KORT EN BONDIG. AB'S AVONTUREN Uitzonderingsvergunningen va De vreemde Erfenis MAANDAG 28 OCTOBER 1940 De drinkwatervoorziening in liet Westen des lands. Debat naar aanleiding der inleiding van den heer W. Krul. Het Nederlandsch Congres voor openbare ge zondheidsregeling werd Zaterdagmiddag voortge zet. Na de rede van den heer W. F. J. M. Krul volgde een debat, dat geopend werd door prof. dr. Charlotte Ruys, hoogleeraar aan de Gem. Uni versiteit te Amsterdam, die de medisch-hygienische vr»agstukli-in besprak. Prof. Ruys sprak allereerst haar groote bewondering uit voor het rapport. Als belangrijkste punt geldt voor den hygiënist, dat het water betrouwbaar is. In het rapport beschouwt men dit terecht als geen probleem meer. Het water mag geen ziektekiemen bevatten (typhus, para- typhus, cholera, ziekte van Weill). Wanneer men niet zou voorkomen, dat ratten van de drinkwater voorziening verwijderd worden gehouden dan zou den ziektekiemen (ziekte van Weill) kunnen voor komen. In ons land komt dat echter niet voor. Het gevaar van een cholera-epidemie is denkbeeldig geworden. Het typhusgevaar is niet zoo denkbeeldig. Men denke maar eens aan de epidemieën in Hannover en Croydon. Vooral in de laatstgenoemde plaats waren tal van grove fouten gemaakt. Volgens de laatste onderzoekingen komen typhus-bacteriën toch hard nekkiger in ons land voor dan men vroeger dacht. Het tweede probleem voor den hygiënist is te zorgen dat betrouwbaar water in voldoende hoe veelheid en tegen lagen prijs bij boerderijen beschik baar is. Het belang bij het schoonhouden van melk bussen enz. springt daarbij dadelijk in het oog. Met een sprekend voorbeeld verduidelijkte prof. Ruys dit punt van haar betoog. Voor de lichaamsverzorging is het eveneens van belang, dat water in groote hoeveelheden en zeer goedkoop aanwezig is. Is het niet mogelijk een scheiding te maken tusschen het drinkwater en het spoel- en waschwater? Men zou dan voor drinkwater uitsluitend duinwater moeten gebrui ken. Het water van het IJselmeer heeft iets meer ehloorgehalte dan wij gewoon zijn te drinken. Thans is het zóó dat het drinkwater ook voor waseh en spoelwater wordt gebruikt. Ir. C. Biemond, directeur der gemeente water leiding te Amsterdam sprak hierna over de vraag stukken op het gebied der waterleiding-techniek, stukken op het gebied der waterleiding-techniek. Spr. bracht allereerst naar voren dat het rapport van Amsterdam over de drinkwatervoorziening bijna parallel loopt met het rapport der Commis sie van de drinkwatervoorziening van het Westen des Lands. Ten aanzien van de behoeften en de bronnen zijn de conclusies gelijkluidend. Eenige afwijking vinden we in het feit, dat het rapport voor het Westen des Lands een belangrijke bron meent te kunnen aanboren bij de groote rivieren tusschen Bermambacht en Jaarsveld. Deze meening wordt door het Amsterdamsche rapport niet ge deeld. Bovendien schenkt het Amsterdamsche rap port meer aandacht aan de eventueele water-ont trekking aan het Amsterdam-Rijnkanaal. Het Am sterdamsche rapport is tenslotte iets minder opti mistisch ten aanzien van de hoeveelheid en de kwa liteit. In tegenstelling met het Rapport van het te win nen water voor het Westen des Lands acht het Am sterdamsche rapport het IJselmeer voor de eerste honderd jaar nog niet geschikt. Het is nu zóó, dat Nederland een eeuw uit de duinen heeft ge dronken, thans een eeuw uit de rivieren zal drin ken en daarna het IJselmeer als watervoorziening in aanmerking zal komen. De bescherming van de drinkwatervoorziening wordt door beide rapporten - ten zeerste aanbevolen. Mr. dr. J. F. Schönfeld, raadsadviseur aan het depai*tement van Waterstaat besprak de vraag stukken op het gebied der wetgeving. De wettelijke regeling zal algemeen moeten zijn. Het Rijk bleef echter bij de provincies ten aan zien van dit vraagstuk steeds ten achter. Het eene groote volksbelang moet steeds tegen het andere worden afgewogen. Het vraagstuk der waterver ontreiniging speelt hierbij eveneens een belang rijke rol. Het Rijk heeft ten aanzien van de water verontreiniging nog meer maatregelen genomen met zoo mogelijk nog minder resultaat. Bij het groote verschil van belangen en het veranderend inzicht van de deskundigen is dit echter niet te verwonderen. De besturen der provincies hebben het vraagstuk der drinkwatervoorziening met kracht ter hand genomen. Een nieuwe regeling zal desondanks een Rijksregeling moeten zijn. De belangen van het geheele land zullen moeten wor den behartigd. Het gebruik van al de gebieden van water en land zou aan een rijksconcessie moeten worden onderworpen. De overheid moet het recht hebben te allen tijde te kunnen ingrijpen. De pro vinciale waterleidingverordeningen moeten bij het in werking treden van de wet worden ingetrokken. Met de voorbereiding van een nieuwe regeling zal niet langer meer mogen worden gedraald. Ir. W. G. van der Kloot, wetenschappelijk- assistent van de Contact-Commissie in zake Na tuurbescherming constateerde dat, dank zij de medewerking van een deskundige met de belangen van het natuurschoon in het rapport op zeer be vredigende wijze rekening is gehouden. Het stemt tot voldoening dat de conclusies der Commissie in de richting gaan van een toekomstige ruime voor ziening in de waterbehoefte door de onttrekking van oppervlakte hetzij aan de groote rivieren, het zij aan het IJselmeer, waarbij vermoedelijk geen natuurschoon in het geding komt. Anders is dit met de overige bronnen voor waterwinning, met naine de Veluwe, de duinen, de plassen en meren De wateronttrekking aan de Veluwe ontmoet vele bezwaren, met name de gevreesde uitdroging van de beeksprengen en spreker vraagt zich af of wel voldoende rekening is gehouden met de toekom stige uitbreiding van de bestaande waterwinning op de Veluwe. In de duinen heeft de wateront trekking, van natuurwetenschappelijk standpunt uit bekeken veel schade aangericht, doch daartegen over staat de verdienste van vele waterleidingbe drijven, dat groote duingebieden als recreatie ter rein zijn behouden. Het bestemmen van plassen en meren tot waterreservoirs voor de drinkwatervoor ziening zal niet kunnen geschieden zonder rekening te houden met de vele andere belangen (werkver schaffing, natuurschoon, vuilberging, visscherij, enz.) die bij dergelijke gebieden zijn betrokken. Vooral de ontspanning te water zal, in verband met de beperkte recreatiemogelijkheden in het westen des lands, zich in de toekomst nog aanzienlijk uitbrei den. Het water leent zich hiervoor uitstekend aan gezien het niet zoo kwetsbaar is als het duingebied, dat slechts een beperkt bezoek kan verdragen. Spreker bepleit in dit verband het spoedig tot stand komen van een nationaal plan, de eenige mogelijk heid om tot een spoedige, rechtvaardige bestemming van alle plassengebieden te geraken. Prof. Thijsse besprak de mogelijkheid om het water van de Veluwe voor de drinkwatervoor ziening voor het westen van ons land te gebruiken. Men moet rustig afwachten tot het water van de Veluwe is afgevloeid naar het IJselmeer. In een afgescheiden randmeer zal dit water afvloeien. Prof. Smit vestigde nog eens de aandacht op de plaatselijke watervoorziening, die toch ook in vele gevallen zeer goed werkte. Het is niet noodig dat iedereen van leiding water wordt voorzien. In hoofdzaak wordt verder in het debat gesproken over het gehalte aan chloor doch bij het gebruik voor bedrijven zal dit gehalte misschien meer moeilijkheden brengen. Prof. G. F. van Oyen stelde een leekenvraag. Is het niet mogelijk een korteren weg te vinden om het water te zuiveren alvorens het naar de steden wordt gebracht, door het eerst naar de duinen te brengen? De heer W. F. J. Krul beantwoordde hierna de sprekers. Met Prof. Ruys was spreker het eens, dat het niet aangaat het afvalwater in het open water te brengen en dan maar te vertrouwen op de reiniging. Het is gewenscht, dat het hygië nisch toezicht op de waterleidingbedrijven zeer streng is. Inderdaad bestaat de mo gelijkheid van een dubbel leidingstelsel. Men heeft echter gemeend, dat ook het water voor het baden enz. aan de hoogste eischen moet kun nen voldoen. De kosten van een dubbel leiding stelsel worden bovendien verdubbeld. Het Amster dam-Rij n-kanaal is in hef rapport niet genoemd, omdat men zich in het rapport alleen met de pri maire drinkwaterbronnen had bezig te houden. De heer Schönfeld „heeft gewezen op de geringe resultaten, die de wetgever op dit punt nog heeft bereikt. Het is moeilijk in cijfers en feiten de juiste belangen van een regeling der drinkwater verontreiniging uit de drukken, De uitzonderings bepalingen voor reeds bestaande bedrijven zijn door den heer Schönfeld gecrïtiseerd. De water leidingbedrijven in ons land staan echter thans reeds op een zeer hoog niveau en het lijkt onnoodig hen aan een vaak hinderlijk toezicht te onderwer pen. De doeltreffende organisatie der waterleiding bedrijven in de duinen maakt het ook voor de natuurvrienden mogelijk de duinen als studie-object te behouden. De meren zal men als drinkwater voorziening toch niet al te hoog moeten aanslaan daar zij inderdaad als recreatie-gelegenheid een groote beteekenis zullen krijgen. Het toekomstige randkanaal dat zal ontstaan bij de zuidelijke inpoldering van het IJselmeer zal zeer groote mogelijkheden bieden voor de drinkwater voorziening. De plattelandsgemeenten willen zelf zeer graag leidingwater hebben en het is niet noodig de boeren daar verder op te wijzen. Ten slotte heeft dr. L. C. Kersbergen met een woord van dank aan den inleider en sprekers, de verga dering gesloten. „HET WITTE KRUIS". De afd. Haarlem van „Het Witte Kruis" verga derde Zaterdagmiddag in het Wijkgebouw aan de Nieuwe Gracht onder leiding van haar voorzitter, den heer C. van der Velden. Besproken werd de beschrijvingsbrief voor de algemeene vergadering. Besloten werd dat de afgevaardigde zal stemmen vóór het voorstel van het Hoofdbestuur, „Vechtoever" over te dragen aan de Vereeniging A.V.O. (Arbeid voor Onvol- waardigen) De heer J. M. Westendorp meende, dat het goed zou zijn, de aandacht van het Hoofdbestuur te vestigen op het belang van een landelijke rheumatiekbestr ij ding. De voorzitter zeide, dat deze zaak de aandacht van het hoofdbestuur al heeft. Verder achtte de heer Westendorp het wensche- lijk op de algemeene vergadering de voorgeno men samenvoeging der gemeenten ter sprake te brengen, waardoor het vormen van grootere af- deelingen van Het Witte Kruis mogelijk zal worden. Verwacht werd, dat ook deze zaak wel niet onopgemerkt aan het Hoofdbestuur zal voor bijgaan. Tot afgevaardigden naar de algemeene ver gadering werden benoemd de voorzitter, de heer C. van der Velden en de secretaris, de lieer B. Schnitger en tot hun plaatsvervangers de heeren H. Brunink en J. M. Westendorp. De twee aftredende bestuursleden, de heeren J. W. van Vloodorp en dr. J. J. Eckhardt werden bij acclamatie herkozen. Nu in verband met de verduisteriung het be gin van de werkzaamheden in fabrieken en werk plaatsen vrij algemeen later is gesteld, is met in gang van heden de tramdienst te Amsterdam op werkdagen des morgens zeven uur in plaats van half zeven begonnen. De 56-jarige mevrouw P. C. R. is in haar woning aan de van Ostadestraat te 's Gravenhage over een matje uitgegleden. Zij viel van twee trappen en kreeg een sehedelfractuur, waaraan zij onmiddellijk is overleden. Te Amsterdam zijn twee mannen gearres teerd, die een clandestienen handel in goud dreven. Een 51-jarige inwoner van Almelo is in het water van het Damrak te Amsterdam geloopen. Ondanks de duisternis wist een burger, geholpen door de politie, den man op het droge te brengen. Tijdens de te Amsterdam gehouden persconferentie in verband met de oprichting der afdeeling „Vreugde en Arbeid" van het N. V. V„ werd ook het woord gevoerd door prof. Willem Mengelberg. V. 1. n. r. de heer E. Strathman, prof. dr. Willem Mengelberg en de heer Woudenberg, commissaris van het N. V. V. (Foto Pax Holland.) Nederlandsche burgers te Berlijn vrijgelaten. BERLIJN, 26 October 1940. Een V.P.B.-corres- pondent meldt: In de afgeloopen week zijn wederom 30 in Duitschland gevestigde Nederlanders, die ge ïnterneerd waren, vrijgelaten. Het aantal der in Duitschland gevestigde Nederlanders, dat thans nog geïnterneerd is, is nu tot 174 gedaald. TWIST EINDIGT IN AANSLAG. HELMOND, 27 Oct. Vanmorgen omstreeks half zes ontstond nabij sluis B een woordenwis seling tusschen de visehstroopers Coolen en M. Plotseling greep M. een stuk ijzer en sloeg daar mede Coolen op het hoofd, die bewusteloos in elkaar zakte. Twee mannen, getuigen van het gebeurde, waarschuwden den sluiswachter, die de hulp van een dokter en de politie inriep. De arts liet den zwaargetroffen Coolen, die een schedel breuk had opgeloopen en wiens toestand levens gevaarlijk was, naar het St. Antonius Gasthuis overbrengen. De dader werd door de marechaus see aangehouden en opgesloten. VOOR DE KINDEREN. De boot was naderbij gekomen en scheen nu stil te liggen. Geen rook wolken kwamen meer uit den mach tigen schoorsteen. Plotseling flitste een breede, melkwitte straal door de roetzwarte lucht. Toen kroop het licht met schokken naar de kust. De stra lenbundel huppelde over de scherpe bergkammen telkens weer heen en weer. Ineens bleef het star staan schijnen. Het licht had de spleet in de 'berghelling bereikt „Zeg, Dib, we moeten eens door die spleet probeeren te kijken. Zouden wij het durven doen? Als het onze bewakers zijn en ze zien ons, dan kunnen ze ons nog niets doen. Hoog stens binden ze ons weer vast." „Goed," zei Dib, „ik ben de langste man van ons beiden; dus zal ik pro beeren te kijken." Dib was wel lang, maar hoe hij ook op zijn teenen ging staan, hij kon er net niet doorkijken „Weet je wat, 'dan ga ik op je schouders staan," zei Ab. Toeneen kreetvan Ab. „Een schip, een schip! Zoeklicht van een schip!" Ab stond weer op den grond. Hij keek Dib in gedachten aan. Toen sprong hij op en riep: „Zou dat soms de politieboot zijn, die ons zoekt? Dib, we moeten ze een signaal geven. Een doek aan een stok!" Een langen stok hadden zij niet. Maar Ab was vindingrijk. Van twee korte stokken maakten zij, door deze met touwen aan elkaar te binden, één flinken, langen stok. Van hun deken scheurden zij een flinke reep af en bonden deze met een knoop aan het einde van den stok vast. het betreden der provincis Zeeland. 's GRAVENHAGE 25 October (A. N Pt Officieel wordt medegedeeld: Het is den laatsten tijd herhaaldelijk v», komen, dat ingezetenen van de meer gelegen provinciën, die door Zeeland willen in Roozendaal aankomen zonder in het bezit U van de uitzonderingsvergurming voor het belts der Zeeuwsche eilanden. Om in de provincie land te mogen komen, dient men een vera# het ontvangen van een vergunning te richten de burgemeester van die gemeenten, in welke j zijn moet. Deze verzoeken worden na toetsiis de noodzakelijkheid van het bezoek en nah burgemeesters hun standpunt te dien opzichte fa ben bepaald, gezonden naar den bevoegden t, officier, we 11ce gedetacheerd is bij den verleg woordiger van den Rijkscommissaris, die opnls het verzoek zal toetsen en de vergunning uitrei In het verzoek, dat men tot de burgemeel richt, moeten zijn vermeld: voor- en family van den verzoeker, beroep, woonplaats en v? adres, datum en plaats van geboorte, bovendien reden, waarom men naar Zeeland wil en de d: van het verblijf aldaar. Personen, die den vraj schreven weg niet bewandelen en zich desondjj in het ontruimde gebied bewegen, worden nader onderzoek onmiddellijk gedwonge_, eilanden te verlaten en moeten naar huis tsr, reizen. Aanvragen voor het verkrijgen van een deringsvergunning, welke aan andere takken t dienst gericht worden, kunnen niet in behanié worden genomen. „JACHT" OP DISTRIBUTIEKAARTEN, 's GRAVENHAGE 26 October. - Gisten^ omstreeks acht uur wilde het elfjarig zoontje i een inwoner dezer gemeente voor een jarig tn tje een paar zakdoeken gaan koopen. Daar winkel, in verband met de verduisteringsvoorscii ten reeds gesloten was, belde hij en wachtte, tok de winkeldeur zou worden geopend. Daarbij tilt hij zijn textielkaart, welke hij van zijn moeder bi meegekregen, in de hand. Plotseling kwam een onbekende man op bi toegeloopen, die hem de kaart uit de hand rui waarna hij ijlings op zijn rijwiel de vlucht a Een tweede persoon stond op eenigen afstand: den uitkijk en beiden verdwenen in de richt Hilversum. Uit een voorval als dit valt te leeren. u«w niet voorzichtig genoeg kan zijn met het meegev van distributiebescheiden aan kinderen, daardi! ven hiervoor een bijzondere belangstelling aan dag leggen. BEPERKENDE REGELEN VOOR HEI BEWERKEN, VERVOEREN ENZ. VAN SUIKERBIETEN. 's GRAVENHAGE, 26 October. - Het hedea verschenen Verordeningenblad bevat een bels van den secretaris-generaal van het departerra van landbouw en visscherij ter uitvoering van 1 landbouw-crisiswet 1933 (suikerbietenregelin?;. Hierin wordt bepaald, dat ten aanzien van b bewerken, verwerken, afleveren en vervoeren va suikerbieten beperkende regelen in den zin v; artikel 9 van de Landbouw-crisiswet 1933 worden gesteld. De voor de uitvoering hiervan n palingen worden door den secretaris-genera van het departement van landbouw en visttó vastgesteld. Dit besluit treedt in werking op ie dag zijner afkondiging. Roman van HERBERT STEJNMANN. Bewerkt door LIZZY VEEN. (Nadruk verboden) 8) Nu blijft hij staan en schuift met, wat voor hem zeker een karakteristieke beweging is, zijn duimen in de breede leeren riem om zijn middel, waaraan een tasch met een revolver hangt. Twee blauwe oogen werpen woedende blikken op het in het rood gekleede meisje, dat hem angstig aan kijkt. Het gezicht van den man, waarop een diep litteeken staat, is vol woede. Ik draai je nek om Nancy, als je nog eens tusschen de paarden door de ruitergang loopt. Is er dan geen tucht en orde onder dat ballet te brengen? Maar hier ontbreekt iemand die oprui ming houdt, brult hij. Dan kijkt hij Hans aan met een langen, onder- eoekenden blik. Mister Wenger, vermoed ik, zegt hij koud. Hans knikt. Bing, zegt de ander kort. Ach, lieve help, de nieuwe directeur. Nancy Is nu pas tot bezinning gekomen en merkt wie de vreemde is. Blozend vlucht zij achter het gor dijn, dat het circus van de manege scheidt. Lachend kijkt Hans haar na. Een aardig meisje, zegt hij. Eigenlijk zegt hij dit maar om een gesprek met den eigenaardigen man aan te knoopen, dien hij nu kent als den stalmeester Bill Bing, voor wien Higgens hem in het bijzon der heeft gewaarschuwd. Een koel lachje glijdt over het gezicht van den cowboy. Vindt u, mr. Wenger? Wel, u zult de mannen hier minder aardig vinden, vermoed ik, als u ze eerst maar een beetje beter kent. Hig gens bijvoorbeeld, is ook een aardige kerel. Er ligt zulk een verachtelijke toon in deze woorden, dat Hans onwillekeurig schrikt. Deze Bing schijnt werkelijk zeer gevaarlijk te zjjn. Mister Higgens heeft ons vertrouwen, zegt Hans waardig, hij is van plan zich niets te laten welgevallen. Mijn vader en ik zullen niets dul den, wat niet door den beugel kan. Knoop dat in uw ooren, mr. Bing. Het koele lachje verdwijnt van het gezicht van Bing. Niet slecht gesproken chef, zegt hij sleepend, alleen het handelen volgens deze woorden zal moeilijk zijn, vermoed ik. Wel, mij zal het onverschillig zijn als De knal van een schot dat in de manege gelost wordt, doet Hans opnieuw schrikken. Wat be- teekent dat? De stalmeester trekt spottend de wenkbrauwen op. Gaat u maar eens kijken chef, misschien heeft men er eentje uit den weg geruimd. In dit circus is sedert korten tijd alles mogelijk. Hiermede keert hij zich om en verdwijnt in de manege. Hans trekt het gordijn terug. Een eigenaardig beeld krijgt hij nu te zien. Midden in de manege staat een jong meisje. Een kleedje van witte zijde ligt strak om haar mooi figurtje. Op haar glad bruin haar glimt een zon derling ding, een glazen bol, welke niet grooter is dan een biljartbal. De vrouw staat doodstil. Alleen haar fijne neusvleugels trillen zenuwachtig. De frissche roode mond, welke niet geschminkt is. is half geopend en laat de witte tanden zien. De donkere oogen, onder lange wimpers zijn vast op den man gericht, die aan het andere einde der piste staat. Naast hem staat een metalen stan daard, waarin zes karabijnen met korten loop staan. Ondanks de hitte van den Junidag draagt de man een dichtgeknoopt leeren vest en een zwarten halsdoek, een gele rijbroek en hooge kaplaarzen. Het boeiendste aan dezen man is zijn gezicht. Hans kan zijn oogen niet van hem af wenden. Hij is doodelijk bleek, wat nog geaccen tueerd wordt door een donkeren baard en zware, zwarte wenkbrauwen. De donkere oogen, welke Hans een oogenblik onderzoekend bekijken, ver- hoogen nog het demonische van deze verschij ning. Nu klinkt zijn stem met een zeldzame me talen klank. Klaar, Juanita? Klaar, Quito, antwoordt het meisje. Bliksemsnel heeft de man een karabijn gegre pen. Hij gooit het wapen boven zijn hoofd, vangt het handig op en tegelijk weerklinkt het schot, bij deze knal gaat het versplinteren van de gla zen bal, welke in het niets verdwijnt, verloren. Een applaus, dat weerklinkt, doet Hans in het rond kijken. Nu ziet hij voor het eerst de toe schouwersruimte van het circus „Excelsior". Stoe lenrijen achter stoelenrijen rijzen, door galerijen onderbroken, omhoog. Bij de manege-ingang aan den overkant, gaapt een leegte, muzieklessenaars verraden de bestemming van deze plek. Er zitten slechts enkele menschen in de groote ruimte, blijkbaar circusartiesten die uit nieuws gierigheid, of om te re peteeren, hier gekomen zijn. Ergens schemert ook Nancy's roode japon. Maar de eerste indruk, welken zij op Hans heeft gemaakt, is lang niet meer zoo sterk, hoewel zij een mooi meisje is. Hij moet telkens opnieuw naar de vrouw in het wit kijken, die nog steeds op haar plaats staat. Klaar, wij scheiden uit! roept weder de me talen stem van den man met den baard bevelend door de manege. Met vlugge stappen komt hij naar Hans toe, een oogenblik kijken zij elkaar aan, De meesterschutter buigt, met een mengeling van beleefdheid en trotsch zelfbewustzijn, welke typisch Spaansch zijn. Ik ben Quito, zegt hij afgemeten. Wie u bent. mr. Wenger, hebben wij al ge hoord. Hans hoort het sleepen van een vrouwenge- waard over het dikke tapijt in de manege en dan staat de vrouw in het wit voor hem. Dat is mijn partnerin Juanitaonze nieuwe directeur, mr. Wenger Een kleine hand wordt naar hem uitgestrekt. O wat ben ik blij, dat u er eindelijk, eindelijk bent, zegt een heldere stem. Werkelijk er klinkt iets van echt gevoel in, maar ook iets als verlos sing uit een grooten angst. Hans kijkt haar in de oogen. Daarin ligt een zeldzame uitdrukking. Het is als een waarschu wing of een smeekbede om hulp. Hans kan dat niet goed begrijpen, want voor alles ziet hij hoe mooi het meisje is. Heeft hij het meisje misschien langer aange keken dan noodig was? Het gezicht van den meesterschutter verandert oogenblikkelijk. Wij gaan Juanita, zegt hij bevelend en tot Hans ge keerd zegt hij: Wij zullen nog vaak gelegen heid hebben elkaar te zien, mr. Wenger. Ik be hoor ook tot de leden van den zoogenaamden bedrijfsraad. Juanita heeft zich al omgewend. Het mooie hoofd gebogen, zonder Hans aan te kijken, ver dwijnt zij met Quito achter de manege. Peinzend.kijkt Hans hen na. Een zonderlinge kerel, deze Quito, zegt een donkere stem naast hem. Hans keert het hoofd om en kijkt in het gezicht van een dikken man, die in een zakachtig costuum gekleed, met de handen in de zakken naast hem staat. Een don ker hoofd en een vreemde gezichtsuitdrukking versterken nog den indruk van melancholie. Nog zonderlinger dan Juanita, nietwaar! voegt hij een tweede vraag bij de eerste. Is zij zijn vrouw? vraagt Hans onwillekeurig en ergert zich dadelijk over deze vraag. Iets als een lachje vliegt over het melancholieke gezicht van den dikken man. Dat te ontraadselen zal menigeen interes seeren, chef, zegt hij langzaam in voortreffelijk Engelsch en als Hans hem vragend aankijkt, voegt hij er aan toe: Ik heb niets gezegd, mag ik gaan chef, de repetitie is voorbij. Zoo stil als hij gekomen is, zoo stil verdwijnt hij ook. Hans kijkt hem geërgerd na en keert zich om. Daar vliegt een rood trainingspakje langs hem heen. Miss Nancy, een enkel woord, alstublieft? roept hij. Het danseresje blijft staan. Ja chef? Ik zou graag iets willen weten, Nancy, wie was die mijnheer met wien ik zooeven sprak? Nancy kijkt hem verwonderd aan. Die dikke? Dat is toch de clown Bubo, onze beste clown, zegt ze met een stem waarin duide lijk de verwondering klinkt, dat er nog iemand bestaat, die den clown Bubo niet kent. In Salt Lake City kwam hij hij ons, een geweldig artiest, chef. Nog iets te vragen, mr. Wenger? Dank u Miss Nancy, dat was alles, zegt hij vriendelijk. Het meisje in het roode trainingspakje maakt een sierlijke buiging en dan is zij verdwenen. lans probeert niet haar tegen te houden, hoen Mj zichzelf moet bekennen, dat de vrouwen in het circus „Excelsior" tot nog toe'veel vriendelijke zijn dan de mannen, zij schijnen ook veel onge compliceerder en minder gevaarlijk. Bill Bki Quito, Brouwers, zelfs de melancholieke Bw hoe vijandig schijnen zij allen te zijn. Me! =f fronst voorhoofd gaat Hans Wenger verder jj zijn eersten inspectietocht door nieuwe en gevaarlijke wereld. De regen ruischt op de nachtelijke circusomge- ving en op het groote plein neer een zware wo breuk na heete Junidagen. Het trormnelt^opK tentdak van het circus en op de gens. onophoudelijk en eentonig. Het middernachtelijk uur is allang vooral] H circus en 'zijn wonderlijke stad slapen. SfeW zij werkelijk? Neen. zulk een groot circus eigenlijk nooit. Wachters maken hun stalwachten bewaken een ziek dier; er 21. thuiskomers, die na de voorstelling nog n stad zijn gegaan en dan zijn er de vroeg opsw--* ders. die er uitzien alsof zij nooit slapen. In een der waeens brandt nog licht, rij wagen van Rolf Wenger. Hij staat in een raw hoek tegenover de andere woonwaSen^- de oude Wenger en zijn dochter Gertruaie, eerste beleving van een avondvoorstellingi- circus „Excelsior" een door bonte droomen weven slaap slapen. Het schemerende licht in den 1 niet uitgaan. Onduidelijk ziet men van door het raampje een mannenhooïd wegelijk over een schrijftafel gebosrenis. De oude Enriques, de half-Indiaan. o. Wenger op al zijn tochten door ^u Daar vergezeld heefis onder den indruk-^ hij weer, chef Rudolfo zal in zijngrar rust hebben! De oude haast zich uit de van den wagen te komen. pnifW»* Inderdaad is het de werkwagen van w> ger, waar Hans in dezen eersten nacnt a verblijf in het circus „Excelsiorzit. ^2f3 meegesleept door de gebeurtenissen eersten da.g en dezen avond, met m slaap te vinden na al het bonte, dat nu (Wordt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 6