AB'S AVONTUREN De Torenwachter M A AND A G 25 NOVEMBER 194(5 Afscheidsreceptie Lieven Duvosel. Hartelijke woorden van vriendschap en groote waardeering. In een der zalen van café-restaurant „Lido". to Haarlem werd Zondagmiddag aan Lieven Duvosel hij diens vertrek naar Brussel een afscheidsrecep tie aangeboden door het Mannenkoor .Die Spaerne-Sanghers" en Haarlem's Vrouwenkoor, van welke beide koren de heer Duvosel gedurende vele jaren de hoogelijk gewaardeerde dirigent is geweest. De zaal was geheel bezet. Het register bevatte tal van bekende namen uit de Haarlemsehe mu ziekwereld en van Haarlemsehe zangeresesn en zangers. Nadat de (heer Duvosel, staande en met hand geklap door de talrijke aanwezigen ontvangen, met zijn familie plaats had genomen, nam de heer J. M. H. van der Wateren, voorzitter van ,.Die Spaerne-Sanghers" het woord. Spr. gaf uiting aan de groote teleurstelling die de heer Duvosel door zijn vertrek heeft moeten bereiden aan beide ko ren. die zijn eminente leiding nu zullen moeten missen. Het moet voor den heer Duvosel een groote voldoening zijn, nu weer naar zijn geboortegrond te kunnen terugkeeren, waar hij een positie zal kunnen innemen, zijn kunst en zijn groote be kwaamheden waardig. Hij heeft met de koren veel bereikt, dank zij zijn geweldige vitaliteit en groote geestdrift. Hij heeft baanbrekend werk verricht en de koren hebben onder zijn leiding groote en belangrijke werken uitgevoerd (ook werken van Duvosel zelf! De Leye Cyclus. Fiat Lux e.a.) Het koor De Spaerne-Sanghers staat nu aan de snits der Haarlemsehe Mannenkoren. Vele eerste krachten werkten als solist(e) aan de concerten mede: Hélène Cals. Flor Peeters, Corry Bijster, mevr. Ans Stroink, Hélène Ludolph, Jacob Bijster. George Robert. Voor de bovenmenschelijke inspanning, die de heer Duvosel zich getroost heeft, zegde spr. hem namens bestuur en leden hartelijk dank, de hoop uitsprekende dat hij te midden van zijn volksge- nooten spoedig zal komen op de plaats die hem toekomt. Mevr. Duvosel ontving hierna een bloemenhulde. Mej. T. Noorman, presidente van Haarlem's Vrouwenkoor, vestigde er de aandacht op dat bij de oprichting van dit koor in 1934 de heer Duvosel als vanzelf als leider werd aangewezen. Als diri gent was hij steeds opgewekt en opgeruimd en vol belangstelling voor het wel en wee van de leden. „U gaat", zeide spr.. „ons veriaten. want uw ge boorteland ziet reikhalzend naar u uit." Spr. hoopte, dat de scheidende dirigent in Vlaanderen zal vinden wat hij zich voorstelt en bood hem namens de koren een album aan als herinnering aan zijn Haarlemschen tijd. Namens de oprichters van „Die Spaerne- Sanghers" werd het woord gevoerd door den heer J. A. van Asdonk. Spr, wees op den grooten ommekeer, die nu in Duvosel's leven gaat plaats vinden en wensehte hem zonnige dagen in Vlaanderen. Misschien, al dus spr.. hebt u hier niet geheel de plaats inge nomen. die u toekwam, maar daartegenover staat, dat u u een groote plaats hebt veroverd in ons hart. Dank voor het vele schoons, dat u ons ge geven hebt en dat wel zijn hoogtepunt bereikte in de Leye-cyclus. U waart geen gemakkelijke mees ter, u vergdet veel van ons maar ook van uzelf. Wij allen zagen in u een kunstenaar, die veel kan presteeren. Wij wenschen .u nog een wijde toe komst; er zullen zich nog groote perspectieven voor u openen. Moge uw kunst verder worden ge ïnspireerd door de groote leven.sstroomingen van dezen tijd. Zoo zult gij nog een machtig eind kun nen componeeren van uw Leye-cyclus, eulminee- rend in een verheerlijking van De Vrijheid! De heer Jac. Denijs, voorzitter van de Kon. Man- nenzangvereeniging ..Apollo" te Amsterdam, zelde den heer Duvosel te hebben leeren waardeeren als een bijzonder groot, ja geniaal componist, van een vurig temnerament. Wh" honen, dat u Noord-Nederland hebt lief gekregen (de heer Du vosel knikte bevestigend)wij van onzen kant Kullen steeds met groote svmuathie denken aan u en uw landgenooten. Moge snoedig de tijd dasren. waarin de verschillende volken 'elkaar onderling (begrijpen! Tot slot bood spr. den heer Duvosel het eerelidmaatschap van Apollo" aan, dat deze 'gaarne aanvaardde. De heer J. R. Kom acker, uit Rotterdam, eere voorzitter van het- Kon. Ned. Zangersverbond, sprak een persoonlijk woord als oud vriend en beval zich in de voortdurende vriendschap van den heer Duvosel aan. De heer F. Primo had den vorigen Zondag in het Paleis voor Schoone Kunsten te Brussel ge luisterd naar een groote uitvoering, door Lieven Duvosel e-eleid en was daarvan diep onder den indruk gekomen. Duvosel heeft een zwaren strijd te voeren gehad, een strijd om zichzélf te bliiven naar aard en naar geest. De groote desillusie is geweest, dat al-dus sor. de Noord-Nederlan ders hem niet zóó hebben kunnen begrijpen, als de Vlamingen dat kunnen. Duvosel had gedacht hier een breeder arbeidsterrein te -kunnen vinden op kunstgebied. Wil hopen, dat wij nu een tijd ingaan van erkenning van den arbeid, ook den arbeid van den kunstenaar. Duvosel ziet nu ein delijk een toekomst waarin hij iets zal kunnen doen voor Vlaanderen èn voor de Noord-Neder landers. De heer Andrea, secretaris van de Soaerne- Eanghers, las nog eenige schriftelijke bewijzen van belangstelling voor, waarbij o.a. een brief van de Haarl. Bach vereeniging en èenige dichtregelen van den heer en mevr. Kroneman, voorgedragen I door mevr. Fabel. Zeer geroerd sprak de heer Duvosel een harte- Zaterdagmorgen is de kunstijsbaan in de Apollohal te Amsterdam voor het publiek opengesteld. De eerste schaatsliefhebbers begeven zich op de gladde baan. (Foto Pax Holland.) lijk en bewogen dankwoord, waarin hij o.a. zeide dat hij zich beschouwde als in dienst van het volk, dat is dan de Zuid- en de Noord-Nederlan ders en verder de geheele menschheid. Het schoo ne wil hij -blijven dienen naar zijn beste vermogen. „Wilt U de waarheid weten?" Brochure over den Führer. Het boekje „Wilt u de waarheid weten" zal op groote schaal in Nederland worden verspreid. Het is de bedoeling dat het in alle Ne derlandsche huisgezinnen zal komen. Nadat de Rijkscommissaris in Limburg de verspreiding persoonlijk heeft ingezet, zijn de commissaris sen-generaal, de weermachtbevelhebber en de Duitsche hooge autoriteiten begonnen met de verspreiding in de verschillende deelen des lands. H-et aantrekkelijk uitgevoerde boekje bevat veel fotomateriaal met bijschriften over den persoon van den Führer. waarbij tevens, bij wijze van tegenstelling, voorbeelden zijn ge voegd van vroeger hier te lande verspreide ca- ricaturen. (A.N.P.) De schietpartij te Leidschendam. Dader door „De Unie" geroyeerd. Van de zijde der Nederlandsche Unie deelt men ons het volgende mede: Eenige dagen geleden zijn des avonds revolver schoten gelost op de woningen van burgemeester Banning en gemeentearchitect De Regt te Leid schendam. De dader van dezen aanslag, een krui deniersbediende, heeft inmiddels een bekentenis Naar aanleiding hiervan hebben wij van burge meester Banning vernomen, dat de dader tegen over hem had verklaard, dat hij lid was van de Nederlandsche Unie. Hij had zich e-enige maan den geleden reeds als lid opgegeven, doch was sindsdien o-p geenerlei wijze met de Unie in con tact geweest. De leiding van de N-ederlandsche Unie heeft be sloten dit Unielid op staanden voet te royeeren. Een zelfde maatregel zal worden toegepast jegens ieder Unielid. dat wapens draagt of een ander soortgelijk strafbaar feit pleegt. (A.N.P.) Nederlandsche Journalistenkring opgeheven. Alle journalisten thans in het „Verbond". Zaterdagmiddag kwam in den Dierentuin te 's Gravenhage de Nederlandsche Journalistenkring in algemeene vergadering bijeen. Met een meer derheid van jneer dan drie vierden werd besloten tot opheffing van den kring. Daarna werd een voorstel aangenomen tot vorming van een stichting ter afwikkeling der sociale verplichtingen van den N. J. K. en overdracht van het overblijvend ver mogen, na liquidatie aan het Verbond van Neder landsche Journalisten. Na deze vergadering kwam het Verbond van Ne derlandsche Journalisten bijeen in een druk be zochte vergadering, waarin de voorzitter, de heer P. J. van Megchelen, een overzicht gaf van het verloop van zaken en de werkzaamheden van het verbond en van den Raad van Voorlichting. Hij wees erop. dat thans voor het eerst in de Neder landsche geschiedenis allen, die als journalist of publicist bij de Nederlandsche pers werken, in een organisatie vereenigd zijn. In een uitvoerige rede besprak hij de moeilijke posities waarin de Nederlandsche pers in de gege ven omstandigheden verkeert, en op de taak welke op de Nederlandsche journalisten rust. (ANP) Opbouwdienst en oorlogsslacht offers. Daar de commandant van den opbouw- dienst het als zijn plicht beschouwt, om oorlogs verminkten, behoord hebbende tot de weer macht. bij te staan in het verwerven van een betrekking. welke zii in verband met hun lichamelijke gesteldheid nog zouden kunnen vervullen, heeft hij bepaald, dat bij het zoeken naar gegadigden voor het vervullen van olaat- sen in den opbouwdienst, welke door arbeids contractanten zullen of moeten worden bezet, zooveel mogelijk oorlogsverminkten in aanmer king komen. RAAD VOOR ALGEMEENE MUZIEKBELANGEN Op uitnoodiging van het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft de voorzitter der maatschappij tot bevordering de1" Toonkunst het initiatief genomen tot een gedach- tenwisseling met een aantal landelijke organisaties op vocaal en instrumentaal gebied, ten einde na te gaan, of en in hoeverre thans eën samenwerking tusschen die organisaties tot stand zou kunnen ko men, waarover in het jaar 1935 reeds besprekingen gevoerd waren. Het gevolg van deze gedachtenwisseling is ge weest, dat de groote landelijke bonden zich ge schaard hebben onder de koepel van de meer dan 100-jarige maatschappij in haren „Raad voor al gemeene muzlekbelangen". Dr. L. C. Kersbergen opent expositie. „Voeding in oorlogstijd". Op eenigszins plechtige wijze en door de traging in het spoorwegverkeer later dan aan^* kelijk was vastgesteld, is Zaterdag de tentoon??' ling „Voeding in oorlogstijd" in net Veilighy museum te Amsterdam geopend. De heer C. J. Ph. Zaalberg, voorzitter van bestuur van het Veiligheidsmuseum, hield een'r waarin hij de bedoeling der expositie uitvoerig? eenzette. Het doel is in de eerste plaats advi geven in de samenstelling van het middag door de huisvrouwen op de hoogte te brengen de voedingswaarde der verschillende artikelen^ bovendien aan de hand van kookdemonstratie? toonen, hoe het eten bereid moet worden, j dat de voor de voeding zoo noodzakelijke stof! verloren gaan. De tentoonstelling wil den weg wijzen tot fc hoogste rendement van het voedsel. Met dankbas? heid gewaagde spr. van hen, die dpze teijtoomf' ling mogelijk hebben gemaakt. Het zijn: pro{. i/V M. Sprenger, directeur van het instituut van oné-? zoek op het gebied van verwerking van fruit groenten te Wageningen, prof. dr. B. C. P. Eï van het laboratorium physiologische chemie te a? sterdam, het Instituut voor plantenveredeling y bonden aan de landbouwhoogeschool te Wagen?' gen, het Station voor maalderij en bakkerij te \y geningen, het Koloniaal Instituut te Amsterdam* Hierna werd nog het woord gevoerd door dr r C. Kersbergen, voorzitter van den Gezondheidsral die zeide gaarne gebruik te hebben gemaakt y! de uitnoodiging om deze tentoonstelling te opener daar hiermede een algemeene zaak wordt gedietó Wij leven in een zeer moeilijken tijd en de v&T ding zal op den duur onze grootste zorg zijn, volk moet doordrongen worden van de noodzaak dat het beschikbare voedsel zoo nuttig mogelijk wordt besteed. Heerschende vooroordeelen moeten uit den weg worden geruimd. Eenheid in voorlig, ting is een gebiedende eisch. Met het uitspreken van de hoop, dat de expositie een succes zou wor. den, opende dr. Kersbergen de tentoonstelling. aanwezigen waren daarna in de gelegenheid de en. positie te bezichtigen. Op ruime en duidelijke wij» worden de verschillende voorname vraagstukken en het gebied van onze voeding besproken. Alles is zoo overzichtelijk mogelijk. Veel aandacht zullen onge twijfeld het maaltijden en het teeltkompas trekken Het laatste heeft betrekking op de volkstuintjes welke een belangrijke plaats op de tentoonstelling innemen. Het eerste geeft een beeld van 16 menu's met de daaraan klevende fouten en de wijze waar- op deze te verbeteren. VOOR DE KINDEREN HERDENKING PROF. DR. A. H. DE HARTOG, In nagedachtenis van prof. dr. A. H. de Hartog is dezer dagen op de begraafplaats Zorgvliet te Amsterdam xan de gelden welke door het herdenkingscomité bijeengebracht zijn, een graftombe ingericht Door de ontstentenis van de naaste familieleden ging deze plechtigheid van geen enkel ceremonieel gepaard. Bovendien is aan den senaat van de Gemeen te-Universiteit een portret van dr. De Hartog aangeboden, geschilderd door mevrouw de Ba!- bian-Verster, dat een plaats in de Senaatskamer gevonden heeft. Voorts is in het huis te Castri- cum, waar de hoogleeraar de laatste jaren ver- blijf gehouden heeft, een gedenksteen aange bracht. FAILLISSEMENTEN. De matrozen van een der motor sloepen, die het politieschip was blij ven volgen, zagen plotseling het hel dere zoeklicht uit den donkeren hemel neerschieten op de D. III. Zij konden nu ook de roode en groene lichten zien van de groote watervlieg tuigen, die nu laag over het water vlogen. De stuurman draaide aan het stuurwiel en nu schoot de boot met flinke vaart in de richting van het politieschip. Maar wat was dat? Dicht bij hoorden zij duidelijk het geplas van riemen!. Het vliegtuig, waarin Speurneus en kapitein Flink waren gezeten, scheer de het eerst over het water en bleef stil liggen, vlak bij de hooge romp van het politieschip. Spoedig was een lijntje uitgegooid en beklommen de kapitein en Speurneus de ijzeren scheepstrap. „Wat is het stil aan boord," merkte Speurneus op. Spoedig waren zij op het dek. Maar tot hun groote verwondering was er van de piraten op het.schip niets meer te zien. Speurneus stond op het dek naar de donkere zee te staren. Hij had een groot raadsel op te lossen. Waar wa ren al die piraten gebleven? En waar waren Ab en Dik? De stuurman en de matroos in den uitkijk, die overvallen waren geweest en nog enkele andere leden van de bemanning, die gevan gen waren genomen, konden hierop ook geen enkel antwoord geven. Maar zooals hij nu bij den neus was ge nomen door Simpa, neen, dat was hem, den beroemden detective, nog nooit overkomen Het zoeklicht bescheen helder de zee. Zij zochten de achtergebleven motorbooten. (Opgegeven door afd. Handelsinformaties v. d. Graai a Co. N V.. Amsterdam). UITGESPROKEN: 20 Nov. A. J. A. Schrederhof, Hengelo (O.), Deuringw straat 216. Recht. Comm. Mr. Dr. G. H. A. Feber, Car, Mr. M. A. Cohen. Hengelo (O 20 Nov. Teunis Stam. aardappelhandelt^r. Dubbeldam, Oudendijk A 98. Recht. Comm. Mr, K. T. Dorama, Cura- trice: mej. Mr. J. C. Brandt. Dordrecht. 21 Nov.. Hendrik Jan van Asperen, Oosterbeek, ge meente Renkum, Weverstraat 8ü. Recht. Comm. Mr, H. R, de Zaayer, Cur. Mr. C. W. Dubbink, Arnhem, Stations plein 18. 21 Nov. H H. Engels, expediteur en controleur, Dlnx- perlo. Recht. Comm. Mr. H. R. de Zaayer, Cur. Mr. J. p. Coops, Laag-Keppel. 21 Nov. E. J. Hogenkamp. Driel, gemeente Heteren, B. 284. Recht. Comm. Mr. H. R. de Zaayer, Cur. Mr. H. Meek- hof, Arnhem, Stationsplein 13. 21 Nov. E. van Lieshout, zich noemende en schrijvende G. van Lieshout, horlogemaker. Beek en Donk. Oranje laan A. 164 b. Recht. Comm. Mr. J. Jurgens, Cur. Mr. t, de Wit, Helmond. VERNIETIGD OP GROND VAN VERZET: 20 Nov. F. van Herk, Zeelst. OPGEHEVEN WEGENS GEBREK AAN ACTIEF: 20 Nov. P. van Delft. Amsterdam, Ijsventer. 20 Nov. G. van Rheenen, timmerman en metselaar, Soesterberg. 20 Nov. de N.V. Mosterman en Co., gevestigd te Amers foort. GEDEPONEERDE UITDEELINGSLIJSTEN: 9 Nov Dirk Martinus Davids, caféhouder. Amsterdam. Geëindigd door het verbindend worden der eenige uit- deelingslijst. Uitk. 0.54305 11 Nov. B. Bijkerk. Amsterdam. Idem. Uitk. nihil aan conc. cred. (10 pref. f 239.36). 16 Nov. C. E. M. Schuijt, rijwielhersteller en handelaar in electrische artikelen. Amsterdam. Idem. 16 Nov. J. C. Beun, drogist, wonende te Utrecht. Idem, Uitk nihil aan conc. crediteuren. 16 Nov. J. Jacobs, meubelhandelaar, Utrecht. Idem, nihil aan cone, crediteuren. 17 Nov. Ph. Schilfers, kapper, Amsterdam. Idem. Uitk. nihil aan conc. crediteuren. (2 pref. 60,61 °/o, rest. prei, nihil). EEN VERHAAL VAN DE ZEE. bewerkt door ADRLAAN J. HUISMAN. (Nadruk verboden). 4) Ik geloof, dat ik mij maar aan mijn sprookje houden zal. Op het oogenblik kan ik twee namen met E bedenken: Elaine en Enid. Elaine stierf jong tengevolge van een ongelukkige liefde. Enid werd de vrouw van een edelen ridder, Gawain. Dat is dus afgesproken, riep Jim uit, alsof hij het voorstel gedaan had en hij wees met zijn pijp in de richting van Penzance. Ik hoop maar, dat juffrouw Enid Trevillion het goed maakt en vast slaapt. En dat ze tot een mooie en goede vrouw op groeit! Brand antwoordde niet .Hij ging naar binnen om voor het licht te zorgen. Vijf minuten later ücnipperden een groot aantal lichten langs de kust van Engeland tegen elkaar om pas met het aan breken van den morgen hun lichtende oogen weer te sluiten. HOOFDSTUK III. Het signaal. Aan den voet van een hooge trap, die van de hooge kade naar de stille wateren van de haven van Penzance voerde, lag een flirke boot gemeerd. De twee personen -die in de boot zaten, verschilden genoeg om de aandacht te trekken van een groot aantal leegloopers, die pruimend stonder. toe te Icijken. De man in de boot was een door de zon ver brande zeeman, de andere passagier een frisch, jong meisje. De zeeman was zoo gebruind door de zon en de zilte lucht, dat hij in kleur veel overeen komst met zyn schip was gaan vertoonen. Maar iman en schip zagen er beide vertrouwenwekkend uit. Het fijnbesneden gezicht van het meisje deed laan een camee denken. Haar lichtblond haar en blauwe oogen en haar gezonde gelaatskleur, die getuigde van veel leven in de buitenlucht, gaven haar, zor.der dat zij direct een schoonheid was, iets buitengewoon aantrekkelijks. Dat zij niet voor het eerst aan boord was, zagen de vaklui, die boven over een leuning hingen, on der anderen aan de manier, waarop zij op de hevig schommelende boot heen en weer liep, terwijl ze bezig was voorraden in de bergplaatsen te sjouwen. Ze droeg een mantel en een rok van groen laken, met rood afgezet en een grooten, witten zonne hoed. Onder haar ma-ntel kwam een witte jersey te voorschijn. Pollard, de skipper van de „Daisy" zoo heette de boot was met zijn zeilen bezig en terwijl zij aan het werk waren, praatten zij en wat zij zeiden werd woord voor woord door de toekijkers afge luisterd. Denk je, dat het weer zoo blijven zal? vroeg het meisje. De barometer valt wel, juffrouw, maar ik ge loof dat we, nu de wind omloopt, hoogstens voor wat regen bang hoeven te zijn. Denk je, dat we op tijd op de rots zullen ko men? Ik zal mijn best doen, juffrouw Enid. Je wilt me toch niet vertellen, dat wij, na al onze toebereidselen, nog zullen moeten terugkeeren of beschutting in de -haven van Lamorna zullen moeten zoeken? Haar gemaakte verontwaardiging tooverde een glimlach op het gelaat van haar metgezel. Net een mahoniehouten tafel, die vroolijk wordt, was de beschrijving van Enid van dit verschijn sel-, U komt in dezeu tijd van het jaar met geen andere boot dan de „Daisy" zoo gauw op de rots, juffrouw Enid, zei de schipper. —Het wordt tijd, dat we weggaan, maar juf frouw Constance komt maar ndet met de dekens, ging hij voort. O, Ben, hoe kan je dat nu zeggen, ze moet heelemaal naar huis; zelfs als ze -hard liep. Nu, daar is ze al, maar hardloopen doet ze niet. Ze heeft een jongeman opgepikt. Is er wel een. mededeeling, die een meisje van negentien nieuwsgieriger maakt dan een derge lijke? Enid Trevillion rekte haar hals uit om naar de aankomenden te kijken. Ach, het is Jack, riep zij een beetje teleurge steld, maar ze wuifde hem toch vroolijk toe. De toekijkende luisteraars hadden zich omge keerd om naar de jongelui te kijken, die door Enid zoo opgewekt werden begroet. Constance Brand was een opvallend knap meisje. Ze was wat grooter dan Enid en ze had het bruine haar en de grijze oogen van haar vader. Ook de ongedwongen ietwat trotsche houding van het hoofd had ze met haar vader gemeen en ze had zijn fijne, sprekende gelaatstrekken. Haar figuur was lenig en gracieus. Ze was vrijwel net gekleed als -haar pleegzuster. Ze stapte vlug aan, met een elegance en een on gedwongenheid, zooals men die eerder in Frankrijk dan in Engeland zou verwachten. Ook haar ge zichtje, waarop door het harde loopen en misschie' ook nog wel door wat anders een roode blos lap deed meer aan dat van een Frangaise dan aan een Engelsche denken. De man, die naast haar liep John Percival Stan'hope, luitenant bij de Marine was te be kend in Penzance, dan dat hij een onderwerp van gesprek voor d-e leegloopers bij de haven zou kun nen vormen. Hij zag er stevig uit, alsof hij in zijn werk en in de liefde wel zou weten te zorgen, dat het ging zooals hij het wou. Als alle goede zeelui had hij de kracht van een reus en het hart van een kleine jongen. De vraag lag voor de hand, wat een offioier en een van goede familie in het gezelschap van de dochter van een vuurtorenwachter en haar aan genomen zuster deed. Er waren dan ook genoeg menschen. die zich dit afvroegen en er was één persoon, die bij herhaling aan John Percival Stanhope zelf vroeg, waarom hij op zulk een fa-miliairen voet met deze meisjes omging en dat was de trotsche en deftige moeder van luitenant Stanhope. Maar daar zelfs mevrouw Stanhope op deze vraag geen antwoord kreeg, hoeft het niemand te verbazen, dat de kcjloopers bij de haven van alle inlichtingen op dit punt verstoken, bleven. Dat is wat moois, riep hij, naderbij geko men. Met veel moeite krijg ik drie dagen verlof en als ik dan hier kom hoor ik, dat jij en Con stance vandaag naar den vuurtoren gaan. Ik vind het niet aardig van je, Enid. Waarom ga je dan niet mee? Hoe durfde zij! Ja, stemde hij dadelijk toe, dat zou aardig zijn. Maar dan moeten jullie even wachten, tot ik een briefje aan mijn moeder geschreven heb, ik Er komt niets v-an in, Jack, viel het meisje aan zijn zij hem in de rede. Je weet heel goed. dat je moeder het niet prettig zou vinden. En wat meer is: vader zou boos zijn. Ze gaat vanmiddag toch uit, protesteerde hij. En verwacht, dat jij meegaat, Jack, we moe ten niet dadelijk nadat wij elkaar weerzien alweer ruzie maken. Morgen zien wij je weer. Hij hielp haar de gladde steenen treden af gaan. Enid, zei hij, Conr.ie en jij moeten mij belo ven, morgen met me naar Morvan te gaan. Ik kom jullie om elf uur halen. Wat is het jammer, dat je nu niet met ons mee kunt gaan, zuchtte Enid. Ze keek hem zoo echt teleurgesteld aan, d-at Stanhope begon te lachen. Vader zal toch al boos zijn, zei Connie. Als zoenoffer hebben we vruchten meegenomen. Zullen jullie kunnen landen? Dat kan je van te voren nooit zeggen: hangt heelemaal van de zee af. We kunnen in elk geval wat met hem praten en ze kunnen de vruchten met hun mandje ophalen. De boot stak van wal en de jonge officier bleef nog even op dezelfde plaats staan, kwasi om een sigaar aan te steken, maar in werkelijkheid om de boot met haar kostbare lading na te oogen. Hij zag. hoe Enid de plaats aan het stuur innam, ter wijl Connie het zeil heesch en Ben Pollard een paar riemen kreeg om de boot den goeden koers te geven. Toen ze het havenlicht voorbij waren, bolde het zeil in den wind en Stanhope keek naar boven, vanwaar hij het zeil nog kon zien, tot de boot ach ter Clement's eiland verdween. Eindelijk waren de toeschouwers in staat hun gedachten wat luider te uiten. Het gesprek kwam als vanzelf op de redd-ing 1 1 van Enid nu achttien jaar geléden, en over de op voeding, die Brand zijn beide dochters gaf. Ze wisten allemaal, dat een vuurtorenwachter on geveer duizend gulden per jaar verdiende en ze wij ten ook allemaal, dat dit niet genoeg is om twee meisjes als dames op te voeren, om op een villa te wonen, paard te rijder: en een^ouvernante voor de meisjes te hebben. Het was allemaal wel heel vreemd. Er waren menschen, die zeiden, dat Brand van goede familie was, dat kon wel zijn maar de man die nu aan het woord was, vond hem niet zooveel bijzonders. Het was een stille kerel, die met niemand op vriendschappelijken voet verkeerde, maar toch wilde Jones, die nu een kroegje hield, geen kwaad van hem hooren en noemde hem steeds „Kapitein En dan had je nog Mauke Jim. die had het maar altijd over een gevecht, dat Brand met een haai gehad zou hebber voor hij de boot bereikte, waar in dat kind het meisje, dat daar net weggegaan was lag. Was het waar? Wie kon het zeggen? Er was toen wel over in de kranten geschreven, maar spoedig daarop was de algemeene belangstelling door a-'-dere dingen in beslag genomen en was Brand vertrokken. Twee jaar geleden was hij plotseling weer terug gekomen. daar hij een mistsignaal uitgevonden had hij had altijd van die vreem-de liefhebberijen gehad en de beste plaats om dit te probeeren was de vuurtoren, waar hij zijn loopbaan als vuur torerwachter begonnen was. Intusschen koerste de „Daisy" met groote snel heid in de richting van den vuurtoren. Het was voor de „Daisy" niet heelemaal zonder gevaar zien op de open zee te wagen, maar Ben kende ziin boot en bleef zoo dicht mogelijk bij de kust. zoodat hij bij een geringe verardering in het weer in een van 1e vele inhammen kon schuilen. Maar hij moest 'och altijd nog eene mijlen over zee en toen het oogenblik kwam, waarop hij een beslissing moest nemen, wierp Ben Pollard een argstigen blik op een donkere wolk, die snel naderbij kwam. Ook was de temperatuur onrustbarend gedaald. Het kon best zijn, dat in plaats van den regen, dien hij verwacht had, een sneeuwbui hen zou overvallen. En op zee is een sneeuwbui ongeveer ever. gevaar lijk als mist. (Wordt vervolgd), j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 6