Opper-Oostenrijk en
Nederland.
Heemsteedsche distributie-herinneringen.
Voor den Politierechter.
DINSDAG 23 JUL'I 1940
Gouwleider Eigruber vertelt
van zijn land.
Nederlands" hulp is er nooit
vergeten.
Het A. N. P. meldt uit 's Gravenhage: In een pers
conferentie heeft de rijksstadhouder en gouwleider,
van de gouw Ober-Donau, de heer Eigruber, be
schouwingen gehouden naar aanleiding van de reis
van meer dan 6000 Nederlandsche kinderen naar dit
gebied.
De streek waarin uw kinderen thans eenige va-
cantie gaan genieten, aldus de heer Eigruber, ligt
in dc uitloopers van de Alpen aan den bovenloop
van de Donau. De gouw Ober-Donau, vroeger Ober-
österreich, ligt tusschen het Bohemerwoud en de
Alphen. Het is een oud cultuurland van Duitschen
stempel en heeft een Zuid-Duitsch karakter. Gij
kent Anton Bruckner, de groote componist, die uit
deze streek geboortig is. Het is bovendien de gouw,
waarin de Fiihrer is geboren en opgegroeid. Het
landschap en de mensehen zijn er Duitsch. In het
verleden moge dan al door een misleidende pro
paganda buiten het Duitsche rijk de meening ver
breid zijn, dat de Oostenrijkers na den Anschluss
ontevreden zouden zijn met hun lot en heimwee
hadden naar een keizcrhuis waarvan de Oost-
markers allen een zeer ongunstige herinnering met
zich dragen er is thans geen Oostenrijker, die er
aan denkt Oostenrijk weder zelfstandig te maken.
Dat de emigranten, vooral de 150.000 Joden, onte
vreden zijn en dat zij het keizerrijk terug willen,
spreekt wel vanzelf. Maar de 6l/2 millioen Duitsche
Oostmarkers willen niet terug. Zij zijn leden vap
hetzelfde volk en zijn gepakt door dezelfde idee als
de andere Duitschers. Hun trouw aan hun landsman
Adolf Hitler is zoo mogelijk nog grooter.
Sinds St. Germain heeft Oostenrijk ontzettend
veel ellende en nood meegemaakt. Nederland kent
dien nood door de opneming van zoovele Oostenrijk-
sche kinderen in dit mooie land. De blokkade van
toen trof in de eerste plaats de Oostenrijkers. Daar
na heeft het land langen tijd voortgeleefd zonder
initiatief en zonder den wil eigen lot in handen te
nemen. 600.000 werkloozen waren het resultaat van
de regeeringen Dollfuss en Schuschnigg.
Thans is alles veranderd, Reeds voor den oorlog
waren er geen werkloozen meer, integendeel, meer
dan 40.000 vreemde arbeidskrachten vinden thans
in de gouw Ober-Donau werk.
Het onderscheid met voorheen is weergaloos.
Waar voor vier jaar slechts braakliggend land te
zien was zijn thans nederzettingen en fabrieken
verrezen. Het Amerikaansche tempo is in deze
streek verre geslagen. In één jaar tijd is aan een der
meren de grootste kunstzijdefabriek der wereld ge
bouwd, waarin 140.000 ton kunstzijde per dag wordt
afgeleverd. Voortê zijn er o.a. fabrieken van de
Harmann Goeringwerke met 12 hoogovens gesticht.
Ook voor de boeren is ontzettend veel gedaan. Nie
mand wenscht den tijd terug, dat families van drie
gulden per week moesten leven.
Gelooft u nu niet, zeide de heer Eigruber, dat er
dwang heerscht. Wij hebben in onze rijksgouw een
autonoom bestuur, dat rechtstreeksch onder Berlijn
staat. Het zou toch te dwaas zijn om te geloovcn,
dat de Oostenrijkers onder dwang leven. Dan zou
den de Oostenrijksche troepen in Narvik niet zulke
bewonderenwaardige prestaties hebben geleverd. Zij
zijn er heusch niet door de Gestapo tot hun helden
moed gedwongen. Neen, het is de geest der Duit
schers, die nieuw leven mogelijk maakt. Ook in den
oorlog in West-Europa hebben de Oostenrijkers
zich onderscheiden. De eerste divisies welke Parijs
binnenrukten waren uit de Oostmark.
Wij zijn thans zeer gelukkig en trotsch een be
standdeel van het Groot-Duitsehe rijk te zijn en
den Führer te kunnen dienen.
Gisteren heb ik, zoo vertelde de heer Eigruber,
voor de eerste maal Nederland gezien, en heb in
gezelschap van den Rijkscommissaris Rotterdam,
Utrecht, het Nationale Park op de Veluwe bezich
tigd en de zeekust bewonderd.
Er is in landschap een geweldig onderscheid tus
schen de hooge bergen in mijn geboortestreek, waar
zomer en winter de sneeuw te zien is, en de laag
vlakte aan de zee. Het is een eigenaardig gevoel
voor het eerst een zonsondergang boven zee te aan
schouwen. Ik weet niet wat schooner is, het Alpen-
gloeien of zulk een zonsondergang aan de zeekust.
De helderheid en de vriendelijkheid van het land
schap en van de steden en dorpen vallen dengene
die uw land voor het eerst bezoekt, het meeste op.
De menschen lijken mij naar uiterlijk en naar ge
moed eigenaardig verwant met de Zuid-Duitschers
en de Oostmarkers. Men vindt hier hetzelfde type,
dezelfde oogen en dezelfde menschen. Ik ben er van
overtuigd, dat uw kinderen zich in mijn geboorte
land geheel thuis zullen voelen.
Ik verzeker u, wij bedoelen geen propaganda-
actie met deze kinderuitzending. Wij achten dit niet
noodig. Wij bedoelen in de eerste plaats dank te
brengen aan Nederland voor zijn hulpvaardigheid
in de jaren 1920 en 1921. In de tweede plaats is het
een gevoel, dat het in de Oostmark en hier tenslotte
dezelfde menschen zijn en dat noch wraak noch
vijandschap ons ooit gescheiden hebben. Het gevoel
dus van een nauwe verbondenheid. Gij kunt aan de
ouders der uitgezonden kinderen zeggen, dat de kin
deren goed 2ijn ondergebracht en verzorgd.
Het kind is de toekomst van een volk. Door den
Führer is Oostenrijk weer kinderrijk geworden.
Voor weinige jaren had Weenen het grootste sterf
tecijfer en het geringste geboortecijfer ter wereld.
Thans is het geboortecijfer weder hoog. Zooiets kan
men niet organiseeren. Hieraan ligt ten grondslag
vertrouwen in den Führer en in de gemeenschap.
Vroeger hadden wij dat vertrouwen niet, thans heb
ben wij het volkomen.
Uw kinderen zullen het goed hebben en zullen
heusch geen honger lijden. Zij zullen geen grootere
porties la-ij gen dan ieder ander, doch als zij thuis
komen zal hun gezondheid bewijzen, dat er geen
nood is aan de Ober-Donau.
Als de diepste zin van onze actie voor de uitzen
ding van Nederlandsche kinderen naar de Oostmark
nioet u zien het verlangen om te bewijzen, dat wij
geen vyanden zijn, doch vrienden, die elkaar ge
vonden hebben in het streven eenmaal in vrede
arbeid en brood voor onze volken te vinden.
De Haarlemmers toonden gisteren groote belangstelling voor het lichten van de
bij de Raaksbrug in de Leidschevaart gezonken schuit met steenen.
Verschillende acties ter verspreiding
der Dietsche gedachte.
Plannen der stichting Noord-Nederland
Vlaanderen.
De Stichting Noord-Nederland—Vlaanderen
kwam Maandagavond ter vergadering in hotel
De Leeuwerik" in de Kruisstraat bijeen. De voor
zitter der afdeeling Haarlem dr. T. Goedewaagen
zeide in zijn inleiding, dat het grootsche en tra
gische gebeuren van den laatsten tijd ons heeft
overvallen. We hebben het vraagstuk Noord-
NederlandVlaanderen altijd uit een idealistisch
oogpunt bekeken. Door den oorlog is dit echter
geheel veranderd. Thans is het probleem Noord-
Nederland en Vlaanderen van onmiddellijk prac-
tisch belang. De voorzitter gaf vervolgens het
woord aan den algemeen voorzitter der Stichting
Noord-NederlandVlaanderen, den heer K.
Waternaux.
De heer Waternaux begon met vast te stellen
dat er in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlan
den sinds Mei iets is veranderd. De eerste dagen
na de capitulatie hadden ons in een apathischen
toestand gebracht. Na eenigen tijd begon nieuw
leven echter.weer op te borrelen: men wilde op
bouwen. Dat uitte zich in velerlei vormen en op
velerlei gebied.
Den Dietschers legt-deze toestand nieuwe ver
plichtingen op. Er bestaan twee mogelijkheden:
le afwachten en niets doen en 2e uit den toe
stand halen wat er voor de Dietsche beweging te
halen is. De eerste methode staat gelijk met zelf
moord van de Dietsche gedachte, de tweede mo
gelijkheid leidt tot consequenties, die vooral rijk
zijn aan verantwoordelijkheid. We moeten op de
bres blijven staan voor de belangen van het Ne
derlandsche volk. De toestand is bovendien niet
zoo ongunstig als men dat wel pleegt voor te
stellen. Van een volk. dat zijn successen aan zijn
volksche verbondenheid te danken heeft mag
terecht verwacht worden dat het ook begrip zal
hebben voor het Nederlandsche volk.
Vlaanderen is zwaarder geteisterd dan het
Noorden. De systematische vernieling maakte, dat
de stoffelijke nood in Vlaanderen veel grooter is
dan in Noord-Nederland. De Vlamingen, die
steeds op de bres voor hun volk hebben gestaan,
hebben in die dagen ontzettend veel geleden. Op
nieuw hebben Vlamingen zich moeten opofferen
voor belangen, die niet de hunne waren. Meer
dan 4000 Vlamingen, die prominent waren in de
Vlaamsche beweging werden gemolesteerd. De
man, die veel, ja alles voor zijn volk heeft over
gehad dr. Aug. Borms is gevangen genomen en
uitgeleverd aan de Fransche regeering. Het is
voor Borms weer een lijdensweg geweest. Men
heeft Vlamingen gefusilleerd. Spreker wees daar
bij op den dood van den leider van het Verdinaso
Joris van Severen. Ook prof. Daels en prof. dr.
Martens hebben evenals vele anderen van deze
terreur te lijden gehad. Velen zijn naar Frankrijk
gesleept. Van de 4000 gevangen genomen Vlamin
gen zijn nu nog meer 4an 200 zoek.
Prof. Daels sprak dan ook op 14 Juli aan den
voet van het Ysermonument te Dixmuiden: „In
Vlaanderen is tenslotte de invaller als redder
beschouwd, die orde en tucht bracht."
Het zou daarom thans lafheid zijn indien de
Dietschers hun actie zouden stopzetten. Er is
een politieke en een cultureele actie. Het is
noodzakelijk dat men thans binnen de stichting
Noord-Nederland-Vlaanderen alles doet wat
mogelijk is.
Verschillende directe acties moeten worden
ingezet en wel een actie, dat kinderen uit
Vlaanderen naar Noord-Nederland worden ge
bracht. dat steun wordt verleend aan de ver
nielde boekerijen in Vlaanderen en ten derde,
dat men actief helpt bij den economischen her
opbouw van Vlaanderen.
De wervingsactie voor de Dietsche gedachte
moet worden uitgebreid. De Dietsche zaak
moet ook voor de groote massa klaar en d-ui-
EXAMENS.
Hoofdakte. Haarlem 22 Juli. Geëxamineerd 7
eandidaten. Geslaagd voor het geheele examen:
J. F. v. Heek, Amsterdam; A. M. v. Tiem, Haar
lem; B. v. Praag, Amsterdam.
Voor gedeelte A: J. M. Zondag, Haarlem.
EXAMEN M.U.L.O., HAARLEM
Geslaagd voor diploma A: A. J. Wittkamp, M. ten
Kate, J. M. van den Aardweg, J. H. van Berkel,
A. M. Goldewijk, A. S. Baardman, J. W. Zuidema,
E. P. Post, W. G. Engelhart, C. WD. Polman, L. G.
C. Wielema, W. Flooren, A. Funke, J. A. Binsber-
gen, E. F. Dijkstra, H. B. de Boer, D. A. SJjlaart,
A. de Groot, S. J. Meijerink, S. van der Meer, A.
Lettinga, M. Pronk, W. A. van Duin, G. Godschalk,
G. Visker, A. G. Kuijper.
Geslaagd voor Mulo dipL B: J. Beverwijk.
7 cand. afgewezen.
S
f CONCERT IN HET BREDERODEDUIN.
Het dubbelmannenkwartet „Harmonie", direc
teur P. M. Germes. zal a.s. Zondagavond een con
cert geven in het Brederodeduin te Santpoort, met
medewerking van het gezelschap Tilly Sylon.
Na een inspannende race worden rivalen
door hun supporters ontvangen tijdens de
nationale kano-kampioenschappen op de Zaan
bij Wormer.
aelijk worden uiteengezet. Een Groot-Neder-
landsche actie zal begonnen worden. Een
groot aantal Noord-Nederlanders zal zich bij
deze beweging kunnen aansluiten. De stich
ting van een Dietsch persbureau is dringend
noodig.
De Dietsche gedachte zal ook haar intrede
doen in den aether. Het is de plicht van iederen
Dietscher, thans actief te werken opdat het ge
heele Nederlandsche volk doordrongen zal
worden van de lotsverbondenheid met Vlaande
ren.
De algemeen-secretaris de heer Dunk lichtte
een tipje op van den sluier der tegenwerking,
die langen tijd over de Dietsche beweging heeft
gehangen. Zelf was de heer Dunk op den tien
den Mei tweemaal krijgsgevangen gemaakt:
eerst door de Nederlandsche en later door de
Duitsche militairen. Die tegenwerking is wel
verminderd maar bestaat nog steeds. Ten
slotte gaf spreker nog een overzicht van de
plannen der Stichting. Noord-Nederland kan
en moet het geteisterde Vlaanderen helpen.
Daartoe is reeds een commissie gevormd, die
zoodra de toestemming der autoriteiten is ver
kregen naar Vlaanderen zal reizen om een on
derzoek in. te stellen. Verder zal men trachten
groepen Vlaamsche kinderen voor langeren tijd
naar Nederland over te brengen. In Den Haag
kunnen reeds onmiddellijk 25 kinderen onder
gebracht worden.
Door inzameling van boeken hoopt men te
voorzien in de behoefte, die in Vlaanderen,
waar zooveel verwoest is, aan goede boeken
en tijdschriften wordt gevoeld. Ook in Noord-
Nederland zal de propaganda met kracht ter
hand worden genomen.
Dr. Goedewaagen, die de vergadering sloot
deelde nog mede. dat de oprichting van een
Dietsch persbureau reeds in een vergevorderd
stadium was.
DE GEZONKEN SCHUIT GELICHT.
De met steenen geladen schuit, die de vo
rige week in de Leidschevaart bij de Raaksbrug
te Haarlem kapseisde en zonk, is Maandag ge
licht. Het was geen eenvoudig karwei aange
zien de schuit gedeeltelijk met den bodem boven
lag, Dat de belangstelling op dit drukke ver
keerspunt den geheelen dag groot was is te be
grijpen. De lading steenen ligt nog op den bo
dem van het vaarwater; deze zullen er moe
ten worden uitgebaggerd want de vaargeul is
thans te ondiep geworden. Als waarschuwing
voor deze ondiepe plek in de Leiasche vaart zijn
door den dienst van de Havenwerken weer lan
taarns en roode vlaggen geplaatst.
Middelbare Technische School te
Haarlem.
Uitreiking van de diploma's.
In de Middelbare Technische School te Haarlem
zijn de diploma's uitgereikt. Van de 149 eandidaten
zijn 136 geslaagd en hebben zich 5 eandidaten terug
getrokken.
De voorzitter van de Vereeniging voor Nijver
heidsonderwijs, ir. P. J. van Zwieten, directeur van
de Haarlemsche Machinefabriek v.h. Gebr. Figee,
opende de bijeenkomst en sprak de geslaagden als
volgt toe:
Nu u door den directeur het diploma zal worden
uitgereikt, wil ik beginnen met u namens het be
stuur van de Vereeniging voor Nijverheidsonderwijs
hartelijk geluk te wenschen met het door u ver
kregen diploma,.dat de kroon zet op meerdere jaren
ernstige studie.
Hiermede is tevens voor u het oogenblik aange
broken waarop u voor zoover de studie aan deze
school betreft weer zorgenvrij is. Die zorgenvrij
heid zou volkomen zijn, ware het niet dat gelijk
tijdig weder een andere zorg oprijst, welke in hoofd
zaak zal bestaan in de vraag: wat doe ik nu met
de verkregen wetenschap?
Het antwoord op die vraag kan tweeledig zijn,
ten eerste kunt u door verdere ernstige zelfstudie
die verkregen wetenschap uitbreiden en verdiepen,
en ten tweede £aar gebruiken in het werk dat u zal
worden opgedragen.
Het eerste heeft u zelf in de hand, het tweede niet
geheel. De een zal in het veriarijgen van werk ge
lukkiger zijn dan de ander, en het heeft geen zin te
verhelen dat voor veien ook in dit opzicht nog
meerdere moeilijkheden zullen moeten worden over
wonnen. Maar desespereert niet!
Wetenschap, ijver en karakter zullen u verder
brengen.
Alle werk is waard gedaan te worden, en uit het
eenvoudige groeit later hq,t grootere werk.
Als u dezen gang van zaken van dit oogenbliK
af als juist aanvaardt, zal het u over veel moeilijk
heden heen helpen, en voorkomt het dat u verward
zoudt geraken in gevoelens van teleurstelling welke
uw arbeid zouden kunnen schaden.
Ge zult uw zwakke plekken hebben te onder-
kunnen, doch deze ihogen u niet ter neer drukken.
Met onverwoestbare innerlijke kracht moet u er
voor zorgdragen, dat die zwakke plekken u niet
tijdelijk of blijvend zullen schaden. Dan is er ruimte
te over om opgewekt uw weg te gaan en ik hoop
y&n ganscher harte, dat uw weg in alle opzichten tot
uw geluk zal leiden.
Daarna nam de directeur, dr. G. de Gelder, het.
woord, waarbij hij het volgende zei:
Mijne Vrienden,
Het is voor het laatst dat ik u als mijne leerlingen
toespreek. Al is het een feestdag voor u, toch moet
ik spreken onder minder prettige omstandigheden.
D. w. z. minder prettige omstandigheden, eigenlijk
alleen voor ons, de oudere generatie. Wij kunnen u
zoo weinig medegeven voor uw verdere leven. Wij
laten alleen maar puinhoopen achter, geestelijk en
materieel. Misschien niet eens meer een Vaderland
Het zal aan u, de jongere generatie, zijn, op die
puinhoopen een nieuwe wereld te bouwen, een
nieuw vaderland-, een eigen Nederland. Op ons,
ouderen, moet gij naar mijn meening, niet meer
rekenen. Maar gij jonge technici gij zult de bouw
meesters van de nieuwe gemeenschap zijn.
Hoe treurig ook de tijden voor de meeste ouderen
onder ons zijn, voor u is het een mooie tijd, want
gij kunt nu zelf een nieuw Nederland opbouwen.
Het is voor u een mooie tijd, want gij zijt niet, zoo
als wij, verantwoordelijk voor wat achter ons ligt,
en gij hebt de kracht en naar ik hoop, ook den
moed, om het nieuwe te brengen.
Denk daarbij aan twee dingen
Het eerste is in den laatsten tijd. al meer gezegd:
Ziet niet achter u. Want dan zoudt gij als de vrouw
van Lot een zoutpilaar worden. Dit beeld is ook al
meer gebruikt, maar dan heeft men er toch stiekum
een oogje aan gewaagd. Maar gij moet vrij en' frank
in de toekomst zien, recht op en met open oogen.
Het tweede is: Begrijpt den tijd, die nu komt. Het
is moeilijk, want men moet ook willen begrijpen.
Zoo dikwijls begrijpt men niet wat men niet wil,
en wil men niet, wat men niet begrijpt. Begrijpt gij
nu, dat er eerst recht gewerkt moet worden, thans
niet meer voor uw eigen voordeel, voor een hoog
salax'is, voor een goed pensioen, niet meer voor u
zelf, of voor uw klasse, maar voor de gemeenschap.
Niet mooier kan uw werk zijn en niet dankbaarder
Immers gij werkt niet meer voor het heden, maar
voor de toekomst; ik zou bijna zeggeri: voor de toe
komst van uw nog ongeboren kinderen.
Hebben wij, ouderen, niet veel meer te geven, een
goed ding ontvangt gij toch vandaag van ons, van
bestuur, van mij en de leeraren. En dat is wat ik u
EEN KWART EEUW
CELEDEN.
Bruine boonen in Groenendaal.
Gemeentelijke chocoladereepen.
Warm water per sproeiwagen.
zoo dadelijk geven zal, uw diploma. Wij hebben er
allen hard voor gewerkt, gij zelf en wij. En onder de
moeilijkste omstandigheden; de bezetting in Sep.
tember en October 1939, de militaire dienstplicht tot
November, en dan nog eens de nieuwe bezetting, en
de bombardementen van onze „bondgenooten".
Door onzen harden, gemeensch appel ij ken arbeid,
is het diploma ook een gemeenschappelijk bezit ge.
worden, van u en van onze M. T. S. Houdt gij he;
diploma in eere, dan houdt gij onze M. T. S. in eere.
Dat verwachten wij van u.
Met dit diploma, met de moeite en zorgen daaraan
besteed, zult gij een goede toekomst tegemoet gaan,
Ik zal nu overgaan met een voor een het diploma
uit te reiken. Tot nog toe deed ik dit met enkele
woorden tot een ieder gesproken, een soort van
^ïk^aat'diMia. Ik ben niet in de stemming daar.
voor, en ik ben te moe na het vele werk in het af.
geloopen jaar. Maar gij weet wel, dat,.ook zonder
een toepasselijk woord voor elk uwer afzonder!^
elk diploma vergezeld gaat met de beste wenschen
van mij en van onze leeraren.
Ik wil nu afscheid van u nemen, met enkele woor.
den van Emile Zola, uit „La débacle", het boek,
waarin hij de smaadvolle nederlaag van de Fran,
schen in 1870 en de ineenstorting van het daarvoor
aansprakelijke oude regime beschrijft. Het zijn d;
slotwoorden: „Et maintenant, a la rude besogne de
tout une France a refaire".
Eri zoo zeg ik tot u, als slot van mijn toespraak:
,,En nu aan het moeilijke werk om een geheel
nieuw Nederland te bouwen".
Daarna nam de heer ir. J. P. Boezaardt, hoofd,
ingenieur bij de Nederlandsche Spoorwegen, namenj
gecommitteerden het woord.
Namens gecommitteerden wil ik gaarne van dj
gelegenheid die u, mijnheer de voorzitter mij daar.
toe geeft, gebruik maken, in de eerste plaats om
het bestuur, directeur en leeraren, zeer te bedanken
voor de vriendelijke ontvangst die ons te beurt viel
de vele oplettendheden en goede zorgen waarmede
wij zijn omringd. Ook wil ik gaarne getuigen van de
voldoening, waarmede wij van den arbeid, die hie:
door directeur en leeraren wordt verricht, mochten
kennis nemen.
Inderdaad is na het zoo abnormale en telkens
gestoorde studiejaar, toch nog een resultaat bereikt
dat zeer bevredigend mag heeten.
En ten slotte wil ik u, mijne heeren afgestudeer.
den, een welkom toeroepen in het maatschappelijke
leven. Wij, gecommitteerden, zijn nu enkele dagen
uit onzen maatschappelijken werkkring gestapt, in
deze- schoolatmosfeer, een atmosfeer van jeugd en
verwachting. En wij zouden zoo gaarne zien, dal
uwe verwachtingen thans spoedig in vervulling
gaan. Helaas, de tijdsomstandigheden zijn u nie:
gunstig, het zou verkeerd zijn dit te verzwijgen en
gij zult dit zelf reeds lang hebben begrepen. May
nu hopen wij, dat gij, ondanks de ongunst der tijden,
u niet zult laten ontmoedigen. Wij hopen dat u den
strijd om het bestaan zult aanbinden, gesteund dooi
de kennis, die deze school u verschafte, en daar.
naast met die oud-Vaderlandsche deugden, als day
zijn geduld, volharding, zin voor de werkelijkheid;
eigenschappen, die gedragen worden, door de god.
delijke, niet genoeg te waardeeren gave van he;
gezond verstand.
Dan zult gij ook slagen en gij zult sterker staan:
door uw volhardenden strijd. Laat dan in dagen van
tegenspoed voor u de leuze zijn, die een groot Va
derlander ons gegeven- heeft: „het zal waarachtig
wel gaan".
Met dezen wensch en in dit vertrouwen heetej
gecommitteerden u welkom in het maatschappelijk
leven.
Daarna bleven de aanwezigen nog eenigen tijd
gezellig bijeen.
PART. SYNODEN DER CHR. GER. KERK VAN
HET MIDDEN.
De particuliere Synoden van het Midden des land!
heeft naar de Generale Synode te 's Gravenhage
afgevaardigd als primus Ds. W. F. Laman te Haar-
lem en als secundi Ds. D. Henstra te Haarlem en d«
heeren A. ten Broeke te IJmuiden en J. Groene-
veld te Aalsmeer.
Operaconcert van (le H. O. V,
Opening met Lustrummarsch van Charivarius,
Donderdagavond 25 Juli a.s. geeft de Haarlemsche
Orkestvereeniging o. 1. v. Marinus Adam een opera
concert in den Stadsschouwburg. Als soliste zal
medewerken Manny Ligthart (sopraan). Het H,
O. V.-koor en het Haarlemsch Postaal Mannen-
koor (dir. Germes) zullen o.a. uitvoeren: Wach aufl
uit „Die Meistersinger von Nürnberg". het kerkkoor
uit Cavalleria Rusticana, Seht am Strauch die
knospen springen uit „die Verkaufte Braut" en
Polovezkischer Tanz uit „Prince Igor". Het mannen
koor zal nog zingen: het Soldatenkoor uit Faust en
het Pilgerchor uit Tannhauser.
De soliste zal ten gehoore brengen: Romanze und
Arie von Annchen uit „Der Freischutz" en „Dich
teure Halle grusse ich wieder" uit Tannhauser.
Het orkest compleetert het programma met het
Vörspiell „Lohengrin" en een Intermezzo uit
.Amico Fritz" van Mascagni.
Het concert wordt geopend met de „Lustrum"
marsch van den bekenden Haarlemschen schrijve
Charivarius, die Zaterdag 20 Juli 70 jaar is gewor
den. Niet alleen als literator doch ook als compo
nist is Charivarius bij vele Haarlemmers bekend,
Met het spelen van deze marsch wil de H. O. V,
dezen begaafden kunstenaar op origineele wijje
feliciteeren.
Het is dezer dagen juist vijf en twintig jaar gele
den, dat het Heemsteedsche gemeentebestuur de
eerste distributie-maatregelen nam, die de oorlog
van 19141918 noodzakelijk maakte. Natuurlijk wa
ren er daar onder, die sterk herinnerden aan veel
van hetgeen in de laatste maanden op dit punt tot
stand gekomen is, maar in menig ander opzicht zijn
de verschillen tusschen toen en nu groot. Vooral
het feit, dat de distributie-maatregelen destijds veel
later getroffen werden, d.w.z. op een moment, dat
het eigenlijk al te laat was voor een billijke verdee
ling van de voorraden, wijkt ^terk van de thans ge
volgde gedragslijn af.
In het midden van 1915 werd in Heemstede be
gonnen met het beschikbaar stellen van broodkaar
ten, niet voor allen, maar alleen voor hen, die deze
wenschten te ontvangen. Aanvankelijk waren dat
slechts 800 personen, maar reeds in den loop van
hetzelfde jaar liep dit aantal tot 1100 op. Voor de
administratie werd een tweetal schrijvers in dienst
genomen, terwijl het financieele beheer werd opge
dragen aan den heer N. Vos, den tegenwoordigen ge
meente-secretaris, toen noe hoofdcommies ter se
cretarie.
Kort daarna werd begonnen met de distributie van
regeerings-varkens onder de Heemsteedsche slagers,
en geleidelijk volgden meer artikelen. De leiding
ging toen over naar den Inspecteur van politie, den
lieer C. Kemper, en onder het meest jeugdige perso
neel, dat in dienst werd genomen, bevond zich ook
de heer Arnold, de tegenwoordige chef van den dis
tributie-kring Heemstede-Bennebroek.
Eenige maanden nadat met de brood- en vleesch-
distributie was aangevangen, werd in het centrum
een gemeentelijke winkel voor goedkoope visch ge
opend, terwijl in 't noorden, het thans tot Haarlem
behoorende stadsdeel, een vischtent werd geplaatst.
In October 1916 werd de geheele levensmiddelen
voorziening ondergebracht in een zelfstandig distri
butiebedrijf, dat voor egen rekening nkocht en aan
den handel, soms ook aan particulieren, verkocht.
Het bedrijf zorgde toen reeds dadelijk voor rijst,
gort, havermout, bruine boonen, .groene erwten,
aardappelen, vat- en stapelgroenten, alsmede voor
vleesch, steenkolen e.d.
Op 8 October 1917 werd aangevangen met een
centrale warmwater-voorziening. Eerst met één, la
ter met twee sproeiwagens van de gemeente-reini
ging werd warm water langs de deuren verkocht
tegen drie cent de emmer van 10 liter. Op deze
wijze werd in belangrijke mate tegemoet gekomen
aan de moeilijkheden, die door de brandstoffen-
schaarschte ontstonden.
Inmiddels was men van gemeentewege in Groe
nendaal begonnen met het verbouwen van bruine
boonen en aardappelen, terwijl ook op de buiten
plaatsen van den heer Aberson en Mevr. Enschedé
soortgelijke gemeentelijke warmoezerijen werden
ingericht.
Tot 1917 zorgde elke gemeente zoo goed mogelijk
voor de behoefte van de eigen inwoners. In dat jaar
echter begon de regeering met het verstrekken van
levensmiddelen aan devgemeenten naar rato van het
zielental, hetgeen een '"groote verbetering werd ge
acht. In December van hetzelfde jaar werd aan het
gemeentelijk distributiebedrijf een Centrale Keu
ken verbonden, waarvan door de ingezetenen een
zeer druk gebruik werd gemaakt. De eerste maand
reeds werden door deze keuken rum 20.000 porties
voedsel afgeleverd.
Intusschen had de gemeenteraad in Maart beslo
ten z.g. volkstuintjes voor levensmiddelenteelt af te
staan aan de gemeentewerklieden.
In 1918 werd meer dan een millioen liter warm
water per sproeiwagen afgeleverd. Voortgegaan werd
met de teelt van bruine boonen en aardappelen in
Groenendaal; de geheele oogst werd aan de Centrale
Keuken verkocht. Steeds grootere moeilijkheden re
zen met de vleeschdistributie. In het verslag van het
Distributie-bedrijf over 1918 lezen wij bijv.: „Door
het steeds inkrimpen der rantsoenen spande het zeer
dikwijls om een voldoende rantsoen ter beschikking
van de ingezetenen te stellen. Het toegezegde rant
soen vleesch van twee ons per week kwam in wer
kelijkheid overeen met twee ons per maandter
wijl toen er goedkoop vleesch werd gedistribueerd
deze gemeente niet in aanmerking kwam. hoeveel
moeite daarvoor gedaan is."
Het aantal artikelen, dat in 1918 door het gemeen
telijk bedrijf verhandeld werd was legio. Naast an
derhalf millioen kg. aardappelen, 10.000 eieren,
10.000 kg. jam, visch, vleesch, worst enz. werden
door de gemeente ook nog 114.000 chocolade-reepen
ingekocht en weer verkocht!
Aandacht verdient ook, dat niettegenstaande de
;oorlog in het laatst van 1918 werd beëindigd, de ge
meentelijke distributie pas in het laatst van 1920 ge
liquideerd kon worden. In 1920 werden nog Ameri
kaansche legerschoenen ad f 12.50 geleverd. Ook de
verstrekking van goedkoope rijst voor zieken en
zwakken moest tot einde 1920 worden voortgezet. De
wittebroodskaarten liepen tot 11 Juli 1920, de bruin-
broodkaarten zelfs tot 4 September. De suikerdistri
butie kon pas per 28 November 1920 worden stop
gezet. Op 1 Januari 1921 werd het gemeentelijk dis
tributiebedrijf opgeheven. Ook het verhuren van
volkstuintjes werd toen, wegens afnemende belang
stelling, beëindigd.
MEVROUW WAS JARIG!
Een loopjongen van een wijnhandel kwam zich
op 20 April vervoegen bij het perceel nummer 22
van een Haarlemsche straat om daar een flesch
jenever af te leveren.
De meneer die de flesch besteld had, bleek daar
echter niet te wonen. Maar de meneer, die er wel
woonde, wilde ook de flesch jenever wel hebben
en hij zei tot den loopjongen: „Het kan toch wel
voor mij zijn want mijn vrouw is morgen jarig".
Hij nam de flesch en maakte den inhoud soldaat
Doch de flesch was in feite niet voor dezen meneer
bestemd en daarom krijgt hij een dure flesch te
betalen want de politierechter veroor-deelde hem
Maandagochtend tot een boete van f 10 subs. 8
dagen.
EEN SCHARENSLIJPER OP
DWAALWEGEN.
Een scharenslijper pleegt meestal met zijn wa
gentje langs de sti-aten te rijden, „scharensliep!
scharensliep" te i-oepen, en dan messen (niet eenj
zoozeer scharen!) te slijpen.
De scharenslijper, die Maandagochtend voor den
politierechter terecht stond,, was echter op dwaalwe
gen terecht gekomen. Hij werd er van verdacht 2
zakken cement te hebben gestolen.
De rechter vroeg: Geeft u dat toe?
„Neen. In den eenen zak zat maar een klein
beetje en den anderen heb ik gekregen.
„Dat klopt niet", constateerde de politiex-eohter.
Want het bleek dat een politieman den verdachte
had aangetroffen bij een bouwwerk met den vollen
zak cement in zijn handen (terwijl hij beweerde
juist dezen gekregen te hebben) en den gedeeltelijk
gevulden zak (waarvan hij toegaf ze gestolen te heb
ben) op de fiets!
De scharenslijper had zich meester gemaakt van
het cement omdat ze hem gezegd hadden dat wan
neer hij er sodawater bij deed een substantie ver
kregen werd om de lekken in zijn schuit te dichten.
De Officier eischte 4 maanden gevangenis.
De verdachte, dSe in dronken toestand had gn*
handel-d, bekende daarop beide zakken te hebben
weggenomen.
■De rechter veroordeelde hem tot 14 dagen g$*
vangenisstraf.