»*lzuqd tit-
Sxhamheid
1" 'Groote hoeveelheid varkens-
vleesch in beslas
genomen,
PREDIKBEURT^
JOHAN LIMPERS VERTELT
Een
Haarlemmer
wint
den
Prix de Rome
voor
beeldhouw
kunst
De jury voor den Prix de Rome heeft
bekend gemaakt dat deze begeer
de kunstenaarsprijs door den Haarlemmer
Johan Limpers voor de beeldhouwkunst is
gewonnen. Hierbij treft U een onderhoud
aan, dat één onzer redacteuren met den prijs
winnaar mocht voeren.
HAARLEM Vrijdag.
Het is eigenlijk heelemaal tegen den zin van
Johan Limpers in dat ik hier vertel hoe of hij er
toe gekomen is, tot dat beeldhouwen, want hij
vindt dat een sentimenteele bijkomstigheid. Onge
lijk heeft hij niet. Maar nu de muzen hem eer
mijlpaal gezet hebben op den weg naar de toe
komst als kunstenaar, in den vorm van den be
kenden Prix de Rome, willen we toch iets meer van
dezen 25-jarigen Haarlemmer weten; en de korte
voorgeschiedenis van Limpers' succes kan boven
dien menig jongere, die in dit leven zoekt en nog
niet vormvast gevonden heeft dat, waarheen in
nerlijke krachten hem wel stuwen, tot wegwijzer
strekken. Vroeg of laat kom je er achter welke taak
er weggelegd is in het leven.
Want toen Johan nog M.U.L.O.-scholier was had
Ihij er nog geen idee van wat hij worden zou. Het
eenige wat hij wist was iets negatiefs; namelijk dat
hij op school wat-je-noemt mislukte. Het zal in het
jaar '29 geweest zijn dat Johan een catalogus in
handen kreeg van een tentoonstelling van Rodin
in Amsterdam. De tentoonstelling zelf was toen al
gesloten en de jongen moest zich er mee verge
noegen den catalogus door te bladeren. En hij
deed dat, zooals hij zich dat nu herinnert, met
voor hem ongewone belangstelling.
„Ik stond verbaasd over de mogelijkheden van
het beeldhouwen, die uit dezen catalogus bleken",
zoo vertelt de Prix de Rome-winnaar me. „Dit was
eigenlijk de eerste keer dat ik het beeldhouwen met
meer belangstelling beschouwde dan je dat als jon
gen pleegt te doen. Maar dit beteekende niet dat
ik toen al besefte dat ik zelf zou gaan beeldhou
wen. Neen, eerst zou er een reclameteekenaar uit
me worden, en bij de opleiding daarvoor kwam ook
boetseertechniek kijken. Toen ik de klei in mijin
handen kreeg en boetseerde, toen wist ik 't eens
klaps: beeldhouwen, dat was mijn roeping".
Tenslotte kwam de 19-jarige Johan Limpers op
de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Am
sterdam, en hij bekwaamde zich daar 6 jaren lang
dn het beeldhouwen onder leiding van den beken
den Haarlemschen professor J. Bronner. En nu
heeft hij het door zoo menig jong kunstenaar be-
Johan Limpers.
(fotobureau De Haas)
geerde resultaat bereikt: de Prix de Rome, welke
hem de poort tot wijdere artistieke aspecten zal
openen. Hoe zit dat eigenlijk met dezen Prix de
Rome? Wel, wie beter dan de winnaar er van kan
u daar wat over vertellen
Iedere Nederlander kan er naar meedingen. Maar
moet zich allereerst onderwerpen aan een proef-
kamp. De werken van den proefkamp worden ge
keurd. En de scheppers van de werken, die waar
dig worden bevonden, mogen tegen elkaar in het
vreedzame strijdperk treden om de gouden medaille
der schoonheid.
De mededingers moeten in één dag tijds de wijze,
waarop ze de hun gestelde opgaven willen oplos
sen, vastleggen. En dan krijgen ze vier maanden
den tijd om ieder in een aparte loge van de Acade
mie, welke door anderen niet betreden wordt,
oplossing der opgave gestalte te geven.
Dit keer was de opgave boven de poort van een
muur. welke de afscheiding vormt tusschen een
stadspark en een kweektuin, een beeld te plaatsen
va': 1.20 M. hoogte. Dit beeld moet Kore voorstel
len, de maagdelijke en lieflijke dochter van de al
go ei ie godin der Aarde: Demeter. Kore symboliseert
de groeikracht der planten en Demeter de vrucht
baarheid.
Terzijde van den doorgang moesten twee reliefs
worden vervaardigd, de ontkieming en het vergaan
van het plantenleven voorstellend.
Johan Limpers heeft den in opgave aangegeven
weg gevolgd en Kore naast Hades, den god der on
derwereld, geplaatst. Achter Hades zit Cerberus.
Hades overreikt Kore een granaatappel. Door deze
handeling wordt de verbondenheid van Kore aan
het rijk van Hades gesymboliseerd.
Op het tweede relief is Demeter naast Kore op
de troon gezeten. Zij houden tezamen het symbool
van groeikracht: een papaver, vast. Achter Demeter
staat een vruchtenmand.
Het beeld boven op de poort is gedrapeei'd. Met
één hard houdt ze een bundeltje korenaren vast.
Met de andere ontdoet ze zich van de sluier, welke
ze in het doodenrijk draagt, want ze komt hier
terug op de aarde.
Dat wat de opgaven betreft.
Johan Limpers vertelt er over: en hij weet zijn
zirnen te formuleeren met dezelfde klaarte, waar
mee hij de klei vorm geeft.
Dat is uit den jongen geworden, die op school
geen succes had. Iemand, die weet wat hij wile. En
dat doet ook.
Varkens frauduleus geslacht.
Voor de consumptie
ongeschikt.
VLEESCHBON „09".
's-GRAVENHAGE, 15 November (A.N.P.) De
secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het
departement van landbouw en visscherij deelt
mede:
Van de vleeschkaart geeft gedurende het tijd
vak van Maandag 18 November tot en met Zondag
24 November a.s. elk der vier met „09 vleesch"
gemerkte bonnen recht op het koopen van 100
gram vleesch, been inbegrepen, óf een rantsoen
vleeschwaren. De met .,09 worst, vleeschwaren"
gemerkte bon geeft gedurende dat tijdvak uit
sluitend recht op het koopen van een rantsoen
vleeschwaren.
De bonnen, welke op 24 November a.s. nog niet
gebruikt zijn, blijven nog geldig tot en met Zon
dag 1 December a.s. Ook voor deze bonnen geldt,
dat zij gedurende de tweede week van hun gel
digheidsduur dus van 25 November tot en met
1 December a.s. niet gebruikt zullen mogen wor
den in hotels, restaurants e.d.
Het rantsoen vleeschwaren, dat per bon kan
worden gekocht bedraagt 75 gram voor gerookt
of gekookt varkens-, rund- of kalfsvleesch en voor
gerookte worstsoorten, 100 gram voor gekookte
worstsoorten, rolpens en knakworst, 125 gram
voor leverartikelen, tongenworst en nierbrood en
150 gram voor bloedworst.
Beperking van de seringencultnur.
De Ned. Sierteeltcentraie zal voor de cultuur-
1941 van seringen een bepaling in de productie voor-
schrijvenschrijven, hierop neerkomende dat slechts
de helft van de trekbare struiken voor het seizoen
19401941 getrokken zal mogen worden.
Voor de overige vijftig procent trekbare struiken
zal een vergoeding worden gegeven, terwijl tevens
nader zal worden bepaald, hoe ten opzichte van deze
laatste struiken gehandeld zal moeten worden.
Door de aanhouding van twee wielrijders is de
Haarlemsche politie op het spoor van een groot
aantal overtredingen van de Vleeschkeuringswet
gekomen. Zoodoende kon. dank zij de oplettend
heid van de politie, een groote hoeveelheid voor
de consumptie ongeschikt vleesch in beslag' wor
den genomen.
Op den Rijksstraatweg te Haarlem Noord zag
de politie twee personen fietsen, die haar achter
docht opwekten. Zij hield hen aan en toen bleek,
dat de mannen een groote hoeveelheid varkens-
vleesch vervoerden, dat zij voor een slager in
Haarlem Noord naar een slager te Bloemendaal
moesten brengen.
De politie stelde natuurlijk onmiddellijk een
nader onderzoek in. Hierbij bleek, dat bij den
Bloemendaalschen slager een groot gedeelte van
het vleesch van hetzelfde varken aanwezig was.
De rest van dit varken werd bij een chauffeur te
Haarlem gevonden; het was bij een koopman te
Haarlemmerliede frauduleus geslacht. In totaal
werd 500 pond varkensvleesch in beslag genomen.
De politie kwam van lieverlede tot de overtui
ging, dat zij hier met een groot complot te doen
had; bij dit onderzoek kon tevens in beslag wor
den genomen eeng edeelte van een ander varken,
dat eveneens te Haarlemmerliede frauduleus ge
slacht was.
Het vleesch werd natuurlijk ter keuring naar
het Openbaar Slachthuis vervoerd; hier moest het
voor de consumptie worden afgekeurd!
In totaal bleken negen personen bij deze on
smakelijke affaire betrokken te zijn. Tegen hen
werd proces-verbaal opgemaakt. Zij zullen zich
voor een groot aantal overtredingen moeten ver
antwoorden, namelijk van de Distributie-, Prijs-
opdrijvings- en Hamsterwet, Vleeschkeuringswet,
het Slachtverbod, het afleveren van varkens hoven
110 K.G. en het afleveren van varkens aan een
niet erkenden varkenshandelaar.
Verder bleek het aan de politie, dat genoemde
slager in Haarlem Noord drie kalveren te Haar
lemmerliede frauduleus geslacht had. Ook daar
voor werd tegen hem proces-verbaal opgemaakt.
Dit kalfsvleesch kon helaas niet worden achter
haald.
NOG MEER VARKENSVLEESCH IN
BESLAG GENOMEN.
Donderdagavond acht uur werd door de politie
te Haarlem aangehouden een 25-jarige chauffeur
uit Badhoevedorp, die in een koffer op zijn fiets
twintig pond varkensvleesch vervoerde, afkomstig
van een frauduleus geslacht dier. Ook dit vleesch
werd in beslag genomen en naar het Slachthuis
gebracht. Tegen hem en tegen den man, die het
varken geslacht heeft, werd proces-verbaal op
gemaakt wegens overtreding van de Distributie-
en Vleeschkeuringswet.
SANTPOORT
H KERK 10 Ds R H Uldeman
Doopsbediening
N. 11. KAPEL. 10: Ds. A. Verwaal«"B* 5.
4: Ds. H. J. Wesseldijk. Santpoort l'av®i4ag»
3EFÜÈF. KERK in H. V. Wustelaan
van Zeist.
IJMUIDEN
N H KERK Kanaalstraat 10 Ds L \y
3: Ds. H. J. Dijckmeester, den Haag. Je,
KK jan.es Waitci," ^3$
dienst. H. H. Straling. 1 'eu#.
HERV. EVANG., Oranjestr. 8. 10 en 4 3n- t
CHR. GER. KERK. 10 en 3: Ds. A. 7^.'^
ER KERK W Ihflminakade 10 Ds 'e^j,
bonk. 3: Ds. J. Kapteyn.
IER KERK. Rambonnetlaan 10' Ds 1
3: Ds. S. E. Wesbonk. KaPteju
DOOPSGEZ.^EN PROT. BOND, Helmstraat 9 3.
Westmijse, Rotterdam.
JUD-KATH KERK 10. H Dienst 3 an- w
..EGER DES HE1LS Edisonstraat io u?*"
dienst. 5.30: Verlossingssamenkomst Sl!,a-
Schiller. v> Adj.
IJMUIDEN-OOST
Willebrords^
EXAMENS.
Academische opleiding.
Geslaagd aan de Gem. Universiteit te Amster
dam voor het cand.ex. economie de heeren J. Bons
en A. A. J. van Horn.
N H. KERK Goede Herderkerk Velcpw)
10: Ds. G. F. Callenbach. 4.30: P. Allard m 1 We!
VR1JZ. HERV., Bovenzaal Rex Theater T®4
GER. KERK, Velserduinweg 10 en 3: Ds p e
Teylingen. 1 van
LUTH GENOOTSCH. Herv Vereen geb
straat. 10.30: Ds. W. Spliethoff, Haarlem'
BAPT1STEN-GEM Wiliemsoeekwea ïi \vn
7.30: Ds. L. de Haan. pred. te Haarlem
STADSEVANG., Willemsbeekweg. 10'
5: Evangelisatiesamenk.
HERST APOST ZENDINGSGEM.
10. 10: Godsdienstoefenmg.
VELSEN
H. KERK. .10' Ds. Jobs Bronsgeest.
VEI.SEN-NOORD
GER. KERK. 9.45 en 3.30: Ds. F. E. Hoekstra
BEVERWIJK
N H. KERK. Kerkstraat. 10: Ds. J. de Vries.
121: Zondagsschool.
DOOPSGEZ. GEM. Meerstraat. Geen dienst
VRIJZ. HERV., Parklaan. 3: Ds. H. H. Dorgeio J
Naarden.
Zondagsschool.
EVANG. LUTH. GEM., Koningstr. Geen dienst
GEREF. KERK, C. H. Moensplein. 10 en 5- T> u
Holtrop.
VRIJE EVANG. „MARANATHA", Koningstr. 41
9.30: Bidstond. 10: C. Hooylcaas, uit Den Haa»
Getuigenissamenkomst.
Woensdag 7: Bijbelbespreking. Vrijdag 7: Zan».
vereeniging.
CASTRICUM
N. H. KERK, 10: Ds. J. N. Seulijn.
EV AN GELIS AT IE VEREENIGING. 10: Ds. R Print
van Haarlem.
GER. KERK, Beverwijkerstraatw. 32. 10 en 4.30;
Ds. J. Krüger.
HEEMSKERK
N. H. KERK. 10: Ds Joh. IJzerman.
WIJK AAN ZEE EN DUIN
N. H. KERK, Wijk aan Zee. 10: Jeugddienst. Ds. J,
H. Grolle, uit Utrecht. 3: Ds. A. J. Bronkhorst. Bed,
H. Avondmaal.
VEREENIGINGSGEBOUW, Populierenlaan. 10: Ds.
A. J. Bronkhorst. Bediening H. Avondmaal.
Kastanjepoppetjes' lief en leed.
Het mannetje plaagt graag, maar
het vrouwtje vergeldt kwaad met
goed.
Op het tafeltje naast Ida's bed, tussen de strik
ken, de haarknipjes, de kam, de borstel, en het
heerlijke flesje eau de cologne, staan twee grap
pige poppetjes een mannetje en een vrouwtje.
Ze zijn nog niet oud. Precies drie weken geleden
zijn ze gemaakt van bruine glimmende kastanjes.
Eerst het mannetje, want dat was het gemakke
lijkst. Ida en Zus hebben een hele tas vol voor
Moeder op tafel uitgestrooid. En toen heeft Moe
der er de twee mooiste, rondste uitgezocht: een
kleintje en een grootere.
De kleine kastanje kreeg aan de ene kant een
gaatje en werd toen met een lucifer op de grote,
die ook een gaatje had gekregen, vast gemaakt.
Toen had het mannetje al een hoofd en een jasje.
In het hoofd kwamen twee luciferskoppen als
ogen, een rond gaatje voor de neus en een lange
spleet voor de mond. En daarna kreeg het man
netje armen en benen van lucifers en ook nog een
soort derde been om te kunnen staan en eindelijk
een mooie rij luciferskop-knopen op zijn jasje.
Toen 't mannetje af was, glom hij van trots, om
dat hij zo'n echt mooi kastanjemannetje was en
hij lachte aldoor, omdat hij nu eenmaal zo'n brede
in on d had.
„Nu een vrouwtje", zei Zus tegen Moeder, „want
alleen is maar alleen, hè?"
„Best hoor. Nu een vrouwtje!"
Dat werd net zo gemaakt als het mannetje, al
leen was het een beetje moeilijker, omdat het een
rokje aanmoest. Dat werd gevouwen van een pa
pieren servetje (een heuse plooirok) en om het
lijfje van het vrouwtje gelijmd. En toen het rokje
ook af was, kreeg het vrouwtje nog een pruik ook:
van een lange draad wol. Die werd in drieën ge
knipt. Ida moest de drie eindjes vasthouden en
toen vlocht Moeder er een stijve vlecht van en
prikte die vast op vrouwtjes bol en draaide hem
om en om, zodat het een dikke, ouderwetse wrong
werd.
Ida en Zus vonden het bepaald prachtig, hoewel
ze een pagekop of rollenkapsel toch moderner had
den gevonden. Maar Moeder legde uit, dat het
.mannetje en vrouwtje achte koffiebruine Oosterlin
gen waren een apart kastanjeras zo tussen ne
gers en indianen in! en dus geen rekening hoef
den te houden met de nieuwste mode omdat er
toch in de woestijn, waar ze eigenlijk woonden,
geen modebladen verschenen. Het mannetje en het
vrouwtje werden toen netjes op Ida's tafeltje gezet,
tussen het flesje eau de cologne, de kam, de haar
knipjes. die 's morgens altijd weg zijn en wat ik
meer heb opgenoemd.
Ze staan daar, zoals ik je vertelde, al drie we
ken. Ze zien er met hun brede, lachende monden
nog altijd erg opgewekt uit, maar toch kun je goed
zien, dat de tand des tijds al een beetje aan hen
Iheeft geknabbeld. Het lijf van het mannetje is zó
ingedroogd, dat het wel een echte ribbekast lijkt
en het vrouwtje heeft een knik in haar ene ami en
een scheur in haar schouder gekregen. Ook haar
mooie vlecht zit niet zo netjes meer als in 'i 'begin,
's Avonds, als ze in haar bedje ligt, kijkt Ida vaak
heel lang naar het kastanjepaartje. En dan houdt
ze hele verhalen .tegen hen.
Vanavond heeft ze haast verlangd, dat het bed
tijd werd, want ze had hun een heleboel te zeggen!
Verbeeld je, toen Ida die morgen wakker werd
stond alleen het mannetje op het tafeltje: het
vrouwtje lag op de grond, half onder het bed. En
ze keek zó treurig!
Daar moet Ida het hare van hebben! Ze heeft het
tweetal weer vlak naast elkaar gezet en gezegd:
„Wacht maar, ik zal jullie vanavond wel krijgen!
Foei, me zo'n verdriet te doen met jullie geruzie!"
Want ze denkt beslist, dat het mannetje zijn zielig
vrouwtje met haar zere arm van de tafel heeft ge
bokst. Kijk maar, hoe uitdagend hij daar staat, één
arm uitgestrekt in de lucht en een vals lachje om
tfn brede mond!
's Avonds begint Ida er, als moeder weg is, di
rect over.
„Hoor eens", zegt ze, „ik wil nu eens dadelijk de
waarheid weten. Heb jij je vrouwtje van de tafel
gestompt of niet? Het helpt heus niet of je nee zegt,
want De heb alles gezien!"
In het schemerige avondlicht vertrekt de mond
van het mannetje in een nog bredere grijns en hij
zegt: „Nee hoor, helemaal niet! Hoe kóm je er bij?"
„Wel, wel!" jammert het vrouwtje. „Hij gaf me
een duw en toen rolde ik om en toen kwam de
wind en toen
„En toen, en toen, en toenbauwt het man
netje na.
.,En toen woei ik van 't tafeltje", zucht het
vrouwtje. „Zie je niet, hoe m'n rok is gekreukt en
slordig m'n haar zit?"
„Foei!" zegt Ida. „Ik had van jou nooit gedacht,
•dat je zó lelijk zou doen; kastanjemannetje! Je ver
dient, dat ik je het raam uitgooi. Ik geloof, dat ik
't maar doe. Ja, ik doe het!" En ze gaat dreigend
rechtop, in bed zitten.
Maar dandan gebeurt er iets onverwachts.
Het mannetje en het vrouwtje gillen allebei heel
hard: „O nee, dat niet, dat niet!" en ze hollen op
hun spillebeentjes het hele tafeltje over, de kant
van het dakraam uit. Vol verbazing kijkt Ida hen
na. Ze ziet hoe het mannetje met z'n beide luci-
fersarmen heel resoluut het randje van het dak
raam vastgrijpt, zich optrekt en er pardoes bovenop
op zit. Nu steekt hij het vrouwtje een hand toe en
trekt haar ook omhoog. En dan kijken ze allebei
angstig van het dakraamrandje naar beneden, wat
Ida doen zal? Wel, natuurlijk gaat ze hen achterna.
Ze heeft niet voor niets een acht voor gym, die
flinke meid! In een oogwenk heeft Ida zich ook aan
het dakraam opgetrokken.
„Schuif eens een eindje op, dan kom ik tussen
jullie in zitten!" roept Ida.
„Zul je ons niets doen?" vraagt het vrouwtje
angstig.
„Nee, nee, heus niet!"
„Nou kom dan maar!"
Een, twee, hup! Daar zit Ida al op 't randje, tus
sen het mannetje en het vrouwtje in. Het papieren
rokje ritselt en het vrouwtje trekt het voorzichtig
terug. En weet je wat erg gek is? Ida is nu op
eens even groot als het kastanjepaartje! Ze kijkt
langs haar benen in de rose pyama en dde hangen
zowaar precies gelijk met de lucifersbeentjes van
de anderen. En nu kijkt ze even opzij naar het
gezicht van het mannetje. Hu! wat zijn z'n lucifers
kopogen groot en wat puilen ze spookachtig uit z'n
gezicht! Nu is het Ida: die bijna bang wordt.
Maar het vrouwtje lacht vriendelijk en zegt: „Je
hoeft voor ons toch niet bang te zijn! Je weet toch
nog wel, dat je Moeder ons gemaakt heeft, op die
Zaterdagmiddag? Als dat niet gebeurd was, en als
ik niet zo'n mooi rokje gekregen had en zo'n prach
tige vlecht, nou.... dan was ik nu rog een dood
gewoon kastanjepoppetje, net als hij. En als je Moe
der ons geen benen gegeven had en geen armen en
geen knoopjes en geen ogen, dan waren we nu nog
kastanjes en dan lagen we misschien in 't bos of
in de prullemand!
„Ja dat is waar", zegt Ida. Maar 't mannetje
bromt: „Pff, 't is wat moois! Had je moeder me
dan geen ander hoofd kunnen geven, inplaats van
dit, dat altijd zo'n pijn doet, dat ik er kribbig en
akelig van word?"
„Doet je hoofd zo'n pijn? Arme kastanjeman!"
„Ja", zegt. het vrouwtje, ,,'t is erg akelig. Iedere
nacht krijgt hij vreselijke steken door z'n achter
hoofd. En daar wordt hij dan zo humeurig van!
En daarom klimmen we altijd door 't raam, omdat
we ho'pen dat frisse lucht er goed voor is. En dan
gaan we een eindje varen in de dakgoot. Als je 't
aan niemand vertelt, mag je ook mee!"
„O!graag!" zegt Ida. En dan stappen ze uit
het raampje en staan opeens aan 't randje van de
woest golvende rivier, die de dakgoot is. Er ligt een
papieren schuitje in en heel hendig haalt het man
netje dat naar zich toe.
„Stap op", commandeert hij en Ida en het vrouw
tje nemen plaats. Het mannetje gaat voorop staan
en begint met een houten breinaald, die ook in de
dakgoot dreef, te peddelen.
O, wat staat er een wind en wat krullen de gol
ven tegen het vaartuig op. Oei, oei, oei-oei!
Zo blaast de storm om het huis. Ida vindt het een
heerlijke tocht, ze geniet volop! Heel onvoorzichtig
buigt ze zich ver over het randje, en.... o, daar
kantelt het schuitje en alle drie vallen ze te water.
„Dom kind!" roept het mannetje eerst nog. Maar
dan begint hij te gillen van: help, help, ik ver
drink! O! O! Ik ga dood!" Ida heeft erg medelij
den met hem, maar ze kan hem niet helpen, om-dat
ze rog niet zo erg goed zwemmen kan. Maar dan
ziet ze pas, hoe lief het kastanjevrouwtje toch is.
Zij komt op haar papieren rokje aandrijven en
zegt: „Vlug, pak mij maar vast, dan drijven we
samen wel naar de kant." En Ida roept: „Wat een
schat ben jij, kastanjevrouwtje!"
Na een half uurtje zijn ze eindelijk veilig aan het
dakraam aargeland. Ida, die het eerst was, steekt
het vrouwtje de hand toe. Maar owee, als ze samen
het mannetje op het droge willen trekken, houden
ze alleen z'n hoofd vast: de rest van de kastanjeman
blijft nog op de woeste baren dobberen.
Het vrouwtje huilt tranen met tuiten, omdat het
lijf van haar mannetje nu geen hoofd en het hcrofd
geen lijf meer heeft, 't Is ook wel erg! Maar Ida
weet raad. „Leg hem maar binnen op het tafeltje",
zegt ze, En dan pakt ze vlug, zonder griezelen,
hoofd en romp van den kastar.jeman op en wil ze
weer op elkaar drukken, net als ze Moeder heeft
zien doen. Maar kijk, nu ontdekt ze iets vreemds:
dwars door het hoofd van het mannetje steekt een
grote speld!
„Geen wonder, dat je mannetje altijd zo kribbig
was", zegt Ida tegen het vrouwtje. En ze haalt de
speld er uit en gooit hem ver weg over de daken.
Als het mannetje weer heel is, is hij zo zacht als
een lammetje!
„Jullie zijn allebei schatten, allerliefste engel
tjes!" zegt hij „en ik zal m'n vrouwtje nooit meer
afsnauwen of van de tafel gooien!"
„Geef elkaar dan maar een arm", zegt Ida. En
ze zet ze retjes neer en hoopt maar, dat ze voortaan
vrede zullen houden!
Nu, dat zal wel lukken. Want als Ida de volgende
morgen wakker wordt, staan ze nog net zo innig ge
armd. Ida is blij!
R. DE RUIJTER-v. d. FEER.
Voor de Vriendjes en Vriendinnetjes.
Deze week ontvangen jullie geen briefje vooraf.
Lief DUINROOSJE. Ja, je hebt met recht een
goede verjaardag gehad. Doornroosje heeft volop
bij je genoten. Zij vond het mogen blijven eten
reeds een feest op zich zelf. De filmvoorstelling was
zeker nog een napretje? Gezellig zeg, zo samen met
je moeder uit. Dag Duinroosje.
Best DOORNROOSJE. Je hebt je werk vrij
goed gemaakt. Drie fouten in een moeilijke Franse
les is niet veel. Gelukkig dat jij er geen vier-én-
twintig, zoals enkele kinderen, gemaakt hebt. In
dit opzicht kan je beter, wat het aantal betreft,
aan de lage kant blijven. Wat was het 1.1. Woens
dagmiddag weer gezellig, zeg. Maar we moeten
hard werken, wil het werk voor St. Nïcolaas klaar
komen. Dag Doornroosje.
Lief BIJDEHANDJE. Meisjelief, wat werken
jullie hard op school. Prettig hè zo flink op te
schieten. Weet je wat ik geloof? Dat je, als je zo
doorgaat, je zus nog' inhaalt. Hoe was het op de
gymnastiekles? Dag Bijdehandje.
Lief BLAUWOOGJE. De clubuurtjes bevallen
je dus best. Dat vind ik prettig. Wat zai je moeder
verrukt zijn met het door je zelf gemaakte St.
Nicolaascadeau. Je zus kan haar werk misschien
aan iemand anders geven b.v. aan een grootmoe
der of tante. Enfin, daar spieken we nog we! over
Eerst maar hard werken en zorgen dat het op tijd
klaar komt. Dag Blauwoogje.
Best BLONDJE 2. Ja Zwarte Piet vindt dal
Nannie een flink meisje is. Maar jij staat ook reeds
voor goed in z'n boek. Nu maar zorgen dat je er in
blijft staan. Dag Blondje 2.
Beste MOEDER'S HULP. 'k Geloof dat jij
zeer goede maatjes met mevr, v. R. bent Maar
dat is uitstekend. Zeter zo dan anders. Piet heeft
je brief weer gezien. Hij vond hem nu toch zo
keurig geschreven. Was je nog op tijd 1.1. Woens
dagmiddag? Tot over veertien dagen, 'k Dank je
voor de keurig geschreven les. Dag Moeder's Hulp
Lief GOUDMUILTJE. Zeg meisje, ik ben niet
smeltbaar, 'k Vond hei niets erg om door de storm
en regen op de fiets naar school te gaan.
'k Ben er zelfs 's avonds nog wel door geweesl.
Wat ik van de winter doe? Dat weet ik nog niet
Als het enigszins mogelijk is, ga ik op de fiets, 'k
Ben dan aan geen tijd gebonden. Je hebt op schooi
momenteel wel een repetitietijd. Wat jammer dat
je dit keer voor je repetitie Frans een 4 had, Een
volgend maal zorgen dat je het er beter afbrengt,
hoor. Dag Goudmuiltje.
Lief BELLAROONTJE. Je laai. je zus maai
brommen hoor. Als je je best blijft doen. dan
chrïjf je over enige jaren ook ongeveer geen taal
fouten meer. Op de club zet ik haar neus wel tus
sen haar oren en zeg „laat nu ons ook je gebrom
eens horen", 'k Wed dat ze dan zo stil is als een
muisje. Dag Bellaroontje.
Best DAUWDRUPPELTJE. Heb je neg een
oudere zus? Ik dacht dat jij de oudste was. Prettig
dat je mantel nu weer keurig in orde gemaakt
is. 'k Ben benieuwd naar je cijfers. A. B. was on
gelukkig met haar Frans. Maar enfin, een volgend
maal zal ze het er wel beter afbrengen. Was je j.l.
Woensdagmiddag nog op tijd? Dag Dauwdruppeltje
Lieve ZEEMEERMIN. Ja hoor, de tractatie "an
mej. G. 1.1. Dinsdag was wat fijn. Een kopje koffie
met een gebakje smaakt altijd wel. Bloemen en
planten zoeken vond ik vroeger ook altijd dolletjes.
Toen ik nog studeerde was ik lid van een kweke-
lingenclub „Flora" genaamd. We trokken dan Zon
dags en op schoolvrije middagen met elkander naai
buiten om planten te zoeken. Ook gaven we een
krantje uit waarin we om beurten stukjes over
planten schreven. De tekeningen, doorsneden van
stampers, bloemen, enz. werden dan op losse
blaadjes gehectogral'eerd en in het krantje gelegd,
Een paar maal per jaar hadden we een gezellig
avondje. Ook hadden we een clublied, dat op zo'n
avond enige malen werd gezongen. Het was een
prettige tijd. Sinds enige maanden lees ik de „Li-
belle" niet meer. 'k Kan je dus tot m'n spijt, niet
helpen. Dag Zeemeermin.
Beste STER VAN BETHLEHEM. Het werkje
van 1.1. Woensdag is je zeker wel bevallen? Je zult
eens zien hoe mooi het wordt. En weet je wat zo
leuk is. Dat soort werk wordt hier in Holland haast
nooit gedaan. Tot Woensdag. We gaan dan weer
vlug verder. Dag Ster van Bethlehem.
Best DROOMKONINKJE. Gezelig dat Maji
ook weer op de club gekomen is. Je weet het „hoe
meer zielen, des te meer vreugd". Heb je direkt
een 7J/Z gehaald voor je repetitie meetkunde of
behoorde je ook tot de strafwerkmaaksters? Als
Hanna naar de club kan gaan, dan zijn we weer
een paar jaartjes verder. Tot Woensdag. Dag
Droomkoninkje.
Lief SNEEUWWITJE. Kindjelief. wat heb ik
moeten turen om je briefje te ontcijferen. Zal je
een volgend maal een groter blaadje nemen? In
het zwembad heb je maar altijd even veel pret. 't
Is fijn dat we hier zo'n flinke overdekte gelegen
heid hebben. Zie ik je Woensdag weer op de club?
Dag Sneeuwwitje,
Beste MAJA. -Je bent van harte als rubrie-
kertje en als clublid welkom. Het nieuwe werkje
is je zeker wel bevallen? Jammer dat je vader
thans weer geen werk heeft. Maar misschien komt
er wel weer spoedig iets voor hem. Is Tonia v. d.
G. thans je vriendin? Doe haar m'n groeten maar.
Dag Ma ja.
Beste ZONNEBLOEM. Is je zus verkouden en
nu jij. „Hoe bestaat het" zou Lientje, een meisje
uit mijn klas, zeggen. Prettig dat Kees het goed
maakt. In de a.s. Kerstvacantie hoop ik hem ook
eens te zien. Je hebt niet een moeilijk woorden
boekje, maar een boekje om moeilijke woorden in
te schrijven. Je kleurwerk vind ik keurig. Ik dank
'e hartelijk voor de plaat en zal haar een plaatsje
geven. Dag Zonnebloem.
Lief WINTERKONINKJE. Wat jammer meisje,
dat jij het nu juist zo slecht treft. Maar het is niet
anders. Misschien krijg je ook nog wel eens gelegen
heid om naar de club te gaan. Tekenaarstertje en
nog meerdere vriendinnetjes van mij kunnen ook,
doordat ze 's Woensdagsmiddags school hebben,
niet komen. Jammer, maar het is niet anders. Dag
W interkon ink j e
Beste ANEMOON. Best meisje, je komt maar
naar de club wanneer je een schoolvrije middag
hebt. Je werk zal ik klaar leggen, zodat je spoedig
de schade hebt ingehaald. Tot Woensdag. Dag Ane
moon.
Lief ELFENKONINGINNETJE. Wil je Thea
nog namens mij feliciteeren? Ja, de Nutsbibliotheek
heeft mooie boeken. Prettig dat je er lid van bent.
's Woensdagmiddags heb je steeds school, zodat je
de club niet kunt bezoeken. Wel jammer. Blijf ec«"
ter maar trouw schrijven. Je kunt dan altijd komen,
als je onverwachts vrij bent. De nieuwe winket
op het Kennemerplein heb ik gezien. Wel gezellig'
Dag Elfenkoninginnetje.
Veel groeten van
MEJ. E. VIJLBRIEF.
EEN VERHAALTJE OVER DE BEER.
Van de bruine beer wordt verteld, dat hij
geen roofdier was maar een kalme en vreedzam
planteneter, die graag met de mensen omging-
Eens had een man graan gezaaid en de beer op
gedragen. er op te passen. Beeroom beloof'
mits hij zelf er van kreeg. Maar toen de oogstitij^
gekomen was, sneed de man de bovenste helft
de aren af en liet de beer de stoppels.