Het bombardement op Amsterdam JCunsfr Bij luchtgevaar van de straat. KORT EN BONDIG. In Herinnering. J.NSDAG 9 OCTOBER 1940 Veel verwoestingen aangericht. M9TERDAM 8 October. Het A. N. P. schrijft: ren vanmorgen in het gedeelte van de stad toj _gCht door de Engelsche sluipmoordenaars geteisterd. Op twee plaatsen, namelijk in v'i?'3r,--"traat en in de Vechtstraat zijn zware bom- ie beslagen. Het ergste waren er de perceelen jn® ^Ljjtstraat aan toe. Het is een buurt, waar in n-en omtrek geen enkel militair doel te vin- -%n dat is dan ook de reden van de groote R|1S' heid van de menschen, die daar wonen, ver^ag_ leven en daar hun gezinnen rustig dachten d:e <f_est te hebben. Het zijn middenstandswonin- É^UI5Iarvan er nu alleen in de Vechtstraat onge- Laalf vrijwel geheel verwoest zijn, vier per- de nummers 133 en 135, hebben een vol- c>gekregen en zijn veranderd in een trieste ^"hrikwekkende puinhoop, waaronder menschen Steven hebben gelaten. De aangrenzende per- i 131 en 137 hebben het eveneens zwaar te twoordeh gehad en zijn deels verwoest, zoodat ^vdeze woningen onbewoonbaar zijn geworden. wX iemand, die daar vlak in de burut woont d n verschrikkelijken nacht, die thans achter ons fkt heeft meegemaakt. „Wij begrijpen niet", zoo llCn'l Jii ttAAv nA^airt 1 f. Ha^IaA l'l, AAV1 zeide h'Ji bard ,waar dit voor noodig is. Oorlog is een bedrijf, dat weet iedereen, maar een oorlog vreedzame burgers die, niets kwaads ver- dend na harde dagtaak hun slaapkamers fhben opgezocht, lijkt mij even doelloos als wreed, n nacht, dien wij achter ons hebben zullen wij nit vergeten. Niemand had er op gerekend, dat Ü'wchien moorddadige Britsche bommen op hun Ihrizen zouden vallen. Maar wij kenden blijkbaar de ntaliteit van den Brit, die zonder aanziens des 111 is zijn verderf brengende bommen rond over een vreedzaam stadsgedeelte, nog niet voldoende'. Vanmorgen was men druk bezig de woningen te ontruimen. De luchtbeschermingsdienst was met L'n en macht aan het werk om puin op te rui nen De perceelen 133 en 135 zijn, vooral aan de s-Merzijde, vrijwel geheel verwoest. De voorgevel ïtaat nog. Alle ruiten zijn natuurlijk in verren om- trk verbrijzeld. Ook de achterkant van woningen, jie uitzicht geven op de Vechtstraat, zijn voor een c'eel vernield. Van een wonderbaarlijke redding vertelde ons n mevrouw, die op 135 twee hoog in de Vecht straat woont. Zij lag in haar bed, aan de achter ave van de woning. Haar man had even de slaap dier verlaten en bevond zich op het portaal. Op 3t ogenblik sloeg de bom met donderend geweld De?vloer van de slaapkamer kwam naar bene den en zij zelf kwam, met het bed en den inboe del van de slaapkamer, in den tuin terecht. Zij is volkomen ongedeerd. Ook haar man, die op het portaal was blijven staan, kreeg geen schramme- ije. De woning was van het portaal af volkomen verwoest. De man vertelde ons hoe hij, in diepe duisternis, temidden van net gehuil en geschreeuw van slacht offers, die in hetzelfde perceel zijn gevallen, naar beneden wist te klimmen, waar hij zijn vrouw, die zich intusschen uit de puinhoopen bevrijd had, tot lijn groote blijdschap volkomen ongedeerd in den tain aantrof. Er was vanmorgen veel publiek op de been om op dezen, bijna zomerschen herfstdag, een blik te werpen op de ruïnes, die vannacht door de „Engel sche luchthelden" zijn aangericht. Wij hebben veel menschen gesproken, die met diep bekommerde gezichten stonden te staren naar de puinhoopen van wat eens woningen waren van vreedzame en ar beidzame burgers en er was slechts een vraag op aller lippen: waar is dit voor noodig, waarom rust Engeland vliegtuigen uit om Hollandsche ingeze tenen, Hollandsche mannen, vrouwen en kinderen, die met dit oorlogsgeweld niets te maken hebben, pteffen. Waarom worden doelloos bommen gewor pen op onze huizen, zoodat wij leven, have en goed verliezen, zoodat wij dag en nacht in angst moeten zitten voor een even afschuwelijken als doelloozen aanval. Een zelfde stemming troffen wijeen paar honderd meter verder in de Lekstraat aan. Ook daar is een huis, dat 24 uur geleden nog door ge lukkige gezinnen bewoond werd herschapen in een trieste en tragische puinhoop. Ook daar verloren menschen hun leven en hun geluk. Ook daar ging het karige bezit van de bewoners bijeen gegaard jaren van noesten arbeid, verloren door Ie volkomen onverantwoordelijke behandeling van Albion's piloten. Ook daar spraken wij menschen, die nog diep onder den indruk waren van den nacht, die achter i ligt. Een man, die in een der benedenhuizen woont, vlak in de buurt, vertelde ons, hoe om half één de bom op het huis in de Lekstraat neersuisde. liet was een onbeschrijfelijk tumult vén getroffen es onder puin bedolven menschen. Onmiddellijk was er hulp geboden. En ook hij uitte onomwonden zijn verontwaardiging over het optreden van de lagelsehe vliegtuigen, die zooveel rouw en ellende a deze zwaar getroffen wijk hebben gebracht. In de Lekstraat is een gezin wel zeer diep ge troffen. Een vader en moeder, jonge menschen nog, ce'oben daar het leven gelaten. Een kind van een jaar is ongedeerd uit de puinhoopen gered. Ook in de buurt van de Kostverlorenkade bij het Frederik Hendrikplantsoen is vannacht door Engelsche vliegtuigen gebombardeerd. Op het ter- Kin van de Gemeente Reiniging aan de 2e Hugo ce Grootstraat sloeg een projectiel van zwaar kaliber in, hetwelk 'n gat van twee meter door- aede en anderhalven meter diep veroorzaakte. Kil stuk muur van een rijwielstalling werd weg- ievaagd, waarbij een aantal rijwielen werd be schadigd, terwijl in een kantoortje een ravage werd aangericht. Gelukkig zijn hier geen slachtoffers te petreuren, evenmin als in de Gillis van Leden- «rehstraat, waar een zware bom het pand van de ™ia van Gelder trof. Het projectiel doorboorde dak, om vervolgens op een betonnen vloer te Mten en te explodeeren. Hoewel ook hier de ver mesting aanzienlijk is, is de schade naar ver houding niet groot, omdat de explosie in de aan- PaP'ervoorraden werd gesmoord. Van een liftkoker werd een muur ontzet, terwijl aan achter ende parceelen schade werd aangericht, wn benauwd avontuur beleefde een schipper, die Ele| ziih boot in de Kostverlorenkade bij den ®plen „De Otter" gemeerd lag. De Engelschen wierpen een brandbom neer, welke door het dak van zijn woongelegenheid sloeg en op den vloer bleef liggen, Dg schipper trad echter kordaat op. Hij slaagde erin het projectiel op te nemen en vervolgens over oord te zetten, waardoor hij zijn schuit van een wjsen ondergang redde, in het Frederik Hendrikplantsoen troffen leden an den luchtbeschermingsdienst een niet ont- POiten brandbom aan, welke op het bureau Mar- Straat werd gedeponeerd en in een emmer met onschadelijk werd gemaakt, t ?p een terrein aan de -Buiskade sloeg een rond 8 k°m in» waardoor een groot gat in den M ontstond en vele ruiten in de omgeving sprongen. Wij hebben onzen tocht door de stad voortgezet, èi SJie?en indruk van de verschrikking, door n in den afgeloopen nacht over de j. te hebben opgedaan in de Lekstraat ,Vec.htstraat. In de P. C. Hooftstraat is een TM' °at de Xerste verte geen militair doel is, Eos;5ec deel uigebrand. Ook in de Alexander tti]» evenzeer een buurt, waar geen enkel K doel is te bekennen, zijn bommen geval- Waar wij ook kwamen op onzen tocht door de straten van de hoofdstad, overal gingen de ge sprekken over den afschuwelijken aanval, die van nacht door Engeland's luchtmacht is gepleegd op de burgerbevolking van Amsterdam. Op straten en pleinen, in de trams en in de cafés werd alleen maar over dat eene onderwerp gesproken. Niet alleen omdat men diep getroffen was door de dooden en gewonden, die wij wederom te be treuren hebben, doch meer nog om het volkomen zinnelooze en volmaakt redelooze van dit rond strooien van dood en verderf, over de burgerbe volking. Overal vraagt men zich af, wat de Engel schen bezielt om op een dergelijke wijze op te treden. Wij zagen zelden zoo verslagen stemming in Amsterdam als thans onder de bevolking heerscht. Zooals men weet, zijn ook in het Vondelpark bommen gevallen, wat iemand in de tram de op merking ontlokte, dat het tegenwoordig gevaar lijk is om in de buurt van een park te wonen, daar dit objecten zijn die, hoewel met militaire doelen niets te maken hebbend, groote aantrek kingskracht uitoefenen op Engelsche piloten, die blijkbaar in de meening verkeeren, dat parken geschikte plaatsen zijn, om hun bommen, hetzij in, hetzij op de huizen in de buurt van het park, te „lossen". Het A.N.P. meldt verder: Een kapitale boerderij in Broek in Waterland ging in den afgeloopen nacht tijdens een bomaanval in vlammen op. Een Engelsch vliegtuig cirkelde in den afgeloopen nacht boven de streek tusschen Monnikendam en deze' gemeente en wierp verscheidene lichtfakkels uit. Een van deze heeft vermoedelijk de' boerderij bewoond door de familie Breedijk, getroffen. Onmiddellijk na het uitbreken van den brand spoedde de brandweer van Broek in Waterland zich naar het terrein en nam met kracht den strijd tegen het vuur ter hand. De kans om met eenig succes het vuur te bestrijden, was zeker niet denk beeldig. De brand had zich bij de komst van de brandweer nog niet in zoo ernstige mate ontwik keld en mogelijk had men de boerderij gedeeltelijk kunnen behouden. De Engelsche vliegers bleven echter in de buurt en wierpen tijdens het blus- schingswerk herhaaldelijk bommen in de directe nabijheid van de boerderij, tot een aantal van vijftien stuks. De energieke blusschers moesten hierdoor hun werk onderbreken. Vele malen moes ten zij dekking zoeken in een greppel. Tot hen be hoorde burgemeester P. J. Pereboom van Broek in Waterland. Op deze wijze viel aan blusschen niet te den ken en ofschoon de brandweer alles deed om nog iets te behouden, ging het geheele pand in vlam men op. In dezelfde omgeving werden nog tien bommen geworpen waarvan er twee op den Jaag- weg neerkwamen. Gedurende een half uur was het verkeer vanochtend volkomen gestremd. AMSTERDAM, 8 October (A.N.P.) Tot dus verre zijn zeven dooden na den Engelschen bom aanval op Amsterdam geborgen; twee personen worden vermist. In de Lekstraat 56 3e etage werden de 36- jarige mr. dr. H. Ynzonides en zijn 29-jarige ver loofde mej. A. Meennessen op slag gedood. In de Vechtstraat 133 2e etage, de 44-jarige heer M. A. Kars, in hetzelfde pand op één hoog de 67-jarige mevrouw Chr. v. HaarenRonge, in de Vecht straat 135huis de 13-jarige jongen H. Bromst en aan den overkant van het IJ in de Urkstraat het echtpaar Kamman. in Haarlem en daarbuiten. Zaterdagmiddag werd in Arti de najaarsten toonstelling (aquarellen, teekeningen en grafiek) geopend. Deze plechtigheden gaan gemeenlijk vergezeld van een redevoering door Arti's voor zitter, Prof. Huib Luns, doch deze beperkte er zich ditmaal toe den velen aanwezigen, waaronder zich behalve de commissaris der Provincie, Baron Röell, nog verscheidene officieele persoonlijk heden bevonden, mededeeling te doen van een tweetal premies aan inzenders der expositie toe gekend. Een eerste premie verwierf een origineele gra vure van Kuno Brinks, een tweede beloonde de aquarelleninzending van den schilder Filarski. Wij zullen het geexposeerde hopelijk nog eens rustig kunnen bekijken. Voorloopig kan het voor onze lezers die Amsterdamsche tentoonstellingen volgen, van belang zijn te weten, dat des Zondags de Arti- exposities niet meer ook in de ochtend uren, doch slechts van één tot vier geopend zijn. Wij hebben die ochtenduren toen besteed met een bezoek aan de veilingszalen van Frederik Muller, waar, als dit stukje verschijnt, de verza meling moderne schilderijen van den overleden kunsthandelaar Jacques Goudstikker alreeds weer onder den hamer zal zijn doorgegaan. De heer Goudstikker handelde voornamelijk in oude kunst, doch kocht voor eigen genoegen, dikwijls en veel, werk van nog levende jonge meesters. Zijn voorkeur ging blijkbaar daarbij naar een drietal artisten uit, van wie met werk van an deren, thans gansche reeksen den liefhebbers worden aangeboden. Daardoor kon de catalogus niet minder dan acht en dertig werken van Jan Sluyters, een dertigtal nummers van Jan van Herwijnen en zeven omvangrijke schilderijen door Martin Monnickendam bevatten. Hoe het publiek thans op een dergelijk aanbod reageert om in den stijl van het Reursoverzicht te schrijven kan ons, hoe belangrijk overigens ook, voor het' oogenblik koud laten. Ons trok het aan onze eigen inzichten in het werk van drie der belangrijkste, althans meest besproken leven de Hollandsche schilders, weer eens aan een uit gebreid quantum van hun arbeid te kunnen toet sen. Vergeten mag daarbij echter niet worden dat met enkele uitzonderingen voor Sluyters, die zijn werk niet geregeld dateert, al het hier gebodene reeds meer dan vijftien jaar oud is. Evenmin kan men over het hoofd zien dat een met weinigen keurzin saamgebrachte collectie werken van één schilder, meestal diens artistieke figuur niet ver sterkt en verzwakt. Onder de grooten der vorige generatie zijn het misschien slechts Bosboom en Breitner die zulk een experiment kunnen verdra gen, Sluyters verdraagt het in deze Goudstik ker-collectie moeilijk en Van Herwijnen nog minder, hoewel toch van beide dingen aanwezig zijn, die, afzonderlijk gezien, de aandacht waard zijn. Het bekende jongetje met speelgoed van Sluyters, een aantal stillevens met bloemen en een vrouwsportret (129) van denzelfde kunnen ons weer eerbied afdwingen voor de capacitei ten van den schilder, doch tot een genegenheid voor het oeuvre brengen ze ons niet. Met zijn zeven doeken heeft Monnickendam het pleit misschien eer gewonnen, ook bij hen die hem te uitbundig in kleur en in compositie plegen te vinden. Want juist doordat deze doeken al eenige tientallen van jaren oud zijn, heeft de verflaag zich prachtig gezet; bewijs dat de Dat granaatscherven ernstig kunnen aanko men, is Maandagavond weer bewezen, toen in AmsterdamWest twee personen werden ge troffen. Het is dus voor iedereen zaak om. wan neer de luchtdoelartillerie vuurt dekking te zoe ken. In de Kostverlorenstraat liep een 24-jarige man door een granaatscherf een groote hoofd wonde op, terwijl in de Gillis van Ledenberch- straat een 22-jarige man door een stuk projectiel in de borst werd getroffen. In ernstigen toe stand heeft de G. G. en G. D. hem naar een der ziekenhuizen vervoerd. De Rotterdamsche rechtbank veroordeelde den 39-jarigen P. B. S. te Hillegersberg, gewezen secre taris administrateur van den algemeenen bond van straatmakers, wegens verduistering en valschheid in geschriften, tot een gevangenisstraf van een jaar en zes maanden. De officier die vier jaar had ge- eischt, zal van dit vonnis in hooger beroep gaan. Te Zijpersluis is een luxe-auto tegen een trai ler gereden. De bestuurder van den personenwagen, de aannemer G. Bras uit Schagen is bij deze botsing om het leven gekomen. In den ouderdom van 71 jaar is te Zeist on verwacht dr. H. W. van Rietschoten, directeur van de N.V. Goudsche waterleiding maatschappij, over leden. Bij beschikking van den waarnemend secre taris-generaal van het departement van O., K. en W. is benoemd tot voorzitter van den Ned. Bios coopbond: C. S. Roem te Scheveningen. Te Eindhoven is Dinsdag de tweede noodbeurs geopend. Dinsdag zijn op het Centraal Station te Am sterdam vijftig matrozen van den Opbouwdienst als brandwacht bij het Centraal Station geïnstalleerd. De 2 jarige Jan Notebomer is in de Groote Bergstraat te Groningen door een vrachtwagen gegrepen en ernstig gewond. Tegen een chauffeur en een chauffeur-monteur uit Veenendaal, die eind Mei en begin Juni te R henen twee vracht-auto's hadden gestolen, is voor de Arnhemsche rechtbank twee jaar gevangenis straf geëischt. Er was een kleine oude dame die iederen mor gen in mijn tram zat. Zij is nu heengegaan. Drie weken lang is zij weggebleven en vanmorgen zei de conducteur, dat zij gestorven was. Hij had het gehoord van dien langen meneer links op het ach- terbalcon, die haar altijd zoo diep groette. „Hoe heette zij eigenlijk?" vroeg ik, maar de conducteur zei dat hij het niet wist. „Het maakt voor mij zoo zeer geen verschil, meneer", zei de conducteur. „Het was een lief mensch, meneer en mijn heele wagen klaarde op als zij binnenkwam. Zegt u nou zelf. Je kon het niet aan alle menschen merken, maar je voelde het.Jammer, meneer, jammer dat we haar niet meer zien zullen". Dat was het afscheidswoord van den conducteur. De schoonste, eenvoudigste grafredevoeringen wor den niet aan graven uitgesproken. Durf ik aan deze nog iets toe te voegen? Zal ik haar niet bederven door overvloed van wooiden? Ik waag het er op in de behoefte, haar te danken, van wie ik niet weet, wie zij was en met wie ik in den loop van jaren maar enkele woorden gewisseld heb, nooit zelfs een kort gesprek gevoerd. Dat spijt mij nu. Waar om leven wij toch zoo langs elkaar heen? Maar mis schien moet het zoo zij-n. De kleine dame was zeker wel zeventig jaar, denk ik en dus werkelijk oud. Maar toch ook jong, want er was nog iets veerends en pittigs in haar gang en haar bewegingen. Haar kleine ronde ge zichtje, met de witte haarlok onder den zwarten hoed, was wel erg gerimpeld maar toch nog blo zend en frisch. En haar blauwe oogen waren zoo helder en levendig, ja zoo doorschijnend dat men alles scheen te kunnen raden wat zij daarachter voelde en dacht. Natuurlijk alleen maar raden. Maar men ried nooit anders dan hartelijkheid en begrip en vaak teederheid. Dan dacht zij misschien aan haar kleinkinderen of aan een dochter die ge storven was of aan haar zoon ver weg in Indië. Dit fantaseer ik alles maar, want ik weet immers zelfs niet eens hoe zij heette en waar zij woonde. Maar dat maakt zoozeer geen verschil, zooals de conduc teur terecht zei. De stemming in een vroege ochtendtram kent weinig blijheid, als er tenminste geen kinderen zijn en die zien wij in de onze nooit. Hij is te laat voor de scholen. Er zitten en staan haast alleen mannen in, die naar hun werk gaan in de stad en denken aan hun zorgen. Zij rillen in den kouden wind bij de halte. Zij stappen op de tram, rooken een vroege sigaret die nog niet smaken wil, mom pelen wat, slaan een ochtendblad op en worden daar niet opgewekter van. Zoo zijn vroege trams. De sfeer is als mist en motregen. In de onze verscheen dan de kleine oude dame. En de mist trok op, de motregen hield op, er brak een zonnestraal door en een briesje dat niet kil maar alleen frisch was scheen de sigarettenrook te verdrijven. Er werden hoeden gelicht. Zij knikte even links en rechts, met een vriendelijken lach, helder en open. En dan nam zij haar vaste plaatsje in bij het raam, dat wij allen ontzagen en bij stil zwijgende overeenkomst voor haar reserveerden. Zij keek langs ons allen heen en dan naar buiten en zag iets ver weg, dat haar blij deed zijn. Ik ge loof dat het iets was dat ons allen blij had doen zijn, ver over onze verzamelde zorgen heen, als wij het ook gezien hadden. In elk geval deed zij het ons vermoeden. Het stond boven de kleinheid van de menschen, dat weet ik zeker. En ik zag ineens, in het voorbijrijden, een prachtig bloemperk dat mij nooit opgevallen was. Aan de volgende halte hoorde ik vogels fluiten in dien grooten kastanjeboom. Iemand achter mij zei plotseling iets op luiden, op- gewekten toon en zijn vriend lachte er hartelijk om. Er kwam een meisje binnen en een man schoot veerkrachtig overeind, en bood haar zijn plaats aan. De conducteur riep iets gijnigs naar buiten over de stalles die uitverkocht was: alleen nog maar ga lerij, meneer. Mijn tram leefde ineens. En dat deed die kleine oude dame. Wist zij het? Ik denk van wel. Ik geloof dat zij veel wist, zonder er over na te denken of te piekeren, zonder te twij felen. Want haar vriendelijke blauwe oogen waren zoo helder dat er geen twijfel achter kon zijn. Zij moet gevoeld hebben dat zij blijheid uitstraalde. En ik zie haar nog voor mij, al weet ik zelfs niet meer hoe zij gekleed was. Het was verzorgd maar eenvoudig. Verder ben ik maar een man en heb geen geheugen voor kleuren en geen verstand van stoffen, alleen maar oog voor een algemeenen in druk in die dingen. Ook dit maakt trouwens zoo zeer geen verschil. Haar naasten moeten haar wel zeer missen. Wie waren dat? Misschien woonde zij wel alleen en kreeg zij maar zelden bezoek, zooa-ls dat met oude menschen gaat. Misschien had zy heelemaal geen kinderen en kleinkinderen. Maar velen moeten haar gekend hebben, ook buiten onze tram. En zij zullen haar nu allen missen maar niet kunnen vergeten. Neenen zij droeg altijd een kleine zwarte tasch bij zich en daar lagen haar handen, in ouder- wetsche zwarte glacé-handsohoenen, zoo rustig op. Soms streelden zij even het leer. Ik kan mij voorstellen waar ze haar begraven hebben. Ergens op een klein kerkhof tusschen heesters, waar nog dahlia's bloeien en een ver uit zicht isniet in de duinen maar over de weiden, frisch en kleurig, met jagende wolken er boven en een blik in de Oneindigheid. Ik begrijp niet waarom zij gestorven is. Zij was immers niet alleen oud, maar ook jong. Maar zij moet in vrede zijn gegaan. OPBOUW IN LOTHARINGEN. Een der afdee- lingen van den Rijksarbeidsdienst op weg naar haar werk. (Foto Weltbild.) Voetbal Een jubileum bij „Stormvogels". Voorzitter Suwerink 25 jaar bestuurslid. Het was dezer dagen 25 jaar geleden, dat de heer W. Chr. Suwerink, de huidige voorzit ter-penningmeester van Stormvogels tot be stuurslid werd gekozen. Dat de leden, die toen Suwerink kozen, wis ten dat ze deden, blijkt wel uit het feit, dat hij reeds tal van jaren de gecombineerde functies van voorzitter en penningmeester vervult en dat de huidige leden, zooals Maandag 14 October op de jaarvergadering bij de bestuursverkiezing wel zal blijken nog geenszins van plan zijn hem te laten gaan. schilder precies wist wat hij deed als hij zoo zwaar empateerde (in dikke verflaag schilderde) of mét het paletmes werkte. Een mooi voorbeeld hiervan is de schilderij die hierbij gereproduceerd wordt en „De Brief" heet. Ze is gedateerd 1905 en dus al dertig jaar geleden geschilderd. Nu is het aardige van den Tijd, niet alleen dat hij de eerlijkste criticus is, maar dat door hem het werk dat technisch-kun- dig en verantwoord, gemaakt werd, niet minder doch eer beter wordt, terwijl het dilettantisch impressionisme a la minute dikwijls na eenige jaren zijn frischheid kwijt is en als een verslob- berde meid vervaalt en versuft. En met rouge en lippenstift is bij een schilderij nu eenmaal niets aan te vangen. In De Brief is Monnickendam bij uitzonde ring heel eenvoudig van compositie gebleven: het symetrische in de opstelling van theetafel tje en figuren zou in een ander geval licht vervelend geworden zijn, maar de schilder heeft dat voorkomen door de prachtige- en toch niet luidruchtige tegenstellingen die hij in de kleur aanbracht. Het donkere kleed van de oudere dame breekt de eentonigheid, die een syme trische opstelling vaak geeft en is tegelijk een harmonische tegenhanger voor de fijne parel- grijzen in de rok van het meisje dat den brief voorleest. En hoe machtig mooi blijkt nu na jaren, die rok geschilderd te wezen, met den bree- den toets van een Manet, verzadigd van kleur en tegelijk los van ieder begrip verf. Even stil doordacht en rijpend gegroeid is de achter grond van den tuin, even stellig en zeker staat daar het theetafel-stilleven midden tusschen de figuren, en werkt, als kleurensemble gezien, als een logische overgang van donker (links) naar licht (rechts). Men kan er zich indenken dat voor een museum andere doeken van dezen schilder door hun aanvankelijke luidruchtigheid of hun figurenovervloed en overlading, bezwa ren ontmoeten. „Ze slaan soms een wand dood" is de opmer king die men vaak bij M's werk hoorde maken, Dat is bij de Brief in geenen deele het geval. Het is mijns inziens een museumstuk èn door formaat èn door qualiteit. Men kan benieuwd zijn, waai- het thans blijft. Ik wil hiermee niet gezegd hebben dat ik de groote figuurstukken die hier hangen de „Koninginnedag" de „Voor drachtszaal in de Arts et Métiers in Parijs", het portret van Louis de,Vries e.a. minder waardeer. Ik houd van Monnickendam's werk al tientallen van jaren, al van zijn komst van de Akademie af en slik zijn uitbundigheden er gaarne bij op den koop toe. Hoe velen (of weinigen liever) zijn er onder zijn tijdgenooten, die kunnen, wat hij presteert? J. H. DE BOIS. Inbreker pleegde veertig inbraken. Vier jaar gevangenisstraf geëischt. Voor de Rotterdamsche rechtbank stond Dins dag terecht de 23-jarige T. C. de V. uit Rotterdam, wegens 22 inbraken met diefstal, gepleegd in den afgeloopen winter te Schiedam, te Hillegersberg en te 's-Gravenhage. In bijna alle gevallen geschiedden de inbraken in de avonduren tijdens afwezigheid van de bewoners. De buit bestond uit geldsbe dragen en een zeer groot aantal voorwerpen van waarde. Verdachte bekende het ten laste gelegde. Hij gebruikte bij zijn inbraken een revolver, waar mede hij ruiten kapot sloeg. Op een vraag van den officier zeide verdachte, dat hij het wapen alleen bij zich droeg om in voorkomende gevallen schrik aan te jagen. Hij gaf evenwel toe, dat het altijd geladen was. De Officier van Justitie zeide, dat verd. zich aan veertig inbraken heeft schuldig gemaakt, waarvan er hem 22 zijn ten laste gelegd, alle gepleegd in een tijdsbestek van vijf maanden. Verdachte zeide, dat hij geen beroepsinbreker is, maar hij is reeds viermaal veroordeeld. Hij had geen compagnon, het geen hem voor verraad vrijwaarde. Hij werd be- heerscht door een zucht naar valsche romantiek om steeds in gevaar te verkeeren. Verd. heeft een strenge straf verdiend. Spr. eischte een gevange nisstraf van vier jaren met aftrek. Opgave niet-commerciëele yereeni- gingen en stichtingen. Termijn van aangifte tot 15 October verlengd 's-GRAVENHAGE. 8 October. (A.NP.) De termijn binnen welken niet-commercieele vereenigingen en -stichtingen haar opga ven, welke bij in onlangs verschenen veror dening zijn verlangd, kunnen indienen, is verlengd tot 15 October, de voor de opgave benoodigde formulieren moeten terstond worden aangevraagd bij de proucureurs- generaal, die opdacht hebben ontvangen ook op mondelinge aanvrage de formulie ren uit te reiken. Den vereenigingen waaromtrent twijfel bestaat of aanmelding noodig is, wordt aangeraden in ieder geval de aanmelding te verrichten, indien dit ten onrechte geschied is zal haar dit door den procureur-generaal wor den bericht. De ingevulde formulieren moeten bij dezelfde instantie als waar zij verkrijgbaar werden ge steld, d.w.z. bij de procureurs-generaal, wor den ingeleverd, derhalve niet bij het centrale kantoor van den commissaris voor de ver eenigingen en stichtingen in Den Haag. De Japansch—Ned.-Indisclie onderhandelingen. BATAVIA, 8 October. (Domei). Men verwacht dat de besprekingen tusschen Nederlandsch-Imdië en Japan, die de vierde week ingaan, een meer con- oreten vorm zullen aannemen. Wegens het overlij den van generaal-majoor Isjimoto hebben slechts twee besprekingen plaats gehad tusschen den Ja- pansdhen consul-generaal, Saito, en het hoofd van het departement van Economische Zaken, Van Hooghstraten, nl. Dinsdag en Zaterdag. De leider «der Japansche delegatie, Kobayasji, minister van Handel en Nijverheid, brengt het weekeinde door te Soekaboemi, doch in weerwil van zijn afwezig heid zullen de onderhandelingen, naar men ge looft, worden voortgezet. WEEK-ABONNEMENTEN dienen uiterlijk Woensdags avonds betaald te zijn, daar de bezorgers op Donderdag moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 5