Het bombardement op Amsterdam
JCunsfr
Bij luchtgevaar
van de straat.
KORT EN BONDIG.
In Herinnering.
J.NSDAG 9 OCTOBER 1940
Veel verwoestingen aangericht.
M9TERDAM 8 October. Het A. N. P. schrijft:
ren vanmorgen in het gedeelte van de stad
toj _gCht door de Engelsche sluipmoordenaars
geteisterd. Op twee plaatsen, namelijk in
v'i?'3r,--"traat en in de Vechtstraat zijn zware bom-
ie beslagen. Het ergste waren er de perceelen
jn® ^Ljjtstraat aan toe. Het is een buurt, waar in
n-en omtrek geen enkel militair doel te vin-
-%n dat is dan ook de reden van de groote
R|1S' heid van de menschen, die daar wonen,
ver^ag_ leven en daar hun gezinnen rustig dachten
d:e <f_est te hebben. Het zijn middenstandswonin-
É^UI5Iarvan er nu alleen in de Vechtstraat onge-
Laalf vrijwel geheel verwoest zijn, vier per-
de nummers 133 en 135, hebben een vol-
c>gekregen en zijn veranderd in een trieste
^"hrikwekkende puinhoop, waaronder menschen
Steven hebben gelaten. De aangrenzende per-
i 131 en 137 hebben het eveneens zwaar te
twoordeh gehad en zijn deels verwoest, zoodat
^vdeze woningen onbewoonbaar zijn geworden.
wX iemand, die daar vlak in de burut woont
d n verschrikkelijken nacht, die thans achter ons
fkt heeft meegemaakt. „Wij begrijpen niet", zoo
llCn'l Jii ttAAv nA^airt 1 f. Ha^IaA l'l, AAV1
zeide h'Ji
bard
,waar dit voor noodig is. Oorlog is een
bedrijf, dat weet iedereen, maar een oorlog
vreedzame burgers die, niets kwaads ver-
dend na harde dagtaak hun slaapkamers
fhben opgezocht, lijkt mij even doelloos als wreed,
n nacht, dien wij achter ons hebben zullen wij
nit vergeten. Niemand had er op gerekend, dat
Ü'wchien moorddadige Britsche bommen op hun
Ihrizen zouden vallen. Maar wij kenden blijkbaar de
ntaliteit van den Brit, die zonder aanziens des
111 is zijn verderf brengende bommen rond
over een vreedzaam stadsgedeelte, nog niet
voldoende'.
Vanmorgen was men druk bezig de woningen te
ontruimen. De luchtbeschermingsdienst was met
L'n en macht aan het werk om puin op te rui
nen De perceelen 133 en 135 zijn, vooral aan de
s-Merzijde, vrijwel geheel verwoest. De voorgevel
ïtaat nog. Alle ruiten zijn natuurlijk in verren om-
trk verbrijzeld. Ook de achterkant van woningen,
jie uitzicht geven op de Vechtstraat, zijn voor een
c'eel vernield.
Van een wonderbaarlijke redding vertelde ons
n mevrouw, die op 135 twee hoog in de Vecht
straat woont. Zij lag in haar bed, aan de achter
ave van de woning. Haar man had even de slaap
dier verlaten en bevond zich op het portaal. Op
3t ogenblik sloeg de bom met donderend geweld
De?vloer van de slaapkamer kwam naar bene
den en zij zelf kwam, met het bed en den inboe
del van de slaapkamer, in den tuin terecht. Zij is
volkomen ongedeerd. Ook haar man, die op het
portaal was blijven staan, kreeg geen schramme-
ije. De woning was van het portaal af volkomen
verwoest.
De man vertelde ons hoe hij, in diepe duisternis,
temidden van net gehuil en geschreeuw van slacht
offers, die in hetzelfde perceel zijn gevallen, naar
beneden wist te klimmen, waar hij zijn vrouw, die
zich intusschen uit de puinhoopen bevrijd had, tot
lijn groote blijdschap volkomen ongedeerd in den
tain aantrof.
Er was vanmorgen veel publiek op de been om
op dezen, bijna zomerschen herfstdag, een blik te
werpen op de ruïnes, die vannacht door de „Engel
sche luchthelden" zijn aangericht. Wij hebben veel
menschen gesproken, die met diep bekommerde
gezichten stonden te staren naar de puinhoopen van
wat eens woningen waren van vreedzame en ar
beidzame burgers en er was slechts een vraag op
aller lippen: waar is dit voor noodig, waarom rust
Engeland vliegtuigen uit om Hollandsche ingeze
tenen, Hollandsche mannen, vrouwen en kinderen,
die met dit oorlogsgeweld niets te maken hebben,
pteffen. Waarom worden doelloos bommen gewor
pen op onze huizen, zoodat wij leven, have en goed
verliezen, zoodat wij dag en nacht in angst moeten
zitten voor een even afschuwelijken als doelloozen
aanval. Een zelfde stemming troffen wijeen paar
honderd meter verder in de Lekstraat aan. Ook
daar is een huis, dat 24 uur geleden nog door ge
lukkige gezinnen bewoond werd herschapen in een
trieste en tragische puinhoop. Ook daar verloren
menschen hun leven en hun geluk. Ook daar ging
het karige bezit van de bewoners bijeen gegaard
jaren van noesten arbeid, verloren door
Ie volkomen onverantwoordelijke behandeling van
Albion's piloten.
Ook daar spraken wij menschen, die nog diep
onder den indruk waren van den nacht, die achter
i ligt. Een man, die in een der benedenhuizen
woont, vlak in de buurt, vertelde ons, hoe om half
één de bom op het huis in de Lekstraat neersuisde.
liet was een onbeschrijfelijk tumult vén getroffen
es onder puin bedolven menschen. Onmiddellijk
was er hulp geboden. En ook hij uitte onomwonden
zijn verontwaardiging over het optreden van de
lagelsehe vliegtuigen, die zooveel rouw en ellende
a deze zwaar getroffen wijk hebben gebracht.
In de Lekstraat is een gezin wel zeer diep ge
troffen. Een vader en moeder, jonge menschen nog,
ce'oben daar het leven gelaten. Een kind van een
jaar is ongedeerd uit de puinhoopen gered.
Ook in de buurt van de Kostverlorenkade bij
het Frederik Hendrikplantsoen is vannacht door
Engelsche vliegtuigen gebombardeerd. Op het ter-
Kin van de Gemeente Reiniging aan de 2e Hugo
ce Grootstraat sloeg een projectiel van zwaar
kaliber in, hetwelk 'n gat van twee meter door-
aede en anderhalven meter diep veroorzaakte.
Kil stuk muur van een rijwielstalling werd weg-
ievaagd, waarbij een aantal rijwielen werd be
schadigd, terwijl in een kantoortje een ravage werd
aangericht. Gelukkig zijn hier geen slachtoffers te
petreuren, evenmin als in de Gillis van Leden-
«rehstraat, waar een zware bom het pand van de
™ia van Gelder trof. Het projectiel doorboorde
dak, om vervolgens op een betonnen vloer te
Mten en te explodeeren. Hoewel ook hier de ver
mesting aanzienlijk is, is de schade naar ver
houding niet groot, omdat de explosie in de aan-
PaP'ervoorraden werd gesmoord. Van een
liftkoker werd een muur ontzet, terwijl aan achter
ende parceelen schade werd aangericht,
wn benauwd avontuur beleefde een schipper, die
Ele| ziih boot in de Kostverlorenkade bij den
®plen „De Otter" gemeerd lag. De Engelschen
wierpen een brandbom neer, welke door het dak
van zijn woongelegenheid sloeg en op den vloer
bleef liggen,
Dg schipper trad echter kordaat op. Hij slaagde
erin het projectiel op te nemen en vervolgens over
oord te zetten, waardoor hij zijn schuit van een
wjsen ondergang redde,
in het Frederik Hendrikplantsoen troffen leden
an den luchtbeschermingsdienst een niet ont-
POiten brandbom aan, welke op het bureau Mar-
Straat werd gedeponeerd en in een emmer met
onschadelijk werd gemaakt,
t ?p een terrein aan de -Buiskade sloeg een
rond 8 k°m in» waardoor een groot gat in den
M ontstond en vele ruiten in de omgeving
sprongen.
Wij hebben onzen tocht door de stad voortgezet,
èi SJie?en indruk van de verschrikking, door
n in den afgeloopen nacht over de
j. te hebben opgedaan in de Lekstraat
,Vec.htstraat. In de P. C. Hooftstraat is een
TM' °at de Xerste verte geen militair doel is,
Eos;5ec deel uigebrand. Ook in de Alexander
tti]» evenzeer een buurt, waar geen enkel
K doel is te bekennen, zijn bommen geval-
Waar wij ook kwamen op onzen tocht door de
straten van de hoofdstad, overal gingen de ge
sprekken over den afschuwelijken aanval, die van
nacht door Engeland's luchtmacht is gepleegd op
de burgerbevolking van Amsterdam. Op straten en
pleinen, in de trams en in de cafés werd alleen
maar over dat eene onderwerp gesproken. Niet
alleen omdat men diep getroffen was door de
dooden en gewonden, die wij wederom te be
treuren hebben, doch meer nog om het volkomen
zinnelooze en volmaakt redelooze van dit rond
strooien van dood en verderf, over de burgerbe
volking. Overal vraagt men zich af, wat de Engel
schen bezielt om op een dergelijke wijze op te
treden. Wij zagen zelden zoo verslagen stemming
in Amsterdam als thans onder de bevolking
heerscht.
Zooals men weet, zijn ook in het Vondelpark
bommen gevallen, wat iemand in de tram de op
merking ontlokte, dat het tegenwoordig gevaar
lijk is om in de buurt van een park te wonen,
daar dit objecten zijn die, hoewel met militaire
doelen niets te maken hebbend, groote aantrek
kingskracht uitoefenen op Engelsche piloten, die
blijkbaar in de meening verkeeren, dat parken
geschikte plaatsen zijn, om hun bommen, hetzij
in, hetzij op de huizen in de buurt van het park,
te „lossen".
Het A.N.P. meldt verder: Een kapitale boerderij
in Broek in Waterland ging in den afgeloopen
nacht tijdens een bomaanval in vlammen op. Een
Engelsch vliegtuig cirkelde in den afgeloopen
nacht boven de streek tusschen Monnikendam en
deze' gemeente en wierp verscheidene lichtfakkels
uit. Een van deze heeft vermoedelijk de' boerderij
bewoond door de familie Breedijk, getroffen.
Onmiddellijk na het uitbreken van den brand
spoedde de brandweer van Broek in Waterland
zich naar het terrein en nam met kracht den strijd
tegen het vuur ter hand. De kans om met eenig
succes het vuur te bestrijden, was zeker niet denk
beeldig. De brand had zich bij de komst van de
brandweer nog niet in zoo ernstige mate ontwik
keld en mogelijk had men de boerderij gedeeltelijk
kunnen behouden. De Engelsche vliegers bleven
echter in de buurt en wierpen tijdens het blus-
schingswerk herhaaldelijk bommen in de directe
nabijheid van de boerderij, tot een aantal van
vijftien stuks. De energieke blusschers moesten
hierdoor hun werk onderbreken. Vele malen moes
ten zij dekking zoeken in een greppel. Tot hen be
hoorde burgemeester P. J. Pereboom van Broek in
Waterland.
Op deze wijze viel aan blusschen niet te den
ken en ofschoon de brandweer alles deed om nog
iets te behouden, ging het geheele pand in vlam
men op. In dezelfde omgeving werden nog tien
bommen geworpen waarvan er twee op den Jaag-
weg neerkwamen. Gedurende een half uur was het
verkeer vanochtend volkomen gestremd.
AMSTERDAM, 8 October (A.N.P.) Tot dus
verre zijn zeven dooden na den Engelschen bom
aanval op Amsterdam geborgen; twee personen
worden vermist.
In de Lekstraat 56 3e etage werden de 36-
jarige mr. dr. H. Ynzonides en zijn 29-jarige ver
loofde mej. A. Meennessen op slag gedood. In de
Vechtstraat 133 2e etage, de 44-jarige heer M. A.
Kars, in hetzelfde pand op één hoog de 67-jarige
mevrouw Chr. v. HaarenRonge, in de Vecht
straat 135huis de 13-jarige jongen H. Bromst en
aan den overkant van het IJ in de Urkstraat het
echtpaar Kamman.
in Haarlem
en daarbuiten.
Zaterdagmiddag werd in Arti de najaarsten
toonstelling (aquarellen, teekeningen en grafiek)
geopend. Deze plechtigheden gaan gemeenlijk
vergezeld van een redevoering door Arti's voor
zitter, Prof. Huib Luns, doch deze beperkte er zich
ditmaal toe den velen aanwezigen, waaronder zich
behalve de commissaris der Provincie, Baron
Röell, nog verscheidene officieele persoonlijk
heden bevonden, mededeeling te doen van een
tweetal premies aan inzenders der expositie toe
gekend.
Een eerste premie verwierf een origineele gra
vure van Kuno Brinks, een tweede beloonde de
aquarelleninzending van den schilder Filarski.
Wij zullen het geexposeerde hopelijk nog eens
rustig kunnen bekijken. Voorloopig kan het voor
onze lezers die Amsterdamsche tentoonstellingen
volgen, van belang zijn te weten, dat des Zondags
de Arti- exposities niet meer ook in de ochtend
uren, doch slechts van één tot vier geopend zijn.
Wij hebben die ochtenduren toen besteed met
een bezoek aan de veilingszalen van Frederik
Muller, waar, als dit stukje verschijnt, de verza
meling moderne schilderijen van den overleden
kunsthandelaar Jacques Goudstikker alreeds
weer onder den hamer zal zijn doorgegaan. De
heer Goudstikker handelde voornamelijk in oude
kunst, doch kocht voor eigen genoegen, dikwijls
en veel, werk van nog levende jonge meesters.
Zijn voorkeur ging blijkbaar daarbij naar een
drietal artisten uit, van wie met werk van an
deren, thans gansche reeksen den liefhebbers
worden aangeboden. Daardoor kon de catalogus
niet minder dan acht en dertig werken van Jan
Sluyters, een dertigtal nummers van Jan van
Herwijnen en zeven omvangrijke schilderijen
door Martin Monnickendam bevatten. Hoe het
publiek thans op een dergelijk aanbod reageert
om in den stijl van het Reursoverzicht te
schrijven kan ons, hoe belangrijk overigens
ook, voor het' oogenblik koud laten. Ons trok het
aan onze eigen inzichten in het werk van drie
der belangrijkste, althans meest besproken leven
de Hollandsche schilders, weer eens aan een uit
gebreid quantum van hun arbeid te kunnen toet
sen. Vergeten mag daarbij echter niet worden dat
met enkele uitzonderingen voor Sluyters, die zijn
werk niet geregeld dateert, al het hier gebodene
reeds meer dan vijftien jaar oud is. Evenmin kan
men over het hoofd zien dat een met weinigen
keurzin saamgebrachte collectie werken van één
schilder, meestal diens artistieke figuur niet ver
sterkt en verzwakt. Onder de grooten der vorige
generatie zijn het misschien slechts Bosboom en
Breitner die zulk een experiment kunnen verdra
gen, Sluyters verdraagt het in deze Goudstik
ker-collectie moeilijk en Van Herwijnen nog
minder, hoewel toch van beide dingen aanwezig
zijn, die, afzonderlijk gezien, de aandacht waard
zijn. Het bekende jongetje met speelgoed van
Sluyters, een aantal stillevens met bloemen en
een vrouwsportret (129) van denzelfde kunnen
ons weer eerbied afdwingen voor de capacitei
ten van den schilder, doch tot een genegenheid
voor het oeuvre brengen ze ons niet. Met zijn
zeven doeken heeft Monnickendam het pleit
misschien eer gewonnen, ook bij hen die hem te
uitbundig in kleur en in compositie plegen te
vinden. Want juist doordat deze doeken al
eenige tientallen van jaren oud zijn, heeft de
verflaag zich prachtig gezet; bewijs dat de
Dat granaatscherven ernstig kunnen aanko
men, is Maandagavond weer bewezen, toen in
AmsterdamWest twee personen werden ge
troffen. Het is dus voor iedereen zaak om. wan
neer de luchtdoelartillerie vuurt dekking te zoe
ken.
In de Kostverlorenstraat liep een 24-jarige
man door een granaatscherf een groote hoofd
wonde op, terwijl in de Gillis van Ledenberch-
straat een 22-jarige man door een stuk projectiel
in de borst werd getroffen. In ernstigen toe
stand heeft de G. G. en G. D. hem naar een der
ziekenhuizen vervoerd.
De Rotterdamsche rechtbank veroordeelde den
39-jarigen P. B. S. te Hillegersberg, gewezen secre
taris administrateur van den algemeenen bond van
straatmakers, wegens verduistering en valschheid
in geschriften, tot een gevangenisstraf van een jaar
en zes maanden. De officier die vier jaar had ge-
eischt, zal van dit vonnis in hooger beroep gaan.
Te Zijpersluis is een luxe-auto tegen een trai
ler gereden. De bestuurder van den personenwagen,
de aannemer G. Bras uit Schagen is bij deze
botsing om het leven gekomen.
In den ouderdom van 71 jaar is te Zeist on
verwacht dr. H. W. van Rietschoten, directeur van
de N.V. Goudsche waterleiding maatschappij, over
leden.
Bij beschikking van den waarnemend secre
taris-generaal van het departement van O., K. en
W. is benoemd tot voorzitter van den Ned. Bios
coopbond: C. S. Roem te Scheveningen.
Te Eindhoven is Dinsdag de tweede noodbeurs
geopend.
Dinsdag zijn op het Centraal Station te Am
sterdam vijftig matrozen van den Opbouwdienst als
brandwacht bij het Centraal Station geïnstalleerd.
De 2 jarige Jan Notebomer is in de Groote
Bergstraat te Groningen door een vrachtwagen
gegrepen en ernstig gewond.
Tegen een chauffeur en een chauffeur-monteur
uit Veenendaal, die eind Mei en begin Juni te
R henen twee vracht-auto's hadden gestolen, is voor
de Arnhemsche rechtbank twee jaar gevangenis
straf geëischt.
Er was een kleine oude dame die iederen mor
gen in mijn tram zat. Zij is nu heengegaan. Drie
weken lang is zij weggebleven en vanmorgen zei
de conducteur, dat zij gestorven was. Hij had het
gehoord van dien langen meneer links op het ach-
terbalcon, die haar altijd zoo diep groette. „Hoe
heette zij eigenlijk?" vroeg ik, maar de conducteur
zei dat hij het niet wist. „Het maakt voor mij zoo
zeer geen verschil, meneer", zei de conducteur.
„Het was een lief mensch, meneer en mijn heele
wagen klaarde op als zij binnenkwam. Zegt u nou
zelf. Je kon het niet aan alle menschen merken,
maar je voelde het.Jammer, meneer, jammer
dat we haar niet meer zien zullen".
Dat was het afscheidswoord van den conducteur.
De schoonste, eenvoudigste grafredevoeringen wor
den niet aan graven uitgesproken. Durf ik aan deze
nog iets toe te voegen? Zal ik haar niet bederven
door overvloed van wooiden? Ik waag het er op in
de behoefte, haar te danken, van wie ik niet weet,
wie zij was en met wie ik in den loop van jaren
maar enkele woorden gewisseld heb, nooit zelfs
een kort gesprek gevoerd. Dat spijt mij nu. Waar
om leven wij toch zoo langs elkaar heen? Maar mis
schien moet het zoo zij-n.
De kleine dame was zeker wel zeventig jaar,
denk ik en dus werkelijk oud. Maar toch ook jong,
want er was nog iets veerends en pittigs in haar
gang en haar bewegingen. Haar kleine ronde ge
zichtje, met de witte haarlok onder den zwarten
hoed, was wel erg gerimpeld maar toch nog blo
zend en frisch. En haar blauwe oogen waren zoo
helder en levendig, ja zoo doorschijnend dat men
alles scheen te kunnen raden wat zij daarachter
voelde en dacht. Natuurlijk alleen maar raden.
Maar men ried nooit anders dan hartelijkheid en
begrip en vaak teederheid. Dan dacht zij misschien
aan haar kleinkinderen of aan een dochter die ge
storven was of aan haar zoon ver weg in Indië. Dit
fantaseer ik alles maar, want ik weet immers zelfs
niet eens hoe zij heette en waar zij woonde. Maar
dat maakt zoozeer geen verschil, zooals de conduc
teur terecht zei.
De stemming in een vroege ochtendtram kent
weinig blijheid, als er tenminste geen kinderen
zijn en die zien wij in de onze nooit. Hij is te laat
voor de scholen. Er zitten en staan haast alleen
mannen in, die naar hun werk gaan in de stad en
denken aan hun zorgen. Zij rillen in den kouden
wind bij de halte. Zij stappen op de tram, rooken
een vroege sigaret die nog niet smaken wil, mom
pelen wat, slaan een ochtendblad op en worden
daar niet opgewekter van. Zoo zijn vroege trams.
De sfeer is als mist en motregen.
In de onze verscheen dan de kleine oude dame.
En de mist trok op, de motregen hield op, er brak
een zonnestraal door en een briesje dat niet kil
maar alleen frisch was scheen de sigarettenrook te
verdrijven. Er werden hoeden gelicht. Zij knikte
even links en rechts, met een vriendelijken lach,
helder en open. En dan nam zij haar vaste plaatsje
in bij het raam, dat wij allen ontzagen en bij stil
zwijgende overeenkomst voor haar reserveerden.
Zij keek langs ons allen heen en dan naar buiten
en zag iets ver weg, dat haar blij deed zijn. Ik ge
loof dat het iets was dat ons allen blij had doen
zijn, ver over onze verzamelde zorgen heen, als wij
het ook gezien hadden. In elk geval deed zij het ons
vermoeden. Het stond boven de kleinheid van de
menschen, dat weet ik zeker. En ik zag ineens, in
het voorbijrijden, een prachtig bloemperk dat mij
nooit opgevallen was. Aan de volgende halte hoorde
ik vogels fluiten in dien grooten kastanjeboom.
Iemand achter mij zei plotseling iets op luiden, op-
gewekten toon en zijn vriend lachte er hartelijk om.
Er kwam een meisje binnen en een man schoot
veerkrachtig overeind, en bood haar zijn plaats aan.
De conducteur riep iets gijnigs naar buiten over de
stalles die uitverkocht was: alleen nog maar ga
lerij, meneer. Mijn tram leefde ineens.
En dat deed die kleine oude dame. Wist zij het?
Ik denk van wel. Ik geloof dat zij veel wist, zonder
er over na te denken of te piekeren, zonder te twij
felen. Want haar vriendelijke blauwe oogen waren
zoo helder dat er geen twijfel achter kon zijn. Zij
moet gevoeld hebben dat zij blijheid uitstraalde.
En ik zie haar nog voor mij, al weet ik zelfs niet
meer hoe zij gekleed was. Het was verzorgd maar
eenvoudig. Verder ben ik maar een man en heb
geen geheugen voor kleuren en geen verstand van
stoffen, alleen maar oog voor een algemeenen in
druk in die dingen. Ook dit maakt trouwens zoo
zeer geen verschil.
Haar naasten moeten haar wel zeer missen. Wie
waren dat? Misschien woonde zij wel alleen en
kreeg zij maar zelden bezoek, zooa-ls dat met oude
menschen gaat. Misschien had zy heelemaal geen
kinderen en kleinkinderen. Maar velen moeten haar
gekend hebben, ook buiten onze tram. En zij zullen
haar nu allen missen maar niet kunnen vergeten.
Neenen zij droeg altijd een kleine zwarte
tasch bij zich en daar lagen haar handen, in ouder-
wetsche zwarte glacé-handsohoenen, zoo rustig op.
Soms streelden zij even het leer.
Ik kan mij voorstellen waar ze haar begraven
hebben. Ergens op een klein kerkhof tusschen
heesters, waar nog dahlia's bloeien en een ver uit
zicht isniet in de duinen maar over de weiden,
frisch en kleurig, met jagende wolken er boven en
een blik in de Oneindigheid.
Ik begrijp niet waarom zij gestorven is. Zij was
immers niet alleen oud, maar ook jong. Maar zij
moet in vrede zijn gegaan.
OPBOUW IN LOTHARINGEN. Een der afdee-
lingen van den Rijksarbeidsdienst op weg naar
haar werk.
(Foto Weltbild.)
Voetbal
Een jubileum bij „Stormvogels".
Voorzitter Suwerink 25 jaar bestuurslid.
Het was dezer dagen 25 jaar geleden, dat
de heer W. Chr. Suwerink, de huidige voorzit
ter-penningmeester van Stormvogels tot be
stuurslid werd gekozen.
Dat de leden, die toen Suwerink kozen, wis
ten dat ze deden, blijkt wel uit het feit, dat hij
reeds tal van jaren de gecombineerde functies
van voorzitter en penningmeester vervult en dat
de huidige leden, zooals Maandag 14 October op
de jaarvergadering bij de bestuursverkiezing
wel zal blijken nog geenszins van plan zijn hem
te laten gaan.
schilder precies wist wat hij deed als hij zoo
zwaar empateerde (in dikke verflaag schilderde)
of mét het paletmes werkte.
Een mooi voorbeeld hiervan is de schilderij
die hierbij gereproduceerd wordt en „De Brief"
heet. Ze is gedateerd 1905 en dus al dertig jaar
geleden geschilderd. Nu is het aardige van den
Tijd, niet alleen dat hij de eerlijkste criticus is,
maar dat door hem het werk dat technisch-kun-
dig en verantwoord, gemaakt werd, niet minder
doch eer beter wordt, terwijl het dilettantisch
impressionisme a la minute dikwijls na eenige
jaren zijn frischheid kwijt is en als een verslob-
berde meid vervaalt en versuft. En met rouge en
lippenstift is bij een schilderij nu eenmaal niets
aan te vangen.
In De Brief is Monnickendam bij uitzonde
ring heel eenvoudig van compositie gebleven:
het symetrische in de opstelling van theetafel
tje en figuren zou in een ander geval licht
vervelend geworden zijn, maar de schilder heeft
dat voorkomen door de prachtige- en toch niet
luidruchtige tegenstellingen die hij in de kleur
aanbracht. Het donkere kleed van de oudere
dame breekt de eentonigheid, die een syme
trische opstelling vaak geeft en is tegelijk een
harmonische tegenhanger voor de fijne parel-
grijzen in de rok van het meisje dat den brief
voorleest. En hoe machtig mooi blijkt nu na
jaren, die rok geschilderd te wezen, met den bree-
den toets van een Manet, verzadigd van kleur
en tegelijk los van ieder begrip verf. Even stil
doordacht en rijpend gegroeid is de achter
grond van den tuin, even stellig en zeker staat
daar het theetafel-stilleven midden tusschen de
figuren, en werkt, als kleurensemble gezien, als
een logische overgang van donker (links) naar
licht (rechts). Men kan er zich indenken dat
voor een museum andere doeken van dezen
schilder door hun aanvankelijke luidruchtigheid
of hun figurenovervloed en overlading, bezwa
ren ontmoeten.
„Ze slaan soms een wand dood" is de opmer
king die men vaak bij M's werk hoorde maken,
Dat is bij de Brief in geenen deele het geval.
Het is mijns inziens een museumstuk èn door
formaat èn door qualiteit. Men kan benieuwd
zijn, waai- het thans blijft. Ik wil hiermee niet
gezegd hebben dat ik de groote figuurstukken
die hier hangen de „Koninginnedag" de „Voor
drachtszaal in de Arts et Métiers in Parijs", het
portret van Louis de,Vries e.a. minder waardeer.
Ik houd van Monnickendam's werk al tientallen
van jaren, al van zijn komst van de Akademie
af en slik zijn uitbundigheden er gaarne bij op
den koop toe. Hoe velen (of weinigen liever)
zijn er onder zijn tijdgenooten, die kunnen,
wat hij presteert?
J. H. DE BOIS.
Inbreker pleegde veertig inbraken.
Vier jaar gevangenisstraf geëischt.
Voor de Rotterdamsche rechtbank stond Dins
dag terecht de 23-jarige T. C. de V. uit Rotterdam,
wegens 22 inbraken met diefstal, gepleegd in den
afgeloopen winter te Schiedam, te Hillegersberg en
te 's-Gravenhage. In bijna alle gevallen geschiedden
de inbraken in de avonduren tijdens afwezigheid
van de bewoners. De buit bestond uit geldsbe
dragen en een zeer groot aantal voorwerpen van
waarde. Verdachte bekende het ten laste gelegde.
Hij gebruikte bij zijn inbraken een revolver, waar
mede hij ruiten kapot sloeg. Op een vraag van den
officier zeide verdachte, dat hij het wapen alleen
bij zich droeg om in voorkomende gevallen schrik
aan te jagen. Hij gaf evenwel toe, dat het altijd
geladen was.
De Officier van Justitie zeide, dat verd. zich aan
veertig inbraken heeft schuldig gemaakt, waarvan
er hem 22 zijn ten laste gelegd, alle gepleegd in
een tijdsbestek van vijf maanden. Verdachte zeide,
dat hij geen beroepsinbreker is, maar hij is reeds
viermaal veroordeeld. Hij had geen compagnon, het
geen hem voor verraad vrijwaarde. Hij werd be-
heerscht door een zucht naar valsche romantiek
om steeds in gevaar te verkeeren. Verd. heeft een
strenge straf verdiend. Spr. eischte een gevange
nisstraf van vier jaren met aftrek.
Opgave niet-commerciëele yereeni-
gingen en stichtingen.
Termijn van aangifte tot 15 October verlengd
's-GRAVENHAGE. 8 October. (A.NP.)
De termijn binnen welken niet-commercieele
vereenigingen en -stichtingen haar opga
ven, welke bij in onlangs verschenen veror
dening zijn verlangd, kunnen indienen, is
verlengd tot 15 October, de voor de opgave
benoodigde formulieren moeten terstond
worden aangevraagd bij de proucureurs-
generaal, die opdacht hebben ontvangen
ook op mondelinge aanvrage de formulie
ren uit te reiken.
Den vereenigingen waaromtrent twijfel bestaat
of aanmelding noodig is, wordt aangeraden
in ieder geval de aanmelding te verrichten,
indien dit ten onrechte geschied is zal
haar dit door den procureur-generaal wor
den bericht.
De ingevulde formulieren moeten bij dezelfde
instantie als waar zij verkrijgbaar werden ge
steld, d.w.z. bij de procureurs-generaal, wor
den ingeleverd, derhalve niet bij het centrale
kantoor van den commissaris voor de ver
eenigingen en stichtingen in Den Haag.
De Japansch—Ned.-Indisclie
onderhandelingen.
BATAVIA, 8 October. (Domei). Men verwacht
dat de besprekingen tusschen Nederlandsch-Imdië
en Japan, die de vierde week ingaan, een meer con-
oreten vorm zullen aannemen. Wegens het overlij
den van generaal-majoor Isjimoto hebben slechts
twee besprekingen plaats gehad tusschen den Ja-
pansdhen consul-generaal, Saito, en het hoofd van
het departement van Economische Zaken, Van
Hooghstraten, nl. Dinsdag en Zaterdag. De leider
«der Japansche delegatie, Kobayasji, minister van
Handel en Nijverheid, brengt het weekeinde door
te Soekaboemi, doch in weerwil van zijn afwezig
heid zullen de onderhandelingen, naar men ge
looft, worden voortgezet.
WEEK-ABONNEMENTEN
dienen uiterlijk Woensdags avonds
betaald te zijn, daar de bezorgers op
Donderdag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE,