(iliet JOtent en Jxm Qüe&ol. Huwelijk met modern Comfort. DONDERDAG 18 JU Dl 1940 „Nieuw Nederland en de nieuwe orde." Rede van den heer C. van Geelkerken. AMSTERDAM, 17 Juli. (A.N.P.) In de groote zaal van het Concertgebouw is vanavond door de Nationaal Socialistische Beweging in Nederland een openbare vergadering gehouden, waarin de plaatsvervangend leider der bewe ging, de heer C. van Geelkerken, gesproken heeft over het onderwerp: „Nieuw Nederland en de nieuwe orde." De zaal was geheel uitverkocht.De heer Van Geelkerken zeide o.m.: Thans is de be langstelling voor de N.S.B. groeiende. Het gaat er bij de N.S.B. om het Nederlandsche volk een waardige plaats in de rij der Europeesche vol' keren te geven. De liefde voor het volk en voor het vaderland is de reden geweest, welke geleid heeft tot de oprichting van de beweging en geen druk hoe zwaar ook heeft haar groei kunnen verhinderen. Zij heeft stand gehouden. Ons volk is niet lamlendig. Het volk kan niet kapot en gaat niet kapot. Mét moet zich echter houden aan den regel: een volk dat leeft bouwt aan zijn toekomst. De geesteshouding van ons volk was te wijten aan de democratie, welke zich uitte in een verdeeld en ziek partijstelsel. Het volk werd verscheurd. De bezetting van het Duit- sche leger, welke door ons niet is gewenscht, is de schuld der democratie. In de democratie was maar één ding, dat belangrijk was, dat was het kapitalisme, dat kende slechts één belang: het kapitaal. Daaraan waren de behoeften van de bevolking aldus spreker onderworpen. De leiders der democratie hebben thans het volk achter gelaten en zijn naar Engeland gevlucht. Zij zullen nooit terugkomen. Toen de democratie vast liep. bleef haar nog slechts den oorlog over, waarmede zij de op- marsch van het nationaal-socialisme trachtte tegen te houden. Het nationaal socialisme ver foeit den oorlog, want hij vertraagt den opbouw. Een werkelijke revolutie kan niet door praten verkregen worden. Wil men den staat veroveren dan moet eerst de straat ingenomen worden. Het volk leeft in de straat. Daar moet dus de volks beweging beginnen en dat gaat niet altijd even zachtzinnig. De N.S.B. heeft thans de straat en zal ook den staat veroveren. Nogmaals zette de heer van Geelkerken uiteen, dat niet het goud doch de arbeid de grondslag van het economische leven moet zijn. De N.S.B. is revolutionnair dw.z. innerlijk vrij, los van partijbelangen, vooroordeelen en klassen strijd, en daardoor in staat met het volk een nieuw leven te beginnen. Men bestreed ons met te zeggen: de N.S.B. is niet Nederlandsch. Men heeft systematisch haat tegen de N.S.B. aangewakkerd. Er zijn in de ne gen jaren dat deze partij bestaat fouten ge maakt. Men verweet ons Goering een klok te heb ben aangeboden. Mussert deed dit als dank voor de bescherming welke wij genieten tegen onze bondgenooten, die nacht na nacht ons land aan vallen. Golijn schreef een brochure getiteld: „Op de grens van twee werelden", waarin hij de oude partijleiders aanraadde samen te werken. Het is tragisch, dat deze oude politicus daarmede laat zien. dat hij het oude niet los kan laten, aldus spreker. Het oude heeft afgedaan. Het nieuwe Europa wordt nationaal socialistisch. Deze eeuw is de eeuw van Duitschland. Het zal nooit dulden dat ons land een uitvalspoort voor de democratie blijft. Als straks de Duitsche soldaten door Lon den marcheeren zal iedereen weten, dat het oude heeft afgedaan en nooit weer terug zal komen. Respecteert dit volk zichzelf, dan zal het de eereschuld te dragen hebben om Europa van Duinkerken tot Delfzijl te beschermen tegen Brittannië. Wij zullen niet vergeten, dat Enge land met de Boeren geen genade heeft gehad. Engeland zal straks ook geen genade krijgen. De vorming van den nationaal-socialistischen volksstaat zette spreker vervolgens uiteen. Wij zullen onze woede tegen de gevluchte Joden niet koelen op de achtergeblevenen. De Joodsche in vloed zal echter worden uitgeschakeld. Het Ne derlandsche volk is Cermaansch, slechts Ger- maansche invloed zal gelden. Een Joodsche ge meenschap zal moeten worden gevormd. Een felle aanval deed spreker op de politieke pers. Het is aldus de heer van Geelkerken om helsch te worden, dat thans, nu Europa in brand staat, alleen maar gepraat wordt zooals uit krantenartikelen, welke spreker citeerde, blijkt, men begrijpt de nieuwe orde nog totaal niet. Onze soldaten en matrozen hebben gevochten. Niet de N.S.B. heeft landverraad gepleegd, doch die officieren, die hun soldaten in den steek lie ten. Ons werd voorgehouden, dat ons volk rustte op vier zuilen. De R.K., de Protestante, de mo derne en de neutrale. Deze zuilen zijn rot geble ken. De heer van Geelkerken besloot zijn rede met de democratie nogmaals heftig te hekelen. De rede van den heer Van Geelkerken werd gevolgd door een pauze, waarin gelegenheid was tot het schriftelijk stellen van vragen, die daarna door den plaatsvervangend leider werden be antwoord. POSTCHèQÜE- EN GIROVERKEER MET DUITSCHLAND HERSTELD. In het raam van de normaliseering van het postverkeer is de postchèque- en girodienst tus- j schen Duitschland en Nederland thans op den ouden voet hersteld. (A.N.P.) De beperking van het zelfkarnen. Welke maatregelen moeten worden genomen. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van departement van landbouw en visscherij maakt in verband met de aankondiging, dat het aantal zelfkarners sterk beperkt zal worden en dat aan de genen, die niet in het bezit zijn van een karn- vergunning, het bereiden van boter niet is toege staan, bekend, dat zij, die genoodzaakt zijn de op hun bedrijf ontvangen melk tot boter te ver werken en hun melk niet aan een fabriek kunnen leveren, in het algemeen voor een karnvergunning in aanmerking zullen komen. Indien vóór 18 Juli a.s. geen aanvraagformulier voor een karnvergunning is ontvangen, dienen be langhebbenden dit formulier zoo spoedig mogelijk bij de afdeeling zuivelcontrole der Nederlandsche Zuivelcentrale in hun provincie aan te vragen. Deze bedrijven kunnen, in afwachting van de door de Nederlandsche zuivelcentrale hieromtrent te nemen beslissing, met de bereiding van boter voorloopig doorgaan. De bedrijven, die wel in staat zijn hun melk aan een fabriek te leveren, komen niet voor een karnvergunning in aanmerking en dienen dus ter stond de daarvoor vereischte maatregelen te treffen. Onder fabriek wordt in dit verband verstaan ieder bedrijf, dat voor fabriekmatige verwerking van melk is ingericht. (A.N.P.) „DIE FLEDERMAUS" OPGEVOERD VOOR DUITSCHE MILITAIREN. 's-GRAVENHAGE. 17 Juli (A.N.P.) Ter ge legenheid van het begin van de Kraft durch Freude"-uitvoeringen voor de Duitsche weermacht in Nederland gaf het Stadttheater Krefeld heden avond in het gebouw voor K. en W. een opvoering van „Die Fledermaus". De zaal was in alle hoeken gevuld. Aanwezig waren o.a. de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, rijks minister Seyss-Inquart, de militaire bevelhebber, de generaal der vliegers Christiansen en verschil lende andere Duitsche autoriteiten. AMSTERDAMSCHE POLITIE CONTROLEERT DE POSTDUIVENHOUDERS. Naar aanleiding van de verordening van den Rijkscommissaris betreffende de postduiven, heeft, de afdeeling algemeene dienstzaken van de Am- sterdamsche politie enkele brigadiers en agenten, die bijna allen zelf postduivenhouders zijn geweest en uiteraard verstand van postduiven hebben, aan gewezen als controleurs. Hierdoor wordt een stipte nakoming van de verordening van. de Duitsche autoriteiten gewaarborgd. (A. N. P.). Nederlandsche studenten werken samen. In de afgeloopen weken zijn in studentenkringen besprekingen gevoerd, welke geleid hebben tot de oprichnng van een lichaam, waarin de samenwer king der Nederlandsche studentenorganisaties in den vervolge tot uitdrukking komen zal. Van deze organisatie, waaraan alle richtingen van het Nederlandsche studentenleven zullen deelne men, zullen binnenkort .wanneer ook de onderdee- len genoegzaam georganiseerd zijn nadere bijzon derheden gepubliceerd worden. (A. N. P.) „Wie in een glazen huisje woont"De ruitenbeschermings- puzzle van een warenhuis te Haarlem. Noodlottig gevolg van een wedstrijd. Jongen op onbewaakten overweg door trein gedood. Woensdagavond tusschen kwart voor negen en negen uur waren eenige jongens aan het fietsen bij Meu- Limteren. Op een gegeven oogenblik zetten zij een spurt in, wie van hen het eerst over den onbewaak ten overweg aldaar zou zijn. De 9-jarige Dirk Koudijs uit Meu-Lunteren geraakte hierbij op den overweg ondèr den locaaltrein, welke om 20.50 uur uit Lunteren naar Amersfoort vertrekt. De knaap was op slag dood. (A. N. P.) VOOR DE KINDEREN De hoofdman staarde eerst den onbeken den zwarten man verbluft aan, maar aan gezien hij geen woord verstond van het taaltje, dat de Dikke brabbelde, werd zijn achterdocht opgewekt. Met heesche stem gaf hij een bevel, waarop de Dikke twee inboorlingen op zich toe zag komen ,en begreep dat men hem gevangen wilde nemen. Op het moment dat de inboor lingen hem beet wilden pakken, riep hij zoo luid hij kon: Schiet. Kapitein wegens verduistering en valschheid in geschrifte veroordeeld De krijgsraad te 's Gravenhage kwam Woensdag bijeen. Behandeld werd de zaak tegen den res.- kapitein T. L., die beschuldigd werd, in de maanden Augustus, September en October van het vorige jaar, toen hij als commandant van een compagnie ergens in Brabant het bevel voerde, gelden van den Staat te hebben verduisterd tot een bedrag van eenige duizenden guldens. Beklaagde had het beheer over een kas, die somwijlen een ton gouds bevatte, en hij had daaruit herhaalde malen gelden geput om eigen schulden te betalen, o.a. belasting. Daar hij de beschikking had weten te verkrijgen over blanco geteekende kwitanties van leveranciers zijner compagnie en hij de bedragen wegens gele verde goederen hooger invulde dan de sommen, waarvoor de levering was geschied, welk verschil hij dan ten eigen bate aanwendde, klopte de kas overigens wel. Bij de controle was blijkbaar niet opgevallen, dat de prijzen hooger dan normaal waren. Van de ongeveer elfduizend gulden, die op deze wijze aan de militaire kas waren onttrokken, heeft beklaagde toen de knoeierij tenslotte aan het licht was gekomen bijna achtduizend gulden aan den staat terugbetaald, doch de overige drieduizend gulden was niet meer in zijn bezit. Beklaagde bekende volledig en beriep zich op zijn precairen financieelen toestand voor zijn komst onder de wapenen. De auditeur-militair achtte den beklaagde on waardig den rang van officier te blijven bekleeden en requireerde diens ontslag uit den militairen dienst, zoomede een straf van twee jaren, met af trek van het voorarrest van negen maanden, en met ontzegging van de bevoegdheid om later weder bij de krijgsmacht te dienen. De krijgsraad, des namiddags uitspraak in deze zaak doende, legde een straf van een jaar en zes maan den met aftrek van het voorarrest op, met ontslag uit den militairen dienst, doch zonder ontzegging van de bevoegdheid later bij de gewapende macht te dienen. (A. N. P.). MEISJE ONDER VRACHTAUTO. AMSTERDAM, 17 Juli (A.N.P.) Woensdag avond is in de drukte, welke kort na zes uur in de binnenstad heerscht een noodlottig ongeluk voorgevallen. Voor het hoofdpostkantoor op den Niewezijds Voorburgwal wachtte een file auto's en wielrijders op het veilig zetten van het stop bord op den hoek van de Raadhuisstraat. Toen de verkeersmassa zich in beweging zette, verloor een 10-jarig meisje uit de Reestraat dat met haar fiets vlak naast een vrachtauto stond, het even wicht, met het gevolg dat zij voor een achter wiel van den wagen viel. Het wiel ging haar over het hoofd, waardoor zij op slag dood was. De N. S. R.-Statenleden in Drente. Nemen niet meer aan de Statenzittingen deel. Het A.N.P. meldt uit Assen: De fractieleider van de N.S.B. in de Prov. Staten van Drente, de héét G. Dieters Jr., heeft het volgende schrijven gericht aan den commissaris der Koningin in Drente: „Ondergeteekende, fractieleider van de N.S.B.. Statenleden, deelt u hierbij mede, dat zij de eerst» zitting der staten van Drente, welke zal worden gehouden op 16 Juli 1940 des voormiddags te 11^ uur, niet zullen bijwonen". Als redenen worden opgegeven, dat de te be. handelen onderwerpen, waarover de Provincials Staten van Drente ook weer in deze zitting diens; te beslissen, vraagstukken zijn van dien aard, waan over het meerendeel der statenleden niet ka; oordeelen, omdat hun hiervoor de practische kennu ten .eenenmale ontbreekt. In 'een „democratisch geordende" samenleving, aldus het schrijven, is het. geen beletsel geweest integendeel. In dat stelsel geldt immer het aan. tal, niet de deskundigheid. Gezien het feit, dat het democratische stelsel hie als uitgeleefd kan worden beschouwd, zullen wjj aan dit „spel" niet meer meedoen. Wij zullen echter terug komen, wanneer in Drente een instan. tie wordt geïnstalleerd, waarin mannen zitting hebben, die deskundig zijn voor hun taak en die naar eer en geweten ook de verantwoordelijkheid wenschen te dragen. Dan eerst kunnen de belangs van deze provincie behartigt worden zooals het be hoort en waarop het Drentsche volk recht heeft". Begrafenis ds. W. H. H. Dijkman. Veel belangstelling. Op de Algmeene Begraafplaats aan de Kleverlaat te Haarlem had Woensdagmiddag onder groote be., langstelling de teraardebestelling plaats van he! stoffelijk overschot van ds. W. H. H. Dijkman t; Haarlem, in leven emeritus-predikant bij de Ned Herv. Gemeente. Onder de zeer velen, die om de groeve geschaard stonden merkten wij op de predikanten der Ned Herv. Gemeente te Haarlem: ds. P. W. Foeken, dr. J. Weener, dr. H. Beker en ds. W. J. van Elden; ds- A. J. Montijn uit Utrecht, eere-voorzitter van d> Ned. Chr. Geheelonth. Vereen.: ds. M. G. Blauw, emei-itus-predikant der Ned. Herv. Gemeente i> Haarlem-Noord: ds. W. E. M. Hoeksema, oud-predi- kant te Rozenburg (waar ds. Dijkman vele jare predikant is geweest). Voorts de heeren: J. E Zeldenrijk, voorzitter en J. A. P. Stroes, secretary van Burger Pro Rege; W. P. J. Overmeer, oud-voor. zitter der afd. Haarlem van de N. Chr. Geheelontli; Vereen, te Haarlem;'S. J. Vester, namens het Cen traal Drankweer Comité; H. Bijkerk, voorzitter va: het College van Ouderlingen der Ned. Herv. Ge meente te Haarlem; S. Glastra, administrateur vai het Tehuis voor Ouden van Dagen te Haarlem e: H. Dorrepaal, voorzitter van „Evangelie en Belij. denis". De Ned. Herv. Gemeente te Rozenburg was ver tegenwoordigd door ds. C. de Ru en de heeren A Barendregt en A. Middendorp,, ouderlingen. Eerste spreker was ds. A. van Geest uit 's Grs- venzande, oud vriend van den overledene, die sprai naar aanleiding van het woord uit de Schrift: „Dit in den Zoon gelooft die heeft het eeuwige leven" et o.a. zeide dat het geloof het geheele predikant-zijt van ds. Dijkman doorlicht heeft. Ds. Dijkman wy vriendelijk en opgewekt in den omgang en vc: ijver voor zijn werk. Ook in zijn rusttijd heeft hi; nog hard gearbeid. Zeer veel heeft de overleden- gedaan voor de drankbestrijding en voor den zending. Een neef van ds. Dijkman, de heer B, Ottevanger,' uit Rotterdam roemde den prettigen geest die steedl heerschte in de pastorie te Rozenburg. De overl* dene heeft veel tot stand gebracht in zijn leven waarvan het begrip „opbouw" altijd het middel-' punt was. Ds. C. de Ru bracht den dank over van de Ned Herv. Gemeente te Rozenburg en den Kerkeraai aldaar, voor wat ds. Dijkman in die gemeente ge wrocht heeft. De herinnering aan den overledene is in Rozenburg onuitwischbaar. Ds. A. J. Montijn, mede sprekend namens hel Hoofdbestuur van de N. C. G. O. V., dat met vee! dankbaarheid aan den overledene blijft denken, dankte voor veel trouw, hartelijke en warme vriend schap, van ds. Dijkman onderwonden. Die vriend schap openbaarde zich ook in het vereenigings- leven en dan in de eerste plaats in de N. C. G. O. V, waarvoor de overledene werkte in woord en ge schrift. Ds. W. J. van Elden sprak op verzoek van het Moderamen van den Kerkeraad, dat verhinderd was aanwezig te zijn, een dankbaar woord van nage dachtenis. Tot het laatste heeft ds. Dijkman met groote blijmoedigheid zijn krachten en gaven ge geven. Namens het bestuur van het Diaconiehuis dei Ned. Herv. Gemeente te Haarlem roemde de hee D. Poptie den arbeid van den overledene als ver zorger der geestelijke belangen van de bewoners van het Huis. Die arbeid was zoowel voor hem als voor de ouden van dagen een vreugde. De heer J. H. van Leyden, zwager van ds. Dijk man, dankte namens de familie elk spreker uit voerig en voorts alle aanwezigen voor de belang stelling, waarna ds. Tonsbeek de plechtigheid sloot met het bidden van het Onze Vader. Mr. CORRY STOLZ-VAN DEN KIEBOOM. 44) Vóór het geroddel tot meneer De Jong is doorge drongen. Ze weet, dat ze een contract heeft tot 1 Juli nog, en dat ze enkel op grond van die praatjes, niet ontslagen kan worden. Formeel heeft ze niets misdaan. Voor die bezoeken bij Frank onder kan toortijd draagt Wessels de verantwoording. En wat je buiten kantoortijd doet, is jouw zaak, is de algemeene stelregel. Maar de onbillijkheid: die twee anderen ontslagen en zij rustig blijven, is te groot. Dat kan ze niet verdragen. Ze zou ook geen leven meer hebben hier op de typekamer. En haar handhaven in Erna's betrekking zal meneer De Jong zeker niet kunnen. Niet willen ook vermoe delijk. Dan liever de eer aan zichzelf houden en ontslag vragen. In het gunstigste geval ligt ze er anders met Juli toch uitErna moet haar gelijk geven. Probeer in elk geval De Jong direct om twee uur te spréken te krijgen, raadt ze. Ze weten geen van beiden, dat een deputatie van de typekamer, met Lientje Hendriks aan het hoofd, meneer De Jong in het middaguur heeft opgezocht en dat deze uit de verwarde en veront waardigde beweringen van de meisjes over „Riek je Maartens dit en Nick Lenswaerdt dat. na veel en geduldig gevraag genoeg te weten is geko men om hem een halfuur onrustige en onplezie rige overpeinzingen te bezorgen. Want de heer De Jong kent óók de draagwijdte van lasterpraatje en .intriges in het wereldje op zichzelf, dat kantoor heet. En dan zijn er een paar factoren, waarmee hij in dit geval speciaal reke ning moet houden. In de eerste plaats moet hij den heer Wessels sauveeren. Wessels, die zijn zilveren jubileum in den dienst van de Vennootschap al achter den rug heeft. En die nu in zijn on schuld de formeele medeplichtige is aan de misschien wèl, misschien niét onschuldige escapa des van juffrouw Lenswaerdt. En vervolgens is er, door het rigoureuse optre den van de Directie in het geval-Maartens, een precedent geschapen. En tenslotte is er nog een derde factor. De neer De Jong heeft vanmorgen bericht uit Stockholm gekregen, dat er daar reeds met 1 Mei op zijn komst wordt gerekend. Voorloopig zonder zijn gezin, want de directeurswoning komt niet voor Augustus vrij, maar mèt zijn particulier-secretaresse En de heer De Jong is getrouwd. En het spook van de knappe typiste of secretaresse waart niet alleen rond in het brein van verhaaltjes- en sce nario-schrijvers, maar ook in dat van ontelbare directeursvrouwen. Vier jaar lang heeft hij nu een verloofde secre taresse gehad. En rust. En nu een meisje met een reputatie, waaraan de chronique scandaleuse van het kantoor terecht of ten onrechte niet veel heeft heel gelaten. Hij kan zich het enthou siasme voorstellen, waarmee Mevrouw Fabrieks directeur en Mevrouw Hoofdingenieur zich van het nieuwtje meester zullen maken. Om het zoo gauw mogelijk aan zijn vrouw te gaan vertellen. Hij kent de zijige beminnelijkheid, waarmee onder dames zooiets wordt ingeleid: .en ik hoor zoo, dat je man een nieuwe secretaresse heefteven goed als de tactvolle jovialiteit van de vrienden op echtparen avondjes: „ja, ja, jullie kantoormenschen hebt maar een leventje. Dat houdt er maar van die knappe tik juffertjes op nahè mevrouw tje? Ja, ja jaGéén vooruitzicht gewoonweg... Ja, het is alles bij elkaar geen gemakkelijk pro bleem voor den heer De Jong en hij besluit juf frouw Lenswaerdt te ontbieden. Klokke twee bromt in de typekamer de huistele foon. Juffrouw Lenswaerdt bij meneer De Jong komen, zegt meneer Lammers. Nick gaat. Ze voelt de veelzeggende blikken in haar rug. Ze weet, hoe het gepraat opnieuw zal beginnen, zoodra de deur achter haar is dichtge vallen. Maar ze houdt zich kalm. Misschien is het maar een toeval misschien wil hij alleen over werk spreken, probeert ze zichzelf gerust te stellen. Maar de koele en rustige stem van meneer De Jong beneemt haar al gauw die illusie. Hij pakt Nick heel voorzichtig aan. Hij heeft zelf ook doch ters, meneer De Jong, en juffrouw Lenswaerdt lijkt, zooals ze daar tegenover hem zit, met haar bleek en behuild gezichtje, niet erg op het licht zinnige meisje, dat hem door haar collega's is voor- geschilderd. Hij spreekt over den goeden naam van een jong meisje, waarop zoo héél licht een smet kan vallen en blijven kleven. Over het wereldje in het klein, dat het kantoor is en waarin andere en strengere normen moeten worden inachtgenomen, dan in de groote wereld daar buiten precies Oom Victor en de opinie van de Doornenburgsche soos, denkt Nick dof. Over het feit, dat een mooi meisje het in de kantoorwereld altijd nog veel moeilijker heeft en veel voorzichtiger moet zijn dan een col lega zonder uiterlijke charmes. Een meisje, dat carrière wil maken, dat vooruit wil komen, zooals een man vooruitkomt, moet ófonaantrekkelijk óf ongenaakbaar zijn, doceert meneer De Jong Dan begint hij over de betreurenswaardige omstan digheid, dat hoezeer hij persoonlijk van het tegendeel overtuigd is er nu eenmaal bij een deel van het personeel de schijn is gewekt ook al in verband met zekere eigenaax-dige geruchten rondom haar benoeming.... over het precedent, dat geschapen is en over niet mogen meten met twee matenEn dan doet hij met al zijn voor zichtigheid Nick toch pijn, wanneer hij vaderlijk hoofdschuddend zegt: zoo jammer, dat het nu juist meester Robberts moest zijn een be kwaam advocaat zeer zeker, maar iemand, wiens particuliere leven nu juist niet.... iemand, die nu niet bepaald een héél goeden naam heeft.... enfin, u begrijpt mij wel. Nick begrijpt het. Het érge. Nu kan de rest haar niet veel meer schelen. Ze hoort zichzelf om haar ontslag vragen. Ze ziet de merkbare opluchting op het gezicht van meneer De Jong en ze antwoordt „heel graag" en „buitengewoon vriendelijk van u" op zijn aanbiedingen van „uitstekend getuigschrift" en „drie maanden salaris". Het is haar allemaal volmaakt onverschillig. Ook dat ze hier weg moet, voorgoed, nu vanmiddag al. Ze hoeft niet meer te rug naar de typekamer. Een loopjongen brengt haar hoed en mantel. Voor de rest zal juffrouw de Ruyter wel zorgen, belooft meneer De Jong. Het gaat hem toch genoeg aan het hart, haar zoo te zien vertrekken. Een prima kracht, een kind, waar iets inzat, een aardig, beschaafd meisje bovendien. Een, die carrière had kunnen maken. En nu.... Ja, maar er zijn tenslotte grenzen, verdedigt me neer De Jong zichzelf. En er moeten voorbeelden gesteld worden. Dat geval van gisteren en nu dit weer.waar zou het heen moeten met de mora liteitsbegrippen van de employés en met de kan toordiscipline, als we onze typistes maar ongestraft slippertjes lieten maken in kantoortijd en met kan toor-relaties? En mevrouw De Jong kan gerust zijn. Als me neer De Jong eind April naar Stockholm gaat, neemt hij een jongmensch mee als secretaris. Voor hèm geen meisjes meer. Knap of leelijk met of zonder liaisons met getrouwde mannen hij moet er niets meer van hebben. Eén keer heeft hij het goed getroffen juffrouw De Ruyter was een witte raaf, maar die trouwen vroeg of Iaat alle maal. En nu waagt hij er zich niet meer aan. En zijn dochters, ze kunnen doen wat ze willen, maar op een kantoor komt er geen één, nooit ofte nim mer Nick ligt moegehuild op haar divan, als de kost- juffrouw haar hoofd om de deur steekt. Ken u effe komme, juffrouw? D'r is een me neer voor u. Wie? vraagt Nick, te moe om op te kijken. Die lange knappe, waar u verleden mee bent uitgeweest. Toen zeg ik 's aves nog teger m'n man nou, zeg ik, zoo'n knappe galant as de juffrouw nóu toch bij zich had.... maar hij wil niet bove komme, onderbrèekt ze zichzelf. Nee, goed, zegt Nick. Ik kom wel. Op de mat staat Frank. Nick, ik moet je spreken, kun je even mee gaan? Dan kunnen we ergens gaan zitten. Ja, best, zegt Nick apathisch. Even mijn jas aantrekken. Op den hoek van de straat is een rustig buurt café. Enkele krantenlezende heeren, een paar bil jarters verder is er niemand. Dé zitjes langs de wanden, tusschen de glas-in-loód-schotjes, zijn allemaal leeg. Koffie maar? vraagt Frank. Hij heeft nog geen woord gesproken. De kellner brengt twee kopjes koffie. Nick bedient Frank van suiker en room hoe dikwijls heeft ze dat nu al gedaan, denkt ze. Hoe dikwijls hebben ze, na dien eersten keer in Doornenburg, nu al tegenover elkaar ge zeten aan een cafétafeltje. En zalig heeft ze dat gevonden, geluk heeft ze dat genoemd. Gek, zottin, die ze is geweest. „Enfin, u begrijpt me wel", heeft meneer De Jong gezegd. Een van de velenWat zal hij haar uitgelachen hebben in stilte. Om haar liefdesverklaring. Om haar openhartigheid.... Nick schaamt zich, zooals ze nooit gedacht had, zich te zullen schamen. Frank begint eindelijk te spreken: Nick, ik moet je waarschuwen. Je zult er nog wel niets van weten, maar ik ben bang, dat je dezer dagen on aangenaamheden zult krijgen om mij. En daar omNick, ik zal probeeren te scheiden wil je dan met me trouwen? Vroeger heel vroeger heeft Nick wel eens gedroomd, dat Frank haar deze vraag deed. Er was dan altijd een tuin met bloemen bij of een zons ondergang aan het strand. Ook een moderne, wer kende vrouw kan wel eens afgezaagd-sentimen- teele droomen hebbenEn nu even nuchter als de entourage hier, met de biljarters in hemds mouwen en den geeuwenden kellner achter het buffet precies even nuchter klinkt Franks vraag haar in de ooren. En ineens begint ze te lachen ze schatert het uit. Nick, wat bezielt je? Ik verzeker je, dat het me ernst is, zegt Frank heftig. Nick kan niet tot bedaren komen. Ja.... ik geloof je welik vind het alleen maar zoo prachtig Wat prachtig? Begrijp je dan niet, dat ik het meen? Als je wist Nick knikt hem vriendschappelijk toe. Ja wel, zegt ze, ik begrijp het best. Je hebt natuur lijk ook van het drama gehoord en nu verbeeld je jo. dat je me gecompromitteerd hebt of zooiets ijselijks. En nu wil je het goed maken. Ik vind het echtridderlijk van je. Je bent een beste jon gen. Maar het hoeft niet, hoor. Hoezoo? vraagt Frank gretig en Nick leest de opluchting op zijn gezicht. Heb je de zaak in 't reine kunnen brengen? Radicaal, zegt ze koeltjes. Ik heb mijn ontslag genomen. {Wordt vervolgd)*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 6