AB'S AVONTUREN
De Torenwachter
PIHSD'AG 26 NÖVEMBKS '1940
Het Verbond van Nederlandselie
Journalisten bijeen.
Rede van den heer P. J. van Megchelcn.
Het A.N.P. meldt:
I11.de eerste groote vergadering van het ver'
bond van Nederlandsche journalisten heeft de
voorzitter van het verbond, de heer ,P. J. van
Mechelen, een rede uitgesproken, waarin hij al
lereerst zijn voldoening uitsprak over het feit,
dat de Nederlandsche Journalistenkring met
groote meerderheid tot opheffing heeft besloten
en alle journalisten thans in het verbond ver-
eenlgd zijn. Er is een mooi stuk werk verricht
door den Raad van Voorlichting en de geza
menlijke journalisten, die zijn initiatief 'begre
pen en de idee hielpen verwezenlijken.
Het verbond heeft in den tijd, voorafgaande
aan de opheffing van den kring, veel werk ver
richt, ook al is daarvan weinig naar buiten ge
bleken. De brandende salariskwestie is reeds be
sproken en de zaak is in handen van zeer be
voegde mannen uit het verbond. Het verbond
heeft bij de leiding van de vereeniging De Ne
derlandsche Dagbladpers groote bereidwillig
heid gevonden om snel tot zakelijke besprekin
gen te komen in een kleine commissie.
De inwendige organisatie van het verbond
kan, nu alle dagbladschrijvers samengebracht
zijn, snel geregeld worden. Spr. deelde hierom
trent mede, dat een aantal gewestelijke krin
gen zal worden ingesteld. In deze kringen
zullen vergaderingen gehouden worden ter be
spreking van vakbelangen en journalistieke of
politieke vraagstukken van algemeenen aard.
De leiders der kringen kunnen adviseeren bij
vacatures en het leerlingwezen.
In het verbond zullen drie hoofdgroepen zijn:
de eigenlijke journalisten, die dezen naam als
titel mogen voeren. Dat zijn zij, die organiek
aan een blad verbonden zijn. De andere dag
bladschrijvers zullen den naam publicist dragen.
Het verbond zal ook leerling-journalisten ken
nen, wier positie en rechten nauwkeurig zullen
worden afgepaald naast die der journalisten en
publicisten.
De leider van het verbond deelde vervolgens
mede,, dat het verbond tegen begin December
tezamen met den Raad van Voorlichting over;
een eigen gebouw zal beschikken in Den Haag.
Spr. gaf voorts «enige inlichtingen over de sa
menstelling van den R. V. V. Een drietal verte
genwoordigers van de directeuren van dagblad
pers en periodieke pers heeft in den raad zitting
gekregen. In grondvorm is hier dus een cor
poratie ontstaan, waarin alle krachten, die de
geestelijke en materieele structuur der pers be
ft eerschen, samenwerken.
Spr. ging daarna over tot behandeling van de
positie van de Nederlandsche pers in dit tijds
gewricht. Deze positie wordt beheerscht door de
verhouding tusschen Nederland en Duitsch-
Iand. De actueelste zijde daarvan is voor de
journalisten op het oogenblik de moeilijke taak,
welke de pers heeft om het publiek tot het in
zicht te brengen, dat het tijd wordt actief mee
te gaan werken aan den bouw van het nieuwe
Europa. Het moet evenwel eerst leeren aanvaar
den, dat wij onverbiddelijk in de Europeesche
revolutie zijn betrokken en dat er geen terug
naar den negenden Mei meer mogelijk is.
Uitvoerig zette spr. uiteen, dat de stemming
in ons land voor den oorlog anti-Duitsch is ge
weest, ook al hebben verschillende bladen zich
beijverd dit te ontkennen. De enkele stemmen,
verheven tegen het verdrag van Versailles,
hebben nooit geleid tot eenige daad van betee-
kenis. Geen risico hebben wij destijds willen
aanvaarden om tot een redelijke samenleving in
Europa te komen. Nog belangrijker is en wel
licht beslissend voor de verdere ontwikkeling,
dat een zeer groot deel der Nederlandsche pers
na 1932 stelselmatig wantrouwen tegen Hitier
en het Derde Rijk heeft gezaaid. Ook wij plukken
thans in ons land de bittere vruchten van den
stelselmatigen onwil of het permanente onver
mogen om het Derde Rijk destijds in zijn ka
rakter en in zijn streven te verstaan. Dat leidde
tot een verwijdering, die door de gebeurtenissen
van Mei niet geringer is geworden. Den laatsten
tijd vallen gelukkig tal van symptomen waar
te nemen van klaarder begrip van de werkelijk
heid, van bereidwilligheid om deze te aanvaar
den en geneigdheid om er het beste van te ma
ken.
De overgroote meerderheid der journalisten
toont thans reëel besef en oprechten wil tot
opbouw. Zij hebben er mede toe bijgedragen,
dat de huidige leiders van ons volk- reeds op be
langrijke punten gelijk denken. Men erkent
thans, dat de tiende Mei een breuk in onze ge
schiedenis was. Plet oude, keert nooit terug. Wij
Zijn allen meer dan vroeger gemeenschapsmen-
schen geworden en talloozen achten den naam
„socialisten" thans een eereti'tel. Wij zijn er van
doordrongen, dat ons land deel zal uitmaken van
een andere grootere Europeesche gemeenschap
en dat in het deel van Europa, waar wij wo
nen. Duitschland de leiding zal hebben bij de
groote politiek en bij de hoofdordening van het
«cpvomische leven.
®en ding staat vast: het kan nooit de taak
van een journalist zijn achteraan te loopen of
ef te wachten. De krant is geen klachtenbureau
en de journalist geen klankbord. Hij moet een
voortrekker zijn.
Algemeene regels hiervoor kunnen niet worden
gegeven. Ieder moet zulks voor zich, voor zijn
De Sabelspoort is geheel ontmanteld, zoodat men thans een onbelemmerd
uitzicht heeft op dit historisch bouwwerk.
(Foto Pax Holland.)
eigen blad, zijn eigen milieu nagaan. Wel kan
men op grond van zijn ervaringen in gemeen
schappelijk overleg wenschen te kennen ge
ven aan bevoegde autoriteiten over de wijze,
waarop men van boven af onze taak vergemak
kelijken kan. Dergelijke wenschen vinden steeds
een willig oor.
Reeds in Mei van' dit jaar was er een breede
kloof tusschen de openbare meening hier te lan
de en de nieuwe wereld daarbuiten. De oorlog
en de onvermijdelijke eischen van de oorlogvoe
ring hebben die kloof niet vernauwd. Op de
journalisten rust de taak. elk naar zijn krachten
mee te werken aan het bouwen van de brug, die
het ons volk mogelijk zal maken in de nieuwe
wereld te komen en daar een eigen, volwaardige
taak te verkrijgen.
Wij weten het, aldus besloot spr., zijn rede,
wij zullen geen tijd van rustige beschouwing
meer kennen, wij zijn strijders geworden tegen
vooroordeelen en wanbegrip, bouwers aan een
nieuwe toekomst: wij zullen onze vreugde moe
ten vinden en wij zullen die vinden in den strijd,
ook als het eenmaal vrede is. In alle moeilijk
heden zullen wij kracht putten uit onze onwan
kelbare trouw aan ons volk.
Brutale diefstal in het City Theater.
Zaterdagavond omstreeks acht uur is een
brutale diefs.tal gepleegd in het City theater te
Amsterdam. Uit de rechter kassa van de voorzijde
gezien, is een bedr.ag van f 800 gestolen. De dieven
hebben, gebruikmakend van de duisternis, een
mica spreekruitje ingedrukt, daarna het verduis
teringsgordijntje ter zijde gestoven, de ruit ge
opend en het geldkistje, waarin de recettes ge
borgen waren, gestolen.
De juffrouw van de kassa was juist even naar
boven gegaan om haar handen te wasschen. Zij
is misschien vijf minuten weg geweest en ontdekte
na haar terugkomst den diefstal.
NATUURWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK.
De secnjtaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van Waterstaat heeft in de
plaats, opengevallen door het overlijden van dr.
ir. Th. van der Waerden, benoemd in het bestuur
van de centrale organisatie voor toegepast natuur
wetenschappelijk onderzoek tot gewoon lid dr. ir.
J. A. Ringers, algemeen gemachtigde voor den
wederopbouw.
Arbeid door 16-jarigen in de
schoenenindustrie.
De waarnemend secretaris-generaal waar
nemend hoofd van het departement van Sociale
Zaken, beschikkende op een verzoekschrift van
den bedrijfsraad voor de schoenindustrie, daartoe
strekkende, dat worde toegestaan, dat in de on
dernemingen of gedeelten van ondernemingen
van werkgevers, leden van de federatie van Ne
derlandsche schoenfabrikanten te Tilburg, waar
de vervaardiging van schoenen, laarzen e- oan-
toffels langs fabriekmatigen weg geschie foor
arbeiders van 16 jaar of ouder arbeid wo ver
richt in afwijking van het bepaalde bij artikel 24
der arbeidswet 1919, heeft de gevraagde vergun
ning voor het tijdvak van 1 Januari 1941 tot eil
met 31 December 1941 behoudens intrekking
tusschentijds verleend met dien verstande, dat
zij niet geldt met betrekking tot gehuwde vrouwen
en voorts onder een aantal voorwaarden.
DE VRIJE HALVE DAG VOOR
WINKELPERSONEEL.
Blijkens een besluit van den wnd. secretaris
generaal, wnd. hoofd van het departement van
sociale zaken, is de periode van drie weken, welke
in het werktijdenbestluit voor winkels 1932. is
genoemd als tijdvak, gedurende hetwelk geen vrije
ochtend of middag op een der werkdagen be
hoeft te worden verleend aan winkelpersoneel,
voor winkels, welke tengevolge van de verduiste-
ringsvoorschriften vroeger moeten sluiten, ver
lengd, van 25 November tot en met 4 Januari a.s.
BENOEMINGEN.
Bij beschikking van den waarnemend secretaris
generaal van het departement van onderwijs,
kunsten en wetenschappen zijn benoemd aan de
rijksuniversiteiten: voor het tijdvak van 1 October
1940 tot en met 30 September 1941 tot conservator:
bij de heelkunde dr. I. Boerema;
bij de psychiatrie dr. H. K. G. Bartstra;
bij de pharmacie dr. J. van der Meer;
bij de organische scheikunde dr. J. Strating;
bij de hygiene en bacteriologie dr. A. E. Beute.
bij de inwendige geneeskunde dr. J. Mulder en
voor het tijdvak van 1 October 1940 tot en met 30
September 1941 tot prosector bij de anatomie aan
de rijksuniversiteit te Groningen dr. W. F. H.
Ströer.
Concentratie in de bloemisterij.
In een gecombineerde vergadei-ing van den
kring bloemenveilingen der vereeniging groeo bloe
misterij en den bond van bloemenveilingen in Ne
derland, is besloten tot de samensmelting van deze
beide organisaties.
Deze concentratie van krachten en bereikte een-
beid zijn voor de Nederlandsche bloemisterij van
groot belang. Nagenoeg alle organisaties op het ge
bied van de bloemisterij zijn thans vereenigd in
een centrale organisaties, de vereeniging „groep
bloemisterij", van den Nederlandschen tuinbouw-
raad.
VOOR DE KINDEREN
Mistroostig keerde Speurneus zich
van de zee af en wilde zich naar zijn
hut begeven om daar verder over het
geheimzinnige verdwijningsgeval na
te denkenDoch plotseling zag hij
voor zich op het dek de donkere
schaduw van een mensch. Snel keer
de hij zich om en daar stond vlak
achter hem Siki, de verrader. Onder
danig buigend en over heel net lijf
sidderend, verzocht hij Speurneus hem
en zijn kameraden te willen helpen.
En nu vertelde Siki aan Speurneus
een heel verhaal: Hij en zijn kame
raden waren aan land door roovers
overvallen en hier aan boord ge
bracht. Speurneus hoorde dit prach
tige verzinsel glimlachend aan en
dacht:-Hij moest eens weten dat ik
het zelf ben, dien hij gisterennacht
den weg heeft gewezen naar de roo-
verhut van Simpa. Zonder -een woord
tegen Siki te zeggen, verdween hij in
zijn hut en kwam eenige oogenblikken
later terug in zijn bergcostuum. Aan
zijn bovenlip en kin hing weer dat
zelfde snorretje en de lange putige
sik. Toen Speurneus op Siki afstapte,
sprong deze met een gil van den vloer
en riep: „Mafta!"
Spoedig was Siki door toegeschoten
mannen geboeid en nu moest hij aan
Speurneus vertellen waar al die pira
ten en vooral Simpa zich verstopt
hadden. Nu doorzag Speurneus de list
van Siki. Zoo wilde hij nu van boord
afkomen met zijn bendegenooten. En
natuurlijk zou Simpa dan vermomd
het schip verlaten. Spoedig was de
geheele bende gevonden, die ver
scholen lag achter en onder in het
ruim. Ook Simpa was er bij. Hij moest
antwoord geven op alle vragen die
Speurneus hem deed. Maar een roover-
hoofdman van de piraten is listig. Op
alle vragen bleef hij stom zwijgen.
Hij wist niets en kende jongens Ab en
Dib niet..
Prijzen in restaurants en café'
niet verhoogd worden.
Van bevoegde zijde wordt er de aand
gevestigd, dat het voorschrift van de prij! .c5
schikking 1940 no. 1, volgens hetwelk priiif'ï06"
ging boven het peil van 9 Mei. 1940 verbod""^
ook van toepassing is voor de dranken,
en eetwaren, welke in restaurants en café's w
verstrekt. Gebleken is namelijk, dat verseK®
restaurant- en caféhouders de tarieven hebbe
hoogd zonder dat daarvoor vergunning dot)1^*
secretaris-generaal, van het departement var
del, Nijverheid en Scheepvaart is verleend 7^'
danige vergunning is tot dusverre behoud»
enkele afzonderlijke gevallen slechts verleend^
Zoo.
aanzien van bier en gedistilleerd, voorzoover
prijs lager was dan 20 cent. De toegestane ve v 4e
ging bedraagt 1 cent.
Alle prijsverhoogingen, die sinds 10 Me; jg«n
restaurants en café's hebben plaats gevonden r
tenzij daarvoor toestemming van den secret
generaal van handel, nijverheid en scheepvaan
verkregen, als overtreding der prijsvoorsehriltèn
beschouwen. Hun, die zich daaraan schuldig mL5*
ten, wordt aangeraden bedoelde prijsverhoogn
zoo spoedig mogelijk ongedaan te maken.
Aanvragen tot prijsverhooging met betrekk
tot de tarieven in het hotel-, café-, restaurant- -'
pensionbedrijf, dienen te worden gericht tot\S 1
rijksbureau voor het hotel-, café-, restaurant-
pensionbedrijf, Raamweg 14, te 's Gravenhage
Van je vrienden
Na cafébezoek volgde de ontnuchtering,
Zaterdagavond waren twee vrienden 2wer
vers en bekende recidivisten tezamen in Amster
dam aan den zwier gegaan. Het waren g0ed»
vrienden en dus werd menig glaasje op hun
vriendschap geledigd. Zij bezochten daartol
diverse café's in de omgeving van de Warmoe!
straat en op een van deze wandelingen verdween
een van de vrienden plotseling, den andere alten
in de duisternis achterlatend. Deze zette den toch
alleen, voort, doch toen hij op een gegeven oogen
blik moest afrekenen, bleek zijn beurs, waarir, zU
ruim f 40 bevond verdwenen te zijn. De politie
had zijn metgezel weldra opgespoord. Het «14
werd nog op hem gevonden. Hij is thans veilig on.
gesloten en zal zich binnenkort voor zijn oneer,
lijkheid te verantwoorden hebben.
Als de drank is
strandt het huwelijksbootje.
Een inwoner van Voorburg, van beroep
hersteller, was door de Haagsche Rechtbank tot een
maand gevangenisstraf veroordeeld wegens mis
handeling van zijn vrouw. Hij had in dronkenschap,
toen zijn eega in de keuken aan den arbeid was, da
wouw met een schaar in de borst "gestoken en
mocht van geluk spreken, dat de verwonding nog
betrekkelijk goed was afgeloopen. Het rapport
omtrent verdachte luidde overigens gunstig, doch
wanneer hij dronken was,dan kon hij beestachtig
te keer gaan.
De man ging bij het Gerechtshof in beroep om
dat hij, zoowel als zijn vrouw gaarne zou zien, dat
hem een voorwaardelijke veroordeeling zou worden
opgelegd, die voor hem tevens een waarschuwing
zou beteekenen om zich niet meer te bedrinken.
Met dien wensch heeft het Gerechtshof rekening
willen houden. Het heeft een voorwaardelijke ver
oordeeling voor den tijd van zes maanden gegeven
met een proeftijd van drie jaren, gedurende welke
de man geen café's zal mogen bezoeken en natuur
lijk geen herhaling van mishandeling mag
doch
FAILLISSEMENTEN.
(Opgegeven door afd. Handelsinforfmaties y. d. Graal
en Co. N.V., Amsterdam).
UITGESPROKEN:
20 Nov. N.V. Schepenexploitatie Mij. .Mignon", geves-
tïgd te Rotterdam, kantoorhoudende Schiekade 160. Recht
Comm. Mr. J. Overwater, Cur. Mr. J. A. L. M. Loeif,
Rotterdam.
20 Nov. Paulus van Woerden, landbouwer, Overschie,
Recht. Comm. Mr. J. Overwater, Cur. Mr. P. R. Leopold,
Rotterdam.
21Nov. de N.V. Bouw- en Handelmaatschappij „Pol-
poort I", Voorburg, van Faukènbergeplein 11. Recht
Comm. Mr. H. van Wagenlngen, Cur. Mr. B. E. Wielenga,
Den Haag.
21 Nov. F. Jansen, wonende te Maastricht, Mlnderbrot-
dersberg 10. Recht. Comm. Mr. Ch. Petit, Cur. Mr. P. van
den Hove, advocaat te Maastricht.
22 Nov. Johannes Albertus van Vliet, behanger, wo
nende te Amsterdam. John Franklinstraat 35 huis, Recht
Comm. Mr. H. J Hütschler, Cur. Mr. P. G. Vos, Wete
ringschans 90, Amsterdam.
OPGEHEVEN WEGENS GEBREK AAN ACTIEF:
20. Nov. A. Jetten, Uden.
21 Nov. A. Reiman, Amsterdam.
21 Nov. G. Portgengen Jr., Amsterdam.
21 Nov. P. Zechner, Amsterdam.
GEëINDIGD DOOR HOMOLOGATIE VAN HET ACCOORD.
21 Nov. H. te Pas, smid, Angeloo. Groot 25
GEDEPONEERDE UITDEELINGSLIJSTEN:
28 Oct. C. v. d. HeideA, Rotterdam, banketbakker, Ge
ëindigd door het verbindend worden der eenige uitaee*
lingslijst. Uitk. nihil aan conc. crediteuren.
M. Wolf, Den Haag. Geëindigd door het verbindend wor
den der eenige uitdeelingslijst na gedaan verzet
EEN VERHAAL VAN DE ZEE.
bewerkt door
ADRLAAN J. HUISMAN.
(Nadruk verboden).
5)
Ben, riep Enid ineens. Waar kijk je zoo naar?
Ik geloof, -dat we sneeuw krijgen, juffrouw.
Nu, wat doet dat er nu toe?
Zonder bevelen af te wachten, had Connie het
Stuur een weinig gewend, zoodat de boot nu recht
op den vuurtoren afliep, die zij over een uurtje
konden bereiken.
Het is misschien toch wat te gewaagd, mom
pelde de oude man,
Voor er iets gebeuren kaïn, zijn we bij den
vuurtoren, zei Connie, die altijd nog al practisclh
aangelegd was. En terug komen we altijd wel weer,
Ben gaf zich maar gewonnen. Later zou hij niet
toegestemd hebben, dat hij dit vrijwillig gedaan
had. Hij zou gezegd hebben: Ja, ik kon niet an
ders, ik moest haar wel haar zin geven. En hoe
vaak zien'wij sneeuw hier in de buurt? Dit is de
eerste keer in jaren.
Op een afstand van eenige kilometers lijken alle
kleine booten op elkaar, maar Brand zou toch de
„Daisy" en zijn lading herkend hebben als niet
juist op het oogenblik dat hij er zijn verrekijker'op
wou richten een schelletje hem meldde, dat zijn te
genwoordigheid in de keuken vereischt werd. Toen
hij een tijdje later weer terug kwam, zag hij tot zijn
schrik, dat de vuurtoren van Landsend door een
heftigen sneeuwstorm aan het oog onttrokken was.
Zonder een oogenblik te aarzelen stelde hij de
groote mistklok in werking en het geluid drong als
de stem van een vertrouwen vriend tot den* ouden
Ben en de beide meisjes door. Ben, die den toe
stand al Weer geheel beheerschte, gaf zijn voorne
men te kennen om naar de baai bij Mount Boll te
yaren.
We kunnen nu niet'naar den vuurtoren gaan,
zei hij; we zouden bijna zeker tegen de rots te plet
ter slaan. We zullen morgen terug moeten komen.
Een harde knal stuitte zijn woordenstroom. Op
den vuurtoren had men een signaal afgeschoten.
De „Daisy" scheen in haar voegen te trillen. Pol
lard wilde juist omkeeren, toen Connié met een
enkele beweging van het stuur de boot in de rich
ting van de rots bracht. Een oogenblik aarzelde
hij, bovendien was hij door den slag geschrokken.
Meneer Brand zal ons gezien hebben, zei hij,
het is een waarschuwing voor ons niet verder te
gaan.
Nauwelijks waren de woorden over zijn lippen
gekomen, toen de stilte voor de tweede maal door
een knal verbroken werd.
Dat kan niet voor ons bedoeld zijn, zei Enid;
we waren pas half weg, toen het begon te
sneeuwen.
Ik heb heelemaal geen schip in de buurt van
den toren gezien, jij Ben? vroeg Connie angstig.
Voor Polard den tijd had te antwoorden klonk
voor de derde maal het noodsignaal van den vuur-r
toi-en.
Ben, we kunnen niet terug, ze zijn op den to
ren in nood, ze hebben hulp noodig, riep Connie
opgewonden uit. We moeten nog een kwartiertje
denzelfden kant op zeilen en dan roeien. De mist
klok zal ons den weg wel wijzen.
Ja, Ben er is iets op de rots. Ik weet zeker,
dat er geen enkel schip zoo dicht in de buurt was,
dat ze een ongeluk op zee kunnen melden, voegde
Enid er bij.
Ja, er zal wel niets ander op-zitten! 't Zal er
om spannen, maar als het er op aan komt, heb ik
net zoo lief u beiden aan boord als een paar mans
kerels.
Op den toren waren drie wachters. Het signaal
beteekende waarschijnlijk, dat een van hen plotse
ling ziek was geworden. Wie zou het zijn?
De beide meisjes verkeerden in doodsangst, dat
het Brand was. Stephen Brand was voor beiden
een toegewijd vader. Hij had er steeds voor ge
zorgd. dat Enid nooit voelde, dat zij van zijn goed
heid afhing. Pas nog, toen zij er over gesproken
had, dat zij schilderles wou gaan nemen om in de
toekomst in haar eigen onderhoud te kunnen voor
zien, had hij, ofschoon hij lachte om haar motief,
onmiddellijk zijn toestemming voor deze studie ge
geven.
Met jouw aardige snuitje en lieve maniertjes,
Enid, had hij gezegd, zal ik toch al moeite genoeg
hebben je in het nest te houden. Ik zal mij dus
maar geen zorgen maken hoe jij het verlaat.
Maar begin vooral niet met kleuren, eerst teeke
nen! En waar Connie en ik zullen leven, kun jij
ook zijn, als je ons niet heelemaal in den steek wilt
laten.
Het was dan ook niet te verwonderen, dat de
beide meisjes er van overtuigd waren, dat er op
deze wereld geen tweede man gelijk hun „Vader"
was. Het huis, dat zij bewoonden, was een mid
delpunt van intiem geluk en er was maar één
schaduw: dat Brand twee van de drie maanden
niet thuis was voor zijn uitvinding, waaraan hij
zich geheel gewijd had.
De gehoorzame „Daisy" baande zich rustig een
weg door de woelige golven. Elke minuut bracht
hen dichter bij den toren en deed hen de mistklok
duidelijker hooren. Pollard lag op de voorplecht
van de boot. Met zijnblikken trachtte hij den
sneeuwstorm te doorboren en zijn ooren hoorden
slechts het gelui van de klok. Met enkele handbe
wegingen duidde hij Connie aan, hoe zij moest
manoeuvreeren.
Enid, die zich gereed hield om zoodra dit noo
dig mocht zijn het zeil te strijken, wierp angstige
blikken op haar horloge.
Eindelijk riep zij: Twintig minuten, Ben!
In orde, juffrouw, maar we kunnen nog wel
even doorgaan, we zijn dadelijk bij den toren. Het
zal direct wel wat opklaren.
De visscher'had gelijk. De sneeuw was niet meer
zoo dicht en spoedig was het mogelijk een hon
derd meter- vooruit te kijken. Aan stuurboord hoor
den zij een dof gegrom. De vloed speelde over den
voet van de rots.
Uit de duisternis rees een spookachtige reus op.
De boot schoot langs de boei, waaraan de stoom
boot eens in de maand aanlegde en even later klonk
net uit Pollard's mond: „Strijken".
Hetzelfde oogenblik zakte het zeil. Connie deed
de „Daisy" een grooten boog beschrijven en Ben
greep de riemen om te zorgen, dat zijn boot niet
op de rots te pletter geslagen werd. Enid hield
haar oogen strak op den omloop van den toren be
richt.
Toren, ahoi, riep zij en aan haar stem kon
men hooren, hoe de opwinding haar gegrepen had.
Op den toren bewoog zich niets. De deur, die naar
den omloop leidde, bleef gesloten.
Ook Connie riep nu en hun stemmen waren ver
hoorbaar in de onheilspellende stilte. Een raam
halverhoogte in den toren werd geopend en een
hoofd en een paar schouders kwamen naar buiten.
Het was Stephen Brand.
Goddank, zuchtte Connie.
Enid moest zich op de lippen bijten om haar tra
nen te bedwingen, zoozeer hadden de emoties van
de laatste oogenblikken haar aangegrepen.
Ik kom beneden, riep hij. Jullie komen als
of de hemel jullie gestuurd heeft.
Even later werd de deur boven aan de primi
tieve trap geopend en Stephen Brand verscheen in
de opening. Hij had geen tijd voor een hartelijke
begroeting of zelfs zijn verbazing over hun onver
wachte komst te uiten.
Wanneer kan de sleepboot 'hier zijn? vroeg
Brand aan Ben.
De mededeelingen -van den schipper over de ge
steldheid van wind en water waren niet erg hoop
vol.
Dan moeten de meisjes hier komen en mij
helpen. Jackson heeft in de keuken zijn arm en
handen verbrand en toen Bates naar de voorraad
kamer ging om olie en verband-materiaal te ha
len is hij op de trap uitgegleden en heeft zijn been
gebroken. We moeten ze naar land brengen. Kun
jij ze mee nemen, Ben?
Zeker, meneer.
Nu, Connie, jij eei^t! Pas op en sta rustig in
de mand. Jullie boot kan niet dichter bij komen.
Brand bracht de hijschinrichting in orde en liet
de mand zakken om er zijn dochter in op te hijschen.
Onderwijl fluisterde Connie tegen Enid, die van
opwinding haast niet wist wat ze deed:
Laten wij allebei de helft van de pakjes ne
men.
O, ik zou ze bijna vergeten hebben, was het
antwoord en dadelijk begon Enid hun goede ga
ven te voorschijn, te halen.
Zonder een spier van haar gezicht te vertreldca
stapte Connie in de stevige mand en nadat m»
er nog het een en ander had ingepakt, riep ze BraM
toe, dat hij „halen" kon. Ze kwam goed en wei
boven, even later door Enid, die al evenmin angs
toonde, per zelfde reisgelegenheid gevolgd.
Drommels, zei Ben, toen de beide meisjes
den toren verdwenen waren, en hij krabde zi
eens achter zijn oor, die dametjes zijn ook niet bang
uitgevallen.
Nog steeds luidde de mistklok. ofschoon bet wee
alweer opgeklaard was en men Landsend al wee
onderscheiden kon. De hemel werd wat lichter
Ben ha'd alle hoop, dat hij .veilig in de haven terug
zou kunnen keeren.
Op het oogenblik had hij al zijn aandacht noo i»
om te zorgen, dat zijn boot niet tegen de. rots
pletter liep.
En zoo kwam Enid voor de tweede maal in na
leven op den vuurtoren, waar zij eens, ternauw
nood aan den dood ontsnapt, was binnengebrac'M
Wat zou haar bezoek thans voor wondere»»
lijks brengen. Het scheen of de rusteloos-luide
bel iets' te zeggen had, maar wat was het
HOOFDSTUK IV.
De stem van het rif.
Toen de beide meisjes met Brand in de
ingang van den vuurtoren stonden, was de
stige uitdrukking van hun gezichten alleen ro
een gevolg van het feit, dat hun vader hen zoo
verteld had, dat er een ernstig ongeluk seo
was. Ze hadden niet het minste idee er van,
het lot twee personen van het tooneel ve^J
om het voor groote gebeurtenissen beschucba
hebben.
Het was zeker in geen twintig jaar* voorgele
dat twee van de drie wachters op een vUUT,
niet ver van de kust, tegelijk buiten gevecn
steld werden.
JWordt
vervol^)»