Ons
Knippatroon
Het menu van den dag
AB'S AVONTUREN
De vreemde Erfenis
ZATERDAG 16 NOVEMBER 194Ö
TWEE- IN-EEN - PATROON
Links geeft de schets een
japon aan van angora-stof
met opgestikte zakjes in
hartvorm. Deze vorm wordt
overdwars herhaald aan de
ceintuur.
Kraagje van zijden piqué,
schuin genomen en twee-
baans rok. Sluiting met
split aan de rugzijde.
Rechts eenzelfde ontwerp,
doch van fluweel gemaakt,
meer gekleed dus. Het voor
pand heeft geen garneering;
rug met een lange rij knoop
jes. Sluiting rugsplit met
drukknoopjes. Halsafwerking
met staanden boord in ge
schulpte lijn, waar aan bo
ven een bies van lamé ge
werkt wordt. Driekwart lan
ge mouwen. Zeer eenvoudig,
doch gekleed geheel, dat
vlug gemaakt kan worden.
Ben. stof 3 M. van 0.90 M.
Patronen in maat 42.
Het patroon is van Maan
dag af gedurende een week
verkrijgbaar bij de bureaux
van dit blad Kennemerlaan
42, IJmuiden en Breestraat
29, Beverwijk.
Magere groentesoep.
Koolrolletjes.
Karnemelksche pap.
Magere groentesoep
(voor 4 personen)
Soepgroenten.
1 L. water.
2 bouillonblokjes.
50 gr. rijst.
Wat Maggi-aroma.
Maak de verschillende groenten schoon en hak
ze fijn. Breng intusschen het water aan de kook.
los er de bouillonblokjes in op en kook er de rijst
in gaar. Voeg direct voor het opdoen de fijngehakte
groenten bij de kokend heete soep en maak ze op
smaak af met wat zout, peper en aroma. Dien ze
dadelijk op.
Koolrolletjes.
(4 personen)
8 groote savoyekoolbladeren (het binnenste van
de kool kan den volgenden dag dienst doen voor
een stamppot of een koolsla), ongeveer 200 gram
(2 ons) jonge kaas, 40 gram (2 afgestreken eetlepels)
boter, wat zout.
Kook de voorzichtig losgewikkelde groote blade
ren in kokend water met wat zout bijna gaar (on
geveer 20 minuten); laat ze op een vergiet uitlek
ken en bekoelen en snijd terwijl de kaas in een
achttal gelijke staafjes van ongeveer c.M. dikte.
Spreid de koolbladeren achtereenvolgens uit, leg
in 't midden van elk blad een staafje kaas, vouw
de uiteinden van het blad naar binnen en vorm er
dan een stevig rolletje van. Bak de rolletjes in de
koekenpan met de heete boter rondom bruin en
breng ze over op een verwarmden schotel.
Karnemelksche pap.
Spijzen, waarin tijdens de bereiding voortdurend
feroerd moet worden, staan in een slecht blaadje
ij de huisvrouw, daar het juist zoo prettig is, al
lerlei kleine huishoudelijk werkjes te verrichten,
terwijl het eten aan 't gaar worden is.
Tóch kunnen dergelijke gerechten niet zoo maar
«onder meer uit de keuken verbannen worden,
vooral niet, wanneer het zulk uitstekend voedsel
betreft als b.v. karnemelksche pap, waarmede men
letterlijk en figuurlijk gezondheid-met-lepels naar
binnen krijgt.
Daarom zal het volgende recept waarbij vrijwel
niet geroerd hoeft te worden, stellig welkom zijn:
1 liter karnemelk.
6 afgestreken lepels bloem, maïzena of custard.
5 afgestreken lepels suiker of gedeeltelijk sui
ker en een zoetingsmiddel.
Bereiding: Spoel een pan met dikken bodem, b.v.
een geëmailleerde vleeschpan, om met water of
wrijf den bodem in met een vettig boterpapiertje.
Doe. het bindmiddel in de pan met 6 lepels karne
melk. Roer dit tot een gelijkmatige papje en voeg
daarna de rest van de karnemelk toe. Roer de
massa nog even om en zet de pan op een zacht,
vuur, b.v. op een spaarvlam. Als de pap over de
geheele oppervlakte kookt, kan de lepel even wor
den gebruikt. Laat de massa 4 minuten doorkoken
en voeg daarna de suiker en het zoetingsmiddel
toe. Dit laatste mag niet doorkoken! Geef de pap
warm, of koud met suiker of stroop.
Zeer smakelijk en voordeelig is het gebruik van
enkele appelen of andere vruchten als vulling. Ge
lijk met de suiker worden de gesnipperde vruchten
toegevoegd.
Kookt deze zeer dunne pap, dan wordt de gewas-
schen en geweekte'x-ijst of gort (1 theekopje per
liter) toegevoegd. Een enkele maal roei-en ral hier
noodig zijn tegen het aanbi-anden. Een uitstekend
resultaat krijkt men ook, door deze pap in de hooi-
kist gaar te maken.
DE HUISVROUW MAC NIET
OUDERWETSCH ZIJN.
Tot mijn spijt kan ik je maar één kopje thee
geven, want ik kom met mijn thee niet uit en nu
bewaar ik de rest tot vanavond, anders hebben wij
dan niets meer, kondigt de gastvrouw aan.
Haar bezoek is met dat eene kopje thee ook best
tevreden, maar ze oppert toch of het niet ver
standig zou zijn om een theemolentje te koopen.
of de thee in een vijzeltje fijn te stampen.
Stofthee?, vraagt de ander op afkeurenden
toon, maar dan heb je toch altijd van dat be
zinksel in je kopje?
Heelemaal niet noodig, weet de vriendin te
vertellen, er zijn tuit-zeefjes in den handel die
alle stof tegenhouden, en door dat fijnmaken neb
je veel minder noodig, terwijl de thee er niets min
der geurig door is.
Toch doe ik het maar niet, is het antwoord van
de gastvrouw, ik heb nu eenmaal iets tegen
stofthee en als de andere aandringt om het dan
toch tenminste eens te próbeeren, wordt ze er be
paald een beetje ongeduldig van.
-- Ik stook hout tusschen de anthraciet door in
mijn haard en het gaat best, vertelt de eene huis
vrouw aan de andere.
Maar dat is toch slecht voor je haard, zegt
haar vriendin, en de andere moet het wel toe
geven, maar 't spaai't anti-aciet neit onbelang
rijk- uit.
Nee hoor, daar begint zij niet aan, zij heeft al
tijd geleerd dat een haard alleen maar met anthra
ciet gestookt kan worden, zij voelt niets voor die
nieuwigheden, die je goeden huisraad bederven.
Moeder, mogen we eens zuurkool-sla eten,
ik heb het bij tante Lies gegeten en het smaakte
zoo heerlijk.
Zuuurkool-sla, wat is dat nu weer voor
nieuwigheid, vraagt moeder met een toon van
argwaan in haar stem.
- Is dat dan rauw?
- Ja, heerlijk hoor, tante zal u het recept geven
en u moet het vast eens próbeeren, want het schijnt
ook nog erg gezond te zijn op den koop toe.
Moeder overpeinst: rauwe zuurkool eten en anders
kook ik ze wel drie a vier uur, dat kan niet lekker
zijn, dat doe ik vast en zeker niet.
Zoolang er overvloed van alles is, zoolang wij
rauw of gekookt kunnen eten wat wij lusten, zoo
lang er voor geld thee te krijgen is, kan iedere
huisvrouw haar huishouden inrichten zooals zij dat
zelf wenscht. Maar wanneer er schaarschte is, wan
neer wij moeten leven met en van datgene wat er
te krijgen is. en wanneer dat sterk is ingekrompen,
dan gaat het niet meer aan om zich uit gewoonte
of uit bekrompenheid of uit overmatige keurigheid
te verzetten tegen de practische vindingen die an
deren hebben gedaan. Wie zich in haar huishouden
van vroeger wil opsluiten, doet niet alleen zichzelf
maar ook haar gezin tekort, en dat terwijl het niet
noodig zou zijn, mits zij maar toegankelijk was voor
nieuwe dingen.
Al dat nieuwe wat in dezen tijd aan het mensche-
lijk vernuft ontspruit, kunnen wij gedeeltelijk als
noodmaatregelen qualificeeren, maar de ondervin
ding van de distributie uit den wereldoorlog heeft
ons toch ook geleei'd, dat er practische dingen uit
ontstaan, die wij nu alweer doodgewoon vinden,
maar die toen ook nieuwigheden waren.
Herinnert u zich maar eens, hoe groot de om
wenteling op culinair gebied was na den wereld
oorlog, omdat de nood had geleerd, dat tot dien.
tijd ongebruikte of verwaarloosde voedingsmidde-'
len een hooge voedingswaarde hadden en daardoor
de aandacht ten volle waard waren.
De taak der huisvrouw in dezen lijd is niet ge
makkelijk, en door de nieuwigheden die geprobeerd
en op hun waarde geschat moeten worden, wordt
zij zeker niet minder ingewikkeld. Maar hoewel
er genoeg onder ons zijn, die al dat experimen
teeren wel leuk vinden, voor de conservatieven
geldt, dat 't noodzakelijk is dat zij zoo goed moge
lijk huishoudt met wat haar wordt toegedacht. En
dan moet zij wel aan het nieuwe gelooven, omdat
de gezinsvrede en de gezondheid van de huisge-
nooten op het spel staan.
Nu, minder dan ooit, geldt de stelregel: moeder
deed het ook zoo en het ging altijd best: als het-
oude niet meer blijkt te passen, moet het vernieuwd
worden, niet door overboord gooien van al het oude,
waarin toch ook zooveel goeds was, maar door ver
nieuwing van dat wat verouderd is gebleken.
E. E. J.—R
ren van een trapje. Een jurk, die heusph
goed was, ziet er na een dag van ts
i ophangen vaak heelemaal verfomfaaid b
nog van de groote vermoeienis, voor u
mee gepaard gaat.
SPAAR KLEEREN EN KRACHTEN!
Maak deze praktische knijperzak.
De huisvrouw, die geen hulp heeft en dus alles
alleen moet doen, zal er vooral in de toekomst op
bedacht moeten zijn haar werkkleeding zooveel
mogelijk te sparen.
En nu weet iedereen, dat nergens de kleeding zóó
zeer van te lijden heeft als van het op en af klaute-
VOOR DE KINDEREN
Kapitein Flink kon zijn ooren en
oogen haast niet gelooven toen hij de
lichten van zijn schip langzaam in de
duisternis zag verdwijnen. Speurneus
stond naast hem. Plotseling kneep
deze hem in zijn arm en wees naar
een licht, dat uit- en aanging. Speur
neus las: „Hier.Ab.en Dib.aan.
boord;honderd.vijftig piraten."
Tien minuten later klonken korte be
velen en staken de twee motorsloepen
met vijftig gewapende politiemannen
en kapitein Flink en Speurneus van
wal. De achtervolging zou beginnen.
Reeds boorde een fel zoeklicht door
de duisternis en bescheen het
achterschip van de D. III.
Speurneus had nog ontdekt dat de
bewoners van de hut door het luik
waren gevlucht. Onderaardsche gan
gen leidden naar de open zee. Zoo
waren allen dus met Ab en Dib ont
komen. Spoedig hadden de snel
varende motorsloepen de D. III be
reikt. Doch weer was het Speurneus,
die kapitein Flink op een knipperend
licht in de mast wees. Het waren sig
nalen. Zij vertelden: „Pas op! Zij
gaan schieten! Kom niet aan boord,
blijf in de buurt." Op hetzelfde mo
ment klonken zware kanonschoten.
Over de leuning van het politie-
vaartuig keken Siki en zijn broer
Klikko toe hoe de motorsloepen zich
langzaam verwijderden.
Aan de tafel in de kapiteinshut van
de D. III zat Simpa zware rookwolken
uit zijn pijp te trekken. Tegenover
hem stond een lange jongen met een
kaalgeschoren hoofd, gehuld in een
lange, dikke pij. Zijn armen hield
hij op zijn rug. Deze waren aan den
pols met een ijzeren ketting ge
bonden. Vlak achter hem stond zijn
bewaker, die het andere eind van den
ketting stevig vasthield.
„Zoo, Dib,'' begon Simpa te spre
ken. „Ik heb je hier laten komen om
je te bevelen naar de marconistenhut
te 'gaan. Ik kom dadelijk bij je. Ik
weet, dat je de radioteekens kunt
uitzenden en ontvangen. Je hebt dus
enkel te gehoorzamen."
Neen, wij moeten zorgen, dat we 0n
knijpers voortaan bij ons dragen! Niets
zóó praktisch als de knijperzak, die u
ning ziet. Natuurlijk kunt u hiervoor nV6*1*'
ouderwetschen zijzak gebruiken als u die z,'b
kast hebt liggen. Maar is dit niet het „ttogoe
maakt u het zakje en vooral niet te M
van een stevig stuk katoen, bevestigt er h
opdat de zak open blijft hangen, een lond^^
in, dat u wellicht nog van 't verduistere
ovex-gehouden en klaar is Kees! &ei[
Aan het stokje wordt nu een stevig
vestigd en daarmee hangt u den zak om,?
U behoeft slechts één keer het trapje te h-n"^
men om heel wat kleedingstukken op te h"'
Dit spaart, zooals gezegd, kleeren en
bovendien nog tijd! hlei*e»
WARME HEERENTRUI,
Voor deze heerlijke, warme trui hebben
knotten wol van 100 gr. gebruikt en rJ,
3Vè en 4'/°. De pennen
We beginnen met het voorpand en 7pb
hiervoor 95 st. op. De boord is 1 r„ i a 11
draaid (aan den anderen kant natuurlijk
rechte gewoon en de averechtsche verdraaid f
breien) en telt 18 toeren. Nu volgt hetnatr^'"
dat we als volgt breien:
Heengaande pen: 5 a., 1 r., 1 a., 1 r., ia i
5 a. Dit steeds herhalen en aan het eind W
dan weer 5 a.
Teruggaande pen: 5 r. een steek averechts»'
halen, 1 r., l a., afhalen, l r., 1 a., afhalen
r., enz. en aan het eind komt dan weer 5r 5
Deze twee toeren herhalen we steeds en Wzlen
dan dat er aan den rechten kant een stre»!
van groote rechte steken komt, wat een
dig effect maakt. Na 76 toeren boven den boord
gebreid te hebben, kanten we voor het armsat
10 steken af: (4-3-2-1) en na 90 toeren boven
den boord beginnen we aan de halsuitsnijdV
Dit gaat als volgt: we breien 25 st., kanten
daarna de volgende 25 st. af en breien'dan wee
25 st. De beide 25 st. die we links en rechts
hebben, breien we elk nog 40 keer op, en kan-
ten ze dan schuin af, d.w.z. van het armsgat af
eerst 6 st. afkanten, de volgende twee k
weer 6 st. en dan nog 7 st.
Den rug breien we net als het voorpand, maar
natuurlijk zonder halsuitsnijding. Als de rug dus
even lang is als het voorpand kanten we aan
weerskanten de schouders weer af als boven en
de middenste 25 st. blijven staan voor den
kraag.
Den kraag breien we evenals den boord op
pennen no. Vk. We nemen de 25 st. van den
rug- op en zoeken er langs de zijkanten van
den hals elk nog 30 st. bij. Dit getal breiden
we uit tot 94 steken en breien dan 35 toeren
1 r., l a., verdraaid, als bij den benedenboord.
De buitenkant is de goede kant. We naaien nu
den korten kant van den boord, dus de kantlus
sen aan de 25 st. die we voor de halsopening af-
gekant hadden, den linkerkant van den boord
bovenaan en den rechter langs dezelfde opening
onder langs. Den kraag slaan we nu naar verkie
zing buitenom of binnenom.
Voor de mouw zetten we 35 st. op beginnen
met het patroon. Nu meerderen we voor en
achter om de pen een steek bij tot we 55 st.
hebben en zetten dan voor en achter in een keer
er 10 st. bij op. Met deze 75 st. gaan we verder
breien en minderen om de 4 pennen vour en ach
ter een steek, tot 55 st. en dan om de 6 pennen
tot 40 st. Na 128 toeren breien we weer een
boord van 18 toeren als boven.
De trui wordt in elkaar gestikt en onder een
vochtige doek gestreken.
Roman van HERBERT STEINMANN.
Bewerkt door
LIZZY VEEN.
25)
(Nadruk verboden)
Wij konden het niet meer uithouden met op
je te wachten mijn jongen! roept vader ontroerd.
Ach Hans. wat heb ik een geweldige broer,
en Gertrude valt hem om den hals terwijl de oude
heer hem voortdurend op den schouder klopt.
Hans weert beiden lachend af.
Maken jullie mij nu niet al te ijdel. Zonder
jullie had ik het niet klaargespeeld. Oom Rolf
kan trotsch op ons zijn.
ïtfia, algemeene familievreugde, neemt u mij
niet kwalijk, dat ik stoor, klinkt een stem bij
de deur en als zij omkijken zien zij Higgens staan
en achter hem verschijnt bleek en mooi Dorothy
Keele
De oude Wenger loopt met uitgestoken handen
naar Higgens toe.
Prettig, dat u hier komt. Is het niet als een
wonder deze avond. Ook aan u danken wij dit.
Higgens staat onbewegelijk Op zijn gezicht
staat dreiging te lezen.
Dankt u mij niet, mr. Wenger. u zult dadelijk
gelegenheid hebben het te berouwen.
Hans is opgestaan. Hij bekijkt den Amerikaan-
van top tot teen. Gertrude is naast haar broer
gaan staan alsof zij bescherming zoekt. Wat
moet dat beteekenen, mr. Higgens? vraagt Hans
keel.
Higgens grijpt, zonder om te zien. de hand van
miss Keele en trekt haar naar voren. Dat be-
teekent, mr. Wenger, dat ik u hier een mede
eigenares van het circus voorstel, mevrouw Rolf
Wenger. geboren Keele.
Drie paar oogen kijken naar de schoolrijdster,
die zwijgend voor hen st°at.
Onverbiddelijk gaat Higgens voort:
Hi leg u hier een document over van de
trouwacte van Rolf Wenger en miss Keele. Het
huwelijk werd in het circus geheim gehouden.
Ook ik heb het eerst gisteren gehoord toen miss
Keele of liever mrs. Wenger het mij vertelde.
Alstublieft valt u mij niet in de rede, ik ben
dadelijk uitgesproken. Ik voel mij verplicht als
vertrouwde en vriend van de familie Wenger na
tuurlijk ook miss Keele of mrs. Wenger's belangen
te vertegenwoordigen. Mrs. Keele heeft zich be
reid verklaard een deel van haar erfenis te ver-
koopen. Ik kom terug op mijn voorstel, dat ik u
vanmorgen deed, verkoop mij het circus. Dat is
de beste methode, de erfgenamen en ook mrs.
Wenger deelen het bedrag en alle moeilijkheden
zijn uit den weg geruimd.
Moet dat een bedreiging beteekenen. mr.
Higgens? vraagt Hans boos.
Higgens lacht. Vat u dat op zooals u wilt, ik
houd mij tot middernacht aan mijn aanbod, dan
doen wij een aanklacht.
Hans 'kijkt den ander vast aan.
Doet u dat. Er zijn wetten en rechten in dit
land. Ik zal met miss Keele, als zij werkelijk mede-
erfgename is. onderhandelen Zij zal haar recht
hebben maar tot verkoop komt het niet. Ook niet
al dreigt u honderd maal.
Higgens fronst de wenkbrauwen.
ik geloof nauwelijks, dat de kas van het
circus zooveel kan opbrengen om een oroces te be
kostigen. Weet u wat 't kost, procedeeren om
een erfenis en dan kan misschien nog het testa
ment ongeldig worden verklaard zoodat mrs.
Wenger niet alleen aandeel houdster, maar alleen
erfgename is. Het zou er zoo raar kunnen gaan
uitzien, maar indien u wilt. ga uw gang.
Het valt Hans Wenger moeilijk zich te beheer-
schen. Maar hij weet. dat Higgens gelijk kan
hebben, nroceskosten zijn ontzettend hoog en men
kan. indien men wil een nroces tot bet oneindige
rekken ook els Dorntbv haar aandeel eisebt en
dat zal zr. onder invloed van Hi°gens. zeker do°n.
Dan kan het circus te gronde gaan zonder dat
er nog iets gebeurd is Dit is de laatste, maar de
ergste slag. Zijn blik gaat naar zijn vader, die hul
peloos in een stoel is neergevallen, dan kiikt hij
naar Gertrude, wie de tranen over de worsen
Higgens haalt een document met vele zegels en
stempels erop, uit zijn zak.
Aan de echtheid van dit document dat ik
vanmiddag bij de autoriteiten van Lasalle heb
opgevraagd en dat een afschrift is van de trouw
acte, valt niet te twijfelen. De oude Wenger heeft
het hoofd opgeheven. Hij kijkt de blonde school
rijdster aan.
Ik heb het altijd goed met u gemeend, miss
Keele, zegt u mij op eer en geweten: is het zoo,
bent u de vrouw van mijn broer, de mede-erfge
name van dit circus? Dan denk ik. dat wij het
wel eens kunnen worden zonder dat wij het aan
dezen man behoeven tè verkoopen.
Dorothy Keele slaat de oogen neer.
U behoeft u voor uw rechten niet te scha
men, zegt Higgens. U weet, wat er op het spel
staat.
Hans kan zich bijna niet beheerschen. Hij grijpt
een stoelleuning en drukt deze heftig.
Antwoordt dan, mijn kind? maant de oude
Wenger. Bent u Rolf Wenger's vrouw? Waar
om hebt u dat dan zoo lang verzwegen?
Dorothy Keele opent haar mond, aarzelend
komen de woorden. Ja, ik ben zijn vrouw. Het
is zoo, ik zou mijn aanspraken ook eerder heb
ben laten gelden, maar ik kreeg pas vandaag
het document nagezonden. Haar krachten schij
nen uitgeput, zij mompelt: Ik., kan., niet.,
meer. het is te veel. ik., wil., nog., iets., zeg
gen. het is.alles.wil ik zeggen!
Higgens onderbreekt haar woorden.
Het is werkelijk te veel voor u mrs. Wenger.
U ziet hoe noodzakelijk u hulp noodig hebt om
met deze vreemdelingen in het reine te komen.
Dorothy is in snikken uitgebarsten. Higgens
brenzt haar naar de smalle sofa en doet haar
neerzitten. Dan richt hij zich op. Voor het
laatst herinner ik u aan mijn voorstel! U hebt
tijd tot middernacht, dan
Dan kan het beginnen, zegt een sleoende
koude stem. Het is B!1l Ring. die onverschillig in
de deur staat, de beide duimen in zün gordel
waaraan ziin zware revolver hangt Onder zijn
arm heeft hij een rond, in papier gepakt voor
werp geklemd. Achter hem verschijnt Watermiller.
Hij heeft zijn slappen hoed ver over zijn voor
hoofd getrokken en ook hij heeft een gordel met
-v~n revolver. Tn ziin hand heeft hij een vierkante
zwarte doos.
Bing kijkt allen een tijd lang aan. Schijnbaar
merkt hij niets van de stemming, die er heersc'ht.
Hij grijnst vroolijk tegen Hans en maakt een ver
ontschuldigende handbeweging.
Ik dacht chef, omdat het in de cantine zoo
vroolijk toegaat, dat ik ook een beetje vroolijk-
heid in de brouwerij moest brengen. Watermiller
en ik wilden een beetje muziek voor u maken,
het is helaas maar een gramofoon, maar wij heb
ben niet anders en ik hoop, dat mijn platen u
bevallen.
Hans vliegt op. Bing. ben je gek, wij willen
op het oogenblik geen muziek!
Bill Bing heeft de gramofoon genomen en zet
haar op de schrijftafel.
Muziek, chef, babbelt hij vroolijk door,
muziek helpt in alle omstandighedenLaat u mij
nu éven mijn plaat afdraaien dan zult u eens
zien wat een leven er in de brouwerij komt. Hij
heeft de plaat al op de gramofoon gelegd.
Higgens is merkwaardig stil geworden.
Als u liever clownsgrappen hoort, dan over
uw bestaan te praten, dan is het beter, dat wij
gaan. Kom. miss Keele.
Hij gaat naar de deur. Wilt u mii wel eens
voorbij laten, zegt hij dreigend tegen Watermil
ler, dié hem den doorgang verspert en hem drei
gend met zijn eene oog aankijkt. Bing keert zich
bliksemsnel om en de revolver is in zün band-
Hans wil toespringen en Gertrude stoot een kreet
Uit.
Laat u mij. chef, dit is mijn grap. zegt Bing
koel. Er behoeft niet geschoten te worden.
Higgens blijf, of ie bent een kind des doods. Wie
de muziek van Bill Bing niet wil hooren. die ge
bruik ik als schietschijf.
De naald zoemt over de plaat. Higgens staat
stil onder den blik van Bing. Nu klinkt uit de
gramofoon een stem, die allen doet opspringen
Miss Keele heef óe handen afwererfd opgeheven
en haar reod^esebminkte mond is vertrokken.
Het is haar eigen opgewonden stem, die uit de
gramofoon klinkt.
Ik wil niet meer, James, ik kan het niet. Ik
geef het op! Wanhopig en vol aanklacht zijn deze
woorden. Dan komt het antwoord van een an
dere stem. wie zou baar niet herkennen Mr.
James Higgens spi-eekt door het apparaat
Wil je mij ruïneeren, Dorothy, Vergeet je, dat,
als wij het circus krijgen, het voor ons een hall
millioen beteekent? Ik sta voor een bankroet,
ik ben bang. dat mijn bank ieder oogenblik ge
sloten kan worden.
Weer de stem van de schoolrijdster, zij klinkt
duidelijk in het toestel.
Is dat mijn schuld, James, kan ik het helpen,
dat jij een speler bent!
Mr. Higgens maakt een geluid als een gevangen
roofdier. Bedriegerij! roept hij schor.
Bill Bing lacht koel. Onderbreek de voorstel
ling niet, anders
Weer gehoorzaamt Higgens. De revolver is niet
meer noodig. Bing heeft haar onverschillig naast
de gramofoon gelegd. Deze spreekt verder.
Vergeet niet, Dorothy, dat jij ook deel aan
mijn schuld hebt. Alleen uit liefde voor jou heb
ik mijn zaak verwaarloosd. A.1 in Rolf's tijd trok
deze mij naar het circus, alleen ter wille van jou.
Dorothy's stem klinkt zacht. Ook ik heo
offers gebracht, James, ook ik houd van je.
Bewijs het dan, er is nog maar één mogelijk
heid! Als de Wengers geluk hebben met die
Idiote brug des doods, dan kunnen wij hen nooiï
meer er toe brengen het circus te verkoopen. Je
moet je als Rolf's vrouw en dus als medeerige-
naam uitgeven. Ik zal voor de noodige documen
ten zorgen. In Lasalle heb ik ze. Verkoopen ae
Wengers niet, dan gaan we procedeeren. maar
hoop, dat het dreigement voldoende zal zijn. en
daarna kunnen wij het halve millioen opsporen,
James, ik kan niet.
Je moet. Dorothy, als je wilt dat ik met je
kan trouwen! Anders zal ik gauw naar een 8'i*
dere vrouw moeten omzien, misschien de docmer
•.van een circusdirecteur....
KerelHans wil op Higgens
Gertrude heeft de handen voor het
slagen en snikt wanhopig. r,n
Bing heeft Hans gegrepen. Wacht nog eve
chef, u moet nog verder luisteren.
Nog eens klinkt Dorothy's stem uit het aps»*
raat. Waarom kwel je mij zoo, James. wt
zul je mij net zoo in den steek laten als je urou
wers gedaan hebt.
Brouwers! De oude Wenger springt op.
(Wordt vervolgd)»