Bontmantels JiufiSt In een oeroud cultuurgebied. BERICHT WEILL ZOON Zeep op bon IQ [WOENSDAG 25 SEPTEMBER 1940 De jongens van de „Pollux" werken zelf aan de voltooiing van hun nieuwe opleidingsschip, dat te Amsterdam in wording is. De mast van de oude „Pollux", die de nieuwe schuit zal sieren, wordt onder handen genomen. (Foto Pax Holland.) Reis door de Oostmark. HALLSTATT. September. HetA.N.P. schrijft: Het is altijd aan te bevelen in een reis een zekere climax te brengen en dat is den organisatoren van onzen tocht door het mooiste deel van de Oostmark, het Salzkammergut, wonderwel gelukt. Eerst immers bezochten wij Linz, de groeiende en bloeiende stad met de groote industrieën in de buurt, gelegen te midden van een lieflijke natuur. Daarna ging het naar Gmunden en Ischl, de ber gen worden hooger, de natuur woester, overwel digender, de panorama's imposanter, de dorpjes schilderachtiger. Maar het mooiste wat wij zagen was Hallstatt, „de parel van het Salzflcammergut", zooals het in een brochure van de plaatselijke V.V.V. terecht wordt uitgedrukt. Het oeroude plaatsje ligt daar te droomen tus- schen water en woud, tusschen rots en meer, bij de zoutmijnen, het „witte goud" van Hallstatt. Hallstatt is wereldberoemd geworden, niet al leen omdat het zoo'n schilderachtig plaatsje is, maar vooral door de opgravingen, die getuigen van een cultuur van vele duizenden jaren van dit stad je aan de Hallstattersee. We wandelen tusschen de oude schilderachtige huizen, die reeds zoovele geslachten bergarbeiders huisvesten. Prachtig zijn die huisjes, met hun fris- sche kleuren en hun vensters, versierd met bloe men en planten. De weg stijgt sterk en voert ons naar het kerkhof, een bergkerkhof, waar zoowel de katholieke als de protestante bewoners van het dorp een laatste rustplaats vinden. Van dit prach tige punt af genieten wij een' onbeschrijfelijk mooi uitzicht over. het vreedzame dorp,het droomende, rimpellooze meer en op het zware bergmassief van Sarstein, Sechserkogel, Grubberg, Krippenstein en Hirschau-Alm. We vertoeven een wijl op het kleine kerkhof, waar de graven zonder uitzondering be dekt zijn met kleurige bloemen. Het valt op, dat er moeilijk een meer tevreden en vriendelijker volk kan worden gevonden dan in het oeroude Hallstatt. Alles getuigt er van blijde levenslust, van zin voor schoonheid. Ieder huisje, hoe klein ook, is welverzorgd, is frisch geschilderd in teere pasteltinten, is gesierd met bloemen. Bijzonder schilderachtig is het marktplein met zijn prachtige geveltjes en als cen traal punt de oude put. Een bezoek aan de Pfarrkirche is de moeite waard, er is een prachtig gothisch altaar te bewon deren, met fraaie schilderijen. Langs een overdek ten gang verlaten we de kerk om via het markt plein naar het museum te gaan, dat ondergebracht is in een der oudste gebouwen van Hallstatt, de vroegere gevangenis, een bouwsel uit het begin van d>e zestiende eeuw en op zichzelf een bezoek reeds overwaard. Maar het is ons in de eerste plaats te doen om de verzameling zelf, gewijd aan over blijfselen uit een periode van vierduizend jaar ge leden. Reeds in het steenen tijdperk (40002000 j. v. Chr.) leefden en werkten in de omgeving van Hallstatt menschen, aangetrokken door het kost bare „witte goud", het zout, dat in de mijnen in de buurt werd aangetroffen. Vondsten uit dien tijd van oeroude geschiedenis bewonderen wij in het museum. Zeer veel vondsten getuigen van het bron zen tijdperk (20001100 v. Chr.) Op 't bronzentijd- perk volgde de z.g.n. Hallstatt-periode, een volk van bergwerkers vestigde zich in het plaatsje, waar wij duizenden jaren later een dag vertoefden. Uit dien tijd zijn draagkorven, waarin het zout werd vervoerd, aanwezig. Ook het kerkhof uit deze periode is gevonden met honderden skeletten, waar door nauwkeurig het uiterlijk van dit volk uit het grijs verleden kon worden gereconstrueerd. Deze vondsten, zoowel van de skeletten als van de ge bruiksvoorwerpen en sieraden, maakten in één slag Hallstatt wereldberoemd. Ook uit de latere periode, de la-tene tijd, zijn in 1933 graven ontdekt. Wij hebben helaas maar weinig tijid om hét museum, dat zooveel schatten uit het grijs ver leden binnen zijn historische muren herbergt, te bezichtigen. Zoo zien we, dat de geboortestreek van den Fiihrer van het Groot Duitsche rijk een der oudste cultuurlanden van Europa is. Duizenden jaren ge leden woonden in dit rijk gezegende land reeds menschen met een eigen kunst, een geheel eisen cultuur, nauw verbonden aan het land en aan h n werk. Deze gebondenheid in kunstvorm aan den bodem demonstreert zich in het oude Hallstatt en in het museum wel zeer duidelijk. Maar ook op het gebied van die nieuwere kunstuitingen valt er in het Salzkammergut veel te bewonderen: prach tige staaltjes Gothiek vinden wij in vele kerkge bouwen. De altaren in de kerken te St. Wolfgang en Hallstatt zijn wereldberoemd. In Steyr staat het bekende „Bummerlhaus", de kerken van Königs- wiesen, Eferding, het Mariabeeld in Frauenstein, het altaar in Gampern en de ruïnes in het „Muhl- viertel" zijn even zooveele staaltje van Gothische kunst. De Renaissance is niet al te goed vertegenwoor digd. Eenige kasteelen, zooals Weinberg en Hart- heim, een paar torens en oude verdedigingswerken te Steyr en Enns en verschillende stiften zijn in dien stijl opgetrokken. Barok is de echt Oostmarksche bouwstijl, een schitterend voorbeeld is St. Florian bij Linz, waar Anton Bruckner werkte en begraven werd. Als een prachtig staal van rococo geldt dé stiftskerlc van Withering bij Linz. Zoo zien wij, dat in het Salzkammergut onein dig veel te genieten is. Het is een land met een in drukwekkend natuurschoon, hoogstaande kunst uitingen, een vriendelijke en gelukkige bevolking, &n een roemrijke geschiedenis, een land, waar wij graag nog vele weken vertoefd zouden hebben. Het is een land, waar het zeer moderne, b.v. op poli tiek gebied, op gelukkige wijze gepaard is aan het oude en onvergankelijk schoone. Naast enorme in dustrieën, die den laats ten tijd verrézen zijn, is aard en wezen van de bevolking van het platte land, van de kleine stadjes en de bergdorpjes, vol komen onaangetast gebleven. Op de prachtige we gen die overal verbreed en verbeterd zijn, snor ren de zware moderne vrachtauto's van stad naar stad, maar daarnaast zien wij in de bergdorpjes de ossenkarren kalm en rustig langs de steile berg wegen rijden. In dit prachtige land hebben zesduizend Neder- landsche kinderen kracht en gezondheid opgedaan. Zij hebben in hun vacantie begrip gekregen van het leven en streven van het Duitsche buurvolk. Rijk aan herinneringen en ervaringen zijn zij te ruggekomen in Nederland. Wij reisden met een groep van ruim 900 kinde ren per extratreïn terug. Het was een vroolijk troepje, dat op ieder station, waar de trein in de Oostmark stopte, afscheid nam van pleegouders en vriendjes. Het afscheid kostte in veel gevallen moeite, we zagen tranen in de oogen van vele Oostmarksche pleegmoeders. Wij namen dankbaar afscheid van dr. Wellner, de Gauamtslerter, die zooveel zorg voor ons had op deze prachtige reis, waarop wij een indlruk kre gen van land en volk van de Oostmark. Dr. J. Sclioemaker teraardebesteld. Chirurg van internationale faam. Een groot en een algemeen geachte en ge liefde Hagenaar is Dinsdagmiddag op Oud Eik en Duinen teraardebesteld: dr. J. Schoemaker, oud-chirurg aan het Gemeenteziekenhuis te 's-Gravenhage. In de aula, waar op het orgel gewijde muziek ten gehoore werd gebracht.- sprak allereerst prof. iiv Van der Bilt, die den overledene schetste als een chirurg van internationale faam, en als een der beste, tevens een der sympathiekste burgers, die Den Haag tot nu toe onder haar gemeen tenaren heeft gekend. Dr. J. Hankes Drielsma, sprekende namens de vakgenooten van dr. Schoemaker en meer in het bijzonder namens de Haagsche leden van de maatschappij tot bevordering van de geneeskunst, gaf uiting aan de gevoelens van rouw van velen: van vakgenooten, vrienden, teerlingen en vooral ook van oud-patiënten, die v.an Schoemaker's gaven als chirurg en als dokter zooveel hebben genoten en door zijn groote kennis gezondheid hebben teruggevonden. Dr. Schoemaker zoo zeide spr. had vrienden onder alle lagen dei- bevolking. Iedereen kwam onder den invloed van zijn magnetische persoonlijkheid. Zijn leerlin gen, waartoe spr. ook heeft behoord, hebben zeer veel van dr. Schoemaker geleerd. Niet alleen technische vaardigheid, die hem eigen was, maar ook de humane wijze, waarop hij met z'n patiën ten omging. Zijn vakgenooten werkten met hem samen op een wijze, die instructief was en tevens een opwekking. Dr. Schoemaker was niet alleen een talentvolle chirurg, maar ook een goed redenaar. Wanneer hij opstond om het woord te voeren, verstomde elk geroezemoes en luisterde iedereen, want als dr. Schoemaker sprak, hoorde men iets goeds. Na tenslotte den dank vertolkt te hebben van de oud-patiënten, eindigde spr. met een woord van de Genestet: „Zij zijn niet waarlijk dood, die in onze harten leven". Dr. P. H. van Rojen, directeur van het Ge meentelijke Ziekenhuis aan den Zuidwal, schet ste de figuur van dr. 'Schoemaker als chirurg met een internationalen naam en zijn beteekenis voor de operatieve afdëeling van het gemeente ziekenhuis, waaraan de overledene van 1902 tot 1937 verbonden is geweest. Namens dit zieken huis en vooral namens de lijdende menschheid dankte spr. dr. Schoemaker voor al het goede en schoone, dat hij op deze wereld heeft kunnen en mogen verrichten. Dr. J. P. Brandes vertolkte vervolgens de ge voelens van het Haagsche Geneeskundige Ge zelschap, waarvan de overledene lange jaren een trouw en actief lid is geweest. Dr. Kuyer sprak namens de Société Interna tionale de chirurgien en bracht daarbij in herin nering, dat dr. Schoemaker in 1935 het congres van deze organisatie, dat in Caïro werd gehou den, op zoo rustige en gezaghebbende wijze heeft geleid. Ook in internationale kringen was hij een persoonlijkheid, naar wiens autoritaire stem men gaarne luisterde. Prof. dr. P. R. Miehaël, opvolger van wijlen dr. Schoemaker als chirurg van het gemeente ziekenhuis te 's-Gravenhage zeide, dat een der eersten en grootsten onder de chirurgen is heen gegaan. Spr. schetste dr. Schoemaker als een schepper van blijvende waarden voor de genees kunst, waaraan zijn naam onafscheidelijk is verbonden. De Nederlandsche Maatschappij voor Heelkunde, waaraan dr. Schoemaker zijn hart had verpand, zal hem niet vergeten. Ds. P. J. Loeff, emeritus predikant bad hierna het „Onze Vader", waarmede de plechtigheid in de aula was beëindigd. NIEUWE COLLECTIE O&isauuuq O&i&amtlaitk JletU 90s Veuleu- 2e*statter' VRIJ VAN DISTRIBUTIE Bontwerker: Gevestigd 1856 Barteljorisstraat 26-28 Adv Inget Aan de groeve, die door vele groote bloemstuk ken was gedekt, heeft een zoon voor de belang stelling bedankt. Hoe te handelen bij het vinden van brandplaatjes. 's GRAVENHAGB, 24 September. Het A. N. meldt: Officieel wordt medegedeeld: Zooals reeds meermalen is bericht, werpen Engelsche vliegers steeds weer brandplaatjes boven Nederlandsoh gebied uit. De bedoeling van deze minderwaardige wijze van oorlogvoering is niet al leen de oogst en have en goed der bevolking te vernietigen, maar ook menschen te verwonden Het is van buitengewoon belang, dat ieder weet hoe hij handelen moet bij het ontdekken van deze plaatjes. Allereerst moet verhinderd worden, dat de plaatjes brand veroorzaken. Ieder voor zich dient dan ook op te letten, of bij het overvliegen van Engelsche vliegers brandplaatjes uitgeworpen zijn. Wanneer men ook maar kan vermoeden, dat dit het geval is, moet er onmiddellijk naar wor den gezocht. De plaatjes moeten dan verzameld en op 'n plaats waar ze geen gevaar kunnen ver oorzaken, worden vernietigd. Hierbij dient men erop te letten, dat deze plaat jes niet met de hand worden aangerakt. Ze moe ten met een voorwerp, bijvoorbeeld met een houten latje opgelicht en in een emmer met water gelegd worden, aangezien bij aanraking anders verbran ding van de huid en vergiftiging mogelijk is. In ieder geval moet het vinden van brandplaatjes aan de plaatselijke politie medegedeeld worden. Deze verzameld ze en zorgt voor de vernietiging Plaatjes, welke door de bevolking zelf verzameld zijn, moeten, in het water ligggend, bij de politie worden ingeleverd. Dus ook hierbij dient de grootste voorzichtigheid en oplettendheid in acht te worden genomen. in Haarlem en daarbuiten. SCHILDERIJENVEILINGEN VOOR VEERTIG JAAR. Wie zich iets langer dan sedert gisteren voor schilderijen en hun lotgevallen heeft ge ïnteresseerd, een in zeker opzicht weinig be nijdbaar voorrecht zal, met half humoris tische, half wijsgeerige herinneringen heiast, de groote tentoonstelling van kunstwerken uit de romantische school, thans in Amsterdam's ge meentemuseum gaande, doorgewandeld zijn. Li een eerste beschouwing daaraan gewijd, werd hier reeds op gewezen.dat veel van het thans weer eens te voorschijn gehaalde en op keurige wijze gerangschikte werk, een veertig jaar geleden nog de volle belangstelling van het groote publiek had en op de veilingen van de toen toonaangevende firma's als Roos en Voskuil gezochte en goed betaalde objecten op leverde. Eenige namen van geliefde schilders noemden wij reeds en op hun werken zullen we nog wel terugkomen. Voor het oogenblik willen wij ons alleen met de veilingen uit dien tijd be zig houden, die in feite een illustratie vormden van den kunstsmaak van hen, die toen, zoo om streeks 1900, niet van modernismen als de Haagsche school en nog minder van Toorop, Prikker en dergelijke „nieuwlichters" gediend waren. De kunstveilingen hadden in die dagen als regel plaats in het gebouw „De Brakke Grond" in de Nes, waar dan afwisselend de veilingfir ma's Roos, Voskuil en ook Frederik Muller hun bedrijf uitoefenden. Laatstgenoemde bezat toen nog niet die vorstelijke inrichting in de Doelen straat waar in latere jaren, vooral in den na- oorlogstijd zulke beroemde Europeesche collec ties, onder den hamer zouden doorgaan, waar- De vonken spatten bij het lasschen van de buizen voor de nieuwe kunstijsbaan in de Apollohal te Amsterdam. (Foto Pax Holland.) door het een tijdlang scheen of Amsterdam „het" centrum van den Europeeschen kunst handel stond te worden. De firma was, onder Frederik Muller en zijn compagnon Adama van Scheltema (den vader van den dichter) meer antiquariaat dan veilingsinstituut geweest en pas onder beider opvolger Anton Mensing tot de bovengeschetste vermaarde activiteit uitge groeid. De oudste veilingfirma was C. F. Roos en Co., welker stamboom terugging tot in Napoleon's dagen, toen Sybille Roos, adviseur en make laar voor de kunstzaken van koning Lodewijk en den raadpensionaris Gogel, evenals later C. F., tot de bekendste kunstmakelaars der hoofdstad behoorde. In 1900 waren er geen Roos'en meer in de zaak; de firmanten waren de heeren Holman en Dubourcq; de eerste „sloeg af" en was daarbij beroemd door zijn gevatheid bij interrupties en vaak scherpe repliekde tweede administreerde en sprak zelden. De heer Holman, vader van den voordrager en cabaret- artist Piet Holman, woonde de laatste jaren van zijn leven in het Kenaupark en wandelde, de zeventig reeds lang gepasseerd, als een le venslustige jonkman door Haarlem's straten. Zijn zaken werden opgenomen in de thans be staande firma Mak. De veilingszaken der heeren Voskuil tenslotte als firmanaam C .L. C. Voskuil Co. voerend, stonden in die dagen onder de hoofdleiding van wie voor ons jongeren de „oude" heer Voskuil was, omdat ook de zoon B. L., thans al jaren eveneens Haarlemmer, in den kunsthandel be trokken was. De oude heer Voskuil was een rus tig, deftig man, naar de gebruiken van den tijd steeds door den hoogen hoed gedekt, in welk gebruik de heer Holman, iets minder rustig, iets minder deftig, hem ter zijde streefde. De veilingzaal in De Brakke Grond was een ietwat holle, vierkante ruimte, in het midden waarvan zich op de veilingsdagen, een weinig boven den beganen grond, een aan vier zijden af gesloten open houten loge bevond, waarin de veilinghouder, de afslager en de verdere adju danten, benevens de bevoorrechte cliënten en handelaren plaats vonden. Het publiek zat op stoeltjes voor die loge, hing zoo'n beetje tegen de zijschotten ervan aan, of zwierf gemoedelijk er omheen of langs de leeggehaalde wanden. De te veilen schilderstukken werden dan één voor één „ter tafel gebracht" en door het publiek eritiseh bekeken, soms met een geveinsde belangstelling, omdat ze al eenige dagen tevoren voor een ieder te zien waren geweest. Hetzelfde zal men ook nu nog wel op aucties kunnen waarnemen. De heer Holman sloeg, als reeds gezegd, zelf af; de heer Voskuil liet dat gemeenlijk door een bevriend makelaar verrichten. Deze heer, even keurig en welverzorgd van uiterlijk als zijn vei lingmeester, droeg een pruikje dat aanzienlijk jonger van kleur was dan zijn grijzend punt baardje, en misschien daardoor voor weinigen een geheim. Makelaar Huyer was een bekende fi guur in de veilingwereld; hij wist de orde en de benoodigde stilte gedurende de veiling zoowel voor zich, onder 't publiek, als achter zich, bij de élite in „de bak" te bewaren door nu en dan knorrig vermanend om stilte te verzoeken. Een der weinige keeren dat ik den chiquen kunsthan delaar Van Gogh in het openbaar een geestig heid) e heb hooren debiteeren, was toen Huyer knorrig had omgekeken en om staking der ge sprekken verzocht had, Van Gogh, met een pruil mondje, maar heel duidelijk verstaanbaar, ant woordde: „maar meneer Huyer, u hebt vandaag de bokkenpruik op". Op die zittingen, waar B. C. Koekkoek's nog zeer hooge prijzen opbrachten, Schelfhout's en Wal- dorp's eveneens gezocht waren en de rest naar die verhouding getaxeerd werd al was de waar deering al minder dan vroeger ging het over het algemeen prettig en gemoedelijk toe. Men hield geen pauze, maar zoo tegen lunchtijd kwa men bedienden met enorme bladen belegde broodjes en koppen koffie binnen en offreerden die zoowel den notabelen in den bak, als het pu bliek in de stalles. Men kon desgewenscht blijven doorbieden, zelfs met een fragment van een ea- detje met cervelaatworst tusschen de kaken. Dat was echt huiselijk en ik geloof dat men er pas een eind aan gemaakt heeft toen er te veel be zoekers kwamen, wier belangstelling voor de veiling zich uitsluitend tusschen half één en één uur manifesteerde en wier connecties met schil derkunst, op z'n minst-genomen, uiterst betrek - kelijik waren. Later en nu nog pauzeert men tusschen de ochtend- en middagzittingen, wat het gevaar kan opleveren, dat het publiek voor een deel „verloopt" en de animo, die een integreerend deel van een veiling is, tweemaal op één dag moet worden opgewekt en warm gehouden. Men heeft daar nog geen hooikist voor uitgevonden. In den hausse-tijd der groote aucties keerde bij Muller het oude gebruik, gemoderniseerd, terug en werd in de hall een complete koffietafel aangericht, die van de straat af nu niet zoo ge makkelijk te bereiken was als de cadetjes in de Brakke Grond. Toch zat er in de laatste gele genheid iets gemoedelijks, ja zelfs iets filantro pisch, want er waren bij die vrij geregelde lunchklanten wel een paar waarvan de ingewij den konden vermoeden dat het gebodene meer dan wel aan ze besteed was. Ook de veilingen daar verliepen uit den aard der zaak eenvoudiger, dan de grootscheepsche van later, waar Het Bui tenland voor over kwam en die op mondaine gebeurtenissen gingen gelijken. Waarbij een goed deel van de belangstelling uitging naai den afslager, die in razend snel tempo en in alle talen van het westelijk halfrond met enorme cij fers werkte zonder zich daarbij te vergissen en gomkauwend daarbij de zaal inkeek of hij de ge- heele affaire verachtte, koopers en hun kapita len erbij inbegrepen. Dat was een baas in zijn vak, die zich in de Brakke Grond niet zou heb ben thuisgevoeld. Iets van de sfeer van dat weinig aanzienlijke gebouw in de toenmaals nog door andere dingen dan de tabak beruchte Nes zal de huidige bezoeker der expositie in het Stedelijk meenen te ruikenmaar ik hoop van harte voor hem dat hij den leeftijd ervoor nog in een ver verschiet heeft liggen. J. H. DE BOIS. Werk op liet dek van de nieuwe „roilux", het opleidingsschip, dat bij Yerschure te Amsterdam zijn voltooiing nadert. (Foto Pax Holland.) 's-GRAVENHAGE, 24 September. De taris-generaal, waarnemend hoofd van h?|ï' partement van Handel, Nijverheid vaart maakt het volgende bekend. Gedurende het tijdvak van 25 Septembs:<. en met 18 October a.s. geeft de met „lot'.' nummerde bon van het algemeen distrfe bonboekje recht op het koopen van 150 toiletzeep (nieuwe samenstelling) óf 120 huishoudzeep, óf 200 gram zachte zeep, gram zeeppoeder, óf voor zoover vara 125 gram zeepvlokken, óf 250 gram zs'^ kende waschmiddelen, óf 200 gram vl&& zeep. Voor zoover de verpakking dit toelaat verbruiker desgewenscht gedeelten van boveüg de hoeveelheden in combinatie op een boa fc' Men zal dus b.v. op een bon 60 gram huisl# plus 100 gram zachte zeep kunnen verkrite Wasscherijen zullen voor de behandeling q gezinswasch gedurende bovengenoemd tijdra- met „104" genummerde bon van het alg J tributiebonboekje van hun cliëntèle in kunnen nemen voor het koopen van wa-ójj en wel een bon per acht kilogram droog goed. De wasscherij zal per bon 600 gram poeder kunnen betrekken. Schadevergoeding voor dom militairen verloren Verzoeken worden door de Nat. Ver. totSIg aan Miliciens behandeld. Bij het departement van Defensies aanzienlijk aantal verzoeken van militairs: komen, strekkende tot vergoeding van scfe- gens het in verband met de oorlogsbark te loor gaan van particuliere eigendom» Aan adressanten zal worden medegedeeld indien zij niet in staat zijn deze schade gets gedeeltelijk te dragen, zij zich kunnen tot de Nationale Vereeniging tot steun aan: ciens, onder overlegging van een bedoeld in artikel 857 van het Wetboek vi gerlijke rechtsvordering (verklaring zoo volledig mogelijke gegevens omtrent hets beroep of bedrijf en het gezin van den vi en omtrent den stand van de inkomsten s vermogen van deze en zijn gezin). DE WIJZIGING DER ZIEKTEWET, 's GRAVENHAGE, 24 September (ANP.) de toelichting op de dezer dagen verschesai ordening inzake wijziging der ziektwet staa, één der bepalingen ten doel heeft, sing van de risico's der bedrijfsraden van arbeid tegen te gaan. In plaats van bedrijfsraden leze bedrijfsvereenigingen. De diefstal van distributiebon::'. Deel van den buit teruggezonden. Het onderzoek in den diefstal van een js partij distributiebonnen uit het kantoor Laanweg te Amsterdam, met den daarbi den kettinghandel in deze bonnen is door de van het bureau Adelaarsweg. met demeeste i en kracht voortgezet. Zoo men zich zal herina was de buit verkocht aan een melkknedi! Landsmeer. Deze verkocht de bonnen i door tusschenkomst van een zekeren J., rijwielhandelaar K. Beiden zijn inmiddd&3 gearresteerd, doch de politie had de bonisr niet teruggevonden. Dinsdagmiddag is K. aan een scherp verhoor onderworpen en heeft hij bekend een deel van den buit osd£i vloer van zijn herstelplaats te hebben Daar zijn gistermidddag een aantal kaarten getroffen. Inmiddels is alles echter nog nieU eengebracht, zoodat het onderzoek wordt zet. Zij, die iteh met ingang van 1 per kwartaal abonneeren, onlvc'j de in September neg te vers# nummers gratis. de adminisp AGENDA VOOR BEVERWIJK- WOENSDAG 25 SEPTEMBER. Luxor Theater, Breestraat: „Het gaat leven" en bijprogramma, 7.30 uur. AGENDA TE BAABLEM. Heden: WOENSDAG 25 SEPTEMBER Rembrandt Theater „Zuster Angelica, en 7 uur. Palace: „Het Spookschip", 2, 5 en 7 uu: Luxor Theater: „De nacht der beslissing- 6 tot 9.30 uur doorloopend. Frans Hals Theater: „De blanke vrouw Maharadja". 2.30 en 7 uur. DONDERDAG 26 SEPTEMBtt Bioscoopvoorstellingen des middags en be;;:: des»'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 2