Litteraire Kantteekeningen.
Met Brein en Browning.
BURGERLIJKE STAND
Schoten—Beverwijk (4-2)
Lnverdende wijze heeft Beverwijk haar eerste
JLg geleden in de competitie. De Schote-
,n blijken te beschikken over een stevige
f? die technisch goed voetbal laat zien en
Swijfeld dit seizoen een hartig woordje zal
'«oreken voor de bovenste plaats. Bij Bever-
f -tu..niron vessies en de Ruyer die wer-
fjt onze clubs presteerden.
«ie overwinning voor Kennemers.
pi een»
doopen Zondag heeft voor onze clubs
■Moe resultaten gebracht. De Kenne-
r- Moden erin om Watergraafsmeer na een
erstc helft in het tweede deel van de-
^•.-trijd een verdiende 2O-nederlaag toe
De eerste punten zijn binnen en als
?-neeld wordt als Zondag na de-rust,
?*£er nog meer punten!
de overwinningenreeks van Beverwijk
ü3 °n einde. Het sterke Schoten bracht de
Fatten een verdiende 42-nederlaag toe.
flffcan tot de ernstigste kampioenscandi-
>rekend worden.
^iteandegre ongeslagen derdeklasser D.EM.
in Haarlem een veer laten. De gastheeren
2O-voorsprong, welke
de rust in een 32 voor-
ej-gauw een 2—O-voorspjrong, welke
vf echter nog voor de rust in een 32 voor-
- omzette. Kort voor het einde maakte
gelijk.
cjoB echter
r tVVB. gaat het lang niet naar wensch. Nu
i mét 3—1 van D.I.O. verloren.
u rovenmenschen wachten
eerste puntje.
nog steeds
vervangen door Seenvoorden en Th. Kuyer.
La telde één invaller en werd op goede
ffeCompleteerd door Versteeg. In de ach-
foede van de Wijkers ontstonden nog al eens
kerstanden wat niet valt te verwonderen,
Maenhout hier op een vreemde plaats
De middenlinie poogde het spel wel
sdj te verplaatsen, doch de Schotenaren re-
Bceeren alles en gaf hen „handen" vol werk.
indien speelde de roodwitte voorhoede te-
i in de breerte, hiermede de geel-zwarte ach-
■icede steeds weer gelegenheid gevend in te
kn, zoodat de Schoten-doelman Zonneveld
tokt al te moeilijk kreeg. Schoten be-
ïüover een goedsluitend elftal; de doelman
«tervlug en neemt geen risico. Ook rechts-
i Klooster en rechtshalf Eikhof speelden een
«n wedstrijd, terwijl in de voorhoede de
finnen v. Riemsdijk, midvoor v. Wilpen en
guiten Zwart een groot aandeel in de
ginning hadden. Als de Wijkers aftrappen
Jai zij de vrijwel van doel tot doel staande
ke bries tegen en Schoten profiteert hier
ikar van door een serie aanvallen op te
•3,die niet van .gevaar ontbloot zijn. Aan-
slElIJk houdt de roodwitte achterhoede met
üaan van Roon aan het hoofd goed stand en
i eenige corners worden goed weggewerkt.
1de roodwitte voorhoede probeert het, doch
joedspelende Schoten-backstel grijpt
sis tijdig in. Toch is het duidelijk dat doel
den niet zullen uitblijven en na 20 minuten
crt Fransen met een hard schot (10). De
iftrs zijn niet ontmodigd en probeeren steeds
Kr het spel te verplaatsen. Toen minuten voor
ilaatst van Riemsdijk handig terug
Wilpen, die met een schuiver doel-
Roon passeert (20).
Sa de thee denken we de Wij kers te zien op-
Ê'n, Met de wind mee zetten zij het Scho
l-doel. onder druk. In eenige oogenblikken
li krijgen zij drie corners te nemen, doch
■Jpunten blijven uit. Schoten krijgt een vrije
p, welke handing over de backs wordt ge
ratst en de toesnellendge Fransen scoort
Ml). Ternauwernood zijn de roodwitten be
nen van de schrik als weer é'en goeden aan-
van de geel-zwarten volgt. Linksbuiten
ïbof zet goed voor en v. Wilpen brengt den
dop 4—0. De Wijkers houden echter vol
10 minuten voor het einde scoort Marks via
«ster (4—1). Even voor het einde heeft de-
speler nogmaals succes en met een fraaie
)1 brengt hij den eind stand op 42.
T.Y.B. B.-D.E. M. (3-3)
den stevigen wind in den rug is D.E.M.
•rankelijk iets sterker, doch daar de thuisclub
ladediging versterkt heeft, krijgen de D.E.M.-
:.paartsen geen schietkans. Na een kwartier
':e! T.Y.BB., dat bij een vlotten aanval van
de score opent met een goed schot van v. d.
i. T.YJ3.B. blijft in den aanval en vergroot
voorsprong als van Rïel een fout in de D.E.M.-
vrhoede afstraft. De thuisclub heeft niet lang
tder van dezen voordrong. Een goede voorzet
Tervoort benut Arisz 21. Nog geen vijf
aten hierna wordt Slotemaker buiten het
Loopgebied genomen. Hij schiet den vrijen
Kp ineens hoog in den bovenhoek (22)D.E.M.
p nu sterker en valt aanhoudend aan. Van
-'t brengt dan op een prachtige wijze den bal
de geheele T.Y.B.B.-verdediging, passeert
-voor vier spelers en geeft- dan af aan Arisz.
p£M. de leiding geeft (2—3). Tot rust blijft
W. sterker.
ïj de thee gaat de strijd gelijk op. totdat de
plub iets in de meerderheid komt. D.E.M.
geen kans door de versterkte T.Y.B.B.-
WSing he.en te breken en daar de D.E.M.-
UMe te ver terug blijft, ondervinden de aan-
pn te weinig steun. D.E.M. heeft niet over
pi te klagen als de bal door den paal gekeerd
O Als Tervoort door alles heen is, wordt hij
vbd -ock vr^e SC^°P levert niets op.
3B. blijft iets meer in den aanval. Bij een
schot wordt Slotemaker gehinderd en de
|n de touwen 33. De thuisclub houdt
2™; haar verdediging weet de hardnekkige
W0en van D.E.M. om het winnende doelpunt
«scoren door stug verdedigen te verhinderen.
gelijk spel, dat de juiste verhouding aan-
komt het einde.
D.I.O.-V.V. B. (3-1)
Jf ^.B.-ers waren genoodzaakt met twee in-
iV00i' ?.pil Bravenboer en rechtsbuiten v. d,
flen strijd tegen D.I.O. aan te binden.
1^. won dezen wedstrijd niet door haar sterkte,
*>lTefdoordat de verdediging van V.V.B.
pc steken liet vallen. V.V.B. speelde enthou-
i^'Daar kon het juiste verband niet vinden,
3'°°k vrouw Fortuna geen moment haar
h, f te. Iu eerste instantie was de opstelling
ye verdediging van V.V.B.Stoffers—de Greef.
eerste goal ontstond reeds in de eerste minuut,
iehJ' ®am- de linksbuiten der D.I.O.-men-
schot op doel afgaf, dat door den wind
-eiuiterste hoekje van het doel belandde. Na
yntal minuten werkte de Greef den bal niet
vpnt genoeg weg en verkreeg Teunissen de
^ceens in te schieten. Daarna had een om-
fp-? plaats, waarbij Lansink de plaats van De
en De Greef naar de halflinie ver-
ti even voor mst bleef de stand zoo.
teïi* het spel tot groote hoogte kwam. Vlak
rast was het Piantoni, die doorgebroken was.
^.^achterstand kon verkleinen. Na de rust
•-VP'. werkend V.V.B doch wier spel ook
CpV'^rtkomingeri had. om succes te hebben.
fc^DIO.-menschen zakten af, waarhij het
oat zij scoorden ontstond doordat Lan
sink zich zelf even op nonactiviteit stelde, waar
van een dankbaar gebruik werd gemaakt. Een
wedstrijd, die bewees, dat beide ploegen de juiste
plaats op de ranglijst innemen.
Hoogoven Schaakclub
Vrijdag en Zaterdag werden de volgende par
tijen gespeeld van de Hoogoven Schaaclub:
Groep I:
VogelzangKroon afgebr.
J. C. de Haasv. d. Plas 10
Wulms—Paardekooper afgebr.
Paardekooperv. Krimpen 1/2—12
Groep II:
Schmidzv. Aalst 10
UilenbroekAndrea afgebr.
v. d. BroekScherer 10
C. de Boerv, Alfen 10
Schouten—Visser 01
IJzermanMulder 10
Groep III:
v. Zomeren—Ten Kate 01
Leloux—v. Loon 10
Steemanv. d. Blink 10
DellemanBlauw 01
Blok—K. de Boer 1—0
Snelle-Ver gunst 01
GOEDE EN GOEDKOOPE VOEDING IN
OORLOGSTIJD.
In de bovenzaal van het Veilinggebouw „Ken-
nemerland" zal op Dinsdag 15 October, nam. half
drie, door de kookleerares van het Gasbedrijf,
mej. C. P. Kooreman, een kookdemonstratie ge
geven worden over goede en goedkoope voeding
in oorlogstijd en het zuinig gebruik van gas in
verband met de a.s. rantsoeneering.
HET BAL VAN „KUNST NA ARBEID".
De Tooneelvereeniging „Kunst na Arbeid"
heeft haar leden wel ten zeerste aan haar
verplicht door Zaterdagavond in het Kennemer
Theater een bal te geven, als 'besluit van haar
eerste uitvoering.
Een groot aantal danslustigen hebben zich tot
het klokje van gehoorzaamheid tikte uitstekend
vermaakt. Het dansen werd afgewisseld met zang
en een „moppen-tapper", die veel succes had.
„The Rambling Kids" zorgde voor de dansmuziek.
DE TWEEDE UITVOERING VAN „KUNST NA
ARBEID".
De eerstvolgende uitvoering van de Tooneel
vereeniging „Kunst na Arbeid" is vastgesteld op
Zondag 12 Januari in het Kennemer Theater.
De uitvoering wordt met een hal besloten.
DE FEESTAVOND VAN „PLAN WEST".
De Winkelierscombinatie „Plan West" houdt
op Woensdag 6 November een feestavond in
het K.S.A.-gebouw. Opgevoerd zal worden de
revue van Tholen en Van Lier „Aanpakken",
waarvan Jacques van Tol de auteur is. De mu
zikale begeleiding is in handen van Herman
Kruyt.
Ontspanning en ontwikkeling van
Hoogoven Statenleden.
Het hoofdbestuur van Hoogoven Staten heeft
gemeend gelegenheid tot ontwikkeling te
moeten geven en niet alleen aan volwassenen,
doch ook aan de jeugd..
De cursussen, die in het Staten Huis aan de
Zeestraat worden gehouden, zijn van I.V.I.O.,
individueel onderwijs en omvatten de volgende
deelen:
Nederlandsch en Engelsch, leider de heer
Hagtingius; Rekenen, leidster mevrouw Piet;
Algebra en meetkunde; leider de heer Piët;
Fransch, leidster mevrouw Voet; Economie:
leider de heer Justman Jacob; Handelskennis:
leiders de heeren v. Veelen en Verhoog; Deze
cursussen staan open voor ieder lid van Hoogoven
Staten en voor het personeel van de K.N.H.S.
en nevenbedrijven.
AFSCHEID PASTOOR VAN DE PAVOORDT.
Zondag 27 October zal pastoor P. J. M. J. van de
Pavoort officieel afscheid nemen van zijn pa
rochianen van de parochie van O.L.V. van Goe
den Raad.
MIJ. VOOR TUINBOUW EN PLANTKUNDE.
De plaatselijke af deeling van de Ned. Mij. voor
Tuinbouw en Plantkunde houdt Donderdag 17
October in het Veilinggebouw „Het Centrum" een
ledenvergadering, waarin de heer K. G. Steyn een
causerie zal houden over cyclamen.
Aan loonen kon aan de tewerkgestelden on
geveer f 1800 worden uitbetaald. Indien er geen
werkinrichting was. zouden van de 13 jongens
6 a 7 in een inrichting moeten worden geplaat-st.
Volgens de rekening van den penningmeester
bedroegen de ontvangsten in 1939 f 8954.01.
Ontvangen werd o.a.: contributie f 286.28, op
brengst verkochte artikelen f 3328,99, loon
aan venters f 628.02, subsidie provincie f 338.25,
subsidie gemeente f 3000.
Onder de uitgaven staan vermeld: Loon werk
meester f 1929.20, loon tewerkgestëldeh f 1788.17,
aanschaffing garens f 1815.89, aanschaffing
teenen en biezen f 68.75, aanschaffing borstels
f 352.81, aanschaffing materialen f 68.75, huur
werkinrichting f 1120, vergoeding leider werk
inrichting f 180, loon aan venters f 628.02, enz.
BOUWWERKEN.
Aan den heer E. Loendersloot alhier is vergun
ning verleend tot het verbouwen van het pakhuis
Zeeweg 83 tot slachterij.
Het bouwen van een bijkeuken bij het perceel
Kon. Wilhelmïnakade 38 is opgedragen aan J. de
Waard alhier.
R.K. SPEELTUINVEREEN. „VRIJ EN BLIJ".
Zondagmiddag heeft de RJC. Speeltuinvereeni-
ging „Vrij en Blij" voor de schooljeugd tot en
met veertien jaar en voor de kinderen der leden
een filmvoorstelling gegeven in het Patronaats
gebouw. De toeloop was zoo groot, dat op het
laatst geen kinderen meer konden worden toe
gelaten. De kleinen hebben een middag vol amu
sement gehad.
Het maken van rioolwerken in de Dreef, het
Lorentzplein en de Wilhelminalaan te Haarlem is
opgedragen aan de fa. Joh. Dienaar en Zn. te
IJmuiden voor f 78463.
Jörgen Frantz Jacobsen.
Barbara, een roman van de Farocr.
Den Haag, Leopold's U.M.
De schrijver van dezen roman, die kort na het
verschijnen ervan overleed, zal door Barbara,
dat zijn debuut was, voort, blijven leven in de lit
teratuur, evenals nog enkele andere groote be
lofte-afleggers in de kunst, wier beloften eigen
lijk reeds hun geheele uitingsmogelijkheid in
zich besloten hielden en die met een eersten worp
een meesterwerk geschapen hebben. Men zal
Barbara voor zulk een meesterwerk kunnen hou
den en de vertaling uit het Deensch ervan, door
Willy Corsari en Hedda Syberg, kunnen toe
juichen.
Het is in ieder opzicht een ongemeen boek.
waarin tegen een tijdloozen achtergrond al
lijkt het een spel der historie een vrouwen
figuur gezet is, die absoluut modern kon zijn en
zelfs toekomstig ook zal blijven, omdat het ka
rakteristieke erin zoo uiterst scherp de eeuwig-
vrouwelijke aantrekkelijkheid, als de even
eeuwige demonie in haar, vertegenwoordigt. Met
een haast onmerkbare variant op Goethe's blij
moedig optimistisch „das ewig Weibliche zicht
uns hinan" zal de zwartgallige wereldbeschouwer
kunnen betoogen dat het „ewig Weibliche uns
hinab zieht", en zij kunnen beiden gelijk hebben
daar zij beiden niet das Weib, doch haar invloed
op derden, ten goede of ten kwade, op het oog
hebben. In Barbara leeft een aantrekkingskracht
die zij op mannen in haar omgeving uitoefent, die
grenzenïoos en niet immer te vatten is; zij is zich
daarvan bewust en exploiteert die kracht met de
beste bedoelingen, maar even onverantwoordelijk
als de natuur zelve, zooals de onderrechter Joh an
Hendrik dat in een welwillend moment omschrijft.
Ook Poul, haar man, de derde of vierde die zij
zal probeeren gelukkig te maken poogt die
Vereeniging voor Zwakzinnigenzorg.
De vereeniging voor zwakzinnigenzorg hield
Zaterdagmiddag in café Centraal aan den Zee
leg te IJmuiden een ledenvergadering, die ge
opend werd door den voorzitter, den heer H.
Groeneveld. Deze herinnerde er aan, dat het 23
September j.l. twaalf jaar geleden was, dat de
vereeniging werd opgericht. Was het indertijd
het plan van het bestuur geweest, het 10-jarig
bestaan eenigszins feestelijk te herdenken, dooi
de omstandigheden kon dit plan niet ten uitvoer
worden gebracht. Men besloot de feestelijk
heden uit te stellen tot het 12l/s-jarig jubileum.
Maar ook thans zijn de omstandigheden niet
gunstig. De vereeniging ondervindt nu vooral
moeilijkheden doordat het bezwaarlijk wordt,
grondstoffen te verkrijgen voor de werkstukken.
Vandaar dat het bestuur zich thans een ant
woord moet geven op de vraag: hoe kunnen
we de tewerkgestelden aan het werk houden?
Spreker bracht dank aan allen die de vereeni
ging hebben gesteund, in het bijzonder aan B,
en W., aan de gemeentelijke instellingen en aan
de "groote bedrijven, die geregeld artikelen
van deze werkinrichting betrekken.
De secretaris de heer A. ten Broeke en de di
recteur de heer A. P. Stolk, brachten hierna
hun jaarverslag uit. Nadat de begrooting voor
1941 was vastgesteld had een bestuursverkie
zing plaats. Aan de beurt van aftreding waren
d¥ heeren P. C. de Weerdt en E. W. de Boer,
die beiden bij acclamatie herkozen werden.
Het bestuur deelde nog mede, dat in verband
met de moeite, die wordt ondervonden bij het ver
krijgen van sommige grondstoffen, bepaalde
artikelen niet meer, als voorheen in voorraad
gemaakt kunnen worden. Daarom heeft het
bestuur besloten, uit te zien naar andere werk-
objecten. Zoo is men thans bezig met het ver
vaardigen van biezen matten.
Jaarverslag.
Volgens het jaarverslag over 1939 van den
directeur der werkinrichting bedroeg het aantal
terwerkgestelden 13, nl. 11 zwakzinnigen en 2
blinden. In totaal werd voor bijna f 4000 aan
producten der inrichting verschaft, waarvan
na aftrek van het ventloon ruim f 3300 over
bleef. Vervaardigd werden 377 cocosmatten, 158
ruige deurmatten, 111 gaatjes-stoelmatten, 48
biezen stoelmatten, 2865 boenders, 1108 bezems,
563 stoffers, 112 lange stoffers, 553 vaatkwas-
ten, 611 kopjeskwasten, 424 closetboenders, 414
panboenders en nog bijna 600 andere artike
len.
De Rijkspostspaarbank in
September.
Een ton meer terugbetaald dan
ingelegd.
Ook in de maand September hebben de Post
spaarbank-spaarders hun tegoed bij de bank
flink aangesproken. Tegenover een totaal aan
inleggelden van slechts f 66128.66 stond een totaal
aan uitbetalingen van f 166299.41, zoodat
f 100170.75 meer werd uitbetaald dan ingelegd.
Van deze ruim 100.000 gulden nadeelig verschil
leverde het kantoor IJmuiden meer dan de helft
en IJmuiden-Oost bijna één vijfde deel. De spaar
ders in IJmuiden brachten hunne banksaldi meer
dan 75.000 gld. achteruit, doordat tegenover ruim
een ton aan opvorderingen slechts ruim 2500 gld
m inleggelden bestond.
Hieronder de gang van zaken aan de verschil
lende kantoren:
Kantoor IJmuiden:
Ingelegd
Terugbetaald
f 21.598.35
f 78.075.42
Minder ingelegd dan terugbetaald f56.477.07
Kantoor IJmuiden-Oost:
Ingelegd
Terugbetaald
4.343.58
13.830.75
Minder ingelegd dan terugbetaald f 19.487.17
Kantoor Velsen:
Ingelegd
Terugbetaald
3.854.38
8.071.40
Minder ingelegd dan terugbetaald f 4.217.02
Kantoor Velsen-Noord:
Ingelegd
Terugbetaald
f 6.147.66
f 16.449
Minder ingelegd dan terugbetaald f 10.302.30
Kantoor Santpoort-Dorp:
Ingelegd
Terugbetaald
f 14.788.33
f 21.635.27
Minder ingelegd dan terugbetaald
Kantoor Santpoort-Station:
Ingelegd
Terugbetaald
f 15.396.36
f 18.236.61
Minder ingelegd dan terugbetaald f 2.840.25
Het aantal nieuw uitgegeven boekjes bedroeg 27.
Arsène Lupin.
In rok, den hoogen hoed een tikje scheef, de
monocle in het oog geklemd, de met witte zijde
gevoerde avondcape losjes om de schouders, be
zoekt Arsène Lupin de gala-voorstelling in de
opera of het luisterrijke feest dat de
gezant in Parijs geeft. Beminnelijk glimlachend
onderhoudt hij zich met de oude Douairière
d'Armagnac, hoffelijk leidt hij Gravin d'Alescar
ten dans. Omringd door een aantal gecharmeer
de dames converseert hij over de rennen, de mode,
de liefde maar de kans is groot dat een oogen-
blik later een der Parijsehe schoonen naar haar
décolleté grijpt en een gilletje slaakt. Waar is
het parelsnoer gebleven, dat kostbare erfstuk dei-
familie, de trots en glorie der draagster? Tien
tallen, honderdtallen agenten schieten toe in hun
korte wapperende capes. Gansch het illustere ge
zelschap van graven en baronnen, diplomaten en
politici, zware mama's en frêle dochters wordt
op een hoop gedreven en aan den lijve onder
zocht. Vergeefs. Natuurlijk vergeefs.
Maar eerfige dagen later verschijnt in het groot
ste en bekendste boulevard-blad een open brief.
Betreffende het ontvreemde sieraad kan de
schrijver alle finesses mededeelen. De eigenares
kan het wellicht terugkoopen. In heusehe bewoor
dingen uit de onbekende zijn leedwezen over het
ongemak dat hij de schoone bezitster heeft moe
ten veroorzaken en hij onderteekent zijn brief
met den naam die alle respectabele lieden de stui
pen op het lijf jaagt, den naam die voor elk bur
gerlijk fatsoen het kort begrip uitmaakt van de
uitgebreider titels: straatroover, inbreker, schurk,
verleider, deugniet, geboefte, gauwdief, .lichtmis,
booswicht en losbol maar tevens de naam die
fascineerend werkt op de verbeelding der geheele
vrouwelijke kunne en daar synoniem wordt ge
acht met charmant, veroverend, stoutmoedig, on
verschrokken, koelbloedig en brutaal.
Wie is Arsène Lupin, die zonderlinge menge
ling van deugd en ondeugd, van gentleman en
inbreker, van schurk en weldoener? Vandaag is
hij de hulp der politie en ontmaskert een schurk
die zich ten koste van goedgeloovige burgerluitjes
heeft verrijkt, maar morgen zendt hij een briefje
aan den een of anderen gefortuneerden anti
quair met de mededeeling, dat hij van plan is
Zaterdag den zooveelsten 's nachts tusschen kwart
voor twaalf en twaalf uur een kostbaar schilderij
uit zijn verzameling te komen stelen. De onder-
teekening „Arsène Lupin" doet den kunsthande
laar de haren te berge rijzen. Hij weet dat de be
dreiging geen ij dele bluf is, dat de befaamde, be
ruchte duivelskunstenaar zijn woord gestand zal
doen. Hij alarmeert het geheele politie-corps dat
van zijn woning een kleine vesting maakt. De
hoofdinspecteur stelt zich met een geladen re
volver in elke hand vlak voor het bedreigde doek
op. Trillend van zenuwachtigheid gaat de kunst
minnaar naar bed en blijft daar liggen trillen
tot de ochtend gloort. Dan haast hij zich naar
de plaats waar zijn schilderstuk hangt neen!
waar het gehangen heeft. Want de Rembrandt of
de Van Dijck is tegelijk met den inspecteur ver
dwenen en als men 's mans woning onderzoekt,
vindt men hem geboeid en gekneveld in bed lig
gen. En op den wand, juist ter plaatse waar het
stuk hangt, staat met blauw krijt weer diezelfde
naam: Arsène Lupin.
Arsène Lupin, creatie van 1906 en nog een
succes: Arsène Lupin, de man der duizend ver
mommingen en tienduizend waaghalzerijen; de
David van de list die telkens en telkens weer den
loggen Goliath van de maatschappij met zijn wel-
gemikten keisteen treft; de gentleman die in
braak tot een schoone kunst verheft en dan ook
mateloos trotsch is op elke welgeslaagde boeverij;
vervuld van minachting voor al wat dom en plomp
is; ridder van den geest, in voortdurenden strijd
gewikkeld met materialisme, machtswellust
eigenbaat.
Maurice Leblanc, de geestelijke vader van
Arsène Lupin, heeft in zijn creatie bewust of
onbewust een tegenhanger geschapen van
Sherlock Holmes. Tegenover den sympathieken
detective plaatst hij den sympathieken dief,
tegönover den typischen Engelschman den ty-
pischen Franschman. Holmes rookt pijpen en
zwoegt door alle finesses van een misdaad
heen; Lupin rookt sigaretten en lost alle raad
selen badineerend op. Want ook Arsène Lupin
is detective. Weliswaar treedt hij dan meestal
onder een anderen naam op Jim Barnett bij
voorbeeld maar hij is toch onze oude Arsène
en in zooverre een unicum onder de detectives,
dat hij zijn werk geenszins belangeloos verricht,
Hij zal dc u ontvreemde documenten met een
elegant gebaar op uw schrijftafel deponeeren,
maar gaat dan wittebroodsweken vieren met
uw eigen vrouw. Hij bezorgt u het u ontstolen
paarlencollier prompt terug, maar den volgen
den dag vindt ge uw brandkast open en het étui
leeg. Een minzaam briefje meldt u dat de detec
tive zijn salaris maar meteen heeft meegeno
men. Waarom hij het dan eerst heeft terugge
bracht? Wel omdat het stelen-zelf een sport
is voor Arsène Lupin, neen, erger, een levens
behoefte. Dit heerschap is volkomen van alle
burgerlijke moraal ontbloot. Hij is als de held
uit Woutertje Pieterse's Rooverslied: „hij doet
die dingen voor zijn plezier". En de braafsten
onder ons, de Pennewips en de Lapsen en de
Stotters en Stoffels, zij stamelen een kort:
goeiegenadige deugdvanmeleven of grijpen naar
de lodderijndoos en Arsène Lupin lacht. Hij
lacht dat hij zijn buik moet vasthouden en de
tranen hem uit de oogen loopen. Maar wie heeft
ooit Sherlock Holmes zien lachen? En wie heeft
Sherlock Holmes ooit een misdadiger zien ont
maskeren zonder Brein, maar met Bluf, zonder
Browning, maar met Bravoure? Van eenige we
tenschap, eenige gefundeerde kennis betreffen
de de methoden die een speurder kan volgen om
den boef te ontmaskeren, is bij Lupin geen
sprake. Voor zoover hij er nog een systeem op
na houdt, is het gebaseerd op imponeeren, op
intimideeren bijna. Zoo oreert hij tegen Baron
de Gravières: „Den man dien men verdenkt
moet men niet beschuldigen, men moet zich niet
met hem bemoeien, hem vooral geen inlich
tingen vragen. Maar in zijn aanwezigheid gaat
men het verloop der gebeurtenissen zoo goed
mogelijk reconstrueeren. De schuldige beleeft
opnieuw de rol die hij gespeeld heeft. Al wat
voor altijd in het duister verborgen moest blij
ven. komt aan den dag. De misdadiger geraakt
in steeds grooter verwarring. En tenslotte ge
voelt hij zich zoo verstrikt, het schijnt hem zoo
zeker toe. dat er een reeks bewijzen tegen hem
bestaat, zijn zenuwen worden op zulk een zware
proef gesteld dat de gedachte, alle schuld bru
taalweg te loochenen, zelfs niet in hem opkomt.
Bovendien, het angstzweet staat hem op het
voorhoofd, zijn knieën trillen, zijn gelaa'
bleek hij heeft zich al verraden". En
Lupin deze theorie heeft verkondigd, voegt hij
er met een uiterst beminnelijken glimlach aan
toee: „En uzelf bent het levende bewijs van de
juistheid mijner opvatting. Monsieur le Baron.
Of wilde u tóch nog probeeren te ontkennen?"
En de schuldige baron valt pardoes door
mand.
Maurice Leblanc laat zijn Arsène Lupin op
treden in volledige romans (L'Aiquille creuse,
Les huit Coups de l'Horloge enz.) en in korte
verhalen. Zijn romans wemelen van geheimzin
nige kasteelen, onderaardsche gewelven, verbor
gen deuren en wat er zoo meer bij dergelijke
verhalen te pas komt. Ze zyn de voortzetting
van Alexander Dumas' en Victor Hugo's zware
romantiek, evenals Arsène Lupin eigenlijk een
herboren Don Cesar de Bazan of Hernani is.
Maar den waren geest ademen pas de novellen:
Les trois Crimes d'Arsène Lupin, Les Confiden
ces d'Arsène Lupin, l'Agence Barnett et Cie.
enz. Daar vindt men dén lach in plaats van de
rilling, den geest in plaats van den griezel.
Daar vindt men Arsène Lupin in zijn ideale ge
daante: mengeling van den humoristischen Pa-
rijschen straatjongen en den edelen, sympathie
ken handhaver van het Recht. In die gestalte
is hij een levend begrip gebleven, de jaren door.
En al bezweert hij in elk zijner vele amoureuse
buien: „Ik denk niet meer aan stelen.als jij
bij me bent, wil ik alleen jouw kussen stelen, je
gedachten stelen, je heele hart stelen
wij weten allen: dat zijn slechts kortstondige af
dwalingen. Een eerlijke Arsène Lupin is even
onbestaanbaar als een verliefde Sherlock
Holmes.
P. H. SCHRÖDER
onverantwoordelijkheid te vergoelijken. „Zij wa
ren beiden hulpelooze en weerlooze menschen.
Hij kende Barbara: zijn meende het niet minder
goed dan hij zelf, in haar hart was zij veel beter
dan hij. Maar ze had geen macht over dat hart,
het ging altijd zijn eigen weg. Ze sidderden beiden
om dat hart, het was zoo ongebonden en zoo
blind, enz.
Barbara had Poul veroverd in het eerste uur
dat hij, de pas benoemde nieuwe predikant, uit
Kopenhagen komend, op de Faroër voet aan wal
zette, in Thorshavn. Barbara, de acht en twintig
jarige weduwe van een vroegeren predikant, de
gewezen verloofde van nog een anderen, de jonge
vrouw, over wie het oordeel verschilt al naar den
leeftijd en het geslacht van wie het oordeel velt,
staat met de notabelen van Thorshavn op de
kade. om de binnenkomst van het schip een
gebeurtenis op het eiland gade te slaan. Als de
nieuwe predikant ook aan Barbara wordt voor
gesteld. gedraagt ze zich koel. al heeft ze hem
op een afstand reeds bestudeerd en het avontuur
voorvoeld.
En de brave Poul Aggersöe tippelt er in; zijn
verliefdheid belet hem, dieper in te gaan op alles
wat hem over Barbara ter oore komt. Zelfs als zij
een slet is. zooals zij die haar niet lijden mogen
telkens herhalen, zal zijn geloofskracht sterk
genoeg zijn om haar te „redden" envoor zich
te behouden. Men heeft hem vaak genoeg voor
haar gewaarschuwd, maar daartegenover stond
toch de onbegrensde genegenheid die zoo veel
anderen voor haar gevoelden en waar hij toch
de duidelijkste bewijzen van voor oogen kreeg. En
inderdaad, als Poul en Barbara getrouwd zijn en
in de pastorie van Midvaag wonen beleven zij
beiden een tijd van een innig geluk, als waarvan
Poul nimmer had durven droomen. Maar als Poul
den Kerstdienst op het eiland Myggenaes moet
gaan leiden en het veranderd weergetij hem daar
gevangen houdt, kan Barbara het in de pastorie
van Midvaag niet langer uithouden: zij laat alles
in den steek om naar Thorshavn terug te keeren,
waar zij zich in de armen van een jeugdvriend,
Andreas Heyde werpt en met dien gaat leven.
Poul komt wanhopig en ontzind haar terughalen,
maar komt te laat. En Andreas laat haar in den
steek* als hij genoeg van haar heeft en bedreigt
haar door stil naar Kopenhagen terug te keeren
zonder haar, zooals hij haar had voorgespiegeld,
mee te nemen en in hét groote stadsleven binnen
te voeren, waarvan ze zich reeds nieuwe verove
ringen had voorspiegeld. Dan is het eindelijk haar
beurt om wanhopig te zijn. Als zij het verraad
bemerkt, laat zij zich in een sloep achter het ver
trekkende schip aanroeien, maar de mannen
halen het niet en de Fortuna verdwijnt in den
mist met Andreas aan boord. Gebroken komt
Barbara op de kade terug waar zii tusschen de
toeschouwers als het ware spitsroeden moet loo
pen en het afkeurend gemompel van vrouwen en
mannen had kunnen aanhoorên als zij niet totaal
gebroken was geweest. „Ja. jaze heeft an
deren zooveel aangedaan. Nu kan ze het zelf eens
voelen. En grondig ookEn Ga'oriël, die geen
kans ooit had bij Barbara, uit giegelend zijn leed
vermaak: „nou geloof ik toch. dat het uit is met)
die mooie Barbara. Het is afgeloopen met die
slet!"
Is Barbara een slet, zooals de weinig nobele
Gabriël en de brave burgers op de kade van
Thorshavn zich dat wijs maken? Is zij. zooals een
Deensch criticus, over het boek schrijvend, zich
uitte: een van de verrukkelijkste en levendste
voorheelden van onweerstaanbare vrouwelijk
heid? Men zal noch het een, noch het ander
willen beamen en haar het tragische tusschen-
ding noemen, die spelend zweeft tusschen die
beide polen. Zij zelf had „vele, schitterende ver
klaringen voor de kriskras loopende wegen van
haar bestaan, ja zij had als het ware een zak
vol uitvluchten die glinsterden als gekleurde
steenen en straalden als haar eigen groen-gou-
den oogen". (Pag. 104) Maar toch was zij uit
eindelijk, zooals de onderrechter haar zag: „als
de natuur zelf, onverantwoordelijk, maar ook
blind en gemakkelijk te bedriegen, en zij be
drogen haar, zij bedrogen op laaghartige wijze
de natuur, midden in haar blindelings vertrou
wende ontplooiing", (pag. 303). Dat overpeinst
de onderrechter, als hij zijn neef Andreas de
middelen aan de hand doet om zich van Barbara
los te maken en de plaat te poetsen. Die onder
rechter is een aardig geteekende figuur in het
boek, een glimlachend wijsgeer, die zich over
alles, wat hemzelf niet meegeloopen is in zijn
genegenheden, heeft heengezet en bij wie de
vrienden en familie nu komen „uitpraten" als ze
geestelijk in de put zitten. Een geestig ge
sprek voert hij onder andere met Poul, als die
nog pas kort getrouwd is met Barbara en zich
over de toekomst ongerust maakt, (182 - vlgd.)
Hij citeert daarbij La Rochefoucauld die
dan ook voor Poul nog een nieuwmodische
Fransche filosoof is met de opmerking dat
degeen, die leeft zonder dwaasheden te begaan,
niet zoo wijs is als hij zelf gelooft. Dat lijkt
nu wel niet direct de juiste aanvang om den
tobbenden Poul op zijn gemak te zetten, maar
ik zou den lezer willen aanraden dat hoofdstuk
niet te vluchtig door te lezen, daar het een der
geestigste gedeelten uit het boek bevat.
Wat voor mijn gevoel dit boek zijn charme
verleent is de zeventiende-eeuwsche sfeer die
prachtig blijft volgehouden; het typisch Noord-
sche ook in de beschrijving van leven en dagen
op de stille eilanden, waar tweemaal in het jaar
de komst van „het" schip aan het bestaan van
de rest van de wereld herinnert. Prachtig getee
kende bijfiguren wandelen door het verhaal, uit
gesproken karakters toch in die afgeslotenheid,
die men aanvoelt als zag men een visschenwe-
reld in een keurig geordend aquarium. Daarin
een figuur als Barbara, een niet aan tijd of
plaats gebonden verschijning en juist daarom in
dit milieu zoo boeiend. Ze kan altijd en overal
optreden, waar het gevoel van eerbied voor een
groote genegenheid verslapt of verstikt is, waar
men zich die voorstelt als deelbaar en verdeel
baar als bonnen van de distributiekaart, waar
tenslotte het verantwoordelijkheidsgevoel ont
breekt in zaken, die misschien dwaasheide maar
dan toch verheven dwaasheid zijn, waarbuiten
ook de verstandigste mensch niet leven
kan. Ze is typeerend voor tijden van afbrok
kelend zelfbewustzijn, gemakzucht en karakter
loosheid in zaken, die in de allereerste plaats op
karakter aankomen. Barbara mist karakter.
Zij is ook geen slet, geen groote courtisane
ze heeft een losse goedhartigheid die groote
genegenheid suggereert, die op het eind niet veel
beteekent en als klein geld, als pasmunt dient
bij haar "zuiver lichamelijke aantrekkingskracht.
Het leven van onzen tijd heefc dat type geclas
sificeerd. Jörgen Franz Jacobsen heeft één
specimen op schitterende wijze in een zeven-
tiende-eeuwsche lijst gezet en er een prachtig
schilderij van gemaakt.
J. H. DE BOIS.
HAARLEM 12 October 1940.
Bevallen: 9 Oct., C. van PraagGroen, d.; M. van
der Polvan Zomeren, d.; 10 Oct., L. Westerman—
Vermond, z.; A. J. Hansenvan Straaten, z.; II
Oct., F. Hofsteevan der Werf, d.; M. C. Goedvolk
—Zeeman, z.; M. E. A. Merckelbaghvan Rek, d.;
H RanKnol, d.
Overleden: 10 Oct., L. WestermanVermond, 36
jaar, Amsterdamstraat; II Oct., J. A. Ruygvoorn,
73 jaar, Westkolk.