MAIKT
BERICHTEN
AB'S AVONTUREN
De vreemde Erfenis
VRIJDAG 1 NOVEMBER 194Ö
HAARLEMSCHE RECHTBANK.
Distribu tiebepali ti gen
overtreden
Op 21 Augustus had een hakkersknecht in
Nieuw Vennep aan een mevrouw een bruin en een
wit brood afgeleverd', zonder daarvoor dadelijk
bonnen te krijgen. Beiden, zoowel de bakkers
knecht als de mevrouw stonden gisteren terecht
voor de Arr. rechtbank te Haarlem. Mevrouw zei i
dat ze aan de wasch bezig was toen de bakker
kwam. Hij bracht eiken dag hetzelfde: een bruin
en een wit brood. Een volgenden dag had ze de
broodbonnen gegeven.
Pres.: U weet, dat de bonnen nu eenmaal da
delijk overhandigd moeten worden. Er mag geen
brood worden afgegeven wanneer niet dadelijk
een bon wordt ingeleverd.
De officier eischte tegen de dame een boete
van f 20 subs. 12 dagen en tegen den bakkers
knecht f 10 subs. 6 dagen
In Lisse had een garagehouder aan een was-
scherij directeur ten behoeve van een bestelauto
30 L. benzine afgeleverd zonder dat de daartoe
noodige coupons konden worden ingenomen. Hij
had een hoogen prijs, namelijk 35 cents per liter,
berekend. Tegen den garagehouder eischte de
officier f 50 subs. 30 dagen. Tegen den wasscherij-
directeur f 10 subs. 6 dagen.
Poging tot afpersing.
Op 26 Juli ontving een Beverwijksche winkelier
een brief, waarin hij met geweld bedreigd werd
wanneer hij niet op een aangegeven tijdstip in een
ergens in Rooswijk gereed gelegde bus f 150 zou
deponeeren.
De winkelier wendde zich tot de politie, die den
schrijver van dezen dreigbrief opspoorde.
Gisteren stond hij terecht voor de Arr.-reobtbank
te Haarlem.
Hij zei het geld noodig te hebben om zich meu
bels aam te schaffen voor een eigen kamer, omdat
hij het bij zijn schoonouders niet meer kon uit
houden.
Hij had deze meubelen willen koopen van den
winkelier, van wien hij het geld wilde afpersen.
Pres.: „Dat zal die wel zeer op prijs stellen!"
De president vond de manier waarop verdachte
te werk was gegaan nogal onnoozel.
De Officier wilde, hoewel hij deze poging tot af
persen in hooge mate laakbaar vond, toch reke
ning houden met den overspannen toestand waarin
verdachte ten tijde van zijn daad door familie-om
standigheden verkeerde, en hij eischte een voor
waardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met 3
jaar proeftijd.
De uitspraken in deze zaken vallen over 14 dagen.
LAATSTE VOORDRACHT CHARLOTTE KöHLER.
Van „Het Onvergankelijke"
Mevrouw Charlotte Kohier zal Zaterdag 2 No
vember a.s. in den Stadsschouwburg te Haarlem
(begin half drie) een laatste hei-haling geven van
haar voordracht „Het Onvergankelijke": Neder-
landsche gedichten, onderverdeeld in: De Schoon
heid, De Aubeid, De Liefde, Het Geloof, Het Vader
land.
EXAMENS.
ACADEMISCHE OPLEIDING.
Geslaagd aan de Gem. Universiteit van Amster
dam voor het cand.ex. wis- en natuurkunde: mej.
C. Nijboer en de heer C. van Loen; voor het doet.
examen scheikunde de heeren M. P. Sillevis en J.
F. Arens (cum laude) en voor het doet. examen
rechten mej. L. M. v. d. Berg; voor het cand.ex
economie: de heeren D. J. Wagner, H. J. Amsen, L.
Godefroi en J. van Lith
MARKTBERICHTEN VAN
BARNEVELD.
(Donderdag).
Pluimveemarkt.
Oude kippen f 0.50f 0.55. 2e kw. per K.G.
f 0.44f 0.43. Oude hanen f 0.90f 1.50. Jonge
hanen f 0.60f 0.80. N.H. Blauwen per K.G. f 0.75
f 1. Jonge hennen f 0.80f 1.50. Duiven per paar
f 0.25f 0.35. Woerden f 0.45f 0.75. Wilde eenden
(in jachttijd) f 0.80—f 0.90. Ganzen f 2.25—f 3.10.
Kalkoenen per K.G. f 0.70f 0.85. Tamme konijnen
f 1f 3. Wilde konijnen f 0.80f 0.90. Hazen (in
jachttijd) f 3—f 3.75. Fazanten (in jachttijd) f 1—
f 1.35.
Aanvoer 33700. Handel vlugger.
Eiermarkt:
Groote witte eieren f 8.20f 8.70. Gemengde
eieren f 8.40f 8.75. Bruine eieren f 8.50f 9.
Eendeneieren f 5.50f 6.25.
Aanvoer 180.000. Handel vlug.
Veemarkt:
Zeugen f 40f 80. Schrammen f 13f 20. Biggen
f 7f li. Vette varkens 2930 ct. per pond.
Zouters 2829 ct. per pond. Vette kalveren 3842
ct. per pond. Nuchtere kalveren f 5f 15.
Handel matig.
In verhand met de verduisteringsvoorschriften worden de witte strepen, die de
rijbanen op de Rijksstraatwegen aangeven, in het blauw gezet. Het werk op den
weg AmsterdamHaarlem.
(Foto Pax Holland.)
GEMEENTEWATERLEDDING VAN HAARLEM.
Aan het verslag omtrent de Gemeentewaterlei
ding van Haarlem óver 1939 is het volgende ont
leend.
De totale wateropvoer in 1939 bedroeg 2.286.141
M3. tegen 2,195.778 M3. in 1938; dit is een ver
meerdering van 90.363 M3. of 4.1 pet. Tevens werd
de hoeveelheid van 2.233.491 M3. van het topjaar
1934 hiermede overschreden.
De maximum oppomping per etmaal bedroeg
9.399 M3. (v. j. 8.424 M3.) Drie dagen achtereen
moest meer dan 9000 M3. worden opgepompt, n.l.
9.126, 9.399 en 9.243 M3. Dit is nog nimmer voor
gekomen.
De lengte van het buizennet was op 31 December
1938: 271.219.06 M. en in het eind van 1939:
276.153.51.
Op 31 December 1939 bedroeg het aantal ge
plaatste brandkranen 3050 stuks, waaronder 17
bovengrondsche; het aantal afsluiters bedroeg 1825
stuks. In den zomer waren 15 drinkfontein.en ge
plaatst. Op genoemden datum waren 37.280 water
meters in gebruik, tegen 36.224 in 1938.
Afgekeurd werden 525 oude meters.
Het aantal verbintenissen voor waterverbruik be
droeg op 31 December 1939 37.515 tegen 36.499 in
1938.
Van de totaal opgepompte hoeveelheid water
werd naar de stad afgevoerd 2.166,755 M3. v. j.
2.074.548 M3.).
De rekening van bater en lasten over 1939 sluit
met een bedrag van f 708.245,39.
De balans per 31 December 1939 sluit met een
bedrag van f 2.352.534,68 en bevat onder passiva
o.a. de volgende post: Gem. Haarlem batig saldo:
f 100.356,17.
DE NEDERLANDSCHE POLITIE EN
DE WINTERHULP.
Naar het A.N.P. uit goede bron verneemt zal
door den inspecteur-generaal der Nederlandsche
politie een oproep gericht worden tot de geheele
politie met het doel gemeenschappelijk een spon
tane gift te doen toekomen aan het instituut der
Winterhulp.
De voorbereidende besprekingen hebben namens
den inspecteur-generaal reeds met den directeur-
generaal der Winterhulp plaats gehad.
Naar liarmoiiischen herbouw van
Middelburg.
Stichting zal het doel moeten verwezenlijken.
B. en W. van Middelburg hebben bij den gemeen
teraad een voorstel ingediend, zulks in overleg
met den algemeen gemachtigde voor den weder
opbouw, om over te gaan tot het in het leven
roepen van de stiching „herbouw Midedlburg".
Deze stichting zal beoogen de bevordering van den
harmonischen herbouw der stad Middelburg. Zij
zal trachten dit doel te bereiken door:
1. Het nader uitwerken van het ontworpen stra
tenplan en het voorbereiden van de gronduitgifte,
voo rzoover de algemeen gemachtigde haar dit
opdraagt;
2. Het geven van adviezen aan hen, die willen
herbouwen of herstellen, zoowel op architectonisch
en technisch, als op administratief gebied.
3. Het geven van adviezen aan den algemeen
gemachtigde.
4. Het verrichten van die werkzaamheden in
het belang van den wederopbouw, waarvoor haar
medewerking door hem wordt ingeroepen.
In de toelichting op het voorstel wijzen B. en
W. e o.a. op, dat het plan in hoofdzaak tot twee
dimensies beperkt blijft, maar dat de uitvoering
zich ook zal uitstrekken tot de uit stedebouw
kundig oogpunt niet minder belangrijke derde
dimensie. Het gaat er om, het te herbouwen deel
van Middelburg in architectonisch opzicht tot een
fraai, harmonisch geheel te doen groeien, dat zich
geheel aanpast aan de sfeer van het mooie, nog
in stand gebleven, oude stadsdeel en aan zijn weder
te herbouwen monumentale bouwwerken.
AANGIFTE VAN DUITSCHE VERMOGENS IN
VIJANDELIJK BUITENLAND
's GRAVENHAGE, 31 October. - Van bevoegde
zijde wordt er op gewezen, dat op grond van de in
het Duitsche rijk uitgevaardigde verordening be
treffende de aangifte van Duitsche vermogens in
landen, waarmede Duitschland zich in oorlog be
vindt van 7 Augustus 1940, onder meer alle perso
nen, die de Duitsche nationaliteit of de nationaliteit
van de protectoraten Bohemen en Moravië bezitten
of verwerven en alle Duitsche ondernemingen in de
bezette Nederlandsche gebieden hun in vijandelijk
buitenland bevindende vermogen hebben aan te
geven. Als vijandelijk buitenland gelden de vm-
gende staten: Groot-Brittannië en Noord-Ierland
met de ovei'zeesche bezittingen, koloniën, protec
toraten en mandaatsgebieden, alsmede de dominions
Canada. Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika
en verder Frankrijk met zijn bezittingen, koloniën,
protectoraats- en mandaatsgebieden behalve Egypte
de Soedan, Irak en Monaco.
De aangifte kan tot 15 November a.s. bij de
„Wirtschaftsprüfstelle", Korte Vijverberg 5, Den
Haag, geschieden, De vermelde verordening is in
het „Reichsgesetzblatt", deel I no. 140 afge
drukt en kan bij het „Reichsverlagamt" te Berlijn
nw. 40, scharnhorststrasse 4, verkregen worden.
(ANP)
VOOR DE KINDEREN.
Met één ruk was de deken wegge
trokken engeen twee minuten
later zat Ab op een snel galoppee-
rend paard, achter den breeden rug
van zijn bewaker. Met een stevig
koord om zijn middel was hij ge
bonden aan den ruiter. Naast hem
reed met dezelfde groote haast nog
een ruiter. Zij hadden beiden grooten
spoed, want zij vreesden, dat de boot
spoedig zou landen. Zij wilden na
tuurlijk niet graag kennis maken met
de zeepolitie. En dan wilden zij zich
spoedig hij hun vrienden voegen, die
met Dib reeds vooruit waren gegaan.
„Stuurman, jij blijft bij de boot en
kijkt goed uit. Bij het eerste teeken
van onraad, geef je het afgesproken
sein. Mijnheer Pakman en ik, ver
gezeld van twee mannen, zullen een
onderzoek instellen. Wanneer wij in
nood mochten verkeeren, blaas ik
tweemaal kort en scherp op een
fluitje. Dus alles goed begrepen?"
Het was kapitein Flink, die deze
bevelen gaf, alvorens hij aan wal
stapte. Vier man stapten nu uit de
motorsloep en liepen over den rots-
achtigen bodem in de richting van
de bergen, waar nog altijd de nood
vlag aan den stok hing en die nog
steeds verlicht werd door de helle
zoeklichtstralen.
Behoedzaam waren kapitein Flink
en mijnheer Pakman naderbij ge
komen Na lang zoeken had mijnheer
Pakman een kleine inham in de rot
sen ontdekt.
„Ik denk wel, dat de heeren piraten
hier hun verblijfplaats zullen heb
ben," fluisterde hij.
Mijnheer Pakman had een heel
fijnen neus voor dergelijke zaakjes
en daarom noemde men hem overal
„Spéurneus". En zoo was het ook. Het
duurde niet lang of zij stonden voor
een ruwe houten deur, die echter ge
sloten was.
Vergemakkelijking van het betalingg.
verkeer met Duitschland.
's-GRAVENHAGE, 31 October. Ret
meldt: Bij Runderlass van den Rijlesbiiste -
Economische Zaken zijn met ingang van 1 n Van
ber de Nederlandsche vermogensbelegginop0"^*
Duitschland in beginsel vrijgegeven. In het0?1'
der kunnen in de toekomst renten, opbreng*
winstaandeelen, huur_ en pachtgelden, zqS
overeenkomstige regelmatig terugkeerende betT**
gen uit vermogensbeleggingen van in het be?
Nederlandsche gebied zetelende personen bfi*
Duitsche gebied ten volle zonder speciale e
keuring naar het bezette Nederlandsche
worden overgemaakt. Daarmede zijn in zoov
alle beperkingen, die vroeger op grond van de^
zen-politiek werden gemaakt, vervallen. Over'T
genoemde vennogensbeleggingen zelf kan bóve
dien in het Duitsche rijksgebied vrijelijk
beschikt. Het overmaken van de uit de vervre^
ding of terugbetaling dezer vermogensbele«s^
voortvloeiende bedragen naar het bezette *Ne/
landsche gebied is op grond van een desbetrefff"
de goedkeuring, die op verzoek steeds zal Wor<U
verstrekt, eveneens mogelijk.
Teneinde te vei-mijden, dat bij de overmakiiw
van de uit de vervreemding of terugbetaling -a?
bedragen uit vermogensbeleggingen voortvloeiend
bedragen onrechtmatige winsten worden
maakt, is bij verordening van «den Secretaris-Ge
neraal van het departement van Financiën te Den
Haag een evenredige belasting ingevoerd. Deze bes
lasting wordt slechts geheven, indien opbrengsten
uit de verzilvering of amortisatie van zulke waar-
den uit het Duitsche rijk naar het bezette Neder
landsche gebied uiterlijk 31 December 1944 worden
overgemaakt. Zij bedraagt tot en met 31 December
1941 70 pet., in het jaar 1942 60 pet., in het jaar
1943 40 pet. en in het jaar 1944 20 pet. en zij W0!^t
bij de overdracht afgehouden. Vermindering 0f
kwijtschelding dezer belasting kan in economisch
gerechtvaardigde gevallen worden toegestaan, wan-
neer aannemelijk wordt gemaakt, dat de waarden
voor de inwerkingtreding van deze verordening
tot een hooger bedrag dan de na aftrek der belas
ting resteerende bedragen zijn verkregen.
Bovendien worden voor het betalirgsverkeer van
Duitsöhland naar het bezette Nederlandsch gebied
verdere faciliteiten gegeven, die een opruiming van
tot nu toe bestaande ongewenschte technische hin
dernissen beteekenen. Dit geldt in het bijzonder
voor betalingen op het gebied van het warenver-
keer. Daarenboven wordt voor overmakingen naar
het bezette Nederlandsche gebied en voor verre
keningen en betalingen in het Duitsche rijksgebied
een maardelijksche vrije grens van 5000 rijksraad
per persoon ingevoerd. Naar evenredigheid wordt
op het gebied van het reizigersverkeer een vrije
grens van 1000 Rijksmark of f 750.en voor het
grensverkeer een dagelijksche som van 100 Rijks,
mark of f 75, dan wel maandelijks 1000 Rijksmark
of f 750.ingesteld.
Daarmee overeenkomend is het inzonderheid ge-
oorloofd, afgezien van de mogelijkheid der overma
king in het raam van de maandelijksche vrije grens
van 5000 rijksmark de loonen van de in Duitsch
land werkzame Nederlandsche arbeiders en em
ployés zonder speciale goedkeuring in baar geld
naar het bezette Nederlandsche gebiëd over te
brengen.
Evenals tot dusverre moeten alle overmakingen
van Duitschland naar het bezette Nederlandsche ge
bied, ook indien zij in de toekomst zonder speciale
goedkeuring kunnen geschieden, door storting van
het daarmee overeenstemmende rijksmarkbedrag
bij de Duitsche verrekeningskas ter verrekening
worden behandeld.
Voor vermogenswaarden van emigranten en voor
bepaalde openbare leeningen gelden bijzondere be
palingen.
„Sla
Flink.
de deur in," beval kapitein
NEDERLANDSCHE VEREENIGING VAN
GENEALOGEN.
Reeds lang werd in ons land behoefte gevoeld
aan een organisatie, die in staat zou kunnen zijn
de belangen te behartigen der Nederlandsche genea
logen, welke aan de eene zijde bedreigd werden
door een volkomen gemis aan waardeering en aan
de andere zijde het gevaar liepen het slachtoffer te
worden van een rampzalige beunhazerij op dit ge
bied.
Nu deze gevaren meer urgent worden door de
gewijzigde omstandigheden waarin ons land ver
keert, valt op een groote bedrijvigheid in de ge-
slachts- en wapenkunde te rekenen in verband
met de verhoogde belangstelling, die ongetwijfeld
zal komen voor alles, wat familie, sibbe en afstam
ming betreft.
Om tijdig verder doorwoekeren van mistoestanden
te voorkomen is j .1. Zaterdag 19 October te 's Gra-
venhage op initiatief van den heer C. Pama uit
Voorburg besloten tot oprichting van de „Neder
landsche vereeniging van genealogen". Als te*
sturusleden werden benoemd mej. Th. van Alf an
de heeren jhr. P. Beelaerts van Blokland en C.
Pama; de laatste als voorzitter.
Haar voornaamste taak ziet de nieuwe ver
eeniging in het scheppen van een betrouwbaar corps
van genealogen, die allen ten volle het vertrouwen
hunner opdrachtgevers waardig zijn. Zij wil dit be
reiken door het stellen van eischen van kundig
heid en bekwaamheid aan haar leden en door het
instellen van een eereraad voor het uitoefenen van
een doorloopendwe controle op hun werkzaamheden.
Een drietal mannen van aanzien op het gebied der
geslacht en wapenkunde werd aangezocht in deze
eereraad zitting te nemen. (A.N.P.)
Roman van HERBERT STEINMANN.
Bewerkt door
LIZZY VEEN.
(Nadruk verboden).
12)
Wat is het, dat den meestersoïmtter op dezen
tijd zoo onrustig heen weer drijft? Een slecht ge
weten? Of slaapt hij niet om Juanita te kunnen
bewaken, die misschien meer voor hem beteekent
dan alleen een partner?
Een oogenblik ziet Hans het treurige gezicht
van Juanita voor zich.
Dan is het loopen boven hem geëindigd. Maar
het is niet goed om op wacht over een vrouw te
denken. Hans wrijft zijn oogen uit, is daar ginds
bij den werkwagen geen schaduw, knarst daar
niet een sleutel? Hij richt zich haastig op. Nu
ziet hij de straal van een zaklantaarn achter het
raam van den werkwagen. Ellendig, dat hij er niet
aan heeft gedacht een zaklantaarn mee te ne
men. De kerel moet als een slang zijn; heeft
Higgens dan niets gemerkt? Of wil hij eerst ze
kerheid hebben?
Hans springt op en neemt zijn revolver, een
schel gefluit komt van zijn lippen. Op hetzelfde
oogenblik verdwijnt het licht. Men hoort stappen,
iets vliegt uit den werkwagen. Aan den voet van
de trap zijn twee mannen tegen elkaar geloopen.
Hans kan slechts onduidelijk geharrewar zien,
een hijgen is te hooren, dan de stem van Hi!
gens. Vlug, ik heb hem
Hans is er al bij. Hij kan vriend of vijand niet
onderscheiden. Schieten zou moord beteekenen.
Hij pakt een arm.
Pas op Wenger. dat ben ik. Het is Higgens,
Onzeker ziet Hans den vervolgde, die zich handig
heeft losgewrongen, nu als een schaduw naar de
toeschouwersruimte rennen.
r— Schiet, schiet dan toch, dreunt Higgens' stem.
Door schieten in deze duisternis, zal ik het
geheele circus alarmeeren. In de verwarring zal
het den k#rel gemakkelijker vallen te ontkomen.
Zij loopen zijde aan zijde naar de hoofdtent.
Van ergens komen snelle schreden. Higgens'
dreunende stem heeft de aandacht getrokken.
Hans Wenger zoekt een weg door de donkere
manege. Iemand loopt naast hem. Dan vlammen
de lichten op. Iemand heeft de schakelaar om
gedraaid. Verblind kijkt Hans om zich heen.
Hij ziet Higgens' opgewonden gezicht, ziet en
kele, meer of minder gekleede figuren, artisten,
ruiters en werklui, die hem verbaasd aanstaren.
Hij hoort vragen en begrijpt den zin niet.. Had
hij bij het opgaan van het licht niet een donkere
gestalte naar de manegegang zien vluchten? Nu
ziet hij de verwonderde blikken en opeens be
grijpt hij, hij heeft de revolver nog in de hand.
Gelaten steekt hij het wapen in zijn zak.
Voorwaarts mannen, ga mee. Een inbreker!
Hij moet in den stal gevlucht zijn.
De mannen gehoorzamen. Misschien voelen zij
zich op dit oogenblik voor het eerst verbonden
met hun nieuwen chef. Als zij in den stal komen,
is alles in oproer. De dieren zijn wakker gewor
den en stampen en hinniken en brullen, kettingen
rammelen. De ezel Bombay komt woedend uit zijn
box, de paardenknechten komen met booze ge
zichten uit de boxen kruipen. Zij 'knipperen in het
licht, dat nu door den stal schijnt.
Stilte! Menschen, er is een inbreker hier
heen gevlucht, wie heeft iets gezien!
Zwijgen en dan klinkt de neusstem van den
Indiaan Enriquez. Master, een over mijn
beenen geloopendaarheenik geloof naar
hok van Bing.
Enriquez bekijkt zijn beenen, welke hij blijk
baar te ver in de stalgang heeft uitgestoken.
Hij bedoelt de kamer van Bill Bing, bromt
Higgens. Nu, ik ben op alles voorbereid.
Hans antwoordt niet, in een paar stappen heeft
hij de deur bereikt, zij is niet gesloten en binnen
brandt licht. Maar beide bedden zijn leeg. Naast
Hans staat Higgens met een woedend gezicht in
de kleine ruimte. Dan ziet Bans iets, dat hem,
ondanks zijn woede, verwondert. Op de tafel staat
de grijze doos, welke hij zelf in den werkwagen
op de schrijftafel heeft laten staan. In het rond
liggen papieren en krantenuitknipsels verspreid,
alsof de doos haastig doorzocht is. Ja, daar zijn de
oude rekeningen en kwitanties.
Hans zet de doos neer. Uit den werkwagen
gestolen, Higgens, zegt hij dof.
Higgens 'kijkt grimmig. Ik heb dezen Texas-
man altijd verdacht maar nu is er geen twijfel
meer mogelijk. Bill Bing is de nachtelijke inbre
ker in den werkwagen en misschien heeft hij nog
meer op zijn kerfstok.
Wat is er met Bill Bing aan de hand?
Koel en sleepend klinkt deze vraag hij de deur.
Daar staat de cowboy zelf. Het valt Hans Wenger
op hoe onopvallend de kleeding van dezen man
op het oogenblik is. Hij ziet er uit alsof hij nog
niet in bed geweest is. Inplaats van het lichte
shirt draagt hij nu een donker. Een leeren broek
heeft hij verwisseld voor een donkere en hij
draagt zwarte laarzen, die een weinig stoffig zijn.
Alleen één ding is er, de gordel met de revolver.
Wilt u mij nu eindelijk eens zeggen wat dit
alles te beteekenen heeft, mister Wenger? vraagt
Bing. Maar dan ziet hij de nieuwsgierige gezich
ten van de stalknechten.
Er uit jongens, zegt hij kalm en wijst met
zijn duim over zijn schouder. De mannen ver
dwijnen.
Alleen Higgens en Wenger blijven in het ver
trek. Maar men kan er van op aan, dat de stal
knechts met hun ooren tegen de deur staan.
Hans Wenger probeert zijn opwinding te over
winnen, deze koele man maakt indruk op hem.
Kalm legt hij hem het geval uit.
Bill Bing grijnst hoonend. Zijn duim wijst op den
bankier. Dat dank. ik aan hem, niet chief?
Higgens wil uitvaren maar Hans Wenger voelt
hoe hij hier moet handelen.-
Laat u mij spreken, mr. Higgens. dit is een
zaak voor de directie, voor de Wengers!
Bill Bing heeft het hoofd gebogen.
U bent de chef en u moet weten hoe het te
verantwoorden, maar ik mag hangen als ik weet
hoe die doos hier is gekomen.
Hans Wenger kijkt hem streng aan. Zal hij Bill
Bing gelooven nu alles zoo duidelijk is, neen, het
kan niet anders, Bing is de dief van de doos. Maar
waarom deze volkomen doelloos schijnende dief
stal van oude rekeningen?
En waar komt u vandaan, Bing?
Ik heb een rondgang gemaakt chef. Zooals
het behoort, klinkt het trotsch uit Bing's mond.
Was u alleen?
Voor het eerst wordt de cowboy onrustig. Hij
trekt zijn breede schouders op. In hetzelfde
oogenblik trommelt iemand met beide vuisten op
de houten deur. Hans kijkt op. Wat beteekent
dat? Wie is daar?
Ik wil er in. ik wil iets zeggen. Ik wil naar
bed, klinkt een stem.
Bill Bing heft het hoofd op. Laat u hem
binnen chef, het is Watermiller, mijn salongast
hier.
De stalknecht komt binnen. Op het zien van
den directeur slaat hij zijn eene oog neer en trekt
het hoofd tusschen de schouders.
Wat hebt u te zeggen, hoe kom je eigenlijk
hier, kerel! roept Higgens.
Ik wilde, ik wilde alleen antwoord geven op
wat die heer daar heeft gevraagd. Mister Bing
was niet alleen op zijn rondgang. Wij hebben
samen den rondgang gemaakt.
Dat is niet waar, mr. Wenger, 'zegt Higgens.
Deze beide kerels helpen elkaar. Maakt u
korte metten met hen en gooit u beiden er uit.
Als we de politie er in halen, duurt het te lang
en wij kunnen hier in Denver ook niet blijven
zitten.
Hans Wenger heeft een besluit genomen. Ik
heb hierin niet alleen te beslissen, ik moet er met
mijn vader over spreken. Wij zullen morgen zien.
Het spijt mij voor u Bill Bing. maar er moet een
dracht en veiligheid in het circus Wenger heer-
sclien. Wij kunnen geen geheimzinnige individuen
hier gebruiken. Hij gaat weg zonder den cowboy
nog met een blik te verwaardigen, Bing bijt zich
op de lippen maar hij zwijgt
Lang nadat Wenger en Higgens weg zijn. zegt
hij iets. Heb je gehoord, Watermiller, circus
Wenger heeft hij gezegd en niet „Excelsior". Van
dezen jongen man is nog van alles te verwachten.
Hij keert zich plotseling om en kijkt den man
scherp aan. Ellendige leugenaar, die je bent!
schreeuwt hij.
De man wordt doodsbleek, hij ziet er uit als het
slechte geweten.
Hoe zoo, baas? stamelt hij.
Was je soms toy mij. daar straks? Hoe kun
je den chef zoo beliegen. Je was met mij op den
rondgang. Je weet heelemaal niets, je hebt niets
gezien en dat is je geluk man!
Met een toornigen blik gooit Bing zich met oe
laarzen en al op zijn deken.
Neem mij niet kwalijk, verontschuldigde ae
ander zich. Omdat u mij vanmorgen hebt ge
holpen. dacht ik u er nu uit te helpen, de eene
dienst is den ander waard.
Bill Bing heeft zijn oogen gesloten.
Klets, wat weet je ran helpen. Kruip ui )e
kooi, licht uit daar. Wij moeten er gauw weer uit
en het zal een dag worden waarop zich nog neei
wat menschen zullen verwonderen.
De soep wordt nooit zoo heet gegeten als zij
.wordt opgediend, ook niet in het circus „Excel
sior". De oude Wenger is wel erg geschokken toen
hij het gebeurde hoorde. Tweemaal ingebroken
in een bedrijf, dat hij leidt, nachtelijke yervo'gm*
gen, strijd.in den eersten impuls wil hij mn
Bing er uit gooien. De man is hem weinig sym
pathiek, diens geheele manier van optreden
valt hem niet. De oude Wenger houdt van kaim
rust en samenwerking. Gertrude is van dezeiro
meening. Zij houdt niet van den stalmeester
Maar als men haar naa-r de reden daarvan z
vragen, zou zij er geen enkele kunnen noem-
Alleen Hans kiest de partij van den stalmest
hij heeft nog eens rustig over alles nagedaent-
Het mag zijn zooals het wil, vader, maarv
hebben geen bewijs, tenminste niet een ao
slaand bewijs. Hij zou toch niet zoo dwaas zu
de doos midden op zijn tafel neer te zetten a
hij haar gestolen had? Nieen dat past niet
dezen koel berekenenden man.
Toch begrijp ik niet, waarom jij hem w
houden, jongen. Jij bent toch zelf °vertul%oPf!-
het feit, dat hij van alles achter den rug nee.*
(Wordt vervolgd'-