De Lotgevallen van een Collier NEKKIE-RAF WOENSDAG 28 AUGUSTUS '194Ö De schoenendistributie. Blijkens een beschikking van den secretaris generaal van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart, opgenomen in de Staatscourant, is de schoenendistributiebeschikking 1940 I gewij zigd. Onder schoenen werd volgens den ouden tekst verstaan, alle soorten schoenen, met inbegrip van kinderschoenen, laarzen, sportschoenen en pan toffels met uitzondering van leerloos schoeisel en zomerschoeisel, en van huispantoffels. Deze uit zonderingen zijn thans in den tekst vervallen, doch in een apart besluit opgenomen. Men kan thans zonder bon de volgende soorten koopen: leerloos en zomerschoeisel en bovendien kinderschoenen in de maten 17 tot en met 23, athletiekschoenen (spikes), raceschoenen voor wiel renners, korfbalschoenen, cricketschoenen, klomp sokken en huispantoffels. Volgens artikel 4 van den ouden tekst kon de distributiedienst den noodigen bon „slechts afgeven' op vertoon van de distributiestamkaart aan hen, die ten genoegen van dien dienst aantoonen, dat zij niet beschikken over een paar schoenen, dat redelijkerwijze bruikbaar kan worden geacht". De nieuwe tekst luidt, dat de distributiedienst een schoenenbon „slechts (zal) afgeven op vertoon van de distributiestamkaart van dengene, voor wien de goederen bestemd zijn". Blijkens het nieuwe lid van artikel 3 kunnen de distributiedienstan de Schoenenbonnen uitreiken overeenkomstig door den secretaris-generaal te geven aanwijzingen. Behalve met een bon kan men ook schoenen koopen indien men een schiftelijke vergunning heeft, afgegeven door den secretaris-generaal of namens dezen door een daartoe aangewezen ambtenaar. Het bij zich dragen van inbrekers werktuigen strafbaar. Haagsche politie wil heter tegen dieven kunnen optreden. 's-GRAVENHAGE. De Commissie voor de strafverordening stelt aan den Haagschen ge meenteraad voor in de algemeene politie-veror dening een nieuw artikel in te voeren, luidende „Het is verboden tusschen een half uur na zons ondergang en een half uur voor zonsopgang op de openbare straat te vervoeren of bij zich te hebben inbrekersgereedschap, loopers, valsche sleutels, touwladders, lantaarns, of eenig ander gereed schap, voorwerp of middel, dat kan dienen om zich onrechtmatig den toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, een inbraak te vergemak kelijken of het maken van sporen te voorkomen". De toelichting hierbij luidt: Indien de politie op straat verdachte personen aantreft in het bezit van inbrekerswerktuigen e.d. houdt zij deze ter onderzoek aan en brengt ken naar een politiebureau. Aangezien poging tot inbraak echter als-regel nimmer bewezen kan worden, plegen deze lieden vrij uit te gaan. Ter betere bestrijding van deze soort vermogensdelic ten is het daarom gewenscht het zich des nachts op straat bevinden met inbrekerswerktuigen e.d. reeds op zichzelf strafbaar te stellen. In het bij zonder is dit van belang, nu te vreezen is, dat in de huidige economische moeilijke tijdsomstan digheden en bij het gebrek aan verlichting van de straat de neiging tot het plegen van deze de licten zal toenemen. OOK BOMMEN BIJ MIDDELBURG. Gisternacht omstreeks 12 uur zijn door een Engelsch vliegtuig drie zware bommen in de omgeving van- den Noorweg uitgeworpen, die tot ontploffing kwamen. Een vierde bom viel op een weiland in dezelfde omgeving en is nog niet ontploft. Aan de woningen in de buurt en aan een bloemisterij is vrij veel schade toegebracht, dooh persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Uit de weide,, waarin de nog niet ontplofte bom ligt, had de eigenaar juist Maandag zijn vee weggehaald. Enkele woningen in de omgeving worden thans ontruimd, om verdere schade bij eventueele ont ploffing te voorkomen. FAILLISSEMENTEN. Faillissementen uitgesproken door de Arrondis- Eements-Rechtbank te Haarlem op Dinsdag 27 Augustus. 1. A. de Nijs, schilder, wonende te Haarlem, Cpionkopstraat 32. Curator mr. Julius Hoog, alhier. 2. A. Foeth, koopman in metalen, wonende te £aandam, Zuiddijk 178. Curator mr. T. A. M. A. van Löben, Seis, alhier. 3. P. H. van Beelen, expediteur wonende te Lisse, Gladiolenstraat 18. Curator mr. F. J. Gerritsen, alhier. Rechter-Commiss'aris mr. E. H. F. W. van Schaeck Mathon, alhier. Wegens het verbindendworden der eenige uit- deelingslijst zijn geëindigd de faillissementen van: 1. J. P. Dijkzeul Sr., destijds landbouwer, wo nende te Haarlem. Curator mr. W. Veniet, alhier. 2. De Naamlooze Vennootschap „Bouw en Han del Maatschappij „Senco IV" gevestigd en kantoor- houdende te Bennebroek, De haiidel tusschen Zweden en Nederland. Betaling over de Duitsche clearing Het voorloopige accoord tusschen Zweden en Nederland omtrent de hervatting van het goede renverkeer, hetgeen zal geschieden met tusschen- schakeling van de Duitsche clearing voor de ver rekening tusschen de beide genoemde landen, zal voorloopig een ruil van ten hoogste drie millioen mark in beide richtingen omvatten, zooals thans in Zweden is bekend gemaakt, zoo meldt de NJR.Crt. Van de gelegenheid tot clearing via Duitsch- land mag natuurlijk alleen voor nieuwe aankoo- pen en niet voor oude betalingsverplichtingen ge bruik worden gemaakt. Genoemd bedrag van 3 millioen mark kan. zoodra het is bereikt, verder worden verhoogd, voor het geval inmiddels geen definitieve overeenkomsten tusschen beide landen zijn gesloten. De goederentransacties komen rechtstreeks tus schen den Nederlandsclien en den Zweedschen handel tot stand, zonder bemoeienis van Duitsche zijde. De concentratie in liet schoen makersbedrijf. Wij ontvangen het volgende bericht van den Nederlandschen bond van schoenmakerspatroons- en schoenwinkeliersvereenigingen In de nieuwsbladen is een bericht (door het A.N.P. verstrekt red.) verschenen omtrent een „toporganisatie" voor de huiden-, leder- en schoenbranche, het.zgn. contactorgaan, waarin alle bedrijfsgroepen met 16000 beoefenaren zou den worden ondergebracht teneinde hun gemeen schappelijke belangen te behartigen. De Nederlandsche Bond van schoenmakers patroons en schoenwinkeliersvereenigingen, ver tegenwoordigend minstens 70 pet. van de geor ganiseerde schoenmakerspatroons en schoenwin keliers, is n i e t bij deze toporganisatie aangeslo ten. Dientengevolge kunnen de belangrijke groepen schoenmakerspatroons en schoenwinkeliers niet worden geacht hierbij aangesloten te zijn, waar door van de 16000 bedrijfsbeoefenaren minstens 14000 afvallen. STICHTING NOORD-NEDERLAND— VLAANDEREN. Voor de afdeeling Haarlem van de Stichting Noord-NederlandVlaanderen spreekt Donderdag avond 27 Augustus in café-restaurant „Dreefzicht" te Haarlem, dr. August Borms. Verder treden op Willem de Meyer, propagandist en leider van de jaarlijksche Vlaamsch-Nationale Zangfeesten, die Vlaamsche volksliederen zal zin gen en zijn medewerker Wieske Aerts. Tot veler verrassing is in den Eemnespolder de aanwezigheid van turf in den bodem geconstateerd. Vele bewoners maken van deze gelegenheid gebruik, om voor den winter turfjes te steken, die dan voor de woning te drogen worden gezet (Foto Pax Holland.) ONTSLAGAANVRAGEN BLOEMBOLLENBEDRIJF Ter voorkoming van vertraging in de behande ling wordt aan de kweekers en handelaren in het bloembollenbedrijf aangeraden, ontslagaanvragen in te dienen bij het secretariaat van den Bedrijfs- raad voor genoemd bedrijf aan de Zaanenstraat 18 te Haarlem. Deze ontslagaanvragen moeten geschie den met gebruikmaking van daartoe bestemde formulieren, welke in tweevoud moeten worden in geleverd. (Adv. Ingez. Med.) Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk Van ingezonden stukken, geplaatst of niet ge plaatst, wordt de kopij den inzender niet terug gegeven. Verduisterings-perikelen. De heer J. v. d. Kerkhof te Arnhem schrijft ons: Nu de verduisteringsperiode meer en meer nadert, hoort en leest men allerwege over het ont zettend aantal ongelukken dat hiervan onvermij delijk het gevolg zal zijn. Ook de winkeliers komen danig in het gedrang omdat voor hen de oplossing der verduistering niet zoo eenvoudig is en vaak kostbaar wordt door het aanbrengen van ijzeren platen of andere metalen voor hun winkelramen Nergens hoorde of las ik tot op heden over een VOOR DE KINDEREN „O, lieve nachtegaaltje, ik kan heelemaal niet zingen. Dat. heb ik zoo maar gezegd. Wil je me nu helpen?" En dikke tranen rollen over het ge zicht van Raf. „Toe, nachtegaaltje, ga jij in mijn kachelpijpje zitten, vanavond. En zing dan je mooiste liedje. Je krijgt dan de helft van het loon, dat ik zal verdienen. Laat me niet voor schandaal staan." Nu. het nachtegaaltje kreeg mede lijden met den grooten opschepper en beloofde, te zullen komen vanavond. Na deze belofte van het nachte gaaltje is mijnheer Raf weer heele maal zijn verdriet vergeten. En toen hij even later op den terugweg mijn heer Langbeen den ooievaar op één poot in een sloot zag staan, was hij zelfs weer grappig. De maan, die hoog aan den donkeren hemel staat, heeft het heele gesprek met het nachte gaaltje gehoord, waarom zij veel pret heeft. „Wat een oude schavuit is dat Hoor hem een praats hebben tegen dien ooievaar!" „Ha, ha, ha, hallo, Langbeen," zegt Raf, „je moet me eens mee laten vliegen." Eerst wilde de ooievaar hard weg- loopen voor dien praatsmaker. Maar Raf spreekt zoo lief, dat heer Lang been hem op zijn rug neemt. Zoo laat Raf zich, lui als altijd, lekker vlug naar huis brengen. Even keek hij om naar de maan. Wat lacht die van avond! Is dat om hem? „Ik zal aan Langbeen vragen, of hij mij straks naar het concert wil bren gen. Dat zal deftig staan, zoo denkt Raf bij zichzelf. afdoende oplossing terwijl deze m.i. toch Mi hand ligt. °°r 3» Wat is n.l. eenvoudiger dan dat de overheid-! last dat alle zaken en bedrijven gesloten m zijn bijv. van V2 of 1 uur voor zonsondergang) zonsopgang en bovendien gebiedt dat niemand -T tusschen deze tijdsruimte op straat mag bev uitgezonderd dan in zeer drinende gevallen. órn\, deze zooveel mogelijk te beperken, zou i steden in wijken kunnen verdeelen en in e een of meerdokters, verpleegsters, apotheek ".'T litie, brandwachten enz. kunnen doen aanwezig Men moet nu niet direct zeggen: „Dat gaat nSl want met een beetje goeden wil is alles móg^'ï Ten eerste kan men daardoor alle werklood*, werkeloozen inschakelen omdat het zooveel ilf dag is. Ten tweede zou men 's middags inplaaJ^T l'/a a 2 uur te schaften kunnen volstaan slechts i/2 uur, enkel om een boterhammetje eten, omdat men 's avonds zooveel vroeger thuf' Bovendien is er ook nog de opbóuwdienst eveneens een handje zou kunnen helpen. Wij moeten hier enkel de voordeelen voor oo houden en dan stappen we vanzelf over divf groote en kleine moeilijkheden heen. De deelen zijn ontelbaar. Ik wil er slechts een t* noemen en wel: Geen of hoegenaamd geen on? lukken. Alle arbeidsloozen ingeschakeld. Va& zoon en dochter den geheelen avond in den zelligen huiselijken kring. Vroeg naar bed hetu, de. gezondheid ten goede komt. Diefstal, jjjJ^ enz. tot een minimum beperkt. Laag verbruik alle mogelijke artikelen. Ik noem slechts kol" gas, electrisch, 'ijzer hout, kleeding, schoeisel. Bioscopen, cafés en verdere vermakelijk^ bedrijven zullen mij tegenwerpen: „Wat moeten dan beginnen?" Ook hiervoor is m.i. gemakktf een oplossing te vinden door alle arbeiders gewijze vrije dagen te geven om deze geleg<..,u overdag te bezoeken. Zouden echter, hier óF2 een, of meer bedrijven van overheidswege g( -* moeten worden, dan weegt toch ook dit niet tegen de voordeelen welke bereikt kunnenu wc In het verleden is zooveel en dan nog op een g; verkeerde wijze gesteund. Waar het hier een algemeen belang geldt ik dat de instanties welke over bovenstaande tefe slissen hebben omgaand hun plannen kent» maken, daarbij uitgaande van de gedachte belang van het geheel uitgaat boven het gro». of persoonlijk belang, zulks ten gerieve vanons^ heele volk. Wij hebben omtrent bovenstaand stukje het co-, deel gevraagd van het Hoofd der Luchtbeschernfe den Commissaris van Politie, die ons het volgen^ mededeelde: Natuurlijk is het noodzakelijk, raas!, regelen te treffen tegen de bezwaren, die de v& duistering straks zal veroorzaken, maar men acc|! daarbij practisch blijven en wat de heer K, voor, •stelt houdt geen rekening met de practijk. Een wijt. verdeeling als hij voorstelt is niet uit te voera en vrije dagen voor werklieden, om dezen in j»: gelegenheid te stellen, diverse gelegenheden te ijl zoeken evenmin. Inmiddels spreekt het vanzelf, dat de noodi;; maatregelen werkelijk wel voorbereid en overvi gen worden. Het particulier initiatief is hier doende. Zoo zullen heel wat werktijden in overee. stemming met de eischen, die de verduistering s&* gebracht worden, door de middagpauze te verk». ten en des avonds vroeger uit te scheiden. Van g. meentewege wordt daarenboven, om iets te nostte, nagegaan, welke schooltijden zullen moeten words gehouden, opdat de kinderen bij daglicht naar hui kunnen keeren en wanneer de scholen bij daglitL' zullen kunnen worden schoongemaakt. Veel van wat zij zullen doen is evenwel afha kelijk van wat in Den Haag zal worden beslote. Er is n.l. een Commissie werkzaam, wier taak h-j is, landelijk richtlijnen voor de verduistering as te geven. Zij zal nagaan, in welke mate er nog ver licht zal kunnen worden, waar dat zal mogen je- schieden en op welke wijze dat zal kunnen schieden. Op die manier is het dan misschien tcó nog mogelijk, de hoofdwegen zoodanig te markee ren, dat men er zonder bezwaar zal kunnen seeren. Intusschen nemen wij hier ter stede ook nc| voortdurend proeven om na te gaan, hoever irien zou kunnen gaan, hetzij met electrische, hetzij met gasverlichting. Ook zal wel iets bepaald moela worden omtrent verlichting, die men in de hanl of aan de kleeding mede voert, want het is natuur lijk niet de bedoeling, dat men straks met fakkel! langs de straat loopt, die het effect der verduiste ring te niet doen. Ook dat zal dus nog onder hei oog gezien moeter. worden. Voor het oogenblik dient echter in de eerst! plaats te worden afgewacht, wat de Landelijk! Commissie zal adviseeren. Bond van Nederlandsche Onderwijzers. De heer G. F. Vlekke directeur. Naar de Tel. meldt is op last van den Comas' saris van het N.V.V., den heer Woudenberg, voorzitter van het hoofdbestuur van den Bo Nederlandsche Onderwijzers, de heer J. P. W. vz der Sluys, uit zijn functie ontslagen. In zijn plsïtJ is met ingang van Vrijdag 23 Augustus j.l. tö directeur benoemd de heer G. F. Vlekke, lid va de N.S.B.-fractie der Provinciale Staten van Noord- Holland. door NORMAN FRAZER. 29) (Nadruk verboden). „Zeker", was het bescheid; „anders zou ik niet met dit plan voor den dag gekomen zijn. Ik ben zooals ik al zei, vast overtuigd, dat Bexendale ons goede diensfen kan bewijzen om zijn ex-compagnon op het spoor te komen, als we hem er toe kun nen krijgen op mijn voorstel in te gaan". „Er toe kunnen krijgen?" herhaalde miss O'Con nor, groote oogen van verbazing opzettend. „Hij zal eieren voor zijn geld hebben te kiezen, die leelijke rat Er was een driftige fonkeling in de oogen van zijn overbuur, die sergeant Davidson deed vreezen dat ze gebruik van haar pas-gekochte, rijzweep overwoog om den jongeman te intimideeren en daarom viel hij haastig en op gemoedelijken toon in: „Als u het aan mij zou willen overlaten, miss O'Connor, dan geloof ik dat het wel in orde komt. Ik heb tenslotte wel eenige ondervinding in het om springen met dergelijke jeugdige wildebrassen! Na tuurlijk wordt het onderzoek met alle gebruikelijke middelen voortgezet, maar daarnaast heb ik bij dat jongmensch nog een speciale pijl op mijn boog. Hij blijft onder mijn toezicht en ik geloof vast, dat een kalme politiek in deze zaak resultaten zal hebben". „Goed", stemde miss O'Connor na nog eenig wei felen toe; „doet u het dan maar zooals u het beste lijkt, sergeant". „Ik veronderstel dat u wel een poosje in Dublin zult blijven, miss?", informeerde Davidson. „Ik blijf in ieder geval hier, in dit hotel, tot we wat meer weten", verzekerde miss O'Connor met groote beslistheid. „Het brengt weliswaar mijn plannen op een onplezierige manier in de war maar ik denk er niet aan onder deze omstandigheden weg te gaan". De sergeant knikte en eindigde zijn maaltijd in stilte. Eindelijk stond hij op, keek zijn gastvrouw aan en glimlachte rustig. „Ik ga nu naar boven om te trachten een beetje moreele pressie op onzen jongeman uit te oefenen", deelde hij mee. „Zoo meteen kom ik weer be neden, om u het resultaat te vertellen". Hij liep op zijn gemak de trap naar boven op en opende de deur van de kamer, waar Bexendale zijn eenzaam ontbijt had gebruikt. De jongeman keek bepaald opgelucht, toén hij zag dat sergeant Davidson alleen was. De detective nam een stoel, stak een sigaar op en bood Ninan met een aanmoedigend knikje ook een aan. „Ik heb juist met miss O'Connor een gesprek over je gehad". „Ja?", vroeg de jongeman mat. En daarop, met een benepen stem: „Word ik gearresteerd?" „Dat", antwoordde de sergeant, ,is natuurlijk in een geval als dit de normale gang van zaken, maar miss O'Connor is geneigd barmhartig te zijn". De oogen van Ninian Bexendale gingen wijd open. Hij was stomverbaasd dat in miss O'Connor's hart plaats was voor zoo iets' als barmhartigheid jegens wien dan ook! „Ja", herhaalde de sergeant, „miss O'Connor is geneigd genade vóór recht te laten gelden, als ze eenig teeken van berouw bij je merkt en den wil om goed te maken wat je misdreven hebt, jonge man". De jongeman zou op dit moment miss O'Connor liever vermoord hebben, dan zijn tekortkomingen jegens haar goedmaken. „Mooi", zei sergeant Davidson. „Begrijp goed dat ik niets zeg over wat eventueel gebeuren kan, maar als je de assistentie geeft, die ik van je verlang, kun je er op rekenen, dat je er niet slechter van wordt". „Ik zal alles doen meneer, wat u wilt", antwoord de Ninian, die wel inzag dat hij van een berouw volle en gewillige houding inderdaad slechts voor deel kon hebben, vol vuur. „Wat verlangt u van me?" „Wat ik verlang, komt hierop neer, dat je me helpt den man te vinden, die miss O'Connor's diamanten heeft". Een kwaadaardige trek vloog over het gelaat van den jongen Bexendale en zijn vingers klem den zich in elkaqjr bij de gedachte aan de trouwe loosheid van zijn medesamenzweerder. „Aha! Daar zal ik met het grootste plezier be hulpzaam bij zijn", riep nij uit. „Ik zal hem dubbel en dwars laten boeten voor zijn gemeenheid om er op zoo'n slinksche manier van door te gaan. Wat kan ik doen om u te helpen, meneer?" „Kijk eens hier", hernam de detective. „Ik voor mij ben overtuigd dat Claye hier in Dublin is en er een tijdje zal blijven. Nu wil ik, Bexendale dat jij stipt volgens mijn orders handelt. Ik zal je hiervan daan meenemen en je een onderdak bezorgen, waar je onder mijn persoonlijk toezicht zult staan. En denk er goed om, jongeman", er kwam thans een haast dreigende klank in zijn stem, „dat terwijl jij je oogen open houdt voor ieder spoor, dat tot de ontdekking van Claye kan leiden, anderen op jou letten en dat je, als je dubbel spel probeert te spelen, binnen het halfuur een arrestantencel van binnen kunt bekijken met de grendels op de deur!" Ninian Bexendale bewoog zenuwachtig op zijn stoel. Hij had een instinctieve doodsangst voor de gevangenis; alleen de gedachte eraan deed hem al huiveren. „Ik zal mijn uiterste best doen, meneer", was zijn antwoord, en hij trachtte zooveel mogelijk ernst en oprechtheid in zijn toon te leggen, „om mij uw vertrouwen waardig te maken. Maar er is één ding waarop ik u wel attent mag maken en dat is dat Claye ongelooflijk handig en sluw is. En hij is ge vaarlijk ook". „Gevaarlijk?", herhaalde de detective. „Hoe be doel je dat?" „Hij heeft altijd een revolver bij zich", lichtte de jonge Bexendale in. „En hij is ook niet bang die te gebruiken, als hij in het nauw gedreven wordt". „Dan moeten we dienovereenkomstig te werk gaan", meende Davidson. „Ik wil hem liefst met zoo min mogelijk opzien en drukte in handen trachten te krijgen. Nu Bexendale, ik zal je reke ning betalen; het geld kun je me teruggeven als je het hebt. Haal je bagage van boven, dan gaan we. En ik wil je nog wel vertellen, jongeman; of schoon je voor deze grappenmakerij een .aardig poosje dwangarbeid zou krijgen als de zaak voor den rechter kwam, zul je, wanneer je helpt de diamanten op te sporen, niet alleen vrij man zijn, maar nog een belooning ontvangen op den koop toe. Allemaal in het vertrouwen dat dit een dure les voor je geweest is en je je leven betert". „Daar kunt u op aan, meneer", riep Ninian met een stem waarin hartgrondige dankbaarheid trilde. „Ik ben u onnoemelijk veel verschuldigd. En wat de hotelrekening betreft, ik heb geld om die te be talen". En hij hield hield een vijfpondbiljet in zijn hand. Sergeant Davidson nam het biljet, zonder te informeeren hoe mr. Ninian Bexendale het in zijn bezit had gekregen en verliet de kamer; de zoo diep ontroerde jongeman keek naar zijn spiegelbeeld en grinnikte tegen zichzelf „Nu zal ik ze allebei wel krijgen", mompelde hij triomfantelijk. „Claye, die smerige schavuit, in de eerste plaats. En die slang, die duivelin, nou, die komt ook wel aan de beurt!" De sergeant keerde spoedig terug met de voldane rekening en de mededeeling dat mr. Bxendale's bagage reeds in een taxi was gezet. „En om je gevoelens een beetje te ontzien, jongeman", vervolgde hij, „heb ik den chauffeur ge zegd naar de hotelingang bij .het station te rijden: dan stappen we in bij de tunnel, zoodat we niet door de hall van het hotel hoeven. En nu vooruit, denk goed om alles wat ik je gezegd heb en haal geen kunsten uit". „U kunt er op aan, meneer, dat ik niet van plan ben kunsten uit te halen", beloofde Ninian zoetsap pig, terwijl hij den detective uit de kamer volgde. „Ik ben veel te blij dat ik in de gelegenheid gesteld word mijn misstap weer goed te maken". „Hm", bromde sergeant Davidson. „Laten we dan maar gaan en met dat goedmaken beginnen; dan kunnen we zien wat je er van maakt". De taxi voerde hen naar Davidson's eigen woning, waar de detective aan het werk toog om een ver andering in mr. Bexendale's verschijning aan te brengen, die zelfs den heer Richard Claye eer zou hebben aangedaan. Binnen een half uur was het uiterlijk van den jongeman volkomen gemetamor foseerd en ditmaal zou ook miss O'Connor hem niet herkend hebben, want de sergeant had er voor gezorgd, dat de verraderlijke zegelring niet aan aj! vinger prijkte. Hij was gekleed in een sjofel tweede- hanschpak met aan z'n voéten een paar tweede» schoenen, die geheel in stijl met het costuum ware; om zijn hals zat een breede roode doek en zi;; hoofd was bedekt met een oude pet. Davidsa had hem, na zijn haar gelijk gemaakt te hebben met de oppervlakte van zijn schedel, uitgedost n»; een niet-van-echt te onderscheiden roode pruik 0; met een zwarte pleister boven het linkeroog was transformatie compleet. De jen e Bexendale herken1 zijn eigen gezichi niet en zei tegen zichzelf dal nis» gemakkelijker zou zijn dan 'm te smeren in vermomming. De sergeant scheen eveneens die meening toe? daan, want hij haastte zich om zijn jeugdigen schermeling aan de Dublinsche politie voor te S® len door hem voor een uitgebreid aantal agenten 1 de binnenplaats van het hoofdbureau te laten csn- deeren met de belofte van een tweede parade avonds. Toen stuurde hij hem de straat op me' laatste instructies. „Je ben een rondslenterende leeglooper". i hij hem uit. „Je boemelt door de stad engeei oogen de kost. Als je hem in de gaten krijgt, het me dan direct telefonisch mee, maar ie man onderwijl niet uit het oog te verliezen. neer je hulp noodig hebt, kun je den eersten ca besten agent het insigne laten zien, dat ik je geven heb. En denk er om, dat op jouzelf óók oogje gehouden wordt!" Ninian Bexendale wandelde weg #m zijn zeno-.- te gaan vervullen. Sergeant Davidson had hem slechts een P& shillings in zijn zak gegeven met geen andere va' kwikking dan een steenen pijp en een zakje tat® daar de luxe van een sigaar of sigaret kwalijk overeenstemming zouden zijn met zijn type. was voor een weelderig aangelegd jongmensen "1 Ninian Bexendale geen prettig vooruitzicht, ij13' het was in elk geval beter dan in de gevangenis zitten, troostte hij zich. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 6