AB'S AVONTUREN De Torenwachter PIHSD'AG 26 NÖVEMBKS '1940 Het Verbond van Nederlandselie Journalisten bijeen. Rede van den heer P. J. van Megchelcn. Het A.N.P. meldt: I11.de eerste groote vergadering van het ver' bond van Nederlandsche journalisten heeft de voorzitter van het verbond, de heer ,P. J. van Mechelen, een rede uitgesproken, waarin hij al lereerst zijn voldoening uitsprak over het feit, dat de Nederlandsche Journalistenkring met groote meerderheid tot opheffing heeft besloten en alle journalisten thans in het verbond ver- eenlgd zijn. Er is een mooi stuk werk verricht door den Raad van Voorlichting en de geza menlijke journalisten, die zijn initiatief 'begre pen en de idee hielpen verwezenlijken. Het verbond heeft in den tijd, voorafgaande aan de opheffing van den kring, veel werk ver richt, ook al is daarvan weinig naar buiten ge bleken. De brandende salariskwestie is reeds be sproken en de zaak is in handen van zeer be voegde mannen uit het verbond. Het verbond heeft bij de leiding van de vereeniging De Ne derlandsche Dagbladpers groote bereidwillig heid gevonden om snel tot zakelijke besprekin gen te komen in een kleine commissie. De inwendige organisatie van het verbond kan, nu alle dagbladschrijvers samengebracht zijn, snel geregeld worden. Spr. deelde hierom trent mede, dat een aantal gewestelijke krin gen zal worden ingesteld. In deze kringen zullen vergaderingen gehouden worden ter be spreking van vakbelangen en journalistieke of politieke vraagstukken van algemeenen aard. De leiders der kringen kunnen adviseeren bij vacatures en het leerlingwezen. In het verbond zullen drie hoofdgroepen zijn: de eigenlijke journalisten, die dezen naam als titel mogen voeren. Dat zijn zij, die organiek aan een blad verbonden zijn. De andere dag bladschrijvers zullen den naam publicist dragen. Het verbond zal ook leerling-journalisten ken nen, wier positie en rechten nauwkeurig zullen worden afgepaald naast die der journalisten en publicisten. De leider van het verbond deelde vervolgens mede,, dat het verbond tegen begin December tezamen met den Raad van Voorlichting over; een eigen gebouw zal beschikken in Den Haag. Spr. gaf voorts «enige inlichtingen over de sa menstelling van den R. V. V. Een drietal verte genwoordigers van de directeuren van dagblad pers en periodieke pers heeft in den raad zitting gekregen. In grondvorm is hier dus een cor poratie ontstaan, waarin alle krachten, die de geestelijke en materieele structuur der pers be ft eerschen, samenwerken. Spr. ging daarna over tot behandeling van de positie van de Nederlandsche pers in dit tijds gewricht. Deze positie wordt beheerscht door de verhouding tusschen Nederland en Duitsch- Iand. De actueelste zijde daarvan is voor de journalisten op het oogenblik de moeilijke taak, welke de pers heeft om het publiek tot het in zicht te brengen, dat het tijd wordt actief mee te gaan werken aan den bouw van het nieuwe Europa. Het moet evenwel eerst leeren aanvaar den, dat wij onverbiddelijk in de Europeesche revolutie zijn betrokken en dat er geen terug naar den negenden Mei meer mogelijk is. Uitvoerig zette spr. uiteen, dat de stemming in ons land voor den oorlog anti-Duitsch is ge weest, ook al hebben verschillende bladen zich beijverd dit te ontkennen. De enkele stemmen, verheven tegen het verdrag van Versailles, hebben nooit geleid tot eenige daad van betee- kenis. Geen risico hebben wij destijds willen aanvaarden om tot een redelijke samenleving in Europa te komen. Nog belangrijker is en wel licht beslissend voor de verdere ontwikkeling, dat een zeer groot deel der Nederlandsche pers na 1932 stelselmatig wantrouwen tegen Hitier en het Derde Rijk heeft gezaaid. Ook wij plukken thans in ons land de bittere vruchten van den stelselmatigen onwil of het permanente onver mogen om het Derde Rijk destijds in zijn ka rakter en in zijn streven te verstaan. Dat leidde tot een verwijdering, die door de gebeurtenissen van Mei niet geringer is geworden. Den laatsten tijd vallen gelukkig tal van symptomen waar te nemen van klaarder begrip van de werkelijk heid, van bereidwilligheid om deze te aanvaar den en geneigdheid om er het beste van te ma ken. De overgroote meerderheid der journalisten toont thans reëel besef en oprechten wil tot opbouw. Zij hebben er mede toe bijgedragen, dat de huidige leiders van ons volk- reeds op be langrijke punten gelijk denken. Men erkent thans, dat de tiende Mei een breuk in onze ge schiedenis was. Plet oude, keert nooit terug. Wij Zijn allen meer dan vroeger gemeenschapsmen- schen geworden en talloozen achten den naam „socialisten" thans een eereti'tel. Wij zijn er van doordrongen, dat ons land deel zal uitmaken van een andere grootere Europeesche gemeenschap en dat in het deel van Europa, waar wij wo nen. Duitschland de leiding zal hebben bij de groote politiek en bij de hoofdordening van het «cpvomische leven. ®en ding staat vast: het kan nooit de taak van een journalist zijn achteraan te loopen of ef te wachten. De krant is geen klachtenbureau en de journalist geen klankbord. Hij moet een voortrekker zijn. Algemeene regels hiervoor kunnen niet worden gegeven. Ieder moet zulks voor zich, voor zijn De Sabelspoort is geheel ontmanteld, zoodat men thans een onbelemmerd uitzicht heeft op dit historisch bouwwerk. (Foto Pax Holland.) eigen blad, zijn eigen milieu nagaan. Wel kan men op grond van zijn ervaringen in gemeen schappelijk overleg wenschen te kennen ge ven aan bevoegde autoriteiten over de wijze, waarop men van boven af onze taak vergemak kelijken kan. Dergelijke wenschen vinden steeds een willig oor. Reeds in Mei van' dit jaar was er een breede kloof tusschen de openbare meening hier te lan de en de nieuwe wereld daarbuiten. De oorlog en de onvermijdelijke eischen van de oorlogvoe ring hebben die kloof niet vernauwd. Op de journalisten rust de taak. elk naar zijn krachten mee te werken aan het bouwen van de brug, die het ons volk mogelijk zal maken in de nieuwe wereld te komen en daar een eigen, volwaardige taak te verkrijgen. Wij weten het, aldus besloot spr., zijn rede, wij zullen geen tijd van rustige beschouwing meer kennen, wij zijn strijders geworden tegen vooroordeelen en wanbegrip, bouwers aan een nieuwe toekomst: wij zullen onze vreugde moe ten vinden en wij zullen die vinden in den strijd, ook als het eenmaal vrede is. In alle moeilijk heden zullen wij kracht putten uit onze onwan kelbare trouw aan ons volk. Brutale diefstal in het City Theater. Zaterdagavond omstreeks acht uur is een brutale diefs.tal gepleegd in het City theater te Amsterdam. Uit de rechter kassa van de voorzijde gezien, is een bedr.ag van f 800 gestolen. De dieven hebben, gebruikmakend van de duisternis, een mica spreekruitje ingedrukt, daarna het verduis teringsgordijntje ter zijde gestoven, de ruit ge opend en het geldkistje, waarin de recettes ge borgen waren, gestolen. De juffrouw van de kassa was juist even naar boven gegaan om haar handen te wasschen. Zij is misschien vijf minuten weg geweest en ontdekte na haar terugkomst den diefstal. NATUURWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK. De secnjtaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Waterstaat heeft in de plaats, opengevallen door het overlijden van dr. ir. Th. van der Waerden, benoemd in het bestuur van de centrale organisatie voor toegepast natuur wetenschappelijk onderzoek tot gewoon lid dr. ir. J. A. Ringers, algemeen gemachtigde voor den wederopbouw. Arbeid door 16-jarigen in de schoenenindustrie. De waarnemend secretaris-generaal waar nemend hoofd van het departement van Sociale Zaken, beschikkende op een verzoekschrift van den bedrijfsraad voor de schoenindustrie, daartoe strekkende, dat worde toegestaan, dat in de on dernemingen of gedeelten van ondernemingen van werkgevers, leden van de federatie van Ne derlandsche schoenfabrikanten te Tilburg, waar de vervaardiging van schoenen, laarzen e- oan- toffels langs fabriekmatigen weg geschie foor arbeiders van 16 jaar of ouder arbeid wo ver richt in afwijking van het bepaalde bij artikel 24 der arbeidswet 1919, heeft de gevraagde vergun ning voor het tijdvak van 1 Januari 1941 tot eil met 31 December 1941 behoudens intrekking tusschentijds verleend met dien verstande, dat zij niet geldt met betrekking tot gehuwde vrouwen en voorts onder een aantal voorwaarden. DE VRIJE HALVE DAG VOOR WINKELPERSONEEL. Blijkens een besluit van den wnd. secretaris generaal, wnd. hoofd van het departement van sociale zaken, is de periode van drie weken, welke in het werktijdenbestluit voor winkels 1932. is genoemd als tijdvak, gedurende hetwelk geen vrije ochtend of middag op een der werkdagen be hoeft te worden verleend aan winkelpersoneel, voor winkels, welke tengevolge van de verduiste- ringsvoorschriften vroeger moeten sluiten, ver lengd, van 25 November tot en met 4 Januari a.s. BENOEMINGEN. Bij beschikking van den waarnemend secretaris generaal van het departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen zijn benoemd aan de rijksuniversiteiten: voor het tijdvak van 1 October 1940 tot en met 30 September 1941 tot conservator: bij de heelkunde dr. I. Boerema; bij de psychiatrie dr. H. K. G. Bartstra; bij de pharmacie dr. J. van der Meer; bij de organische scheikunde dr. J. Strating; bij de hygiene en bacteriologie dr. A. E. Beute. bij de inwendige geneeskunde dr. J. Mulder en voor het tijdvak van 1 October 1940 tot en met 30 September 1941 tot prosector bij de anatomie aan de rijksuniversiteit te Groningen dr. W. F. H. Ströer. Concentratie in de bloemisterij. In een gecombineerde vergadei-ing van den kring bloemenveilingen der vereeniging groeo bloe misterij en den bond van bloemenveilingen in Ne derland, is besloten tot de samensmelting van deze beide organisaties. Deze concentratie van krachten en bereikte een- beid zijn voor de Nederlandsche bloemisterij van groot belang. Nagenoeg alle organisaties op het ge bied van de bloemisterij zijn thans vereenigd in een centrale organisaties, de vereeniging „groep bloemisterij", van den Nederlandschen tuinbouw- raad. VOOR DE KINDEREN Mistroostig keerde Speurneus zich van de zee af en wilde zich naar zijn hut begeven om daar verder over het geheimzinnige verdwijningsgeval na te denkenDoch plotseling zag hij voor zich op het dek de donkere schaduw van een mensch. Snel keer de hij zich om en daar stond vlak achter hem Siki, de verrader. Onder danig buigend en over heel net lijf sidderend, verzocht hij Speurneus hem en zijn kameraden te willen helpen. En nu vertelde Siki aan Speurneus een heel verhaal: Hij en zijn kame raden waren aan land door roovers overvallen en hier aan boord ge bracht. Speurneus hoorde dit prach tige verzinsel glimlachend aan en dacht:-Hij moest eens weten dat ik het zelf ben, dien hij gisterennacht den weg heeft gewezen naar de roo- verhut van Simpa. Zonder -een woord tegen Siki te zeggen, verdween hij in zijn hut en kwam eenige oogenblikken later terug in zijn bergcostuum. Aan zijn bovenlip en kin hing weer dat zelfde snorretje en de lange putige sik. Toen Speurneus op Siki afstapte, sprong deze met een gil van den vloer en riep: „Mafta!" Spoedig was Siki door toegeschoten mannen geboeid en nu moest hij aan Speurneus vertellen waar al die pira ten en vooral Simpa zich verstopt hadden. Nu doorzag Speurneus de list van Siki. Zoo wilde hij nu van boord afkomen met zijn bendegenooten. En natuurlijk zou Simpa dan vermomd het schip verlaten. Spoedig was de geheele bende gevonden, die ver scholen lag achter en onder in het ruim. Ook Simpa was er bij. Hij moest antwoord geven op alle vragen die Speurneus hem deed. Maar een roover- hoofdman van de piraten is listig. Op alle vragen bleef hij stom zwijgen. Hij wist niets en kende jongens Ab en Dib niet.. Prijzen in restaurants en café' niet verhoogd worden. Van bevoegde zijde wordt er de aand gevestigd, dat het voorschrift van de prij! .c5 schikking 1940 no. 1, volgens hetwelk priiif'ï06" ging boven het peil van 9 Mei. 1940 verbod""^ ook van toepassing is voor de dranken, en eetwaren, welke in restaurants en café's w verstrekt. Gebleken is namelijk, dat verseK® restaurant- en caféhouders de tarieven hebbe hoogd zonder dat daarvoor vergunning dot)1^* secretaris-generaal, van het departement var del, Nijverheid en Scheepvaart is verleend 7^' danige vergunning is tot dusverre behoud» enkele afzonderlijke gevallen slechts verleend^ Zoo. aanzien van bier en gedistilleerd, voorzoover prijs lager was dan 20 cent. De toegestane ve v 4e ging bedraagt 1 cent. Alle prijsverhoogingen, die sinds 10 Me; jg«n restaurants en café's hebben plaats gevonden r tenzij daarvoor toestemming van den secret generaal van handel, nijverheid en scheepvaan verkregen, als overtreding der prijsvoorsehriltèn beschouwen. Hun, die zich daaraan schuldig mL5* ten, wordt aangeraden bedoelde prijsverhoogn zoo spoedig mogelijk ongedaan te maken. Aanvragen tot prijsverhooging met betrekk tot de tarieven in het hotel-, café-, restaurant- -' pensionbedrijf, dienen te worden gericht tot\S 1 rijksbureau voor het hotel-, café-, restaurant- pensionbedrijf, Raamweg 14, te 's Gravenhage Van je vrienden Na cafébezoek volgde de ontnuchtering, Zaterdagavond waren twee vrienden 2wer vers en bekende recidivisten tezamen in Amster dam aan den zwier gegaan. Het waren g0ed» vrienden en dus werd menig glaasje op hun vriendschap geledigd. Zij bezochten daartol diverse café's in de omgeving van de Warmoe! straat en op een van deze wandelingen verdween een van de vrienden plotseling, den andere alten in de duisternis achterlatend. Deze zette den toch alleen, voort, doch toen hij op een gegeven oogen blik moest afrekenen, bleek zijn beurs, waarir, zU ruim f 40 bevond verdwenen te zijn. De politie had zijn metgezel weldra opgespoord. Het «14 werd nog op hem gevonden. Hij is thans veilig on. gesloten en zal zich binnenkort voor zijn oneer, lijkheid te verantwoorden hebben. Als de drank is strandt het huwelijksbootje. Een inwoner van Voorburg, van beroep hersteller, was door de Haagsche Rechtbank tot een maand gevangenisstraf veroordeeld wegens mis handeling van zijn vrouw. Hij had in dronkenschap, toen zijn eega in de keuken aan den arbeid was, da wouw met een schaar in de borst "gestoken en mocht van geluk spreken, dat de verwonding nog betrekkelijk goed was afgeloopen. Het rapport omtrent verdachte luidde overigens gunstig, doch wanneer hij dronken was,dan kon hij beestachtig te keer gaan. De man ging bij het Gerechtshof in beroep om dat hij, zoowel als zijn vrouw gaarne zou zien, dat hem een voorwaardelijke veroordeeling zou worden opgelegd, die voor hem tevens een waarschuwing zou beteekenen om zich niet meer te bedrinken. Met dien wensch heeft het Gerechtshof rekening willen houden. Het heeft een voorwaardelijke ver oordeeling voor den tijd van zes maanden gegeven met een proeftijd van drie jaren, gedurende welke de man geen café's zal mogen bezoeken en natuur lijk geen herhaling van mishandeling mag doch FAILLISSEMENTEN. (Opgegeven door afd. Handelsinforfmaties y. d. Graal en Co. N.V., Amsterdam). UITGESPROKEN: 20 Nov. N.V. Schepenexploitatie Mij. .Mignon", geves- tïgd te Rotterdam, kantoorhoudende Schiekade 160. Recht Comm. Mr. J. Overwater, Cur. Mr. J. A. L. M. Loeif, Rotterdam. 20 Nov. Paulus van Woerden, landbouwer, Overschie, Recht. Comm. Mr. J. Overwater, Cur. Mr. P. R. Leopold, Rotterdam. 21Nov. de N.V. Bouw- en Handelmaatschappij „Pol- poort I", Voorburg, van Faukènbergeplein 11. Recht Comm. Mr. H. van Wagenlngen, Cur. Mr. B. E. Wielenga, Den Haag. 21 Nov. F. Jansen, wonende te Maastricht, Mlnderbrot- dersberg 10. Recht. Comm. Mr. Ch. Petit, Cur. Mr. P. van den Hove, advocaat te Maastricht. 22 Nov. Johannes Albertus van Vliet, behanger, wo nende te Amsterdam. John Franklinstraat 35 huis, Recht Comm. Mr. H. J Hütschler, Cur. Mr. P. G. Vos, Wete ringschans 90, Amsterdam. OPGEHEVEN WEGENS GEBREK AAN ACTIEF: 20. Nov. A. Jetten, Uden. 21 Nov. A. Reiman, Amsterdam. 21 Nov. G. Portgengen Jr., Amsterdam. 21 Nov. P. Zechner, Amsterdam. GEëINDIGD DOOR HOMOLOGATIE VAN HET ACCOORD. 21 Nov. H. te Pas, smid, Angeloo. Groot 25 GEDEPONEERDE UITDEELINGSLIJSTEN: 28 Oct. C. v. d. HeideA, Rotterdam, banketbakker, Ge ëindigd door het verbindend worden der eenige uitaee* lingslijst. Uitk. nihil aan conc. crediteuren. M. Wolf, Den Haag. Geëindigd door het verbindend wor den der eenige uitdeelingslijst na gedaan verzet EEN VERHAAL VAN DE ZEE. bewerkt door ADRLAAN J. HUISMAN. (Nadruk verboden). 5) Ben, riep Enid ineens. Waar kijk je zoo naar? Ik geloof, -dat we sneeuw krijgen, juffrouw. Nu, wat doet dat er nu toe? Zonder bevelen af te wachten, had Connie het Stuur een weinig gewend, zoodat de boot nu recht op den vuurtoren afliep, die zij over een uurtje konden bereiken. Het is misschien toch wat te gewaagd, mom pelde de oude man, Voor er iets gebeuren kaïn, zijn we bij den vuurtoren, zei Connie, die altijd nog al practisclh aangelegd was. En terug komen we altijd wel weer, Ben gaf zich maar gewonnen. Later zou hij niet toegestemd hebben, dat hij dit vrijwillig gedaan had. Hij zou gezegd hebben: Ja, ik kon niet an ders, ik moest haar wel haar zin geven. En hoe vaak zien'wij sneeuw hier in de buurt? Dit is de eerste keer in jaren. Op een afstand van eenige kilometers lijken alle kleine booten op elkaar, maar Brand zou toch de „Daisy" en zijn lading herkend hebben als niet juist op het oogenblik dat hij er zijn verrekijker'op wou richten een schelletje hem meldde, dat zijn te genwoordigheid in de keuken vereischt werd. Toen hij een tijdje later weer terug kwam, zag hij tot zijn schrik, dat de vuurtoren van Landsend door een heftigen sneeuwstorm aan het oog onttrokken was. Zonder een oogenblik te aarzelen stelde hij de groote mistklok in werking en het geluid drong als de stem van een vertrouwen vriend tot den* ouden Ben en de beide meisjes door. Ben, die den toe stand al Weer geheel beheerschte, gaf zijn voorne men te kennen om naar de baai bij Mount Boll te yaren. We kunnen nu niet'naar den vuurtoren gaan, zei hij; we zouden bijna zeker tegen de rots te plet ter slaan. We zullen morgen terug moeten komen. Een harde knal stuitte zijn woordenstroom. Op den vuurtoren had men een signaal afgeschoten. De „Daisy" scheen in haar voegen te trillen. Pol lard wilde juist omkeeren, toen Connié met een enkele beweging van het stuur de boot in de rich ting van de rots bracht. Een oogenblik aarzelde hij, bovendien was hij door den slag geschrokken. Meneer Brand zal ons gezien hebben, zei hij, het is een waarschuwing voor ons niet verder te gaan. Nauwelijks waren de woorden over zijn lippen gekomen, toen de stilte voor de tweede maal door een knal verbroken werd. Dat kan niet voor ons bedoeld zijn, zei Enid; we waren pas half weg, toen het begon te sneeuwen. Ik heb heelemaal geen schip in de buurt van den toren gezien, jij Ben? vroeg Connie angstig. Voor Polard den tijd had te antwoorden klonk voor de derde maal het noodsignaal van den vuur-r toi-en. Ben, we kunnen niet terug, ze zijn op den to ren in nood, ze hebben hulp noodig, riep Connie opgewonden uit. We moeten nog een kwartiertje denzelfden kant op zeilen en dan roeien. De mist klok zal ons den weg wel wijzen. Ja, Ben er is iets op de rots. Ik weet zeker, dat er geen enkel schip zoo dicht in de buurt was, dat ze een ongeluk op zee kunnen melden, voegde Enid er bij. Ja, er zal wel niets ander op-zitten! 't Zal er om spannen, maar als het er op aan komt, heb ik net zoo lief u beiden aan boord als een paar mans kerels. Op den toren waren drie wachters. Het signaal beteekende waarschijnlijk, dat een van hen plotse ling ziek was geworden. Wie zou het zijn? De beide meisjes verkeerden in doodsangst, dat het Brand was. Stephen Brand was voor beiden een toegewijd vader. Hij had er steeds voor ge zorgd. dat Enid nooit voelde, dat zij van zijn goed heid afhing. Pas nog, toen zij er over gesproken had, dat zij schilderles wou gaan nemen om in de toekomst in haar eigen onderhoud te kunnen voor zien, had hij, ofschoon hij lachte om haar motief, onmiddellijk zijn toestemming voor deze studie ge geven. Met jouw aardige snuitje en lieve maniertjes, Enid, had hij gezegd, zal ik toch al moeite genoeg hebben je in het nest te houden. Ik zal mij dus maar geen zorgen maken hoe jij het verlaat. Maar begin vooral niet met kleuren, eerst teeke nen! En waar Connie en ik zullen leven, kun jij ook zijn, als je ons niet heelemaal in den steek wilt laten. Het was dan ook niet te verwonderen, dat de beide meisjes er van overtuigd waren, dat er op deze wereld geen tweede man gelijk hun „Vader" was. Het huis, dat zij bewoonden, was een mid delpunt van intiem geluk en er was maar één schaduw: dat Brand twee van de drie maanden niet thuis was voor zijn uitvinding, waaraan hij zich geheel gewijd had. De gehoorzame „Daisy" baande zich rustig een weg door de woelige golven. Elke minuut bracht hen dichter bij den toren en deed hen de mistklok duidelijker hooren. Pollard lag op de voorplecht van de boot. Met zijnblikken trachtte hij den sneeuwstorm te doorboren en zijn ooren hoorden slechts het gelui van de klok. Met enkele handbe wegingen duidde hij Connie aan, hoe zij moest manoeuvreeren. Enid, die zich gereed hield om zoodra dit noo dig mocht zijn het zeil te strijken, wierp angstige blikken op haar horloge. Eindelijk riep zij: Twintig minuten, Ben! In orde, juffrouw, maar we kunnen nog wel even doorgaan, we zijn dadelijk bij den toren. Het zal direct wel wat opklaren. De visscher'had gelijk. De sneeuw was niet meer zoo dicht en spoedig was het mogelijk een hon derd meter- vooruit te kijken. Aan stuurboord hoor den zij een dof gegrom. De vloed speelde over den voet van de rots. Uit de duisternis rees een spookachtige reus op. De boot schoot langs de boei, waaraan de stoom boot eens in de maand aanlegde en even later klonk net uit Pollard's mond: „Strijken". Hetzelfde oogenblik zakte het zeil. Connie deed de „Daisy" een grooten boog beschrijven en Ben greep de riemen om te zorgen, dat zijn boot niet op de rots te pletter geslagen werd. Enid hield haar oogen strak op den omloop van den toren be richt. Toren, ahoi, riep zij en aan haar stem kon men hooren, hoe de opwinding haar gegrepen had. Op den toren bewoog zich niets. De deur, die naar den omloop leidde, bleef gesloten. Ook Connie riep nu en hun stemmen waren ver hoorbaar in de onheilspellende stilte. Een raam halverhoogte in den toren werd geopend en een hoofd en een paar schouders kwamen naar buiten. Het was Stephen Brand. Goddank, zuchtte Connie. Enid moest zich op de lippen bijten om haar tra nen te bedwingen, zoozeer hadden de emoties van de laatste oogenblikken haar aangegrepen. Ik kom beneden, riep hij. Jullie komen als of de hemel jullie gestuurd heeft. Even later werd de deur boven aan de primi tieve trap geopend en Stephen Brand verscheen in de opening. Hij had geen tijd voor een hartelijke begroeting of zelfs zijn verbazing over hun onver wachte komst te uiten. Wanneer kan de sleepboot 'hier zijn? vroeg Brand aan Ben. De mededeelingen -van den schipper over de ge steldheid van wind en water waren niet erg hoop vol. Dan moeten de meisjes hier komen en mij helpen. Jackson heeft in de keuken zijn arm en handen verbrand en toen Bates naar de voorraad kamer ging om olie en verband-materiaal te ha len is hij op de trap uitgegleden en heeft zijn been gebroken. We moeten ze naar land brengen. Kun jij ze mee nemen, Ben? Zeker, meneer. Nu, Connie, jij eei^t! Pas op en sta rustig in de mand. Jullie boot kan niet dichter bij komen. Brand bracht de hijschinrichting in orde en liet de mand zakken om er zijn dochter in op te hijschen. Onderwijl fluisterde Connie tegen Enid, die van opwinding haast niet wist wat ze deed: Laten wij allebei de helft van de pakjes ne men. O, ik zou ze bijna vergeten hebben, was het antwoord en dadelijk begon Enid hun goede ga ven te voorschijn, te halen. Zonder een spier van haar gezicht te vertreldca stapte Connie in de stevige mand en nadat m» er nog het een en ander had ingepakt, riep ze BraM toe, dat hij „halen" kon. Ze kwam goed en wei boven, even later door Enid, die al evenmin angs toonde, per zelfde reisgelegenheid gevolgd. Drommels, zei Ben, toen de beide meisjes den toren verdwenen waren, en hij krabde zi eens achter zijn oor, die dametjes zijn ook niet bang uitgevallen. Nog steeds luidde de mistklok. ofschoon bet wee alweer opgeklaard was en men Landsend al wee onderscheiden kon. De hemel werd wat lichter Ben ha'd alle hoop, dat hij .veilig in de haven terug zou kunnen keeren. Op het oogenblik had hij al zijn aandacht noo i» om te zorgen, dat zijn boot niet tegen de. rots pletter liep. En zoo kwam Enid voor de tweede maal in na leven op den vuurtoren, waar zij eens, ternauw nood aan den dood ontsnapt, was binnengebrac'M Wat zou haar bezoek thans voor wondere»» lijks brengen. Het scheen of de rusteloos-luide bel iets' te zeggen had, maar wat was het HOOFDSTUK IV. De stem van het rif. Toen de beide meisjes met Brand in de ingang van den vuurtoren stonden, was de stige uitdrukking van hun gezichten alleen ro een gevolg van het feit, dat hun vader hen zoo verteld had, dat er een ernstig ongeluk seo was. Ze hadden niet het minste idee er van, het lot twee personen van het tooneel ve^J om het voor groote gebeurtenissen beschucba hebben. Het was zeker in geen twintig jaar* voorgele dat twee van de drie wachters op een vUUT, niet ver van de kust, tegelijk buiten gevecn steld werden. JWordt vervol^)»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 6