Bonnen die thans geldig zijn: Auto met vier personen te water Hef biologisch station te Wijster. De Parijsche politie en de distributie. Een onderhoud met dr. W. Bcijerinck. Mé Op stuclietocht in het Drentsche landschap. (Foto Pax Holland.) Even buiten het dorp Wijster in de Drentsche gemeente Beilen ligt aan den weg naar Spier het Biologisch Station, dat in Mei 1927 gebouwd werd, nadat de huidige directeur, dr. W. Beijerinck, daar reeds van 1922 af met zijn biologischen arbeid bezig was. In ons land is een biologisch station een zeld zaamheid. Nast dat te Wijster heeft men het zoölo gisch station te Den Helder, het Hugo de Vries- station te Abcoude en verder nog eenige instel lingen welke zich op een speciaal gebied bewegen, zooals het entomologisch laboratorium van dr. Voüte. op de Veluwe, waar de bestudeering van de ziekten der boomen het bijzonder studie-object is. Het buitenland kent een veel grootere versprei ding van dergelijke stations. Rusland spant de kroon met over de honderd en de Vereen igde Staten zijn er een tachtig rijk. Wat is een biologisch station? Wat gebeurt er? Het beantwoorden van deze vragen is niet zoo eenvoudig voor een leek. Misschien zou men kun nen zeggen: „Een biologisch station bestudeert het leven in zijn verschijningsvormen in een bepaalde streek". Dit omvat heel veel, maar zeker niet te veel, want de rond vijftig publicaties van den heer Beijerinck bewijzen dit reeds door de verscheiden heid en veelsoortigheid der onderwerpen. EEN EENZAME POST. Kort geleden zijn wij enkele uren de gast ge weest van den heer Beijerink, die zoo vriende lijk was ons het een en ander van zijn werk te vertellen. Wij hebben dit als een voorrecht be schouwd, omdat het gebouw, waarin de heer en mevrouw Beijerinck wonen en waarin de dirècteur der stichting een goed geoutilleerd laboratorium en een uitgebreide bibliotheek ter beschikking heeft, gewoonlijk uitsluitend door geleerden, af gestudeerden en studenten wordt bezocht. De heer Beijerinck heeft in het Drentsche land een een zamen post betrokken van waaruit hij evenwel een nauw contact onderhoudt met Universiteiten en andere wetenschappelijke instellingen. Dit contact, vertelde onze gastheer, was er na tuurlijk van het begin in 1922 af. Maar het werd steviger in 1933, toen de stichting tot- stand kwam, waaraan het laboratorium nu verhonden is. Wij hebben een Rijkssubsidie en steim van Universi teiten en allerlei lichamen gekregen. Hiertegen over staat de gelegenheid voor studenten en af gestudeerden om hier cursussen te volgen of speciale onderwerpen uit te werken. Ook lever ik onderzoekingsmateriaal aan Universiteiten en er zijn nog meer werkzaamheden, welke hier geschie den ten bate van de natuurwetenschap. Verschil lende monografieën en kortere publicaties zijn in den loop der jaren van het Station uitgegaan of er door gesteund. EEN GROOTE VERSCHEIDENHEID. Hiervoor hebben wij al gewezen op het uit gestrekte gebied, dat het biologisch station be strijkt. De eerste omvangrijke publicatie van Dr. Beijerinck was diens, in 1927 verschenen, disser tatie over de verspreiding en periodiciteitregel matige afwisseling) der zoetwaterwieren in de Drentsche plassen. Gedurende ruim drie jaren daarna heeft hij in opdracht van het bestuur der Stichting Landbouw Export Bureau Fonds te Wageningen de subfossiele plantenresten in Friesche en Groninger terpen onderzocht. Voor hem zijn hydrobiologie (kennis van de in het water levende organismen) en botanie (plantkunde) de hoofdzaak, maar daarnaast heeft hij gewerkt op het gebied der bodemkunde, ento mologie (insectenkunde), praehistorie, aardrijks kunde, kennis van bloemen en dieren, natuurbe scherming, geologie en weerkunde. Niet ten on rechte maakte dr. Beijerinck in een artikel, dat hij in 1937 schreef voor het Vakblad voor Biologen de opmerking, dat het, in verband met de ver scheidenheid van door hemzelf en anderen be handelde onderwerpen, misschien beter zou zijn, te spreken van 'n natuurwetenschappelijk station, zooals men een dergelijke inrichting, welke door de Zweedsche Akademie van Wetenschappen in Lapland is gesticht, noemt. Dit gebied van heiden en veenvormingen, zei hij thans, leidt als vanzelf tot een behandeling en bestudeering van een ongemeen groote verschei denheid van vraagstukken, welke zich voordoen, wanneer men als bioloog de levensverschijnselen van dier en plant in hun omgeving observeert. Ik begon met het onderzoek van het waterleven, kwam later tot de mossen en de veenplanten en publiceerde onlangs een monografie over de struikheide (Calluna) waarvan op het terrein van het station een negentig vormen zijn gekweekt. „Uw werk is dus zuiver wetenschappelijk?", vroegen wij. In zijn opzet althans. Het werk is voor een groot deel observeeren en statistisch materiaal verzamelen, terwijl er ook op experimenteel gebied wat is en wordt gedaan. Maar mijn studie bracht mij, zooals eigenlijk wel vanzelf spreekt,, met de werkelijkheid van het dagelijksch leven in nauw contact. Niet alleen door het geven van cursussen en het verzamelen van materiaal voor hortussen en dergelijke, dat ik u reeds noemde. Met het Staatsboschbeheer heb ik op practisch gebied contact inzake bodem samenstelling, opvolging van plantengroei en der gelijke. In de boschwachterij Dwingeloo hebben wij proefheuvels aangelegd, waarin de lagen van den bodem in verschillende opeenvolging zijn aan gebracht; nagegaan wordt nu in hoeverre hier in den loop der jaren veranderingen optreden. Dank zij de medewerking van mijn vrouw heb ik nog andere werkzaamheden op mij kunnen nemen zooals het onderhoud van den tuin, waarin ca. 700 plantensoorten voorkomen, het driemaal per dag verrichten van waarnemingen voor het Nederlandsch Meteorologisch Instituut, het leiden van excursies enzoovoort. U zult begrijpen, dat dit nogal wat tijd van ons vergt. Er was juist sprake van eenige uitbreiding en verbetering, toen de oorlog uitbrak. We zullen nu eerst weer moeten afwachten. EEN BELANGRIJK WERK. Zij, die den heer Beijerinck kennen weten dat dit afwachten voor hem niet beteekent rus ten. Ook al maakt het ontbreken van normale reisgelegenheid het hem moeilijk geregeld ver van huis te werken, in en bij huis heeft hij meer dan genoeg te doen. Hij heeft thans een zeer groot en belangrijk werk onderhanden, namelijk het samenstellen van een zadenatlas, in hoofdzaak van de Nederlandsche planten, daarnaast van de belangrijkste cultuurgewassen en enkele geïmpor teerde planten. Toen hij hiertoe van de Ned. Academie van Wetenschappen de opdracht had gekregen, is hij dadelijk begonnen de reeds aanwezige zadencol- lectie te compleieeren. Dit is geen gering werk. Het gaat hier namelijk om een 1400 soorten soor ten, waaronder er zijn van zeer zeldzaam gewor den planten en van planten, waarvan heel moei lijk zaad gewonnen kan worden. Veel hebben.de heer en mevrouw Beijerinck zelf verzameld en bovendien zijn er over het geheele land mede werkers, zoodat er nu reeds een 1200 soorten bijeen zijn gebracht. Dr. Beijerinck is al begonnen deze zaden te teekenen, wat een uiterst nauwkeurige en tijdroovende arbeid is. In een paar jaar hoopt hij den zadenatlas gereed te hebben en dan zal er een uniek standaardwerk zijn ontstaan. Want wel bestaan er enkele kleine zaden-atlassen voor practisch gebruik op een speciaal gebied, maar een werk van dezen omvang is ook in het buiten land niet verschenen. Evenals men met behulp van een flora een plant kan thuisbrengen, zoo zal dit ook met den zadenatlas het geval zijn. Hiertoe was het echter noodig systhematisch de kenmerken vast te leggen, wat tot dusver evenmin was ge schied. Deze atlas zal ongetwijfeld van practisch nut zijn voor plantkundigen, landbouwkundigen, keurings diensten e.d. Hij zal ook zijn nut kunnen hebben bij politieele onderzoekingen. Er zou heel wat meer te schrijven zijn over het Biologisch Station te Wijster. Alleen al over de zeldzame verzameling van planten, welke daar bijeen zijn gebracht. Of over de uitgebreide ver zameling van vlinders, kevers en andere insecten. Het doel van ons bezoek bepaalde zich er toe, onzen lezers iets van de beteekenis van dit station op wetenschappelijk en practisch gebied te kunnen vertellen. De schets, welke wij hiervan hebben gegeven, is in elk opzicht onvolledig, maar zij toont' toch, naar onze meening, voldoende aan, dat de stichting te Wijster voor wetenschap en samenleving van groot nut is, zoodat een uit bouw van het door één man met zooveel toewijding en doorzettingsvex-mogen begonnene, alleszins ge rechtvaardigd is. Erica onder de loupe. (Foto Pax Holland.) N.I.V.A. werkt samen met den Cultuurkring. Besluit tot samenwerking- met B. N. A. ingetrokken. Het Nederlandsch Instituut van Architecten N.I.V.A. heeft te 's-Gravenhage een algemeene ver gadering gehouden. Na een inleiding van den voor zitter, prof. ir. R. L. A. Schoemaker, over de wijze waarop de per 1 Januari 1941 voorgenomen fusie met de Maatschappij tot bevordering der bouw kunst. Bond van Nederlandsche architecten, door den nieuwen B.N.A. wordt uitgevoerd en een rede van dr. F. A. J. Vermeulen over het doel, de sa menstelling en de werkwijze van den Nederland- schen Cultuurkring, heeft de vergadering met na genoeg algemeene stemmen besloten het in de al gemeene vergadering van 30 Augustus jl. genomen besluit tot samensemlting met de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst Bond van Nederland sche Architecten, in te trekken, omdat o.m. bij de statuten van den nieuwen B.N.A. de overeengeko men voorwaarden voor de samensmelting niet ten volle in acht genomen zijn. Voorts werd besloten tot samenwerking met den Nederlandschen Cultuurkring en het lidmaatschap van het N.I.V.A. uitsluitend open te stellen voor ar chitecten, die medewerker zijn van den Nederland schen Cultuurkring. HET VEEM>KEN GAAN VAN DE „SIMON BOM VA Ft". Uitspraak van den Baad voor de Scheepvaart. SCHIP DOOR TWEE MIJNEN GETROFFEN De raad voor de Scheepvaart heeft uitspraak gedaan inzake het verloren gaan van de „Simon Bolivar" bezuiden het lichtschip „Sunk", op 18 November 1939. De raad is van oordeel, dat de toedracht van deze ramp, de grootste, welke sinds vele jaren de Nederlandsche koopvaardij vloot heeft getroffen, bij welke ramp helaas tal rijke passagiers en opvarenden het leven hebben verloren, ten duidelijkste aantoont, dat het schip door twee ontploffingen van buitenaf is verloren gegaan. Deze ontploffingen moeten veroorzaakt zijn door mijnen, die zich bevonden in een gebied, waarin tot dusver de aanwezigheid van mijnen niet was vastgesteld. Voor de gevolgde route kan aan schip of reederij geen enkel verwijt worden gemaakt. De uitspraak in deze zaak is ten zeerste ver traagd, omdat de raad het, na de zitting van 23 Februari 1940, absoluut noodzakelijk oordeelde nog eenige getuigen te hooren, waaronder de eer ste stuurman, die inmiddels naar West-Indië was vertrokken. De raad achtte het verhoor van den eersten stuurman vooral daarom noodzakelijk, omdat door het onderzoek geen klaarheid was ver kregen omtrent twee punten van bijzonder ge wicht, te weten: le. Hoe het komt, dat vóór dat op 18 Novem ber 1939 te 10.30 uur voorin, de eerste ontplof fing plaatshad, nog geen sloepenrol met de pas sagiers was gehouden en 2e. wie de leiding aan boord in handen had genomen, toen was gebleken, dat reeds bij de eerste ontploffing de kapitein on middellijk was gedood. Deze beide punten zijn van grooten invloed bij de beoordeeling van het geen na de ramp aan boord van de „Simon Boli var' is geschied, in het bijzonder wat betreft den toestand van de reddingsmiddelen en de wijze waarop deze zijn benut. Daarbij kwam dan nog het niet geheel gesloten zijn van de waterdichte deuren, een punt, dat, naar 's raads oordeel van buitengewoon groot gewicht kan zijn wat het be houd van een door een ontploffing getroffen schip betreft. Op verzoek van 's raads voorzitter verklaarde de directie der Kon. Nederlandsche Stoomboot Mij. zich bereid den eerten stuurman te laten terugkomen uit West-Indië, ten einde door den raad te worden gehoord. Toer deze getuige onderweg was, brak op 10 Mei 1949 de oorlog uit, terwijl sedert 15 Mei Nederland doer Duitschland is bezet. Onder deze omstandigheden heeft bedoelde ge tuige ons land niet bereikt en moet de raad van voortzetting van het onderzoek in deze zaak af zien. De raad bepaalt er zich thans toe om in het kort aan te stippen: le. dat van de volgende route aan de scheeps- leiding geen enkel verwijt kan worden gemaakt; 2e. dat niet gebleken is dat aan den toestand der reddingsmiddelen iets haperde, terwijl de vraag van het al of niet buitenboord draaien der reddingsbooter. aan het oordeel van den gezag voerder moet worden overgelaten; 3e. dat het te betreuren is, dat, toen de ramp voorviel, nog geen sloepenrol voor de passagiers was gehouden, enz. 4e. dat de beide hiervorenbedoelde waterdichte deuren gesloten hadden moeten zijn en de opvat ting, dat zulks niet uitvoerbaar zou zijn, naar den raad bij het onderzoek van later plaats gehad heb bende scheepsrampen is gebleken, gelukkig ook op de schepen, hoe langer hoe meer is verlaten. Het heeft onder de huidige omstandigheden weinig zin om uitvoerig op deze punten in te gaan. BEGROOTING HAARLEMMERMEER- POLDER. De hoofdingelanden van den Haarlemmermeer polder keurden Woensdag de begrooting van 1941 gced. De inkomsten en uitgaven voor den gewonen dienst zijn in evenwicht met een bedrag van 791.814, die van den kapitaaldienst met 406.206. Besloten werd, aan alle vaste werklieden en brugwachters in dienst bij het polderbestuur een duurtetoeslag toe te kennen. Duitscli Landgereclit. Voorspiegeling om gevangenen vrij te krijgen. 'S-GRAVENHAGE 26 Nov (A.N.P.) In de zitting van het Duit'-rhe Landgevecht werd heden behandeld een zvk tegen t.wee Joden, die wegens bedrog terecht moesten staan. Eenige maanden geleden waren twee Am sterdammers wegens overtreding van de de- viezenvoorschriften gearresteerd en ingesloten. De echtgenooten van beide gearresteerden verkeerden natuurlijk in groote ongerustheid en gingen dan ook gretig in op een aanbod, dat' haar gewerd om te trachten de mannen weder vrij te krijgen. Het initiatief ging uit van zekeren Israël D. uit Amsterdam, die zich „kunstcriticus" noemde. Hij is Duitscher van geboorte, heeft den oorlog van 1914 meegemaakt, doch werd door de En- gelschen gevangen genomen. Na den oorlog vestigde hij zich in Amsterdam. Deze Israël D. stond in relatie met den schil derijen-restaurateur Max F., eveneens van Duitsche nationaliteit, die sinds 1937 in Amster dam woont en aan wien D. had voorgespiegeld, dat het met behulp van een invloedrijk persoon wel mogelijk zou zijn de mannen vrij te krij gen. Per persoon zou een bedrag van f 2000 be taald moeten worden en Max zou daarover de onderhandelingen voeren. Dit bedrag was voor beide vrouwen echter te bezwaarlijk en na eenig praten kwam men tot overeenstemming voor een lager bedrag, waarvan f 100 als voorloopige kos ten werden betaald, terwijl het restant zou wor den afgedragen, wanneer de mannen in vrijheid zouden zijn gesteld. Max, die van elk geval een „provisie" ontving van f 25 heeft daarna €en der echtgenooten op gebeld met de mededeeling dat zijn vriend hem had laten weten dat haar man over eenige da gen zou worden vrijgelaten. Er verliepen echter nog enkele weken en toen heeft zij aan Max de boodschap laten toekomen, dat, als haar man nu niet zou komen, zij het restant van het afgesproken bedrag niet meer zou betalen. Daarop heeft Max een schrijven opgesteld voor deze echtgenoote, mevr. de R., die dit schrij ven heeft onderteekend en in welk schrijven, dat gericht was aan een inspecteur in Am sterdam een zekere vergoeding werd aangebo den voor de vrijlating van haar man. De inspecteur was echter in hooge mate ver ontwaardigd over dit aanbod, waarin hij een voorstel tot omkooperij zag, doch zooals mevr. de R. ter zitting verklaarde, had de opzet daartoe nimmer bij haar voorgezeten en was het slechts de bedoeling geweest, uit blijdschap over de terugkomst van haar man een zeker bedrag beschikbaar te willen stellen voor een goed doel, bijv. voor de Winterhilfe. Door dit schrijven werden echter de „bemid delaars" opgespoord en gearresteerd, met het gevolg dat zij zich heden voor het Duitsche Landgerecht moesten verantwoorden. Bij het getuigenverhoor bleek, dat beide de- viezenovertreders later wel in vrijheid zijn ge steld, doch natuurlijk geheel afgescheiden van de „bemiddeling" van de twee beklaagden. Deze bekenden het hun ten laste gelegde, waar bij Max zich beriep op zijn goed vertrou wen in de voorspiegelingen van zijn vriend Israël. In zijn requisitoir noemde Staatsanwalt dr. Koblitz dit bedrog der beide beklaagden een zeer gemeene handeling, waarbij zij misbruik maakten van den nood der twee vrouwen, wier mannen gevangen waren genomen. Aangezien het hier niet om groote bedragen ging, terwijl voorts in een der gevallen een gedeelte van het voorgeschoten geid is terugbetaald, vorderde hij tegen Israël D. een totale gevangenisstraf van 6 maanden, terwijl de Staatsanwalt tegen Max, wiens goede trouw hij wilde aanvaarden, geen strafpleging vroeg. De rechter, dr. Trier, ging met dezen eisch accoord en veroordeelde Israël D. wegens be drog in twee zaken tot een gezamenlijken ge vangenisstraf van 6 maanden, waarvan 1 maand voorarrest in mindering zal worden gebracht, terwijl Max F. wiens goedgeloovig- heid en zijn vaste overtuiging dat Israël inder daad voor de arrestanten hulp zou kunnen bren gen, ook door het gerecht werd aanvaard, werd vrijgesproken. De nieuwe secretarissen-; 'generaai Trol. dr. J. VAS Hel A.N.F. meldt: Dr, Jan van Dam, clie ir dag als secretaris-generaal van het 'depart5' van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurb jN ming is beëedigd, werd 3 October 1896 te dam geboren. Hij studeerde, na de H.B.S hebben doorloopen en het staatsexamen'té aWaar t „Das Vel'deke Problem" (1924); „De letterkunf»' beteekenis van Veldeke's Servatius" BROOD BON 15 v. 18 Nov. t.m. 1 Dec. BON 16. Geldig van 25 Nov. t.m. 8 Dec. 2000 gr. brood of 2500 gr. roggebrood. KOFFIE EN THEE BON 81 Algem. Distributie bonboekje van 9 Nov. t.m. 20 Dec. 1/2 pond koffie of 3/4 ons thee. BON 16 Algem. Distributie boekje van 23 Nov. t.m. 6 Dec. 1 K.G. suiker. VLEESCH EN VLEESCHWAREN BON 10 „vleesch" van de Vleeschkaart. Van 25 Nov. t.m. 4 Dec. 100 gr. rund-, kalfs- of varkensvleesch of ongesmolten vet of een rantsoen vleeschwaren. BON 09 geldig t.m. 1 Dec. BON 10 „worst of vleesch waren" van 25 Nov. t.m. 4 Dec. 75150 gr. vleesch waren. BON 09 t.m. 1 Dec. BOTER EN VETTEN BON 18 Boterkaart. Van 23 Nov. t.m. 6 Dec. 1/2 pond boter of margarine. BON 17 Boterkaart. T.m. 29 Nov. 1/2 pond boter of mar garine. BON 18 Vetkaart. Van 23 Nov. t.m. 6 Dec. 1/2 pond margarine of boter. BON 17 Vetkaart. T.m. 29 Nov. 1/2 pond margarine of boter. KAAS BON 51 Algem. Distributie- boekje. 1 ons kaas Geldig t.m. 1 Dec. BON 24 Algem. Distributie- boekje. 1 ons kaas. Geldig v. 25 Nov. t.m. 8 Dec. MEEL- EN GRUTTERSWAREN BON 82 Algem. Distributie boekje. T.m. 29 Nov. 250 gr. rijst of rijstemeel of rijste bloem of gruttenmeel. BON 83 Algem. Distributie boekje. T.m. 27 Dec. 250 gr. havermout of havervlokken of haverbloem of aardappel- meelvlokken of gort of gort- mout of grutten. BON 88 Algem. Distributie boekje. T.m.. 27 Dec. 250 gr. gort of gortemeel of grutten BON 98 Algem. Distributie boekje. T.m. 27 Dec. 100 gr. macaroni of vermicelli of spaghetti. BON 93 Algem. Distributie boekje. T.m. 27 Dec. 100 gr. maizena of griesmeel of sago of aardappelmeel. BON 1 van de Bloemkaart. T.m. 1 Dec. 50 gram brood of 65 gram roggebrood of 35 gr. meel of bloem of 1/2 rantsoen gebak. PEULVRUCHTEN BON 56 Algem. Distributie boekje t.m. 16 December 1/2 kg. peulvruchten. BON 64 Algem. Distribxitie- boekje. 1 ei geldig tm. 1 Dec. BON 37. Geldig van 25 Nov. t.m. 8 Dec. KOEK EN GEBAK BON 15 geldig t.m. 1 Dec. BON 16 v. 25 Nov. t.m. 8 Dec. BON 1 van de Bloemkaart. T.m. 1 Dec. 1/2 rantsoen koek of gebak. (1 rantsoen ontbijtkoek 160 gr., speculaas 140 gr. an dere koekjes 200 gr. biscuit en wafels 90 gr., beschuit 75 gr., cake 300 gr., taart 600 gr. gebakjes 600 gr., korstgebak 500 gr. klein korstgebak 400 gram.) KATTENBROOD BON 6 T.m. 30 Nov. 1 1/2 kg. Kattenbrood xoordt alleen verstrekt voor raskatten. ZEEP BON 29 T.m. 6 Dec. 150 gr. toiletzeep of 120 gr. huishoudzeep of 200 gr. zachte zeep of 250 gr. zeeppoeder of 125 gr. zeep vlokken of 250 gr. zelf werkende wasehmiddelen of 200 gr. vloeibare zeep. SCHEERZEEP BON 116 T.m. 31 Dec. 50 gr. scheerzeep of 1 tube scheer- crème of 1 pot scheerzeep. BRANDSTOFFEN BONS 04, 05, 06, 07 Bonkaart distributie vaste brandstof fen, haarden, kachels, 1 een heid. BONS 07, 08, 09, 10. 11, 12, 13 14 Bonkaart distributie cen trale verwarming: 1 een heid. Bons, gemerkt: Brandstof fen, één eenheid 2e periode: 1 eenheid. Bons, gemerkt: Cokes, één eenheid tweede periode: 1 eenheid. BONS 08, 09, 10, 11 Bonkaart distributie vaste brandstof fen - haarden, kachels: 1 eenheid turf. (Wenscht men geen turf dan kan men op deze bons later andere brandstof fen betrekken). Alles geldig tot en met 30 November. HONDENBROOD BON 6 T.m. 30 Nov. Groep 1 en 2: 10 K.G. Gr. 3: 8 K.G. Gr. 4: 5 K.G. Gr. 5: 4 K.G. Gr. 6: 3 K.G. Hondenbrood wordt alleen verstrekt voor groote rashonden of ingeval men meer dan één hond heeft. PETROLEUM ZEGEL PERIODE 7 (alleen voor hen, die uitsluitend op petroleum kunnen koken van 4 Nov. t.m. 29 Dec. 2 Ltr. ZEGEL PERIODE 8 (alleen voor hen, die uitsluitend pe troleum verlichting hebben) van 11 Nov. t.m. 15 Dec.-2 L. afgelegd, aan de Amsterdamsche universiteit' de Nederlandsche en Duitsche letteren en uJ j - 1923 tot doctor in de Duitsche taal- en lettert; bevorderd. Intusschen was hij reeds van I92ni^5 lector in de Nederlandsche taal en letterlrund de universiteit te Bonn en in laatstgenoemd werd hij als leeraar aan de openbare handek r te Amsterdam en assistent voor het Duitschei onderwijs aan de Amsterdamsche universitp't bonden, welke functie ar. Van Dam bleef v len tot 1925, toen hij tot lector in de Duitse!^'" en letterkunde aan deze universiteit werd ben6 In 1929 werd dr. Van Dam beroemd tot leeraar voor het Gotisch en de oudere Duit taal en letterkunde aan de Amsterdamsche un .C''e siteit, welk hoogleeraarschap hij bleef beklolT" tot 1936, toen hij aan dezelfde univeisitei» w belast met dat voor de oud-Germaansche phjy gie, benevens de oudere Duitsche taal- en ]eu kunde. 'er* Als vooi-naamste werken van zijn hand zijn v schenen „Zur Vorgeschichte des höfischen F-f* Lamprecht, Eilhart, Veldeke" (dissertatie blem" (1924): Veldeke's „Deutsch und Niederlandisch" (1932); uvm. der Deutschen Literatur" (1934—'35) 'enlezam'0' met prof. dr. Th. van Stockum: „Hanclbueh deutschen Sprache" (1937), Dr. T. GOEDEWAAGEN, Dr. T. Goedewaagen werd 15 Maart 1895 te Am. sterdam geboren, bezocht de gymnasia te Utrecht en te Hilversum, studeerde vervolgens te Utrecht klassieke letteren en wijsbegeerte, waarin hij 1923 met lof promoveerde. In 1925 werd dr. Goedewaagen privaat-docent in de geschiedenis der philosophic na Kant, aan de universiteit te Utrecht. Van zijn hand verschenen verschillende werken over philosophie, o.a. een inleiding in de philoso- phie (summa contra meta-physicos), een werkje over de philosophie in de 20ste eeuw, een over Nietsche en voorts een groot aantal kleine ge. schriften en artikelen in wijsgeerige tijdschriften. Dr. Goedewaagen was eenige jaren redactie-se cretaris van het „Tijdschrift voor Wijsbegeerte" en van de „Annalen der critische philosophie". Eenige jaren geleden werd hij lid van het Bol land-genootschap. Hij trad op als spreker voor volksuniversiteiten, voor de A.V.R.O. en voor tal van wijsgeerige vereenigingen. In 1939 werd hij verbonden aan het weekblad „De Waag", eerst als leider der Waagkringen, daar na als redacteur en tenslotte als hoofdredacteur, Nadat dr. Goedewaagen vele jaren in „Nieuw Nederland" publicaties had gegeven, benoemde de leider der N.S.B. hem op 1 Augustus 1940 tot hoofd van afd. XIV (perszaken) van het hoofdkwartier, in verband waarmede hij al zijn functies bij „De Waag" neerlegde. Gedurende de laatste jaren publiceerde hij vele politieke bijdragen in verschillende bladen en tijd» schriften. Kort na den oorlog trad dr. Goedewaagen op ah voorzitter van den Raad van Voorlichting der Ne derlandsche pers. het lichaam dat ten doel heeft de geheele Nederlandsche pers in een „Perskamer" te ordenen. Noodlottig ongeluk in de duisternis AMSTERDAM 28 November. Misleid door duisternis, en regen is in den afgeloopen nacht op den Buiksloterweg een personenauto, waar in vier personen hadden plaats genomen, te water gereden met het noodlottige gevolg, dat alle inzittenden den verdrinkingsdood stierven, Ongeoorloofde prijsopdrijving een veelvuldig voorkomend verschijnsel. (Van den VP.B.-correspondent.) Parijs, Nov. 19M' Prijsverhoogingen zijn hier in dewin e aan de orde van den dag. Na de nistellmi de rantsoeneernng is dit nog erger geworaen. Als bij tooverslag verdwenen de goederen v de markt. Alles is nog te krijgen docö Jg tegen sterk verhoogden prijs en meestal l een omweg. Het zelfde is het geval met artike van dagelijksch gebruik. De politie treedt tegen dit euvel met poe ijver op. Van 14 Juni tot 20 November h en zij 57.000 maal een onderzoek ingesteld, m 55.000 gevallen leidde tot een proces-verioaiai gens ongeoorloofde prijsopdrijving, dok vastgesteld, dat gezondigd werd tegen de ai tributie-maatregelen, d.w.z. dat goede:Lnno den verstrekt, zonder dat de koopers de digde bons behoefden af te geven. Dan zijn er ook nog tal van winkels, die a verkoop uitgestalde goederen in de e o niet van prijzen voorzien. Voor dit delict js een vervolging ingesteld tegen 2700 z Voor het gerecht werden reeds 800 personei oordeeld tot gevangenisstraf, wisselend van week tot zes maanden. In andere gevauei een boete opgelegd ter hoogte van 16 tot francs. „„netteen Bij vergrijpen van buitengewoon ern aard vermeldde het vonnis tevens dat ae au rechtbank uitgesproken straf tevens m oe zelf en in de étalages moest worden zfiv ceerd. Deze straf werd reeds uitgespitKen 355 Parijsche zaken. Bij buitengewoon er overtredingen en in gevallen waarbij o was dat woekerprijzen werden gevraagd, v de zwaarste straf, namelijk sluiting va betreffende bedrijf. Dit middel werd re 300 gevallen toegepast. Deze sluiting wera gepast voor den tijd van een week toi maanden. otren De Parijsche pers sloot in het begui Ql* Jen voor dezen staat van zaken, doch thansJLubli- bijna dagelijks de namen van de zaken ceerd, welke zich aan dergelijke P*a ffeten schuldig maken, zoodat de par ij sen aat waar degenen zitten die zich ten koste slachtoffers der oorlogsellende trachten te ke&.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 8