De „Diplo" over de Engelsche
In eigen kuil gevallen" bfokk&depoÜtiek.
Jan Kubelik overleden.
KORT NIEUWS.
RADIO
PKCERAMMA
VRIJDAG 6 DECEMBER 1940
Het A. N. P. vermeldt de volgende beschou
wing van de „Deutsche Diplomatisch-Poiiiische
Korrespondenz":
De toenemende schaarschte in Engeland aan
essentieele grondstoffen, niet in de laatste plaats
aan levensmiddelen, zal volgens uitlatingen van
den Britschen minister vah voedselvoorziening,
1 Woolton, tengevolge hebben dat de goede tijden
van een onbekrompen goed leventje in Enge
land weldra voorbij zullen zijn en de bevolking
ginds zich in tegendeel gevoelige beperkingen
en rantsoeneeringen zal moeten laten welge
vallen.
Daarmede doet zich dus-datgene voor wat En
geland het Duitsche volk toegedacht had, terwij i
jjet zichzelf in veiligheid waande. Engeland is thans
in zijn eigen kuil gevallen. Geen wonder dat de
verantwoordelijke personen in Groot-Brittannië
glies probeeren om het volk ten overstaan van hun
voormalige anders luidende beloften met deze
droeve vooruitzichten te verzoenen door het de
valsche suggestie te geven dat het den tegenstan
der ook slecht gaat.
Met dit doel poogt de minister van economische
oorlogvoering, Dalton, het Britsche volk wijs te
ir.aken dat in Duitschland de voorraden van voor
den oorlog belangrijke grondstoffen als olie, rubber
en koper weldra zijn uitgeput. De „Times", die op
deze uiteenzettingen den nadruk legt, voegt daaraan
toe, daar zij anders blijkbaar reeds van te voren de
argwaan van het publiek zouden opwekken, dat de
uitlatingen van den minister ongetwijfeld op ge
gevens van deskundigen zijn gebaseerd.
c De conclusie, die men kan trekken uit dit be
drog. dat voor iederen kenner van den werkelijken
toestand in Duitschland gemakkelijk te doorzien
js, luidt dat men in Engeland het slinkend vertrou
wen van de eigen bevolking weer wil schragen door
jnideidende kleineering ook van de enorme econo
mische mogelijkheden van den Duitschen tegen
stander, zooals reeds lang op militair gebied ge
schiedt.
Indien daarenboven in het algemeen door Enge
land stee'ds weer het vraagstuk van de moeilijke
levensmiddelensituatie in Europa wordt behandeld,
dan speelt daarbij ongetwijfeld deze factor een be
slissende rol, dat het Britsche volk zijn eigen lot
draaglijker moet vinden bij de gedachte aan zware
tiiden elders.
De bijzondere beteekenis van de behandeling van
deze vraagstukken blijkt overigens pas als in ver
band hiermee' van Engelsche zijde wordt gewezen
op de „voorraden levensmiddelen", die reeds in
de Nieuwe Wereld aangelegd zouden kunnen wor
den en die ter beschikking van de volken 'van
Europa zouden staan, zoodra „het nationaal-socia-
listisch juk afgeschud is".
Het doel dat met dezen uit de verteTokkenden
broodtrommel nagestreefd wordt is velerlei. In de
eerste plaats moet aan binnen- en buitenland on-
het het oog worden gebracht dat het Britsche
Imperium het in de hand heeft de wereld met
zijn rijkdommen gelukkig te maken, respectievelijk
aan de landen van andere continenten bij hun
export weer de vrije hand te. geven, zoodra de
tegenstand van de nazi's eenmaal is gebroken.
Vooral echter vormt de verwijzing naar de met
voorwaarden verbonden Britsche hulpvaardigheid
een onhandige poging om de eigenlijke verantwoor
delijkheid voor den huidigen noodtoestand in vele
landen te verdoezelen. Overal ter wereld acht men
thans den Britschen hongeroorlog in strijd met het
volkenrecht en onmenschelijk. Zoolang Duitschland
het eenige land was, dat door dezen maatregel be
dreigd werd, wilde de egocentrische geaardheid
van vele buitenlanders nog wel over dezen mis-
dadigen vorm van oorlogvoering der Britten heen
stappen. Thans, nu zelfs de voormalige vriend
hierdoor getroffen moet worden, tracht Engeland
naarstig door „goeden wil voor de toekomst" zijn
Bchuld aan verleden en heden te bemantelen.
Deze geheele manoeuvre moét blijkbaar even
wel ook de producenten in de andere wereld-
deelen gerust stellen, voor zoover zij door de blok
kade van grondstoffen, die niet of te nimmerals
contrabande beschouwd en behandeld kunnen wor
den, aanzienlijke schade lijden. De Britsche „eco
nomische commissie" onder Lord Willingdon heeft
evenwel pok ginds in Zuid-Amèrika getoond dat
Engeland uiterst gul is met woorden en beloften,
maar dat van practische hulp, om nog maar te
zwijgen van terugkeer van Engeland tot oorlog
voering ter zee in overeenstemming met het vol
kenrecht, in het geheel geen sprake is.
Deze geheele afleidingsmanoeuvre maakt een .te
cynischer indruk, daar de „hulpactie" waarvan hier
sprake is, juist gevoerd moet worden door een
figuur Leith Ross die al twee jaar voor het
uitbreken van den oorlog belast werd met de voor
bereiding van den hongeroorlog, die strijdig is met
het recht.
Al die volken, die vroeger in lichtvaardig ver
trouwen op Britschen trouw aan de verdragen ook
in geval van oorlog vertrouwen hebben ge
steld in de vrijheid ter zee voor den aanvoer van
essentieele producten en dien ten gevolge niet
overgegaan zijn tot vorming van eenigermate om
vangrijke voorraden, zij moeten nu door de fata
morgana van een Luilekkerland, dat hun van
Britsche zijde wordt voorgespiegeld, afgehouden
worden van nadenken over de ware schuldvraag.
Engeland komt blijkbaar in het geheel niet op de
gedachte dat het zoo op zeer vernederende wijze
de volken van het Vasteland opmerkzaam maakt op
zijn pretentie het wel en wee der Europeesche
naties in den hand te mogen hebben.
Niets kan de as-mogendheden meer versterken
in hun besluit Engeland zoo te verslaan dat iedere
worggreep van dit land eens en voor goed on
mogelijk wordt gemaakt en zulks in het belang van
alle volken.
Dr. KARL MEGERLE BESPREEKT
VRAGEN VAN LAGERHUISLID.
De eiseh van den Britschen Lagerhuisafgevaar
digde Stokes, die van de regeering de verzekering
verlangde dat geen nieuwe steunpunten aan de
V. S. zullen worden verpacht en dat geen verdrag
over de Vereeniging van Groot-Brittannië met de
Vereenigde Stater zal worden gesloten zonder dat
bet Lagerhuis in de gelegenheid gesteld is zijn
standpunt ten aanzien hiervan te bepalen, vindt de
diplomatieke medewerker van de „Börserizeitung",
Karl Megerle. even. belangwekkend als opmerke
lijk, aldus het D.N.B. Het is typeerend, zegt de be
kende Duitsche publicist, dat een Engels'ch afge
vaardigde zulke vragen stellen en zulke garanties
verlangen moet. Hij heeft daarmede zonder twijfel
uitgesproken hetgeen iederen Engelschman, die de
catastrofale politiek van Chamberlain en Churchill
volgt, diep moet schokken. Want zoowel het plan
betreffende een unie, dat de Britsche regeering aan
den vooravond van de ineentorting van Frankrijk
aan dit land voorlegde, alsook het afstaan van
steunpunten in West-Indië voor den tijd van 99
jaren en de verplichting de Britsche vloot eventueel
naar Amerika te brengen zijn daden geweest van
vertwijfeling en radeloosheid, die toonen dat het
Britsche wereldrijk in zijn fundamenten is ge
schokt. Zij waren door bitteren nood gedicteerd.
Zij stellen het prijsgeven van de Britsche souve-
reiniteit voorop.
Wanneer nu echter de Britsche vertwijfeling zoo
zou toenemen dat zelfs een plan voor een unie
met de V. S. zou worden overwogen, dan zou dit
niet een samensmelting zijr, doch een onderge
schikt maken van Engeland aan de Noord-Ameri-
kaansche wereldmacht. Het zou het einde zijn van
1 een zelfstandig Eugelsch wereldrijk en een blijk
geven van het besef dat de oorlog voor Engeland
verloren is.
De vraag ran den arbeidersafgevaardigde is de
eerste, die in het openbaar deze levenskwesties
aapsnijdt. Uit diepen rationalen nood is deze vraag
opgeworpen, zoö verklaart idr. Megerle tenslotte.
Het is de vraag naar het verder bestaan van de
Britsche wereldmachtspositie, naar de zinneloosheid
van dezen Engelschen oorlog, raar de verantwoor
delijke doodgravers van het Britsche wereldrijk.-
DE FINANCIEELE ZORGEN VAN
ENGELAND.
In het „Hamburger Fremdenblatt" schrijft dr.
Halfeld voorts over de financieele zorgen van En
geland, nu volgens eei? officieel communiqué van
den Amerikaanschen secretaris van Financiën,
Morgenthau, ook de onderstaatssecretaris van het
Britsche departement van Firanciën, Sir Frederick
Philips, in New-York is aangekomen.
Ook deze heeft, zoo schrijft Halfeld, precies als
de Britsche ambassadeur. Lord Lothian, twee we
ken geleden deed, bij gelegenheid van zijn aan
komst, een versche dosis Britsche propaganda in de
operbare meening van de Vereenigde Staten ge
spoten, maar anders dan zijn voorganger achtte hij
het beter te spreken van de soliditeit der En
gelsche financieele situatie en over de dagelijk-
sche oorlogsuitgaven van Groot-Brittannië ten be
drage van 45 millioen dollar als bewijs voor den
omvang der financieele hulpbronnen van het om
zijn leven worstelende eiland.
Halfeld wijst daarbij op het onderscheid tussehen
de donkere prognoses van Lothian én het, klaar
blijkelijk met een speciaal doel ten toon gespreide
optimisme van Philips. Opvallend is daarbij ook
dat de Engelsche diplomaten en ambtenaren, die
met een hoogst vertrouwelijke missie naar de Ver
eenigde Staten komen, zich niet wenden tot de be
voegde mannen in Washington, maar tot het uitge
breidste publiek. Hieruit trekt lïalfeld de conclu
sie dat men in Londen het volkomen falen van den
opzet van den eersten aanval op den goudbuidel
van den Amerikaanschen belastingbetaler heeft in
gezien en den slechten indruk zou willen wegnemen.
Aan den anderen kant echter, zoo schrijft Hal-
felid, is de financiering van den Britschen aanvals
oorlog de eenige uitweg om daarmede de ineen
storting van Engeland een tijdlang uit te stellen.
De Engelsche strijd om den Amerikaanschen dol
lar wordt voortgezet. Thans echter op den grond
slag, dat Engeland nog niet aan het einde is van
zijn' financieel vermogen en daarom aanspraak mag
maken op het vertrouwen van iden Amerikaan
schen belastingbetaler.
In dit verband herinnert dr. Halfeld aan de beide
stahdpunten, die aan gene zijde van den Oceaan
worden ingenomen," nl. aan den eenen kant, dat
Engeland rog over voldoende saldi beschikt in Ca
nada en Zuid-Amerika, die maar eerst moeten wor
den geliquideerd en aan den anderen kant, dat er
nog onvereffende Engelsche schulden uit den we
reldoorlog bestaan.
Tenslotte schrijft Halfeld: Wij hebben er nooit
aan getwijfeld dat het Lothian's bedoeling was te
overdrijven, aangezien de Engelsche financieele
bronnen zeker nog niet uitgeput zijn. Uit zijn woor
den sprak de geest van de rijke leidende lagen van
Engeland, die thans terugdeinzen voor de onafzien
bare gevolgen van hun politieke zonden en die
door de mobilisatie van den Amerikaanschen rijk-
•dom het ergst zouden willen voorkomen wat,hun
kapitalistiseh-vmperialistische denkwijze maar ver
mag te vreezén, ril. dat Engeland geheel alleen met
zijn vollen rijkdom moet instaan voor de onver
mijdelijke gevolgen van zijn aanvalsoorlog tegen
het groot-Duitsehe rijk.
De onrust in Britscli-Iudië.
Zuster van Pandit Nehroe gearresteerd.
Ook de zuster van Pandit Nehroe is op grond
van de wet op de landsverdediging te Bombay
gearresteerd.
PRAAG, 5 December (D.N.B. Vanmiddag
is hier op zestigjarigen leeftijd de wereldbe
roemde vioolvirtuoos .Jan Kubelik overleden.
(Foto archief H. D.)
Het overlijden van Jan Kubelik beteekent den
dood van een vioolvirtuoos, wiens roem jaren lang
over heel de wereld geschitterd heeft. Hij was de
zoon van een tuinman en werd geboren te Michle
bij Praag 5 Juli 1880. Al zeer vroeg bleek zijn
groot talent. Zijn vader, die zelf een groot muziek
liefhebber was, gaf hem 't eerste onderricht, doch
al dra bleek dat hij de kenmerken van een „won
derkind" vertoonde, zoodat hij op 8-jarigen leeftijd
reeds concerteerde met een concert van Vieuxtemps
en stukken van Wieniawski. Daarna ontving hij zijn
verdere opleiding van Sevcik. Op 18-jarigen
leeftijd betrad hij voorgoed het concertpodium,
waar zijn verbazingwekkende techniek hem den
bijnaam van den „erfgenaam van Paginini" be
zorgde.
Onafgebroken reisde hij door de geheele wereld
en boekte overal enorme successen. Bovendien vond
hij gelegenheid eenige vioolconcerten te compo-
neeren.
Zijn vijftigste verjaardag werd onder zeer groote
belangstelling herdacht. Daarna raakte hij in de
internationale muziekwereld eenigermate op den
achtergrond, al bleef zijn roem gevestigd. Anecdo-
tïsche verhalen omtrent geweldig hooge bedragen,
waarvoor hij zijn vingers verzekerde, zijn alom
bekend.
Vijf Engelsche mijnenvegers
verloren.
Mededeeling van de Britsche Admiraliteit.
De Britsche Admiraliteit moet tot haar
leedwezen bekend maken dat de volgende
schepen den laatsten tijd verloren gegaan
zijn als gevolg van beschadigingen, die hun
bij het mijnenvegen overkomen "zijn: „Ethel
Taylor", „Amethyst", „Elk",„Calverton" en
„Christmasrose".
Er zijn geen verliezen ontstaan onder de be
manningen van „Amethyst" en „Elk". De ver
wanten van alle slachtoffers onder de beman
ningen van de andere schepen zijn verwittigd.
(D.N.B.)
Engelsche fascisten in gevangenschap
Zevenhonderd arrestaties werden verricht.
De onderstaatssecretaris van het Britsche mi
nisterie van binnenlandsche zaken heeft volgens
berichten uit Londen gisteren in het Lagerhuis
bekend gemaakt dat destijds zevenhonderd leden
van de- Britsche fascistische partij gearresteerd
werden, aldus deelt het D.N.B. mede. Ook thans
bevinden zij zich nog in hechtenis. De onder
staatssecretaris deelde voorts mede dat driehon
derd personen zich reeds meer dan drie maanden
in een Engelsche gevangenis bevinden onder ver
denking de Britsche verdedigingswetten overtre
den te hebben. Men heeft tot dusverre geen tijd
gehad om een officieele procedure tegen deze
driehonderd personen aanhangig te maken.
200 JAAR KLOKKENSPEL. Het carillon van de garnizoenskerk te Potsdam
viert zijn tweede eeuwfeest.
.(Foto Weltbild.).
Duitsch legerbericht:
Aanvallen op Londen
en Birmingham.
Mijnen in Britsche havens gelegd.
BERLIJN, 5 December (D.N.B.). Het opperbevel
van de weermacht deelt mede:
In den nacht van 3 op 4 December vielen ge
vechtsvliegtuigen ondanks de slechte weersomstan
digheden Londen en Birmingham aan. In de Lon-
densche stadswijken Paddington, Kensington en
Battersea werden zware branden waargenomen.
Ook in Birmingham ontstonden na hevige ontplof
fingen negen groote en talrijke kleine branden,
verder werden Southampton en eenige andere
steden aangevallen.
Overdag beperkte zich de bedrijvigheid van het
luchtwapen tot verkenningsvluchten.
In den nacht van 4 op 5 December waren de
aanvallen gericht op Zuid- en Midden-Engeland.
Het leggen van mijnen in Britsche havens werd
voortgezet.
Eenige Britsche vliegtuigen wierpen in den nacht
in West-Duitschland bommen neer en beschadigden
eenige woonhuizen.
Gisteren werden drie vijandelijke vliegtuigen
neergeschoten, waarvan twee door de luchtdoel-
artillerie.
Drie eigen toestellen worden vermist.
Italiaansch legerbericht.
Aanvallen en tegenaan
vallen in Griekenland.
Bommen op Turijn.
ERGENS IN ITALIë, 5 December (Stefani)
In zijn weermachtsbericht no. 181 maakt het Ita-
liaansche hoofdkwartier het volgende bekend:
Ook gisteren hebben aan het Grieksche front in
de sectoren der beide legers aanvallen en tegen
aanvallen plaats gehad.
Onze luchtformaties hebben in samenwerking
-met de landstrijdkrachten een doeltreffende actie
ondernomen en bommen geworpen op militaire
werken, wegen, bruggen, colonnes van auto's en
op marsch zijnde groepen. Vooral de weg Premeti-
Perati is verscheidene malen aangevallen en op
verscheidene punten onbegaanbaar gemaakt.
Tijdens een gevecht tussehen een van onze for
maties jachtvliegtuigen en ^en vijandelijke for
matie zijn vijf vijandelijke jagers neergeschoten.
Twee van onze toestellen zijn niet teruggekeerd.
Op 29 November heeft een van onze duikbooten
„Delfino" een Griekschen torpedojager in de
Egeïsche Zee tot zinken gebracht.
In Oost-Afrika hebben vijandelijke gemotori
seerde afdeelingen een aanval ondernomen op een
van onze posten ten Westen van Tessenei. Zij
werden afgeslagen. Vijandelijke luchtaanvallen op
Cheren en Ghinda hebben geen schade aangericht
en geen slachtoffers gemaakt. Een vijandelijke
machine is door onze jagers neergehaald.
Uit Zwitserland komende vijandelijke vlieg
tuigen hebben bommen laten vallen op Turijn. In
de buurt van een ziekenhuis werd een persoon
gedood en werden drie menschen gewond. Eenige
branden konden terstond gebluscht worden. Zij
waren uitgebroken in een stoffenververij, een
wolspinnerij en een tapijtenfabriek. Militaire
doelen leden evenwel in het geheel geen schade.
Op vele plaatsen worden reeds groote hoeveel
heden bagger uit de slooten gehaald wegens
kunstmestschaarschte.
(Foto Pax Holland.)
Uitvaart van prins Sayonji.
Sobere plechtigheid te Tokio.
Het D.N.B. meldt uit Tokio:
In heel Japan wapperden de vlaggen Donder
dag half stok ter gelegenheid van de staatsbe
grafenis voor prins Sayonji, den grooten Japan-
schen staatsman en laatsten Genro. In het
Hibijapark vond een rouwplechtigheid plaats in
tegenwoordigheid van het geheele kabinet, de
leden der keizerlijke, familie, het diplomatieke
corps en vele andere bekende personen. De
rouwstoet van het departement van buitenland-
sclie zaken, waar het stoffelijk overschot van den
overleden Genro stond op de baar was gelegd,
naar het park was zeer eenvoudig, overeenkom
stig den wensch van den doode, die zelf altijd een
sober leven heeft geleid. Aan beide zijden van
de straten stonden militairen en mariniers op
gesteld. Bij aankomst van den stoet werden
kanonschoten gelost, waarna het volkslied ge
speeld werd. Tegen den middag werd het stof
felijk overschot bijgezet op het kerkhof voor de
poorten van Tokio. De scholen en regeerings-
bureaux bleven dezen dag gesloten, alsook de
amusementslokalen, bioscopen, e.d. Prins Ko-
noje heeft Mussolini en minister von Ribben-
trop telegrafisch bedankt voor hun bewijzen
van deelneming.
Het incident in de Braziliaansche
wateren.
Te Berlijn trekt het geval in hooge mate de
aandacht.
Van semi-officieele Duitsche zijde wordt
zoo meldt het A.N.P. het volgende mede
gedeeld:
„De rijksregeering bevindt zich in een toe
stand van nauwkeurig waarnemen". Met deze
woorden kenmerkt men in Berlijnsche politieke
kringen de Duitsche houding ten aanzien van
het opbrengen van het Braziliaansche s.s.
„Itaya" door een Engelschen hulpkruiser in de
Braziliaansche kustwateren, waarbij 22 Duitsche
passagiers ondanks het protest van den gezag
voerder van boord werden gehaald.
„Wac heeft een Engelsch kruisekader te
opereeren aan de Braziliaansche kust tegen Bra
ziliaansche schepen?" zoo vraagt men zich te
bevoegder plaatse in Berlijn af.
Men verklaart dat uit deze opmerkelijke En
gelsche daad een reeks hoogst belangrijke kwes
ties voortvloeien, al zijn die voor Duitschland
vooreerst slechts van theoretisch belang.
In de Wilhelmstrasse neemt men de ontwikke
ling waar, die men hier hoofdzakelijk aanduidt
als~een geschil tussehen Brazilië eh Engeland
en men registreert de binnenkomende berichten,
volgens welke groote opwinding bestaat bij de
Braziliaansche openbare njeening over den En
gelschen aanval.
Al kan men vooreerst ook niet zeggen hoe de
rijksregeering op dit voorval zal reageeren, men
vestigt er hier toch zeer in het bijzonderde
aandacht op, dat Duitschland er steeds den na
druk op legt zich te houden aan de regels der
neutraliteit en daar ook steeds naar gehandeld
heeft.
Met bijzondere belangstelling ziet men in Ber
lijnsche politieke kringen in dit verband ook het
volkomen ontbreken van ieder commentaar in
de pers der Vereenigde Staten, hetgeen te meer
opmerkelijk is, daar deze pers in andere geval
len immers steeds zeer actief was wanneer het
zaak was de door haar geprezen „Pan-Ameri-
kaansche solidariteit" in het licht te stellen.
Overigens, zoo verklaart men verder, betee
kent het voorkomen van deze jongste Brit
sche inbreuk op de neutraliteit voor Duitsch
land niets nieuws. Hij vestigt integendeel
slechts op wat voor onscrupuleuze, de neutrali-
teitsrechten van vreemde staten niet achtende
wijze Engeland den tegenwoordigen oorlog tot
dusverre heeft gevoerd en voornemens is ook
verder te voeren.
Den bekenden gepensionneerden Oostenrijk-
schen legerleider uit den wereldoorlog, gepension-
neerd veldmaarschalk Eduard Freiherr von Boehm-
Ermolli, die op 1 September 1940 zijn 65-jarig offi-
ciersjubileum heeft gevierd, is het recht verleend
tot het dragen van de generaals-uniform van het
leger, met de versierselen van een generaal-veld—
maarschalk en van den totdusver gedragen Oos-
stenrijkschen maarschalksstaf.
Maarschalk Pétain is Donderdag uit Marseille
le Vichy teruggekeerd. Te voren had hij de reis
onderbroken te Avignon, waar de bevolking hem
een geestdriftige ontvangst bereidde. (D.N.B.)
De nieuwe Japansche ambassadeur bij het
Quirinaal, Zembei Horikiri is, naar Stefani meldt,
te Rome aangekomen.
Te Burgos is in het gebouw van de provin
ciale commissie, waarin gedurende den burger
oorlog het ministerie van binnenlandsche zaken was
gevestigd, brand uitgebroken, die snel om zich
heen greep. Na een strijd van twee uur kon het
vuur gebluscht worden. De materieele schade is
aanzienlijk. (D.N.B.)
De Duitsche rijksperschef dr. Dietrich heeft
naar het D. N. B. meldt Woensdag en Donderdag
te Parijs de Duitsche oorlogscorrespondenten en
journalisten bezocht om zich over hun werkzaam
heden op de hoogte te laten brengen en liun de
richtlijnen voor hun verdere journalistieke activi
teit aan te geven. Dr. Dietrich sprak bij deze gele
genheid ook de leidende vertegenwoordigers van
Fransche pers te Parijs.
Sir John Anderson heeft blijkens een A. N. P.
bericht gisteren in een 'rede- in het Lagerhuis be
toogd dat de regeering den arbeidsdienstplicht
moet invoeren voor den herbouw van de zwaar ge
bombardeerde gebieden.
Omtrent het vliegongeluk dat zich bij Chicago
heeft voorgedaan, wordt aan het D. N. B. gemeld
dat het aantal dooden tot acht is gestegen. Acht
passagiers zijn nog onder geneeskundige behande
ling. Omtrent de oorzaak van het neerstorten van
het vliegtuig is officieel nog niets medegedeeld.
Uit Barcelona verneemt het DNB dat de Ame-
rikaansche diplomaat Robert Murphy, van Barce
lona uit zijn reis naar Vichy voortgezet heeft. Mur
phy is Roosevelt's bijzondere gevolmachtigde voor
Vichy en zal maarschalk Pétain inlichten omtrent
de houding der Vereenigde Staten tegenover de
Fransche regeering.
Het Amerikaansche Congres heeft een wet
aangenomen, die president Roosevelt machtigt een
nieuwen post van onderstaatssecretaris bij het mi
nisterie van oorlog in te stellen voor den duur van
den „huidigen crisistijd". (D.N.B.)
Het zeventiende jachteskader van de V. S. is
te Manilla aangekomen.
Het eskader bestaat, naar 't DNB verneemt uit 25
officieren en 350 manschappen met de bijbehooren-
de vliegtuigen. De luchtstrijdkrachten op de Philip-
pijnen waren eind November reeds voor de eerste
maal door een nieuw jachteskader versterkt.
HET VRAAGSTUK DER DIENSTWEIGERAARS
IN ENGELAND.
STOCKHOLM, 5 Dec. (D.N.B.) Uit een eigen
bericht uit Londen van Svenska Dagbladet blijkt,
dat Engeland zich gedwongen ziet ook de Britten,
die uit religieuze overwegingen weigeren dienst te
doen, op te roepen. Deze maatregel heeft reeds,
volgens het Zweedsch blad tot moeilijkheden ge
leid, zoodat de kwestie opnieuw bestudeerd zal
worden.
ZATERDAG 7 DECEMBER 1940.
HILVERSUM I, 415 M. Nedorlandsch Programma. KRO.
8.00 Nieuwsberichten A. N. P. 8.15 Wij beginnen den dag.
8.45 Gramofoonmuziek. 9.30 Rotterdamsch Philharmonisch
orkest en -koor. Schiedamsch mannenkoor ..Orpheus" en
soliste (opn). 10.00 Gramofoonmuziek. 10.30 Nederlandsch
Kamerorkest (opn.). 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00
Pianovoordracht (opn,). 12.15 Geza Kiss en zijn Hon-
gaarsch orkest. 12.45—1.00 Nieuws- en economische berich
ten A. N. P. 1.00—1.15 Gramofoonmuziek. 1.45 Gramofoon-
muziek. 2.00 Uitzending voor Jong Nederland. 3.00 Rotter
damsch Philharmonisch orkest en solist. 4.30 De Meester
zangers. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.15 Nieuws-, economi
sche- en beursberichten A. N. P. 5.30 Reportage. 6.00 Gra
mofoonmuziek. 6.10 Letterkundige causerie. 6.30 Over
peinzing met muzikale omlijsting. 6.45 Actueele reportage
of gramofoonmuziek. 7.00—7.15 Vragen van den dag en
nieuwsberichten A. N. P. en sluiting.
HILVERSUM I, 301.5 M. VARA.
8.00 Nieuwsberichten A. N. P.. gramofoonmuziek. (In dc
pauze: VARA-Wandkrant). 10.00 VPRO: Morgenwijding.
10.20 Voor de arbeiders in de continubedrijven. 12.00 Gra
mofoonmuziek. 12.45—1.00 Nieuws- en economische be
richten A. N. P. 1.15 Orkest- en koorconcert (opn.). 2.00
Zang met pianobegeleiding. 2.15 Gramofoonmuziek. 3.00
Tuinbouwpraatje. 3.20 Residentie-orkest. 4.10 Revue-uit
zending. 5.00 VPRO: Bijbelvertelling. 5.15 Nieuws-, econo
mische- en beursberichten A. N. P. 5.30 Esmeralda en so
liste. 6.00 „Van staat en maatschappij", lezing. 6.15 Esme
ralda en soliste. 6.40 VARA-Wandkrant. 6.45 Actueele
reportage of gramofoonmuziek. 7.00—7.15 Groningsch
praatje en nieuwsberichten A. N. P. en sluiting.
KOOTWIJK, 1875 M. NCRV.
7.00 Berichten, Duitsch. 7.15 Gramofoonmuziek. 7,30—
7.45 Berichten, Engelsch. 8.00 Nieuwsberichten A. N. p.
8.10 Schriftlezing en Meditatie. 8.25 Gewijde muziek
(gr.pl.). 8,35 Gramofoonmuziek. 9.00—9.15 Berichten,
Duitsch. 10.00 Amsterdamsch Salonorkest cn gramofoon
muziek. 11.30 Berichten, Engelsch. 11.45 Gramofoonmuziek.
12.00—12.15 Berichten. 12.30 Berichten, Duitsch. 12.45
Nieuws- en economische berichten A. N. P. 1.00 Gramo
foonmuziek. 1.30—1.45 Berichten, Engelsch. 2.00-2.15 Be
richten, Duitsch. 2.30—2.45 en 3.30—3.45 Berichten, Engelsch.
4.0C Gramofoonmuziek. 5.00—5.15 Berichten, Duitsch. 5.15
Nieuws-, economische- en beursberichten van het A. N.
P. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.15 Berichten. 6.20 Orgelspel
(opn.). 6.30 Berichten, Engelsch. 6.45 NCRV-kleln koor
met -orkest en orgel (opn.) 7.00—7.15 Groningsch praatjg
en nieuwsberichten A. N. P. en sluiting.