tüintetPudp. VOORSCHRIFTEN VERSCHERPT. voor 't verduisteren Nederlandsch werjc ten bate der Nederlandsche bevolking Reclame- en etalageverlich ting practisch verboden. KORT EN BONDIG. DONDERDAG 28 NOVEMBER" 19~4Ö Een interview rnet den directeur voor Noordholland, mr. A. J. Backer Als directeur voor Noord-Holland van de stich ting „Winterhulp Nederland" treedt op mr. A. J. Backer, chef van de le afdeeling van de Provinciale Griffie en van het Kabinet van den commissaris der Provincie. In deze functies en trouwens ook in vroegere betrekkingen is hij veel in aanraking gekomen met vraag stukken betreffende armenzorg, volksgezond heid en sociale aangelegenheden. Bovendien heeft hij als rechterhand van den Commissaris veel contact met burgemeesters en ge meentebesturen. Daarom was zijn aanwijzing tot provinciaal directeur een gelukkige, temeer daar de heer Bakker ook bekend staat als een harde werker en een uitnemend organisator. Mr. A. J. Backer (Foto Archief HD.) Van een villa in het Kenaupark te Haarlem waait de Nederlandsche vlag. In het gebouw is sinds 15 November het bureau van den provincialen direc teur van „Winterhulp" gevestigd. „Die vlag", zoo zeide mr. Backer ons in een on derhoud, dat wij met hem hadden, „is het symbool van het Nederlandsche werk ten bate van het ge- heele Nederlandsche volk. Ik zal niet verbloemen, dat „Winterhulp" nog heel wat moeilijkheden en bezwaren moet overwinnen, om zich den steun en de sympathie van de geheele bevolking eigen te maken, maar ik ben overtuigd, dat wij op den duur daarin zullen slagen. Wie kennis maakt met het werk laat al gauw zijn bedenkingen varen en het duurt dan niet lang of er komt zelfs enthousiasme voor in de plaats. Dat heb ik, ik mag het wel verklappen, het eerst bij mijzelf ondervonden. Maar daarna ook bij den opbouw van de organisatie in Noord-Holland bij anderen. „Winterhulp" had de medewerking noodig van alle burgermeesters der 126 gemeenten in deze provincie, want die waren aangewezen om als plaatselijke directeuren op te treden. In zes groepen heb ik met de heeren vergaderd, in Haarlem, Den Helder, Hilversum, Zaandam, Hoorn en Alkmaar. Het bleef voor mij niet verborgen, dat vele heeren aanvankelijk vrij koel tegenover hun nieuwe taak stonden, maar wij zijn eens openhartig gaan praten. Ik heb daarbij uitvoerig verteld, wat het doel van „Winterhulp" is en hoe dat zal worden nagestreefd en toen de heeren eenmaal doordrongen waren van de noodzakelijkheid van dit werk, sloeg de stem ming gauw om. Nu geven de burgemeesters niet alleen plichtmatig hun medewerking, maar uit de rapporten, die ik dagelijks ontvang over de vorde ringen der organisatie in hun gemeente is mij over tuigend gebleken, dat zij nu allen enthousiast hun schouders zetten onder het werk. „Winterhulp" betoogt, ik wil het hier ook nog eens zeggen, steun te geven aan allen, die het noo dig hebben. Er leven talloos velen, die hoogstens het noodige hebben of krijgen om van te leven. Maar ook die minder bedeelden hebben recht op een beetje zon en warmte in hun leven, niet alleen zij maar ook, en zelfs vooral, htm kinderen. „Winterhulp" wil voor dat deel van ons volk, dat voortdui-end gebukt gaat onder de zorgen, welke de dagelijksche strijd om het bestaan medebrengt, verlichting van die zorg brengen. De stichting wil deze minder bedeelden opheffen en hun daarbij het gevoel geven, dat zij, als deel van de Neder landsche samenleving, door hun landgenooten wor den terzijde gestaan, zoowel in materieel als in geestelijk opzicht en dat zij niet aan hun lot worden overgelaten. Aan den anderen kant wil „Winter hulp" de Nederlanders doordringen van de verant woordelijkheid, die zij jegens hunne talrijke min der bedeelde landgenooten hebben en van de plich ten, die daaruit voortvloeien. De vervulling van deze plichten zal niet gevoeld moeten worden als een last, doch als een met blijmoedigheid te aan vaarden taak. De offers die voor dit werk gevraagd zullen worden en op offers, niet op giften komt het aan, zooals de Commissaris der Provincie in zijn oproep aan de bevolking het zoo juist heeft uitge drukt zullen uit de volheid des harten moeten worden gebracht. Hier wordt dus een krachtig be roep gedaan op de Nederlandsche harten. De verwezenlijking van het oogmerk om zon en warmte te brengen in het leven van de in nood verkeerende landgenooten zal moeten neerkomen op aanvulling van hetgeen ter voorziening in het noodzakelijk levensonderhoud van andere zijde wordt verstrekt. Voor die aanvulling wil „Winterhulp" zorgen. Zij treedt dus niet in de plaats van „Maatschappelijk Hulpbetoon" of Werkloosheidsdienst, die blijven zorgen voor de basis van de ondersteuning. En dan zijn er nog velen, die, hoewel zij werk hebben, toch in kommervolle omstandigheden verkeeren. Ook die moeten geholpen worden. Eevnzoo de Stille Armen. Er is dus veel, zeer veel voor „Winterhulp" te doen! Het Nederlandsche volk heeft te weinig be sef van den omvang van den nood, die voor den oorlog al groot was, maar nu door de tijds omstandigheden nog is toegenomen. Wij beschouwen het dan ook als een belangrijk deel van onze taak dien nood aan Nederland klaar en duidelijk voor oogen te stellen. Daarvoor zal de medewerking ingeroepen worden van de film, radio en pers. Wij zijn overtuigd, dat als het eenmaal tot het volk zal zijn doorgedrongen, dat alle krachten moeten worden ingespannen cm de ellende van duizenden te verzachten, het gewillig en zelfs veel zal offeren. Als er in het verleden ergens nood was, al was het in het buitenland, dan stroomden de bijdragen van alle zijden. Die hulp vaardigheid was een traditie. Nu het noodig is voor landgenooten zal niemand willen achterblijven. Het werk van „Winterhulp" moet nog beginnen te groeien. Het is te vergelijken met een boot, die onder stoom ligt en dezer dagen haar reis aan vaardt. Het einddoel van de reis is bepaald, maar wij weten nog niet precies, welke tusschenhavens wij moeten aandoen. De details van ons werk zijn nog niet vastge steld, veel zal namelijk afhangen van de ontwikke ling van het groeiproces. Daarom is ook riet pre cies aan te geven hoe uiteindelijk de verhouding zal zijn tot de thans bestaande vereenigingen voor liefdadigheid en sociale zorgen. Wat die lichamen in het verleden gepresteerd hebben wordt natuurlijk gewaardeex*d, want zij hebben zeer veel goeds tot stand gebracht. Het staat wel vast, dat ..Winterhulp" niet zal treden op het gebied van het kerkelijk leven en dus ook niet op dat van de kerkelijke charitatieve vereenigingen. Zij wil niet overkoepelen datgene wat op dit gebied in den loop der eeuwen naar aloude traditie is opgebouwd. Zooals ook door den Directeur-generaal dei- stichting duidelijk is te kennen gegeven, is het niet de bedoeling de bestaande organisaties op maat schappelijk terrein af te breken. Integendeel wil men deze organisaties laten voortarbeiden op haar terrein, doch dan, waar mogelijk, in samenwerking met „Winterhulp". Wel verre van deze organisatie te negeeren doet „Winterhulp" een krachtig beroep op hare medewerking. Wordt deze medewerking verleend, dan zullen de instellingen er op kunnen rekenen, dat zij op haar beurt van „Winterhulp" allen mogelijken steun ontvangen. Het feit, dat zij in de winterperiode in het algemeen geen inzame lingen zullen mogen houden, beteekent dan ook al lerminst, dat zij verstoken zullen blijven van de noodige inkomsten om haar uitgaven te dekken. Wanneer deze instellingen degenen die haar anders in de winterperiode steunden opwekken hun bij drage aan „Winterhulp" te zenden, zal dit indirect aan haar eigen belangen ten goede komen. Behalve samenwerking tusschen „Winterhulp" en de bestaande sociale instellingen wil de stichting ook grootere samenwerking tusschen deze instel lingen onderling bevorderen. Het streven is dus ge richt op meer coördinatie, doch daarnaast ook op meer centralisatie. Wij moeten ons als Nederlanders óók één ge voelen in onze liefdadigheid en niet alleen ons medelijden schenken aan menschen uit eigen kring of uit eigen gemeente. Vandaar, dat „Winterhulp" landelijk is gaan werken. De ingezetenen van een welvarende ge meente, die in eigen omgeving dus weinig aan liefdadigheid hebben te doen, moeten in de toe komst helpen, het leed in andere steden en dorpen te verzachten. Er is voor den veel omvattenden arbeid van „Winterhulp" veel, zeer veel geld noodig. Het I bedrag kan niet hoog genoeg geschat worden. On getwijfeld moeten er per jaar enkele tientallen millioenen guldens binnenkomen. Er is gemompeld: „Als er niet, genoeg binnen komt zal overgegaan worden tot een gedwongen heffing". Het is mijn persoonlijke overtuiging dat het daartoe niet zal komen. Misschien hebben som migen dit praatje uilgevonden, om een motief te hebben, zich afzijdig te houden. Als voor „Winter hulp" door de overheid een bijdrage op het be lastingbiljet gevraagd zou worden, zou dit het be wijs zijn, dat „Winterhulp" in het wezen der zaak mislukt was. Immers het gaat niet alleen om de steunverlee- ning aan hen, die in nood verkeeren, doch ook om de organisatie van den wil om vrijwillig te offeren. Ik heb evenwel vertrouwen, dat bij mijn landgenoo ten het juiste inzicht zoo niet aanstonds dan toch na korten tijd zal doorbreken. Laat men vertrouwen schenken aan de mannen, die nu hun schouders onder het werk van „Win terhulp" hebben gezet. Het wantrouwen en de ongegronde, kwaadwillige geruchten, verspreid met het doel, deze goede en mooie zaak te laten mis lukken, moeten verdwijnen. Er is al gezegd, dat de directeur-generaal van „Winterhulp" een fan tastisch groot salaris krijgt en dat ook de provin ciale directeuren en hun medewerkers abnormaal hooge jaarwedden genieten. Ik mag hier tegenover stellen, dat als beginsel geldt, dat het werk ten be hoeve van winterhulp belangeloos wordt verricht. Het wordt beschouwd als een eeretaak tegenover het Nederlandsche volk. Alleen bij de landelijke, zoo wel als bij de provinciale leiding is de aanstelling van bezoldigd personeel, dat over de noodige vak bekwaamheid moet beschikken, onvermijdelijk. Ik kan echter de stellige vex-zekering geven, dat de be zoldigingen van dit pex-soneel, dat tot een minimum wordt bepex-kt, eex-der blijven beneden dan uitste ken boven die, welke elders in overeenkomstige functies worden genoten. Zelf ontvang ik als pro vinciaal directeur geen bezoldiging. Alle voorbereidingen voor de collecte op 29 en 30 November zijn getroffen. Wij hopen, dat die eerste inzameling niet teleur zal stellen, maar dat de opbrengst, aangevuld met stortingen op de giro ons onmiddellijk in staat zal stellen, x-eeds dadelijk flinke bedx-agen uit te keeren. Wij kunnen pas geld geven als wij het zelf ontvangen hebben. Maar als „Winterhulp" eenmaal gaat geven zal dit haar beste propaganda zijnl Er is gezegd, dat de plaatselijke directeuren een gedeelte van het gecollecteerde geld mogen be houden om dit in de eigen gemeente te besteden Die algemeene stelregel kan eenig misverstand wekken. In gemeenten waar de nood gx-oot is, en de mogelijkheid om te offeren verhoudingsgewijze gei'ing. zal de situatie wel zóó zijn, dat de geheele collecte-opbrengst aan steunopbrengst ter plaatse heengaat en zoo noodig nog met elders ingezamelde gelden wordt aangevuld. Het geld dat „Winterhulp" verzamelt zal uit sluitend aan Nederlanders ten goede komen, zonder aanzien des persoons. Er wordt niet ge let op afkomst, geloofsovertuiging of politieke richting. (Adv. Ingez. Med.) Ik hoop van harte zoo besloot Mi\ Backer dat al mijn landgenooten, ook zij, die aanvan kelijk nog wat vreemd daar tegenover staan, hun krachten en gaven zullen aanwenden, om dit nieuwe, dat waardevol is, te steunen. In het be lang van heel ons land en volk". Voetgangers alleen met blauw licht Het A.N.P. meldt: De langer wordende nachten en de tot dus ver opgedane practische ervaringen hebben nieuwe en aanvullende bepalingen op het ge bied van de verduistering noodzakelijk ge maakt. Om deze reden is er thans een ver ordening van den Rijkscommissaris vér- schenen,, die als aanvulling van de verduiste ringsverordening 34/1940 van 4.7.1940 bedoeld is en de volgende buitengewoon belaxxgrijke bepalingen bevat: INVOERING VAN BLAUW LICHT. Voortaan mag voor de. volgende onderdeelen al leen nog donkerblauw licht gebruikt wox-den: a) Voor die deelen van gebouweix en woningen, welke onmiddellijk in de open lucht uitkomen, b.v. hallen, vestibules, voorportalen, gangen enz. Deze ruimten moeten evenzeer als totnogtoe volkomen verduisterd zijn, Het blauwe licht is alleen voor geschreven, opdat er bij het-openen van de deuren- niet te veel licht naar buiten zal vallen. b) Voor binnenvêrtrekken, welker vensters en buitendeuren weliswaar lichtdicht moeten zijn af geschermd, doch van tijd tot tijd geopend moeten worden, terwijl in die vertrekken een zwak licht brandt, zooals bijv. in ziekenhuizen voor het ven- tileeren der ziekenzalen enz. Zulke vertrekken dienen naast de normale ook van een verlichting door middel van blauwe lampen te zijn voorzien, welke laatste telkenmale voor het wegnemen der afscherming van de vensters of buitendeuren in plaats van de normale vexdichting moet worden ontstoken. c) Donkerblauw licht is verder voorgeschreven voor de binnenverlichting van spoortreinen, trams, autobussen en motorrijtuigen, voorzoover een bin nenverlichting noodzakelijk is. In spoorwegcoupés, welker vensters en deuren lichtdicht afgeschermd zijn, kan de normale verlichting blijven branden, voorzoover deze coupés bovendien van een verlich ting door middel van blauwe lampen voorzien zijn. Deze laatste moeten telkenmale voor het openen der deux-en of het afnemen van de afscherming der vijsters in plaats van de gewone verlichting wor den ontstoken. d) Verkeersaanduidingen en lichtbronnen, welke voor de veiligheid van het verkeer dienen (ver lichte richtingsborden en waarschuwingsteekens, verkeersschildpadden, zuilen bij tramhaltes, obsta- kellichten bij bouwwerken en gevaarlijke plaatsen enz.) alsmede perrons, wachtkamer en telefoon cellen mogen voortaan eveneens slechts van een verlichting met donkerblauw licht voorzien zijn. Hiervan zijn uitgezonderd verkeersseinen en ver keerslichten. e) De richtingsborden en lijnnummers van autobussen, trams en andei'e locale spoorwegen, alsmede de lampen van taxameters in huurauto's en rijtuigen moeten ook donkerblauw verlicht zijn. HET GEBRUIK VAN VOETGANGERS LANTARENS IN DE OPEN LUCHT. De nieuwe verordening brengt ingrijpende bepalingen met betrekking tot het gebruik van voetgangerslantaarns. Van de uitvaardiging der verordening af mogen deze lantarens alleen nog gebruikt worden met donkerblauw licht. Zij mogen bovendien een bepaalde lichtsterkte, welke door de rijksinspectie voor de lucht bescherming nog nader zal worden vastgesteld, niet overschrijden. De sterk verbreide slechte gewoonte om met zaklantaarns naar boven te schijnen of andere ver keersdeelnemers te verblinden, is door de nieuwe verordening eveneens strafbaar gesteld. Van groot belang is, dat, afgezien van een bestraffing van den schuldige, in de open lucht gebruikte voetgangers lantarens (hang- en handlantarens) die niet aan de voorschriften der nieuwe verordening voldoen, in beslag genomen kunnen worden. Ieder, die graag in het bezit van zijn zaklantaren wil blijven, doet er daarom vei'standig aan, deze voorschriften stipt in acht te nemen. Hierbij dient nog vermeld te worden, dat de Nederlaixdsche industrie reeds een aantal goedgekeurde zaklantarens alsmede hulp middelen, die op iedex-e normale zaklantaren kunnen worden aangebracht om aan de nieuwe voorschrif ten voldoen, in den handel bretxgt. Er zijn in den laatsten tijd groote moeilijkheden opgedoken in verband met de verduistering op het gebied van de reclame- en étalageverlichting. Meestal werd deze veidichting lichtvaardigerwijze niet op den juisten tijd gedoofd en brandde dan nog lang na zonsondergang door. De nieuwe ver ordening verbiedt nu elke reclame- en étalage verlichting ook op den dag. Aangezien de duister nis tijdens de wintermaanden reeds geruimen tijd voor winkelsluiting intreedt, laat de nieuwe ver ordening de aanduiding van winkels, hotels, cafés, theaters en bioscopen, enz. toe, door middel van verlichte aanduidingen. Voor deze aanduidingen mag eveneens slechts donkerblauw licht gebruikt worden; zij mogen slechts den aard van het be drijf en den naam van den eigenaar vermelden alleen bij theaters en bioscopen mag bovendien de titel van hetgeen vertoond wordt, aangegeven worden. De afmetingen en de lichtstex-kte van deze verlichte aanduidingen zullen door de rijks inspectie voor de luchtbescherming nog nader worden vastgesteld. Deze verlichte aanduidifxgen moeten gedoofd worden: a. bij winkels bij winkelsluiting; b. bij hotels, restaurants en cafés bij het ingaan van den sluitingstijd; c. bij theaters en bioscopen een kwartier na den aanvang van de laatste voorstelling. d. bij luchtalarm onder alle omstandigheden onmiddellijk. Het is den bevoegden instanties bekend, dat het verbod van étalage-verlichting bij dag voor be paalde bedrijven bijzondere moeilijkheden met zich medebrengt. De nieuwe verordening laat derhalve voor zekere zaken, wier étalage-artikelen ook bij dag niet te onderscheiden zijn, bijv. in donkere passages enz., toe, dat bij uitzondering toestemming wox-dt gegeven voor eenige verlich ting der étalages. De richtlijnen hiervoor zullen nog door de rijksinspecties voor de luchtbescher ming worden vastgesteld. Er wordt echter nu reeds op gewezen, dat zulk een uitzonderingsver gunning slechts in hoogst zeldzame gevallen zal worgden gegeven. Aan zaken, welker etalages aan open straten en pleinen liggen, zal onder geen voorwaarde een vergunning worden verleend. Met het oog op het a.s. Sinterklaasfeest, dat met zijn voorafgaande dagen voor de Nederland sche zakenwereld van zoo groot belang is, zal tot en met 5 December overdag nog een zwakke étalageverlichting (geen reclame-lichten!) zijn toegestaan. Hiex-bij wordt echter nadrukkelijk op- gemei-kt, dat hiex-mede geen normale groote ver lichting bedoeld is; alleen maar de geringste mate van belichting mag worden toegepast. Wordt door winkeliex-s tot en met 5 December 1940 overdag étalage-verlichting ontstoken, dan moet er ten strengste op gelet worden, dat dit alleen maar tusschen zonsopgang en zonsondex-gang geschiedt. Tegen hen, die uit nalatigheid hun étalagelichten in den genoemden overgangstijd nog na zonsondergang hebben branden, zal op de meest drastische wijze worden opgetreden. Er wordt derhalve met den meesten nadruk gewaar schuwd tegen het misbruik van deze voor de bij zondere Sinterklaas-periode toegestane tegemoet koming. De tijden van zonsop- en zonsondex-gang, die dagelijks in de pers bekend worden gemaakt, dient men dus nauwlettend on het oog te houden. Met ingang van 6 December mag étalage-verlich ting alleen nog maar in de bovenbedoelde uit zonderingsgevallen en alleen met bijzondere schriftelijke vex-gunning woi-den ontstoken. RIJWIELEN. Afgezien vaxx het feit, dat juist onder wielrijders in de laatste maanden een massa overtredingexx van de verduisteringsvoorschrif ten moest worden vastgesteld, hebben na het van kracht worden der huidige voorschriften de groote omvang van het rijwielverkeer in Holland en de hier gebruikelijke sterke lam pen zulk een overvloed van licht tengevolge gehad, dat nu ook voor de afscherming der rijwiellampen een radicale verscherping der bepalingen noodig is. Volgens de nieuwe ver ordening moeten de rijwiellampen thans zoo danig afgeschermd zijn, dat slechts een 3 cM. lange en 0.4 breede opening in de bovenste helft het licht doorlaat; bovendien moeten de lampen van boven worden afgedekt. Voor de ten uitvoerlegging van deze bepaling wordt een termijn van 8 dagen gegeven. Met ingang van 4 December moeten dus alle fiet sers hun lampen volgens het nieuwe voor schrift hebben verduisterd. In dit verband wordt er bijzonder op gewezen, dat de Nedei-landsche industi-ie reeds een heele serie practische en goede verduisteringsartikelen voor rijwiellampen in den handel heeft gebracht, die door de rijksinspectie voor de luchtbescher ming zijn ondex-zocht en goedgekeux'd. Deze arti kelen hebben weliswaar niet altijd de nieuw voor geschreven opening, maar desondanks zijn zij overeenkomstig de voorschriften, wat betreft hun lichtsterkte, indien zij het controleteeken dei- rijksinspectie voor de luchtbescherming dragen, t.w. een ingestempelde of opgedrukte rechthoek met daarin de letters I.L.B. gevolgd door het keurihgsniunmër. Dergelijke artikelen zijn in alle behoorlijke zaken op dit gebied voor slechts wéinige centen te vei-krijgen. Deze kleine uitgave behoedt den wielrijder voor moeilijkheden, daar bij zelfgemaakte verduisteringsmiddelen altijd een gevaar bestaat, dat zij niet volgens de vooi-schrif- ten zijn. GOEDKEURING VEREISCHT. Van groote beteekenis voor industrie en handel is de bepaling in de nieuwe verordening, dat in de toekomst verduisteringsartikelen voor alle soorten voertuigen met inbegrip van rijwielen, voor zak lantaarns en voor verlichte aanduidingen van elke soort slechts dan in den handel, of op andere wijze aan den man gebracht mogen woi-den, indien zij door de rijksinspectie voor de Luchtbescherming zijn onderzocht en goedgekeurd, hetgeen moet blij ken uit het bovengenoemde controleteeken: I.L.B. met keuringsnummer in een rechthoek. Het is onnoodig er nogmaals op te wijzen dat de nieuwe bepalingen inzake de verduistering in het belang van de bescherming der bevolking tegen luchtaanvallen zijn uitgevaardigd. Het nakomen van de nieuwe bepalingen brengt geen moeilijkheden met zich mede, wanneer ieder maar voor zichzelf een weinig oplettendheid be tracht. In den laatsten tijd kon steeds opnieuw wor den vastgesteld, dat de overtredingen der verdoxiste- ringsbepalingen voor het allergrootste deel uit ver geetachtigheid en nalatigheid werden begaan. En wel vooral in de eerste uren na zonsondergang en in de eerste morgenuren voor zonsopkomst. Daar wij nu den tijd van het jaar tegemoet gaan, welke het meest arm aan licht is, moeten ter hand having van een onberispelijke verdiiisteringsdici- pline nu eenmaal de strengste maatregelen tegen overtreders worden genomen. In de toekomst kan geen enkele overtreder meer op genade rekenen. Daarom wordt nogmaals aan allen de vermaning gericht: houdt u aan de verduisteringsvoorschriften en betracht de strengste verduisteringsdisoipline. PROVINCIALE STATEN' Derde Begrootingszittin? haaelem. Hedenmorgen half elf werd de behanri begrooting van de provincie Noord-Holland der bedrijven en ziekenhuizen voortgezet ged. staten a4s#tj De heer Mich els (S.DA.P.) merk?' bij ce uitbreidingsplannen, die door de moeten worden vastgesteld, rekening gehouden met, vers chiller-de kwesties. De wegen is in dit geval van meer belang, dan' van natuurschoon. De malariabestrijding u steeds de aandacht van Ged. Staten.en aan ders wordt de helperde hand toegesto^ vorm van credieten onder borgstelling van 't vincie. Wat den voedingstoestand der be~ betreft, merkte spreker op, dat hij bij de a<'°u ne beschouwingen geen enkel middel heefrf^ roemen, dat gebezigd zou kunnen worden n"^ betering te verkx-ijgen. Toch is de voedingcw7® d. heeft de aandacht van Ged. Stater; het zal dTt veel mogelijk trachten te bevorderen, a'l fc T eigenlijk meer een kwestie voor de gemeenten Daarna werd gerepliceerd. R.K. ONDERWIJS AAN ZWAKZINNIGEN Ged. Staten van Noord-Holland stellen Staten voor, te besluiten aan het Bestuur der v eeniging ter bevordering van R.K. Onderwijs zwakzinnigen te Haarlem, ten behoeve van verbouwing van zijn aldaar gevestigde schoolv<! buitengewoon lager onderwijs, een bijdrar provinciale kas te verleenen van ten hooj van de kosten dier verbouwing, te bepalen on u hoogste f 8.000, mits de gemeente Haarlem t» minste 60% van de kosten zal bijdragen EXAMENS. Academische opleid. Bevorderd aan de Gem. Universiteit te Amste dam tot doctor in de letteren en wijsbegeerte proefschrift, getiteld: Medemblik, inzondêrht in verband met de Zuiderzeewerken", de heei B. W. Huuzinga, geb. te Amsterdam. Apothekersassistfl Geslaagd mej. W. K. de Vlerk te Haarlem (Adv. Ingez. A Behartiging der belangen van hel gezin. Nationaal Comité ingesteld. 's-GRAVENHAGE, 27 November (ANP,, J (get.) RAUTER. SS-Brigade-Führer. Te Hilversum is op 81-jarigen leeftijd overleden mr. A.C.N. Pieren, een békend advo caat in den lande. Op 28 en 29 November worden te Amster dam de Efficiency-dagen gehouden onder auspi ciën van het Ned. Instituut voor efficiency. Op het emplacement der Nedex-landsche Spoorwegen te Tilburg is Dinsdagmiddag de on geveer 45 jarige wegwerker J. C. de Jong, af komstig uit Bex-kel-Enschot, die wex-kzaamheden aan de spoorlijn vei-richtte, door een rangeerende locomotief, welker machinist den ai-beider niet had opgemerkt, overreden. In ernstigen toestand werd de man naar het ziekenhuis vei-voex-d, waar bleek, dat het rechtex-been en de linkervoet moes ten worden geamputeerd. Voor de Utrechtsche rechtbank is tegen den 37-jax-igen opkooper J. S. uit Woerden, wien bedreiging subs, zwai-e mishandeling van 2 agenten van politie was ten laste gelegd, een jaar gevange nisstraf geëischt. Dinsdagmiddag omstreeks vier uur speelde de zesjarige A. M. Baars, gewoond hebbende in de Putschlaan te Rotterdam op de rails van de R. T. M. Een naderende stoomtram heeft het knaapje, dat np de baan bleef staan, overreden, waardoor het op slag werd gedood. In de Dinsdag gehouden vergadering van de Staten van Overijsel werd ter vervulling van de vacature mr. D. te Winkel (C.H.) te Enschedé, die als zoodanig had bedankt, tot lid van het col lege van Ged. Staten gekozen de heer J. C. Wolt huis (C.H.) te Vroomshoop. t Naar wij vernemen is kortelings in het leven ge-| roepen een comité dat zich ten doel stelt dj studie en de behartiging van de zedelijke en materieele belangen van het gezin in Nederland,] Het comité stelt zich op het standpunt van dij Christelijke beginselen in het echtelijk leven, de huwelijkswetgeving en de opvoeding. I zich op de hoogte houden van de omstan den, waarin het gezinsleven in Nederland ver keert en, waar noodig, niet alleen een be:«j doen op de medewerking der betreffende a teiten om de belangen van het gezinsleven:! beschermen, maar zich ook wenden tot de pa- blieke opinie, ten einde een gunstige mentaliteit ten opzichte van huwelijk en huisgezin a kweeken en te bevorderen. Het comité dat voorloopig is samengesteld uil de heeren: dr. J. P. Chr. de Boer, D.L.Daal der, dr. H. Hijmans, dr. W. C. Meiss en dr. Fr. Twaalf hoven, is voorgesteld aan den secre taris-generaal, wdn. hoofd van het departement van sociale zaken. De Engelsche bomaanvallen op ons land. 's-GRAVENHAGE, 27 Nov. Er vallen over den afgeloopen nacht geen ernstige aanvallen van Engelsche vliegers te vermelden. Een man Is zwaar gewond, eenige huizen zijn licht bescha digd. BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 27 Nov. 1910. Ondertrouwd: 27 Nov.: A. C. J. Hoogesteyn en M. K. Joekel, C. Smit en H. Wielenga, F. J. G. Meij en G. M. Mensing, F. J. var. Dan- sink en W. C. A. Paulen; T. Treffers en P- Mink, K. v. Steenbergen en A. Hertog, G. Wielart en M. Beneker. J. C. Eland en C. C. van Norden, W. Boomstra en M. Bergsma, J-I* Wabeke en K. Bi-ouwer. Getrouwd: 27 Nov.: c. M. Olie en mons, C. Matla en J. E. Bernard, H. J- Jong en J. C. Kamminga, J. C. v. d. Berg en L. E. Overbeek, J. F. Handgraaf en L. Beek- mans; H. Mica en J. de Boer, C. P. van Scnie en C.H. Spierenburg; A. H. P. Prenen enJ. M. de Kruijff, L. van Veen en L. R- worm* houdt; T. B. Vink èn M. Fennis, F. Nekeman en D. van de Manakker, P. H. Zwerus en J- Hartman; H. J. Klaassen en A. C. Enters; J. Molenaar en C. van Eeden. 485e STAATSLOTERIJ (Niet officieel) lste klasse, 3de lijst Trekking van Woensdag 27 November 191" Hooge Prijzen f 1500.— 1817 f 1000— 10290 f 200— 10992 Prijzen van f 20— 1434 1489 1528 1596 1656 1921 1983 2500 2554 2574 2619 2630 3092 3273 «Jj 4192 4246 4643 4802 5187 5589 5656 5900 6167 6347 6702 6850 7167 7254 74» 7701 7300 7905 7961 8224 8323 8373 8999 9066 9325 9342 9827 10410 10457 1W71 11091 11254 11344 11617 11636 11733 11949 1»» 12972 13642 13666 14025 14778 15222 15340 15751 15764 15907 16074 17078 17381 17580 17610 17641 17850 18321 18430 18477 1W» 18618 19159 19227 19329 19380 19606 20013 202S» 20431 20488 20521 20535 20987 21042 21110 213» 21380 21644 21763 21768

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 2