Litteraire Kantteekeningen. Met Brein en Browning. BURGERLIJKE STAND Schoten—Beverwijk (4-2) Lnverdende wijze heeft Beverwijk haar eerste JLg geleden in de competitie. De Schote- ,n blijken te beschikken over een stevige f? die technisch goed voetbal laat zien en Swijfeld dit seizoen een hartig woordje zal '«oreken voor de bovenste plaats. Bij Bever- f -tu..niron vessies en de Ruyer die wer- fjt onze clubs presteerden. «ie overwinning voor Kennemers. pi een» doopen Zondag heeft voor onze clubs ■Moe resultaten gebracht. De Kenne- r- Moden erin om Watergraafsmeer na een erstc helft in het tweede deel van de- ^•.-trijd een verdiende 2O-nederlaag toe De eerste punten zijn binnen en als ?-neeld wordt als Zondag na de-rust, ?*£er nog meer punten! de overwinningenreeks van Beverwijk ü3 °n einde. Het sterke Schoten bracht de Fatten een verdiende 42-nederlaag toe. flffcan tot de ernstigste kampioenscandi- >rekend worden. ^iteandegre ongeslagen derdeklasser D.EM. in Haarlem een veer laten. De gastheeren 2O-voorsprong, welke de rust in een 32 voor- ej-gauw een 2—O-voorspjrong, welke vf echter nog voor de rust in een 32 voor- - omzette. Kort voor het einde maakte gelijk. cjoB echter r tVVB. gaat het lang niet naar wensch. Nu i mét 3—1 van D.I.O. verloren. u rovenmenschen wachten eerste puntje. nog steeds vervangen door Seenvoorden en Th. Kuyer. La telde één invaller en werd op goede ffeCompleteerd door Versteeg. In de ach- foede van de Wijkers ontstonden nog al eens kerstanden wat niet valt te verwonderen, Maenhout hier op een vreemde plaats De middenlinie poogde het spel wel sdj te verplaatsen, doch de Schotenaren re- Bceeren alles en gaf hen „handen" vol werk. indien speelde de roodwitte voorhoede te- i in de breerte, hiermede de geel-zwarte ach- ■icede steeds weer gelegenheid gevend in te kn, zoodat de Schoten-doelman Zonneveld tokt al te moeilijk kreeg. Schoten be- ïüover een goedsluitend elftal; de doelman «tervlug en neemt geen risico. Ook rechts- i Klooster en rechtshalf Eikhof speelden een «n wedstrijd, terwijl in de voorhoede de finnen v. Riemsdijk, midvoor v. Wilpen en guiten Zwart een groot aandeel in de ginning hadden. Als de Wijkers aftrappen Jai zij de vrijwel van doel tot doel staande ke bries tegen en Schoten profiteert hier ikar van door een serie aanvallen op te •3,die niet van .gevaar ontbloot zijn. Aan- slElIJk houdt de roodwitte achterhoede met üaan van Roon aan het hoofd goed stand en i eenige corners worden goed weggewerkt. 1de roodwitte voorhoede probeert het, doch joedspelende Schoten-backstel grijpt sis tijdig in. Toch is het duidelijk dat doel den niet zullen uitblijven en na 20 minuten crt Fransen met een hard schot (10). De iftrs zijn niet ontmodigd en probeeren steeds Kr het spel te verplaatsen. Toen minuten voor ilaatst van Riemsdijk handig terug Wilpen, die met een schuiver doel- Roon passeert (20). Sa de thee denken we de Wij kers te zien op- Ê'n, Met de wind mee zetten zij het Scho l-doel. onder druk. In eenige oogenblikken li krijgen zij drie corners te nemen, doch ■Jpunten blijven uit. Schoten krijgt een vrije p, welke handing over de backs wordt ge ratst en de toesnellendge Fransen scoort Ml). Ternauwernood zijn de roodwitten be nen van de schrik als weer é'en goeden aan- van de geel-zwarten volgt. Linksbuiten ïbof zet goed voor en v. Wilpen brengt den dop 4—0. De Wijkers houden echter vol 10 minuten voor het einde scoort Marks via «ster (4—1). Even voor het einde heeft de- speler nogmaals succes en met een fraaie )1 brengt hij den eind stand op 42. T.Y.B. B.-D.E. M. (3-3) den stevigen wind in den rug is D.E.M. •rankelijk iets sterker, doch daar de thuisclub ladediging versterkt heeft, krijgen de D.E.M.- :.paartsen geen schietkans. Na een kwartier ':e! T.Y.BB., dat bij een vlotten aanval van de score opent met een goed schot van v. d. i. T.YJ3.B. blijft in den aanval en vergroot voorsprong als van Rïel een fout in de D.E.M.- vrhoede afstraft. De thuisclub heeft niet lang tder van dezen voordrong. Een goede voorzet Tervoort benut Arisz 21. Nog geen vijf aten hierna wordt Slotemaker buiten het Loopgebied genomen. Hij schiet den vrijen Kp ineens hoog in den bovenhoek (22)D.E.M. p nu sterker en valt aanhoudend aan. Van -'t brengt dan op een prachtige wijze den bal de geheele T.Y.B.B.-verdediging, passeert -voor vier spelers en geeft- dan af aan Arisz. p£M. de leiding geeft (2—3). Tot rust blijft W. sterker. ïj de thee gaat de strijd gelijk op. totdat de plub iets in de meerderheid komt. D.E.M. geen kans door de versterkte T.Y.B.B.- WSing he.en te breken en daar de D.E.M.- UMe te ver terug blijft, ondervinden de aan- pn te weinig steun. D.E.M. heeft niet over pi te klagen als de bal door den paal gekeerd O Als Tervoort door alles heen is, wordt hij vbd -ock vr^e SC^°P levert niets op. 3B. blijft iets meer in den aanval. Bij een schot wordt Slotemaker gehinderd en de |n de touwen 33. De thuisclub houdt 2™; haar verdediging weet de hardnekkige W0en van D.E.M. om het winnende doelpunt «scoren door stug verdedigen te verhinderen. gelijk spel, dat de juiste verhouding aan- komt het einde. D.I.O.-V.V. B. (3-1) Jf ^.B.-ers waren genoodzaakt met twee in- iV00i' ?.pil Bravenboer en rechtsbuiten v. d, flen strijd tegen D.I.O. aan te binden. 1^. won dezen wedstrijd niet door haar sterkte, *>lTefdoordat de verdediging van V.V.B. pc steken liet vallen. V.V.B. speelde enthou- i^'Daar kon het juiste verband niet vinden, 3'°°k vrouw Fortuna geen moment haar h, f te. Iu eerste instantie was de opstelling ye verdediging van V.V.B.Stoffers—de Greef. eerste goal ontstond reeds in de eerste minuut, iehJ' ®am- de linksbuiten der D.I.O.-men- schot op doel afgaf, dat door den wind -eiuiterste hoekje van het doel belandde. Na yntal minuten werkte de Greef den bal niet vpnt genoeg weg en verkreeg Teunissen de ^ceens in te schieten. Daarna had een om- fp-? plaats, waarbij Lansink de plaats van De en De Greef naar de halflinie ver- ti even voor mst bleef de stand zoo. teïi* het spel tot groote hoogte kwam. Vlak rast was het Piantoni, die doorgebroken was. ^.^achterstand kon verkleinen. Na de rust •-VP'. werkend V.V.B doch wier spel ook CpV'^rtkomingeri had. om succes te hebben. fc^DIO.-menschen zakten af, waarhij het oat zij scoorden ontstond doordat Lan sink zich zelf even op nonactiviteit stelde, waar van een dankbaar gebruik werd gemaakt. Een wedstrijd, die bewees, dat beide ploegen de juiste plaats op de ranglijst innemen. Hoogoven Schaakclub Vrijdag en Zaterdag werden de volgende par tijen gespeeld van de Hoogoven Schaaclub: Groep I: VogelzangKroon afgebr. J. C. de Haasv. d. Plas 10 Wulms—Paardekooper afgebr. Paardekooperv. Krimpen 1/2—12 Groep II: Schmidzv. Aalst 10 UilenbroekAndrea afgebr. v. d. BroekScherer 10 C. de Boerv, Alfen 10 Schouten—Visser 01 IJzermanMulder 10 Groep III: v. Zomeren—Ten Kate 01 Leloux—v. Loon 10 Steemanv. d. Blink 10 DellemanBlauw 01 Blok—K. de Boer 1—0 Snelle-Ver gunst 01 GOEDE EN GOEDKOOPE VOEDING IN OORLOGSTIJD. In de bovenzaal van het Veilinggebouw „Ken- nemerland" zal op Dinsdag 15 October, nam. half drie, door de kookleerares van het Gasbedrijf, mej. C. P. Kooreman, een kookdemonstratie ge geven worden over goede en goedkoope voeding in oorlogstijd en het zuinig gebruik van gas in verband met de a.s. rantsoeneering. HET BAL VAN „KUNST NA ARBEID". De Tooneelvereeniging „Kunst na Arbeid" heeft haar leden wel ten zeerste aan haar verplicht door Zaterdagavond in het Kennemer Theater een bal te geven, als 'besluit van haar eerste uitvoering. Een groot aantal danslustigen hebben zich tot het klokje van gehoorzaamheid tikte uitstekend vermaakt. Het dansen werd afgewisseld met zang en een „moppen-tapper", die veel succes had. „The Rambling Kids" zorgde voor de dansmuziek. DE TWEEDE UITVOERING VAN „KUNST NA ARBEID". De eerstvolgende uitvoering van de Tooneel vereeniging „Kunst na Arbeid" is vastgesteld op Zondag 12 Januari in het Kennemer Theater. De uitvoering wordt met een hal besloten. DE FEESTAVOND VAN „PLAN WEST". De Winkelierscombinatie „Plan West" houdt op Woensdag 6 November een feestavond in het K.S.A.-gebouw. Opgevoerd zal worden de revue van Tholen en Van Lier „Aanpakken", waarvan Jacques van Tol de auteur is. De mu zikale begeleiding is in handen van Herman Kruyt. Ontspanning en ontwikkeling van Hoogoven Statenleden. Het hoofdbestuur van Hoogoven Staten heeft gemeend gelegenheid tot ontwikkeling te moeten geven en niet alleen aan volwassenen, doch ook aan de jeugd.. De cursussen, die in het Staten Huis aan de Zeestraat worden gehouden, zijn van I.V.I.O., individueel onderwijs en omvatten de volgende deelen: Nederlandsch en Engelsch, leider de heer Hagtingius; Rekenen, leidster mevrouw Piet; Algebra en meetkunde; leider de heer Piët; Fransch, leidster mevrouw Voet; Economie: leider de heer Justman Jacob; Handelskennis: leiders de heeren v. Veelen en Verhoog; Deze cursussen staan open voor ieder lid van Hoogoven Staten en voor het personeel van de K.N.H.S. en nevenbedrijven. AFSCHEID PASTOOR VAN DE PAVOORDT. Zondag 27 October zal pastoor P. J. M. J. van de Pavoort officieel afscheid nemen van zijn pa rochianen van de parochie van O.L.V. van Goe den Raad. MIJ. VOOR TUINBOUW EN PLANTKUNDE. De plaatselijke af deeling van de Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde houdt Donderdag 17 October in het Veilinggebouw „Het Centrum" een ledenvergadering, waarin de heer K. G. Steyn een causerie zal houden over cyclamen. Aan loonen kon aan de tewerkgestelden on geveer f 1800 worden uitbetaald. Indien er geen werkinrichting was. zouden van de 13 jongens 6 a 7 in een inrichting moeten worden geplaat-st. Volgens de rekening van den penningmeester bedroegen de ontvangsten in 1939 f 8954.01. Ontvangen werd o.a.: contributie f 286.28, op brengst verkochte artikelen f 3328,99, loon aan venters f 628.02, subsidie provincie f 338.25, subsidie gemeente f 3000. Onder de uitgaven staan vermeld: Loon werk meester f 1929.20, loon tewerkgestëldeh f 1788.17, aanschaffing garens f 1815.89, aanschaffing teenen en biezen f 68.75, aanschaffing borstels f 352.81, aanschaffing materialen f 68.75, huur werkinrichting f 1120, vergoeding leider werk inrichting f 180, loon aan venters f 628.02, enz. BOUWWERKEN. Aan den heer E. Loendersloot alhier is vergun ning verleend tot het verbouwen van het pakhuis Zeeweg 83 tot slachterij. Het bouwen van een bijkeuken bij het perceel Kon. Wilhelmïnakade 38 is opgedragen aan J. de Waard alhier. R.K. SPEELTUINVEREEN. „VRIJ EN BLIJ". Zondagmiddag heeft de RJC. Speeltuinvereeni- ging „Vrij en Blij" voor de schooljeugd tot en met veertien jaar en voor de kinderen der leden een filmvoorstelling gegeven in het Patronaats gebouw. De toeloop was zoo groot, dat op het laatst geen kinderen meer konden worden toe gelaten. De kleinen hebben een middag vol amu sement gehad. Het maken van rioolwerken in de Dreef, het Lorentzplein en de Wilhelminalaan te Haarlem is opgedragen aan de fa. Joh. Dienaar en Zn. te IJmuiden voor f 78463. Jörgen Frantz Jacobsen. Barbara, een roman van de Farocr. Den Haag, Leopold's U.M. De schrijver van dezen roman, die kort na het verschijnen ervan overleed, zal door Barbara, dat zijn debuut was, voort, blijven leven in de lit teratuur, evenals nog enkele andere groote be lofte-afleggers in de kunst, wier beloften eigen lijk reeds hun geheele uitingsmogelijkheid in zich besloten hielden en die met een eersten worp een meesterwerk geschapen hebben. Men zal Barbara voor zulk een meesterwerk kunnen hou den en de vertaling uit het Deensch ervan, door Willy Corsari en Hedda Syberg, kunnen toe juichen. Het is in ieder opzicht een ongemeen boek. waarin tegen een tijdloozen achtergrond al lijkt het een spel der historie een vrouwen figuur gezet is, die absoluut modern kon zijn en zelfs toekomstig ook zal blijven, omdat het ka rakteristieke erin zoo uiterst scherp de eeuwig- vrouwelijke aantrekkelijkheid, als de even eeuwige demonie in haar, vertegenwoordigt. Met een haast onmerkbare variant op Goethe's blij moedig optimistisch „das ewig Weibliche zicht uns hinan" zal de zwartgallige wereldbeschouwer kunnen betoogen dat het „ewig Weibliche uns hinab zieht", en zij kunnen beiden gelijk hebben daar zij beiden niet das Weib, doch haar invloed op derden, ten goede of ten kwade, op het oog hebben. In Barbara leeft een aantrekkingskracht die zij op mannen in haar omgeving uitoefent, die grenzenïoos en niet immer te vatten is; zij is zich daarvan bewust en exploiteert die kracht met de beste bedoelingen, maar even onverantwoordelijk als de natuur zelve, zooals de onderrechter Joh an Hendrik dat in een welwillend moment omschrijft. Ook Poul, haar man, de derde of vierde die zij zal probeeren gelukkig te maken poogt die Vereeniging voor Zwakzinnigenzorg. De vereeniging voor zwakzinnigenzorg hield Zaterdagmiddag in café Centraal aan den Zee leg te IJmuiden een ledenvergadering, die ge opend werd door den voorzitter, den heer H. Groeneveld. Deze herinnerde er aan, dat het 23 September j.l. twaalf jaar geleden was, dat de vereeniging werd opgericht. Was het indertijd het plan van het bestuur geweest, het 10-jarig bestaan eenigszins feestelijk te herdenken, dooi de omstandigheden kon dit plan niet ten uitvoer worden gebracht. Men besloot de feestelijk heden uit te stellen tot het 12l/s-jarig jubileum. Maar ook thans zijn de omstandigheden niet gunstig. De vereeniging ondervindt nu vooral moeilijkheden doordat het bezwaarlijk wordt, grondstoffen te verkrijgen voor de werkstukken. Vandaar dat het bestuur zich thans een ant woord moet geven op de vraag: hoe kunnen we de tewerkgestelden aan het werk houden? Spreker bracht dank aan allen die de vereeni ging hebben gesteund, in het bijzonder aan B, en W., aan de gemeentelijke instellingen en aan de "groote bedrijven, die geregeld artikelen van deze werkinrichting betrekken. De secretaris de heer A. ten Broeke en de di recteur de heer A. P. Stolk, brachten hierna hun jaarverslag uit. Nadat de begrooting voor 1941 was vastgesteld had een bestuursverkie zing plaats. Aan de beurt van aftreding waren d¥ heeren P. C. de Weerdt en E. W. de Boer, die beiden bij acclamatie herkozen werden. Het bestuur deelde nog mede, dat in verband met de moeite, die wordt ondervonden bij het ver krijgen van sommige grondstoffen, bepaalde artikelen niet meer, als voorheen in voorraad gemaakt kunnen worden. Daarom heeft het bestuur besloten, uit te zien naar andere werk- objecten. Zoo is men thans bezig met het ver vaardigen van biezen matten. Jaarverslag. Volgens het jaarverslag over 1939 van den directeur der werkinrichting bedroeg het aantal terwerkgestelden 13, nl. 11 zwakzinnigen en 2 blinden. In totaal werd voor bijna f 4000 aan producten der inrichting verschaft, waarvan na aftrek van het ventloon ruim f 3300 over bleef. Vervaardigd werden 377 cocosmatten, 158 ruige deurmatten, 111 gaatjes-stoelmatten, 48 biezen stoelmatten, 2865 boenders, 1108 bezems, 563 stoffers, 112 lange stoffers, 553 vaatkwas- ten, 611 kopjeskwasten, 424 closetboenders, 414 panboenders en nog bijna 600 andere artike len. De Rijkspostspaarbank in September. Een ton meer terugbetaald dan ingelegd. Ook in de maand September hebben de Post spaarbank-spaarders hun tegoed bij de bank flink aangesproken. Tegenover een totaal aan inleggelden van slechts f 66128.66 stond een totaal aan uitbetalingen van f 166299.41, zoodat f 100170.75 meer werd uitbetaald dan ingelegd. Van deze ruim 100.000 gulden nadeelig verschil leverde het kantoor IJmuiden meer dan de helft en IJmuiden-Oost bijna één vijfde deel. De spaar ders in IJmuiden brachten hunne banksaldi meer dan 75.000 gld. achteruit, doordat tegenover ruim een ton aan opvorderingen slechts ruim 2500 gld m inleggelden bestond. Hieronder de gang van zaken aan de verschil lende kantoren: Kantoor IJmuiden: Ingelegd Terugbetaald f 21.598.35 f 78.075.42 Minder ingelegd dan terugbetaald f56.477.07 Kantoor IJmuiden-Oost: Ingelegd Terugbetaald 4.343.58 13.830.75 Minder ingelegd dan terugbetaald f 19.487.17 Kantoor Velsen: Ingelegd Terugbetaald 3.854.38 8.071.40 Minder ingelegd dan terugbetaald f 4.217.02 Kantoor Velsen-Noord: Ingelegd Terugbetaald f 6.147.66 f 16.449 Minder ingelegd dan terugbetaald f 10.302.30 Kantoor Santpoort-Dorp: Ingelegd Terugbetaald f 14.788.33 f 21.635.27 Minder ingelegd dan terugbetaald Kantoor Santpoort-Station: Ingelegd Terugbetaald f 15.396.36 f 18.236.61 Minder ingelegd dan terugbetaald f 2.840.25 Het aantal nieuw uitgegeven boekjes bedroeg 27. Arsène Lupin. In rok, den hoogen hoed een tikje scheef, de monocle in het oog geklemd, de met witte zijde gevoerde avondcape losjes om de schouders, be zoekt Arsène Lupin de gala-voorstelling in de opera of het luisterrijke feest dat de gezant in Parijs geeft. Beminnelijk glimlachend onderhoudt hij zich met de oude Douairière d'Armagnac, hoffelijk leidt hij Gravin d'Alescar ten dans. Omringd door een aantal gecharmeer de dames converseert hij over de rennen, de mode, de liefde maar de kans is groot dat een oogen- blik later een der Parijsehe schoonen naar haar décolleté grijpt en een gilletje slaakt. Waar is het parelsnoer gebleven, dat kostbare erfstuk dei- familie, de trots en glorie der draagster? Tien tallen, honderdtallen agenten schieten toe in hun korte wapperende capes. Gansch het illustere ge zelschap van graven en baronnen, diplomaten en politici, zware mama's en frêle dochters wordt op een hoop gedreven en aan den lijve onder zocht. Vergeefs. Natuurlijk vergeefs. Maar eerfige dagen later verschijnt in het groot ste en bekendste boulevard-blad een open brief. Betreffende het ontvreemde sieraad kan de schrijver alle finesses mededeelen. De eigenares kan het wellicht terugkoopen. In heusehe bewoor dingen uit de onbekende zijn leedwezen over het ongemak dat hij de schoone bezitster heeft moe ten veroorzaken en hij onderteekent zijn brief met den naam die alle respectabele lieden de stui pen op het lijf jaagt, den naam die voor elk bur gerlijk fatsoen het kort begrip uitmaakt van de uitgebreider titels: straatroover, inbreker, schurk, verleider, deugniet, geboefte, gauwdief, .lichtmis, booswicht en losbol maar tevens de naam die fascineerend werkt op de verbeelding der geheele vrouwelijke kunne en daar synoniem wordt ge acht met charmant, veroverend, stoutmoedig, on verschrokken, koelbloedig en brutaal. Wie is Arsène Lupin, die zonderlinge menge ling van deugd en ondeugd, van gentleman en inbreker, van schurk en weldoener? Vandaag is hij de hulp der politie en ontmaskert een schurk die zich ten koste van goedgeloovige burgerluitjes heeft verrijkt, maar morgen zendt hij een briefje aan den een of anderen gefortuneerden anti quair met de mededeeling, dat hij van plan is Zaterdag den zooveelsten 's nachts tusschen kwart voor twaalf en twaalf uur een kostbaar schilderij uit zijn verzameling te komen stelen. De onder- teekening „Arsène Lupin" doet den kunsthande laar de haren te berge rijzen. Hij weet dat de be dreiging geen ij dele bluf is, dat de befaamde, be ruchte duivelskunstenaar zijn woord gestand zal doen. Hij alarmeert het geheele politie-corps dat van zijn woning een kleine vesting maakt. De hoofdinspecteur stelt zich met een geladen re volver in elke hand vlak voor het bedreigde doek op. Trillend van zenuwachtigheid gaat de kunst minnaar naar bed en blijft daar liggen trillen tot de ochtend gloort. Dan haast hij zich naar de plaats waar zijn schilderstuk hangt neen! waar het gehangen heeft. Want de Rembrandt of de Van Dijck is tegelijk met den inspecteur ver dwenen en als men 's mans woning onderzoekt, vindt men hem geboeid en gekneveld in bed lig gen. En op den wand, juist ter plaatse waar het stuk hangt, staat met blauw krijt weer diezelfde naam: Arsène Lupin. Arsène Lupin, creatie van 1906 en nog een succes: Arsène Lupin, de man der duizend ver mommingen en tienduizend waaghalzerijen; de David van de list die telkens en telkens weer den loggen Goliath van de maatschappij met zijn wel- gemikten keisteen treft; de gentleman die in braak tot een schoone kunst verheft en dan ook mateloos trotsch is op elke welgeslaagde boeverij; vervuld van minachting voor al wat dom en plomp is; ridder van den geest, in voortdurenden strijd gewikkeld met materialisme, machtswellust eigenbaat. Maurice Leblanc, de geestelijke vader van Arsène Lupin, heeft in zijn creatie bewust of onbewust een tegenhanger geschapen van Sherlock Holmes. Tegenover den sympathieken detective plaatst hij den sympathieken dief, tegönover den typischen Engelschman den ty- pischen Franschman. Holmes rookt pijpen en zwoegt door alle finesses van een misdaad heen; Lupin rookt sigaretten en lost alle raad selen badineerend op. Want ook Arsène Lupin is detective. Weliswaar treedt hij dan meestal onder een anderen naam op Jim Barnett bij voorbeeld maar hij is toch onze oude Arsène en in zooverre een unicum onder de detectives, dat hij zijn werk geenszins belangeloos verricht, Hij zal dc u ontvreemde documenten met een elegant gebaar op uw schrijftafel deponeeren, maar gaat dan wittebroodsweken vieren met uw eigen vrouw. Hij bezorgt u het u ontstolen paarlencollier prompt terug, maar den volgen den dag vindt ge uw brandkast open en het étui leeg. Een minzaam briefje meldt u dat de detec tive zijn salaris maar meteen heeft meegeno men. Waarom hij het dan eerst heeft terugge bracht? Wel omdat het stelen-zelf een sport is voor Arsène Lupin, neen, erger, een levens behoefte. Dit heerschap is volkomen van alle burgerlijke moraal ontbloot. Hij is als de held uit Woutertje Pieterse's Rooverslied: „hij doet die dingen voor zijn plezier". En de braafsten onder ons, de Pennewips en de Lapsen en de Stotters en Stoffels, zij stamelen een kort: goeiegenadige deugdvanmeleven of grijpen naar de lodderijndoos en Arsène Lupin lacht. Hij lacht dat hij zijn buik moet vasthouden en de tranen hem uit de oogen loopen. Maar wie heeft ooit Sherlock Holmes zien lachen? En wie heeft Sherlock Holmes ooit een misdadiger zien ont maskeren zonder Brein, maar met Bluf, zonder Browning, maar met Bravoure? Van eenige we tenschap, eenige gefundeerde kennis betreffen de de methoden die een speurder kan volgen om den boef te ontmaskeren, is bij Lupin geen sprake. Voor zoover hij er nog een systeem op na houdt, is het gebaseerd op imponeeren, op intimideeren bijna. Zoo oreert hij tegen Baron de Gravières: „Den man dien men verdenkt moet men niet beschuldigen, men moet zich niet met hem bemoeien, hem vooral geen inlich tingen vragen. Maar in zijn aanwezigheid gaat men het verloop der gebeurtenissen zoo goed mogelijk reconstrueeren. De schuldige beleeft opnieuw de rol die hij gespeeld heeft. Al wat voor altijd in het duister verborgen moest blij ven. komt aan den dag. De misdadiger geraakt in steeds grooter verwarring. En tenslotte ge voelt hij zich zoo verstrikt, het schijnt hem zoo zeker toe. dat er een reeks bewijzen tegen hem bestaat, zijn zenuwen worden op zulk een zware proef gesteld dat de gedachte, alle schuld bru taalweg te loochenen, zelfs niet in hem opkomt. Bovendien, het angstzweet staat hem op het voorhoofd, zijn knieën trillen, zijn gelaa' bleek hij heeft zich al verraden". En Lupin deze theorie heeft verkondigd, voegt hij er met een uiterst beminnelijken glimlach aan toee: „En uzelf bent het levende bewijs van de juistheid mijner opvatting. Monsieur le Baron. Of wilde u tóch nog probeeren te ontkennen?" En de schuldige baron valt pardoes door mand. Maurice Leblanc laat zijn Arsène Lupin op treden in volledige romans (L'Aiquille creuse, Les huit Coups de l'Horloge enz.) en in korte verhalen. Zijn romans wemelen van geheimzin nige kasteelen, onderaardsche gewelven, verbor gen deuren en wat er zoo meer bij dergelijke verhalen te pas komt. Ze zyn de voortzetting van Alexander Dumas' en Victor Hugo's zware romantiek, evenals Arsène Lupin eigenlijk een herboren Don Cesar de Bazan of Hernani is. Maar den waren geest ademen pas de novellen: Les trois Crimes d'Arsène Lupin, Les Confiden ces d'Arsène Lupin, l'Agence Barnett et Cie. enz. Daar vindt men dén lach in plaats van de rilling, den geest in plaats van den griezel. Daar vindt men Arsène Lupin in zijn ideale ge daante: mengeling van den humoristischen Pa- rijschen straatjongen en den edelen, sympathie ken handhaver van het Recht. In die gestalte is hij een levend begrip gebleven, de jaren door. En al bezweert hij in elk zijner vele amoureuse buien: „Ik denk niet meer aan stelen.als jij bij me bent, wil ik alleen jouw kussen stelen, je gedachten stelen, je heele hart stelen wij weten allen: dat zijn slechts kortstondige af dwalingen. Een eerlijke Arsène Lupin is even onbestaanbaar als een verliefde Sherlock Holmes. P. H. SCHRÖDER onverantwoordelijkheid te vergoelijken. „Zij wa ren beiden hulpelooze en weerlooze menschen. Hij kende Barbara: zijn meende het niet minder goed dan hij zelf, in haar hart was zij veel beter dan hij. Maar ze had geen macht over dat hart, het ging altijd zijn eigen weg. Ze sidderden beiden om dat hart, het was zoo ongebonden en zoo blind, enz. Barbara had Poul veroverd in het eerste uur dat hij, de pas benoemde nieuwe predikant, uit Kopenhagen komend, op de Faroër voet aan wal zette, in Thorshavn. Barbara, de acht en twintig jarige weduwe van een vroegeren predikant, de gewezen verloofde van nog een anderen, de jonge vrouw, over wie het oordeel verschilt al naar den leeftijd en het geslacht van wie het oordeel velt, staat met de notabelen van Thorshavn op de kade. om de binnenkomst van het schip een gebeurtenis op het eiland gade te slaan. Als de nieuwe predikant ook aan Barbara wordt voor gesteld. gedraagt ze zich koel. al heeft ze hem op een afstand reeds bestudeerd en het avontuur voorvoeld. En de brave Poul Aggersöe tippelt er in; zijn verliefdheid belet hem, dieper in te gaan op alles wat hem over Barbara ter oore komt. Zelfs als zij een slet is. zooals zij die haar niet lijden mogen telkens herhalen, zal zijn geloofskracht sterk genoeg zijn om haar te „redden" envoor zich te behouden. Men heeft hem vaak genoeg voor haar gewaarschuwd, maar daartegenover stond toch de onbegrensde genegenheid die zoo veel anderen voor haar gevoelden en waar hij toch de duidelijkste bewijzen van voor oogen kreeg. En inderdaad, als Poul en Barbara getrouwd zijn en in de pastorie van Midvaag wonen beleven zij beiden een tijd van een innig geluk, als waarvan Poul nimmer had durven droomen. Maar als Poul den Kerstdienst op het eiland Myggenaes moet gaan leiden en het veranderd weergetij hem daar gevangen houdt, kan Barbara het in de pastorie van Midvaag niet langer uithouden: zij laat alles in den steek om naar Thorshavn terug te keeren, waar zij zich in de armen van een jeugdvriend, Andreas Heyde werpt en met dien gaat leven. Poul komt wanhopig en ontzind haar terughalen, maar komt te laat. En Andreas laat haar in den steek* als hij genoeg van haar heeft en bedreigt haar door stil naar Kopenhagen terug te keeren zonder haar, zooals hij haar had voorgespiegeld, mee te nemen en in hét groote stadsleven binnen te voeren, waarvan ze zich reeds nieuwe verove ringen had voorspiegeld. Dan is het eindelijk haar beurt om wanhopig te zijn. Als zij het verraad bemerkt, laat zij zich in een sloep achter het ver trekkende schip aanroeien, maar de mannen halen het niet en de Fortuna verdwijnt in den mist met Andreas aan boord. Gebroken komt Barbara op de kade terug waar zii tusschen de toeschouwers als het ware spitsroeden moet loo pen en het afkeurend gemompel van vrouwen en mannen had kunnen aanhoorên als zij niet totaal gebroken was geweest. „Ja. jaze heeft an deren zooveel aangedaan. Nu kan ze het zelf eens voelen. En grondig ookEn Ga'oriël, die geen kans ooit had bij Barbara, uit giegelend zijn leed vermaak: „nou geloof ik toch. dat het uit is met) die mooie Barbara. Het is afgeloopen met die slet!" Is Barbara een slet, zooals de weinig nobele Gabriël en de brave burgers op de kade van Thorshavn zich dat wijs maken? Is zij. zooals een Deensch criticus, over het boek schrijvend, zich uitte: een van de verrukkelijkste en levendste voorheelden van onweerstaanbare vrouwelijk heid? Men zal noch het een, noch het ander willen beamen en haar het tragische tusschen- ding noemen, die spelend zweeft tusschen die beide polen. Zij zelf had „vele, schitterende ver klaringen voor de kriskras loopende wegen van haar bestaan, ja zij had als het ware een zak vol uitvluchten die glinsterden als gekleurde steenen en straalden als haar eigen groen-gou- den oogen". (Pag. 104) Maar toch was zij uit eindelijk, zooals de onderrechter haar zag: „als de natuur zelf, onverantwoordelijk, maar ook blind en gemakkelijk te bedriegen, en zij be drogen haar, zij bedrogen op laaghartige wijze de natuur, midden in haar blindelings vertrou wende ontplooiing", (pag. 303). Dat overpeinst de onderrechter, als hij zijn neef Andreas de middelen aan de hand doet om zich van Barbara los te maken en de plaat te poetsen. Die onder rechter is een aardig geteekende figuur in het boek, een glimlachend wijsgeer, die zich over alles, wat hemzelf niet meegeloopen is in zijn genegenheden, heeft heengezet en bij wie de vrienden en familie nu komen „uitpraten" als ze geestelijk in de put zitten. Een geestig ge sprek voert hij onder andere met Poul, als die nog pas kort getrouwd is met Barbara en zich over de toekomst ongerust maakt, (182 - vlgd.) Hij citeert daarbij La Rochefoucauld die dan ook voor Poul nog een nieuwmodische Fransche filosoof is met de opmerking dat degeen, die leeft zonder dwaasheden te begaan, niet zoo wijs is als hij zelf gelooft. Dat lijkt nu wel niet direct de juiste aanvang om den tobbenden Poul op zijn gemak te zetten, maar ik zou den lezer willen aanraden dat hoofdstuk niet te vluchtig door te lezen, daar het een der geestigste gedeelten uit het boek bevat. Wat voor mijn gevoel dit boek zijn charme verleent is de zeventiende-eeuwsche sfeer die prachtig blijft volgehouden; het typisch Noord- sche ook in de beschrijving van leven en dagen op de stille eilanden, waar tweemaal in het jaar de komst van „het" schip aan het bestaan van de rest van de wereld herinnert. Prachtig getee kende bijfiguren wandelen door het verhaal, uit gesproken karakters toch in die afgeslotenheid, die men aanvoelt als zag men een visschenwe- reld in een keurig geordend aquarium. Daarin een figuur als Barbara, een niet aan tijd of plaats gebonden verschijning en juist daarom in dit milieu zoo boeiend. Ze kan altijd en overal optreden, waar het gevoel van eerbied voor een groote genegenheid verslapt of verstikt is, waar men zich die voorstelt als deelbaar en verdeel baar als bonnen van de distributiekaart, waar tenslotte het verantwoordelijkheidsgevoel ont breekt in zaken, die misschien dwaasheide maar dan toch verheven dwaasheid zijn, waarbuiten ook de verstandigste mensch niet leven kan. Ze is typeerend voor tijden van afbrok kelend zelfbewustzijn, gemakzucht en karakter loosheid in zaken, die in de allereerste plaats op karakter aankomen. Barbara mist karakter. Zij is ook geen slet, geen groote courtisane ze heeft een losse goedhartigheid die groote genegenheid suggereert, die op het eind niet veel beteekent en als klein geld, als pasmunt dient bij haar "zuiver lichamelijke aantrekkingskracht. Het leven van onzen tijd heefc dat type geclas sificeerd. Jörgen Franz Jacobsen heeft één specimen op schitterende wijze in een zeven- tiende-eeuwsche lijst gezet en er een prachtig schilderij van gemaakt. J. H. DE BOIS. HAARLEM 12 October 1940. Bevallen: 9 Oct., C. van PraagGroen, d.; M. van der Polvan Zomeren, d.; 10 Oct., L. Westerman— Vermond, z.; A. J. Hansenvan Straaten, z.; II Oct., F. Hofsteevan der Werf, d.; M. C. Goedvolk —Zeeman, z.; M. E. A. Merckelbaghvan Rek, d.; H RanKnol, d. Overleden: 10 Oct., L. WestermanVermond, 36 jaar, Amsterdamstraat; II Oct., J. A. Ruygvoorn, 73 jaar, Westkolk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 5