AB'S AVONTUREN De vreemde Erfenis VRIJDAG '15 NOVEMBER 194Ö Jeugdwerkkampen. Men kan zich nog aanmelden. Men verzoekt ons opneming van het volgende; Zooals bekend mag worden verondersteld orga niseerde de Moderne Centrale voor Werkloozen- zorg vóór 4 November j.l. één kamp voor jeugdige werklcozen n.l. het jeugdkamp „De Vosseberg" te Vierhouten. De toeloop voor dit kamp was zoo groot, dat de Centrale genoodzaakt was uit te zien naar een andere gelegenheid, waar werklooze jongelui ge durende een periode van 12 weken nuttigen ai'beid konden verrichten. Het resultaat Is geweest, dat te Oistenvijk in Noord-Brabant een nieuw kamp werd ingericht, dat den naam draagt van „Morgenrood". Voor dit kamp, dat 4 November j.l. is geopend, was de animo zoo groot, dat het al spoedig geheel vol was. Jammer genoeg konden niet alle aanvra gers geplaatst worden, zoodat zij. die zich laat aangemeld hadden, op een wachtlijst moesten worden geplaatst. Met de werkzaamheden werd onmiddellijk een begin gemaakt en. zooals het zich thans reeds laat aanzien, blijkt dit een uitste kend kamp te zullen worden. Het werkkamp „De Vosseberg" te Vierhouten, dat 2 September begon, eindigt op 23 November a s. Het wordt een week gesloten voor de nood zakelijke schoonmaakwerkzaamheden en op 2 December a.s. begint weer een nieuwe periode. Het spreekt vanzelf, dat eerst zij, die op de hier- voren genoemde wachtlijst staan, geplaatst wor den. Er blijven dan echter nog een flink aantal plaatsen over voor nieuwe gegadigden. Dezen wordt aangeraden, zich reeds nu voor deelneming aan'te melden, omdat zij anders wel eens te laat zouden kunnen zijn en met het plaatsen van hun naam op de wachtlijst genoegen zouden moeten nemen. Laat er dus geen gras over groeien, want „wie het- eerst komt het eei-st maalt". Reeds thans kunt U zich voor deelneming aan melden bij het- Gemeentelijke Jeugdregistratie- bureau, Nassauplein 2 te Haarlem. Volledige in lichtingen zullen U daar worden verstrekt. Over arbeidsscholing. Behartlgingswaardige wenken. Het Novembernummer van de .Korte Mededee- lingén" van het Nederlandsch Instituut voor Ef ficiency is een „Arbeidsscholingsnummer" gewor den. waarin „door een aantal deskundigen het vraagstuk der scholing en wat daarmede samen hangt van verschillende zijden belicht wordt, in het bijzonder wat betreft de bestaande situatie der arbeidsmarkt met betrekking tot de geschoold heid van onze arbeidende bevolking, de middelen tot scholing en de mogelijkheden, die er zijn om de geschikte personen op de plaats te brengen waar zij het nuttigst kunnen werken", zoo zet de redactie der Mededeelingen uiteen. „Behalve de wenschelijkheid van scholing in kennis en hand vaardigheid blijkt meer en meer. dat ook sterke aandacht zal moeten worden geschonken aan het verwerven van karaktereigenschappen en een geestelijke instelling, die onze hoofd- en hand arbeiders tot volwaardige en scheppende leden van de gemeenschap moet maken. Nu een periode van materieele verarming on ontkoombaar is, terwijl wij met een groot zielental een klein met grondstoffen niet rijk gezegend land bewonen, is het wel duidelijk, dat wij meer dan ooit onz-e kracht moeten zoeken in dê gees telijke waarden, die in de weegschaal zijn te wer pen. Meer dan de hoeveelheid zal de hoedanigheid van wat wij produceeren onze plaats op de we reldmarkt moeten waarborgen. Het voornaamste bestanddeel van onze exportartikelen blijft aldus het daarin verborgen intellect. Indien een gedeelte van ons bevolkingsoverschot later naar buurlan den of overzee zai moeten migreeren, is te beden ken dat het buitenland slechts de poorten zal openen voor vaardige menschen". Ir. R. A. Verwey, Secretaris-Generaal, waarne mend Hoofd van het Departement van Sociale Zaken, schreef voor dit nummer een inleidend woord, dat hij „Arbeidsbenutting" heeft genoemd en waarin hij o.a. zegt: „Meer dan ooit zijn wij zelf en is ons nageslacht aangewezen niet zoozeeer op wat het voorgeslacht tot stand heeft gebracht als op wat wij zelf kun nen en zullen tót stand brengen. Meer dan ooit zijn dus opleiding en onderwijs en al wat, georga niseerd, er toe leidt, dat na de leerjaren de juiste man en de juiste vrouw op de juiste plaatsen ko men, van eminent belang. Dankbaar voor wat ons voorgeslacht ons aan economische en sociale waarden heeft gegeven, voortwerkend nu in tenser dan ooit in Nederlandschen, dus Ger- maanschen, dus Europeeschen geest, dienen wij den dank van ons nageslacht te verdienen." De belangrijke artikelen in dit nummer sluiten aan bij deze algemeene, behartenswaardige wen ken. Van die artikelen noemen wij„Het Middelbaar Onderwijs en de practijik" door dr. W. Sleumer Tzn.; „Rationalisatie van den arbeid en het al gemeen belang" door mr. J. H. Klatte; „De ar beidsmarkt van het gezichtpunt der geschoold heid" door jhr. mr. M. J. de Bosch Kemper: „Emi gratie van Nederlanders naar Duitschland en Bel gië" door J. A. Knetsch; „Overzeesche emigratie na den oorlog", door G. K. de Clerq: „Migratie naar de overzeesche gebiedsdeelen". door H."e. K. Ezerman; „Registratie van arbeidskrachten", door, mr. H. J. Morren: „Vakopleiding", door ir. G. Hofstede; „Voorlichting bij beroepskeuze", door I drs. T. T. ten Have. Vier en twintig kiliometer afrastering van betonnen palen met glad ijzerdraad worden langs de Haagsche waterkanten geplaatst als nieuwste veiligheids maatregel. (Foto Schimmelpenning!!.) VOOR EEN TECHNISCH ONDÈRWIJS IN VOLKSCHEN ZIN De persdienst van de N. S. B. meldt: Naar wij vernemen heeft de vertegenwoordiger van het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigin- gen in de Nederlandsche Centrale voor de Vakoplei ding een plan samengesteld, dat de omwerking van het Technisch Onderwijs in volkschen zin beoogt. Als richtlijnen voor het Technisch Onderwijs en vakopleiding op volkschen grondslag, neemt de ontwerper o.a. de volgende principieele punten aan: Het Technisch Onderwijs moet gebaseerd zijn op volkschen grondslag, d.w.z. het doel van het onder wijs moet zijn, dat de door het Technisch Onderwijs gevormden hun aangeboren gaven en verworven kennis en vaardigheid in dienst kunnen stellen van de gemeenschap, hun volle en hun land. Het onderwijs moet in het algemeen kosteloos ge geven worden. De verheerlijking van het intellect moet met kracht bestreden worden. In den nieuwen staat heeft een afgestudeerde niet waarde door zijn diploma of afgelegde examens, maar door wat hij doen kan voor den staat en de gemeenschap. Op de Hoogeschool en de Ingenieursscholen moet niet gestreefd worden naar een omvangrijke kennis op speciale gebieden in de technische wetenschap pen, maar naar scholing in technisch denken, naar het verkrijgen van technisch inzicht, daarbij alles doordringend de opvoeding tot persoonlijkheid. De iiiterneeringeii. 5-GRAVENHAGE, 14 November. Het A.N.P. meldt: In een vorig bericht is medegedeeld, dat bij de interneeringen als repressaile tegen de behande ling van Duitschers in Indië geen vrouwen dan die tijdens den oorlog in Duitschland vertoefden, wa ren geïnterneerd. Nader vernemen wij, dat dit niet geheel juist is. Inderdaad zijn bij de allereerste interneeringen on geveer acht of negen vrouwen geïnterneerd, overi gens een zeer gering aantal. Bij de latere „golven" van interneeringen zijn geen vrouwen meer betrok ken geweest. De acht of negen bedoelde vrouwen zijn thans mede vrijgelaten. HAARLEMSCHE RECHTBANK. Poging tot doodslag. Donderdagmiddag verscheen voor de Arr. Rechtbank ie Haarlem een tuiniersknecht uit de Beemster, die verdacht werd van poging tot doodslag. Op 16 September had hij voor een café te Purmerend eenige menschen met een mes ge stoken. De slachtoffers verklaarden aan de recht bank op dien avond met den verdachte geener lei kwesties te hebben gehad. Twee hunner kenden den tuindersknecht niet eens, een derde kende hem wel, doch had hem op dezen avond niet gesproken: deze man bracht den verdachte na de steekpartij naar zijn huis en aan hem vroeg verd. later wat of hij eigenlijk precies ge daan had. „Ik weet niet wat ik gedaan heb. Ik was dron ken". zei de verd. ter terechtzitting. De drie be treffende personen waren naar de kermis ge weest en gingen daarna naar een café. Toen zij uit het café kwamen werden zij achtereenvol gens door den tuindersknecht gestoken Eén hunner, een 25-jarige rijwielhersteller, had aanvankelijk slechts gevoeld dat hij een stomp op de borst kreeg. Naderhand bemerkte hij dat hij met een mes was gestoken. De slachtoffers waren door de verwondingen eeni- gen tijd niet in staat geweest te arbeiden. Zij dienden civiele vorderingen in ten totalen be drage van ongeveer f 67, betreffende ver nielde kleeren enz. Twee der getuigen zeiden nog dat zij na het gebeurde vernomen hadden dat de tuindersknecht waarschijnlijk gemeend heeft anderen voor te hebben gehad. In den vooravond had hij ruzie met iemand gehad doch deze persoon bevond zich niet bij de groep slachtoffers. De verdachte bleef er bij zich niets van het gebeurde te herinneren. Aan den staat waarin zijn kleeren verkeerden, heeft hij later bemerkt dat hij wel moest hebben ge vochten. Hij zei echter zonder mes thuis te zijn gekomen. Hij had ook geen mes bij zich gestoken. De officier van Justitie zette juridisch uitvoe rig uiteen waarom hij in dit geval den opzet tot doodslag aanwezig achtte en requireerde 8 maanden gevangenisstraf met aftrek van prev. De verdediger mr. Bruch drong op clementie aan. Uitspraak over 14 dagen. MUZIEK- EN ZANGAVOND OP „KAREOL" Dinsdag 19 November a-s. zal een muziek- en zangavond worden gegeven voor de militairen van „Kareol", Aerdenhout. De volgende personen hebben hun welwillende medewerking toegezegd: .de dames Nel de Jager (viool), Dora Witt (so praan) en d-e heeren Jac. Zwaan (piano), Jac. Gosen (tenor), G. v. d. Maat (bariton) en het solo mannenkwartet „Orpheus", dir. de heer Nico de Zwager. VOOR DE KINDEREN Speurneus want deze was het met kapitein Flink kregen op hun kloppen echter geen antwoord. Spoe dig was de deur onder de krachtige bijlslagen van den kapitein geopend en nu drongen Speurneus en kapitein Flink de hut binnen. De politie mannen omsingelden in een grooten kring de geheele hut, zoodat niemand zou kunnen ontsnappen. Het ver- gadervertrek en de daarachter ge legen slaapvertrekken waren spoedig doorzocht. Er bevond zich niemand in de hut. Toen ineens ontdekte Speurneus een geopend luik in den vloer. Doch voordat hij hier iets van kon zeggen tegen kapitein Flink, klonk van buiten de stoomfluit van de D. III. Het was een noodsignaal Het politie vaartuig D III lag stil op het water. De wacht aan boord stond onbeweegilijk naar de kust te staren. Doch plotseling vernam hij achter zich een verward rumoer. Voordat hij goed en wel wist wat er gebeurde, zag hij een kleinen jongen langs zich heenvliegen en het volgend oogenblik lag hij met stevige koorden gebonden, op den grondDe kleine jongen rende door naar de commandobrug. Hijgend kwam hii boven en zag den stuurman staan, die verwonderd uït- rien: „Hé. Ab, hoe kom jij hier?" Ab gaf echter geen antwoord, doch wees op zijn achtervolgers en riep: „Trek aan de stoomfluit, gauw en geef nood signalen!" Terwijl de noodsignalen van de D. III brulden door den donkeren nacht, had Ab, onmerkbaar voor zijn achtervolgers, de mast bereikt en was in het kraaiennest gekropen. Beneden op het dek krioelde het van de pira ten. Zij hadden het schip overstroomd met wel een bende van honderd vijftig roovers. In bootjes waren zij in een grooten boog het politieschip genaderd, onzichtbaar voor den wacht. Een tiental politiemannen, waaronder de stuurman en de wacht, waren spoedig overrompeld. Boven in het kraaiennest gaf Ab regelmatig licht seinen. Hij seinde: „Hier.. Ab.. en.. Dib.aan., boord., honderd., vijf tig piraten." Het sein werd van de kust beantwoord. Roman van HERBERT STEINMANN. Bewerkt door LIZZY VEEN. 24) (Nadruk verboden). En zij komen. Een der eersten, die een entree biljet koopt, is mr. O'Connor, de politiecommis saris van Lasalle. Glimlachend bekijkt hij het ge vaarte, dat dezen middag voor een laatste repe titie is opgebouwd. Veel geluk mr. Wenger, zegt hij en drukt Hans' hand. Aan ons zal het niet liggen Wij hebben nog iets aan het circus goed te maken. Hans dankt lachend voor dezen gelukwensch, zijn vertrouwen is rotsvast- Komt u in uw betrekking van politie commissaris? vraagt hij. O'Connor schudt het hoofd. Neen. pure nieuwsgierigheid, mr. Wenger, bekent hij open hartig. Ik wilde eens zien wat die beroemde brug des doods eigenlijk wel is. Een ding spijt mij. dat wij den kerel, die u indertijd die streek speelde, nog niet hebben. En het moest eigenlijk niet moeilijk zijn. Hans wordt opmerkzaam. Hebt u een spoor, mr. O'Connor? De politiebeambte aarzelt. Een spoor is te veel gezegd, mr. Wenger. De man was dom of had haast, in ieder geval hij schreef een brief met verdraaid handschrift en een bepaalde soort inkt. Keiaas is er later geen brief meer geko men. Mr. O'Connor kijkt bedroefd, het spijt hem, dat !hij geen beter bericht kan brengen. Ik ben er van overtuigd, dat u deed wat u Icon mr. O'Connor, zegt Hans vriendelijk. U zult hem wel te pakken krijgen. De groote avond is aangebroken. De eerste foorstelling met de brug des doocls die het pro gramma zal besluiten. Zoo vol was het in lang niet meer in het circus. Reeds bij den voor verkoop zijn twee derden van de kaarten ver kocht. Ook voor de volgende dagen zijn reeds plaatsen verkocht, 's Avonds is er een ware storm loop. De oude Wenger moet bij Bill Bing helpers vragen voor de besproken plaatsen. Opkoopers verkoopen de reeds genomen plaatsen. Hans laat dit verbieden en hun de kaarten afnemen, zij krijgen hun geld terug. Als om 8 uur de trompetten beginnen te schet teren en den aanvang van de voorstelling aan kondigen, ziet Hans, dat er geen enkele plaats meer onbezet is. In het geheele circus is een bonte menigte van lachende en pratende menschen. Een wild applaus breekt los. Dit applaus bruist op na elk nummer, er wordt gelachen, geroepen en het geheele circus davert van vroolijkheid. Het is of al die menschen slechts ongeduldig wachten op wat komen zal en hun ongeduld door luide toejuichingen kenbaar maken. De brug des doods, daar wachten zij op, dat willen zij zien. Hans Wenger heeft in den werkwagen een voorloopige kleedkamer voor zichzelf laten inrichten. Hier trekt hij het roodleeren costuum aan. dat hij voor zijn optreden heeft laten maken. Hij zet voor den spiegel zijn lederen valhelm op. De schrijftafel is leeg. Hans heeft alle acten en brieven weggeborgen. Alleen de map met de con- structieteekeningen ligt er nog. Als „geluksaan- brenger" zegt Hans. Het schijnt, dat ook hem 'het bijgeloof van circusartisten heeft beetgegrepen. ALs hij aan den achteruitgang van de manege komt, ziet hij door een spleet van het gordijn reeds tweesierlijke torens met daartusschen de hangbrug oprijzen. De muziek speelt een vroolij- ken marsch en overstemt bijna het geluid van de schel die de menschen na de pauze uit de cantine roept. Dan s':aat een slanke gestalte naast Hans. Het is Juanita, die, evenals hij, een rood leeren cos tuum draagt, den valhelm draagt zij onder den arm. Haar bruine haren waaien op in den tocht- stroom, welke van de zadelplaats komt; haar ge zicht is kalm en helder. Hans kijkt haar onder zoekend aan. Alles zeker? Zij 'kijkt hem met een vreemden blik aan, 'n blik, welke hem nog vaak te denken geeft. Waarom zou ik mij niet zeker voelen, mr. Wenger, wij hebben zoo vaak gerepeteerd en ik weet toch wat er op het spel staat als het niet gelukt? Het circus moet blijven bestaan, er mag eenvoudig geen catastrofe gebeuren! Hans antwoordt niet. Alleen aan het circus denkt deze vrouw, aan zichzelf, aan haar leven, aan haar gezondheid of schoonheid denkt zij niet. Maar het is nu geen tijd om te tobben. Een toon klinkt doordringend van de muziekgalerij. Hans Wenger en Juanita springen de manege binnen. Midden in het licht der schijnwerpers staan zij hand aan hand, boven hen rijst de hooge brug des doods. Bill Bing's harde stem klinkt. In een paar woorden legt hij uit waar het om gaat. Hans onderzoekt even enkele schroeven van den toren. Alles is in orde. Ook de touwladders, welke naar boven, naar het platform voeren, zijn in orde. Daar schitteren de beide motorfietsen in het licht van de schijnwerpers Hij wenkt Juanita. Ieder beginnen zij hun touw ladder naar boven te beklimmen. Bill Bing zwijgt, de muziek speelt nu zachter. Ook de toeschou wers zwijgen. Alleen de ademhaling van deze groote menschenmassa is nog te hooren. Nu zijn zij boven. Hans werp een blik naar be neden op de zee van hoofden en opgeheven ge zichten. Herkennen kan hij niemand, maar daar beneden, ergens in een loge, zitten zijn vader, zijn zuster, Higgens. Quito. Voor hen doet hij dit, opdat het circus zal blijven bestaan. Natuurlijk gaat zïin blik naar het andere plat form. Even ziet hij het klare gezicht van Juanita en het dappere lachje, waarmede zij zijn blik be antwoordt. Luid klinkt Bing's stem. Klaar daarboven? Ready! roept Hans kalm. Ready, zegt ook een andere heldere stem. Los! roept de stem van beneden. Enkele seconden vergaan, dan donderen twee motor fietsen los, twee roodleeren gestalten razen op blinkende motoren over de stangen van de ma chinerie naar beneden, scheef liggend, door de bochten, bereiken het einde van de brug en stor men rakelings langs elkaar heen, een nieuwe af daling tegemoet. Weer een bocht, de laatste hel ling van den toren, naar beneden glijden de wie len, naar de manege, driemaal rijden zij om het gevaarte heen. Langzamer wordt de vaart, de machines staan stil en de berijders springen af. Oorverdoovend gejuich stijgt uit de toeschou wers op. Jubelgeroep uit de rijgangen, waar de circusmenschen staan te kijken. De tranen loopen vader Wenger over de wangen. Quito's ernstig gezicht straalt van een trotsch lachje. Higgens' handen trillen en Gertrude leunt zacht glim lachend in haar stoel. Hans Wenger heeft Juanita bij de hand gegre pen, door haar leeren handschoen heen voelt hij de warmte en het drukje van haar slanke hand. Steeds weer moeten zij buigen en glimlachen en steeds maar door juicht het publiek. Dat is het succes! Als zij. half verblind, uit de manege gaan, houdt Hans Wenger nog steeds de hand van zijn partnerin, van zijn kameraad, vast. Ik dank u, Juanita. Neen. neen. Zij schudt het hoofd en reeds is zij weggeloopen. In de ruitergang loopt Hans tegen een troep circusmenschen op, waaronder Bill Bing. Het gezicht van den stalmeester is donker en ernstig. Hans, nog vervuld van zijn groot succes, slaat hem op den schouder. Wel Bing, we hebben het klaar gespeeld, nu is er geen reden meer voor angst of onrust. Bing's gezicht verandert niet. Men moet den dag niet prijzen voor de avond komt, chef. Ik vrees, dat de verrassingen nu heel gauw zullen komen. Hans klikt den ander verschrikt aan. Wel. Bing. je praat zoo vreemd, weet je iets? Bill Bing schudt bedachtzaam het hoofd. Weten en bewijzen is twee, directeur. Maar ik wil u vandaag niet meer zorg geven dan noodig is. Wat komen moet. komt toch! Wat ik nog vra gen wil. komt er nosr een klein feestje na dit succes? We hebben dat altiid gedaan als er in „Excelsior" een bijzondere première was. Hans Wenger lacht. Hij is toch 'n aardige vent, die Bing, ondanks zijn vaak geheimzinnig gedoe. Dat is een goed idee, Bill. In de cantine zullen allen getracteerd worden, ik kom ook. moet mij even verkleeden. Goed. chef. Bill Bing verdwijnt tusschen de anderen. Als Coöperatie „Vooruitgailo«,,, Moeilijkheden; toch zelfde uitkeeri vorig jaar voorgesteld. gen Aan het 41e jaarverslag (over het tember 193931 Augustus 1940) der' Broodbakkerij en Verbruiksvereenigjn gang" U.A. te Haarlem is het volgende oa|f Voortdurend melden zich nieuwe bij „Vooruitgang" aan. Het eerste doef^N zoo spoedig mogelijk naar de 10.000 v U :'kc Augustus 1939 was het aantal leden 7'^- Augustus 1940: 8232. Met de stijging tal namen ook de omzetten der verschm deelingen in sterke mate toe. De total beroegen 1.698.536.07, waarmede de orn het recordjaar 19381939 zijn overtroffellfs''b De omzetten in de broodbakkeriipn 425.461.40; ook de afdeeling koek- en b kerij is met de algemeene omzetstijging en toont een uitstekenden vooruitgang De omzet van de kruideniersafdeelino i 1.185.554.26, vergeleken bij het vorig* vermeerdering van 157.851.84. la5t De afdeeling brandstoffen geeft groote heden, omdat de overheid zich genoodzau"* allerlei maatregelen te treffen, die verband v met het vervoer en de distributie. De verkoop van dekens en manufactur tot resultaat dat in totaal voor een bed ƒ9058.41 werd verkocht. 3S *1 Het totaal der omzetten van bakkerijen h bakkerij, kruidenierszaak en manufacturen 1.698.538.07. De Coöperatie bleef aangesloten bij de Ha kamer, den Centralen Bond van Nederlandsefov bruikscoöperaties, de Coöperatieve SpaarbanV Bedrijfsvereeniging voor Ziekengeldverwh voor de Verbruikscoöperaties en de Nederig Coöperatieve Werkgevers-Organisatie. Het verkregen totaal financieel resultaat^ Coöperatie in staat, aan de ledenraadsversgnV voor te stellen dezelfde percentages uit te als vorig jaar, n.l. 3% op kruidenierswaren èv op brood en koek, terwijl op aankoopen van y houdelijke artikelen een reductie van 5% ai~ den gegeven. De balans per 31 Augustus 1940 maakt me!&i van een netto-overschot 1939/1940 van 99^1, Het kapitaal van het Pensioenfonds bedriw 31 Augustus 1940 109.104.71. FAILLISSEMENTEN. (Opgegeven door afd. Handelsinformatie v. d. Graaf en Co., N.V. Amsterdam.) Surséance van betaling: D.d. 6 November 1940 is aan Mattheus Jo hannes van den Wijngaard, wonende Utrecht, Mariaplaats no. 19, surséance vj betaling verleend voor den tijd van één jaar! zes maanden, ingaande 23 September ij met benoeming van mr. H. N. J. Bink, adi caat en procureur te Utrecht, tot bewindvj; der. Uitgesproken: 11 Nov.: Johannes David Schouten, winkea in comestibles, wonende te Hilversum, Har?: straat 2 A. R.C. Mr. P. F. Swagerman, Cj Mr. H. J. Loman, Vijgendam 2—6, Amsic dam. 11 Nov. Frederik Carel Misset, zonder beroe wonende te Amsterdam, Deurloostraat R.C. Mr. G. C. Z. E. Suringar, Cur. Mi", J, Stakenburg, Minervaplein 5, Amsterdam. 11 Nov. O Hupse, den Haag, Fultonstraati R.C. Mr. G. H. B. van den Boom, Cur.Mr.H.( IJsendijk, Den Haag. Opgeheven wegens gebrek aan actie!: 7. Nov. Th. J. ter Horst, rijwielhandel-a Arnhem. 7. Nov. M. Tuyt, fabrikant in honden en tenbrood. Scheveningen. Gedeponeerde uitdeelingslijsten: 26 October: G. D. Favier, Rotterdam. Geêin digd door het verbindend worden der eenige uit deelingslijst. Uitk. nihil aan conc. crediteuren. 26 Oct. E. J. J. Giberius, Eindhoven, idem Uitk. nihil conc. cred. 29 Oct. K. Noorman, Groningen. Idem 1 pet. 29 Oct. Wederkeerige Verzekering Mij. „Eer ste Onderlinge Ziekterisicobank in liq., vestigd te Rotterdam. Idem Uitk. nihil conc. crediteuren. 29 Oct. E. Mourer, winkelierster, Rotterdam Idem Uitk. nihil aan conc. crediteuren. 8 Nov. P. Jeroense, landbouwer, Tholen, Idem Uitk. nihil aan conc. crediteuren. 8 Nov. Harm Koning, de Wilp, gem. Marui Idem. Uitk. 2 pet. 8 Nov. Comm. Venn. A. Meems en J. Riddel en Co., Groningen. Idem. Uitk. 10,27 pet, 9 Nov. B. H. Meiborg, Veendam, Idem, Uitk. 15,1288 pet. A. H. Peeters, winkelier, Brussum, Idem. Uitk. 30,17 pet. n kit poli LEEKENLATUN VOOR TOERISTEN. Als een bewijs, dat de lange avonden thuis, ook hun goede zij de hebben, moge gelden, dat er voor een schriftelijken cursus leekenlatijn voor toeristen, welke is uitgeschreven door de Neder landsche Reisvereeniging, reeds meer dan 351 deelnemers werden ingeschreven. id Hans Wenger in zijn wagen komt. neemt hij zijl te valhelm af en maakt zijn leeren jas los. Land zaam gaat hij zitten, hij voelt zich doodmoe. NI komt de reactie op alles. Langzaam trekt hij zijl leeren jas uit en nu valt zijn blik op de map me. constructieteekeningen. Onwillekeurig streelt zz.a hand de map. Hoe goed hebt u gerekend en ge combineerd, oom Rolf. Het was uw beste con structie. U bent dood, maar uw idee leeft en ri leven en mijn circus redden! Een gevoel van dankbaarheid voor den dooden Wenger .is in Hans. Hij neemt de map en bladert er in zooals hij al vaak heeft gedaan, Peinzend glijdt zijn blik over de constructies. Het zijn oe constructie „E" en „D" die voor hem liggen, ra constructie „D" ligt op haar kop op de andere. Plotseling gaan Hans' oogen wijd open. Zooals mi constructieteekening nu ligt. heeft hij haar nooit gezien, uit de lijnen en cijfers ontstaan enseie woorden: „Alles weet. Willem Glauving. Alles weet.... Hans houdt den adenum aP gedachten vliegen. Deze constructies „E" en ,v zijn dus niet zinloos, zij bevatten een booiw van Rolf Wenger en het moet een gewienJF boodschap zijn. omdat Rolf Wenger haar verow.- Alles weet Willem Glauving. Daar ligt dus oplossing van menig raadsel. B-eteekemaijw» dat deze man weet waar het halve millioeii 1 Bestaat zij werkelijk, deze schat? En wie is w« lem Glauving? Op de een of andere manier pn& Hans Wenger deze naam bekend in de Plotseling weet hij het. hij staat in het testa» Het is de naam van een der getuigen van consulaat in New-Orleans. Maar waar Ls^ die alles weet? Waarom heeft hij zich niet gemeld? no ffii Hans schuift de papieren weer ln de maP'„J beeft besloten nu al de raadsels op te lossen, ^aat er nu om, het gevonden spoor na te Morgen zal hij een telegram naar het consul?8' New-Orleans zenden. Het moest wel heel g« pen als hij daar geen verdere inlichtingen kunnen krijgen. Achter hem wordt de deur opend en als hij omkijkt, ziet hij de geltikki0es zichten van zijn vader en zijn zuster. .(Wordt vervolg I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 6