Bontmantel
Maatregelen voor wielrijders
Aardappelvoorziening wordt geregeld
De beschieting van de „Lazl
Kapitein de Graaf verk
Scholier ontvreemdde
schijnwerper
Een nieuwe winterjas
oude.
voor een
WEILL ZOON
DONDERDAG 26 SEPTEMBER 19445
Op naleving der bepalingen wordt
streng gelet
Steeds op de uiterste rechterzijde
van den weg
's-GHAVENHAGE, 25 Sept. (A.N.P.) De com-
missaris-generaal voor openbare veiligheid voor het
bezette Nederlandsche gebied maakt in opdracht
van den Rijkscommissaris bekend:
Zooals in de couranten reeds is medegedeeld, kan
een nieuwe ordening voor het wegverkeer in Ne
derland tegemoet worden gezien. Talrijke ongeval
len, welke zich in den laatsten tijd hebben voorge
daan en die zeker voor het meerendeel door wiel
rijders veroorzaakt werden, maken het noodig, voor
het rijwielverkeer nu reeds eenige dringende maat
regelen te nemen in afwachting van de definitieve
wettelijke regeling, maatregelen welker strenge na
koming gewaarborgd is doordat de politieorganen
verscherpte bepalingen in acht zullen nemen.
1. De wielrijder heeft zich, zooals ieder, die deel
neemt aan het openbaar verkeer op den weg, zóó
te gedragen, dat het verkeer niet in gevaar kan
worden gebracht; hij moet verder ervoor zorg dra
gen, dat een ander niet benadeeld of meer dan de
omstandigheden onvermijdelijk maken gehinderd
wordt.
2. Wielrijders moeten steeds de uiterste rech
terzijde van den weg berijden. De politie heeft
in 't bijzonder te letten op de meest strikte na
koming van deze bepaling.
3. Wielrijders mogen in beginsel, zooals dit in ge
meentelijke politieverordeningen van de meeste
grootere steden in Nederland reeds is voorgeschre
ven, slechts met tweeën naast elkaar rijden. Bij in
halen echter mag slechts afzonderlijk gereden wor
den. Bestendig rijden naast een voertuig, in 't bij
zonder naast een tram, zoomede het zich vasthou
den aan voertuigen is verboden.
4. Wielrijders, die van richting veranderen of
die in dezelfde richting verder willen gaan, moe
ten dit aan andere deelnemers aan het verkeer
tijdig en duidelijk kenbaar maken. Dit ontslaat
niet van de geboden zorgvuldigheid. Wanneer
wielrijders van rijwielpaden of langs den weg
loopende strooken de richting van den rijweg
inslaan, dienen zij in 't bijzonder op het overige
verkeer te Ietten.
5. Wielrijders moeten van rijwielpaden wanneer
deze in goed berijdbaren toestand verkeeren, ook
gebruik maken.
Wielrijders, die deze algemeene richtlijnen,
welke aan het reeds geldende Nederlandsche
recht ontleend zijn, niet volgen, worden aan
een strenge bestraffing onderworpen.
Bij wielrijders, van wie de leider der groep
tegen de verkeerstucht en discipline zondigt,
kan op bevel der politiebeambten in daartoe
aangewezen gevallen op den weg de lucht uit
de banden genomen worden.
Verwacht wordt, dat de wielrijders, door de be
palingen van het wegverkeer goed in acht nemen,
rekening houden met het feit, dat dat verkeer door
fden oorlogstooestand reeds bijzonder gespannen is.
Bijzonder oplettend diene men te zijn tegenover de
voertuigen en voertuigcolonnes der Duitsche weer
macht. Speciaal zij er de aandacht op gevestigd, dat
aan colonnes voertuigen der weermacht natuurlijk
in ieder geval voorrang moet worden verleend.
Door Duifsch krijgsgerecht
tot twee jaar
gevangenisstraf
veroordeeld
ARNHEM 25 September (A. N. P.) -- Voor het
Duitsche Krijgsgerecht heeft terecht gestaan de 19-
jarige scholier C. K. uit Nijmegen, wegens diefstal
van een schijnwerper ten nadeele van de Duitsche
weermacht
In Augustus kampeerde K. op de Hooge Veluwe.
Tijdens een voettocht, dien hij door een heideveld
maakte, vond hij een schijnwerper met toebehooren.
Volgens zijn verklaring, dacht hij, dat het apparaat
tijdens den oorlog door de Nederlandsche troepen
achtergelaten was. Hij verborg den schijnwerper
in een dennebosch, met de bedoeling, deze na den
oorlog te gebruiken voor het beschijnen van wild.
Uit het getuigenverhoor bleek, dat verd. met den
parkwachter W. over zijn vondst gesproken had.
De parkwachter had hem gewezen op de mogelijk
heid, dat de schijnwerper weliswaar van Nederland-
schen oorsprong, doch bij de Duitsche weermacht in
gebruik kon zijn. Verd. had zich hieraan evenwel
niet gestoord.
De president van het gerecht wees den verdachte
er op, dat hij zich behalve aan diefstal ook aan
overtreding van een verordening van den Rijks
commissaris had schuldig gemaakt, aangezien hij
gevonden militaire voorwerpen te allen tijde bij de
autoriteiten had in moeten leveren.
De openbare aanklager eischte Wegens beide
delicten een gevangenisstraf van tezamen drie jaar.
Het krijgsgerecht veroordeelde den jongenman tot
twee jaar gevangenisstraf met aftrek van vier weken
voor-arrest.
ARCHITECTEN IN ééN ORGANISATIE.
Het bestuur van den gereorganiseerden Bond
van Nederlandsche Architecten is thans door de
besturen van de bestaande organisaties samenge.
steld. Daarmede is de opheffing van het Neder
landsche Instituut van Architecten en den Neder
landsehen Bond van Bouwmeestersgilden een feit
geworden. De leden van deze vereenigingen zijn
thans tezamen met de oude leden van den B.N.A.
in den Bond van Nederlandsche Architecten ver-
eenigd.
Als voorzitter zal fungeeren prof. ir. H. T.
Zwiers, zijn medeleden in het dagelijksch bestuur
zijn de heeren I. de Bloem, voorgedragen dooi
den Ned. Bond van Bouwmeestersgilden, ir. A. J.
van der Steur, voorgedragen door den B.N.A. en
C. J. Wierda, voorgedragen door het N.I.V.A.
De heer Bloem zal optreden als vice-voorzitter,
ir. van der Steur als secretaris, terwijl de heer
Wierda het penningmeesterschap op zich heeft
genomen.
Het bestuur heeft de machtiging om de overige
functionarissen aan te wijzen. De plaatsvervangende
leden van het dagelijksch bestuur zullen niet al
leen gekozen worden uit leden van de drie boven
genoemde organisaties, mar ook uit die van de
afdeeling bouwkundige ingenieurs van de Ver-
eeniging van Delftsche Ingenieurs en de Orde van
Nederlandsche Raadgevende Ingenieurs.
Speciale comité's worden gevormd.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart, maakt het volgende bekend:
Iedere houder of houdster van een textielkaart
kan tegen inlevering van een heerencostuum, een
wollen deken, een wintermantel of een winter
jas (dames, heeren of kinder) bij een daarvoor
ter plaatse aan te wijzen kleeding-comité onder
overgave van bon A der textielkaart een bewijs
in ontvangst nemen, waarop de winkelier gerech
tigd is een winterjas, wintermantel of de stof
daarvoor bestemd, af te leveren, terwijl de win
kelier bij deze levering, behalve het inleverings-
bewijs, tevens de bon AA van de textielkaart in
ontvangst moet nemen. De inlevering van de ge
noemde textielgoederen dient te geschieden vóór
13 October a.s.
Het in te leveren kleedingstuk moet in goeden
staat verkeeren ter beoordeeling van het kleeding-
comité, hetwelk de eisch kan stellen, dat het
kleedingstuk chemisch gereingid is. Meerdere be
drijven zijn bereid gevonden deze bewerking tot
dit doel tegen speciale tarieven uit te voeren.
Bovenbedoeld comité zal onverwijld worden be
noemd door den leider van den plaatselijken distri-
buitedienst eventueel in overleg met het gemeente
bestuur. Van dit comité zullen één of meer textiel
handelaren lid moeien zijn om deskundig advies
te geven.
In de grootere plaatsen kan de leider van den
plaatselijken distributiedienst in overleg met den
burgemester een vereeniging, stichting of comité
aanwijzen, welke voor dit werk het mest geschikt
is.
Wanneer de goederen bij het kleedingcomité
ter plaatse ingeleverd zijn, zal dit comité de be
schikbare kleeding gratis uitreiken na 13 Octo
ber a.s. aan dat deel der bevolking, dat hieraan
de meeste behoefte heeft. Degene, die een ge
bruikt kleedingstuk ontvangt, moet daarvoor de
bonnen A en AA van de textielkaart inleveren
bij dit comité, terwijl de geheele regeling onder
controle staat van den leider van den plaatselijken
distributiedienst, die van het centraal distributie
kantoor hierover nog nadere instructies heeft ons-
vangen. (A.N.P.
Met te groote snelheid gereden.^
Nadere bijzonderheden omtrent het
auto-ongeluk te Oudesluis.
Omtrent het auto-ongeluk dat gisternacht
ongeveer twaalf uur te Oudesluis is gebeurd, bij
welk ongeluk de drie inzittenden verdronken, ver
nemen wij van het A.N.P. nog het volgende:
De auto kwam uit Schagen, waar de eigenaar,
de ongeveer 28-jarige V. uit Alkmaar, met zijn
vriend, de 30-jarige W., eveneens uit Alkmaar,
kermis had gevierd.
Op dit feest hadden zij kennis met de 24-
jarige mej. B. uit Wieringerwaard en het tweetal
besloot het meisje naar huis te brengen. Er werd
met een zeer groote snelheid gereden en ook
toen men met de verduisterde auto op den voor
den bestuurder onbekenden weg kwam werd deze
snelheid niet verminderd. Het gevolg was, dat
de scherpe bocht in den weg niet werd opgemerkt
zoodat de auto rechtuit in een diepe en breede
sloot reed en onder het water verdween. Op dit
zeer stille weggedeelte zag niemand het ongeluk.
Een half uur later kwamen eenige fietsers voorbij
die een der wielen van de auto boven het water
zagen uitsteken. Hulp kwam echter te laat; de
drie inzittenden waren verdronken.
Gevolmachtigde voor de stad
Amsterdam.
De Rijkscommissaris heeft Senator dr. Böhmker,
burgemeester van Lübeck, tot zijn gevolmachtigde
voor de stad Amsterdam benoemd, meldt de „Deut
sche Zeitung'.
De Oberbürgemeister van Lübeck heeft dr.
Böhmker hiervoor verlof van zijn functies van Lü
beck gegeven.
Dr. Böhmker is zijn werkzaamheden te Amster
dam reeds begonnen. Hij behoort tot de frontsolda
ten uit den wereldoorlog en van den jongsten strijd
in Polen. Hij stond ook in het Westen, waar hij
werd gewond.
Leververbod opgelegd aan telers
in de omgeving van Rotterdam en Amsterdam
Het rijksbureau voor de voedselvoorziening in
oorlogstijd deelt het volgende mede:
Het is gebleken, dat ondanks de herhaalde gerust
stellende mededeelingen door de overheid inzake de
aardappelvoorziening gedaan, er toch weer steeds
opnieuw ongerustheid bij de bevolking ontstaat.
Er wordt daarom nogmaals met nadruk verklaard,
dat de overheid volstrekt geen plannen heeft om
tot distributie van aardappelen over te gaan.
Inmiddels heeft deze ongerustheid belangrijke
nadeelen ten gevolge. Door de groote vraag van het
publiek wordt de handel ernstig ontwricht en kan af
en toe in sommige plaatsen niet dagelijks voldoende
aan de vraag worden voldaan. Dit heeft dan weer
toenemende ongerustheid bij de bevolking ten ge
volge. Verder worden op het oogenblik door parti
culieren op onoordeelkundige wijze en op vol
strekt ongeschikte plaatsen aardappelen opgeslagen.
Het gevaar is zeer groot, dat een groot deel van deze
voorraden zal bederven. Hierdoor worden niet alleen
de eigenaren van deze aardappelen benadeeld, maar
bovendien zou op den langen duur de aardappel
positie ten gevolge hiervan veel ongustïger kunnen
worden.
Het publiek wordt daarom nogmaals met na
druk verzocht, niet meer aardappelen op te doen
dan voor geregeld gebruik noodig is.
Inmiddels worden door de overheid maatregelen
voorbereid om een bij voortduring goede aardappel
voorziening te waarborgen. Het afleveren van aard
appelen door de telers en het verhandelen van aard
appelen wordt onder toezicht gesteld van de Neder
landsche Akkerbouw-Centrale en de provinciale
voedselcommissarissen. Dit toezicht dient om onder
alle omstandigheden, ook bij eventueele groote
vervoersmoeilijkheden, de consumptie in het geheele
land voortdurend tegen redelijke prijzen van de
noodige aardappelen te kunnen voorzien. Daarom
ook worden de voorraden in de buurt van de groote
steden vastgelegd.
In afwachting van deze regeling, welke zeer
binnenkort in werking zal treden, is inmiddels
door de Nederlandsche Akkerbouw-Centrale
bepaald, dat sinds Woensdag o.a. het afleveren
door de telers van alle soorten aardappelen uit den
Haarlemmermeerpolder, de IJpolders, de W«-
kermeer-, Spaarndammer. en Houtrakpolders,
van het eiland IJsselmonde en het vasteland van
Zuid-Holland is verboden.
Deze maatregel is uitsluitend genomen om een
einde te maken aan de wilde jacht naar aardappelen,
welke de inwoners van Amsterdam en Rotterdam
sinds enkele dagen in de omgeving van die steden
hielden. Inmiddels zal voortdurend gezorgd worden
voor ruimen aanvoer van aardappelen van elders
naar de groote steden. De overheid vertrouwt, dat
het publiek zoo verstandig zal zijn, de aankoopen
tot normalen omvang te beperken. Mocht dit niet
het geval blijken te zijn, dar* zal de aflevering aan
particulieren noodgedwongen worden beperkt, ter
wijl desnoods de voorraden van particulieren in
beslag zullen worden genomen. (A. N. P.)
NIEUWE COLLECTIE
iBisamfCank
Jletil qtis
V'eah'ft-
ÜeisianeC
VRIJ VAN DISTRIBUTIE
Bontwerkers
Barteljorisstraat 26-2f
Gevestigd 1856
tAdv inm
(Men zie eerst pag. 1).
Het A.N.P. meldt d.d. 2b September uit 's Gra-
venhage omtrent de beschieting van de LAZ 11
nog:
„Hier volgt een verhaal van een Nederlandschen
zeeman, een man uit een stuk, een rondborstigen
kerel, zooals ons vaderland er reeds zoovelen
heeft voortgebracht. Zijn naam is Meindert Cor-
nelis de Graaf, zijn leeftijd 50 jaren en hij wooni
te Rotterdam. Kapitein de Graaf vaart sinds
eenigen tijd op een Nederlandsch Roode Kruis-
schip. Men kent deze schepen. Zij kruisen dag en
nacht langs de kusten en op de open zee op zoek
naar in noodverkeerende menschen, naar veron
gelukte zeelieden en vliegers, onverschillig van
welke nationaliteit.
Hun bemanningen verrichten een menschlievena
werk, waaraan groote gevaren zijn verbonden.
Maar zij trotseeren deze gevaren, wetende dat
haar aanwezigheid noodig is, dat dan hier dan daar
armzalige schipbreukelingen hulpeloos ronddob
beren of verongelukte vliegers den horizon af
turen nar een reddingbrengend schip. Kapitein
de Graaf voer Zaterdag "voor de tweede maal met
zoo'n reddingbrengend schip het zeegat uit. Dit
vaartuig is gedoopt „LAZ 11" en is de vroegere
zeesleeper van Smit en Co. „Indus". De beman
ning bestond uit 18 personen. Zij was vol goeden
moed en verheugde zich bij voorbaat op het goede
werk, dat zij straks wellicht zou kunnen doen
Het heeft niet zoo mogen zijn. Een Engelsch oor
logsschip plegde op het kleine vaartuig met zijn
dappere bemanning een laffen overval.
Hier volgt dan het relaas van gezagvoerder de
Graaf zooals hij dat een verslaggever van het A. N.
P. vertelde* Het is een triest verhaal, van een in
cident, dat een schril beeld geeft van de oorlogs
methode, die zekere individuen in dezen oorlog
toepassen.
In den nacht van 22 op 23 September zoo be.
gon kapitein de Gi-aaf bevond ik mij met dt
„LAZ 11" op 51 graden 55 minuten Noorder
breedte en 3 graden 31 minuten Oosterlengte, d.i.
ongeveer 15 zeemijlen bewesten Goeree.
De nacht was helder en het schip lag in het
licht van de maan. De windkracht was 6 en onze
koers Oost-Noord-Oost.
Om drie uur 's nachts zagen zagen wij oranje-
roode lichtkogels in de lucht. Zij werdenin de
richting van ons schip afgevuurd.
ROODE-KRUISVERLICHTING
HELPT NIET.
Hierop deed ik direct de Roode-Kruislichten ont
steken. Ook gaf ik signalen op de stoomfluit
Natuurlijk dachten wij, dat men aan boord van
het andere schip wel zou weten, dat wij volkomen
onschuldig waren en dat ons vaartuig een Roode-
Kruisschip was.
Tot onzen grooten schrik echter loste de oor
logsbodem eenige seconden later een salvo. De
projectielen kwamen vóór ons schip in het water
terecht. Direct daarop volgde een tweede salvo en
De enorme grijpers doen hun werk op de terreinen van de suiker
fabriek te Halfweg, waar de campagne begint. Huizenhoog groeien
er de bietenstapels.
.(Foto Pax Holland.),
Viruly, de bekende aviateur-schrijver, maakte Woensdag op de
locomotief een tocht van Amsterdam naar Enschedé. Onder leiding
van den „meester" smeert Viruly vóór het vertrek van het Centraal
Station het ijzeren paard. .(Foto Pax Holland.)
volk
polit
Niet
gevi
om
ons V00)
ovei
maar gem
ges* moe
dezen keer vielen de granaten achter
in het water. Het derde salvo, dat
na het tweede werd afgevuurd, sloeg r.
en beschadigde niet alleen het dek,
oorzaakte een ketelexplosie, terwijl tot overs
van ramp het roer buiten werking werd g®
Ook de scheepsverlichting viel uit. Onder fe
omstandigheden besloot ik, dat wij het schip-
middellijk zouden verlaten. Ik gaf opdracht'
stuurboord-sloep te strijken. Bij het vieren ra
sloep, dat in volslagen duisterns moest get^
is door onbekende oorzaak de voorste takel®
pikt, waardoor de geheele bemanning L i
meerendeel der equipage was in de sloep geaT
in het water viel. De sloep sloeg vol wafei
het zag er voor ons allen niet best uit.
Aan boord bevond zich echter nog dé
machinist Groeneveld. Deze dappere behield":
tegenwoordigheid van geest en wierp ons eenv«
lijn toe, waardoor wij de sloep, waaraan wijs
hadden vastgegrepen, langszij van het schip kri
brengen. Op deze wijze slaagden wij erin, ween
boord van het schip te komen.
Ik hield onmiddellijk appel en nam den toets
van het schip op.
De beschieting van het schip zoo ging de ka:
tein verder had ongeveer 10 minuten
De aanvallende oorlogsbodem was door nieéé
van ons verkend. Alleen het mondingsvuur has
we kunnen waarnemen. Een granaat was aan
boordzijde in het dek ingeslagen en had
schade in de kombuis en in de proviandkamer ai
gericht. Andere treffers hadden een ketel vernieg
waardoor zich heete stoom over het geheele
verspreidde, terwijl verder door den g
stoomdruk kolen en gruis aan dek waren gesli>„_
Een ander projectiel had het stuurgerei voltas
onbruikbaar gemaakt. Tengevolge van de ravapi
het ketèlruim had de tremmer C. Hermsen tra
brandwonden gekregen, waaraan hij, zooals 'os
is, eenige uren later is bezweken. Ook de tra
machinist W. A. Cassee, die zich tijdens den rei
in de machinekamer bevond, was met brandwan!»
overdekt, evenals ten slotte de tweede stuurmal
van Duyn, die in het logies, dat naast het keid
is gelegen, uitrustte.
Bij het omslaan van de reddingboot ware a
opvarenden in de diepte verdwenen. Het was
althans niet gelukt de vanglijn te grijpen of
aan de sloep vast te houden. Het waren de tweede
machinist J. Maarseveen, de matrozen D, Rood,!'.
L. Grutters wijk en W. van Leeuwen en de ska
J. W. Koster en A. Sweers.
Pogingen om hen te redden werden zeer bert-
lijkt doordat het schip volkomen onmanoeuvr»
baar was. Zij hadden dan ook helaas geen resultaat
8.0.1
Direct heb ik verbinding met radio-Scheverjig
gezocht en spoedig gekregen. Ik vroeg onmiddeLj
hulp.
Omstreeks 10 uur Maandagochtend verscheen lo
ven het schip een landvliegtuig. Het was is,
Duitsch toestel, dit vliegtuig cirkelde op een hoep
van circa 200 meter driemaal rond het schip,
vlieger seinde met een morselamp de letter P, we-
op ik het internationale noodsein N. C. heesch
bovendien een tweede roodekruisvlag. Ook sa
ik eenige malen met een Nedinscolamp „S. 0.
en tenslotte het woord „Position", om te kermen
geven, dat ik mijn positie wenschte te bep&
Hierop seinde de vlieger „can't help you", was
hij in Westelijke richting verdween.
Later het was inmiddels 11 uur
naderden eenige Duitsche watervliegtuigen,
voortdurende in onze nabijheid zijn gebleven,
ik later hoorde zoo vertelde kapitein de Graaf
had een dezer vliegtuigen een dokter aan to
rnaar vanwege den hoogen golfslag durfde de pitó
niet op het water neer te strijken.
's Middags om 3 uur kwam het L A Z-schip
langszij, dat een half uur later een sleepverblcchj
tot stand bracht en ons in de richting van Hoe's s
Holland versleepte. Twee uren later naderde
Duitsch marinevliegtuig, dat een dokter en
verpleger afgaf, die zich onmiddellijk met de
zorging van de gewonden bezig hielden. Het sec?
nam het sleepen van de L A Z 46 over en bracht
om 8 uur 's avonds te Hoek van Holland bffi®
Een half uur eerder had de dokter het over$S
van den tremmer Hermsen gemeld.
n. h'si
rdetrs-
EEN MOEDIG
Kapitein De Graaf was vol lof over het mcW
gedrag en het beleidvol optreden van den
machinist D. Groeneveld.
Onder levensgevaarlijke omstandigheden en
wijl de anderen zich reeds in de reddingboot
gaven, daalde hij af in het ketelruim, waar Hen?
sen zich bevond en welk ruim vol heete
stond. Hij drong door tot de plaats, waar
met met zware brandwonden overdekt
bracht hem aan dek. Helaas mocht deze dap.
daad niet meer helpen. Voorts was het Groene^
die de verbinding met de omgeslagen 'n
tot stand bracht, waardoor vele opvi
anders zeker zouden zijn omgekomen, konaen
den gered. Tenslotte was het weer Groenevda
alle zorgen besteedde aan de eerste hulP^**
wonden. Op bijzonder lofwaardige wijze
deze slachtoffers bijgestaan. u
Kapitein De Graaf was door het zeer betre
waardig incident, dat zeer zeker een laffe ov
genoemd moet worden, allerminst verslag®-,
houdt van de zee, waarop, hij reeds 35" jaar -
rondgezwalkt en van het menschlievende wer
in deze oorlogsdagen op zee verricht kan w
Hij verzekerde dan ook oprecht, dat hij,
zijn bemanning, ook de drie gewonden,die n
gemeenteziekenhuis te 's Gravenhage zijn
men en die het gelukkig goed maken, zoo -
mogelijk met de gerepareerde „LAZ 11 oil
ander Roode-Kruis vaartuig opnieuw Mi
uitvaren."