DeLotgevallen van een Collier KONIJN. Het menu van den dag. SLABOONEN. Gezellig werkje voor handige vingers. PUNTEN. NEKKIE-RAF RECEPTEN. ZATERDAG 7 SEPTEMBER '194Ö VOOR DE VROUW Dit keer eens een stukje kinderspeelgoed van restjes wol, die we niet weg willen gooien. De kleuren zijn bruin en wit en we breien steeds recht. Het konijn wordt in verschillende stukken gebreid, dichtgenaaid en met watten opgevuld. Bruin. 30 st. opzetten, 6 ribbels breien, 9 st. afkanten, weer 6 ribbels breien, dan 4 maal de laatste 2 st. tezamen breien, aan denzelfden kant waar de st. afgekant zijn. Op de overgebleven 17 st. als volgt doorbreien: 7 ribbels, 7 st. bijmaken, weer aan den zelfden kant, 4 ribbels breien, 7 st. af kanten. Ver volgens in 2 ribbels 2 st. minderen, daarna in 7 ribbels 7 st. meerderen (telkens aan het eind). Nu nog 2 pennen recht breien, hierna 7 ribbels aan weerszijden en in het midden minderen tot 8 st.: 5 aan weerszijden en in het midden 4. Dan afkan ten en nog eenzelfde stuk van bruin breien. Wit. Voor den buik zetten we 34 st. op en breien 6 ribbels. Aan weerskanten 9 st. afkanten, 4 ribbels breien, dan afminderen tot 7 st. in 5 ribbels, daar na 7 ribbels zonder afminderen en in 1 ribbel 3 st. meerderen. Nu aan weerskanten 7 st. bijmaken, 4 ribbels breien, aan weerszijden 10 st. afkanten. en de overgebleven steken in 2 ribbels wegminderen tot 1 st.; afkanten. Staartje, wit en bruin. 9 st. opzetten en 1 pen recht, 1 p. aver, breien, 15 toeren. Daarna in 3 toeren afminderen tot 3 st. Onderstuk, bruin. 12 st. opzetten, 12 ribbels breien, daarna in 3 toeren afminderen tot 4 st. Oortjes, bruin. 12 st. recht breien, dan 12 rib bels, afminderen in 3 ribbels tot 3 st. Oortjes, wit. 10 st. opzetten. 7 ribbels, 5 toeren recht en averecht. In deze 5 toeren 6 st. wegmin deren. Het snuitje wordt er met een borduurnaald op gewerkt. Sp. Th. Versche champignonsoep. Roastbeef. Stoofperen. Aardappelen. Vanillevla met biscuit en jam. Versche champignonsoep. Maak de champignons schoon door van den hoed en het steeltje het buitenste velletje af te pellen en bovendien het onderste deel van he steeltje af te snijden, wasch ze en kook ze vlug gaar in wa ter met zout, en desgewenscht wat citroensap voor de blanke kleur (6 a 8 minuten). Maak op de bekende wijze een saus van boter en bloem met bouillon, voeg hieraan de champignons met het kooknat toe en maak de soep af met een eidooier en wat melk. Roastbeef. Roastbeef wordt gewasschen, gezouten en in vet of boter vlug mooi bruin gebakken, namelijk 25 minuten per pond. Maak de jus op de bekende wijze met een scheutje water af. Stoofperen. Schil de peren, snijdt ze in vieren, neem de klokhuizen eruit en kook ze in weinig water met wat suiker, bessensap of azijn of citroensap gaar. Maak het sap met wat aangemengde sago aan. Vanillevla met biscuits en jam. 1 L. melk. y2 stokje vanille. 1 ei. 40 gr. maïzena. 80 gr. suiker. 1 ons zachte biscuits. Wat marasquin of madera. 1 lepel jam. Maak van de melk de vanille, de eidooier, de maï zena en de suiker een vanillevla, leg in dien tijd de biscuits op een bord of platte schaal en bedruppel ze met het smaakje. Leg op de helft van de koekjes onderin een vla- kom, schep er wat van de afgekoelde vla overheen leg er weer biscuits op en bedek ze met de rest van de vla. Sla 't eiwit zeer stijf en schep er voor zichtig de jam doorheen. Bedek hiermee de vla. Eén groente, maar telkens verschillend bereid MARTINE WITTOP KONING. Het is voor de huisvrouw altijd een gelukkige greep, als ze deze groente in het middagmaal te pas brengt. Iedereen houdt er van; of de slaboorren nog jong en dun zijn, zoodat de groene peul hoofdzaak is en de kleine witte boontjes nog bijna niet te onderscheiden zijn. dan wel of in verder gerijpten toestand de flirk gevormde witte boonen al door het koken uit de peul zijn losgeraakt, zooals dat in de laatste helft van Augustus meestal wel het ge val zal zijn. Er zijn twee redenen, waarom we juist bij deze dikkere boonen de bereiding met een smakelijk sausje aanraden. Ten eerste bereiken we zoodoen de een beteren samenhang van de uit elkaar ge splitste boonen en maken we van de groente een beter gehéél; ten tweede hebben wij daarmede be reikt, dat we aan dezelfde groente met behulp van verschillende sausjes telkens een anderen smaak ■kunnen geven. Welk sausje we ook kiezen, we bereiden de boo- nen-zelf altijd voor door ze na het afhalen en het breken op te zetten met slechts een bodempje ko kend water (een paar vingers hoog) met wat zout; we laten ze daarin vlug aan de kook komen, tem peren dan de warmte en koken de boonen verder gaar en ongeveer droog (Yj uur). Intusschen bereiden we een van de volgende sausjes, die berekend zijn voor 4 personen en die dus gelden voor 1 KG. boonen. PETERSELIESAUS. 20 Gr. (1 afgestreken eetlepel) boter, 20 Gr. (2 afgestreken eetlepels) bloem, 1/4 L. melk, 1 volle eetlepel fijngesneden peterselie, snuifje zout. Verwarm op een zacht vuur (in een klein panne tje) roerende de boter met de bloem tot een gelijk mengsel; giet daarbij in kleine scheutjes tegelijk, steeds roerende, de melk en laat het sausje even doorkoken tot het goed gebonden, is. Maak het op smaak af met zout, roer er de peterselie door en meng dan de saus door de gaargékookte boonen. KAASSAUS. 20 Gr. (1 afgestreken eetlepel) boter, 20 Gr. (2 afgestreken eetlepels) bloem, 1/4 L. melk, 50 Gr. (Y ons) kaas, snuifje zout.' Bereid dit sausje op dezelfde wijze als het vo rige, maar vervang de peterselie door de geraspte kaas en laat die met de saus even flink warm wor- j den, zoodat ze smelt. TOMATENSAUS. 20 Gr. (1 afgestreken eetlepel) boter. 20 Gr. (2 afgestreken eetlepels) bloem, 1 volle eetlepel dikke tomatenpurée, snuifje zout, wat fijngesneden pe terselie. Bereid de saus op dezelfde wijze, die in het eer ste recept is aangegeven; meng er echter, voordat de peterselie wordt togevoegd, de tomatenpurée door en laat die even mee warm worden. (Gebruik als tomatenpurée b.v. een voor dat doel overgehouden restje gestoofde tomaten van een vo- rïgen maaltijd; of wel, neem een gedeelte van een klein blikje purée en gebruik de rest den volgenden dag om er sla mee aan te mengen, jus mee af te maken of een paar bordjes soep mee te bereiden. Breng in dat geval het restje tomatenpurée over in een kopje, zoodat het niet in het open blikje blijft staan). Hoe we zelf een sterk en practisch haarnetje kunnen maken. Netjes om weerbarstige lokken bijeen te houden zijn dit seizoen bijzonder populair. Erg leuk is het zelf zoo'n sterk, practisch netje te maken. We gebruiken hiervoor de gezellige steek, die u op de teekening ziet. 't Beste is, te beginnen met een ris losse steken van iets meer dan de hoofd wijdte en dan in het midden hiervan beginnend, telkens aan de kanten meerderend, een fond netje op te bouwen door heen en weergaande toeren. Later kan door die losse steken nog een elastiek je worden geregen, waardoor het netje stevig om het hoofd sluit. De vorige week schreef ik over de belangrijkheid van het eten, maar dat is niet het eenige dat ons huisvrouwen weieens wat al te sterk bezighoudt, daarnaast staan de gesprekken over: de punten. Het is soms, alsof wij de textielgoederen cadeau krijgen, zoo uitgebreid wordt er over de aantallen punten gediscussieerd, waarna in de tweede plaats pas, en dan veel later, de kwestie van de prijzen in aan merking schijnt te komen. Gelukkig voor de winkeliers, en gelukkig ook voor de huisvrouwen, is dat maar scijn, want dan zou onze handel er raar beginnen uit te zien. Wie wat organisatorisch talent bezit is met de behandeling van haar puntenkaart het best af, want nu de aankoopen beperkt zijn is het meer dan ooit noodig, dat er met overleg wordt te werk ge gaan. Nu kunnen wij niet zonder meer zeggen: ik heb dit of dat stuk huishoudgoed of het een of andere kleedingstuk noodig, dus moet het maar van mijn puntenkaart af, want dan zou het kunnen zijn, dat later bij een nieuwen noodzakelijken aan koop, waarvan de onmisbaarheid nog veel grooter is, de benoodigde punten niet meer op de kaart te vinden zijn. Evenmin is het goed om te overwegen: die en die kleinigheid kan ik er best voor koopen, want dat is maar vijf punten, en dat andere zijn er maar acht, en dan kan een derde dingetje er ook nog best bij, want dat zijn er maar drie waarbij vergeten wordt dat dit al zestien punten bij elkaar zijn, en dat vele kleintjes een groote maken, zoodat er voor een groot stuk ineens niet voldoende meer over blijft. Met geen mogelijkheid is het te zeggen, waaraan men het beste zijn punten kan besteden; elk lijstje, hoe goed ook opgezet, geldt misschien voor een of twee menschen, maar voor een derde zal er al direct iets op voorkomen dat nu juist heelemaal niet noo dig of totaal ongeschikt is. Bij de eene zal het lin nengoed meer aanvulling behoeven, bij een ander het j lijfgoed en bij een derde het huishoudgoed, dat hangt er van af, hoe de voorraad van deze verschillende categorieën was op het oogenblik dat de distributie in werking trad. Maar bij de beoordeeling van de verdeeling der punten komt nog iets anders: het is niet alleen de vraag hoeveel er op dit oogenblik noodig is, maar men moet ook onderzoeken hoe de toestand over twee maanden zal zijn. Het kan immers zijn, dat enkele stukken nu zeer géwenscht lijken om te koo pen, terwijl over enkele maanden groote stukken om aanvulling vragen die dan veel noodzakelijker blijken te zijn, dan die aankoop van vandaag. Stelt u eens voor, dat u op dit oogenblik een nieuw herfstjurkje koopt, omdat u het best kunt gebruiken, maar over zes weken blijken uw tafel lakens in een zoodanig deplorabelen toestand te zijn, dat aanvulling dringend noodig is. Of andersom koopt u nu een paar beddelakens, die immers altijd te pas komen, terwijl in den winter blijkt, dat de winterkleeren van verleden jaar eigenlijk allemaal zoowat versleten zijn en dringend om aanvulling vragen. Daarom is het voor alles noodzakelijk om bij de verdeeling van de punten niet alleen op het ont brekende te letten, maar ook de mate van slijtage in aanmerking te nemen van goed dat men heeft. Iedere huisvrouw die haar huishouden met overleg drijft, kan wel schatten hoe lang zij nog toe kan VOOR DE KINDEREN Na afloop van den prachtigen zang staat de koning op. Geroerd dankt hij Raf voor het genot dat hij hem heeft vetschaft. „Al wat ge wenscht aan geld of goed, dat zal ik u sturen." Maar het nachtegaaltje in zijn kachelpijpje hoort dat. Haastig steekt het zijn kopje uit het eindje pijp en fluistert Raf in om direct de beloo ning mee naar huis te nemen. Dit alles ziet en hoort nog ons Reintje. Heer Raf denkt er over om de kost baarheden voor een gedeelte mee te nemen. Nadat hij van allen afscheid heeft genomen, gaat hij naar buiten. De gouden koets staat voor hem ge reed, om hem vliegensvlug naar huis te rijden. Hooghartig noodigt hij heer Langbeen uit, ook in het rijtuig plaats te nemen. Lakeien volgen met han den vol geschenken. Afgunst staat den vos op het gezicht te lezen. Maar Manus heeft nog nooit zooveel pret gehad. Het nachtegaaltje heeft in al die drukte ongezien uit Raf's hooge hoedje weten te komen. En Raf. wiens geweten toch niet zuiver is, meent aldoor nog het stemmetje van zijn redder uit den nood te hooren. Hij luistert ingespannen. Zit het nachte gaaltje nog in zijn hoed? Hij durft hem niet af te nemen en te kijken. Die Langbeen bevalt hem niet. Zou die soms iets weten? O, hij moet zijn hoofd even buiten het raampje hou den! Wat heeft hij het benauwd! met goederen die al beginnen te slijten en een paar keer gerepareerd zijn. Ook is het zaak om zich er goed van on te stellen of er artikelen zijn die niet van j kaart behoeven te worden afgenomen voorbeeld natuurzijden kousen. Dit lay wel een artikel dat voor menigeen niet gev' zij zulke dunne kousen nooit draagt, maa schelijke geest is zeer vindingrijk en nood der tijden wordt uitgevonden als su?J meestal lang niet weinig en soms zelfs heef De huisvrouw die dus op haar stoel toif en meent, dat er toch niets meer te koon»!? het bij 't verkeerde eind: het is goed ont geld door het lezen van kranten en tijdscw alle nieuws goed op de hoogte te stellen"' tevens de etalages van de winkels goedig te houden, die <ons op een idee kunnen V waaraan wij thans op onzen stoel nooit gei den hebben en die onze puntenkaart v/eliu lasten. JUISTE COMBINATIE DER PRODUffltt ONZEN BODEM BEVORDERT VOLWaj VOEDING. Een goede toepassing voor dc van het seizoen. Evenals zoovele andere landen is Neder'-, dezen tijd aangewezen op de product eigen bodem en meer dan ooit dienen ook te waardeeren welk een voorrecht he' juist de bodem van ons land zoo rijk tuurlijke hulpbronnen is gezegend. Hoer^ ter immers zijn wij er er aan toe met om telijke groenten en vruchten. Onze vl akkers en ons beroemd vee, dan de w van de vele andere streken waar al hot'- der.aarde moet worden ingevoerd! Door het vochtige klimaat en den vruchfi grond is ons land vrijwel ideaal voor de tenteelt, want beide factoren zijn noodb"- er zich waar het bij de meeste groent^ om gaat in korten tijd veel bladeren" nen vormen en hiervoor wordt uiteraar/ groote hoeveelheid plantenvoedsel verf Het uitgebreide waterwegennet van Nee* is bovendien voor een economisch vervoe groote beteekenis. want de talrijke vaarte den een doeltreffende gelegenheid om é- de teelt benoodigde grondstoffen aan* ren en de producten zelf af te voeren. Als we slechts een greep doen uit wat óm. ons in dit opzicht biedt, denken we fc beeld onder meer aan de Betuwe, die met'1 bloeiende boomen in het voorjaar honderfe wonderaars trekt en ons voorziet van dei lijkste vruchten, en ook de druiven enig andere producten van het Westland zijn met haar fijnen smaak en goede m waarde. En dan zijn er niet te vergeten - pige weiden, die zoo karakteristiek zijn voor het Nederlandsche landschap en m* de helft van onzen cutuurgrond beslaan; hfe ins ons land als het ware door de natuurt aangewezen om liét zuivelland bij uitnemend: te zijn. Beroemd zelfs zijxi de Nederland veerassen en niet minder de bolronde Ede tjes en de groote Goudsche kazen, die a goudgele kleur en aantrekkelken vorm alle voedingswaarden bieden, die het men>i lichaam noodig heeft. Zoo kunnen wij, Nederlanders, doordexL, ten van onzen bodem, zelfs in dezen tijd nis; uitnemend voedsel profiteeren, het geen n* meer dan ooit onmisbaar is voor de gezor.i weerstand en energie. Deze onschatbare waarden komen ers eerst dan geheel tot haar recht, wanneer n producten, die ons land ons levert, op de jt wijze combineeren, waardoor onze i volledig en onze voeding volwaardig ki Een voorbeeld van een uitnemende comik van groente en zuivelproducten is: Zomerstamppot van andijvie. (Maaltijd voor 45 personen). 2Vs K.G. aardappelen. 1 K.G. andijvie. 3 Kopjes water. 200 gram (2 ons) belegen kaas. 1 eetlepel zout. 100 gr. (1 ons) boter. 3 kopjes melk. Boen de aardappelen goed schoon of scK dun. Kook ze gaar met het water Maak intusschen de andijvie schoon ens ze zeer fijn. Stamp de gare aardappelen iijmt meng ze met de gekookte melk, de fijnges andijvie en de boter. Roer er van hete: geraspte kaas door. (Desgewenscht kan me: de boter bruine boter jus maken in plaats tï door den stamppot te mengen). Rhabarberjam en -limonade. 1 K.G. rhabarber, 2 K.G. glucose-stroop,!; bietje benzoëzure natron van 1/4 gram. Maak de rhabarber schoon, snijd ze in stukjes, verwarm ze met weinig water, voeg: glucosestroop bij en laat deze geheel opis zeef het mengsel door een haren, zeef zonte wrijven, doe de limonade in flesschen enkoS' vaste gedeelte dat op de zeef achterbleef tot |i dikte in. Los het conserveer-midde) op en fó ->p de bekende manier in potjes door NORMAN FRAZER. 38) (Nadruk verboden). „Onschuldigen worden dikwijls valsch beticht, mr. Davidson", meende de zieke. „Maar daarom is het nog niet altijd zoo gemakkelijk zijn onschuld te bewijzen. Het idee dat een fatsoenlijk, respectabel man als ik, die op het punt stond ouderling te wor den, van moord wordt beschuldigd! Ik heb er eenvoudig geen woorden voor „Wel, mr. Kilner", was het wederwoord, „wan neer u zelf van uw onschuld over.tuigd bent, zal het u weinig moeite kosten u van alle blaam te zuiveren". Joe Kilner's vingers plukten zenuwachtig aan de bovenste deken. Hij keek van uit zijn ooghoeken naar den bezoeker. „Wat ik graag zou weten, mr. Davidson", zei hij, „is wat mij precies ten laste wordi gelegd en waarop de beschuldiging berust?" „De aanklacht luidt, mr. Kilner, dat u twee man nen hebt vermoord: Ninian Bexendale en James Creighton, alias Richard Claye en wel in uw huis in Lower Abbey Street in Dublin. Door middel van deze moox-den zoudt u in het bezit zijn gekomen van het diamanten collier, dat deze mannen ont vreemd hadden ten nadeele van miss Teresa O'Con nor". „Wel hoor me dat nu eens aan!", riep Joe Kil ner met goedgeveinsde verbaasde verontwaardiging uit. „Iedereen, u inbegrepen, mr. Davidson, weet dat ik uit Dublin ben weggegaan, omdat mijn hart niet in orde was en met een reputatie zoo goed als een mensch maar hebben kan. Wat zou ik uitstaande hebben met dieven en dergelijk gespuis?" Mr. Kilner", hernam de inspecteur, de lijken yan deze beide mannen zijn gisteravond in den kel der van uw huis in Dublin gevonden. Ze hadden allebei een kogel in den schedel". Joe Kilner toonde thans géén emotie. Hij was hierop voorbereid geweest. „Ik zie niet in, dat hieruit iets in mijn nadeel kan worden afgeleid, mr. Davidson", zei hij na eenige oogenblikken van nadenken. „Dat kan im mers allemaal gebeurd zijn nadat ik het huis ver. laten had je kunt op geen maand, op geen jaar zeggen hoe lang een doode ergens gelegen heeft. Waarom zou ik dan in een dergelijke afgrijselijke geschiedenis betrokken moeten zijn?" Davidson kon niet nalaten te glimlachen en er trok een vurig rood over Joe Kilner's gezicht. „Ik verbaas mij over u, mr. Davidson", protes- teerde hij „om mij in zulke verschrikkelijke om standigheden nog uit te lachen! Terwijl warempel mijn goede naam en en mijn leven op het spel staanIk moet u ernstig verzoeken er klonk onmiskenbare waardigheid in de stem „om mij werkelijk serieuze argumenten te noemen, waarom ik onder verdenking sta". „Het spijt me als ik gelachen heb", verontschul digde Davidson zich. „Maar mr. Kilner, het komt me voor, dat u aai-dig in staat is tot een gesprek en daarom zal ik u precies vertellen wat u verlangt te weten. We zijn op de hoogte van uw connectie met Claye, zoowel in Leeds als in Bradford; het is ons bekend, dat u over geen noemenswaardige mid delen beschikte, toen u zich in Dublin vestigde; we weten dat Claye een schuilplaats in uw huis he<*ft gevonden, nadat hij zich van de diamanten van miss O'Connor had meester gemaakt en we weten ook, dat de jonge Bexendale uw huis is binnengegaan en'het niet meer verlaten heeft. Ver der dat u direct daarna uit Dublin bent weggegaan na uw zaak verkocht te hebben en dat u hier on der een aangenomen naam leeft als een zeer wel gesteld man. Tenslotte, dat de lichamen van Claye en Bexendale in uw vroegere woning zijn gevon den, mr. Kilner, en dat ze vermoord moeten zijn. Kortom", eindigde hij, het advies van den dokter glad vergetend, „we beschikken over genoeg be wijsmateriaal om u aan de galg te brengen. En daarom geef ik u in ernstige overweging, mijn beste man, dat vertoon van onschuld te laten varen. Wees verstandig en spreek de waarheid dan heb je vrede met jezelf". Kilner zat een paar seconden met glazige oogen naar den bezoeker te staren en hijgde eenige malen naar adem. Maar een flauwte of instorting, waar voor Davidson vreesde, bleef uit en toen Joe Kilner eindelijk begon te spreken, klonk zijn stem rus tig. „Mr. Davidson", zei hij, „Ik zou gi-aag den dok ter een oogenblikje hier hebben. En nadat ik hem gesproken heb, wil ik nog even met u praten". De inspecteur ging naar de eetkamer en stuurde den dokter, die op het resultaat van het onder houd in de ziekenkamer was blijven wachten, naar boven. Na een poosje kwam hij terug, met een brief en een sleutel in de hand. „Mr. Keene", zei hij, „had graag dat een van u bij voorkeur mr. Davidson, met dit briefje en deze sleutel naar den directeur van zijn bank in de stad ging het adres staat op de enveloppe. Als de directeur den brief gelezen heeft, zal hij u toe staan mr. Keene's safe-loket te openen en daarin zult u een gezegeld pakket vinden. U geeft er een Dewijs van ontvangst voor en komt er dan hier mee terug. Wilt u dat doen, mr. Davidson?" „Natuurlijk", antwoordde de inspecteur en hij nam de enveloppe en den sleutel aan. De dokter liep met hem mee den tuin door naar net hek. „Denk u erom", waarschuwde hij, „dat de man hoogstens tot middernacht te leven heeft. Het is geen gevolg van 'n nieuwen schok zijn krachten nemen langzaam maar zeker af. Dus hoe eerder u terug bent hoe beter. Maar wat ik zeggen wil - is hij werkelijk schuldig?" „Zonder een schaduw van twijfel, verklaarde Davidson en haastte zich weg. Binnen het uur was hij weer op „Aboukir Lodge" en hoorde dat Kilner gevraagd had of hij direct boven kwam. De dokter had den patiënt juist een injectie gegeven. Joe Kilner keek den inspecteur vragend aan. „Hebt u het gekregen, mr. Davidson?", klonk net met een zwakke stem. Davidson haalde een klein pakje uit zijn binnen zak in bruin papier en met een paar groott lakken en overhandigde het den zieke. Kilner's vingers sloten zich er bijna begeering omheen; toen legde hij het vóór zich op het bed en zijn hand gleed er als liefkoozend overheen. „Mr. Davidson", liet de zwakke stem zich weer hooren, „de dokter heeft mij gezegd dat mijn einde snel nadert en ik wil dat het een goed einde zal zijn, zooals", voegde hij er met een vleug van zelf spot bij, „het een man van aanzien past. Als u mr. Nicholson even zoudt willen roepen, dan heb ik u beiden wat te zeggen". Davidson haalde zijn collega en Joe Kilner be antwoordde Nicholson's begroeting met de deftig heid die hij zich als inwoner van Denbigh had eigen gemaakt. „Ik draag u volstrekt geen wrok toe, mr. Ni cholson", begon hij. „Als u mij niet onlangs op straat had ontmoet, zouden al deze onaangenaam heden achterwege zijn gebleven, maar ik koester jegens niemand wrok zelfs tegen u niet". „Praat niet te veel", vermaande de dokter. „U hebt de heeren iets mede te deelen, nietwaar?" „Inderdaad", bevestigde Kilner, „en ik wiJ het direct doen ook. Wanneer een van de heeren van de politie, met wie ik altijd op goede voet stond, zoolang ik ex-toe in staat was, zoo vriende lijk zou willen zijn het op te schi-ijven „Dat zal ik wel doen", bood Nicholson aan. Hii nam aan een tafeltje naast het bel plaats en haal de een notitieboek en een potlood te voorschijn „Er valt niet zoo heel veel te vertellen", vervolg de Kilnex-, maar wat er te vertellen is, zult u hooren alles. Schrijf alstublieft nauwkeurig op wat ik zeg Joe Kilner zweeg even, bevochtigde zijn lippen en begon zijn bekentenis. „Dit is de waarheid omtrent hetgeen plaats vond in mijn vroeger café in Lower Abbey Street in Dublin. Richard Claye, of James Creighton, onder welke beide namen ik hem kende, kwam op een morgen bij mij en zei, dat hij zich een tijdje wilde schuil houden. Ik wist dat hij dikwijls allerlei zaakjes aan dé hand had. maar wat het nu weer was, wist ik niet. Hij vermomde zich, zooals ik hem wel vaker had zien doen hij was een bolle boos in de Kunst van het zich onkenbaar en ging Dublin in. Zijn eigen moeder a niet herkend hebben! Hij lunchte in het hotel waar hij de diefstë gepleegd hij zat recht tegexxover de dame bestolen had en geen spoor van herkenning er bij haar, zoo meesterlijk had hij die maa klaar gespeeld! Maar ik wist niets van de dis ten hij had er geen woord over losj me. Den tweeden dag kwam er een man binnenstappen met een lap over zijn eene na een poosje er om heen draaien vertelde hij dat Claye en hij hadden afgesproken P diamanten in te pikken, maar dat Claye he kool had gestoofd en er in zijn eentje ms" door was gegaan. Ik had al gauw in de gsfc hij niemand anders dan de deugniet van eer* van notaris Bexendale kon zijn, en hij zei Claye bij mij in de gelagkamer had herkend' de tatoueering op zijn pols en doordat h( stuk van een zijner vingers miste. Bexends.c zoo ziedend op Claye, dat hij mij voorst# hem samen te doen, Claye uit den weg te ruifr- ons meester te maken van de diamanten, j hem dat ik erover zou denken, sloot hem opt* kamer in het achterhuis en gaf hem een volotë hoeveelheid whisky en sigaren om zich beh£;- te voelen. Daar liet ik hem en wachtte tot zou komen en toen die eindelijk kwam r bracht ik hem van de situatie op de hoog* Hier werd Kilner door een inzinking or^ en vroeg om een nieuwe injectie. Het duur®: lang of hij herstelde zich weer en zette z«n voort. .(Wordt ven#

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 6