AB'S AVONTUREN
De Torenwachter
M A AND A G 25 NOVEMBER 194(5
Afscheidsreceptie Lieven Duvosel.
Hartelijke woorden van vriendschap en groote
waardeering.
In een der zalen van café-restaurant „Lido". to
Haarlem werd Zondagmiddag aan Lieven Duvosel
hij diens vertrek naar Brussel een afscheidsrecep
tie aangeboden door het Mannenkoor .Die
Spaerne-Sanghers" en Haarlem's Vrouwenkoor,
van welke beide koren de heer Duvosel gedurende
vele jaren de hoogelijk gewaardeerde dirigent is
geweest.
De zaal was geheel bezet. Het register bevatte
tal van bekende namen uit de Haarlemsehe mu
ziekwereld en van Haarlemsehe zangeresesn en
zangers.
Nadat de (heer Duvosel, staande en met hand
geklap door de talrijke aanwezigen ontvangen,
met zijn familie plaats had genomen, nam de heer
J. M. H. van der Wateren, voorzitter van ,.Die
Spaerne-Sanghers" het woord. Spr. gaf uiting aan
de groote teleurstelling die de heer Duvosel door
zijn vertrek heeft moeten bereiden aan beide ko
ren. die zijn eminente leiding nu zullen moeten
missen. Het moet voor den heer Duvosel een groote
voldoening zijn, nu weer naar zijn geboortegrond
te kunnen terugkeeren, waar hij een positie zal
kunnen innemen, zijn kunst en zijn groote be
kwaamheden waardig. Hij heeft met de koren
veel bereikt, dank zij zijn geweldige vitaliteit en
groote geestdrift. Hij heeft baanbrekend werk
verricht en de koren hebben onder zijn leiding
groote en belangrijke werken uitgevoerd (ook
werken van Duvosel zelf! De Leye Cyclus. Fiat
Lux e.a.) Het koor De Spaerne-Sanghers staat nu
aan de snits der Haarlemsehe Mannenkoren.
Vele eerste krachten werkten als solist(e) aan
de concerten mede: Hélène Cals. Flor Peeters,
Corry Bijster, mevr. Ans Stroink, Hélène Ludolph,
Jacob Bijster. George Robert.
Voor de bovenmenschelijke inspanning, die de
heer Duvosel zich getroost heeft, zegde spr. hem
namens bestuur en leden hartelijk dank, de hoop
uitsprekende dat hij te midden van zijn volksge-
nooten spoedig zal komen op de plaats die hem
toekomt.
Mevr. Duvosel ontving hierna een bloemenhulde.
Mej. T. Noorman, presidente van Haarlem's
Vrouwenkoor, vestigde er de aandacht op dat bij
de oprichting van dit koor in 1934 de heer Duvosel
als vanzelf als leider werd aangewezen. Als diri
gent was hij steeds opgewekt en opgeruimd en vol
belangstelling voor het wel en wee van de leden.
„U gaat", zeide spr.. „ons veriaten. want uw ge
boorteland ziet reikhalzend naar u uit."
Spr. hoopte, dat de scheidende dirigent in
Vlaanderen zal vinden wat hij zich voorstelt en
bood hem namens de koren een album aan als
herinnering aan zijn Haarlemschen tijd.
Namens de oprichters van „Die Spaerne-
Sanghers" werd het woord gevoerd door den heer
J. A. van Asdonk.
Spr, wees op den grooten ommekeer, die nu in
Duvosel's leven gaat plaats vinden en wensehte
hem zonnige dagen in Vlaanderen. Misschien, al
dus spr.. hebt u hier niet geheel de plaats inge
nomen. die u toekwam, maar daartegenover staat,
dat u u een groote plaats hebt veroverd in ons
hart. Dank voor het vele schoons, dat u ons ge
geven hebt en dat wel zijn hoogtepunt bereikte in
de Leye-cyclus. U waart geen gemakkelijke mees
ter, u vergdet veel van ons maar ook van uzelf.
Wij allen zagen in u een kunstenaar, die veel kan
presteeren. Wij wenschen .u nog een wijde toe
komst; er zullen zich nog groote perspectieven
voor u openen. Moge uw kunst verder worden ge
ïnspireerd door de groote leven.sstroomingen van
dezen tijd. Zoo zult gij nog een machtig eind kun
nen componeeren van uw Leye-cyclus, eulminee-
rend in een verheerlijking van De Vrijheid!
De heer Jac. Denijs, voorzitter van de Kon. Man-
nenzangvereeniging ..Apollo" te Amsterdam, zelde
den heer Duvosel te hebben leeren waardeeren
als een bijzonder groot, ja geniaal componist,
van een vurig temnerament. Wh" honen, dat u
Noord-Nederland hebt lief gekregen (de heer Du
vosel knikte bevestigend)wij van onzen kant
Kullen steeds met groote svmuathie denken aan
u en uw landgenooten. Moge snoedig de tijd dasren.
waarin de verschillende volken 'elkaar onderling
(begrijpen! Tot slot bood spr. den heer Duvosel
het eerelidmaatschap van Apollo" aan, dat deze
'gaarne aanvaardde.
De heer J. R. Kom acker, uit Rotterdam, eere
voorzitter van het- Kon. Ned. Zangersverbond,
sprak een persoonlijk woord als oud vriend en
beval zich in de voortdurende vriendschap van
den heer Duvosel aan.
De heer F. Primo had den vorigen Zondag in
het Paleis voor Schoone Kunsten te Brussel ge
luisterd naar een groote uitvoering, door Lieven
Duvosel e-eleid en was daarvan diep onder den
indruk gekomen. Duvosel heeft een zwaren strijd
te voeren gehad, een strijd om zichzélf te bliiven
naar aard en naar geest. De groote desillusie is
geweest, dat al-dus sor. de Noord-Nederlan
ders hem niet zóó hebben kunnen begrijpen, als
de Vlamingen dat kunnen. Duvosel had gedacht
hier een breeder arbeidsterrein te -kunnen vinden
op kunstgebied. Wil hopen, dat wij nu een tijd
ingaan van erkenning van den arbeid, ook den
arbeid van den kunstenaar. Duvosel ziet nu ein
delijk een toekomst waarin hij iets zal kunnen
doen voor Vlaanderen èn voor de Noord-Neder
landers.
De heer Andrea, secretaris van de Soaerne-
Eanghers, las nog eenige schriftelijke bewijzen
van belangstelling voor, waarbij o.a. een brief van
de Haarl. Bach vereeniging en èenige dichtregelen
van den heer en mevr. Kroneman, voorgedragen I
door mevr. Fabel.
Zeer geroerd sprak de heer Duvosel een harte-
Zaterdagmorgen is de kunstijsbaan in de Apollohal te Amsterdam voor het
publiek opengesteld. De eerste schaatsliefhebbers begeven zich op de gladde baan.
(Foto Pax Holland.)
lijk en bewogen dankwoord, waarin hij o.a. zeide
dat hij zich beschouwde als in dienst van het
volk, dat is dan de Zuid- en de Noord-Nederlan
ders en verder de geheele menschheid. Het schoo
ne wil hij -blijven dienen naar zijn beste vermogen.
„Wilt U de waarheid weten?"
Brochure over den Führer.
Het boekje „Wilt u de waarheid weten"
zal op groote schaal in Nederland worden
verspreid. Het is de bedoeling dat het in alle Ne
derlandsche huisgezinnen zal komen. Nadat de
Rijkscommissaris in Limburg de verspreiding
persoonlijk heeft ingezet, zijn de commissaris
sen-generaal, de weermachtbevelhebber en de
Duitsche hooge autoriteiten begonnen met de
verspreiding in de verschillende deelen des lands.
H-et aantrekkelijk uitgevoerde boekje bevat
veel fotomateriaal met bijschriften over den
persoon van den Führer. waarbij tevens, bij
wijze van tegenstelling, voorbeelden zijn ge
voegd van vroeger hier te lande verspreide ca-
ricaturen. (A.N.P.)
De schietpartij te Leidschendam.
Dader door „De Unie" geroyeerd.
Van de zijde der Nederlandsche Unie deelt men
ons het volgende mede:
Eenige dagen geleden zijn des avonds revolver
schoten gelost op de woningen van burgemeester
Banning en gemeentearchitect De Regt te Leid
schendam. De dader van dezen aanslag, een krui
deniersbediende, heeft inmiddels een bekentenis
Naar aanleiding hiervan hebben wij van burge
meester Banning vernomen, dat de dader tegen
over hem had verklaard, dat hij lid was van de
Nederlandsche Unie. Hij had zich e-enige maan
den geleden reeds als lid opgegeven, doch was
sindsdien o-p geenerlei wijze met de Unie in con
tact geweest.
De leiding van de N-ederlandsche Unie heeft be
sloten dit Unielid op staanden voet te royeeren.
Een zelfde maatregel zal worden toegepast jegens
ieder Unielid. dat wapens draagt of een ander
soortgelijk strafbaar feit pleegt. (A.N.P.)
Nederlandsche Journalistenkring
opgeheven.
Alle journalisten thans in het „Verbond".
Zaterdagmiddag kwam in den Dierentuin te
's Gravenhage de Nederlandsche Journalistenkring
in algemeene vergadering bijeen. Met een meer
derheid van jneer dan drie vierden werd besloten
tot opheffing van den kring. Daarna werd een
voorstel aangenomen tot vorming van een stichting
ter afwikkeling der sociale verplichtingen van den
N. J. K. en overdracht van het overblijvend ver
mogen, na liquidatie aan het Verbond van Neder
landsche Journalisten.
Na deze vergadering kwam het Verbond van Ne
derlandsche Journalisten bijeen in een druk be
zochte vergadering, waarin de voorzitter, de heer
P. J. van Megchelen, een overzicht gaf van het
verloop van zaken en de werkzaamheden van het
verbond en van den Raad van Voorlichting. Hij
wees erop. dat thans voor het eerst in de Neder
landsche geschiedenis allen, die als journalist of
publicist bij de Nederlandsche pers werken, in een
organisatie vereenigd zijn.
In een uitvoerige rede besprak hij de moeilijke
posities waarin de Nederlandsche pers in de gege
ven omstandigheden verkeert, en op de taak welke
op de Nederlandsche journalisten rust. (ANP)
Opbouwdienst en oorlogsslacht
offers.
Daar de commandant van den opbouw-
dienst het als zijn plicht beschouwt, om oorlogs
verminkten, behoord hebbende tot de weer
macht. bij te staan in het verwerven van een
betrekking. welke zii in verband met hun
lichamelijke gesteldheid nog zouden kunnen
vervullen, heeft hij bepaald, dat bij het zoeken
naar gegadigden voor het vervullen van olaat-
sen in den opbouwdienst, welke door arbeids
contractanten zullen of moeten worden bezet,
zooveel mogelijk oorlogsverminkten in aanmer
king komen.
RAAD VOOR ALGEMEENE MUZIEKBELANGEN
Op uitnoodiging van het departement van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft de
voorzitter der maatschappij tot bevordering de1"
Toonkunst het initiatief genomen tot een gedach-
tenwisseling met een aantal landelijke organisaties
op vocaal en instrumentaal gebied, ten einde na te
gaan, of en in hoeverre thans eën samenwerking
tusschen die organisaties tot stand zou kunnen ko
men, waarover in het jaar 1935 reeds besprekingen
gevoerd waren.
Het gevolg van deze gedachtenwisseling is ge
weest, dat de groote landelijke bonden zich ge
schaard hebben onder de koepel van de meer dan
100-jarige maatschappij in haren „Raad voor al
gemeene muzlekbelangen".
Dr. L. C. Kersbergen opent
expositie.
„Voeding in oorlogstijd".
Op eenigszins plechtige wijze en door de
traging in het spoorwegverkeer later dan aan^*
kelijk was vastgesteld, is Zaterdag de tentoon??'
ling „Voeding in oorlogstijd" in net Veilighy
museum te Amsterdam geopend.
De heer C. J. Ph. Zaalberg, voorzitter van
bestuur van het Veiligheidsmuseum, hield een'r
waarin hij de bedoeling der expositie uitvoerig?
eenzette. Het doel is in de eerste plaats advi
geven in de samenstelling van het middag
door de huisvrouwen op de hoogte te brengen
de voedingswaarde der verschillende artikelen^
bovendien aan de hand van kookdemonstratie?
toonen, hoe het eten bereid moet worden, j
dat de voor de voeding zoo noodzakelijke stof!
verloren gaan.
De tentoonstelling wil den weg wijzen tot fc
hoogste rendement van het voedsel. Met dankbas?
heid gewaagde spr. van hen, die dpze teijtoomf'
ling mogelijk hebben gemaakt. Het zijn: pro{. i/V
M. Sprenger, directeur van het instituut van oné-?
zoek op het gebied van verwerking van fruit
groenten te Wageningen, prof. dr. B. C. P. Eï
van het laboratorium physiologische chemie te a?
sterdam, het Instituut voor plantenveredeling y
bonden aan de landbouwhoogeschool te Wagen?'
gen, het Station voor maalderij en bakkerij te \y
geningen, het Koloniaal Instituut te Amsterdam*
Hierna werd nog het woord gevoerd door dr r
C. Kersbergen, voorzitter van den Gezondheidsral
die zeide gaarne gebruik te hebben gemaakt y!
de uitnoodiging om deze tentoonstelling te opener
daar hiermede een algemeene zaak wordt gedietó
Wij leven in een zeer moeilijken tijd en de v&T
ding zal op den duur onze grootste zorg zijn,
volk moet doordrongen worden van de noodzaak
dat het beschikbare voedsel zoo nuttig mogelijk
wordt besteed. Heerschende vooroordeelen moeten
uit den weg worden geruimd. Eenheid in voorlig,
ting is een gebiedende eisch. Met het uitspreken
van de hoop, dat de expositie een succes zou wor.
den, opende dr. Kersbergen de tentoonstelling.
aanwezigen waren daarna in de gelegenheid de en.
positie te bezichtigen. Op ruime en duidelijke wij»
worden de verschillende voorname vraagstukken en
het gebied van onze voeding besproken. Alles is zoo
overzichtelijk mogelijk. Veel aandacht zullen onge
twijfeld het maaltijden en het teeltkompas trekken
Het laatste heeft betrekking op de volkstuintjes
welke een belangrijke plaats op de tentoonstelling
innemen. Het eerste geeft een beeld van 16 menu's
met de daaraan klevende fouten en de wijze waar-
op deze te verbeteren.
VOOR DE KINDEREN
HERDENKING PROF. DR. A. H. DE HARTOG,
In nagedachtenis van prof. dr. A. H. de
Hartog is dezer dagen op de begraafplaats
Zorgvliet te Amsterdam xan de gelden welke door
het herdenkingscomité bijeengebracht zijn, een
graftombe ingericht Door de ontstentenis van
de naaste familieleden ging deze plechtigheid
van geen enkel ceremonieel gepaard.
Bovendien is aan den senaat van de Gemeen
te-Universiteit een portret van dr. De Hartog
aangeboden, geschilderd door mevrouw de Ba!-
bian-Verster, dat een plaats in de Senaatskamer
gevonden heeft. Voorts is in het huis te Castri-
cum, waar de hoogleeraar de laatste jaren ver-
blijf gehouden heeft, een gedenksteen aange
bracht.
FAILLISSEMENTEN.
De matrozen van een der motor
sloepen, die het politieschip was blij
ven volgen, zagen plotseling het hel
dere zoeklicht uit den donkeren
hemel neerschieten op de D. III. Zij
konden nu ook de roode en groene
lichten zien van de groote watervlieg
tuigen, die nu laag over het water
vlogen. De stuurman draaide aan het
stuurwiel en nu schoot de boot met
flinke vaart in de richting van het
politieschip. Maar wat was dat? Dicht
bij hoorden zij duidelijk het geplas
van riemen!.
Het vliegtuig, waarin Speurneus en
kapitein Flink waren gezeten, scheer
de het eerst over het water en bleef
stil liggen, vlak bij de hooge romp
van het politieschip. Spoedig was een
lijntje uitgegooid en beklommen de
kapitein en Speurneus de ijzeren
scheepstrap.
„Wat is het stil aan boord," merkte
Speurneus op.
Spoedig waren zij op het dek. Maar
tot hun groote verwondering was er
van de piraten op het.schip niets
meer te zien.
Speurneus stond op het dek naar
de donkere zee te staren. Hij had een
groot raadsel op te lossen. Waar wa
ren al die piraten gebleven? En waar
waren Ab en Dik? De stuurman en de
matroos in den uitkijk, die overvallen
waren geweest en nog enkele andere
leden van de bemanning, die gevan
gen waren genomen, konden hierop
ook geen enkel antwoord geven. Maar
zooals hij nu bij den neus was ge
nomen door Simpa, neen, dat was
hem, den beroemden detective, nog
nooit overkomen Het zoeklicht
bescheen helder de zee. Zij zochten
de achtergebleven motorbooten.
(Opgegeven door afd. Handelsinformaties v. d. Graai a
Co. N V.. Amsterdam).
UITGESPROKEN:
20 Nov. A. J. A. Schrederhof, Hengelo (O.), Deuringw
straat 216. Recht. Comm. Mr. Dr. G. H. A. Feber, Car,
Mr. M. A. Cohen. Hengelo (O
20 Nov. Teunis Stam. aardappelhandelt^r. Dubbeldam,
Oudendijk A 98. Recht. Comm. Mr, K. T. Dorama, Cura-
trice: mej. Mr. J. C. Brandt. Dordrecht.
21 Nov.. Hendrik Jan van Asperen, Oosterbeek, ge
meente Renkum, Weverstraat 8ü. Recht. Comm. Mr, H. R,
de Zaayer, Cur. Mr. C. W. Dubbink, Arnhem, Stations
plein 18.
21 Nov. H H. Engels, expediteur en controleur, Dlnx-
perlo. Recht. Comm. Mr. H. R. de Zaayer, Cur. Mr. J. p.
Coops, Laag-Keppel.
21 Nov. E. J. Hogenkamp. Driel, gemeente Heteren, B.
284. Recht. Comm. Mr. H. R. de Zaayer, Cur. Mr. H. Meek-
hof, Arnhem, Stationsplein 13.
21 Nov. E. van Lieshout, zich noemende en schrijvende
G. van Lieshout, horlogemaker. Beek en Donk. Oranje
laan A. 164 b. Recht. Comm. Mr. J. Jurgens, Cur. Mr. t,
de Wit, Helmond.
VERNIETIGD OP GROND VAN VERZET:
20 Nov. F. van Herk, Zeelst.
OPGEHEVEN WEGENS GEBREK AAN ACTIEF:
20 Nov. P. van Delft. Amsterdam, Ijsventer.
20 Nov. G. van Rheenen, timmerman en metselaar,
Soesterberg.
20 Nov. de N.V. Mosterman en Co., gevestigd te Amers
foort.
GEDEPONEERDE UITDEELINGSLIJSTEN:
9 Nov Dirk Martinus Davids, caféhouder. Amsterdam.
Geëindigd door het verbindend worden der eenige uit-
deelingslijst. Uitk. 0.54305
11 Nov. B. Bijkerk. Amsterdam. Idem. Uitk. nihil aan
conc. cred. (10 pref. f 239.36).
16 Nov. C. E. M. Schuijt, rijwielhersteller en handelaar
in electrische artikelen. Amsterdam. Idem.
16 Nov. J. C. Beun, drogist, wonende te Utrecht. Idem,
Uitk nihil aan conc. crediteuren.
16 Nov. J. Jacobs, meubelhandelaar, Utrecht. Idem,
nihil aan cone, crediteuren.
17 Nov. Ph. Schilfers, kapper, Amsterdam. Idem. Uitk.
nihil aan conc. crediteuren. (2 pref. 60,61 °/o, rest. prei,
nihil).
EEN VERHAAL VAN DE ZEE.
bewerkt door
ADRLAAN J. HUISMAN.
(Nadruk verboden).
4)
Ik geloof, dat ik mij maar aan mijn sprookje
houden zal. Op het oogenblik kan ik twee namen
met E bedenken: Elaine en Enid. Elaine stierf jong
tengevolge van een ongelukkige liefde. Enid werd
de vrouw van een edelen ridder, Gawain.
Dat is dus afgesproken, riep Jim uit, alsof
hij het voorstel gedaan had en hij wees met zijn
pijp in de richting van Penzance. Ik hoop maar, dat
juffrouw Enid Trevillion het goed maakt en vast
slaapt. En dat ze tot een mooie en goede vrouw op
groeit!
Brand antwoordde niet .Hij ging naar binnen
om voor het licht te zorgen. Vijf minuten later
ücnipperden een groot aantal lichten langs de kust
van Engeland tegen elkaar om pas met het aan
breken van den morgen hun lichtende oogen weer
te sluiten.
HOOFDSTUK III.
Het signaal.
Aan den voet van een hooge trap, die van de
hooge kade naar de stille wateren van de haven
van Penzance voerde, lag een flirke boot gemeerd.
De twee personen -die in de boot zaten, verschilden
genoeg om de aandacht te trekken van een groot
aantal leegloopers, die pruimend stonder. toe te
Icijken.
De man in de boot was een door de zon ver
brande zeeman, de andere passagier een frisch,
jong meisje. De zeeman was zoo gebruind door de
zon en de zilte lucht, dat hij in kleur veel overeen
komst met zyn schip was gaan vertoonen. Maar
iman en schip zagen er beide vertrouwenwekkend
uit. Het fijnbesneden gezicht van het meisje deed
laan een camee denken. Haar lichtblond haar en
blauwe oogen en haar gezonde gelaatskleur, die
getuigde van veel leven in de buitenlucht, gaven
haar, zor.der dat zij direct een schoonheid was, iets
buitengewoon aantrekkelijks.
Dat zij niet voor het eerst aan boord was, zagen
de vaklui, die boven over een leuning hingen, on
der anderen aan de manier, waarop zij op de hevig
schommelende boot heen en weer liep, terwijl ze
bezig was voorraden in de bergplaatsen te sjouwen.
Ze droeg een mantel en een rok van groen laken,
met rood afgezet en een grooten, witten zonne
hoed. Onder haar ma-ntel kwam een witte jersey
te voorschijn.
Pollard, de skipper van de „Daisy" zoo heette
de boot was met zijn zeilen bezig en terwijl zij
aan het werk waren, praatten zij en wat zij zeiden
werd woord voor woord door de toekijkers afge
luisterd.
Denk je, dat het weer zoo blijven zal? vroeg
het meisje.
De barometer valt wel, juffrouw, maar ik ge
loof dat we, nu de wind omloopt, hoogstens voor
wat regen bang hoeven te zijn.
Denk je, dat we op tijd op de rots zullen ko
men?
Ik zal mijn best doen, juffrouw Enid.
Je wilt me toch niet vertellen, dat wij, na al
onze toebereidselen, nog zullen moeten terugkeeren
of beschutting in de -haven van Lamorna zullen
moeten zoeken?
Haar gemaakte verontwaardiging tooverde een
glimlach op het gelaat van haar metgezel.
Net een mahoniehouten tafel, die vroolijk wordt,
was de beschrijving van Enid van dit verschijn
sel-,
U komt in dezeu tijd van het jaar met geen
andere boot dan de „Daisy" zoo gauw op de rots,
juffrouw Enid, zei de schipper.
—Het wordt tijd, dat we weggaan, maar juf
frouw Constance komt maar ndet met de dekens,
ging hij voort.
O, Ben, hoe kan je dat nu zeggen, ze moet
heelemaal naar huis; zelfs als ze -hard liep.
Nu, daar is ze al, maar hardloopen doet ze
niet. Ze heeft een jongeman opgepikt.
Is er wel een. mededeeling, die een meisje van
negentien nieuwsgieriger maakt dan een derge
lijke?
Enid Trevillion rekte haar hals uit om naar de
aankomenden te kijken.
Ach, het is Jack, riep zij een beetje teleurge
steld, maar ze wuifde hem toch vroolijk toe.
De toekijkende luisteraars hadden zich omge
keerd om naar de jongelui te kijken, die door Enid
zoo opgewekt werden begroet.
Constance Brand was een opvallend knap meisje.
Ze was wat grooter dan Enid en ze had het bruine
haar en de grijze oogen van haar vader. Ook de
ongedwongen ietwat trotsche houding van het
hoofd had ze met haar vader gemeen en ze had zijn
fijne, sprekende gelaatstrekken. Haar figuur was
lenig en gracieus.
Ze was vrijwel net gekleed als -haar pleegzuster.
Ze stapte vlug aan, met een elegance en een on
gedwongenheid, zooals men die eerder in Frankrijk
dan in Engeland zou verwachten. Ook haar ge
zichtje, waarop door het harde loopen en misschie'
ook nog wel door wat anders een roode blos lap
deed meer aan dat van een Frangaise dan aan een
Engelsche denken.
De man, die naast haar liep John Percival
Stan'hope, luitenant bij de Marine was te be
kend in Penzance, dan dat hij een onderwerp van
gesprek voor d-e leegloopers bij de haven zou kun
nen vormen. Hij zag er stevig uit, alsof hij in zijn
werk en in de liefde wel zou weten te zorgen, dat
het ging zooals hij het wou. Als alle goede zeelui
had hij de kracht van een reus en het hart van een
kleine jongen.
De vraag lag voor de hand, wat een offioier
en een van goede familie in het gezelschap van
de dochter van een vuurtorenwachter en haar aan
genomen zuster deed.
Er waren dan ook genoeg menschen. die zich dit
afvroegen en er was één persoon, die bij herhaling
aan John Percival Stanhope zelf vroeg, waarom
hij op zulk een fa-miliairen voet met deze meisjes
omging en dat was de trotsche en deftige moeder
van luitenant Stanhope.
Maar daar zelfs mevrouw Stanhope op deze
vraag geen antwoord kreeg, hoeft het niemand te
verbazen, dat de kcjloopers bij de haven van alle
inlichtingen op dit punt verstoken, bleven.
Dat is wat moois, riep hij, naderbij geko
men. Met veel moeite krijg ik drie dagen verlof
en als ik dan hier kom hoor ik, dat jij en Con
stance vandaag naar den vuurtoren gaan. Ik vind
het niet aardig van je, Enid.
Waarom ga je dan niet mee?
Hoe durfde zij!
Ja, stemde hij dadelijk toe, dat zou aardig
zijn. Maar dan moeten jullie even wachten, tot ik
een briefje aan mijn moeder geschreven heb, ik
Er komt niets v-an in, Jack, viel het meisje
aan zijn zij hem in de rede. Je weet heel goed. dat
je moeder het niet prettig zou vinden. En wat
meer is: vader zou boos zijn.
Ze gaat vanmiddag toch uit, protesteerde hij.
En verwacht, dat jij meegaat, Jack, we moe
ten niet dadelijk nadat wij elkaar weerzien alweer
ruzie maken. Morgen zien wij je weer.
Hij hielp haar de gladde steenen treden af gaan.
Enid, zei hij, Conr.ie en jij moeten mij belo
ven, morgen met me naar Morvan te gaan. Ik kom
jullie om elf uur halen.
Wat is het jammer, dat je nu niet met ons
mee kunt gaan, zuchtte Enid.
Ze keek hem zoo echt teleurgesteld aan, d-at
Stanhope begon te lachen.
Vader zal toch al boos zijn, zei Connie. Als
zoenoffer hebben we vruchten meegenomen.
Zullen jullie kunnen landen?
Dat kan je van te voren nooit zeggen: hangt
heelemaal van de zee af. We kunnen in elk geval
wat met hem praten en ze kunnen de vruchten met
hun mandje ophalen.
De boot stak van wal en de jonge officier bleef
nog even op dezelfde plaats staan, kwasi om een
sigaar aan te steken, maar in werkelijkheid om
de boot met haar kostbare lading na te oogen. Hij
zag. hoe Enid de plaats aan het stuur innam, ter
wijl Connie het zeil heesch en Ben Pollard een
paar riemen kreeg om de boot den goeden koers te
geven. Toen ze het havenlicht voorbij waren, bolde
het zeil in den wind en Stanhope keek naar boven,
vanwaar hij het zeil nog kon zien, tot de boot ach
ter Clement's eiland verdween.
Eindelijk waren de toeschouwers in staat hun
gedachten wat luider te uiten.
Het gesprek kwam als vanzelf op de redd-ing 1
1 van Enid nu achttien jaar geléden, en over de op
voeding, die Brand zijn beide dochters gaf.
Ze wisten allemaal, dat een vuurtorenwachter on
geveer duizend gulden per jaar verdiende en ze wij
ten ook allemaal, dat dit niet genoeg is om twee
meisjes als dames op te voeren, om op een villa te
wonen, paard te rijder: en een^ouvernante voor de
meisjes te hebben. Het was allemaal wel heel
vreemd.
Er waren menschen, die zeiden, dat Brand van
goede familie was, dat kon wel zijn maar de man
die nu aan het woord was, vond hem niet zooveel
bijzonders. Het was een stille kerel, die met niemand
op vriendschappelijken voet verkeerde, maar toch
wilde Jones, die nu een kroegje hield, geen kwaad
van hem hooren en noemde hem steeds „Kapitein
En dan had je nog Mauke Jim. die had het maar
altijd over een gevecht, dat Brand met een haai
gehad zou hebber voor hij de boot bereikte, waar
in dat kind het meisje, dat daar net weggegaan
was lag. Was het waar? Wie kon het zeggen? Er
was toen wel over in de kranten geschreven, maar
spoedig daarop was de algemeene belangstelling
door a-'-dere dingen in beslag genomen en was Brand
vertrokken.
Twee jaar geleden was hij plotseling weer terug
gekomen. daar hij een mistsignaal uitgevonden had
hij had altijd van die vreem-de liefhebberijen
gehad en de beste plaats om dit te probeeren
was de vuurtoren, waar hij zijn loopbaan als vuur
torerwachter begonnen was.
Intusschen koerste de „Daisy" met groote snel
heid in de richting van den vuurtoren. Het was
voor de „Daisy" niet heelemaal zonder gevaar zien
op de open zee te wagen, maar Ben kende ziin boot
en bleef zoo dicht mogelijk bij de kust. zoodat hij
bij een geringe verardering in het weer in een van
1e vele inhammen kon schuilen. Maar hij moest
'och altijd nog eene mijlen over zee en toen het
oogenblik kwam, waarop hij een beslissing moest
nemen, wierp Ben Pollard een argstigen blik op
een donkere wolk, die snel naderbij kwam.
Ook
was de temperatuur onrustbarend gedaald. Het
kon best zijn, dat in plaats van den regen, dien hij
verwacht had, een sneeuwbui hen zou overvallen.
En op zee is een sneeuwbui ongeveer ever. gevaar
lijk als mist. (Wordt vervolgd), j