De bij den bomaanva getroffen gezinnen. AB'S AVONTUREN De vreemde Erfenis DINSDAG 12 NOVEMBER 1940 Hun huisvesting thans geregeld. Zooals men weet zijn de gezinnen, die bij den bomaanval op Haarlem in het begin der vorige maand dakloos waren geworden, in het Weeshuis der Doopsgezinden ondergebracht en hebben daar aanvankelijk de goede zorgen genoten van het K. V. V. dat zich met veel succes beijverd heeft, de zorgen, waaraan deze slachtoffers zoo plotseling het hoofd kregen te bieden, te verlichten. Er moest echter raad geschaft worden, in de eerste plaats wat de behuizing aangaat. Het K.V.V. zoowel als het gemeentebestuur heeft zich daartoe ingespan nen en dezer dagen zijn de bemoeiingen in dezen geëindigd. Een deel der verzorgde gezinnen kon vrijwel direct naar een andere of de eigen woning verhuizen. De huizen van een ander gedeelte zijn inmiddels hersteld en konden weer betrokken wor den, en dezer dagen zijn de laatste drie gezinnen vertrokken naar een andere woning. Ook de schade is, zoodra dat mogelijk was, onder het oog gezien. Deze beperkt zich over het algemeen tot roerende goederen, want maar een enkele der gedupeerden was eigenaar van het door hem bewoonde huis. Het ging dus om het meubilair e.d. Door middel van het Herstelfonds hebben de menschen thans een tegemoetkoming ontvangen ter voorziening in de schade en voor zoover dit niet toereikend is, werd een en ander aanhangig gemaakt bij de schade-enquête commissie, die ech ter, zooals begrijpelijk is, het onderzoek nog niet beëindigd heeft. Want de eigenaars betreft van ge troffen huizen, de woningen worden, na gunstige beschikking van den Commissaris voor den Weder opbouw, voorzoover noodig met behulp van Rijks voorschotten e.d. weer opgebouwd, waardoor ook in him moeilijkheden wordt voorzien. Voor al deze bemoeiingen ten behoeve van de slachtoffers van den aanslag verdienen het ge meentebestuur zoo goed als het K.V.V. bij herhaling een woord van erkentelijkheid. Willibrord, fle apostel van Nederland Gent. Gezondheidsdienst te Haarlem. Algemeene gezondheidstoestand vrijwel ongewijzigd. Aan het verslag omtrent den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezondheidsdienst te Haarlem over 1939 is het volgende ontleend. De algemeene gezondheidstoestand bleef vrijwel gelijk aan die van voorafgaande jaren. Het ge boortecijfer daalde van 17.3 tot 17.1 per 1900 in woners en het sterftecijfer steeg van 8.4 in 1938 tot 8.8 in 1939. Het aantal verplicht aangegeveng evallen van besmettelijke ziekten bleef ongeveer gelijk aan het aantal van 1938 n.l. 234 gevallen in 1939 tegen 240 in 1938. Deze gevallen waren als volgt verdeeld: para typhus B 3 (vorig jaar 5), bacillaire-dysentrie 0 (4), Ziekte van Weil 1 (1), roodvonk 225 (224), diphtherie 3 (1), en poliomyelitis anterior acuta 2 CP). Van de gelegenheid tot kostelooze vacinatie tegen pokken werd door 200 (66) personen gebruik ge maakt. Dat het aantal der vaccinaties in vergelij- iking met 1938 zoo belangrijk is toegenomen, vindt voor een groot deel zijd oorzaak in het feit, dat in de laatste 5 maanden van. 1938 niet is gevaccineerd in verband met voorgekomen gevallen van - polio myelitis. Sinds eenige jaren wordt bij de aangifte van geboorte aan de ouders een geschriftje uitge reikt, waarin de vrijwillige vaccinatie tegen pokken voor kinderen beneden de leeftijd van 2 jaar wordt gepropageerd. De sterft aan tuberculoze was over 1939 voor Hraalem niet onrustbarend. Het cijfer voor Haar lem over 1939 was 54 (58) wat neerkomt op 3.85 (4.26) per 10000 inwoners Het aantal ingeschrevenen voor de verzekering van ziekenfondsleden tegen de kosten der bijdrage bij eventueele opneming in ziekenhuizen bedroeg: per 31 December 1937: 55117; per 31 December 1938: 58075 en per 31 December 1939: 58667. Dat de ver zekering in 1939 in verhouding tot voorgaande jaren maar met een 600-tal nieuw ingeschrevenen is toe genomen, komt doordat in den loop van het jaar de gemobiliseerden zich hebben laten afschrijven. In 1939 werden 130 (141) verzekerden opge nomen in ziekenhuizen voor rekening van de Ge meentelijke Ziekenhuisverzekering (Middenstand-s verzekering), met 141 (151) opnemingen en 2757 (2948) verpleegdagen. Aan 419 (542) verzekerden is een tegemoetkoming verleend in de kosten als bedoeld in de aanvullende bepalingen mei een totale uitkeering van f 5.019.40 (f 8.852.95). Voor geheele of gedeeltelijke rekening van de ge meente zijn totaal opgenomen 5616 patiënten. Bo vendien was er op 1 Januari 1939 in ziekenhuizen, herstellingsoorden e.d. een bijstand van 698, zoodat in 1939 totaal 6314 personen geheel of gedeeltelijk voor rekening der gemeente werden verpleegd. Het overzicht van de ontvangsten en uitgaven be treffende de verpleging in ziekenhuizen, sanatoria, inrichtingen enz. geeft aan een bedrag aan uit gaven van f 691.030.96 en aan ontvangsten van f 308.336.81.. Het aantal verpleegden in het Haarlemsch Tehuis voor Ouden van Dagen verminderde met 2 en be droeg op 31 December 1939: 72, n.l. 49 mannen en 23 vrouwen. In 1939 werden in het Haarlemsch Kinderhuis I Ï40 kinderen verpleged; in den loop van het jaar werden 109 kinderen opgenomen. Een schrijven van het Episcopaat. UTRECHT, 11 November. Zondagmorgen werd in alle R.-K. kerken, alsmede in kapellen waar over een rector is aangesteld een schrijven voor gelezen van het episcopaat van Nederland, in ver band met de verheffing Van den H. Willibrord door Z.H. Paus Pius XII tot den voornaamsten pa troon van de Utrechtsche kerkprovincie. Den 7den November van het vorig jaar is, aldus het herderlijk schrijven, op luisterrijke wijze het twaalfde eeuwfeest van het zalig afsterven van den H. Willibrord gevierd, dern grooten apostel van Nederland. Ook onze anders-denkende medebroe ders hebben zich niet onbetuigd gelaten en uiting gegeven aan hun vereerirg voor den man, aan wien ons vaderland zooveel te danken heeft voor de prediking van het Evangelie en voor den opbloei der beschaving, die een der schoonste vruchten is van het Christendom. Onze H. Vader Paus Pius XII heeft aan dat eeuw feest een blijvende bekroning willen geven en den H. Willibrord verheven tot den voornaamsten pat- troon van de Utrechtsche kerkprovincie, dus van geheel ons vaderland. Dit behoeft niets af te doen aan onze liefde en vereering voor andere heiligen, doch is het niet billijk, dat wij gedachtig aan het woord van S. Paulus: ..Gedenkt uwe leidslieden, die u het woord Gods hebben verkondigd, let op het einde van hun leven en volgt bun geloof na", een zeer bijzondere plaats in onze vereering geven aan den H. Willibrord, die geheel zijn leven gewijd heeft aan de bekeerin-g van ons vaderland? Dat hij ons dan steeds als een lichtend voorbeeld en als een machtige voorspreker voor oogen sta. Zoo ooit, dan hebben wij in onze dagen zulk een voorbeeld en zulk een voorspreker noodig. Want als ten tijde van S. Willibrord staat in den gewel digen geestesstrijd onzer dagen het christelijk ge loof op het spel. Laten wij in dit ernstig uur in ons zeiven keeren en ons hart tot God verheffen en onze trouw toon-en aan Jezus 'Christus in een oprecht en levendig geloof. Het geloof, dat Willi brord heeft gepredikt, is een kostbare gave, sub stantia sperandarum rerum, een vaste grond van hetgeen wij hopen, argumentum non apparentium, de overtuiging van dingen, die wij niet zien. Het geeft vastheid en richting aan ons leven, 't Schenkt ons de zekerheid, dat wij niet aan een blind toeval zijn overgeleverd, doch dat er een God bestaat, dien wij met onze lichamelijke oogen niet kunnen zien, doch die de wereld geschapen heeft en haar nog immer leidt en bestuurt. Die God is bet plecht anker van onze hoop. Gelijk alles wat kostbaar is, vraagt ook het ge loof offers om het te bewaren en te beleven: zelf- beheersching, -zelfverloochening moed en kraoht. S. Willibrord is een heilige geworden, doch daartoe heeft hij ook alles moeten verlaten, wat hem dier baar was, om onder een barbaarsch volk te midden van duizenderlei ontberingen en gevaren het Evan gelie te verkondigen, steeds bereid zijn leven zelf te offeren. Christus vraagt van zijn volgelingen heldenmoed. Er kunnen oogenblikken in ieders le ven komen, dat er van transigeeren geen sprake kan zijn, dat wij een keuze moeten doen. Want „wie niet met Mij is, is tegen Mij". Doch het Christen dom schenkt ook heldenmoed: „Tot alles ben ik in staat door Hem, die mij sterkt". Verzekerd van den bijstand van Christus zullen wij nooit kleinmoedig zijn en ons angstig terug trekken. Behalve het geloof, d.w.z. de waarheden, die strikt ter zaligheid noodig zijn, heeft S. Willibrord ons nog een ander erfdeel nagelaten, de christe lijke beschaving. Thans nog heeft de kerk tallooze instellingen: scholen en inrichtingen voor de opvoedsng der jeugd, instellingen van liefdadigheid, sociale orga nisaties. Zij zijn van den eenen kant uitingen van ons geloof, dat zich immers in de werken openbaart, van den anderen kant machtige middelen om het geloof te beschermen. In jarenlangen arbeid, met eindelooze moeite en onder zware offers hebben onze katholieken dat alles opgebouwd. Het is onze dure plicht het in stand te houden., voor zoover het in ons vermogen ligt, Die katholieke instellingen hebben zonder twij fel ook op maatsohappelïjk gebied zegenrijk ge werkt. Moeten wij nog antwoorden op de zoo dik wijls geuite beschuldiging, dat wij daardoor ver deeldheid zouden verwekken, of minder trouwe va derlanders zouden zijn? Niet in de vervlakking van ieders levens- en wereldbeschouwing kan de kracht liggen van een volk, doch slechts in eendrachtig samenwerken tot welzijn van het vaderland, met eerbiediging van elkanders diepste overtuigingen. En in liefde voor het vaderland doen wij voor niemand onder. Ja, wij mogen, zeggen, dat wij beter het vaderland dienen, naarmate wij betere Chris tenen zijn. Want niet om zuiver menschelijke mo tieven, doch uit godsdienstige overtuiging betoonen wij gehoorzaamheid aan onze overheden, beoefenen wij de rechtvaardigheid en liefde ten opzichte van elkander en vervullen allen hun plichten, met name die van het huwelijk, waardoor een volk gezond en krachtig wordt. Ook wij werken mede aan den op bouw van ons vaderland, doch Christus is ons fun dament. Want „niemand mag een ander fundament plaatsen, dan wat gelegd is en dat is Jezus Chris tus". Laten wij doen, wat Christenplicht vordert, ieder in eigen kring, eenvoudig, zoo noodig tot offers be reid, omdat Christus het van ons vraagt. Dan zul len wij niet alleen in onze eigen omgeving werken aan den opbouw van Christus, ons fundament, doch dan zullen ook zooveel anderen, die het goede wil len, doch den weg niet weten, zien, dat alleen Christus is het heil der wereld. „Zoo moet uw licht ;chijnen voor de menschen, opdat zij uw goede wer ken zien en uw Vader verheerlijken, die in den hemel is". En moge de H. Willibrord ons vaderland, dat hem tijdens zijn leven zoo aan het hart lag, thans van den hemel uit'met zijn machtige voorbede be schermen. (A.N.P.) „KINDERVOEDING" TE HAARLEM. Door „Kindervoeding" werden in de week van 4 tot en met 9 Nevember 1940 5911 porties warm eten verstrekt, n.l. in de lokalen: Rijksstraatweg 1440, Soendastraat 1152, Zoetestraat 1450, Kam perstraat 941, Teijlerplein 718 en Voorin. Spaarn- dam 210. Heinrieh George, de hoofdrol-vertolker van de nieuwe Ufa-film „De Post meester", voorzag bij zijn bezoek aan Amsterdam zijn portretten van handteeke- ningen, welke ten bate van de stichting „Winterhulp Nederland" werden verkocht. (Foto Pax Holland.) UIT DE N. S. W. G. Men deelt aan de N. Rott. Crt. mede, dat de da- gelijksche bestuurders van de afdeeling Rotterdam van de Nederlandsche socialistische werkgemeen schap, J. van Zeeventer, J. L. van Bueren en P. H. Pols. als bestuurder en als lid van deze orga nisatie hebben bedankt. Dit is eveneens het geval met de leidster der vrouwenpropaganda mevr. J. C. E. van Zee- venterVan Male. HERDENING VAN ANTHONY FOKKER. De Brunswijksche Tageszeitung wijdt een hoofd artikel getiteld „25 jaar jachtvliegen", aan wijlen onzen landgenoot Anthony Fokker, dien het blad als de groote pionier op het gebied van jachtvlieg- tuigenbouw. OVERTREDING CRISIS-ZUIVELBESLUIT. In samenwerking mei ambtenaren van den Crisis dienst is Maandag door de politie te Haarlem bij een slager een partij gesmolten vet van löVé pond in beslag genomen wegens overtreding van het Crisis-Zuivelbesluit. Tegen den slager is proces verbaal opgemaakt. VOOR DE KINDEREN En terwijl de langste op een afstand bleef staan en naar alle kanten uit keek, was de kleinste Speurneus ge naderd. Eerst begreep Speurneus niet wat het aardige Chineesche jongetje bedoelde. Hij wees maar op zijn jas. Ab, die geen Chineesch kon spreken, dacht het beste te doen door op zijn jas te wijzen en. zoodoende den man duidelijk te maken, dat hem een brief was ontstolen. Toen begon de vreemdeling in het Chineesch te spre ken. Maar daar begreep Ab niets van. Dan ineens tastte Speurneus met schrik in zijn zak. Zijn document, zijn politiepapieren waren weg En toen keek hij Ab aan, deed een stap achteruit en riep: „Ben jij Ab?" Nog voordat Ab iets had kunnen zeggen, kwam de dikke Simpa aan gewaggeld. Zonder een woord tot Speurneus te richten, nam hij Ab bij den arm en trok hem snel van Speur neus weg. Dan wenikte hij met een bevelend gebaar naar Dib en voordat Speurneus iets had kunnen uitrich ten, zag hij Simpa vlug met het twee tal verdwijnen in de richting van de hut. Hij kon alléén weinig uitrichten tegen een overmacht van misschien wel vijftig of zestig piraten. Doch Speurneus bleef niet lang dralen. Vlug draaide hij zich om en vervolgde zijn weg. Hij bedacht zich, dat hij nu vooral Ab en Dib niet meer uit het oog mocht verliezen. Alleen kon hij alles gemakkelijk nagaan. Hij besloot dan ook in deze buurt te blij ven en een wakend oog op de hut te houden. Zoo voortloopende, had hij een kleine vlakte bereikt, die hoog boven het berglandschap uitstak. Als een speelgoedhuisje kon Speurneus de hut zien liggen beneden zich. 's Avonds laat sloop hij weer terug tot in de nabijheid van de hut. OPMERKINGEN VAN LEZERS. MINIMUMVERBRUIK ENKEL TARIEF EL. STROOM. Een abonné kwam ons mededeelen, dat 1 Haarlem voor el. stroom f 10 per jaar betaalt, min-i mum verbruik, enkel tarief. Met mij gebruiken echter velen niet voor f 10, maar voor f 8, misschien wel voor f 5, zoo zeide hij. Wij moeten echter toch f 10 betalen. Het zou in het belang van die velea zijn, dat de bedoelde regeling afgeschaft werd wij eenvoudig betalen, wat wij verbruiken. Naar aanleiding van deze opmerking wendden wij ons tot het G.E.B. te Haarlem, waar men ons mede- deelde, dat van een wijziging in het betrokken tarief niets bekend is. Wel kunnen verbruikers, dia in zeer bekrompen finaneieele omstandigheden've-r keeren, zoodat zij op bet licht moeten bezuinigen om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien, zich wenden tot den Directeur van den Incasso- dienst, met een verzoek om terugbetaling van een deel der f 10. Elk geval wordt dan onderzocht op zichzelf beschouwd. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Inlichtingen aan het Bureau van Politie, Smedestraat te Haarlem, uitsluitend tusschen 13 uur. Armband, Herwaarde, KI. Houtstraat 66 rood Armband, Ceret, KI. Houtweg 97; E Bureau van politie, Smedestraat; Kerkboekje, Bureau van politie, Smedestraat; Zonnebril Bant, J. Nieuwenhuyzenstraat 6; Fleschje, Deeü Da Costastraat 50; Handschoenen. Bakker, Nesstraat 20; Damesarmbandhorloge, Hensen, Oostvest 4 rood; Dameshandschoenen, Bureau van Politie, Smedestraat; Hond, Moerkerk, Pres. Steynstraat 60; Handbeschermer, De file, Jan Luykenstraat 44; Legitimatiebewijs v. d. Opbouwdienst, Bureau van Politie, Smeöe« straat; Zakmes, Lugtmeier, Vinkenstraat 46j Muts, Bijster, Jan Steenstraat 38; Portemon» naie m.i., Bersee, Verlengde Koepellaan 6 Bloe- mendaal; Parapluie, Strengers, Garenkokers- kade 9; Rijwielplaatje, Stiekel, Houtmankade 1; Rijwielplaatje, v. d. Brink, Aelbertsberg straat 66; Rijwielplaatje, Hildebrand, v. Zeg- gelenstraat 156; Rijwielplaatje, Inpijn, Ro zenstraat 7 rood; Ring, Loor, Krelagestraat rood; Dasspeeld, Cramer, Parkstraat 8 rood Schoen, Verweij, Karei v. Manderstraat 107 Kindertaschje, Posthumus, Julianapark Damestasch, Bureau van Politie, Smedestraat Rijwieltaschje m.i., Raap, Voortingstraat 14 Actetasch, Timmerman, Lange Poellaan 11 Kinderwagen, Adrichem, Klarenbeekstraat zwart; Wandelstok, Bureau van Politie, Sme destraat; Zweep, Welkes, Busken Huetstraat 37; Zak aardappelen-, Koster, Zomerkade 241 na 19 uur; Bril, Rovensteijn, Oranjeboomstraat 91; Doosje, Reters, Damaststraat 33; Do« m.i., v. d. Me.rlen, Zuid Brouwersstraat Etui met foto's, de Vries, Hofdijkstraat 27; Geld, Kimmenade, Dr. Bakkerslaan 52 Bloemendaal Portemoniaie met inhoud, Kuipers, Hof van Egmond 37; Rijwielplaatje, Bureau van Po litie, Smedestraat; Rozenkrans, Bureau van Politie, Smdeestraat; Sleutels, Bureau van Po litie, Smedestraat; Actetasch met inhoud, John, Timorstraat 191; Kindertaschje, Smit, Graaf v. Wiedstraat 19; Want, Jansen, Sout- manstraat 26. Roman van HERBERT STEINMANN. Bewerkt door LIZZY VEEN. (Nadruk verboden). 21) Telkens, de een na de ander, verdwijnt van het programma, mijn jongen, zegt de oude man en glimlacht droevig. Wij kunnen ons het en- gageeren van nieuwe nummers niet meer permit- teeren. Kijk eens naar -het publiek, men kan de menschen tellen! Wij zijn meer in aantal dan zij. Als er geen wonder gebeurt, dan kunnen wij «luiten. Hans drukt de lippen op elkaar. Wij moeten een uitweg vinden, vader! Wij moeten, al was het alleen terwille van oom Rolf. Het is geen wonder, dat Hans Wenger dezen nacht niet kan slapen. Het is ondragelijk warm en daarbij verdringen honderden gedachten zich in zijn hoofd. Hij staat op en gaat naar den werk- wagen. Weer doorzoekt hij alles. De ramen staan open. Zoodra hij aan de schrijftafel zit kan hij door de geopende raampjes -het licht in Juanita's wagen zien branden. Hij ziet Juanita's gestalte onduidelijk door de gordijnen. Nu en dan ver dwijnt zij uit den wagen. Dan weet Hans. dat zij naar Quito komt zien, die kreunend in een koortsaanval ligt. Met een bitter lachje denkt Hans er aan, hoe zij zich voor Quito uitslooft, hoe zii aan dezen vreemden man verbonden is en met èlken vezel van haar bestaan aan hem hangt. Kan men het den meesterschutter kwa lijk nemen, dat hij haar als een kleinood bewaakt. Domme, sentimenteele kerel! denkt Hans Wen ger van zichzelf, je hebt wel aan wat anders te denken dan aan een vrouw! Hartepijn deugt niet als men al zijn energie noodig heeft om de zaken gaande te hóuden. Mechanisch grijpt Hans naar de papieren, welke voor hem liggen. Een geërgerd lachje glijdt over zijn gezicht. Hoe vaak heeft hij ze al bestudeerd en nooit is hij er uit wijs gemorden. Nutteloos gedoe, alleen maar tijd- roovend! Maar ondanks deze gedachte heeft hij de map weer naar zich getrokken en staart -hij naar de lijnen en strepen. Het is de constructieteekening gemerkt „E". Deze en de constructieteekening gemerkt „D" hebben Hans hoofdpijn bezorgd. Hij begrijpt er niets van. En toch was hij bij zijn studiën heusch niet de domste van het college. Onwillig schuift hij de teekeningen terzijde en bekijkt, niet voor den eersten keer, de andere plannen. Onderstel ,A", onderstel „B", brug d.T., ja wat kon dat beteekenen? „M" wordt gelijktijdig aangezet. Dit kriebelige kantteekeningetje staat onder aan. „M", wat moet men zich daarbij voorstellen? Eigenlijk was het meest voor de handliggende toch het duide lijkste „motoren". Een van de teekeningen draagt een datum Fxi. 23 April. Als hij de F als Frisco leest, dan moet deze teekening een volkomen gaaf werk zijn, want kort nadat het circus Frisco had verlaten, was oom Rolf gestorven. Misschien heeft de dood hem de teekenstift en de liniaal uit de hand ge nomen, voordat hij met zijn plannen gereed was. Motoren, neen, dat is verkeerd. Het moet iets anders zijn. Misschienplotseling valt het als een licht straal in Hans brein, motorfietsen, bij den ouden Nieman in schuur 2 staan twee fonkelnieuwe motorfietsen, daar zijn stalen platen, stangen en borden, hout en allerlei onderdeelen voor het ge bouw. Met nieuw ontwaakten moed stort Hans zich op de teekeningen en hoe meer hij verge lijkt en zoekt, des te meer vallen hem de schel len van de oogen. Zuchtend leunt hij achterover en kijkt uit in den nacht, waarin alleen de ramen van Juanita's wagen lichten. Plotseling ontstaat voor zijn oogen een beeld. Het is de geweldige toeschouwersruim te; schouder aan schouder zitten de menschen. In het midden van het circus rijst een gestel om hoog, een constructie van ijzer, staal en hout, twee dubbele torens verbonden door een brug. En daar boven op lederen toren staat een motor fiets. Op de eene zit een man en op de andere een vrouw. De trekken van de beide artiesten kan Hans niet herkennen. Een schelle fluittoon. Zij loopen gelijktijdig af op de smalle koorden van de hangbrug tusschen de torens, nu vliegen zij langs elkaar, het ziet er bijna uit, alsof zij op elkaar zullen inloopen. De toeschouwers houden den adem in. Nu zijn de twee langs elkaar heen. De motorfietsen razen naar beneden, zij donde ren door de manege en rijden in tegengestelde richting drie ronden. Stoppen. De berijders sprin gen af, een man en een vrouw, zij reiken elkaar de hand. Een donderend applaus weerklinkt. Het is het idee van een doode, dat weder levend is gewor den. En nu weet Hans Wenger alles. De brug des doods, zegt hij luid voor zich heen. Hij ziet het geschreven, gedrukt in tallooze bladen, op programma's en aanplakbiljetten, in vlammende letters tegen den donkeren hemel. „De brug des doods, de grootste sensatie van het circus Excel sior". De redding, de redding! Maar plotseling zijn de vlammende letters ver dwenen, een schaduw heeft ze uitgewischt. Hans springt uit zijn stoel omhoog. Weer ziet hij -het licht in Juanita's wagen. Iemand moet hier voor bij geloopen zijn. Iemand heeft een oogenblik het licht onderschept. Nu wordt er ook aarzelend geklopt en Juanita staat op den drempel. Miss Juanita! roept Hans veriieugd, ik heb het gevonden, het -circus is gered! Zij kijkt -hem lachend en niet begrijpend aan, zij wil iets zeggen, maar Hans laat haar niet aan het woord komen. Hij moet spreken, anders zal er iets met hem gebeuren. Hij legt de teekeningen voor haar uit. Hij begint uit te leggen, aan te wijzen. En Juanita, in het begin angstig en be zorgd, luistert tenslotte vol belangstelling. Ook voor haar oogen staat nu het beeld van „De brug des doods". Dat moet een sensatie worden, mr. Wenger! roept zij geestdriftig uit. Zelfs hier in Amerika, maar u zult er nog twee artisten bij moeten en- gageeren. De practische artieste komt bij haar te voor schijn. Hoogstens een, een vrouw, voor de kleine motorfiets, want de andere zal ik zelf berijden! Juanita kijkt hem verrast aan. Is het alleen verwondering wat uit haar blik 6preekt? Straalt er niet een oogenblik iets anders uit, dat meer is dan alleen kameraadschap? Als het zoo was, dan is het snel verdwenen. Ja, ik zal zelf rijden, houdt Hans vol, ik heb er geen plezier in den directeur te spelen en met mijn handen in mijn broekzakken erbij te staan. Ik neem aan, dat de brug zoo gedacht is, dat de motor een voorgeschreven wielbreedte heeft. Er is koelbloedigheid en moed voor noodig en een goede beheersehing van een motorfiets. Juanita kijkt hem peizend aan. Plotseling ver schijnt een ondeugend lachje op haar mooi, bleek gezicht. En waarom zoudt u daar nog een artieste voor engageeren? Ik meen dat de balans van het cir cus al te vol belast is! Hans Wenger knikt ernstig. Dat wel, maar wij moeten het berekenen. Het kan nu eenmaal niet anders. De achterstand zal bij het eerste succes ingehaald zijn. Hij spreekt met de zekerheid van iemand, die innerlijk overtuigd is. Waarom neemt u niet iemand van de men schen, die u hebt? Hans Wenger denkt na. Misschien een danse res, miss Juanita? Ik geloof niet, dat een van onze meisjes motorrijden kan. Neen, dat bedoel ik eigenlijk niet, zegt zij met een klein lachje. Ik dacht aan een echte artieste. Een, die door een ongeluk van haar partner buiten dienst is gesteld. Eensklaps begrijpt Hans. U, miss Juanita, u wilt rijden? Neen, dat gaat niet. Dat zou waan zin zijn, u in zulk een gevaar te brengen! Alsof een verkeerd schot van Quito niet even gevaarlijk kan zijn. Maar dit vergeet Hans Wenger een oogenblik bij de verantwoording, die hij, als directeur, voor 'zijn artiesten draagt. Juanita komt een stap naderbijNu staan ze dicht tegenover elkaar. Er is koelbloedigheid en moed toe noodig. zegt Juanita en gebruikt dezelfde woorden, die Hans eerst uitgesproken had. Zij wil hem met zijn eigen wapens verslaan, maar hij weerstaat haar. Quito zal het nooit toestaan, voert bij nieuw argument aan. Juanita schudt haar bruin hoofd. Integendeel, mr. Wenger, Quito zal begrij pen, dat wij, door het uitvallen van zijn nummer, iets anders moeten doen. Hij zal zich er riet tegen verzetten, mr. Wenger, wees daar verzekerd van. Hans verweert zich nog. Maar toch moet daar heel goed over nadenken. Wij moeten toch eerst nog zien of de opbouw ons gelukt. En dan zullen wij samen probeeren, 5 Juanita, alsof dit de van zelfsprekendste zaak van de wereld is. Hans fronst het voorhoofd. Ik kan uvoor- loopig nog niet beloven, Juanita, en alsof hü ori is een reden voor afwijzing gevonden te hebben, voegt hij er aan toe: Hoe gaat het met Qrito' Was het ter wille van hem, dat u mij opzocht? Hec is onverantwoordelijk van mij u zoolang midden in den nacht met mijn plannen op te houden Juanita schudt lachend het hoofd. Acn, ben zoo blij, dat u zich uitgesproken hebt, mr. Wenger. Ik help u toch zoo graag omdat...om dat u zooveel voor Quito hebt gedaan. Zij heeI® het hoofd gebogen, een zacht rood is over naar gezicht gekomen. Het gaat hem goed, mr. Wenger, hij slaapt beter, maar ik wilde vragen of u niet m oen nacht een bewaker voor zijn wagen kon zetten Hans springt op. Hoe nalatig ben ik geweest. U kunt natuurlijk niet den geheelen nacht pij hem waken. U wordt daar ziek van, als u niet rust. En dat u als vrouw bang bent, daar heb heelemaal niet aan gedacht. Juanita schudt het hoofd. Ik heb alleen ,an0st orri hem, zegt zij kalm. Hans Wenger antwoordt niet. Hij schuift ae waardevol geworden plannen in de map en smw deze in de schrijftafellade. Het is hem heel ou delijk, dat Juanita veel van Quito's verleden weet. Maar een man als Quito zal deze geheimen zesefl niet aan een vrouw toevertrouwen, een vrouw, die alleen zijn partnerin is? Daartoe behoort eeu veel sterker gemeenschapliefde! v .(Wordt vervolgd)j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 6