor hem het terrein te verkennen. Maar
hoezeer hij ook gevleid is door de opdracht en
hoezeer zijn studies hem ook ln beslag nemen,
Petrarca kent rust noch duur. hij kan zich niet
over de oude liefde heenzetten en keert terug naar
de Vaucluse, naar de bronnen, waar hij, vrijwel
als kluizenaar in een bescheiden huisje woont,
peinzend, mijmerend over 't vergaan geluk. En
hier, in de afzondering, ontstaan zijn schoonste
gedichten, gewijd aan Laura. Hier schrijft hij ook
zijn Romeinsche epistels, zijn vele brieven en dat
groote werk ,,De vita solitaria libri", maar zijn
gedichten gaan van hier uit over de heele wereld
en uit Parijs en Rome biedt men hem den lauwer
krans der dichters aan, de hoogste glorie der
poëten. Wanneer men hem in Rome den krans
om de slapen drukt en senator Orso dell' Anguil-
lara hem op den Senaat zijn brevet van onster
felijkheid uitreikt, trekt Petrarca zich terug in
de stilte en de schaduw van Sint Pieter en daar,
aan de voeten van de Madonna, legt hij devoot
zijn lawerkrans neer. Laura!
Rusteloos is deze mensch geworden. Rome,
Pisadan weer terug naar Avignon. Hij werkt
aan zijn „De contemtu mundi libri" (dat eigenlijk
Secretum Suum" heet), vertrekt naar Napels, naar
Zwitserlandweer terug naar Avignon. De
Paus wil hem een bisdom geven, maar Petrarca
antwoordt „ik heb genoeg te doen met mijn eigen
zielszorgen". Parma, Padua, Veronaen dan
bereikt hem de treurmare dat Laura is gestorven.
Voor de wereld is Petrarca de gelukkige, gevier
de, overal geëerde mensch, wien niets ontbreekt.
Komt een ijlbode hem niet melden, dat Florence
hem de eertijds verbeurd verklaarde goederen
van zijn ouders teruggeeft? Dong Boccaccio niet
naar ziln vriendschap? Petrarca is niet gelukkig.
En al is zijn geliefde Laura dood, toch wil hij
terug naar de Vaucluse, naar de plaatsen waar hij
eens met haar toefde, waar hij zijn onsterfelijke
sonnetten, haar gewijd, schreef.
Maar sedert 1348 was Petrarca een gebroken
man. De Viscontl's, die in Milaan regeerden, na
men hem bij zich en vereerden hem met vele be
langrijke opdrachten, waarvan hij zich met zorg
en toewijding kweet. Karei IV ontving hem met
vriendschapsbetuigingen, zijn twee werken „De
remedius utriusque fortunae" werden algemeen
geroemd, maar zelfs zijn trouwe vriend Azzo da
Correggio vermocht hem niet op te beuren uit
den rouw. waarin zijn ziel was gedompeld.
LauraLaura
Hij begon met het leven af te rekenen, de in
ventaris er van op te maken. Heel zijn boekerij,
waarin hij zoovele jaren vergetelheid had gezocht,
schonk hij aan de stad Venetië. Toen trok hij
zich terug in het landelijke Arqua en daar sloeg
hij de laatste bladzijde van zijn levensboek om,
dien 18den Juli Anno Domini 1374.
Dat boek heette Laura.
HENRY A. TH. LESTURGEON.
RADIOPROGRAMMA
VRIJDAG 19 JULI
JAARSVELD, 414.4 M. VARA-Uitzending.
8.Berichten ANP. 8.15 Orgelspel 8.45 Gramo-
foonmuziek 10.15 Declamatie 10.40 Gramofoonmuziek
11.10 Declamatie 11.30 Orgelspel. 12.Berichten
12.05 VARA-Orkest (12.45—1.00 Berichten ANP)
2.„La Traviata", opera (gr.pl.) 4.Gramofoon
muziek. 5.Voor de kinderen. 5.30 Orgelspel 6.De
Ramblers, 6.30 VPRO: Cyclus „Groote mannen in
bewogen tijden". 6.45 Zang met pianobegeleiding en
gramofoonmuziek 7.Berichten 7.05 Voor de kin
deren 7.30 De Golfbrekers. 7.40 Tuinbouwpraatje
8.Berichten ANP. 8.15 Gramofoonmuziek 8.30
Bont progTamma 9.30 VARA-Orkest 10.1510.30 Be
richten ANP.
KOOTWIJK. 1875 M. NCRV-Uitzending. 11.15—11.30
n.m. Berichten.
7.30 Gramofoonmuziek 8.Berichten ANP 8.10
7.00 Berichten (Duitsch) 7.15 Berichten (Engelsch)
Schriftlezing, meditatie. 8.25 8.25 Gewijde muziek
(gr. pl.) 8.35 Gramofoonmuziek 9.30 Berichten
(Vlaamsch) 9.45 Canzonetta-sextet en gramofoonmu
ziek 11.15 Berichten (Engelsch) 11.30 Berichten
(Vlaamsch). 11.45 Gramofoonmuziek 12.20 Berichten
(Duitsch) 12.45 Berichten ANP. 1.— Vocale duetten
met pianobegeleiding en gramofoonmuziek. 1.45 Gra
mofoonmuziek 2.— Berichten (Duitsch) 2.15 Altviool
en piano (2.352.55 Gramofoonmuziek) 3.15 Berich
ten (Engelsch). 3.30 Pianokwartet „Die Haghe" en
gramofoonmuziek 4.40 Gramofoonmuziek (5.005.15
Berichten Duitsch). 5.45 Amsterdamsch salonor
kest (6.156.30 Berichten Engelsch. ca. 7.00 Be
richten) 7.30 Reportage of muziek. 8.— Berichten
(Duitsch) 8.15 Berichten ANP. 8.30 Berchten (En-
muziek 9.15 Berichten (Engelsch) 9.30 Gewijde mu-
gelsch) 8.45 Berichten (Vlaamsch). 9.00 Gramofoon-
ziek (gr.pl.) 9.45 Berichten (Vlaamsch) 10.Berich
ten (Duitsch) 10.15—10.30 Berichten ANP en sluiting
11.1511.30 Berichten (Engelsch)