(iliet JOtent en Jxm Qüe&ol.
Huwelijk met modern
Comfort.
DONDERDAG 18 JU Dl 1940
„Nieuw Nederland en de nieuwe
orde."
Rede van den heer C. van Geelkerken.
AMSTERDAM, 17 Juli. (A.N.P.) In de
groote zaal van het Concertgebouw is vanavond
door de Nationaal Socialistische Beweging in
Nederland een openbare vergadering gehouden,
waarin de plaatsvervangend leider der bewe
ging, de heer C. van Geelkerken, gesproken heeft
over het onderwerp: „Nieuw Nederland en de
nieuwe orde." De zaal was geheel uitverkocht.De
heer Van Geelkerken zeide o.m.: Thans is de be
langstelling voor de N.S.B. groeiende. Het gaat
er bij de N.S.B. om het Nederlandsche volk een
waardige plaats in de rij der Europeesche vol'
keren te geven. De liefde voor het volk en voor
het vaderland is de reden geweest, welke geleid
heeft tot de oprichting van de beweging en geen
druk hoe zwaar ook heeft haar groei kunnen
verhinderen. Zij heeft stand gehouden.
Ons volk is niet lamlendig. Het volk kan niet
kapot en gaat niet kapot. Mét moet zich echter
houden aan den regel: een volk dat leeft bouwt
aan zijn toekomst. De geesteshouding van ons
volk was te wijten aan de democratie, welke
zich uitte in een verdeeld en ziek partijstelsel. Het
volk werd verscheurd. De bezetting van het Duit-
sche leger, welke door ons niet is gewenscht, is
de schuld der democratie. In de democratie was
maar één ding, dat belangrijk was, dat was het
kapitalisme, dat kende slechts één belang: het
kapitaal. Daaraan waren de behoeften van de
bevolking aldus spreker onderworpen. De
leiders der democratie hebben thans het volk
achter gelaten en zijn naar Engeland gevlucht.
Zij zullen nooit terugkomen.
Toen de democratie vast liep. bleef haar nog
slechts den oorlog over, waarmede zij de op-
marsch van het nationaal-socialisme trachtte
tegen te houden. Het nationaal socialisme ver
foeit den oorlog, want hij vertraagt den opbouw.
Een werkelijke revolutie kan niet door praten
verkregen worden. Wil men den staat veroveren
dan moet eerst de straat ingenomen worden. Het
volk leeft in de straat. Daar moet dus de volks
beweging beginnen en dat gaat niet altijd even
zachtzinnig.
De N.S.B. heeft thans de straat en zal ook den
staat veroveren. Nogmaals zette de heer van
Geelkerken uiteen, dat niet het goud doch de
arbeid de grondslag van het economische leven
moet zijn.
De N.S.B. is revolutionnair dw.z. innerlijk vrij,
los van partijbelangen, vooroordeelen en klassen
strijd, en daardoor in staat met het volk een
nieuw leven te beginnen.
Men bestreed ons met te zeggen: de N.S.B. is
niet Nederlandsch. Men heeft systematisch haat
tegen de N.S.B. aangewakkerd. Er zijn in de ne
gen jaren dat deze partij bestaat fouten ge
maakt. Men verweet ons Goering een klok te heb
ben aangeboden. Mussert deed dit als dank voor
de bescherming welke wij genieten tegen onze
bondgenooten, die nacht na nacht ons land aan
vallen.
Golijn schreef een brochure getiteld: „Op de
grens van twee werelden", waarin hij de oude
partijleiders aanraadde samen te werken. Het is
tragisch, dat deze oude politicus daarmede laat
zien. dat hij het oude niet los kan laten, aldus
spreker. Het oude heeft afgedaan. Het nieuwe
Europa wordt nationaal socialistisch. Deze eeuw
is de eeuw van Duitschland. Het zal nooit dulden
dat ons land een uitvalspoort voor de democratie
blijft. Als straks de Duitsche soldaten door Lon
den marcheeren zal iedereen weten, dat het oude
heeft afgedaan en nooit weer terug zal komen.
Respecteert dit volk zichzelf, dan zal het de
eereschuld te dragen hebben om Europa van
Duinkerken tot Delfzijl te beschermen tegen
Brittannië. Wij zullen niet vergeten, dat Enge
land met de Boeren geen genade heeft gehad.
Engeland zal straks ook geen genade krijgen.
De vorming van den nationaal-socialistischen
volksstaat zette spreker vervolgens uiteen. Wij
zullen onze woede tegen de gevluchte Joden niet
koelen op de achtergeblevenen. De Joodsche in
vloed zal echter worden uitgeschakeld. Het Ne
derlandsche volk is Cermaansch, slechts Ger-
maansche invloed zal gelden. Een Joodsche ge
meenschap zal moeten worden gevormd.
Een felle aanval deed spreker op de politieke
pers. Het is aldus de heer van Geelkerken
om helsch te worden, dat thans, nu Europa in
brand staat, alleen maar gepraat wordt zooals
uit krantenartikelen, welke spreker citeerde,
blijkt, men begrijpt de nieuwe orde nog totaal
niet.
Onze soldaten en matrozen hebben gevochten.
Niet de N.S.B. heeft landverraad gepleegd, doch
die officieren, die hun soldaten in den steek lie
ten. Ons werd voorgehouden, dat ons volk rustte
op vier zuilen. De R.K., de Protestante, de mo
derne en de neutrale. Deze zuilen zijn rot geble
ken. De heer van Geelkerken besloot zijn rede
met de democratie nogmaals heftig te hekelen.
De rede van den heer Van Geelkerken werd
gevolgd door een pauze, waarin gelegenheid was
tot het schriftelijk stellen van vragen, die daarna
door den plaatsvervangend leider werden be
antwoord.
POSTCHèQÜE- EN GIROVERKEER MET
DUITSCHLAND HERSTELD.
In het raam van de normaliseering van het
postverkeer is de postchèque- en girodienst tus- j
schen Duitschland en Nederland thans op den
ouden voet hersteld. (A.N.P.)
De beperking van het zelfkarnen.
Welke maatregelen moeten worden genomen.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van
departement van landbouw en visscherij maakt
in verband met de aankondiging, dat het aantal
zelfkarners sterk beperkt zal worden en dat aan de
genen, die niet in het bezit zijn van een karn-
vergunning, het bereiden van boter niet is toege
staan, bekend, dat zij, die genoodzaakt zijn de op
hun bedrijf ontvangen melk tot boter te ver
werken en hun melk niet aan een fabriek kunnen
leveren, in het algemeen voor een karnvergunning
in aanmerking zullen komen.
Indien vóór 18 Juli a.s. geen aanvraagformulier
voor een karnvergunning is ontvangen, dienen be
langhebbenden dit formulier zoo spoedig mogelijk
bij de afdeeling zuivelcontrole der Nederlandsche
Zuivelcentrale in hun provincie aan te vragen.
Deze bedrijven kunnen, in afwachting van de
door de Nederlandsche zuivelcentrale hieromtrent
te nemen beslissing, met de bereiding van boter
voorloopig doorgaan.
De bedrijven, die wel in staat zijn hun melk
aan een fabriek te leveren, komen niet voor een
karnvergunning in aanmerking en dienen dus ter
stond de daarvoor vereischte maatregelen te
treffen.
Onder fabriek wordt in dit verband verstaan
ieder bedrijf, dat voor fabriekmatige verwerking
van melk is ingericht. (A.N.P.)
„DIE FLEDERMAUS" OPGEVOERD VOOR
DUITSCHE MILITAIREN.
's-GRAVENHAGE. 17 Juli (A.N.P.) Ter ge
legenheid van het begin van de Kraft durch
Freude"-uitvoeringen voor de Duitsche weermacht
in Nederland gaf het Stadttheater Krefeld heden
avond in het gebouw voor K. en W. een opvoering
van „Die Fledermaus". De zaal was in alle hoeken
gevuld. Aanwezig waren o.a. de Rijkscommissaris
voor het bezette Nederlandsche gebied, rijks
minister Seyss-Inquart, de militaire bevelhebber,
de generaal der vliegers Christiansen en verschil
lende andere Duitsche autoriteiten.
AMSTERDAMSCHE POLITIE CONTROLEERT DE
POSTDUIVENHOUDERS.
Naar aanleiding van de verordening van den
Rijkscommissaris betreffende de postduiven, heeft,
de afdeeling algemeene dienstzaken van de Am-
sterdamsche politie enkele brigadiers en agenten,
die bijna allen zelf postduivenhouders zijn geweest
en uiteraard verstand van postduiven hebben, aan
gewezen als controleurs. Hierdoor wordt een stipte
nakoming van de verordening van. de Duitsche
autoriteiten gewaarborgd. (A. N. P.).
Nederlandsche studenten werken
samen.
In de afgeloopen weken zijn in studentenkringen
besprekingen gevoerd, welke geleid hebben tot de
oprichnng van een lichaam, waarin de samenwer
king der Nederlandsche studentenorganisaties in
den vervolge tot uitdrukking komen zal.
Van deze organisatie, waaraan alle richtingen van
het Nederlandsche studentenleven zullen deelne
men, zullen binnenkort .wanneer ook de onderdee-
len genoegzaam georganiseerd zijn nadere bijzon
derheden gepubliceerd worden. (A. N. P.)
„Wie in een glazen huisje woont"De ruitenbeschermings-
puzzle van een warenhuis te Haarlem.
Noodlottig gevolg van een wedstrijd.
Jongen op onbewaakten overweg door trein
gedood.
Woensdagavond tusschen kwart voor negen en negen
uur waren eenige jongens aan het fietsen bij Meu-
Limteren. Op een gegeven oogenblik zetten zij een
spurt in, wie van hen het eerst over den onbewaak
ten overweg aldaar zou zijn. De 9-jarige Dirk
Koudijs uit Meu-Lunteren geraakte hierbij op den
overweg ondèr den locaaltrein, welke om 20.50 uur
uit Lunteren naar Amersfoort vertrekt. De knaap
was op slag dood. (A. N. P.)
VOOR DE KINDEREN
De hoofdman staarde eerst den onbeken
den zwarten man verbluft aan, maar aan
gezien hij geen woord verstond van het
taaltje, dat de Dikke brabbelde, werd zijn
achterdocht opgewekt.
Met heesche stem gaf hij een bevel, waarop
de Dikke twee inboorlingen op zich toe zag
komen ,en begreep dat men hem gevangen
wilde nemen. Op het moment dat de inboor
lingen hem beet wilden pakken, riep hij zoo
luid hij kon: Schiet.
Kapitein wegens verduistering en
valschheid in geschrifte veroordeeld
De krijgsraad te 's Gravenhage kwam Woensdag
bijeen. Behandeld werd de zaak tegen den res.-
kapitein T. L., die beschuldigd werd, in de maanden
Augustus, September en October van het vorige
jaar, toen hij als commandant van een compagnie
ergens in Brabant het bevel voerde, gelden van den
Staat te hebben verduisterd tot een bedrag van
eenige duizenden guldens. Beklaagde had het beheer
over een kas, die somwijlen een ton gouds bevatte,
en hij had daaruit herhaalde malen gelden geput
om eigen schulden te betalen, o.a. belasting. Daar
hij de beschikking had weten te verkrijgen over
blanco geteekende kwitanties van leveranciers
zijner compagnie en hij de bedragen wegens gele
verde goederen hooger invulde dan de sommen,
waarvoor de levering was geschied, welk verschil
hij dan ten eigen bate aanwendde, klopte de kas
overigens wel. Bij de controle was blijkbaar niet
opgevallen, dat de prijzen hooger dan normaal
waren. Van de ongeveer elfduizend gulden, die op
deze wijze aan de militaire kas waren onttrokken,
heeft beklaagde toen de knoeierij tenslotte aan het
licht was gekomen bijna achtduizend gulden aan
den staat terugbetaald, doch de overige drieduizend
gulden was niet meer in zijn bezit.
Beklaagde bekende volledig en beriep zich op zijn
precairen financieelen toestand voor zijn komst
onder de wapenen.
De auditeur-militair achtte den beklaagde on
waardig den rang van officier te blijven bekleeden
en requireerde diens ontslag uit den militairen
dienst, zoomede een straf van twee jaren, met af
trek van het voorarrest van negen maanden, en
met ontzegging van de bevoegdheid om later weder
bij de krijgsmacht te dienen.
De krijgsraad, des namiddags uitspraak in deze zaak
doende, legde een straf van een jaar en zes maan
den met aftrek van het voorarrest op, met ontslag
uit den militairen dienst, doch zonder ontzegging
van de bevoegdheid later bij de gewapende macht
te dienen. (A. N. P.).
MEISJE ONDER VRACHTAUTO.
AMSTERDAM, 17 Juli (A.N.P.) Woensdag
avond is in de drukte, welke kort na zes uur in
de binnenstad heerscht een noodlottig ongeluk
voorgevallen. Voor het hoofdpostkantoor op den
Niewezijds Voorburgwal wachtte een file auto's
en wielrijders op het veilig zetten van het stop
bord op den hoek van de Raadhuisstraat. Toen de
verkeersmassa zich in beweging zette, verloor een
10-jarig meisje uit de Reestraat dat met haar
fiets vlak naast een vrachtauto stond, het even
wicht, met het gevolg dat zij voor een achter
wiel van den wagen viel. Het wiel ging haar over
het hoofd, waardoor zij op slag dood was.
De N. S. R.-Statenleden in Drente.
Nemen niet meer aan de Statenzittingen deel.
Het A.N.P. meldt uit Assen: De fractieleider van
de N.S.B. in de Prov. Staten van Drente, de héét
G. Dieters Jr., heeft het volgende schrijven gericht
aan den commissaris der Koningin in Drente:
„Ondergeteekende, fractieleider van de N.S.B..
Statenleden, deelt u hierbij mede, dat zij de eerst»
zitting der staten van Drente, welke zal worden
gehouden op 16 Juli 1940 des voormiddags te 11^
uur, niet zullen bijwonen".
Als redenen worden opgegeven, dat de te be.
handelen onderwerpen, waarover de Provincials
Staten van Drente ook weer in deze zitting diens;
te beslissen, vraagstukken zijn van dien aard, waan
over het meerendeel der statenleden niet ka;
oordeelen, omdat hun hiervoor de practische kennu
ten .eenenmale ontbreekt.
In 'een „democratisch geordende" samenleving,
aldus het schrijven, is het. geen beletsel geweest
integendeel. In dat stelsel geldt immer het aan.
tal, niet de deskundigheid.
Gezien het feit, dat het democratische stelsel hie
als uitgeleefd kan worden beschouwd, zullen wjj
aan dit „spel" niet meer meedoen. Wij zullen
echter terug komen, wanneer in Drente een instan.
tie wordt geïnstalleerd, waarin mannen zitting
hebben, die deskundig zijn voor hun taak en die
naar eer en geweten ook de verantwoordelijkheid
wenschen te dragen. Dan eerst kunnen de belangs
van deze provincie behartigt worden zooals het be
hoort en waarop het Drentsche volk recht heeft".
Begrafenis ds. W. H. H. Dijkman.
Veel belangstelling.
Op de Algmeene Begraafplaats aan de Kleverlaat
te Haarlem had Woensdagmiddag onder groote be.,
langstelling de teraardebestelling plaats van he!
stoffelijk overschot van ds. W. H. H. Dijkman t;
Haarlem, in leven emeritus-predikant bij de Ned
Herv. Gemeente.
Onder de zeer velen, die om de groeve geschaard
stonden merkten wij op de predikanten der Ned
Herv. Gemeente te Haarlem: ds. P. W. Foeken, dr.
J. Weener, dr. H. Beker en ds. W. J. van Elden; ds-
A. J. Montijn uit Utrecht, eere-voorzitter van d>
Ned. Chr. Geheelonth. Vereen.: ds. M. G. Blauw,
emei-itus-predikant der Ned. Herv. Gemeente i>
Haarlem-Noord: ds. W. E. M. Hoeksema, oud-predi-
kant te Rozenburg (waar ds. Dijkman vele jare
predikant is geweest). Voorts de heeren: J. E
Zeldenrijk, voorzitter en J. A. P. Stroes, secretary
van Burger Pro Rege; W. P. J. Overmeer, oud-voor.
zitter der afd. Haarlem van de N. Chr. Geheelontli;
Vereen, te Haarlem;'S. J. Vester, namens het Cen
traal Drankweer Comité; H. Bijkerk, voorzitter va:
het College van Ouderlingen der Ned. Herv. Ge
meente te Haarlem; S. Glastra, administrateur vai
het Tehuis voor Ouden van Dagen te Haarlem e:
H. Dorrepaal, voorzitter van „Evangelie en Belij.
denis".
De Ned. Herv. Gemeente te Rozenburg was ver
tegenwoordigd door ds. C. de Ru en de heeren A
Barendregt en A. Middendorp,, ouderlingen.
Eerste spreker was ds. A. van Geest uit 's Grs-
venzande, oud vriend van den overledene, die sprai
naar aanleiding van het woord uit de Schrift: „Dit
in den Zoon gelooft die heeft het eeuwige leven" et
o.a. zeide dat het geloof het geheele predikant-zijt
van ds. Dijkman doorlicht heeft. Ds. Dijkman wy
vriendelijk en opgewekt in den omgang en vc:
ijver voor zijn werk. Ook in zijn rusttijd heeft hi;
nog hard gearbeid. Zeer veel heeft de overleden-
gedaan voor de drankbestrijding en voor den
zending.
Een neef van ds. Dijkman, de heer B, Ottevanger,'
uit Rotterdam roemde den prettigen geest die steedl
heerschte in de pastorie te Rozenburg. De overl*
dene heeft veel tot stand gebracht in zijn leven
waarvan het begrip „opbouw" altijd het middel-'
punt was.
Ds. C. de Ru bracht den dank over van de Ned
Herv. Gemeente te Rozenburg en den Kerkeraai
aldaar, voor wat ds. Dijkman in die gemeente ge
wrocht heeft. De herinnering aan den overledene is
in Rozenburg onuitwischbaar.
Ds. A. J. Montijn, mede sprekend namens hel
Hoofdbestuur van de N. C. G. O. V., dat met vee!
dankbaarheid aan den overledene blijft denken,
dankte voor veel trouw, hartelijke en warme vriend
schap, van ds. Dijkman onderwonden. Die vriend
schap openbaarde zich ook in het vereenigings-
leven en dan in de eerste plaats in de N. C. G. O. V,
waarvoor de overledene werkte in woord en ge
schrift.
Ds. W. J. van Elden sprak op verzoek van het
Moderamen van den Kerkeraad, dat verhinderd was
aanwezig te zijn, een dankbaar woord van nage
dachtenis. Tot het laatste heeft ds. Dijkman met
groote blijmoedigheid zijn krachten en gaven ge
geven.
Namens het bestuur van het Diaconiehuis dei
Ned. Herv. Gemeente te Haarlem roemde de hee
D. Poptie den arbeid van den overledene als ver
zorger der geestelijke belangen van de bewoners
van het Huis. Die arbeid was zoowel voor hem als
voor de ouden van dagen een vreugde.
De heer J. H. van Leyden, zwager van ds. Dijk
man, dankte namens de familie elk spreker uit
voerig en voorts alle aanwezigen voor de belang
stelling, waarna ds. Tonsbeek de plechtigheid sloot
met het bidden van het Onze Vader.
Mr. CORRY STOLZ-VAN DEN KIEBOOM.
44)
Vóór het geroddel tot meneer De Jong is doorge
drongen. Ze weet, dat ze een contract heeft tot 1
Juli nog, en dat ze enkel op grond van die praatjes,
niet ontslagen kan worden. Formeel heeft ze niets
misdaan. Voor die bezoeken bij Frank onder kan
toortijd draagt Wessels de verantwoording. En
wat je buiten kantoortijd doet, is jouw zaak, is de
algemeene stelregel. Maar de onbillijkheid: die
twee anderen ontslagen en zij rustig blijven, is te
groot. Dat kan ze niet verdragen. Ze zou ook geen
leven meer hebben hier op de typekamer. En haar
handhaven in Erna's betrekking zal meneer De
Jong zeker niet kunnen. Niet willen ook vermoe
delijk. Dan liever de eer aan zichzelf houden en
ontslag vragen. In het gunstigste geval ligt ze er
anders met Juli toch uitErna moet haar gelijk
geven. Probeer in elk geval De Jong direct om
twee uur te spréken te krijgen, raadt ze.
Ze weten geen van beiden, dat een deputatie
van de typekamer, met Lientje Hendriks aan het
hoofd, meneer De Jong in het middaguur heeft
opgezocht en dat deze uit de verwarde en veront
waardigde beweringen van de meisjes over „Riek
je Maartens dit en Nick Lenswaerdt dat. na
veel en geduldig gevraag genoeg te weten is geko
men om hem een halfuur onrustige en onplezie
rige overpeinzingen te bezorgen.
Want de heer De Jong kent óók de draagwijdte
van lasterpraatje en .intriges in het wereldje op
zichzelf, dat kantoor heet. En dan zijn er een paar
factoren, waarmee hij in dit geval speciaal reke
ning moet houden. In de eerste plaats moet hij den
heer Wessels sauveeren. Wessels, die zijn zilveren
jubileum in den dienst van de Vennootschap al
achter den rug heeft. En die nu in zijn on
schuld de formeele medeplichtige is aan de
misschien wèl, misschien niét onschuldige escapa
des van juffrouw Lenswaerdt.
En vervolgens is er, door het rigoureuse optre
den van de Directie in het geval-Maartens, een
precedent geschapen.
En tenslotte is er nog een derde factor. De neer
De Jong heeft vanmorgen bericht uit Stockholm
gekregen, dat er daar reeds met 1 Mei op zijn komst
wordt gerekend. Voorloopig zonder zijn gezin, want
de directeurswoning komt niet voor Augustus vrij,
maar mèt zijn particulier-secretaresse
En de heer De Jong is getrouwd. En het spook
van de knappe typiste of secretaresse waart niet
alleen rond in het brein van verhaaltjes- en sce
nario-schrijvers, maar ook in dat van ontelbare
directeursvrouwen.
Vier jaar lang heeft hij nu een verloofde secre
taresse gehad. En rust. En nu een meisje met
een reputatie, waaraan de chronique scandaleuse
van het kantoor terecht of ten onrechte niet
veel heeft heel gelaten. Hij kan zich het enthou
siasme voorstellen, waarmee Mevrouw Fabrieks
directeur en Mevrouw Hoofdingenieur zich van het
nieuwtje meester zullen maken. Om het zoo gauw
mogelijk aan zijn vrouw te gaan vertellen. Hij kent
de zijige beminnelijkheid, waarmee onder dames
zooiets wordt ingeleid: .en ik hoor zoo, dat je
man een nieuwe secretaresse heefteven goed
als de tactvolle jovialiteit van de vrienden op
echtparen avondjes: „ja, ja, jullie kantoormenschen
hebt maar een leventje. Dat houdt er maar van
die knappe tik juffertjes op nahè mevrouw
tje? Ja, ja jaGéén vooruitzicht gewoonweg...
Ja, het is alles bij elkaar geen gemakkelijk pro
bleem voor den heer De Jong en hij besluit juf
frouw Lenswaerdt te ontbieden.
Klokke twee bromt in de typekamer de huistele
foon. Juffrouw Lenswaerdt bij meneer De Jong
komen, zegt meneer Lammers.
Nick gaat. Ze voelt de veelzeggende blikken in
haar rug. Ze weet, hoe het gepraat opnieuw zal
beginnen, zoodra de deur achter haar is dichtge
vallen. Maar ze houdt zich kalm. Misschien is het
maar een toeval misschien wil hij alleen over
werk spreken, probeert ze zichzelf gerust te stellen.
Maar de koele en rustige stem van meneer De
Jong beneemt haar al gauw die illusie. Hij pakt
Nick heel voorzichtig aan. Hij heeft zelf ook doch
ters, meneer De Jong, en juffrouw Lenswaerdt
lijkt, zooals ze daar tegenover hem zit, met haar
bleek en behuild gezichtje, niet erg op het licht
zinnige meisje, dat hem door haar collega's is voor-
geschilderd.
Hij spreekt over den goeden naam van een jong
meisje, waarop zoo héél licht een smet kan vallen
en blijven kleven. Over het wereldje in het klein,
dat het kantoor is en waarin andere en strengere
normen moeten worden inachtgenomen, dan in de
groote wereld daar buiten precies Oom Victor
en de opinie van de Doornenburgsche soos, denkt
Nick dof. Over het feit, dat een mooi meisje het
in de kantoorwereld altijd nog veel moeilijker
heeft en veel voorzichtiger moet zijn dan een col
lega zonder uiterlijke charmes. Een meisje, dat
carrière wil maken, dat vooruit wil komen, zooals
een man vooruitkomt, moet ófonaantrekkelijk óf
ongenaakbaar zijn, doceert meneer De Jong
Dan begint hij over de betreurenswaardige omstan
digheid, dat hoezeer hij persoonlijk van het
tegendeel overtuigd is er nu eenmaal bij een
deel van het personeel de schijn is gewekt ook
al in verband met zekere eigenaax-dige geruchten
rondom haar benoeming.... over het precedent,
dat geschapen is en over niet mogen meten met
twee matenEn dan doet hij met al zijn voor
zichtigheid Nick toch pijn, wanneer hij vaderlijk
hoofdschuddend zegt: zoo jammer, dat het
nu juist meester Robberts moest zijn een be
kwaam advocaat zeer zeker, maar iemand, wiens
particuliere leven nu juist niet.... iemand, die
nu niet bepaald een héél goeden naam heeft....
enfin, u begrijpt mij wel.
Nick begrijpt het. Het érge. Nu kan de rest haar
niet veel meer schelen. Ze hoort zichzelf om haar
ontslag vragen. Ze ziet de merkbare opluchting op
het gezicht van meneer De Jong en ze antwoordt
„heel graag" en „buitengewoon vriendelijk van u"
op zijn aanbiedingen van „uitstekend getuigschrift"
en „drie maanden salaris". Het is haar allemaal
volmaakt onverschillig. Ook dat ze hier weg moet,
voorgoed, nu vanmiddag al. Ze hoeft niet meer te
rug naar de typekamer. Een loopjongen brengt
haar hoed en mantel. Voor de rest zal juffrouw de
Ruyter wel zorgen, belooft meneer De Jong. Het
gaat hem toch genoeg aan het hart, haar zoo te
zien vertrekken. Een prima kracht, een kind, waar
iets inzat, een aardig, beschaafd meisje bovendien.
Een, die carrière had kunnen maken. En nu....
Ja, maar er zijn tenslotte grenzen, verdedigt me
neer De Jong zichzelf. En er moeten voorbeelden
gesteld worden. Dat geval van gisteren en nu dit
weer.waar zou het heen moeten met de mora
liteitsbegrippen van de employés en met de kan
toordiscipline, als we onze typistes maar ongestraft
slippertjes lieten maken in kantoortijd en met kan
toor-relaties?
En mevrouw De Jong kan gerust zijn. Als me
neer De Jong eind April naar Stockholm gaat,
neemt hij een jongmensch mee als secretaris. Voor
hèm geen meisjes meer. Knap of leelijk met of
zonder liaisons met getrouwde mannen hij moet
er niets meer van hebben. Eén keer heeft hij het
goed getroffen juffrouw De Ruyter was een
witte raaf, maar die trouwen vroeg of Iaat alle
maal. En nu waagt hij er zich niet meer aan. En
zijn dochters, ze kunnen doen wat ze willen, maar
op een kantoor komt er geen één, nooit ofte nim
mer
Nick ligt moegehuild op haar divan, als de kost-
juffrouw haar hoofd om de deur steekt.
Ken u effe komme, juffrouw? D'r is een me
neer voor u.
Wie? vraagt Nick, te moe om op te kijken.
Die lange knappe, waar u verleden mee bent
uitgeweest. Toen zeg ik 's aves nog teger m'n man
nou, zeg ik, zoo'n knappe galant as de juffrouw
nóu toch bij zich had.... maar hij wil niet bove
komme, onderbrèekt ze zichzelf.
Nee, goed, zegt Nick. Ik kom wel.
Op de mat staat Frank.
Nick, ik moet je spreken, kun je even mee
gaan? Dan kunnen we ergens gaan zitten.
Ja, best, zegt Nick apathisch. Even mijn jas
aantrekken.
Op den hoek van de straat is een rustig buurt
café. Enkele krantenlezende heeren, een paar bil
jarters verder is er niemand. Dé zitjes langs de
wanden, tusschen de glas-in-loód-schotjes, zijn
allemaal leeg.
Koffie maar? vraagt Frank. Hij heeft nog
geen woord gesproken. De kellner brengt twee
kopjes koffie. Nick bedient Frank van suiker en
room hoe dikwijls heeft ze dat nu al gedaan,
denkt ze. Hoe dikwijls hebben ze, na dien eersten
keer in Doornenburg, nu al tegenover elkaar ge
zeten aan een cafétafeltje. En zalig heeft ze dat
gevonden, geluk heeft ze dat genoemd. Gek, zottin,
die ze is geweest. „Enfin, u begrijpt me wel", heeft
meneer De Jong gezegd. Een van de velenWat
zal hij haar uitgelachen hebben in stilte. Om haar
liefdesverklaring. Om haar openhartigheid....
Nick schaamt zich, zooals ze nooit gedacht had,
zich te zullen schamen.
Frank begint eindelijk te spreken: Nick, ik
moet je waarschuwen. Je zult er nog wel niets van
weten, maar ik ben bang, dat je dezer dagen on
aangenaamheden zult krijgen om mij. En daar
omNick, ik zal probeeren te scheiden wil
je dan met me trouwen?
Vroeger heel vroeger heeft Nick wel eens
gedroomd, dat Frank haar deze vraag deed. Er was
dan altijd een tuin met bloemen bij of een zons
ondergang aan het strand. Ook een moderne, wer
kende vrouw kan wel eens afgezaagd-sentimen-
teele droomen hebbenEn nu even nuchter
als de entourage hier, met de biljarters in hemds
mouwen en den geeuwenden kellner achter het
buffet precies even nuchter klinkt Franks vraag
haar in de ooren. En ineens begint ze te lachen
ze schatert het uit.
Nick, wat bezielt je? Ik verzeker je, dat het
me ernst is, zegt Frank heftig.
Nick kan niet tot bedaren komen. Ja.... ik
geloof je welik vind het alleen maar zoo
prachtig
Wat prachtig? Begrijp je dan niet, dat ik het
meen? Als je wist
Nick knikt hem vriendschappelijk toe. Ja
wel, zegt ze, ik begrijp het best. Je hebt natuur
lijk ook van het drama gehoord en nu verbeeld je
jo. dat je me gecompromitteerd hebt of zooiets
ijselijks. En nu wil je het goed maken. Ik vind het
echtridderlijk van je. Je bent een beste jon
gen. Maar het hoeft niet, hoor.
Hoezoo? vraagt Frank gretig en Nick leest de
opluchting op zijn gezicht. Heb je de zaak in
't reine kunnen brengen?
Radicaal, zegt ze koeltjes. Ik heb mijn
ontslag genomen.
{Wordt vervolgd)*