Bontmantels
JiufiSt
In een oeroud cultuurgebied.
BERICHT
WEILL ZOON
Zeep op bon IQ
[WOENSDAG 25 SEPTEMBER 1940
De jongens van de „Pollux" werken zelf aan de voltooiing van hun nieuwe
opleidingsschip, dat te Amsterdam in wording is. De mast van de oude „Pollux",
die de nieuwe schuit zal sieren, wordt onder handen genomen.
(Foto Pax Holland.)
Reis door de Oostmark.
HALLSTATT. September. HetA.N.P. schrijft:
Het is altijd aan te bevelen in een reis een zekere
climax te brengen en dat is den organisatoren van
onzen tocht door het mooiste deel van de Oostmark,
het Salzkammergut, wonderwel gelukt.
Eerst immers bezochten wij Linz, de groeiende
en bloeiende stad met de groote industrieën in de
buurt, gelegen te midden van een lieflijke natuur.
Daarna ging het naar Gmunden en Ischl, de ber
gen worden hooger, de natuur woester, overwel
digender, de panorama's imposanter, de dorpjes
schilderachtiger.
Maar het mooiste wat wij zagen was Hallstatt,
„de parel van het Salzflcammergut", zooals het in
een brochure van de plaatselijke V.V.V. terecht
wordt uitgedrukt.
Het oeroude plaatsje ligt daar te droomen tus-
schen water en woud, tusschen rots en meer, bij
de zoutmijnen, het „witte goud" van Hallstatt.
Hallstatt is wereldberoemd geworden, niet al
leen omdat het zoo'n schilderachtig plaatsje is,
maar vooral door de opgravingen, die getuigen van
een cultuur van vele duizenden jaren van dit stad
je aan de Hallstattersee.
We wandelen tusschen de oude schilderachtige
huizen, die reeds zoovele geslachten bergarbeiders
huisvesten. Prachtig zijn die huisjes, met hun fris-
sche kleuren en hun vensters, versierd met bloe
men en planten. De weg stijgt sterk en voert ons
naar het kerkhof, een bergkerkhof, waar zoowel
de katholieke als de protestante bewoners van het
dorp een laatste rustplaats vinden. Van dit prach
tige punt af genieten wij een' onbeschrijfelijk mooi
uitzicht over. het vreedzame dorp,het droomende,
rimpellooze meer en op het zware bergmassief van
Sarstein, Sechserkogel, Grubberg, Krippenstein en
Hirschau-Alm. We vertoeven een wijl op het kleine
kerkhof, waar de graven zonder uitzondering be
dekt zijn met kleurige bloemen.
Het valt op, dat er moeilijk een meer tevreden
en vriendelijker volk kan worden gevonden dan
in het oeroude Hallstatt. Alles getuigt er van blijde
levenslust, van zin voor schoonheid.
Ieder huisje, hoe klein ook, is welverzorgd, is
frisch geschilderd in teere pasteltinten, is gesierd
met bloemen. Bijzonder schilderachtig is het
marktplein met zijn prachtige geveltjes en als cen
traal punt de oude put.
Een bezoek aan de Pfarrkirche is de moeite
waard, er is een prachtig gothisch altaar te bewon
deren, met fraaie schilderijen. Langs een overdek
ten gang verlaten we de kerk om via het markt
plein naar het museum te gaan, dat ondergebracht
is in een der oudste gebouwen van Hallstatt, de
vroegere gevangenis, een bouwsel uit het begin
van d>e zestiende eeuw en op zichzelf een bezoek
reeds overwaard. Maar het is ons in de eerste plaats
te doen om de verzameling zelf, gewijd aan over
blijfselen uit een periode van vierduizend jaar ge
leden. Reeds in het steenen tijdperk (40002000
j. v. Chr.) leefden en werkten in de omgeving van
Hallstatt menschen, aangetrokken door het kost
bare „witte goud", het zout, dat in de mijnen in
de buurt werd aangetroffen. Vondsten uit dien tijd
van oeroude geschiedenis bewonderen wij in het
museum. Zeer veel vondsten getuigen van het bron
zen tijdperk (20001100 v. Chr.) Op 't bronzentijd-
perk volgde de z.g.n. Hallstatt-periode, een volk
van bergwerkers vestigde zich in het plaatsje, waar
wij duizenden jaren later een dag vertoefden.
Uit dien tijd zijn draagkorven, waarin het zout
werd vervoerd, aanwezig. Ook het kerkhof uit deze
periode is gevonden met honderden skeletten, waar
door nauwkeurig het uiterlijk van dit volk uit het
grijs verleden kon worden gereconstrueerd. Deze
vondsten, zoowel van de skeletten als van de ge
bruiksvoorwerpen en sieraden, maakten in één slag
Hallstatt wereldberoemd. Ook uit de latere periode,
de la-tene tijd, zijn in 1933 graven ontdekt.
Wij hebben helaas maar weinig tijid om
hét museum, dat zooveel schatten uit het grijs ver
leden binnen zijn historische muren herbergt, te
bezichtigen.
Zoo zien we, dat de geboortestreek van den
Fiihrer van het Groot Duitsche rijk een der oudste
cultuurlanden van Europa is. Duizenden jaren ge
leden woonden in dit rijk gezegende land reeds
menschen met een eigen kunst, een geheel eisen
cultuur, nauw verbonden aan het land en aan h n
werk. Deze gebondenheid in kunstvorm aan den
bodem demonstreert zich in het oude Hallstatt en in
het museum wel zeer duidelijk. Maar ook op het
gebied van die nieuwere kunstuitingen valt er in
het Salzkammergut veel te bewonderen: prach
tige staaltjes Gothiek vinden wij in vele kerkge
bouwen. De altaren in de kerken te St. Wolfgang
en Hallstatt zijn wereldberoemd. In Steyr staat het
bekende „Bummerlhaus", de kerken van Königs-
wiesen, Eferding, het Mariabeeld in Frauenstein,
het altaar in Gampern en de ruïnes in het „Muhl-
viertel" zijn even zooveele staaltje van Gothische
kunst.
De Renaissance is niet al te goed vertegenwoor
digd. Eenige kasteelen, zooals Weinberg en Hart-
heim, een paar torens en oude verdedigingswerken
te Steyr en Enns en verschillende stiften zijn in
dien stijl opgetrokken.
Barok is de echt Oostmarksche bouwstijl, een
schitterend voorbeeld is St. Florian bij Linz, waar
Anton Bruckner werkte en begraven werd. Als een
prachtig staal van rococo geldt dé stiftskerlc van
Withering bij Linz.
Zoo zien wij, dat in het Salzkammergut onein
dig veel te genieten is. Het is een land met een in
drukwekkend natuurschoon, hoogstaande kunst
uitingen, een vriendelijke en gelukkige bevolking,
&n een roemrijke geschiedenis, een land, waar wij
graag nog vele weken vertoefd zouden hebben. Het
is een land, waar het zeer moderne, b.v. op poli
tiek gebied, op gelukkige wijze gepaard is aan het
oude en onvergankelijk schoone. Naast enorme in
dustrieën, die den laats ten tijd verrézen zijn, is
aard en wezen van de bevolking van het platte
land, van de kleine stadjes en de bergdorpjes, vol
komen onaangetast gebleven. Op de prachtige we
gen die overal verbreed en verbeterd zijn, snor
ren de zware moderne vrachtauto's van stad naar
stad, maar daarnaast zien wij in de bergdorpjes de
ossenkarren kalm en rustig langs de steile berg
wegen rijden.
In dit prachtige land hebben zesduizend Neder-
landsche kinderen kracht en gezondheid opgedaan.
Zij hebben in hun vacantie begrip gekregen van
het leven en streven van het Duitsche buurvolk.
Rijk aan herinneringen en ervaringen zijn zij te
ruggekomen in Nederland.
Wij reisden met een groep van ruim 900 kinde
ren per extratreïn terug. Het was een vroolijk
troepje, dat op ieder station, waar de trein in de
Oostmark stopte, afscheid nam van pleegouders en
vriendjes. Het afscheid kostte in veel gevallen
moeite, we zagen tranen in de oogen van vele
Oostmarksche pleegmoeders.
Wij namen dankbaar afscheid van dr. Wellner,
de Gauamtslerter, die zooveel zorg voor ons had
op deze prachtige reis, waarop wij een indlruk kre
gen van land en volk van de Oostmark.
Dr. J. Sclioemaker teraardebesteld.
Chirurg van internationale faam.
Een groot en een algemeen geachte en ge
liefde Hagenaar is Dinsdagmiddag op Oud Eik
en Duinen teraardebesteld: dr. J. Schoemaker,
oud-chirurg aan het Gemeenteziekenhuis te
's-Gravenhage.
In de aula, waar op het orgel gewijde muziek
ten gehoore werd gebracht.- sprak allereerst prof.
iiv Van der Bilt, die den overledene schetste als
een chirurg van internationale faam, en als een
der beste, tevens een der sympathiekste burgers,
die Den Haag tot nu toe onder haar gemeen
tenaren heeft gekend.
Dr. J. Hankes Drielsma, sprekende namens de
vakgenooten van dr. Schoemaker en meer in
het bijzonder namens de Haagsche leden van de
maatschappij tot bevordering van de geneeskunst,
gaf uiting aan de gevoelens van rouw van velen:
van vakgenooten, vrienden, teerlingen en vooral
ook van oud-patiënten, die v.an Schoemaker's
gaven als chirurg en als dokter zooveel hebben
genoten en door zijn groote kennis gezondheid
hebben teruggevonden. Dr. Schoemaker zoo
zeide spr. had vrienden onder alle lagen dei-
bevolking. Iedereen kwam onder den invloed van
zijn magnetische persoonlijkheid. Zijn leerlin
gen, waartoe spr. ook heeft behoord, hebben
zeer veel van dr. Schoemaker geleerd. Niet alleen
technische vaardigheid, die hem eigen was, maar
ook de humane wijze, waarop hij met z'n patiën
ten omging. Zijn vakgenooten werkten met hem
samen op een wijze, die instructief was en tevens
een opwekking. Dr. Schoemaker was niet alleen
een talentvolle chirurg, maar ook een goed
redenaar. Wanneer hij opstond om het woord te
voeren, verstomde elk geroezemoes en luisterde
iedereen, want als dr. Schoemaker sprak, hoorde
men iets goeds.
Na tenslotte den dank vertolkt te hebben van
de oud-patiënten, eindigde spr. met een woord
van de Genestet: „Zij zijn niet waarlijk dood,
die in onze harten leven".
Dr. P. H. van Rojen, directeur van het Ge
meentelijke Ziekenhuis aan den Zuidwal, schet
ste de figuur van dr. 'Schoemaker als chirurg
met een internationalen naam en zijn beteekenis
voor de operatieve afdëeling van het gemeente
ziekenhuis, waaraan de overledene van 1902 tot
1937 verbonden is geweest. Namens dit zieken
huis en vooral namens de lijdende menschheid
dankte spr. dr. Schoemaker voor al het goede
en schoone, dat hij op deze wereld heeft kunnen
en mogen verrichten.
Dr. J. P. Brandes vertolkte vervolgens de ge
voelens van het Haagsche Geneeskundige Ge
zelschap, waarvan de overledene lange jaren
een trouw en actief lid is geweest.
Dr. Kuyer sprak namens de Société Interna
tionale de chirurgien en bracht daarbij in herin
nering, dat dr. Schoemaker in 1935 het congres
van deze organisatie, dat in Caïro werd gehou
den, op zoo rustige en gezaghebbende wijze heeft
geleid. Ook in internationale kringen was hij
een persoonlijkheid, naar wiens autoritaire stem
men gaarne luisterde.
Prof. dr. P. R. Miehaël, opvolger van wijlen
dr. Schoemaker als chirurg van het gemeente
ziekenhuis te 's-Gravenhage zeide, dat een der
eersten en grootsten onder de chirurgen is heen
gegaan. Spr. schetste dr. Schoemaker als een
schepper van blijvende waarden voor de genees
kunst, waaraan zijn naam onafscheidelijk is
verbonden. De Nederlandsche Maatschappij
voor Heelkunde, waaraan dr. Schoemaker zijn
hart had verpand, zal hem niet vergeten.
Ds. P. J. Loeff, emeritus predikant bad hierna
het „Onze Vader", waarmede de plechtigheid in
de aula was beëindigd.
NIEUWE COLLECTIE
O&isauuuq
O&i&amtlaitk
JletU 90s
Veuleu-
2e*statter'
VRIJ VAN DISTRIBUTIE
Bontwerker:
Gevestigd 1856
Barteljorisstraat 26-28
Adv Inget
Aan de groeve, die door vele groote bloemstuk
ken was gedekt, heeft een zoon voor de belang
stelling bedankt.
Hoe te handelen bij het vinden van
brandplaatjes.
's GRAVENHAGB, 24 September. Het A. N.
meldt: Officieel wordt medegedeeld:
Zooals reeds meermalen is bericht, werpen
Engelsche vliegers steeds weer brandplaatjes boven
Nederlandsoh gebied uit. De bedoeling van deze
minderwaardige wijze van oorlogvoering is niet al
leen de oogst en have en goed der bevolking te
vernietigen, maar ook menschen te verwonden
Het is van buitengewoon belang, dat ieder weet
hoe hij handelen moet bij het ontdekken van deze
plaatjes. Allereerst moet verhinderd worden, dat
de plaatjes brand veroorzaken. Ieder voor zich dient
dan ook op te letten, of bij het overvliegen van
Engelsche vliegers brandplaatjes uitgeworpen zijn.
Wanneer men ook maar kan vermoeden, dat
dit het geval is, moet er onmiddellijk naar wor
den gezocht. De plaatjes moeten dan verzameld
en op 'n plaats waar ze geen gevaar kunnen ver
oorzaken, worden vernietigd.
Hierbij dient men erop te letten, dat deze plaat
jes niet met de hand worden aangerakt. Ze moe
ten met een voorwerp, bijvoorbeeld met een houten
latje opgelicht en in een emmer met water gelegd
worden, aangezien bij aanraking anders verbran
ding van de huid en vergiftiging mogelijk is. In
ieder geval moet het vinden van brandplaatjes
aan de plaatselijke politie medegedeeld worden.
Deze verzameld ze en zorgt voor de vernietiging
Plaatjes, welke door de bevolking zelf verzameld
zijn, moeten, in het water ligggend, bij de politie
worden ingeleverd. Dus ook hierbij dient de grootste
voorzichtigheid en oplettendheid in acht te worden
genomen.
in Haarlem
en daarbuiten.
SCHILDERIJENVEILINGEN VOOR VEERTIG
JAAR.
Wie zich iets langer dan sedert gisteren voor
schilderijen en hun lotgevallen heeft ge
ïnteresseerd, een in zeker opzicht weinig be
nijdbaar voorrecht zal, met half humoris
tische, half wijsgeerige herinneringen heiast, de
groote tentoonstelling van kunstwerken uit de
romantische school, thans in Amsterdam's ge
meentemuseum gaande, doorgewandeld zijn.
Li een eerste beschouwing daaraan gewijd,
werd hier reeds op gewezen.dat veel van het
thans weer eens te voorschijn gehaalde en op
keurige wijze gerangschikte werk, een veertig
jaar geleden nog de volle belangstelling van
het groote publiek had en op de veilingen van
de toen toonaangevende firma's als Roos en
Voskuil gezochte en goed betaalde objecten op
leverde. Eenige namen van geliefde schilders
noemden wij reeds en op hun werken zullen we
nog wel terugkomen. Voor het oogenblik willen
wij ons alleen met de veilingen uit dien tijd be
zig houden, die in feite een illustratie vormden
van den kunstsmaak van hen, die toen, zoo om
streeks 1900, niet van modernismen als de
Haagsche school en nog minder van Toorop,
Prikker en dergelijke „nieuwlichters" gediend
waren.
De kunstveilingen hadden in die dagen als
regel plaats in het gebouw „De Brakke Grond"
in de Nes, waar dan afwisselend de veilingfir
ma's Roos, Voskuil en ook Frederik Muller hun
bedrijf uitoefenden. Laatstgenoemde bezat toen
nog niet die vorstelijke inrichting in de Doelen
straat waar in latere jaren, vooral in den na-
oorlogstijd zulke beroemde Europeesche collec
ties, onder den hamer zouden doorgaan, waar-
De vonken spatten bij het lasschen van de buizen
voor de nieuwe kunstijsbaan in de Apollohal te
Amsterdam.
(Foto Pax Holland.)
door het een tijdlang scheen of Amsterdam
„het" centrum van den Europeeschen kunst
handel stond te worden. De firma was, onder
Frederik Muller en zijn compagnon Adama van
Scheltema (den vader van den dichter) meer
antiquariaat dan veilingsinstituut geweest en
pas onder beider opvolger Anton Mensing tot
de bovengeschetste vermaarde activiteit uitge
groeid.
De oudste veilingfirma was C. F. Roos en Co.,
welker stamboom terugging tot in Napoleon's
dagen, toen Sybille Roos, adviseur en make
laar voor de kunstzaken van koning Lodewijk
en den raadpensionaris Gogel, evenals later
C. F., tot de bekendste kunstmakelaars der
hoofdstad behoorde. In 1900 waren er geen
Roos'en meer in de zaak; de firmanten waren
de heeren Holman en Dubourcq; de eerste „sloeg
af" en was daarbij beroemd door zijn gevatheid
bij interrupties en vaak scherpe repliekde
tweede administreerde en sprak zelden. De heer
Holman, vader van den voordrager en cabaret-
artist Piet Holman, woonde de laatste jaren
van zijn leven in het Kenaupark en wandelde,
de zeventig reeds lang gepasseerd, als een le
venslustige jonkman door Haarlem's straten.
Zijn zaken werden opgenomen in de thans be
staande firma Mak.
De veilingszaken der heeren Voskuil tenslotte
als firmanaam C .L. C. Voskuil Co. voerend,
stonden in die dagen onder de hoofdleiding van
wie voor ons jongeren de „oude" heer Voskuil
was, omdat ook de zoon B. L., thans al jaren
eveneens Haarlemmer, in den kunsthandel be
trokken was. De oude heer Voskuil was een rus
tig, deftig man, naar de gebruiken van den tijd
steeds door den hoogen hoed gedekt, in welk
gebruik de heer Holman, iets minder rustig, iets
minder deftig, hem ter zijde streefde.
De veilingzaal in De Brakke Grond was een
ietwat holle, vierkante ruimte, in het midden
waarvan zich op de veilingsdagen, een weinig
boven den beganen grond, een aan vier zijden af
gesloten open houten loge bevond, waarin de
veilinghouder, de afslager en de verdere adju
danten, benevens de bevoorrechte cliënten en
handelaren plaats vonden. Het publiek zat op
stoeltjes voor die loge, hing zoo'n beetje tegen de
zijschotten ervan aan, of zwierf gemoedelijk er
omheen of langs de leeggehaalde wanden. De te
veilen schilderstukken werden dan één voor één
„ter tafel gebracht" en door het publiek eritiseh
bekeken, soms met een geveinsde belangstelling,
omdat ze al eenige dagen tevoren voor een ieder
te zien waren geweest. Hetzelfde zal men ook nu
nog wel op aucties kunnen waarnemen.
De heer Holman sloeg, als reeds gezegd, zelf
af; de heer Voskuil liet dat gemeenlijk door een
bevriend makelaar verrichten. Deze heer, even
keurig en welverzorgd van uiterlijk als zijn vei
lingmeester, droeg een pruikje dat aanzienlijk
jonger van kleur was dan zijn grijzend punt
baardje, en misschien daardoor voor weinigen een
geheim. Makelaar Huyer was een bekende fi
guur in de veilingwereld; hij wist de orde en de
benoodigde stilte gedurende de veiling zoowel
voor zich, onder 't publiek, als achter zich, bij de
élite in „de bak" te bewaren door nu en dan
knorrig vermanend om stilte te verzoeken. Een
der weinige keeren dat ik den chiquen kunsthan
delaar Van Gogh in het openbaar een geestig
heid) e heb hooren debiteeren, was toen Huyer
knorrig had omgekeken en om staking der ge
sprekken verzocht had, Van Gogh, met een pruil
mondje, maar heel duidelijk verstaanbaar, ant
woordde: „maar meneer Huyer, u hebt vandaag
de bokkenpruik op".
Op die zittingen, waar B. C. Koekkoek's nog zeer
hooge prijzen opbrachten, Schelfhout's en Wal-
dorp's eveneens gezocht waren en de rest naar
die verhouding getaxeerd werd al was de waar
deering al minder dan vroeger ging het over
het algemeen prettig en gemoedelijk toe. Men
hield geen pauze, maar zoo tegen lunchtijd kwa
men bedienden met enorme bladen belegde
broodjes en koppen koffie binnen en offreerden
die zoowel den notabelen in den bak, als het pu
bliek in de stalles. Men kon desgewenscht blijven
doorbieden, zelfs met een fragment van een ea-
detje met cervelaatworst tusschen de kaken. Dat
was echt huiselijk en ik geloof dat men er pas
een eind aan gemaakt heeft toen er te veel be
zoekers kwamen, wier belangstelling voor de
veiling zich uitsluitend tusschen half één en één
uur manifesteerde en wier connecties met schil
derkunst, op z'n minst-genomen, uiterst betrek -
kelijik waren.
Later en nu nog pauzeert men tusschen de
ochtend- en middagzittingen, wat het gevaar
kan opleveren, dat het publiek voor een deel
„verloopt" en de animo, die een integreerend deel
van een veiling is, tweemaal op één dag moet
worden opgewekt en warm gehouden. Men heeft
daar nog geen hooikist voor uitgevonden.
In den hausse-tijd der groote aucties keerde
bij Muller het oude gebruik, gemoderniseerd,
terug en werd in de hall een complete koffietafel
aangericht, die van de straat af nu niet zoo ge
makkelijk te bereiken was als de cadetjes in de
Brakke Grond. Toch zat er in de laatste gele
genheid iets gemoedelijks, ja zelfs iets filantro
pisch, want er waren bij die vrij geregelde
lunchklanten wel een paar waarvan de ingewij
den konden vermoeden dat het gebodene meer
dan wel aan ze besteed was. Ook de veilingen
daar verliepen uit den aard der zaak eenvoudiger,
dan de grootscheepsche van later, waar Het Bui
tenland voor over kwam en die op mondaine
gebeurtenissen gingen gelijken. Waarbij een
goed deel van de belangstelling uitging naai
den afslager, die in razend snel tempo en in alle
talen van het westelijk halfrond met enorme cij
fers werkte zonder zich daarbij te vergissen en
gomkauwend daarbij de zaal inkeek of hij de ge-
heele affaire verachtte, koopers en hun kapita
len erbij inbegrepen. Dat was een baas in zijn
vak, die zich in de Brakke Grond niet zou heb
ben thuisgevoeld. Iets van de sfeer van dat weinig
aanzienlijke gebouw in de toenmaals nog door
andere dingen dan de tabak beruchte Nes zal de
huidige bezoeker der expositie in het Stedelijk
meenen te ruikenmaar ik hoop
van harte voor hem dat hij den leeftijd ervoor
nog in een ver verschiet heeft liggen.
J. H. DE BOIS.
Werk op liet dek van de nieuwe „roilux", het
opleidingsschip, dat bij Yerschure te Amsterdam
zijn voltooiing nadert.
(Foto Pax Holland.)
's-GRAVENHAGE, 24 September. De
taris-generaal, waarnemend hoofd van h?|ï'
partement van Handel, Nijverheid
vaart maakt het volgende bekend.
Gedurende het tijdvak van 25 Septembs:<.
en met 18 October a.s. geeft de met „lot'.'
nummerde bon van het algemeen distrfe
bonboekje recht op het koopen van 150
toiletzeep (nieuwe samenstelling) óf 120
huishoudzeep, óf 200 gram zachte zeep,
gram zeeppoeder, óf voor zoover vara
125 gram zeepvlokken, óf 250 gram zs'^
kende waschmiddelen, óf 200 gram vl&&
zeep.
Voor zoover de verpakking dit toelaat
verbruiker desgewenscht gedeelten van boveüg
de hoeveelheden in combinatie op een boa fc'
Men zal dus b.v. op een bon 60 gram huisl#
plus 100 gram zachte zeep kunnen verkrite
Wasscherijen zullen voor de behandeling q
gezinswasch gedurende bovengenoemd tijdra-
met „104" genummerde bon van het alg J
tributiebonboekje van hun cliëntèle in
kunnen nemen voor het koopen van wa-ójj
en wel een bon per acht kilogram droog
goed. De wasscherij zal per bon 600 gram
poeder kunnen betrekken.
Schadevergoeding voor dom
militairen verloren
Verzoeken worden door de Nat. Ver. totSIg
aan Miliciens behandeld.
Bij het departement van Defensies
aanzienlijk aantal verzoeken van militairs:
komen, strekkende tot vergoeding van scfe-
gens het in verband met de oorlogsbark
te loor gaan van particuliere eigendom»
Aan adressanten zal worden medegedeeld
indien zij niet in staat zijn deze schade gets
gedeeltelijk te dragen, zij zich kunnen
tot de Nationale Vereeniging tot steun aan:
ciens, onder overlegging van een
bedoeld in artikel 857 van het Wetboek vi
gerlijke rechtsvordering (verklaring
zoo volledig mogelijke gegevens omtrent hets
beroep of bedrijf en het gezin van den vi
en omtrent den stand van de inkomsten s
vermogen van deze en zijn gezin).
DE WIJZIGING DER ZIEKTEWET,
's GRAVENHAGE, 24 September (ANP.)
de toelichting op de dezer dagen verschesai
ordening inzake wijziging der ziektwet staa,
één der bepalingen ten doel heeft,
sing van de risico's der bedrijfsraden
van arbeid tegen te gaan.
In plaats van bedrijfsraden leze
bedrijfsvereenigingen.
De diefstal van distributiebon::'.
Deel van den buit teruggezonden.
Het onderzoek in den diefstal van een js
partij distributiebonnen uit het kantoor
Laanweg te Amsterdam, met den daarbi
den kettinghandel in deze bonnen is door de
van het bureau Adelaarsweg. met demeeste i
en kracht voortgezet. Zoo men zich zal herina
was de buit verkocht aan een melkknedi!
Landsmeer. Deze verkocht de bonnen i
door tusschenkomst van een zekeren J.,
rijwielhandelaar K. Beiden zijn inmiddd&3
gearresteerd, doch de politie had de bonisr
niet teruggevonden. Dinsdagmiddag is K.
aan een scherp verhoor onderworpen en
heeft hij bekend een deel van den buit osd£i
vloer van zijn herstelplaats te hebben
Daar zijn gistermidddag een aantal kaarten
getroffen. Inmiddels is alles echter nog nieU
eengebracht, zoodat het onderzoek wordt
zet.
Zij, die iteh met ingang van 1
per kwartaal abonneeren, onlvc'j
de in September neg te vers#
nummers gratis.
de adminisp
AGENDA VOOR BEVERWIJK-
WOENSDAG 25 SEPTEMBER.
Luxor Theater, Breestraat: „Het gaat
leven" en bijprogramma, 7.30 uur.
AGENDA TE BAABLEM.
Heden:
WOENSDAG 25 SEPTEMBER
Rembrandt Theater „Zuster Angelica,
en 7 uur.
Palace: „Het Spookschip", 2, 5 en 7 uu:
Luxor Theater: „De nacht der beslissing-
6 tot 9.30 uur doorloopend.
Frans Hals Theater: „De blanke vrouw
Maharadja". 2.30 en 7 uur.
DONDERDAG 26 SEPTEMBtt
Bioscoopvoorstellingen des middags en
be;;::
des»'