»*lzuqd tit- Sxhamheid 1" 'Groote hoeveelheid varkens- vleesch in beslas genomen, PREDIKBEURT^ JOHAN LIMPERS VERTELT Een Haarlemmer wint den Prix de Rome voor beeldhouw kunst De jury voor den Prix de Rome heeft bekend gemaakt dat deze begeer de kunstenaarsprijs door den Haarlemmer Johan Limpers voor de beeldhouwkunst is gewonnen. Hierbij treft U een onderhoud aan, dat één onzer redacteuren met den prijs winnaar mocht voeren. HAARLEM Vrijdag. Het is eigenlijk heelemaal tegen den zin van Johan Limpers in dat ik hier vertel hoe of hij er toe gekomen is, tot dat beeldhouwen, want hij vindt dat een sentimenteele bijkomstigheid. Onge lijk heeft hij niet. Maar nu de muzen hem eer mijlpaal gezet hebben op den weg naar de toe komst als kunstenaar, in den vorm van den be kenden Prix de Rome, willen we toch iets meer van dezen 25-jarigen Haarlemmer weten; en de korte voorgeschiedenis van Limpers' succes kan boven dien menig jongere, die in dit leven zoekt en nog niet vormvast gevonden heeft dat, waarheen in nerlijke krachten hem wel stuwen, tot wegwijzer strekken. Vroeg of laat kom je er achter welke taak er weggelegd is in het leven. Want toen Johan nog M.U.L.O.-scholier was had Ihij er nog geen idee van wat hij worden zou. Het eenige wat hij wist was iets negatiefs; namelijk dat hij op school wat-je-noemt mislukte. Het zal in het jaar '29 geweest zijn dat Johan een catalogus in handen kreeg van een tentoonstelling van Rodin in Amsterdam. De tentoonstelling zelf was toen al gesloten en de jongen moest zich er mee verge noegen den catalogus door te bladeren. En hij deed dat, zooals hij zich dat nu herinnert, met voor hem ongewone belangstelling. „Ik stond verbaasd over de mogelijkheden van het beeldhouwen, die uit dezen catalogus bleken", zoo vertelt de Prix de Rome-winnaar me. „Dit was eigenlijk de eerste keer dat ik het beeldhouwen met meer belangstelling beschouwde dan je dat als jon gen pleegt te doen. Maar dit beteekende niet dat ik toen al besefte dat ik zelf zou gaan beeldhou wen. Neen, eerst zou er een reclameteekenaar uit me worden, en bij de opleiding daarvoor kwam ook boetseertechniek kijken. Toen ik de klei in mijin handen kreeg en boetseerde, toen wist ik 't eens klaps: beeldhouwen, dat was mijn roeping". Tenslotte kwam de 19-jarige Johan Limpers op de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Am sterdam, en hij bekwaamde zich daar 6 jaren lang dn het beeldhouwen onder leiding van den beken den Haarlemschen professor J. Bronner. En nu heeft hij het door zoo menig jong kunstenaar be- Johan Limpers. (fotobureau De Haas) geerde resultaat bereikt: de Prix de Rome, welke hem de poort tot wijdere artistieke aspecten zal openen. Hoe zit dat eigenlijk met dezen Prix de Rome? Wel, wie beter dan de winnaar er van kan u daar wat over vertellen Iedere Nederlander kan er naar meedingen. Maar moet zich allereerst onderwerpen aan een proef- kamp. De werken van den proefkamp worden ge keurd. En de scheppers van de werken, die waar dig worden bevonden, mogen tegen elkaar in het vreedzame strijdperk treden om de gouden medaille der schoonheid. De mededingers moeten in één dag tijds de wijze, waarop ze de hun gestelde opgaven willen oplos sen, vastleggen. En dan krijgen ze vier maanden den tijd om ieder in een aparte loge van de Acade mie, welke door anderen niet betreden wordt, oplossing der opgave gestalte te geven. Dit keer was de opgave boven de poort van een muur. welke de afscheiding vormt tusschen een stadspark en een kweektuin, een beeld te plaatsen va': 1.20 M. hoogte. Dit beeld moet Kore voorstel len, de maagdelijke en lieflijke dochter van de al go ei ie godin der Aarde: Demeter. Kore symboliseert de groeikracht der planten en Demeter de vrucht baarheid. Terzijde van den doorgang moesten twee reliefs worden vervaardigd, de ontkieming en het vergaan van het plantenleven voorstellend. Johan Limpers heeft den in opgave aangegeven weg gevolgd en Kore naast Hades, den god der on derwereld, geplaatst. Achter Hades zit Cerberus. Hades overreikt Kore een granaatappel. Door deze handeling wordt de verbondenheid van Kore aan het rijk van Hades gesymboliseerd. Op het tweede relief is Demeter naast Kore op de troon gezeten. Zij houden tezamen het symbool van groeikracht: een papaver, vast. Achter Demeter staat een vruchtenmand. Het beeld boven op de poort is gedrapeei'd. Met één hard houdt ze een bundeltje korenaren vast. Met de andere ontdoet ze zich van de sluier, welke ze in het doodenrijk draagt, want ze komt hier terug op de aarde. Dat wat de opgaven betreft. Johan Limpers vertelt er over: en hij weet zijn zirnen te formuleeren met dezelfde klaarte, waar mee hij de klei vorm geeft. Dat is uit den jongen geworden, die op school geen succes had. Iemand, die weet wat hij wile. En dat doet ook. Varkens frauduleus geslacht. Voor de consumptie ongeschikt. VLEESCHBON „09". 's-GRAVENHAGE, 15 November (A.N.P.) De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van landbouw en visscherij deelt mede: Van de vleeschkaart geeft gedurende het tijd vak van Maandag 18 November tot en met Zondag 24 November a.s. elk der vier met „09 vleesch" gemerkte bonnen recht op het koopen van 100 gram vleesch, been inbegrepen, óf een rantsoen vleeschwaren. De met .,09 worst, vleeschwaren" gemerkte bon geeft gedurende dat tijdvak uit sluitend recht op het koopen van een rantsoen vleeschwaren. De bonnen, welke op 24 November a.s. nog niet gebruikt zijn, blijven nog geldig tot en met Zon dag 1 December a.s. Ook voor deze bonnen geldt, dat zij gedurende de tweede week van hun gel digheidsduur dus van 25 November tot en met 1 December a.s. niet gebruikt zullen mogen wor den in hotels, restaurants e.d. Het rantsoen vleeschwaren, dat per bon kan worden gekocht bedraagt 75 gram voor gerookt of gekookt varkens-, rund- of kalfsvleesch en voor gerookte worstsoorten, 100 gram voor gekookte worstsoorten, rolpens en knakworst, 125 gram voor leverartikelen, tongenworst en nierbrood en 150 gram voor bloedworst. Beperking van de seringencultnur. De Ned. Sierteeltcentraie zal voor de cultuur- 1941 van seringen een bepaling in de productie voor- schrijvenschrijven, hierop neerkomende dat slechts de helft van de trekbare struiken voor het seizoen 19401941 getrokken zal mogen worden. Voor de overige vijftig procent trekbare struiken zal een vergoeding worden gegeven, terwijl tevens nader zal worden bepaald, hoe ten opzichte van deze laatste struiken gehandeld zal moeten worden. Door de aanhouding van twee wielrijders is de Haarlemsche politie op het spoor van een groot aantal overtredingen van de Vleeschkeuringswet gekomen. Zoodoende kon. dank zij de oplettend heid van de politie, een groote hoeveelheid voor de consumptie ongeschikt vleesch in beslag' wor den genomen. Op den Rijksstraatweg te Haarlem Noord zag de politie twee personen fietsen, die haar achter docht opwekten. Zij hield hen aan en toen bleek, dat de mannen een groote hoeveelheid varkens- vleesch vervoerden, dat zij voor een slager in Haarlem Noord naar een slager te Bloemendaal moesten brengen. De politie stelde natuurlijk onmiddellijk een nader onderzoek in. Hierbij bleek, dat bij den Bloemendaalschen slager een groot gedeelte van het vleesch van hetzelfde varken aanwezig was. De rest van dit varken werd bij een chauffeur te Haarlem gevonden; het was bij een koopman te Haarlemmerliede frauduleus geslacht. In totaal werd 500 pond varkensvleesch in beslag genomen. De politie kwam van lieverlede tot de overtui ging, dat zij hier met een groot complot te doen had; bij dit onderzoek kon tevens in beslag wor den genomen eeng edeelte van een ander varken, dat eveneens te Haarlemmerliede frauduleus ge slacht was. Het vleesch werd natuurlijk ter keuring naar het Openbaar Slachthuis vervoerd; hier moest het voor de consumptie worden afgekeurd! In totaal bleken negen personen bij deze on smakelijke affaire betrokken te zijn. Tegen hen werd proces-verbaal opgemaakt. Zij zullen zich voor een groot aantal overtredingen moeten ver antwoorden, namelijk van de Distributie-, Prijs- opdrijvings- en Hamsterwet, Vleeschkeuringswet, het Slachtverbod, het afleveren van varkens hoven 110 K.G. en het afleveren van varkens aan een niet erkenden varkenshandelaar. Verder bleek het aan de politie, dat genoemde slager in Haarlem Noord drie kalveren te Haar lemmerliede frauduleus geslacht had. Ook daar voor werd tegen hem proces-verbaal opgemaakt. Dit kalfsvleesch kon helaas niet worden achter haald. NOG MEER VARKENSVLEESCH IN BESLAG GENOMEN. Donderdagavond acht uur werd door de politie te Haarlem aangehouden een 25-jarige chauffeur uit Badhoevedorp, die in een koffer op zijn fiets twintig pond varkensvleesch vervoerde, afkomstig van een frauduleus geslacht dier. Ook dit vleesch werd in beslag genomen en naar het Slachthuis gebracht. Tegen hem en tegen den man, die het varken geslacht heeft, werd proces-verbaal op gemaakt wegens overtreding van de Distributie- en Vleeschkeuringswet. SANTPOORT H KERK 10 Ds R H Uldeman Doopsbediening N. 11. KAPEL. 10: Ds. A. Verwaal«"B* 5. 4: Ds. H. J. Wesseldijk. Santpoort l'av®i4ag» 3EFÜÈF. KERK in H. V. Wustelaan van Zeist. IJMUIDEN N H KERK Kanaalstraat 10 Ds L \y 3: Ds. H. J. Dijckmeester, den Haag. Je, KK jan.es Waitci," ^3$ dienst. H. H. Straling. 1 'eu#. HERV. EVANG., Oranjestr. 8. 10 en 4 3n- t CHR. GER. KERK. 10 en 3: Ds. A. 7^.'^ ER KERK W Ihflminakade 10 Ds 'e^j, bonk. 3: Ds. J. Kapteyn. IER KERK. Rambonnetlaan 10' Ds 1 3: Ds. S. E. Wesbonk. KaPteju DOOPSGEZ.^EN PROT. BOND, Helmstraat 9 3. Westmijse, Rotterdam. JUD-KATH KERK 10. H Dienst 3 an- w ..EGER DES HE1LS Edisonstraat io u?*" dienst. 5.30: Verlossingssamenkomst Sl!,a- Schiller. v> Adj. IJMUIDEN-OOST Willebrords^ EXAMENS. Academische opleiding. Geslaagd aan de Gem. Universiteit te Amster dam voor het cand.ex. economie de heeren J. Bons en A. A. J. van Horn. N H. KERK Goede Herderkerk Velcpw) 10: Ds. G. F. Callenbach. 4.30: P. Allard m 1 We! VR1JZ. HERV., Bovenzaal Rex Theater T®4 GER. KERK, Velserduinweg 10 en 3: Ds p e Teylingen. 1 van LUTH GENOOTSCH. Herv Vereen geb straat. 10.30: Ds. W. Spliethoff, Haarlem' BAPT1STEN-GEM Wiliemsoeekwea ïi \vn 7.30: Ds. L. de Haan. pred. te Haarlem STADSEVANG., Willemsbeekweg. 10' 5: Evangelisatiesamenk. HERST APOST ZENDINGSGEM. 10. 10: Godsdienstoefenmg. VELSEN H. KERK. .10' Ds. Jobs Bronsgeest. VEI.SEN-NOORD GER. KERK. 9.45 en 3.30: Ds. F. E. Hoekstra BEVERWIJK N H. KERK. Kerkstraat. 10: Ds. J. de Vries. 121: Zondagsschool. DOOPSGEZ. GEM. Meerstraat. Geen dienst VRIJZ. HERV., Parklaan. 3: Ds. H. H. Dorgeio J Naarden. Zondagsschool. EVANG. LUTH. GEM., Koningstr. Geen dienst GEREF. KERK, C. H. Moensplein. 10 en 5- T> u Holtrop. VRIJE EVANG. „MARANATHA", Koningstr. 41 9.30: Bidstond. 10: C. Hooylcaas, uit Den Haa» Getuigenissamenkomst. Woensdag 7: Bijbelbespreking. Vrijdag 7: Zan». vereeniging. CASTRICUM N. H. KERK, 10: Ds. J. N. Seulijn. EV AN GELIS AT IE VEREENIGING. 10: Ds. R Print van Haarlem. GER. KERK, Beverwijkerstraatw. 32. 10 en 4.30; Ds. J. Krüger. HEEMSKERK N. H. KERK. 10: Ds Joh. IJzerman. WIJK AAN ZEE EN DUIN N. H. KERK, Wijk aan Zee. 10: Jeugddienst. Ds. J, H. Grolle, uit Utrecht. 3: Ds. A. J. Bronkhorst. Bed, H. Avondmaal. VEREENIGINGSGEBOUW, Populierenlaan. 10: Ds. A. J. Bronkhorst. Bediening H. Avondmaal. Kastanjepoppetjes' lief en leed. Het mannetje plaagt graag, maar het vrouwtje vergeldt kwaad met goed. Op het tafeltje naast Ida's bed, tussen de strik ken, de haarknipjes, de kam, de borstel, en het heerlijke flesje eau de cologne, staan twee grap pige poppetjes een mannetje en een vrouwtje. Ze zijn nog niet oud. Precies drie weken geleden zijn ze gemaakt van bruine glimmende kastanjes. Eerst het mannetje, want dat was het gemakke lijkst. Ida en Zus hebben een hele tas vol voor Moeder op tafel uitgestrooid. En toen heeft Moe der er de twee mooiste, rondste uitgezocht: een kleintje en een grootere. De kleine kastanje kreeg aan de ene kant een gaatje en werd toen met een lucifer op de grote, die ook een gaatje had gekregen, vast gemaakt. Toen had het mannetje al een hoofd en een jasje. In het hoofd kwamen twee luciferskoppen als ogen, een rond gaatje voor de neus en een lange spleet voor de mond. En daarna kreeg het man netje armen en benen van lucifers en ook nog een soort derde been om te kunnen staan en eindelijk een mooie rij luciferskop-knopen op zijn jasje. Toen 't mannetje af was, glom hij van trots, om dat hij zo'n echt mooi kastanjemannetje was en hij lachte aldoor, omdat hij nu eenmaal zo'n brede in on d had. „Nu een vrouwtje", zei Zus tegen Moeder, „want alleen is maar alleen, hè?" „Best hoor. Nu een vrouwtje!" Dat werd net zo gemaakt als het mannetje, al leen was het een beetje moeilijker, omdat het een rokje aanmoest. Dat werd gevouwen van een pa pieren servetje (een heuse plooirok) en om het lijfje van het vrouwtje gelijmd. En toen het rokje ook af was, kreeg het vrouwtje nog een pruik ook: van een lange draad wol. Die werd in drieën ge knipt. Ida moest de drie eindjes vasthouden en toen vlocht Moeder er een stijve vlecht van en prikte die vast op vrouwtjes bol en draaide hem om en om, zodat het een dikke, ouderwetse wrong werd. Ida en Zus vonden het bepaald prachtig, hoewel ze een pagekop of rollenkapsel toch moderner had den gevonden. Maar Moeder legde uit, dat het .mannetje en vrouwtje achte koffiebruine Oosterlin gen waren een apart kastanjeras zo tussen ne gers en indianen in! en dus geen rekening hoef den te houden met de nieuwste mode omdat er toch in de woestijn, waar ze eigenlijk woonden, geen modebladen verschenen. Het mannetje en het vrouwtje werden toen netjes op Ida's tafeltje gezet, tussen het flesje eau de cologne, de kam, de haar knipjes. die 's morgens altijd weg zijn en wat ik meer heb opgenoemd. Ze staan daar, zoals ik je vertelde, al drie we ken. Ze zien er met hun brede, lachende monden nog altijd erg opgewekt uit, maar toch kun je goed zien, dat de tand des tijds al een beetje aan hen Iheeft geknabbeld. Het lijf van het mannetje is zó ingedroogd, dat het wel een echte ribbekast lijkt en het vrouwtje heeft een knik in haar ene ami en een scheur in haar schouder gekregen. Ook haar mooie vlecht zit niet zo netjes meer als in 'i 'begin, 's Avonds, als ze in haar bedje ligt, kijkt Ida vaak heel lang naar het kastanjepaartje. En dan houdt ze hele verhalen .tegen hen. Vanavond heeft ze haast verlangd, dat het bed tijd werd, want ze had hun een heleboel te zeggen! Verbeeld je, toen Ida die morgen wakker werd stond alleen het mannetje op het tafeltje: het vrouwtje lag op de grond, half onder het bed. En ze keek zó treurig! Daar moet Ida het hare van hebben! Ze heeft het tweetal weer vlak naast elkaar gezet en gezegd: „Wacht maar, ik zal jullie vanavond wel krijgen! Foei, me zo'n verdriet te doen met jullie geruzie!" Want ze denkt beslist, dat het mannetje zijn zielig vrouwtje met haar zere arm van de tafel heeft ge bokst. Kijk maar, hoe uitdagend hij daar staat, één arm uitgestrekt in de lucht en een vals lachje om tfn brede mond! 's Avonds begint Ida er, als moeder weg is, di rect over. „Hoor eens", zegt ze, „ik wil nu eens dadelijk de waarheid weten. Heb jij je vrouwtje van de tafel gestompt of niet? Het helpt heus niet of je nee zegt, want De heb alles gezien!" In het schemerige avondlicht vertrekt de mond van het mannetje in een nog bredere grijns en hij zegt: „Nee hoor, helemaal niet! Hoe kóm je er bij?" „Wel, wel!" jammert het vrouwtje. „Hij gaf me een duw en toen rolde ik om en toen kwam de wind en toen „En toen, en toen, en toenbauwt het man netje na. .,En toen woei ik van 't tafeltje", zucht het vrouwtje. „Zie je niet, hoe m'n rok is gekreukt en slordig m'n haar zit?" „Foei!" zegt Ida. „Ik had van jou nooit gedacht, •dat je zó lelijk zou doen; kastanjemannetje! Je ver dient, dat ik je het raam uitgooi. Ik geloof, dat ik 't maar doe. Ja, ik doe het!" En ze gaat dreigend rechtop, in bed zitten. Maar dandan gebeurt er iets onverwachts. Het mannetje en het vrouwtje gillen allebei heel hard: „O nee, dat niet, dat niet!" en ze hollen op hun spillebeentjes het hele tafeltje over, de kant van het dakraam uit. Vol verbazing kijkt Ida hen na. Ze ziet hoe het mannetje met z'n beide luci- fersarmen heel resoluut het randje van het dak raam vastgrijpt, zich optrekt en er pardoes bovenop op zit. Nu steekt hij het vrouwtje een hand toe en trekt haar ook omhoog. En dan kijken ze allebei angstig van het dakraamrandje naar beneden, wat Ida doen zal? Wel, natuurlijk gaat ze hen achterna. Ze heeft niet voor niets een acht voor gym, die flinke meid! In een oogwenk heeft Ida zich ook aan het dakraam opgetrokken. „Schuif eens een eindje op, dan kom ik tussen jullie in zitten!" roept Ida. „Zul je ons niets doen?" vraagt het vrouwtje angstig. „Nee, nee, heus niet!" „Nou kom dan maar!" Een, twee, hup! Daar zit Ida al op 't randje, tus sen het mannetje en het vrouwtje in. Het papieren rokje ritselt en het vrouwtje trekt het voorzichtig terug. En weet je wat erg gek is? Ida is nu op eens even groot als het kastanjepaartje! Ze kijkt langs haar benen in de rose pyama en dde hangen zowaar precies gelijk met de lucifersbeentjes van de anderen. En nu kijkt ze even opzij naar het gezicht van het mannetje. Hu! wat zijn z'n lucifers kopogen groot en wat puilen ze spookachtig uit z'n gezicht! Nu is het Ida: die bijna bang wordt. Maar het vrouwtje lacht vriendelijk en zegt: „Je hoeft voor ons toch niet bang te zijn! Je weet toch nog wel, dat je Moeder ons gemaakt heeft, op die Zaterdagmiddag? Als dat niet gebeurd was, en als ik niet zo'n mooi rokje gekregen had en zo'n prach tige vlecht, nou.... dan was ik nu rog een dood gewoon kastanjepoppetje, net als hij. En als je Moe der ons geen benen gegeven had en geen armen en geen knoopjes en geen ogen, dan waren we nu nog kastanjes en dan lagen we misschien in 't bos of in de prullemand! „Ja dat is waar", zegt Ida. Maar 't mannetje bromt: „Pff, 't is wat moois! Had je moeder me dan geen ander hoofd kunnen geven, inplaats van dit, dat altijd zo'n pijn doet, dat ik er kribbig en akelig van word?" „Doet je hoofd zo'n pijn? Arme kastanjeman!" „Ja", zegt. het vrouwtje, ,,'t is erg akelig. Iedere nacht krijgt hij vreselijke steken door z'n achter hoofd. En daar wordt hij dan zo humeurig van! En daarom klimmen we altijd door 't raam, omdat we ho'pen dat frisse lucht er goed voor is. En dan gaan we een eindje varen in de dakgoot. Als je 't aan niemand vertelt, mag je ook mee!" „O!graag!" zegt Ida. En dan stappen ze uit het raampje en staan opeens aan 't randje van de woest golvende rivier, die de dakgoot is. Er ligt een papieren schuitje in en heel hendig haalt het man netje dat naar zich toe. „Stap op", commandeert hij en Ida en het vrouw tje nemen plaats. Het mannetje gaat voorop staan en begint met een houten breinaald, die ook in de dakgoot dreef, te peddelen. O, wat staat er een wind en wat krullen de gol ven tegen het vaartuig op. Oei, oei, oei-oei! Zo blaast de storm om het huis. Ida vindt het een heerlijke tocht, ze geniet volop! Heel onvoorzichtig buigt ze zich ver over het randje, en.... o, daar kantelt het schuitje en alle drie vallen ze te water. „Dom kind!" roept het mannetje eerst nog. Maar dan begint hij te gillen van: help, help, ik ver drink! O! O! Ik ga dood!" Ida heeft erg medelij den met hem, maar ze kan hem niet helpen, om-dat ze rog niet zo erg goed zwemmen kan. Maar dan ziet ze pas, hoe lief het kastanjevrouwtje toch is. Zij komt op haar papieren rokje aandrijven en zegt: „Vlug, pak mij maar vast, dan drijven we samen wel naar de kant." En Ida roept: „Wat een schat ben jij, kastanjevrouwtje!" Na een half uurtje zijn ze eindelijk veilig aan het dakraam aargeland. Ida, die het eerst was, steekt het vrouwtje de hand toe. Maar owee, als ze samen het mannetje op het droge willen trekken, houden ze alleen z'n hoofd vast: de rest van de kastanjeman blijft nog op de woeste baren dobberen. Het vrouwtje huilt tranen met tuiten, omdat het lijf van haar mannetje nu geen hoofd en het hcrofd geen lijf meer heeft, 't Is ook wel erg! Maar Ida weet raad. „Leg hem maar binnen op het tafeltje", zegt ze, En dan pakt ze vlug, zonder griezelen, hoofd en romp van den kastar.jeman op en wil ze weer op elkaar drukken, net als ze Moeder heeft zien doen. Maar kijk, nu ontdekt ze iets vreemds: dwars door het hoofd van het mannetje steekt een grote speld! „Geen wonder, dat je mannetje altijd zo kribbig was", zegt Ida tegen het vrouwtje. En ze haalt de speld er uit en gooit hem ver weg over de daken. Als het mannetje weer heel is, is hij zo zacht als een lammetje! „Jullie zijn allebei schatten, allerliefste engel tjes!" zegt hij „en ik zal m'n vrouwtje nooit meer afsnauwen of van de tafel gooien!" „Geef elkaar dan maar een arm", zegt Ida. En ze zet ze retjes neer en hoopt maar, dat ze voortaan vrede zullen houden! Nu, dat zal wel lukken. Want als Ida de volgende morgen wakker wordt, staan ze nog net zo innig ge armd. Ida is blij! R. DE RUIJTER-v. d. FEER. Voor de Vriendjes en Vriendinnetjes. Deze week ontvangen jullie geen briefje vooraf. Lief DUINROOSJE. Ja, je hebt met recht een goede verjaardag gehad. Doornroosje heeft volop bij je genoten. Zij vond het mogen blijven eten reeds een feest op zich zelf. De filmvoorstelling was zeker nog een napretje? Gezellig zeg, zo samen met je moeder uit. Dag Duinroosje. Best DOORNROOSJE. Je hebt je werk vrij goed gemaakt. Drie fouten in een moeilijke Franse les is niet veel. Gelukkig dat jij er geen vier-én- twintig, zoals enkele kinderen, gemaakt hebt. In dit opzicht kan je beter, wat het aantal betreft, aan de lage kant blijven. Wat was het 1.1. Woens dagmiddag weer gezellig, zeg. Maar we moeten hard werken, wil het werk voor St. Nïcolaas klaar komen. Dag Doornroosje. Lief BIJDEHANDJE. Meisjelief, wat werken jullie hard op school. Prettig hè zo flink op te schieten. Weet je wat ik geloof? Dat je, als je zo doorgaat, je zus nog' inhaalt. Hoe was het op de gymnastiekles? Dag Bijdehandje. Lief BLAUWOOGJE. De clubuurtjes bevallen je dus best. Dat vind ik prettig. Wat zai je moeder verrukt zijn met het door je zelf gemaakte St. Nicolaascadeau. Je zus kan haar werk misschien aan iemand anders geven b.v. aan een grootmoe der of tante. Enfin, daar spieken we nog we! over Eerst maar hard werken en zorgen dat het op tijd klaar komt. Dag Blauwoogje. Best BLONDJE 2. Ja Zwarte Piet vindt dal Nannie een flink meisje is. Maar jij staat ook reeds voor goed in z'n boek. Nu maar zorgen dat je er in blijft staan. Dag Blondje 2. Beste MOEDER'S HULP. 'k Geloof dat jij zeer goede maatjes met mevr, v. R. bent Maar dat is uitstekend. Zeter zo dan anders. Piet heeft je brief weer gezien. Hij vond hem nu toch zo keurig geschreven. Was je nog op tijd 1.1. Woens dagmiddag? Tot over veertien dagen, 'k Dank je voor de keurig geschreven les. Dag Moeder's Hulp Lief GOUDMUILTJE. Zeg meisje, ik ben niet smeltbaar, 'k Vond hei niets erg om door de storm en regen op de fiets naar school te gaan. 'k Ben er zelfs 's avonds nog wel door geweesl. Wat ik van de winter doe? Dat weet ik nog niet Als het enigszins mogelijk is, ga ik op de fiets, 'k Ben dan aan geen tijd gebonden. Je hebt op schooi momenteel wel een repetitietijd. Wat jammer dat je dit keer voor je repetitie Frans een 4 had, Een volgend maal zorgen dat je het er beter afbrengt, hoor. Dag Goudmuiltje. Lief BELLAROONTJE. Je laai. je zus maai brommen hoor. Als je je best blijft doen. dan chrïjf je over enige jaren ook ongeveer geen taal fouten meer. Op de club zet ik haar neus wel tus sen haar oren en zeg „laat nu ons ook je gebrom eens horen", 'k Wed dat ze dan zo stil is als een muisje. Dag Bellaroontje. Best DAUWDRUPPELTJE. Heb je neg een oudere zus? Ik dacht dat jij de oudste was. Prettig dat je mantel nu weer keurig in orde gemaakt is. 'k Ben benieuwd naar je cijfers. A. B. was on gelukkig met haar Frans. Maar enfin, een volgend maal zal ze het er wel beter afbrengen. Was je j.l. Woensdagmiddag nog op tijd? Dag Dauwdruppeltje Lieve ZEEMEERMIN. Ja hoor, de tractatie "an mej. G. 1.1. Dinsdag was wat fijn. Een kopje koffie met een gebakje smaakt altijd wel. Bloemen en planten zoeken vond ik vroeger ook altijd dolletjes. Toen ik nog studeerde was ik lid van een kweke- lingenclub „Flora" genaamd. We trokken dan Zon dags en op schoolvrije middagen met elkander naai buiten om planten te zoeken. Ook gaven we een krantje uit waarin we om beurten stukjes over planten schreven. De tekeningen, doorsneden van stampers, bloemen, enz. werden dan op losse blaadjes gehectogral'eerd en in het krantje gelegd, Een paar maal per jaar hadden we een gezellig avondje. Ook hadden we een clublied, dat op zo'n avond enige malen werd gezongen. Het was een prettige tijd. Sinds enige maanden lees ik de „Li- belle" niet meer. 'k Kan je dus tot m'n spijt, niet helpen. Dag Zeemeermin. Beste STER VAN BETHLEHEM. Het werkje van 1.1. Woensdag is je zeker wel bevallen? Je zult eens zien hoe mooi het wordt. En weet je wat zo leuk is. Dat soort werk wordt hier in Holland haast nooit gedaan. Tot Woensdag. We gaan dan weer vlug verder. Dag Ster van Bethlehem. Best DROOMKONINKJE. Gezelig dat Maji ook weer op de club gekomen is. Je weet het „hoe meer zielen, des te meer vreugd". Heb je direkt een 7J/Z gehaald voor je repetitie meetkunde of behoorde je ook tot de strafwerkmaaksters? Als Hanna naar de club kan gaan, dan zijn we weer een paar jaartjes verder. Tot Woensdag. Dag Droomkoninkje. Lief SNEEUWWITJE. Kindjelief. wat heb ik moeten turen om je briefje te ontcijferen. Zal je een volgend maal een groter blaadje nemen? In het zwembad heb je maar altijd even veel pret. 't Is fijn dat we hier zo'n flinke overdekte gelegen heid hebben. Zie ik je Woensdag weer op de club? Dag Sneeuwwitje, Beste MAJA. -Je bent van harte als rubrie- kertje en als clublid welkom. Het nieuwe werkje is je zeker wel bevallen? Jammer dat je vader thans weer geen werk heeft. Maar misschien komt er wel weer spoedig iets voor hem. Is Tonia v. d. G. thans je vriendin? Doe haar m'n groeten maar. Dag Ma ja. Beste ZONNEBLOEM. Is je zus verkouden en nu jij. „Hoe bestaat het" zou Lientje, een meisje uit mijn klas, zeggen. Prettig dat Kees het goed maakt. In de a.s. Kerstvacantie hoop ik hem ook eens te zien. Je hebt niet een moeilijk woorden boekje, maar een boekje om moeilijke woorden in te schrijven. Je kleurwerk vind ik keurig. Ik dank 'e hartelijk voor de plaat en zal haar een plaatsje geven. Dag Zonnebloem. Lief WINTERKONINKJE. Wat jammer meisje, dat jij het nu juist zo slecht treft. Maar het is niet anders. Misschien krijg je ook nog wel eens gelegen heid om naar de club te gaan. Tekenaarstertje en nog meerdere vriendinnetjes van mij kunnen ook, doordat ze 's Woensdagsmiddags school hebben, niet komen. Jammer, maar het is niet anders. Dag W interkon ink j e Beste ANEMOON. Best meisje, je komt maar naar de club wanneer je een schoolvrije middag hebt. Je werk zal ik klaar leggen, zodat je spoedig de schade hebt ingehaald. Tot Woensdag. Dag Ane moon. Lief ELFENKONINGINNETJE. Wil je Thea nog namens mij feliciteeren? Ja, de Nutsbibliotheek heeft mooie boeken. Prettig dat je er lid van bent. 's Woensdagmiddags heb je steeds school, zodat je de club niet kunt bezoeken. Wel jammer. Blijf ec«" ter maar trouw schrijven. Je kunt dan altijd komen, als je onverwachts vrij bent. De nieuwe winket op het Kennemerplein heb ik gezien. Wel gezellig' Dag Elfenkoninginnetje. Veel groeten van MEJ. E. VIJLBRIEF. EEN VERHAALTJE OVER DE BEER. Van de bruine beer wordt verteld, dat hij geen roofdier was maar een kalme en vreedzam planteneter, die graag met de mensen omging- Eens had een man graan gezaaid en de beer op gedragen. er op te passen. Beeroom beloof' mits hij zelf er van kreeg. Maar toen de oogstitij^ gekomen was, sneed de man de bovenste helft de aren af en liet de beer de stoppels.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 8