De „Diplo" over de Engelsche In eigen kuil gevallen" bfokk&depoÜtiek. Jan Kubelik overleden. KORT NIEUWS. RADIO PKCERAMMA VRIJDAG 6 DECEMBER 1940 Het A. N. P. vermeldt de volgende beschou wing van de „Deutsche Diplomatisch-Poiiiische Korrespondenz": De toenemende schaarschte in Engeland aan essentieele grondstoffen, niet in de laatste plaats aan levensmiddelen, zal volgens uitlatingen van den Britschen minister vah voedselvoorziening, 1 Woolton, tengevolge hebben dat de goede tijden van een onbekrompen goed leventje in Enge land weldra voorbij zullen zijn en de bevolking ginds zich in tegendeel gevoelige beperkingen en rantsoeneeringen zal moeten laten welge vallen. Daarmede doet zich dus-datgene voor wat En geland het Duitsche volk toegedacht had, terwij i jjet zichzelf in veiligheid waande. Engeland is thans in zijn eigen kuil gevallen. Geen wonder dat de verantwoordelijke personen in Groot-Brittannië glies probeeren om het volk ten overstaan van hun voormalige anders luidende beloften met deze droeve vooruitzichten te verzoenen door het de valsche suggestie te geven dat het den tegenstan der ook slecht gaat. Met dit doel poogt de minister van economische oorlogvoering, Dalton, het Britsche volk wijs te ir.aken dat in Duitschland de voorraden van voor den oorlog belangrijke grondstoffen als olie, rubber en koper weldra zijn uitgeput. De „Times", die op deze uiteenzettingen den nadruk legt, voegt daaraan toe, daar zij anders blijkbaar reeds van te voren de argwaan van het publiek zouden opwekken, dat de uitlatingen van den minister ongetwijfeld op ge gevens van deskundigen zijn gebaseerd. c De conclusie, die men kan trekken uit dit be drog. dat voor iederen kenner van den werkelijken toestand in Duitschland gemakkelijk te doorzien js, luidt dat men in Engeland het slinkend vertrou wen van de eigen bevolking weer wil schragen door jnideidende kleineering ook van de enorme econo mische mogelijkheden van den Duitschen tegen stander, zooals reeds lang op militair gebied ge schiedt. Indien daarenboven in het algemeen door Enge land stee'ds weer het vraagstuk van de moeilijke levensmiddelensituatie in Europa wordt behandeld, dan speelt daarbij ongetwijfeld deze factor een be slissende rol, dat het Britsche volk zijn eigen lot draaglijker moet vinden bij de gedachte aan zware tiiden elders. De bijzondere beteekenis van de behandeling van deze vraagstukken blijkt overigens pas als in ver band hiermee' van Engelsche zijde wordt gewezen op de „voorraden levensmiddelen", die reeds in de Nieuwe Wereld aangelegd zouden kunnen wor den en die ter beschikking van de volken 'van Europa zouden staan, zoodra „het nationaal-socia- listisch juk afgeschud is". Het doel dat met dezen uit de verteTokkenden broodtrommel nagestreefd wordt is velerlei. In de eerste plaats moet aan binnen- en buitenland on- het het oog worden gebracht dat het Britsche Imperium het in de hand heeft de wereld met zijn rijkdommen gelukkig te maken, respectievelijk aan de landen van andere continenten bij hun export weer de vrije hand te. geven, zoodra de tegenstand van de nazi's eenmaal is gebroken. Vooral echter vormt de verwijzing naar de met voorwaarden verbonden Britsche hulpvaardigheid een onhandige poging om de eigenlijke verantwoor delijkheid voor den huidigen noodtoestand in vele landen te verdoezelen. Overal ter wereld acht men thans den Britschen hongeroorlog in strijd met het volkenrecht en onmenschelijk. Zoolang Duitschland het eenige land was, dat door dezen maatregel be dreigd werd, wilde de egocentrische geaardheid van vele buitenlanders nog wel over dezen mis- dadigen vorm van oorlogvoering der Britten heen stappen. Thans, nu zelfs de voormalige vriend hierdoor getroffen moet worden, tracht Engeland naarstig door „goeden wil voor de toekomst" zijn Bchuld aan verleden en heden te bemantelen. Deze geheele manoeuvre moét blijkbaar even wel ook de producenten in de andere wereld- deelen gerust stellen, voor zoover zij door de blok kade van grondstoffen, die niet of te nimmerals contrabande beschouwd en behandeld kunnen wor den, aanzienlijke schade lijden. De Britsche „eco nomische commissie" onder Lord Willingdon heeft evenwel pok ginds in Zuid-Amèrika getoond dat Engeland uiterst gul is met woorden en beloften, maar dat van practische hulp, om nog maar te zwijgen van terugkeer van Engeland tot oorlog voering ter zee in overeenstemming met het vol kenrecht, in het geheel geen sprake is. Deze geheele afleidingsmanoeuvre maakt een .te cynischer indruk, daar de „hulpactie" waarvan hier sprake is, juist gevoerd moet worden door een figuur Leith Ross die al twee jaar voor het uitbreken van den oorlog belast werd met de voor bereiding van den hongeroorlog, die strijdig is met het recht. Al die volken, die vroeger in lichtvaardig ver trouwen op Britschen trouw aan de verdragen ook in geval van oorlog vertrouwen hebben ge steld in de vrijheid ter zee voor den aanvoer van essentieele producten en dien ten gevolge niet overgegaan zijn tot vorming van eenigermate om vangrijke voorraden, zij moeten nu door de fata morgana van een Luilekkerland, dat hun van Britsche zijde wordt voorgespiegeld, afgehouden worden van nadenken over de ware schuldvraag. Engeland komt blijkbaar in het geheel niet op de gedachte dat het zoo op zeer vernederende wijze de volken van het Vasteland opmerkzaam maakt op zijn pretentie het wel en wee der Europeesche naties in den hand te mogen hebben. Niets kan de as-mogendheden meer versterken in hun besluit Engeland zoo te verslaan dat iedere worggreep van dit land eens en voor goed on mogelijk wordt gemaakt en zulks in het belang van alle volken. Dr. KARL MEGERLE BESPREEKT VRAGEN VAN LAGERHUISLID. De eiseh van den Britschen Lagerhuisafgevaar digde Stokes, die van de regeering de verzekering verlangde dat geen nieuwe steunpunten aan de V. S. zullen worden verpacht en dat geen verdrag over de Vereeniging van Groot-Brittannië met de Vereenigde Stater zal worden gesloten zonder dat bet Lagerhuis in de gelegenheid gesteld is zijn standpunt ten aanzien hiervan te bepalen, vindt de diplomatieke medewerker van de „Börserizeitung", Karl Megerle. even. belangwekkend als opmerke lijk, aldus het D.N.B. Het is typeerend, zegt de be kende Duitsche publicist, dat een Engels'ch afge vaardigde zulke vragen stellen en zulke garanties verlangen moet. Hij heeft daarmede zonder twijfel uitgesproken hetgeen iederen Engelschman, die de catastrofale politiek van Chamberlain en Churchill volgt, diep moet schokken. Want zoowel het plan betreffende een unie, dat de Britsche regeering aan den vooravond van de ineentorting van Frankrijk aan dit land voorlegde, alsook het afstaan van steunpunten in West-Indië voor den tijd van 99 jaren en de verplichting de Britsche vloot eventueel naar Amerika te brengen zijn daden geweest van vertwijfeling en radeloosheid, die toonen dat het Britsche wereldrijk in zijn fundamenten is ge schokt. Zij waren door bitteren nood gedicteerd. Zij stellen het prijsgeven van de Britsche souve- reiniteit voorop. Wanneer nu echter de Britsche vertwijfeling zoo zou toenemen dat zelfs een plan voor een unie met de V. S. zou worden overwogen, dan zou dit niet een samensmelting zijr, doch een onderge schikt maken van Engeland aan de Noord-Ameri- kaansche wereldmacht. Het zou het einde zijn van 1 een zelfstandig Eugelsch wereldrijk en een blijk geven van het besef dat de oorlog voor Engeland verloren is. De vraag ran den arbeidersafgevaardigde is de eerste, die in het openbaar deze levenskwesties aapsnijdt. Uit diepen rationalen nood is deze vraag opgeworpen, zoö verklaart idr. Megerle tenslotte. Het is de vraag naar het verder bestaan van de Britsche wereldmachtspositie, naar de zinneloosheid van dezen Engelschen oorlog, raar de verantwoor delijke doodgravers van het Britsche wereldrijk.- DE FINANCIEELE ZORGEN VAN ENGELAND. In het „Hamburger Fremdenblatt" schrijft dr. Halfeld voorts over de financieele zorgen van En geland, nu volgens eei? officieel communiqué van den Amerikaanschen secretaris van Financiën, Morgenthau, ook de onderstaatssecretaris van het Britsche departement van Firanciën, Sir Frederick Philips, in New-York is aangekomen. Ook deze heeft, zoo schrijft Halfeld, precies als de Britsche ambassadeur. Lord Lothian, twee we ken geleden deed, bij gelegenheid van zijn aan komst, een versche dosis Britsche propaganda in de operbare meening van de Vereenigde Staten ge spoten, maar anders dan zijn voorganger achtte hij het beter te spreken van de soliditeit der En gelsche financieele situatie en over de dagelijk- sche oorlogsuitgaven van Groot-Brittannië ten be drage van 45 millioen dollar als bewijs voor den omvang der financieele hulpbronnen van het om zijn leven worstelende eiland. Halfeld wijst daarbij op het onderscheid tussehen de donkere prognoses van Lothian én het, klaar blijkelijk met een speciaal doel ten toon gespreide optimisme van Philips. Opvallend is daarbij ook dat de Engelsche diplomaten en ambtenaren, die met een hoogst vertrouwelijke missie naar de Ver eenigde Staten komen, zich niet wenden tot de be voegde mannen in Washington, maar tot het uitge breidste publiek. Hieruit trekt lïalfeld de conclu sie dat men in Londen het volkomen falen van den opzet van den eersten aanval op den goudbuidel van den Amerikaanschen belastingbetaler heeft in gezien en den slechten indruk zou willen wegnemen. Aan den anderen kant echter, zoo schrijft Hal- felid, is de financiering van den Britschen aanvals oorlog de eenige uitweg om daarmede de ineen storting van Engeland een tijdlang uit te stellen. De Engelsche strijd om den Amerikaanschen dol lar wordt voortgezet. Thans echter op den grond slag, dat Engeland nog niet aan het einde is van zijn' financieel vermogen en daarom aanspraak mag maken op het vertrouwen van iden Amerikaan schen belastingbetaler. In dit verband herinnert dr. Halfeld aan de beide stahdpunten, die aan gene zijde van den Oceaan worden ingenomen," nl. aan den eenen kant, dat Engeland rog over voldoende saldi beschikt in Ca nada en Zuid-Amerika, die maar eerst moeten wor den geliquideerd en aan den anderen kant, dat er nog onvereffende Engelsche schulden uit den we reldoorlog bestaan. Tenslotte schrijft Halfeld: Wij hebben er nooit aan getwijfeld dat het Lothian's bedoeling was te overdrijven, aangezien de Engelsche financieele bronnen zeker nog niet uitgeput zijn. Uit zijn woor den sprak de geest van de rijke leidende lagen van Engeland, die thans terugdeinzen voor de onafzien bare gevolgen van hun politieke zonden en die door de mobilisatie van den Amerikaanschen rijk- •dom het ergst zouden willen voorkomen wat,hun kapitalistiseh-vmperialistische denkwijze maar ver mag te vreezén, ril. dat Engeland geheel alleen met zijn vollen rijkdom moet instaan voor de onver mijdelijke gevolgen van zijn aanvalsoorlog tegen het groot-Duitsehe rijk. De onrust in Britscli-Iudië. Zuster van Pandit Nehroe gearresteerd. Ook de zuster van Pandit Nehroe is op grond van de wet op de landsverdediging te Bombay gearresteerd. PRAAG, 5 December (D.N.B. Vanmiddag is hier op zestigjarigen leeftijd de wereldbe roemde vioolvirtuoos .Jan Kubelik overleden. (Foto archief H. D.) Het overlijden van Jan Kubelik beteekent den dood van een vioolvirtuoos, wiens roem jaren lang over heel de wereld geschitterd heeft. Hij was de zoon van een tuinman en werd geboren te Michle bij Praag 5 Juli 1880. Al zeer vroeg bleek zijn groot talent. Zijn vader, die zelf een groot muziek liefhebber was, gaf hem 't eerste onderricht, doch al dra bleek dat hij de kenmerken van een „won derkind" vertoonde, zoodat hij op 8-jarigen leeftijd reeds concerteerde met een concert van Vieuxtemps en stukken van Wieniawski. Daarna ontving hij zijn verdere opleiding van Sevcik. Op 18-jarigen leeftijd betrad hij voorgoed het concertpodium, waar zijn verbazingwekkende techniek hem den bijnaam van den „erfgenaam van Paginini" be zorgde. Onafgebroken reisde hij door de geheele wereld en boekte overal enorme successen. Bovendien vond hij gelegenheid eenige vioolconcerten te compo- neeren. Zijn vijftigste verjaardag werd onder zeer groote belangstelling herdacht. Daarna raakte hij in de internationale muziekwereld eenigermate op den achtergrond, al bleef zijn roem gevestigd. Anecdo- tïsche verhalen omtrent geweldig hooge bedragen, waarvoor hij zijn vingers verzekerde, zijn alom bekend. Vijf Engelsche mijnenvegers verloren. Mededeeling van de Britsche Admiraliteit. De Britsche Admiraliteit moet tot haar leedwezen bekend maken dat de volgende schepen den laatsten tijd verloren gegaan zijn als gevolg van beschadigingen, die hun bij het mijnenvegen overkomen "zijn: „Ethel Taylor", „Amethyst", „Elk",„Calverton" en „Christmasrose". Er zijn geen verliezen ontstaan onder de be manningen van „Amethyst" en „Elk". De ver wanten van alle slachtoffers onder de beman ningen van de andere schepen zijn verwittigd. (D.N.B.) Engelsche fascisten in gevangenschap Zevenhonderd arrestaties werden verricht. De onderstaatssecretaris van het Britsche mi nisterie van binnenlandsche zaken heeft volgens berichten uit Londen gisteren in het Lagerhuis bekend gemaakt dat destijds zevenhonderd leden van de- Britsche fascistische partij gearresteerd werden, aldus deelt het D.N.B. mede. Ook thans bevinden zij zich nog in hechtenis. De onder staatssecretaris deelde voorts mede dat driehon derd personen zich reeds meer dan drie maanden in een Engelsche gevangenis bevinden onder ver denking de Britsche verdedigingswetten overtre den te hebben. Men heeft tot dusverre geen tijd gehad om een officieele procedure tegen deze driehonderd personen aanhangig te maken. 200 JAAR KLOKKENSPEL. Het carillon van de garnizoenskerk te Potsdam viert zijn tweede eeuwfeest. .(Foto Weltbild.). Duitsch legerbericht: Aanvallen op Londen en Birmingham. Mijnen in Britsche havens gelegd. BERLIJN, 5 December (D.N.B.). Het opperbevel van de weermacht deelt mede: In den nacht van 3 op 4 December vielen ge vechtsvliegtuigen ondanks de slechte weersomstan digheden Londen en Birmingham aan. In de Lon- densche stadswijken Paddington, Kensington en Battersea werden zware branden waargenomen. Ook in Birmingham ontstonden na hevige ontplof fingen negen groote en talrijke kleine branden, verder werden Southampton en eenige andere steden aangevallen. Overdag beperkte zich de bedrijvigheid van het luchtwapen tot verkenningsvluchten. In den nacht van 4 op 5 December waren de aanvallen gericht op Zuid- en Midden-Engeland. Het leggen van mijnen in Britsche havens werd voortgezet. Eenige Britsche vliegtuigen wierpen in den nacht in West-Duitschland bommen neer en beschadigden eenige woonhuizen. Gisteren werden drie vijandelijke vliegtuigen neergeschoten, waarvan twee door de luchtdoel- artillerie. Drie eigen toestellen worden vermist. Italiaansch legerbericht. Aanvallen en tegenaan vallen in Griekenland. Bommen op Turijn. ERGENS IN ITALIë, 5 December (Stefani) In zijn weermachtsbericht no. 181 maakt het Ita- liaansche hoofdkwartier het volgende bekend: Ook gisteren hebben aan het Grieksche front in de sectoren der beide legers aanvallen en tegen aanvallen plaats gehad. Onze luchtformaties hebben in samenwerking -met de landstrijdkrachten een doeltreffende actie ondernomen en bommen geworpen op militaire werken, wegen, bruggen, colonnes van auto's en op marsch zijnde groepen. Vooral de weg Premeti- Perati is verscheidene malen aangevallen en op verscheidene punten onbegaanbaar gemaakt. Tijdens een gevecht tussehen een van onze for maties jachtvliegtuigen en ^en vijandelijke for matie zijn vijf vijandelijke jagers neergeschoten. Twee van onze toestellen zijn niet teruggekeerd. Op 29 November heeft een van onze duikbooten „Delfino" een Griekschen torpedojager in de Egeïsche Zee tot zinken gebracht. In Oost-Afrika hebben vijandelijke gemotori seerde afdeelingen een aanval ondernomen op een van onze posten ten Westen van Tessenei. Zij werden afgeslagen. Vijandelijke luchtaanvallen op Cheren en Ghinda hebben geen schade aangericht en geen slachtoffers gemaakt. Een vijandelijke machine is door onze jagers neergehaald. Uit Zwitserland komende vijandelijke vlieg tuigen hebben bommen laten vallen op Turijn. In de buurt van een ziekenhuis werd een persoon gedood en werden drie menschen gewond. Eenige branden konden terstond gebluscht worden. Zij waren uitgebroken in een stoffenververij, een wolspinnerij en een tapijtenfabriek. Militaire doelen leden evenwel in het geheel geen schade. Op vele plaatsen worden reeds groote hoeveel heden bagger uit de slooten gehaald wegens kunstmestschaarschte. (Foto Pax Holland.) Uitvaart van prins Sayonji. Sobere plechtigheid te Tokio. Het D.N.B. meldt uit Tokio: In heel Japan wapperden de vlaggen Donder dag half stok ter gelegenheid van de staatsbe grafenis voor prins Sayonji, den grooten Japan- schen staatsman en laatsten Genro. In het Hibijapark vond een rouwplechtigheid plaats in tegenwoordigheid van het geheele kabinet, de leden der keizerlijke, familie, het diplomatieke corps en vele andere bekende personen. De rouwstoet van het departement van buitenland- sclie zaken, waar het stoffelijk overschot van den overleden Genro stond op de baar was gelegd, naar het park was zeer eenvoudig, overeenkom stig den wensch van den doode, die zelf altijd een sober leven heeft geleid. Aan beide zijden van de straten stonden militairen en mariniers op gesteld. Bij aankomst van den stoet werden kanonschoten gelost, waarna het volkslied ge speeld werd. Tegen den middag werd het stof felijk overschot bijgezet op het kerkhof voor de poorten van Tokio. De scholen en regeerings- bureaux bleven dezen dag gesloten, alsook de amusementslokalen, bioscopen, e.d. Prins Ko- noje heeft Mussolini en minister von Ribben- trop telegrafisch bedankt voor hun bewijzen van deelneming. Het incident in de Braziliaansche wateren. Te Berlijn trekt het geval in hooge mate de aandacht. Van semi-officieele Duitsche zijde wordt zoo meldt het A.N.P. het volgende mede gedeeld: „De rijksregeering bevindt zich in een toe stand van nauwkeurig waarnemen". Met deze woorden kenmerkt men in Berlijnsche politieke kringen de Duitsche houding ten aanzien van het opbrengen van het Braziliaansche s.s. „Itaya" door een Engelschen hulpkruiser in de Braziliaansche kustwateren, waarbij 22 Duitsche passagiers ondanks het protest van den gezag voerder van boord werden gehaald. „Wac heeft een Engelsch kruisekader te opereeren aan de Braziliaansche kust tegen Bra ziliaansche schepen?" zoo vraagt men zich te bevoegder plaatse in Berlijn af. Men verklaart dat uit deze opmerkelijke En gelsche daad een reeks hoogst belangrijke kwes ties voortvloeien, al zijn die voor Duitschland vooreerst slechts van theoretisch belang. In de Wilhelmstrasse neemt men de ontwikke ling waar, die men hier hoofdzakelijk aanduidt als~een geschil tussehen Brazilië eh Engeland en men registreert de binnenkomende berichten, volgens welke groote opwinding bestaat bij de Braziliaansche openbare njeening over den En gelschen aanval. Al kan men vooreerst ook niet zeggen hoe de rijksregeering op dit voorval zal reageeren, men vestigt er hier toch zeer in het bijzonderde aandacht op, dat Duitschland er steeds den na druk op legt zich te houden aan de regels der neutraliteit en daar ook steeds naar gehandeld heeft. Met bijzondere belangstelling ziet men in Ber lijnsche politieke kringen in dit verband ook het volkomen ontbreken van ieder commentaar in de pers der Vereenigde Staten, hetgeen te meer opmerkelijk is, daar deze pers in andere geval len immers steeds zeer actief was wanneer het zaak was de door haar geprezen „Pan-Ameri- kaansche solidariteit" in het licht te stellen. Overigens, zoo verklaart men verder, betee kent het voorkomen van deze jongste Brit sche inbreuk op de neutraliteit voor Duitsch land niets nieuws. Hij vestigt integendeel slechts op wat voor onscrupuleuze, de neutrali- teitsrechten van vreemde staten niet achtende wijze Engeland den tegenwoordigen oorlog tot dusverre heeft gevoerd en voornemens is ook verder te voeren. Den bekenden gepensionneerden Oostenrijk- schen legerleider uit den wereldoorlog, gepension- neerd veldmaarschalk Eduard Freiherr von Boehm- Ermolli, die op 1 September 1940 zijn 65-jarig offi- ciersjubileum heeft gevierd, is het recht verleend tot het dragen van de generaals-uniform van het leger, met de versierselen van een generaal-veld— maarschalk en van den totdusver gedragen Oos- stenrijkschen maarschalksstaf. Maarschalk Pétain is Donderdag uit Marseille le Vichy teruggekeerd. Te voren had hij de reis onderbroken te Avignon, waar de bevolking hem een geestdriftige ontvangst bereidde. (D.N.B.) De nieuwe Japansche ambassadeur bij het Quirinaal, Zembei Horikiri is, naar Stefani meldt, te Rome aangekomen. Te Burgos is in het gebouw van de provin ciale commissie, waarin gedurende den burger oorlog het ministerie van binnenlandsche zaken was gevestigd, brand uitgebroken, die snel om zich heen greep. Na een strijd van twee uur kon het vuur gebluscht worden. De materieele schade is aanzienlijk. (D.N.B.) De Duitsche rijksperschef dr. Dietrich heeft naar het D. N. B. meldt Woensdag en Donderdag te Parijs de Duitsche oorlogscorrespondenten en journalisten bezocht om zich over hun werkzaam heden op de hoogte te laten brengen en liun de richtlijnen voor hun verdere journalistieke activi teit aan te geven. Dr. Dietrich sprak bij deze gele genheid ook de leidende vertegenwoordigers van Fransche pers te Parijs. Sir John Anderson heeft blijkens een A. N. P. bericht gisteren in een 'rede- in het Lagerhuis be toogd dat de regeering den arbeidsdienstplicht moet invoeren voor den herbouw van de zwaar ge bombardeerde gebieden. Omtrent het vliegongeluk dat zich bij Chicago heeft voorgedaan, wordt aan het D. N. B. gemeld dat het aantal dooden tot acht is gestegen. Acht passagiers zijn nog onder geneeskundige behande ling. Omtrent de oorzaak van het neerstorten van het vliegtuig is officieel nog niets medegedeeld. Uit Barcelona verneemt het DNB dat de Ame- rikaansche diplomaat Robert Murphy, van Barce lona uit zijn reis naar Vichy voortgezet heeft. Mur phy is Roosevelt's bijzondere gevolmachtigde voor Vichy en zal maarschalk Pétain inlichten omtrent de houding der Vereenigde Staten tegenover de Fransche regeering. Het Amerikaansche Congres heeft een wet aangenomen, die president Roosevelt machtigt een nieuwen post van onderstaatssecretaris bij het mi nisterie van oorlog in te stellen voor den duur van den „huidigen crisistijd". (D.N.B.) Het zeventiende jachteskader van de V. S. is te Manilla aangekomen. Het eskader bestaat, naar 't DNB verneemt uit 25 officieren en 350 manschappen met de bijbehooren- de vliegtuigen. De luchtstrijdkrachten op de Philip- pijnen waren eind November reeds voor de eerste maal door een nieuw jachteskader versterkt. HET VRAAGSTUK DER DIENSTWEIGERAARS IN ENGELAND. STOCKHOLM, 5 Dec. (D.N.B.) Uit een eigen bericht uit Londen van Svenska Dagbladet blijkt, dat Engeland zich gedwongen ziet ook de Britten, die uit religieuze overwegingen weigeren dienst te doen, op te roepen. Deze maatregel heeft reeds, volgens het Zweedsch blad tot moeilijkheden ge leid, zoodat de kwestie opnieuw bestudeerd zal worden. ZATERDAG 7 DECEMBER 1940. HILVERSUM I, 415 M. Nedorlandsch Programma. KRO. 8.00 Nieuwsberichten A. N. P. 8.15 Wij beginnen den dag. 8.45 Gramofoonmuziek. 9.30 Rotterdamsch Philharmonisch orkest en -koor. Schiedamsch mannenkoor ..Orpheus" en soliste (opn). 10.00 Gramofoonmuziek. 10.30 Nederlandsch Kamerorkest (opn.). 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Pianovoordracht (opn,). 12.15 Geza Kiss en zijn Hon- gaarsch orkest. 12.45—1.00 Nieuws- en economische berich ten A. N. P. 1.00—1.15 Gramofoonmuziek. 1.45 Gramofoon- muziek. 2.00 Uitzending voor Jong Nederland. 3.00 Rotter damsch Philharmonisch orkest en solist. 4.30 De Meester zangers. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.15 Nieuws-, economi sche- en beursberichten A. N. P. 5.30 Reportage. 6.00 Gra mofoonmuziek. 6.10 Letterkundige causerie. 6.30 Over peinzing met muzikale omlijsting. 6.45 Actueele reportage of gramofoonmuziek. 7.00—7.15 Vragen van den dag en nieuwsberichten A. N. P. en sluiting. HILVERSUM I, 301.5 M. VARA. 8.00 Nieuwsberichten A. N. P.. gramofoonmuziek. (In dc pauze: VARA-Wandkrant). 10.00 VPRO: Morgenwijding. 10.20 Voor de arbeiders in de continubedrijven. 12.00 Gra mofoonmuziek. 12.45—1.00 Nieuws- en economische be richten A. N. P. 1.15 Orkest- en koorconcert (opn.). 2.00 Zang met pianobegeleiding. 2.15 Gramofoonmuziek. 3.00 Tuinbouwpraatje. 3.20 Residentie-orkest. 4.10 Revue-uit zending. 5.00 VPRO: Bijbelvertelling. 5.15 Nieuws-, econo mische- en beursberichten A. N. P. 5.30 Esmeralda en so liste. 6.00 „Van staat en maatschappij", lezing. 6.15 Esme ralda en soliste. 6.40 VARA-Wandkrant. 6.45 Actueele reportage of gramofoonmuziek. 7.00—7.15 Groningsch praatje en nieuwsberichten A. N. P. en sluiting. KOOTWIJK, 1875 M. NCRV. 7.00 Berichten, Duitsch. 7.15 Gramofoonmuziek. 7,30— 7.45 Berichten, Engelsch. 8.00 Nieuwsberichten A. N. p. 8.10 Schriftlezing en Meditatie. 8.25 Gewijde muziek (gr.pl.). 8,35 Gramofoonmuziek. 9.00—9.15 Berichten, Duitsch. 10.00 Amsterdamsch Salonorkest cn gramofoon muziek. 11.30 Berichten, Engelsch. 11.45 Gramofoonmuziek. 12.00—12.15 Berichten. 12.30 Berichten, Duitsch. 12.45 Nieuws- en economische berichten A. N. P. 1.00 Gramo foonmuziek. 1.30—1.45 Berichten, Engelsch. 2.00-2.15 Be richten, Duitsch. 2.30—2.45 en 3.30—3.45 Berichten, Engelsch. 4.0C Gramofoonmuziek. 5.00—5.15 Berichten, Duitsch. 5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten van het A. N. P. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.15 Berichten. 6.20 Orgelspel (opn.). 6.30 Berichten, Engelsch. 6.45 NCRV-kleln koor met -orkest en orgel (opn.) 7.00—7.15 Groningsch praatjg en nieuwsberichten A. N. P. en sluiting.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 3