Clearing tusschen Nederland en
België ingesteld.
JCiuisf
Afzonderlijke regeling voor het
grens- en het reizigersverkeer.
ZOMER-PHLOX.
Een Duitsch oordeel
n E N 5 D A G
7 AUGUSTUS 1940
flet Nederlandsche clearing-instïtuut deelt i
n"ec3e: wikkeling van het betalingsverkeer tusschen
i nd en België geschiedf voortaan door. middel
lering binnen het kader der Nederlandsch-
van1 pn Duitsch-Belgische clearing, voorzoover
anders wordt bepaald.
n der de regeling vallen alle wederzijdsche be-
i «pn ter voldoening van schulden wegens goe-
taiinge of ujt anderen hoofde, met inbegrip
deie financieele verplichtingen,onverschillig of de
lervaldag voor of na het in werking treden der
refvhu?ten vallen de betalingen in het grensverkeer
i begrip van loonbetalingen aan grensbewoners,
'n een bedrijf in het andere land werkzaam zijn
«rensgangers). Men blijve zich hiervoor tot
v, 't déviezeninstituut richten. Ook voor het reizigers
verkeer verschijnt spoedig een afzonderlijke
re?n het algemeen kan storting bij het clearing-
cHtuut zonder voorafgaande vergunning van het
Eiezeninstituut geschieden. Zoodanige vergunning,
E te vragen bij formulier b 1 bij het deviezen-
i tuut te 's Gravenhage is slechts vereischt voor
tnrtingen, welke overmaking van kapitaalbedragen
ar België tot doel hebben of zoodanige overma-
Jfi in zich sluiten.
Nederlandsche debiteuren zijn verplicht tot stor-
I op postrekening 2020 ten name van het Neder-
nnrische clearinginstituut „Duitschland" of op de
«L-piing „Duitschland" van het Nederlandsch
Hearinginstituut bij de Nederlandsche Bank N.V. te
Arasterdam onder gelijktijdige inzending aan het
rlearinginstituut, afdeeling stortingen, van het in de
Tiuitsche clearing gebruikelijke stortingsformulier
a" waarop duidelijk in rood te vermelden
"^VletVadruk wordt er op gewezen, dat onderaan
het formulier de schuld, waartegen betaald wordt
duidelijk en nauwkeurig dient te worden omschre
ven, bij schulden ontstaan uit invoer onder vermel
ding van het statistieknummer der goederen.
Bij storting wegens rente, dividend etc. moet een
nauwkeurige specificatie worden gegeven.
Is de invulling onvolledig of ontbreken beschei
den, dan wordt het formulier teruggezonden en de
storting voorloopig aangehouden.
Betalingsverplichtingen in belga's en andere
vreemde geldsoorten moeten bij de storting op basis
van de laatst gepubliceerde clearingkoersen dezer
geldsoorten in guldens worden omgerekend.
Voortaan moeten bij invoer de gebruikelijke
clearingdocumenten aan de douane-ambtenaren
worden overgelegd.
Nederlandsche crediteuren moeten hun vorderin
gen, na ontvangst van het bericht van storting van
het clearinginstituut indienen door middel van het
5n de Duitsche clearing gebruikelijke formulier
„b", in te zenden aan de afdeeling vorderingen van
het Nederlandsch clearinginstituut.
Voor nieuwe export is een vereffeningscertificaat
vereischt. Verwezen wordt naar onderstaande mede-
deeling van het crisis uitvoer bureau. Hiermede ver-
y'alt voor den export naar België de exportdeviezen-
yerklaring.
De genoemde formulieren zijn verkrijgbaar bij.de
Kamers van Koophandel, de banken en het Clea
ringinstituut.
De bepalingen der deviezenverordening 1940 blij
ven van toepassing op handelingen, vallende buiten
het kader van bovenstaande regeling.
Een leidraad voor het betalingsverkeer met België
Is over enkele dagen bij hel; Nederlandsch clearing
instituut, Anna Paulownastraat 6, 's Gravenhage,
verkrijgbaar»
Het crisis uitvoer bureau deelt in aansluiting aan
het bovenstaande mede:
Het vereffeningscertificaat kan bij het crisis
uitvoerbureau worden aangevraagd op de voor
Duitschland gebruikelijke wijze d.i. door middel
van het gele aanvraagformulier, hetwelk bij den
economischen voorlichtingsdienst en de kamers van
koophandel en fabrieken verkrijgbaar is. Bij deze
instellingen zal binnen enkele dagen een handlei
ding voor de invulling van. het genoemde aanvraag
formulier beschikbaar zijn.
Voor producten, welke onder een uitvoermonopo-
lie uit hoofde van de landbouw crisiswet vallen, is
de afgifte van het vereffeningscertificaat door het
crisis uitvoer bureau gedelegeerd aan de desbetref
fende centrale-monopoliehoudsters.
Bovenstaande regeling brengt geen wijziging in
de verplichting tot het indienen van een verzoek
om dispensatie, resp. uitvoermachtiging ingevolge
de uitvoerverbodenwet en het crisis landbouw uit
voermopololiebesluit 1939.
ALGEMEENE CLEARINGKAS TE BERLIJN.
De „Telegraaf" deelt mede dat te Berlijn een
algemeene clearingkas zal worden ingesteld
met het doel de clearing en verrekening tus
schen de Europeesclie landen onderling voortaan
alle over Berlijn te laten loopen. Ook voor den
Nederlandschen handel met Z.O. Europa zal dit
instrument in werking treden.
Het rechtsfront.
Het algemeen secretariaat van het rechts
front der N.SB. deelt nog mede:
le. Penningmeester en administrateur is mr. J.
J. Couvee, substituut-griffier bij de Arr. recht
bank te Alkmaar, Cabeljauwstraat 4, Alkmaar.
2e. Alg. secretaris van de afd. politie van het
rechtsfront is de heer L. J. Ponne, inspecteur
van politie, Amsterdam, Bronckhorststraat 12,
aldaar.
3e. Met de organisatie der politie in het rechts
front te Amsterdam is belast D. Bakker, inspec
teur van politie, aldaar, Radioweg 43.
Personeel van den Opbouwdienst.
Mag niet vragen met auto's mee te rijden.
De leiding van den Opbouwdienst deelt mede:
de aandacht wordt er op gevestigd, dat het aan
het personeel van den Opbouwdienst ten streng
ste verboden is auto's aan te houden met de be
doeling om mede te rijden.
Het is in het eigen belang van de automobilis
ten gewenscht, medewerking te verleenen om dit
verbod nauwgezet te doen handhaven.
FAILLISSEMENTEN.
De Arrondissements-Rechtbank te Haarlem heeft
op Dinsdag 6 Augustus uitgesproken het faillisse
ment van A. J. Smit, caféhouder, wonende te Haar
lem, Zuiderstraat 1315.
Curator: mr. J. A. P. C. ten Bokkel te Haarlem.
Rechter-Commissaris: mr. E. H. F. W. van Schaeck
Mathon te Haarlem.
In het faillissement van J. Groen, kweeker te
Haarlem is mr. F. J. D. Theyse te Haarlem als cu
rator vervangen door mr. J. H. Ekering te Haarlem.
Het definitief bureau van de Nederlandsche Unie
zal gevestigd worden in het perceel Alexander-
straat 11 te Den Haag.
Wanneer het volop zomer, is, van Juli tot Sep
tember, viert de Phlox haar triomfen in den
border.
Er is wel geen plant, die zoo langdurig en dank
baar bloeit en zoo rijk is aan vroolijke frisch ge
kleurde variëteiten als de Phlox.
Geef de plant een goeden zandigen tuingrond
en zet haar op een zonnig, matig vochtig plekje,
dan zal ze aan de meest hoog gespannen ver
wachtingen ten volle voldoen.
Zeker zijn er ook vroeger bloeiende Phloxen,
die vooral voor de rotstuinliefhebbers, maar ook
voor houders van een voorjaarsborder geen on
bekenden zullen zijn. Ik noem hier slechts Phlox
divaricata Phlox canadensis, die met andere
soorten reeds van af eind April tot Juli het
Phloxen tijdperk in heeft geluid.
Dan is er de alleraardigste Phlox arendsii, een
kruising tusschen de lage voorjaarssoorten en de
hooge herfstphloxen. Deze bloeit van eind Mei tot
Juli, soms tot Augustus en leidt dus de latere
Phloxen of herfstseringen in.
Phlox arendsii blijft meestal middelmatig hoog,
ongeveer een halven meter. Volgens sommige
kweekers bloeit ook Phlox arendsii den geheelen
zomer. Er zijn mooie variëteiten onder, met don
ker violette bloemen, lila met karmijn oog, wit
met lila en purperrose.
Zeer mooi en rijkbloeiend is ook Phlox maculata
met witbloemige en karmijnrose bloemvarlëteiten.
Deze bloeien ongeveer van eind Juni tot begin
October in lange smalle bloemtrossen.
Verreweg de meeste variëteiten komen echter
voor onder de vertegenwoordigers van Phlox pani-
culata Phlox decussata. Deze bloeien van Juli
tot October. Hierbij komen werkelijk alle moge-
liik denkbare tinten en kleurovergangen voor van
blauwpaars, lila. karmijnrood, wijnrood, zalm-
kleur. rose, oranje, oranjerood, en dan nog com
binaties van kleuren als wit met rood oog. kar
mijnrose met rood oog, karmijnrose met purper
oog. en dergelijke.
Deze Phloxen worden zestig centimeter tot een
meter hoog. Bij den grooten kleurenrijkdom der
variëteiten is het gemakkelijk om mooi samen
gaande kleuren bij elkaar te plaatsen. Zelfs een
geheele border van enkel Phloxen kan een prach
tig weelderig geheel vormen. Deze Phlox panicu-
lata kan wel eenige schaduw verdragen.
A. J. D.
Krantenbezorger schoot veertig
jarige vrouw dood.
Drama te Scherpenzeel voor de Utrechtsche
Rechtbank.
UTRECHT, 6 Augustus. Men herinnert zich,
dat op 24 April van dit jaar Scherpenzeel in op
schudding werd gebracht door een drama, dat zien
in een kleine woning aldaar voltrok. De 40-jarige
vrouw V., moeder van acht kinderen, werd ver
moord gevonden. Zij bleek een schotwond in
de borst te hebben gekregen. Als dader van den
moord werd de 39-jarige H. C. v. R., krantenbe
zorger te Scherpenzeel gearresteerd.
Uit het door de politie ingesteld onderzoek bleek,
dat de vrouw met den krantenbezorger een ver
houding had, waarvan de echtgenoot van de vrouw
afwist. Langen tijd was het goed gegaan, doch op
een gegeven dag kreeg Van R. ruzie met de vrouw
over een pruimenboompje in den tuin van zijn
vroegere woning. De echtgenoot van de vrouw had
namelijk dit boompje doen weghalen zonder toe
stemming van den krantenbezorger. Van R. zon op
wraak en wist van een soldaat een scherp geladen
revolver te ontvreemden, met welk wapen hij in
den middag van den 24sten April het huis van dfe
vrouw binnentrok. Zij lag op bed en sliep. De man
heeft de vrouw doodgeschoten. Na zijn verschrikke
lijke daad gepleegd te hebben gooide Van R. de
revolver weg, welk wapen later in een weiland is
teruggevonden. Aanvankelijk dacht de te hulp ge
roepen dokter, dat de vrouw aan een hartverlam
ming was overleden, doch bij de lijkschouwing
bleek zich een schotwond in de borst te bevinden
Dinsdag had de krantenbezorger zich voor de
Utrechtsche rechtbank te verantwoorden wegens
doodslag. De zaak werd met gesloten deuren be
handeld. Als getuigen werden een buurman en zijn
vrouw gehoord.
In zijn requisitoir herinnerde de officier van
juistitie, mr. Camphuis, aan het psychiati-isch rap
port, dat over verdachte is uitgebracht, waaruit
bleek, dat hij minder toerekeningsvatbaar is. Spr.
eischte zeven jaar gevangenisstraf.
Mr. Enthoven, de verdedigster, bepleitte cle
mentie en verzocht ter beschikkingstelling van de
regeering.
De stichting Menno van Coehoorn heeft reeds
nagegaan, welke vestingwerken hiervoor in aan
merking komen. Met de restauratie kan tevens het
bestemmen van wallen tot wandelpark gepaard
gaan, waardoor dergelijke vestingwerken mede als
ontspanningsterrein kunnen dienen voor de woon
kernen, waaromheen of waarbij zij zijn gelegen.
Intensieve inzameling van oude
materialen en afvalstoffen.
's-GRAVENHAGE, 6 Aug. De secretaris-gene
raal, wnd» hoofd van het departement van Handel,
Nijverheid cn Scheepvaart deelt mede, dat binnen
kort regelingen zullen worden getroffen ter verkrij
ging van een meer intensieve inzameling van oude
materialen en afvalstoffen.
Teneinde daarbij een doelmatig gebruik te kun
nen maken van den bestaanden handel, zal een en
quête naar dezen handel worden gehouden. Deze
enquête omvat allen, die zich thans reeds geregeld
bezig houden met den handel in oude materialen en
afvallen (oud ijzer en staal en andere metalen, lom
pen, oud papier, enz.) en zal in het bijzonder moe
ten vaststellen het aantal personen, dat dezen handel
thans zelfstandig beoefent, de wijze, waarop zij dit
doen cn de mate, waarin zij naast dezen handel nog
ander werk verrichten.
Alle bovengenoemde personen, voor zoover zij
niet reeds een uitvoerige vragenlijst ter invulling
toegezonden kregen, moeten zich ten spoedigste na
9 Augustus a.s. en wel uiterlijk 15 Augustus a.s.
melden bij het gemeentehuis van hun gemeente van
inwoning.
Handelaren, wonende in gemeenten minder dan
ongeveer 2000 inwoners kunn.en, wanneer het ge
meentebestuur niet blijkt te beschikken over de be-
noodigde enquêteformulieren, zich melden in een
naburige gemeente met meer dan 2000 inwoners.
Hoewel vele handelaren o.a. door de uitreiking
van opkoopersvergunningen reeds bij de gemeente
besturen bekend zijn, blijft het ook voor hen nood
zakelijk en bovenal in hun eigen belang, dat zij zich
ook nu weer, doch nu uitsluitend in hun gemeente
van inwoning, aanmelden bij het gemeentebestuur.
Oplichter bestelde koffie en thee
voor den „Opbouwdienst".
Amsterdamschc winkelier de dupe.
Zaterdagmiddag betrad een man; gekleed ii
Nederlandsch militair tenue, een kruidenierszaak
in de de Clerqstraat te Amsterdam. Hij deelde den
winkelier mede, dat voor een bedrag van elf gul
den aan kruidenierswaren moest worden afge
leverd aan het turngebouw in de Passeerderstraat.
Deze goederen waren bestemd voor de daar inge
kwartierde manschappen van den Nederlandschen
opbouwdienst. i "■-l'ÜJSWB!
Te goeder trouw gaf de winkelier den man twee
pond koffie en vier ons thee mede. Bij nader on
derzoek kwam hij echter tot de ontdekking, dat in
het door den man genoemde gebouw geen man
schappen van den Opbouwdienst gelegerd zijn
en dat hij dus het slachtoffer was geworden van
een geraffineerd oplichter.
De mogelijkheid bestaat, dat de man eenzelfde
truc in andere zaken zal probeeren toe te passen.
Men.zij dus gewaarschuwd.
Werk voor den Opbouwdienst.
Aanleg van rijwielpaden en restauratie van
historische vestingwerken.
De Nederlandsche Opbouwdienst heeft tot
taak zich nuttig te maken voor land en volk, door
daadwerkelijk mede te werken aan den weder
opbouw. Zooals bekend, zal deze taak ten deele
ook bestaan in de uitvoering van cultuurtechni
sche werken. Dit is nuttige arbeid, welken een
ieder, die van aanpakken weet, kan volbrengen. De
opbouwdienst zal dus ook medewerken aan in
grijpende wijzigingen, die het Nederlandsche land
schap, vooral tengevolge van de activiteit van
den dienst voor de werkverruiming, in den ko
menden tijd zal ondergaan. Dit is aanleiding ge
weest voor de contact commissie inzake natuurbe
scherming overleg te plegen met den commandant
van den nieuwen dienst en zijn staf van medewer
kers om te bereiken, dat het „nieuwe" dat zal
ontstaan, ook mooi zal zijn en bestaand natuur
schoon niet onnoodig zal worden geschonden. De
opbouwdienst bleek bereid dit streven zooveel mo
gelijk te steunen.
De contact commissie heeft zich van haar kant
bereid verklaard mee te werken bij het zoeken van
geschikte werkobjecten, welke ook van cultureele
beteekenis kunnen zijn voor het Nederlandsche
volk. In dit verband is aan de mogelijkheid ge
dacht van deh aanleg van provinciale rijwielpaden,
b.v. in Noord-Braband en Limburg, waar der
gelijke paden nog slechts weinig aanwezig zijn,
waardoor recreatieterreinen en natuurmonumenten
nauwer met bevolkingscentra kunnen worden ver
bonden. Dit kan tevens een verkeersbelang zijn,
omdat deze paden ook dienstbaar kunnen worden
gemaakt aan het lokale en doorgaande verkeer,
waardoor de groote wegen van wielrijders, die daar
dikwijls gevaar opleveren, kunnen worden ontlast,
het denkbeeld werd reeds eerder door den Rijks
waterstaat overwogen, doch thans bestaat de kans,
dat het spoedig verwezenlijkt wordt. De mogelijk
heden, die de verschillende provincies in dit op
zicht bieden, worden reeds ernstig onderzocht.
In de tweede plaats is genoemd de restauratie
van oude vestingwerken, die behooren tot onze
belangrijkste historische monumenten, doch op
vele plaatsen sterk in verval zijn geraakt.
in Haarlem
en daarbuiten.
Ook het luisteren naar Italiaansche
en neutrale zenders verboden.
Ter voorkoming van misverstand wordt er
van bevoegde Duitsche zijde op gewezen, dat ook
bet luisteren naar muziekuitvoeringen van bui-
TEGELS.
Sommigen onzer lezers zullen zich uit hun ouder
lijk huis nog wel de met echt-oude Delftsche tegels
lezette gangen, keukenmuren, haardsteden enz. her-
i meren, welke tegels nu als curiosa in de antiqui-
teitenwinkels liggen, voor zoover ze niet, als ze daar-
oor interessant genoeg waren, via deze inrichtingen
jt de musea of bij verzamelaars van oude kunstnij
verheid zijn terecht gekomen. In de laatste halve
eeuw hebben deze producten een geheel afzonder-
j jke studie daarover doen ontstaan en zijn in de
Jgroote musea historisch geordende collecties ervan
aangelegd. Hollandsche kunsthistorici als C. de Geus
en Dr. Elisabeth Neurdenburg hebben daarover in
teressante gegevens gepubliceerd, in het Rijksmu
seum en elders zijn verzamelingen ervan bijeenge-
tracht en verzamelaars als Eelco M. Vis, Frits Bo-
cenheim en anderen hebben ze naarstig opgespoord.
Mandsche radiostations »- uitgezonderd die van Jtoewel al die breekbare schatten vooi-loopig nog wel
T<=he R'Jt Bohemen, M°ravie, het gouver- '.,ni üjd 0pg<iborgen zullen blijven kan het onze
Sa ;Seraal VanvP?en en?aaI:°P aaJlge- l'zers allicht interesseeren er iets over te lezen. In
m tal» ïf V verb,odf;n IS- luisteren naar d t den als Haarlem is nog wel het een en ander
Sato, aai|5C3le,ZmderS 1S eveneej?? aanwezig waarnaar ze daardoor met grooter belang-
veiboden. Men weet, dat op overtreding van dit j!.."71,iiPn
Se°R:?-ïeld in'in"Het gebruik van geglazuurde, beschilderde tegels
ziin n n ovi tjoh dergelijk verbod geldt, ook 3-uit het oosten naar Europa overgebracht, en het
tp lande veilwa i' ?ok "er eerst in Spanje en Italië toegepast. Oorspronkelijk in
,TXe,101denmg streng zal worden toe- hoofdzaak benut om er vloeren, wanden, zelfs zol-
(A.N.P.)
Thans Enschedé door bommen
getroffen.
Vier woningen vernield.
Weder is een groot aantal bommen op ons land
neergekomen. Bijzonder zwaar getroffen is een
woonwijk in Enschedé, waar vijf bommen neer-
Kwamen. Vier woningen werden vernield, de rui-
ien van een honderdtal huizen sprongen en een
inwoner werd door scherven gewond,
digd Assendelffc is e€n 20-tal huizen licht bescha-
om§eving van Nieuwer Amstel zijn weder
het vriie veld neergekomen.
Wr*dde geschiedde bij Puttershoek, Nieuwen-
F™ «".eindringen en nabij Breda,
bluscht6 (A-NB g€raakte schuren ziJn snel ge-
ceringen mee te bedekken, worden ze, decoratief
leschilderd, langzamerhand een versierende factor
n_die te bedekken oppervlakten, De vroegste tot ons
ergekomen Italiaansche beschilderde tegels stam-
nen uit de eerste helft der vijftiende eeuw, daarna
worden ze pas in grooten getale vervaardigd.
Typische tegelschilderijen komen zeer vroeg en
veelvuldig in Spanje en Portugal voor. Een Ita-
liaansch artiest uit Pisa, Nicolas Francesco, schijnt
ze daar ingevoerd te hebben, daar van hem in ker
ken van Sevilla groote altaarschilderingen en por
taalversieringen van gebakken tegels bekend zijn. De
Hollandsche schepenschilder Hendrik Cornelisz.
Vroom gaat met een Italiaansch pottenbakker op
het eind van de zestiende eeuw op reis naar Sevilla,
om die fabricage te bestudeeren. Maar dan is een
andere Italiaan, Guido de Savino, al lang in de Ne
derlanden gevestigd. Deze heer heeft reeds in den
aanvang der zestiende eeuw een faience fabriek in
Antwerpen opgericht waarin hij met zijn zoons
werkt. Een dier zoons, Joris. verhiKst in 1564 naar
Middelburg en daarmede doet die industrie haar in
trede in de Noordelijke Nederlanden.
Het behoeft niet hier gezegd te worden tot hoe
groote hoogte en uitgebreidheid de Hollandsche pot
tenbakkers van de 17e en 18e eeuwen dien tak van
kunstnijverheid hebben opgevoerd. Behalve natuur
lijk in Delft, waar de aardewerk-industrie een ge
heel afzonderlijke artistieke beteekenis zou gaan
krijgen, komen tegelfabrieken vooral in Rotterdam
en Delftshaven, in Friesland (Harlingen, Makkum
en Bolsward) maar ook in steden als Haarlem,
Utrecht en Gouda voor. De producten dier steden uit
elkaar te houden is alleen mogelijk waar ze be
kende merken vertoonen of signaturen der tee
kenaars dragen. Maar dat is betrekkelijk zelden het
geval. Gesigneerde tegeltableaux zooals die van de
Rotterdammers Cornelis Boumeester of Jan Aelmis
zijn zeldzaam. Nu was er, voor zoover zulks het
auteurschap der voorstellingen betreft, weinig aan
leiding voor een signatuur voorhanden. Meestentijds
zijn die voorstellingen toch aan oude gravures, boe
ken etc. ontleend en duidt een voorkomende naam
in de meeste gevallen den fabrikant aan. Zoo kon
den tegels met landschaps-voorstellingen worden
thuisgebracht als kopijën uit een plaatwerk „De ze-
gepraalende Vecht", een tegeltableau de kruisiging
voorstellend, bleek ontleend aan een Spaansche
kruisweg-statie, enz. enz. Ook een zekere ongelijk
waardigheid in de factuur, het handschrift der tee-
kening zou er op kunnen wijzen dat door denzelfden
tegelschilder gravures of prenten van verschillende
handen benut zijn.
Cornelis Boumeester's voorstelling eener wal-
vischvangst, die hierbij gereproduceerd wordt is een
uit zestig tegels samengesteld tableau, vroeger in de
Hollandsche verzameling van Eelco. M. Vis, thans in
het Londensche Victoria and Albert Museum aan
wezig.
De jacht op die zeventiend'-eeuwsche onderzeeërs
laat aan duidelijkheid niets te wenschen over, doch
heeft in de teekenwijze iets primitiefs, dat in an
dere werken van denzelfden artist minder op den
voorgrond treedt. Bij een voorstelling als deze, kan
de idee eener ai'beidsverdeeling bij den aanmaak,
allicht opkomen. Dat zou verklaarbaar zijn bij wie
er op let hoe betrekkelijk weinig verband er ligt
tusschen de behandeling van het watervlak op het
eerste, tweede en derde plan. Van een water-„vlak'~
is daar niet zoo bijster veel sprake en de schema-
tisch-décoratieve oplossing der golven is weinig
consequent doorgevoerd. Ook de snijlijnen der te
gels wijzen er op dat gemakshalve bepaalde stuk
ken der voorstelling binnen bepaalde snijlijnen der
tegels ingeklemd zijn, waardoor weliswaar een over
tolligheid van ruitlijnen voorkomen wordt, maar het
geheel iets gedrongens en rommeligs krijgt.Dekt men
de onderste twintig ruitjes, waarop de jacht op den
verbaasden, in een deken ge wikkelden ijsbeer, met
een wit papiertje precies af, dan houdt men een
langwerpige voorstelling met de jacht op de wal-
visch over, die aesthtisch geheel verantwoord en
evenwichtiger van compositie is. Doch daar ging
het bij den aanmaak minder om, dan om het
in beeld brengen van de complete activiteit on
zer zeevaarders in de Noordelijke sti-eken, en daar
aan voldoet het tableau dan ook ten volle. In aard
en wezen is het bovendien typisch Hollandsche
arbeid.
J. H. DE BOIS.
over de Nederlandsche
concentratiepogingen.
Geen nieuwe verpakking voor
verouderde vormen.
De Deutsche Zeitung in den Niederlanden van
Dinsdagavond wijdt een hoofdartikel aan de con
centratiepogingen, die op het oogenblik in Neder
land gaande zijn. Onder het opschrift „Gedeconcen-
treerde concentratie" lezen wij o.a.:
Nadat de verstarring, welke als gevolg van de
oorlogsgebeurtenissen over het binnenlandsch-poli-
tieke leven van Nederland gekomen was, met de
vorderende normalisatie van de uiterlijke levens
voorwaarden verminderd is beginnen de partijen op
hun arbeidsterrein een uiterst levendige bedrijvig
heid te ontplooien. De waarnemer met Duitsche
oogen verwondert zich niet slechts over de snelheid
van deze reactie, maar vooral over de steeds veel-
vuldiger herhaling van het woord concentratie: Het
schijnt inderdaad alsof uit den muur, dien Nederland
wat gezindheid betreft, naar het Oosten had opge
richt, door de gebeurtenissen een venster gebroken
is, waardoor nu een frissche wind waait. Maar van
dezen wind heeft men hier schijnbaar slechts een
zuchtje bespeurd.
Iedereen in Duitschland weet, met welk een ein-
deloozen detailarbeid gedurende vele jaren de la
tere kentering is voorbereid. Man voor man, vrouw
voor vrouw zijn door de eerste verkondigers ge
grepen en overtuigd. Ook na de overneming van de
macht door den Führer zijn er nog verscheidene
jaren van inwendigen arbeid noodig geweest, voor
dat het geheele Duitsche volk door de macht van de
beweging is meegesleept en tot datgene aaneenge
smeed wat wij thans de volksgemeenschap noemen.
Met de ervaring in deze dingen staat de Duitsche
waarnemer verbaasd over de binnenlandsch-poli-
tieke bemoeiingen, die zich op het oogenblik in Ne
derland afspelen. De roep om concentratie schijnt
hier klaarblijkelijk niet te beteekenen, dat tegenover
het groote doel van een nationale aaneensluiting de
kleine partijaangelegenheden moeten verdwijnen.
Hun arbeidsveld schijnt slechts verplaatst te zijn,
ten aanzien van de uitwerking is het echter volko
men onverschillig, of de tactische afspraken van be
langhebbenden gisteren in de wandelgangen van het
parlement, vandaag in een vertrouwelijke vergade
ring en morgen aan den haard van een bekend in
dustrieel gemaakt worden.
Een groep Nederlanders wenscht politiek actief te
worden, waarbij niet steeds vaststaat, of het initia
tief van hen zelf afkomstig is of uit bronnen spruit,
die niet terstond herkend wenschen te worden. Er
wordt omgezien naar tijdgenooten met dergelijke
plannen, er wordt contact gezocht en afzonderlijke
belangen worden uit den treure behandeld. Men
doet zijn best zich op breede basis te stellen en
tracht broeders, die totdusver zeer verschillende
kappen droegen onder een nieuwen hoed te vangen.
Hoopt men. dat de gelaatstrekken onder dezen nieu
wen hoed niet op het eerste gezicht als de oude wel
bekende herkend worden?
De geboorteacte van een nieuwe politieke con
centratie is het manifest. In weloverwogen zinnen,
die men door de zorgvuldige redactie tegen aan
vallen van alle kanten tracht te beschermen, stellen
de nieuwe candidaten zich aan het Nederlandsche
volk voor met argumenten, die iedereen iets moeten
geven. Wien zal het verwonderen, wanneer in ons
de herinnering aan de oprichting van de vele par
tijen in 1918 wakker wordt, toen de toenmalige pro
feten van uiterst rechts tot uiterst links voor iede-
ren beroepstoestand een patentoplossing in hun pro
gramma voorhanden beloofden te hebben?
De muur naar het Oosten is inderdaad zeer hoog
geweest, want men krijgt niet den indruk, dat
iemand van de huidige initiatiefnemers de ontwik
keling in Duitschland gevolgd heeft, om op deze
wijze tot het inzicht te komen, dat de huidige vorm
en de inhoud van het Duitsche Rijk een zeer logisch
gevolg van de toenmalige toestanden zijn. En hier
schijnt klaarblijkelijk een tegenstrijdigheid te be
staan. Terwijl eenerzijds de dagelijks geuite con
centratiebehoefte ontleend wordt aan het systeem,
waa'rtegenover de Nederlander totdusver iedere in
nerlijke betrekking loochende, tracht men ander
zijds de concentratie zelf door te voeren met mid
delen, waarvan men thans in de geheele wereld be
gint te erkennen, dat zij verouderd zijn.
Goed dan! Een concentratiebeweging is aan den
dag getreden en wat niet in de programmapunten
gelezen mag worden, kan men wellicht in de defi
nitieve opmaak van de aanplakbiljetten aanduiden.
De belangstelling van de omstanders richt zich op
deze mannen met initiatief, nieuwe groepen sluiten
zich aan, andere komen er bij, maar het zijn altoos
groepen, klieken, gemeenschappen, welke tot dus
ver een zeer bepaald eigen doel gediend hadden. Nu
concentreert zich dat alles.
Niemand zal aannemen, dat wij Duitschers zonder
belangstelling tegenover dit alles staan. Wij weten
zeer wel, hoe belangrijk deze gebeurtenissen een
maal bij het in elkaar zetten van het nieuwe Europa
zullen blijken.
Wij weten echter ook, dat ons huidige Rijk ont
staan is uit den strijd om hart en ziel van ons volk
en niet uit een nieuwe verpakking van constructie*,
welke hun tijd overleefd hebben.