Bonnen die thans geldig zijn:
Auto met vier
personen
te water
Hef biologisch station te Wijster.
De Parijsche politie en de
distributie.
Een onderhoud met dr. W. Bcijerinck.
Mé
Op stuclietocht in het Drentsche landschap.
(Foto Pax Holland.)
Even buiten het dorp Wijster in de Drentsche
gemeente Beilen ligt aan den weg naar Spier het
Biologisch Station, dat in Mei 1927 gebouwd werd,
nadat de huidige directeur, dr. W. Beijerinck, daar
reeds van 1922 af met zijn biologischen arbeid
bezig was.
In ons land is een biologisch station een zeld
zaamheid. Nast dat te Wijster heeft men het zoölo
gisch station te Den Helder, het Hugo de Vries-
station te Abcoude en verder nog eenige instel
lingen welke zich op een speciaal gebied bewegen,
zooals het entomologisch laboratorium van dr.
Voüte. op de Veluwe, waar de bestudeering van de
ziekten der boomen het bijzonder studie-object
is. Het buitenland kent een veel grootere versprei
ding van dergelijke stations. Rusland spant de
kroon met over de honderd en de Vereen igde
Staten zijn er een tachtig rijk.
Wat is een biologisch station? Wat gebeurt er?
Het beantwoorden van deze vragen is niet zoo
eenvoudig voor een leek. Misschien zou men kun
nen zeggen: „Een biologisch station bestudeert het
leven in zijn verschijningsvormen in een bepaalde
streek". Dit omvat heel veel, maar zeker niet te
veel, want de rond vijftig publicaties van den heer
Beijerinck bewijzen dit reeds door de verscheiden
heid en veelsoortigheid der onderwerpen.
EEN EENZAME POST.
Kort geleden zijn wij enkele uren de gast ge
weest van den heer Beijerink, die zoo vriende
lijk was ons het een en ander van zijn werk te
vertellen. Wij hebben dit als een voorrecht be
schouwd, omdat het gebouw, waarin de heer en
mevrouw Beijerinck wonen en waarin de dirècteur
der stichting een goed geoutilleerd laboratorium
en een uitgebreide bibliotheek ter beschikking
heeft, gewoonlijk uitsluitend door geleerden, af
gestudeerden en studenten wordt bezocht. De heer
Beijerinck heeft in het Drentsche land een een
zamen post betrokken van waaruit hij evenwel
een nauw contact onderhoudt met Universiteiten
en andere wetenschappelijke instellingen.
Dit contact, vertelde onze gastheer, was er na
tuurlijk van het begin in 1922 af. Maar het werd
steviger in 1933, toen de stichting tot- stand kwam,
waaraan het laboratorium nu verhonden is. Wij
hebben een Rijkssubsidie en steim van Universi
teiten en allerlei lichamen gekregen. Hiertegen
over staat de gelegenheid voor studenten en af
gestudeerden om hier cursussen te volgen of
speciale onderwerpen uit te werken. Ook lever ik
onderzoekingsmateriaal aan Universiteiten en er
zijn nog meer werkzaamheden, welke hier geschie
den ten bate van de natuurwetenschap. Verschil
lende monografieën en kortere publicaties zijn in
den loop der jaren van het Station uitgegaan of
er door gesteund.
EEN GROOTE
VERSCHEIDENHEID.
Hiervoor hebben wij al gewezen op het uit
gestrekte gebied, dat het biologisch station be
strijkt. De eerste omvangrijke publicatie van Dr.
Beijerinck was diens, in 1927 verschenen, disser
tatie over de verspreiding en periodiciteitregel
matige afwisseling) der zoetwaterwieren in de
Drentsche plassen. Gedurende ruim drie jaren
daarna heeft hij in opdracht van het bestuur
der Stichting Landbouw Export Bureau Fonds
te Wageningen de subfossiele plantenresten in
Friesche en Groninger terpen onderzocht.
Voor hem zijn hydrobiologie (kennis van de
in het water levende organismen) en botanie
(plantkunde) de hoofdzaak, maar daarnaast heeft
hij gewerkt op het gebied der bodemkunde, ento
mologie (insectenkunde), praehistorie, aardrijks
kunde, kennis van bloemen en dieren, natuurbe
scherming, geologie en weerkunde. Niet ten on
rechte maakte dr. Beijerinck in een artikel, dat
hij in 1937 schreef voor het Vakblad voor Biologen
de opmerking, dat het, in verband met de ver
scheidenheid van door hemzelf en anderen be
handelde onderwerpen, misschien beter zou zijn,
te spreken van 'n natuurwetenschappelijk station,
zooals men een dergelijke inrichting, welke door
de Zweedsche Akademie van Wetenschappen in
Lapland is gesticht, noemt.
Dit gebied van heiden en veenvormingen, zei
hij thans, leidt als vanzelf tot een behandeling en
bestudeering van een ongemeen groote verschei
denheid van vraagstukken, welke zich voordoen,
wanneer men als bioloog de levensverschijnselen
van dier en plant in hun omgeving observeert.
Ik begon met het onderzoek van het waterleven,
kwam later tot de mossen en de veenplanten en
publiceerde onlangs een monografie over de
struikheide (Calluna) waarvan op het terrein van
het station een negentig vormen zijn gekweekt.
„Uw werk is dus zuiver wetenschappelijk?",
vroegen wij.
In zijn opzet althans. Het werk is voor een
groot deel observeeren en statistisch materiaal
verzamelen, terwijl er ook op experimenteel gebied
wat is en wordt gedaan.
Maar mijn studie bracht mij, zooals eigenlijk
wel vanzelf spreekt,, met de werkelijkheid van het
dagelijksch leven in nauw contact. Niet alleen
door het geven van cursussen en het verzamelen
van materiaal voor hortussen en dergelijke, dat ik
u reeds noemde. Met het Staatsboschbeheer heb
ik op practisch gebied contact inzake bodem
samenstelling, opvolging van plantengroei en der
gelijke. In de boschwachterij Dwingeloo hebben
wij proefheuvels aangelegd, waarin de lagen van
den bodem in verschillende opeenvolging zijn aan
gebracht; nagegaan wordt nu in hoeverre hier in
den loop der jaren veranderingen optreden.
Dank zij de medewerking van mijn vrouw
heb ik nog andere werkzaamheden op mij kunnen
nemen zooals het onderhoud van den tuin, waarin
ca. 700 plantensoorten voorkomen, het driemaal
per dag verrichten van waarnemingen voor het
Nederlandsch Meteorologisch Instituut, het leiden
van excursies enzoovoort. U zult begrijpen, dat dit
nogal wat tijd van ons vergt. Er was juist sprake
van eenige uitbreiding en verbetering, toen de
oorlog uitbrak. We zullen nu eerst weer moeten
afwachten.
EEN BELANGRIJK WERK.
Zij, die den heer Beijerinck kennen weten
dat dit afwachten voor hem niet beteekent rus
ten. Ook al maakt het ontbreken van normale
reisgelegenheid het hem moeilijk geregeld ver van
huis te werken, in en bij huis heeft hij meer dan
genoeg te doen. Hij heeft thans een zeer groot en
belangrijk werk onderhanden, namelijk het
samenstellen van een zadenatlas, in hoofdzaak
van de Nederlandsche planten, daarnaast van de
belangrijkste cultuurgewassen en enkele geïmpor
teerde planten.
Toen hij hiertoe van de Ned. Academie van
Wetenschappen de opdracht had gekregen, is hij
dadelijk begonnen de reeds aanwezige zadencol-
lectie te compleieeren. Dit is geen gering werk.
Het gaat hier namelijk om een 1400 soorten soor
ten, waaronder er zijn van zeer zeldzaam gewor
den planten en van planten, waarvan heel moei
lijk zaad gewonnen kan worden. Veel hebben.de
heer en mevrouw Beijerinck zelf verzameld en
bovendien zijn er over het geheele land mede
werkers, zoodat er nu reeds een 1200 soorten bijeen
zijn gebracht. Dr. Beijerinck is al begonnen deze
zaden te teekenen, wat een uiterst nauwkeurige
en tijdroovende arbeid is. In een paar jaar hoopt
hij den zadenatlas gereed te hebben en dan zal
er een uniek standaardwerk zijn ontstaan. Want
wel bestaan er enkele kleine zaden-atlassen voor
practisch gebruik op een speciaal gebied, maar
een werk van dezen omvang is ook in het buiten
land niet verschenen. Evenals men met behulp van
een flora een plant kan thuisbrengen, zoo zal dit
ook met den zadenatlas het geval zijn. Hiertoe
was het echter noodig systhematisch de kenmerken
vast te leggen, wat tot dusver evenmin was ge
schied.
Deze atlas zal ongetwijfeld van practisch nut zijn
voor plantkundigen, landbouwkundigen, keurings
diensten e.d. Hij zal ook zijn nut kunnen hebben
bij politieele onderzoekingen.
Er zou heel wat meer te schrijven zijn over
het Biologisch Station te Wijster. Alleen al over
de zeldzame verzameling van planten, welke daar
bijeen zijn gebracht. Of over de uitgebreide ver
zameling van vlinders, kevers en andere insecten.
Het doel van ons bezoek bepaalde zich er toe, onzen
lezers iets van de beteekenis van dit station op
wetenschappelijk en practisch gebied te kunnen
vertellen. De schets, welke wij hiervan hebben
gegeven, is in elk opzicht onvolledig, maar zij
toont' toch, naar onze meening, voldoende aan,
dat de stichting te Wijster voor wetenschap en
samenleving van groot nut is, zoodat een uit
bouw van het door één man met zooveel toewijding
en doorzettingsvex-mogen begonnene, alleszins ge
rechtvaardigd is.
Erica onder de loupe.
(Foto Pax Holland.)
N.I.V.A. werkt samen met den
Cultuurkring.
Besluit tot samenwerking- met B. N. A.
ingetrokken.
Het Nederlandsch Instituut van Architecten
N.I.V.A. heeft te 's-Gravenhage een algemeene ver
gadering gehouden. Na een inleiding van den voor
zitter, prof. ir. R. L. A. Schoemaker, over de wijze
waarop de per 1 Januari 1941 voorgenomen fusie
met de Maatschappij tot bevordering der bouw
kunst. Bond van Nederlandsche architecten, door
den nieuwen B.N.A. wordt uitgevoerd en een rede
van dr. F. A. J. Vermeulen over het doel, de sa
menstelling en de werkwijze van den Nederland-
schen Cultuurkring, heeft de vergadering met na
genoeg algemeene stemmen besloten het in de al
gemeene vergadering van 30 Augustus jl. genomen
besluit tot samensemlting met de Maatschappij tot
bevordering der bouwkunst Bond van Nederland
sche Architecten, in te trekken, omdat o.m. bij de
statuten van den nieuwen B.N.A. de overeengeko
men voorwaarden voor de samensmelting niet ten
volle in acht genomen zijn.
Voorts werd besloten tot samenwerking met den
Nederlandschen Cultuurkring en het lidmaatschap
van het N.I.V.A. uitsluitend open te stellen voor ar
chitecten, die medewerker zijn van den Nederland
schen Cultuurkring.
HET VEEM>KEN GAAN VAN DE
„SIMON BOM VA Ft".
Uitspraak van den Baad voor de
Scheepvaart.
SCHIP DOOR TWEE MIJNEN GETROFFEN
De raad voor de Scheepvaart heeft uitspraak
gedaan inzake het verloren gaan van de „Simon
Bolivar" bezuiden het lichtschip „Sunk", op 18
November 1939. De raad is van oordeel, dat de
toedracht van deze ramp, de grootste, welke
sinds vele jaren de Nederlandsche koopvaardij
vloot heeft getroffen, bij welke ramp helaas tal
rijke passagiers en opvarenden het leven hebben
verloren, ten duidelijkste aantoont, dat het schip
door twee ontploffingen van buitenaf is verloren
gegaan. Deze ontploffingen moeten veroorzaakt
zijn door mijnen, die zich bevonden in een gebied,
waarin tot dusver de aanwezigheid van mijnen
niet was vastgesteld. Voor de gevolgde route kan
aan schip of reederij geen enkel verwijt worden
gemaakt.
De uitspraak in deze zaak is ten zeerste ver
traagd, omdat de raad het, na de zitting van 23
Februari 1940, absoluut noodzakelijk oordeelde
nog eenige getuigen te hooren, waaronder de eer
ste stuurman, die inmiddels naar West-Indië was
vertrokken. De raad achtte het verhoor van den
eersten stuurman vooral daarom noodzakelijk,
omdat door het onderzoek geen klaarheid was ver
kregen omtrent twee punten van bijzonder ge
wicht, te weten:
le. Hoe het komt, dat vóór dat op 18 Novem
ber 1939 te 10.30 uur voorin, de eerste ontplof
fing plaatshad, nog geen sloepenrol met de pas
sagiers was gehouden en 2e. wie de leiding aan
boord in handen had genomen, toen was gebleken,
dat reeds bij de eerste ontploffing de kapitein on
middellijk was gedood. Deze beide punten zijn
van grooten invloed bij de beoordeeling van het
geen na de ramp aan boord van de „Simon Boli
var' is geschied, in het bijzonder wat betreft den
toestand van de reddingsmiddelen en de wijze
waarop deze zijn benut. Daarbij kwam dan nog
het niet geheel gesloten zijn van de waterdichte
deuren, een punt, dat, naar 's raads oordeel van
buitengewoon groot gewicht kan zijn wat het be
houd van een door een ontploffing getroffen
schip betreft.
Op verzoek van 's raads voorzitter verklaarde
de directie der Kon. Nederlandsche Stoomboot
Mij. zich bereid den eerten stuurman te laten
terugkomen uit West-Indië, ten einde door den
raad te worden gehoord.
Toer deze getuige onderweg was, brak op 10
Mei 1949 de oorlog uit, terwijl sedert 15 Mei
Nederland doer Duitschland is bezet.
Onder deze omstandigheden heeft bedoelde ge
tuige ons land niet bereikt en moet de raad van
voortzetting van het onderzoek in deze zaak af
zien.
De raad bepaalt er zich thans toe om in het
kort aan te stippen:
le. dat van de volgende route aan de scheeps-
leiding geen enkel verwijt kan worden gemaakt;
2e. dat niet gebleken is dat aan den toestand
der reddingsmiddelen iets haperde, terwijl de
vraag van het al of niet buitenboord draaien der
reddingsbooter. aan het oordeel van den gezag
voerder moet worden overgelaten;
3e. dat het te betreuren is, dat, toen de ramp
voorviel, nog geen sloepenrol voor de passagiers
was gehouden, enz.
4e. dat de beide hiervorenbedoelde waterdichte
deuren gesloten hadden moeten zijn en de opvat
ting, dat zulks niet uitvoerbaar zou zijn, naar den
raad bij het onderzoek van later plaats gehad heb
bende scheepsrampen is gebleken, gelukkig ook op
de schepen, hoe langer hoe meer is verlaten.
Het heeft onder de huidige omstandigheden
weinig zin om uitvoerig op deze punten in te
gaan.
BEGROOTING HAARLEMMERMEER-
POLDER.
De hoofdingelanden van den Haarlemmermeer
polder keurden Woensdag de begrooting van 1941
gced. De inkomsten en uitgaven voor den gewonen
dienst zijn in evenwicht met een bedrag van
791.814, die van den kapitaaldienst met 406.206.
Besloten werd, aan alle vaste werklieden en
brugwachters in dienst bij het polderbestuur een
duurtetoeslag toe te kennen.
Duitscli Landgereclit.
Voorspiegeling om gevangenen vrij te krijgen.
'S-GRAVENHAGE 26 Nov (A.N.P.) In
de zitting van het Duit'-rhe Landgevecht werd
heden behandeld een zvk tegen t.wee Joden,
die wegens bedrog terecht moesten staan.
Eenige maanden geleden waren twee Am
sterdammers wegens overtreding van de de-
viezenvoorschriften gearresteerd en ingesloten.
De echtgenooten van beide gearresteerden
verkeerden natuurlijk in groote ongerustheid
en gingen dan ook gretig in op een aanbod, dat'
haar gewerd om te trachten de mannen weder
vrij te krijgen.
Het initiatief ging uit van zekeren Israël D.
uit Amsterdam, die zich „kunstcriticus" noemde.
Hij is Duitscher van geboorte, heeft den oorlog
van 1914 meegemaakt, doch werd door de En-
gelschen gevangen genomen. Na den oorlog
vestigde hij zich in Amsterdam.
Deze Israël D. stond in relatie met den schil
derijen-restaurateur Max F., eveneens van
Duitsche nationaliteit, die sinds 1937 in Amster
dam woont en aan wien D. had voorgespiegeld,
dat het met behulp van een invloedrijk persoon
wel mogelijk zou zijn de mannen vrij te krij
gen. Per persoon zou een bedrag van f 2000 be
taald moeten worden en Max zou daarover de
onderhandelingen voeren. Dit bedrag was voor
beide vrouwen echter te bezwaarlijk en na eenig
praten kwam men tot overeenstemming voor een
lager bedrag, waarvan f 100 als voorloopige kos
ten werden betaald, terwijl het restant zou wor
den afgedragen, wanneer de mannen in vrijheid
zouden zijn gesteld.
Max, die van elk geval een „provisie" ontving
van f 25 heeft daarna €en der echtgenooten op
gebeld met de mededeeling dat zijn vriend hem
had laten weten dat haar man over eenige da
gen zou worden vrijgelaten. Er verliepen echter
nog enkele weken en toen heeft zij aan Max
de boodschap laten toekomen, dat, als haar
man nu niet zou komen, zij het restant van het
afgesproken bedrag niet meer zou betalen.
Daarop heeft Max een schrijven opgesteld voor
deze echtgenoote, mevr. de R., die dit schrij
ven heeft onderteekend en in welk schrijven,
dat gericht was aan een inspecteur in Am
sterdam een zekere vergoeding werd aangebo
den voor de vrijlating van haar man.
De inspecteur was echter in hooge mate ver
ontwaardigd over dit aanbod, waarin hij een
voorstel tot omkooperij zag, doch zooals mevr.
de R. ter zitting verklaarde, had de opzet daartoe
nimmer bij haar voorgezeten en was het
slechts de bedoeling geweest, uit blijdschap over
de terugkomst van haar man een zeker bedrag
beschikbaar te willen stellen voor een goed
doel, bijv. voor de Winterhilfe.
Door dit schrijven werden echter de „bemid
delaars" opgespoord en gearresteerd, met het
gevolg dat zij zich heden voor het Duitsche
Landgerecht moesten verantwoorden.
Bij het getuigenverhoor bleek, dat beide de-
viezenovertreders later wel in vrijheid zijn ge
steld, doch natuurlijk geheel afgescheiden van
de „bemiddeling" van de twee beklaagden.
Deze bekenden het hun ten laste gelegde, waar
bij Max zich beriep op zijn goed vertrou
wen in de voorspiegelingen van zijn vriend
Israël.
In zijn requisitoir noemde Staatsanwalt dr.
Koblitz dit bedrog der beide beklaagden een
zeer gemeene handeling, waarbij zij misbruik
maakten van den nood der twee vrouwen, wier
mannen gevangen waren genomen. Aangezien
het hier niet om groote bedragen ging, terwijl
voorts in een der gevallen een gedeelte van het
voorgeschoten geid is terugbetaald, vorderde hij
tegen Israël D. een totale gevangenisstraf van
6 maanden, terwijl de Staatsanwalt tegen Max,
wiens goede trouw hij wilde aanvaarden, geen
strafpleging vroeg.
De rechter, dr. Trier, ging met dezen eisch
accoord en veroordeelde Israël D. wegens be
drog in twee zaken tot een gezamenlijken ge
vangenisstraf van 6 maanden, waarvan 1
maand voorarrest in mindering zal worden
gebracht, terwijl Max F. wiens goedgeloovig-
heid en zijn vaste overtuiging dat Israël inder
daad voor de arrestanten hulp zou kunnen bren
gen, ook door het gerecht werd aanvaard, werd
vrijgesproken.
De nieuwe secretarissen-;
'generaai
Trol. dr. J. VAS
Hel A.N.F. meldt: Dr, Jan van Dam, clie ir
dag als secretaris-generaal van het 'depart5'
van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurb jN
ming is beëedigd, werd 3 October 1896 te
dam geboren. Hij studeerde, na de H.B.S
hebben doorloopen en het staatsexamen'té
aWaar t
„Das Vel'deke Problem" (1924); „De letterkunf»'
beteekenis van Veldeke's Servatius"
BROOD
BON 15 v. 18 Nov. t.m. 1 Dec.
BON 16. Geldig van 25 Nov.
t.m. 8 Dec.
2000 gr. brood of 2500 gr.
roggebrood.
KOFFIE EN THEE
BON 81 Algem. Distributie
bonboekje van 9 Nov. t.m.
20 Dec. 1/2 pond koffie of
3/4 ons thee.
BON 16 Algem. Distributie
boekje van 23 Nov. t.m. 6
Dec. 1 K.G. suiker.
VLEESCH EN VLEESCHWAREN
BON 10 „vleesch" van de
Vleeschkaart. Van 25 Nov.
t.m. 4 Dec. 100 gr. rund-,
kalfs- of varkensvleesch of
ongesmolten vet of een
rantsoen vleeschwaren.
BON 09 geldig t.m. 1 Dec.
BON 10 „worst of vleesch
waren" van 25 Nov. t.m. 4
Dec. 75150 gr. vleesch
waren.
BON 09
t.m. 1 Dec.
BOTER EN VETTEN
BON 18 Boterkaart. Van 23
Nov. t.m. 6 Dec. 1/2 pond
boter of margarine.
BON 17 Boterkaart. T.m. 29
Nov. 1/2 pond boter of mar
garine.
BON 18 Vetkaart. Van 23
Nov. t.m. 6 Dec. 1/2 pond
margarine of boter.
BON 17 Vetkaart. T.m. 29
Nov. 1/2 pond margarine
of boter.
KAAS
BON 51 Algem. Distributie-
boekje. 1 ons kaas Geldig
t.m. 1 Dec.
BON 24 Algem. Distributie-
boekje. 1 ons kaas. Geldig v.
25 Nov. t.m. 8 Dec.
MEEL- EN GRUTTERSWAREN
BON 82 Algem. Distributie
boekje. T.m. 29 Nov. 250 gr.
rijst of rijstemeel of rijste
bloem of gruttenmeel.
BON 83 Algem. Distributie
boekje. T.m. 27 Dec. 250 gr.
havermout of havervlokken
of haverbloem of aardappel-
meelvlokken of gort of gort-
mout of grutten.
BON 88 Algem. Distributie
boekje. T.m.. 27 Dec. 250 gr.
gort of gortemeel of grutten
BON 98 Algem. Distributie
boekje. T.m. 27 Dec. 100 gr.
macaroni of vermicelli of
spaghetti.
BON 93 Algem. Distributie
boekje. T.m. 27 Dec. 100 gr.
maizena of griesmeel of
sago of aardappelmeel.
BON 1 van de Bloemkaart.
T.m. 1 Dec. 50 gram brood
of 65 gram roggebrood of 35
gr. meel of bloem of 1/2
rantsoen gebak.
PEULVRUCHTEN
BON 56 Algem. Distributie
boekje t.m. 16 December 1/2
kg. peulvruchten.
BON 64 Algem. Distribxitie-
boekje. 1 ei geldig tm. 1 Dec.
BON 37. Geldig van 25 Nov.
t.m. 8 Dec.
KOEK EN GEBAK
BON 15 geldig t.m. 1 Dec.
BON 16 v. 25 Nov. t.m. 8 Dec.
BON 1 van de Bloemkaart.
T.m. 1 Dec. 1/2 rantsoen
koek of gebak.
(1 rantsoen ontbijtkoek
160 gr., speculaas 140 gr. an
dere koekjes 200 gr. biscuit
en wafels 90 gr., beschuit 75
gr., cake 300 gr., taart 600 gr.
gebakjes 600 gr., korstgebak
500 gr. klein korstgebak 400
gram.)
KATTENBROOD
BON 6 T.m. 30 Nov. 1 1/2 kg.
Kattenbrood xoordt alleen
verstrekt voor raskatten.
ZEEP
BON 29 T.m. 6 Dec. 150
gr. toiletzeep of 120 gr.
huishoudzeep of 200 gr.
zachte zeep of 250 gr.
zeeppoeder of 125 gr. zeep
vlokken of 250 gr. zelf
werkende wasehmiddelen of
200 gr. vloeibare zeep.
SCHEERZEEP
BON 116 T.m. 31 Dec. 50 gr.
scheerzeep of 1 tube scheer-
crème of 1 pot scheerzeep.
BRANDSTOFFEN
BONS 04, 05, 06, 07 Bonkaart
distributie vaste brandstof
fen, haarden, kachels, 1 een
heid.
BONS 07, 08, 09, 10. 11, 12, 13
14 Bonkaart distributie cen
trale verwarming: 1 een
heid.
Bons, gemerkt: Brandstof
fen, één eenheid 2e periode:
1 eenheid.
Bons, gemerkt: Cokes, één
eenheid tweede periode: 1
eenheid.
BONS 08, 09, 10, 11 Bonkaart
distributie vaste brandstof
fen - haarden, kachels: 1
eenheid turf.
(Wenscht men geen turf
dan kan men op deze bons
later andere brandstof
fen betrekken).
Alles geldig tot en met 30
November.
HONDENBROOD
BON 6 T.m. 30 Nov. Groep 1
en 2: 10 K.G. Gr. 3: 8 K.G.
Gr. 4: 5 K.G. Gr. 5: 4 K.G.
Gr. 6: 3 K.G. Hondenbrood
wordt alleen verstrekt voor
groote rashonden of ingeval
men meer dan één hond
heeft.
PETROLEUM
ZEGEL PERIODE 7 (alleen
voor hen, die uitsluitend op
petroleum kunnen koken
van 4 Nov. t.m. 29 Dec. 2 Ltr.
ZEGEL PERIODE 8 (alleen
voor hen, die uitsluitend pe
troleum verlichting hebben)
van 11 Nov. t.m. 15 Dec.-2 L.
afgelegd, aan de Amsterdamsche universiteit'
de Nederlandsche en Duitsche letteren en uJ j -
1923 tot doctor in de Duitsche taal- en lettert;
bevorderd. Intusschen was hij reeds van I92ni^5
lector in de Nederlandsche taal en letterlrund
de universiteit te Bonn en in laatstgenoemd
werd hij als leeraar aan de openbare handek r
te Amsterdam en assistent voor het Duitschei
onderwijs aan de Amsterdamsche universitp't
bonden, welke functie ar. Van Dam bleef v
len tot 1925, toen hij tot lector in de Duitse!^'"
en letterkunde aan deze universiteit werd ben6
In 1929 werd dr. Van Dam beroemd tot
leeraar voor het Gotisch en de oudere Duit
taal en letterkunde aan de Amsterdamsche un .C''e
siteit, welk hoogleeraarschap hij bleef beklolT"
tot 1936, toen hij aan dezelfde univeisitei» w
belast met dat voor de oud-Germaansche phjy
gie, benevens de oudere Duitsche taal- en ]eu
kunde. 'er*
Als vooi-naamste werken van zijn hand zijn v
schenen „Zur Vorgeschichte des höfischen F-f*
Lamprecht, Eilhart, Veldeke" (dissertatie
blem" (1924):
Veldeke's
„Deutsch und Niederlandisch" (1932); uvm.
der Deutschen Literatur" (1934—'35) 'enlezam'0'
met prof. dr. Th. van Stockum: „Hanclbueh
deutschen Sprache" (1937),
Dr. T. GOEDEWAAGEN,
Dr. T. Goedewaagen werd 15 Maart 1895 te Am.
sterdam geboren, bezocht de gymnasia te Utrecht
en te Hilversum, studeerde vervolgens te Utrecht
klassieke letteren en wijsbegeerte, waarin hij
1923 met lof promoveerde.
In 1925 werd dr. Goedewaagen privaat-docent in
de geschiedenis der philosophic na Kant, aan de
universiteit te Utrecht.
Van zijn hand verschenen verschillende werken
over philosophie, o.a. een inleiding in de philoso-
phie (summa contra meta-physicos), een werkje
over de philosophie in de 20ste eeuw, een over
Nietsche en voorts een groot aantal kleine ge.
schriften en artikelen in wijsgeerige tijdschriften.
Dr. Goedewaagen was eenige jaren redactie-se
cretaris van het „Tijdschrift voor Wijsbegeerte" en
van de „Annalen der critische philosophie".
Eenige jaren geleden werd hij lid van het Bol
land-genootschap. Hij trad op als spreker voor
volksuniversiteiten, voor de A.V.R.O. en voor tal
van wijsgeerige vereenigingen.
In 1939 werd hij verbonden aan het weekblad
„De Waag", eerst als leider der Waagkringen, daar
na als redacteur en tenslotte als hoofdredacteur,
Nadat dr. Goedewaagen vele jaren in „Nieuw
Nederland" publicaties had gegeven, benoemde de
leider der N.S.B. hem op 1 Augustus 1940 tot hoofd
van afd. XIV (perszaken) van het hoofdkwartier,
in verband waarmede hij al zijn functies bij „De
Waag" neerlegde.
Gedurende de laatste jaren publiceerde hij vele
politieke bijdragen in verschillende bladen en tijd»
schriften.
Kort na den oorlog trad dr. Goedewaagen op ah
voorzitter van den Raad van Voorlichting der Ne
derlandsche pers. het lichaam dat ten doel heeft
de geheele Nederlandsche pers in een „Perskamer"
te ordenen.
Noodlottig ongeluk in de duisternis
AMSTERDAM 28 November. Misleid door
duisternis, en regen is in den afgeloopen nacht
op den Buiksloterweg een personenauto, waar
in vier personen hadden plaats genomen, te
water gereden met het noodlottige gevolg, dat
alle inzittenden den verdrinkingsdood stierven,
Ongeoorloofde prijsopdrijving een
veelvuldig voorkomend verschijnsel.
(Van den VP.B.-correspondent.)
Parijs, Nov. 19M'
Prijsverhoogingen zijn hier in dewin e
aan de orde van den dag. Na de nistellmi
de rantsoeneernng is dit nog erger geworaen.
Als bij tooverslag verdwenen de goederen v
de markt. Alles is nog te krijgen docö Jg
tegen sterk verhoogden prijs en meestal l
een omweg. Het zelfde is het geval met artike
van dagelijksch gebruik.
De politie treedt tegen dit euvel met poe
ijver op. Van 14 Juni tot 20 November h en
zij 57.000 maal een onderzoek ingesteld, m
55.000 gevallen leidde tot een proces-verioaiai
gens ongeoorloofde prijsopdrijving, dok
vastgesteld, dat gezondigd werd tegen de ai
tributie-maatregelen, d.w.z. dat goede:Lnno
den verstrekt, zonder dat de koopers de
digde bons behoefden af te geven.
Dan zijn er ook nog tal van winkels, die a
verkoop uitgestalde goederen in de e o
niet van prijzen voorzien. Voor dit delict js
een vervolging ingesteld tegen 2700 z
Voor het gerecht werden reeds 800 personei
oordeeld tot gevangenisstraf, wisselend van
week tot zes maanden. In andere gevauei
een boete opgelegd ter hoogte van 16 tot
francs. „„netteen
Bij vergrijpen van buitengewoon ern
aard vermeldde het vonnis tevens dat ae au
rechtbank uitgesproken straf tevens m oe
zelf en in de étalages moest worden zfiv
ceerd. Deze straf werd reeds uitgespitKen
355 Parijsche zaken. Bij buitengewoon er
overtredingen en in gevallen waarbij o
was dat woekerprijzen werden gevraagd, v
de zwaarste straf, namelijk sluiting va
betreffende bedrijf. Dit middel werd re
300 gevallen toegepast. Deze sluiting wera
gepast voor den tijd van een week toi
maanden. otren
De Parijsche pers sloot in het begui Ql* Jen
voor dezen staat van zaken, doch thansJLubli-
bijna dagelijks de namen van de zaken
ceerd, welke zich aan dergelijke P*a ffeten
schuldig maken, zoodat de par ij sen aat
waar degenen zitten die zich ten koste
slachtoffers der oorlogsellende trachten te
ke&.