Knolselderij AB'S AVONTUREN Ons knippatroon De Torenwachter ZATERDAG 7 DECEMBER 194Ö De kabelwant past iedereen Gezellig en gemakkelijk winter- breiwerk. De hierbij afgebeelde kabelwant is van een model, dat ieder met veel genoegen draagt, vooral in den tijd, dat de gewone leeren handschoen niet meer voldoende de koude weert. Een dankbaar en zeer toepasselijk geschenk dus voor den winter, wanneer" wij aan het gure en vaak vriezende weer toe zijn. Het patroon voor onze origineelê kabelwant luidt als volgt: 80 gram sport- of crèpewol, 2 aluminumnaalden no. 3 en 1 haaknaald zijn de totale benoodigdheden plus een paar avondjes gezellig breien, langer duurt dit werkje niet. Voor de handpalm werken wij in de gerstekorrel (1 recht, 1 averecht, welke steken in de volgende naald verspringen), het prachtige kabelmotief valt natuurlijk op den handrug. Volgens het eenvoudige uittelpatroontje is het gemakkelijk na te breien. Opdat deze handleiding voor alle maten dienst Ikan doen, is het het beste zelf onder het breien de verschillende hoogten in de want te bepalen. Wij zetten 46 steken op en breien deze in heen en weergaande naalden ongeveer 5 c.M. hoog: 24 steken hiervan worden steeds in de gerstekorrel gebreid, terwijl de overigen het uitgeteekende ka belmotief krijgen. Na deze 5 c.m. zijn wij aan de werkelijke hand toe; de nu volgende averechte naald breien wij als volgt: in de eerste steek 1 averechte plus 1 rechte steek (of omgekeerd), evenzoo in de 23e. 24e en de laatste steek dei- naald. Als gewoonlijk verder breien, de steken, die zullen ontstaan na het kabelgedeelte (of vóór, zooals u wilt) werken wij ook in de gerstekorrel. Dan het meerderen weer herhalen na eerst 3 naalden overgebreid te hebben; deze betr. naald wordt dan als volgt: in de eerste steek, in de 26e, 27e en in de laatste steek meerderen. Na weer 3 naalden overbreien: in de eerste steek, in de 28e en 29e en in de laatste steek der naald; na nog eens 3 naalden: in de eerste, in de 30e en 31e en in de laatste steek der naald meerderen. Daarna kunnen wij een eindje doorbreien, tot wij aan het begin van den duim gekomen zijn. Om dit precies te weten moet het slachtoffer even de vingers uitspreiden. De eerstkomende averechte naald, welke dus met de gerstekorrel begint, breien wij uit tot 4 steken vóór het kabelgedeelte. Dan 8 of 10 maal (dit is afhankelijk van de dikte van de betr. duim) de draad gedraaid om de rechter- naald slaan, het werk omdraaien en nu de lussen als steken terugbreien in de gerstekorrel (even uittellen hoe het met de andere reeds bestaande steken uitkomt!). Deze naald wordt niet geheel uitgebreid, want bij de 8 of 10 extra opgezette steken nemen wij van het overige gerstekorrel- breiwerk een gelijk aantal erbij. Over deze 15 of 20 steken wordt nu de duim verder gebreid, steeds in heen en weergaande naalden. De overige steken kunnen wel zoolang op de naalden blijven staan. We breien het duimlapje tot een hoogte van on geveer 2 c.m. beneden den top: op 4 gedeelten, met 1 naald overbreien na iedere minderings naald, breien we telkens 2 steken samen, tot er nog 4 st. over zijn. Deze worden overgebreid en dan op een draad geregen, aangehaald en afge hecht. Boven het opzetsel voor den duim 8 of 10 st. ophalen en weer tusschen het breiwerk voegen, terwijl wij nu weer verder kunnen breien als voor heen.' Zijn wij op een hoogte gekomen van 2 c.m. van den wijsvingertop, dan ga'an wij aan het min deren op eenzelfde wijze als wij dat voor de kleine teen bij den voet van een kous zouden doen. Zon der overbreien dus, aan het begin van iedere naald de derde steek afhalen, de vierde steek breien en de derde dan over de vierde steek af halen aan het eind van iedere naald de op twee na de laatste steken samenbreien in het midden der naald de middelste vier steken als gewoonlijk blijven breien, doch aan weerskanten daarvan steeds ook minderen als beschreven. Tenslotte zullen door deze bewerkingen twee maal 5 st. overblijven en deze worden dan zoo danig op twee naalden gezet, dat zij met een derde naald en aan de verkeerde zijde samengebreid en afgekant kunnen worden. En dan komt onze haaknaald van pas: met vasten haken wij nu keurig netjes aan de goede zijde eerst de onder, en bovenkanten op elkaar, daarna de duim, deze te beginnen bij den top en vervolgens komt er nog zoo'n net rijtje vasten langs het opzetsel. Deze laatsten mogen vooral niet te vast zijn. De rechterhand is nu klaar; de linker breien wij geheel in spiegelbeeld hiervan. U zult eens zien, hoe vlug deze tweede dan af is! NORA HANA. Breimolicf Wanten. Herhalen van le naald af. 12e nld.: ppppoaooppppppooaopppp aaaaoaooaaaaaaooaoaaaa Ijle nld.: aaaaoaooaaaaaaooaoaaaa aaaaoaooaaaaaaooaoaaaa 8e nld.: ppppoaooaaaaaaooaopppp aaaaoaooaaaaaaooaoaaaa 6e nld.: aaaaoaooppppppooaoaaaa aaaaoaooaaaaaaooaoaaaa 4e nld.: ppppoaooaaaaaaooaopppp aaaaoaooaaaaaaooaoaaaa 2e nld.: aaaaoaooaaaaaaooaoaaaa aaaaoaooaaaaaa ooaoaaaa beginnen aan de averecht-zijde, zoodat de even naalden aan de goede zijde vallen). o averechte steek. p rechte steken bij elkaar; de eerste helft hiervan wordt op een hulpnaald gezet, de tweede helft gebreid en daarna de eerste helft, welke vóór de eerste gebreide steken wordt getrokken. 11e nld. 9e nld. 7e nld. 5e nld. 3e nld. le nld. (te HET MENU VAN DEN DAG Bruine boonensoep. Kaasgehakt. Aardappelen. Custardvla met rozijnen. Bruine boonensocp. 2 d.L. bruine boonen, 1 L. water, 2 preien, 1 struikje selderie. Week de boonen een dag tevoren, zet ze op met het weekwater, de gesnipperde preien en het fijn gehakte selderiegroen en kook dit samen gaar. Wrijf de boonen fijn, zoodat het boonenmeel als bindmiddel dienst doet en laat het nog even zachtjes nasudderen. Voeg er desgewenscht nog een stukje botmer bij enmaak de soep op smaak af. Kaasgeliakt (4 personen). 200 gr. (2 ons) gekookte aardappelen. 100 gr. (1 ons) oud bruin brood zonder korst. 200 gr. (2 ons) kaas, 1 uitje, 1—2 eieren, zout, peper, nootmuskaat, 100 gr. (1 ons) boter. Desgewenscht wat fijngehakte peterselie of selderie. Kruimel of maal het brood. Hak het uitje fijn. Rasp de kaas (of maal ze). Maak de aardappelen fijn. Vermeng alle ingrediënten tot een stevig deeg. Maak het op smaak af met de kruiden. Vorm er balletjes of platte koekjes van en bak deze in de koekenpan met boter bruin. Laat de overblij vende botei ook even bruin worden en maak ze met een scheutje water tot jus. Geef dit kaasgehakt met aardappelen en groente. door Marline Wittop Koning. Een voortreffelijke groente voor dezen tijd. Als een onmisbaar attribuut van onze erwten soep is de knolselderij algemeen bekend; veel min der is in de Holiandsche keuken echter het ge bruik doorgedrongen van den selderijknol als groente. In dezen tijd van het jaar is een proef ermee in 't bijzonder aan te bevelen: de knollen komen in overvloed op de veiling, ze zijn mooi gaaf en vertoonen nog niet de gebreken, die zich straks zoo licht voordoen, wanneer voosheid en worm stekigheid afbreuk gaan doen aan de kwaliteit. De bereiding komt in hoofdzaak overeen met die van koolraap: alleen moeten we er op letten, dat het schoonmaken en het aan de kook brengen zoo vlug mogelijk verloopt, daar anders de stukjes kans hebben om hun oorspronkelijke blankheid te verliezen. We snijden daarom den knol in dikke plakken, nemen rondom de schil weg, leggen dan eenige plakken op elkaar en vei'deelen ze op deze wijze vlug in reepjes, die even in water worden afge spoeld om daarna met een bodempje kokend water aan de kook te worden gebracht. Wie den selderijsmaak weet te apprecieeren, behoeft niets anders te doen dan de groente ge durende ongeveer 20 minuten op een zacht vuur tegelijkertijd gaar en droog te laten koken en ze vervolgens af te maken met een klontje boter. Wie echter den smaak te sterk mocht vinden, kan bij de gare groente een scheutje melk doen, dit aan de kook laten komen en het dan met wat aangemengd aardappelmeel binden tot een sausje, dat met een klontje boter wordt afgemaakt. Ook in ongekookten vorm als slaatje dus is knolselderij een kennismaking zeker waard. We beginnen met het bereiden van de slasaus en reke nen daarvoor per persoon 1 niet al te vollen eet lepel kwark (ongeveer 30 gr.); we verdunnen de kwark door er 1 eetlepel melk door te kloppen en ze dan op smaak te maken met eenige druppels citroensap of azijn, een snuifje zout en wat fijn gehakte petereselie. Boven de schaal met het sausje raspen we met een grove rasp den selderij knol en roeren terwille van de kleur, telkens het geraspte ge deelte door de saus, totdat de gewenschte hoe veelheid is verkregen. Aan de lunch, vooral bij een bruine boterham, vormt zoo 'n selderijslaatje een ware tractatie! VOORZICHTIG MET BABY! Pas op, jong moedertje, dat ge uw kindje geen voorwerpen van stof in handen geeft, geen scherpe, puntige dingen en geen voorwerpen met kleuren, die eraf kunnen gaan! Geeft hem vooral waschbaar speelgoed, b.v. van been en wasch het geregeld. Zorg dat er nooil kleine dingetjes in de buurt zijn, die hij zou kunnen inslikken. Laat hem vooral maar met zijn handjes en voet jes spélen. Laat baby niet op alles zuigen, wat hem in handen valt. Dat is vies en kan aanleiding geven tot allerlei besmetting! L Goed koken met wat er is Stoofschotels: een minder bekend gerecht Stamppotten zijn typisch Holiandsche gerechten, die in den winter graag gegeten worden. Stoofschotels zijn echter minder bekend, maar toch is het aan te raden ze eens klaar te maken. Dq Irish stow heeft menigeen gegeten, of hooren noemen. Deze wordt gemaakt van in groote stukken gesneden lamsvleesch of schapenvleesch, dat met wat water en zout pl.m. 1 uur voorgekookt wordt. Daarna voegt men de grof gesneden kool, wortelen, uien en in vieren verdeelde aardappelen toe, en laat alles nog pl.m. een half uur koken in een goed slui tende pan. De massa wordt dan niet doorgestampt, maar voorzichtig omgeschept en de bouillon die ér nog op is wordt in de juskom gegoten en er bij ge presenteerd. Het voordeel van deze bereiding is dat alle voe dingsstoffen bewaard blijven en daar de massa niet gestampt wordt, blijft vitamine C behouden, die juist bij het flink roeren en fijn stampen met de lucht in aanraking komt en dan voor een deel ver loren gaat. Bovendien heeft men maar één gaspit noodig. dus bespaart men gas, en door de korte kooktijd van de groente behoudt men zooveel mogelijk de voe dingswaarde. STOOFSCHOTEL VAN SPRUITJES MET LEVER EN AARDAPPELEN. (3 a 4 personen) Benoodigdheden: 200 gr. runder- of varkenslever; 1V2 aard appelen, l]/2 pond spruitjes, Va ons vet of boter, zout, peper, 4 dl. melk. Bereiding: In een vleeschpan een bodempje wa ter met wat zout aan de kook brengen. De helft van de geschilde, in vieren gesneden aardappelen er op leggen, daarna de helft van de spruitjes en dr in blokjes gesneden lever, die met wat peper en zout bestooid is. Hierop de rest van de spruitje' en de rest van de aardappelen leggen. De melk e- overheen gieten, de boter of het vet er op legger en alles vlug aan de kook brengen. Op een ge temperd vuur nog V2 uur laten koken, voorzichtie omscheppen, nog wat zout toevoegen, het overtollige vocht eraf schenken. Het gerecht opdoen in een dekschaal, of op een vleeschschotel. Het knokna' er bij geven. STOOFSCHOTEL VAN ZUURKOOL MET ROOKWORST EN AARDAPPELEN. (3 a 4 personen) Benoodigdheden: 200 gr. rookworst, 1V2 KG aardappelen. 1 pond zuurkool, 60 gr. vet of boter, zout, peper, wat pe terselie. Bereiding: In een vleeschpan pl.m. V2 L. water met wat zout aan de kook brengen. De helft van de geschilde, in stukken gesneden aardappelen en de helft van de zuurkool er op leggen. De rookworst in plakjes gesneden erop verdeelen, de rest van de zuurkool en de rest van de aardappelen er op leggen. Wat zout en het vet of de boter toevoegen en vlug aan de kook brengen. In een goed slui tende pan op een kleine gaspit nog 1 uur laten koken. Daarna voorzichtig omroeren, het kooknat eraf gieten en opdoen in een dekschaal of op een .leeschschotel. Wat fijn gehakte peterselie er over ;trooien. VOOR DE KINDEREN Zijn eerste gedachte was te schreeu wen. Maar tot zijn ontzetting bemerkte hij dat hij geen enkel geluid kon uit brengen. De schrik had hem zoo bevan gen dat hij maar stokstijf in die leelijke, flikkerende oogen bleef staren. Sluipen de kwam een der beesten nader. De vuurroode. trillende tong hing uit den bek. Toenineens besefte Ab het groote gevaar, waarin hij verkeerde. Hij wierp zijn sneeuwstok weg en ijlde, achtervolgd door de twee wolven, over de groote witte sneeuwvlakte. Het loopen werd Ab al steeds moei lijker en moeilijker. De sneeuw lag hier hooger dan op de groote, uitgestrekte vlakte. Hij was namelijk in de richting van de bergen gehold, in dé hoop daar een of andere veilige bergspleet te vin den, als bescherming tegen de achter volgende wolven. Zijn grootste angst was nog meer wolven achter zich te krijgen. Want het was hem bekend dat uitgehongerde wolven vaak in grooten getale achter hun prooi aanrenden Plots stond Ab stil. De lafhartige wolven krompen ver schrikt in elkaar. Ook Ab, die tot aan zijn knieën in de sneeuw stond, boog zich angstig voorover. Een dof, aan zwellend geluid kwam van de bergen nader. Het was dit natuurgeluid, dat de wolven en ook Ab zoo'n schrik aanjoeg. De wolven, die bij instinct gevoelden dat hun een groot gevaar bedreigden, lieten hun prooi aan zijn lot over en renden weg. Op hetzelfde moment werd Ab legen den grond gesmeten en voelde hij zich door een dik pak sneeuw bedekt. Het viel hem echter niet moeilijk zich uit zijn netelige positie te bevrijden. Hij overzag het terrein en bemerkte dat de wolven verdwenen waren. Maar nu zag hij tevens, wie zijn bevrijder was. Het was een lawine, die over een oppervlak te van eenige honderden meters naar beneden was gestort. ZA Ui' Huisjapon. De moderne huisjaponnen geven een heel ander ontwerp te zien dan de vroegere peignoirs, <üe evenwel gehandhaafd bleven voor de slaap, kamer.- Deze modellen beslaan uit lange, aansluitende banen en worden tot even boven den grond ge. dragen. Men kan ze bijvoorbeeld van cretonne o! soepele wol verwerken, terwijl voor de meer ge- kleede zijde wordt gekozen. De halsafwerking van ons patroon is met effen kraagje dat eenige malen wordt doorgestikt, evenals trouwens de onderkant van de mouw. Sluiting met knoopen en knoopsgaten. Benoodigde stof 3.50 M. van 90 cM. breed. Prijs van het patroon, in maat 46, 26 ets. Het patroon is van Maandag af gedurende een week verkrijgbaar aan de bijkantoren Kennemer» laan 42 IJmuiden, en Breestraat 29 Beverwijk. "S Ocea- ontst norio oorlo i-0 pen jinkf site ïn rah iflP' Wees voorzichtig met Uw waschgoed 't Is aanbevelenswaardig, vóór het wasschen d! knoopen van hel goed te halen, daar het kan voor komen, dat zij roesten of afgeven en de stof het uitknijpen kunnen beschadigen. Bovendien behoort men «ich niet alleen van waschbaarheid van het kleedingstuk zelf te over tuigen, maar ook van de aangebrachte garnituren, enz. die er niet af kunnen. Ook doet men er goed aan, vlekken of sterk bevuilde plaatsen voor het in de week zetten met een. witte rijgdraad te om randen. Op deze wijze is het gemakkelijker, zulke vlekken bij het wasschen terug te vinden. In tie week zetten. Het waschgoed wordt, nadat men zich van de ichtheid der kleuren overtuigd heeft, gedurende 15 tot 20 minuten in de week gezet in een koud ;lap zeepsop. Men mag het goed beslist niet heit in de week zetten, want vlekken, waarin eiwit zit, atollen in heet water, zetten zich vast en zijn dan bijna niet meer te verwijderen. Er zit b.v. eiwit in bloed-, groente-, boter-, vet- en sausvlekken. In de waschteil moet zooveel water aanwezig zijn, dat het v/aschgoed drijft. Nadat men het goed er heeft uitgenomen, knijpt men 't voorzichtig uit. Het vuil van het weekwater mag niet in het wasch water komen. Als men geen tijd heeft om te weeken, dan moet men alle stukken van te voren ?oed bevochtigen, opdat bij het wasschen het zeep sop snel en gelijkmatig in het goed kan dringen. WASSCHEN. Heeft men hard water, dan voege men wat soda toe, ongeveer 1 eetlepel op een emmer water. Re genwater is absoluut zacht en men behoeft niets toe te voegen. Bij het gebruik van zelfwerkende wasch- middelen moet men nauwkeurig de gebruiksaan- wijziging volgen. Doet men dit niet, dan kan een achteruitgang van de sterkte van het goed er het gevolg van zijn. Acetaatkunstzijde mag, evenals natuurzijde, al- leeen met een zachte zeep worden behandeld. LOSJES WASSCHEN. Niet borstelen, wringen of hard wrijven. Onder dompelen in 't sop en herhaaldelijk licht uitknijpen is voldoende. Op erg vuile plaatsen moet het sop er vaker worden doorgehaald. Als men het schuim ziet verdwijnen in het noodig nogmaals in een nieuw zeeoson te wocBohon. EEN VERHAAL VAN DE ZEE. bewerkt door ADRIAAN J. HUISMAN. (Nadruk verboden). 15) Payne wist het: de moeder van de arme scha pen was bij den ondergang van het schip omgeko men. Geen van de vrouwen durfde het de kinde ren te zeggen en het was hard om de stumpers eten te moeten weigeren. Dus hadden ze de kinderen maar door den to ren laten rondwandelen, in het vriendelijk geloof, dat ze geen ongeluk zouden krijgen en misschien bij een of ander nog een kleinigheid te eten zou den opdoen, omdat ze met zulke allerliefste ge zichtjes beweerden, dat het algemeene rantsoen niet groot genoeg voor ze was! Payne keek steelsgewijs naar de lantaarn. Brand was nog steeds met zijn vlaggelijn bezig. Hij ging naar de trap en nam zijn beschuit en kop thee mee. Vooruit, Elsie, zei hij vriendelijk, terwijl hij zijn linkerarm om haar heen sloeg. Loop jij maar achter me aan, Mamie! Pas op hoor, dat je niet valt. Jullie moeder slaapt, verzekerde hij hen fluiste rend op het volgende portaal. En het zal nog wel heel lang duren voor ze wakker lean worden. Hij loodste ze naar de deur van de slaapkamer, waar mevrouw Taylor was. Hij brak de harde be schuit in tweeën en gaf elk van de beide kinderen een stuk. Hier Mamie! hou jij het kopje vast en de thee eerlijk samen deelen, hoor! Ik lust geen thee, protesteerde Mamie. Als er geen koffie is, wil ik melk hebben. Heb maar een beetje geduld, dan zul je eens zien, wat ik jullie voor lekkers breng! Maar ik zou de thee toch maar opdrinken. Hij is lekker en warm En mi naar binnen; allebei! Hij opende de deur half en ze verdwenen. Hij hoorde mevrouw Taylor zeggen: Heb ik jullie niet gezegd, dat je die twee kleine schatten het beste hun eigen boontjes kon laten doppen! Payne girg weer naar het dienstvertrek terug en vond Brand bezig de laatste resten van zijn be schuit in een bijna leege theekop te doopen. De vuurtorenwachter begroette zijn jongen vriend met een glimlach. Ik denk, begon hij, dat u evenals alle andere hier, nog nooit in uw leven zoo'n trek hebt ge had! O. dat schikt nog al. Dan bent u een gelukkige kerel. Ik ben an ders geer groote eter, maar op het oogenblik zou ik een enorme biefstuk kunnen verorberen! Neen, in dat soort dingen heb ik in den regel meer trek, tegen 'n uur of één, antwoordde- Payne glimlachend. Brai d pikte den laatsten beschuitkruimel van zijn bord en dronk zijn theekop leeg tot er geen drup pel meer in zat. Brand raadpleegde den barometer. Nog oiet veel moois, zie hij somber. Als die ellendige wind maar een beetje wou gaan liggen, of tenminste draaien. Voor dat een boot ons bereiken kan, moet het weer al heel erg opknappen, maar we zouden tenminste een boei kunnen binnenhalen die uitgegooid werd en zoo onzen voorraad wat aanvullen. Staat het er werkelijk zoo slecht voor? vroeg Payne. De beide mam"en keken elkaar ernstig aan. Heel slecht, antwoordde Brand. Payne tuitte de lippen. Hij haalde een koker te voorschijn, waarin nog twee sigaren zaten. Laten we den voorraad eerlijk deelen; een sigaar montert op. Brand nam het waardevolle geschenk dankbaar aan en de pittige, geurige sigaar had inderdaad een goede uitwerking op zijn stemming. Gelukkig heb ik flinken voorraad tabak, zei hij. Dat zal de mannen rustig houden. Tusschen haakjes, hebt u verstand van scheikunde? Ik heb een cursus aan de Yale-Universiteit gevolgd, dat is alles. Kan Golza-olie in voedsel omgezet worden? Die bevat wel eetbare vetten, was het ant woord, maar voor zoover ik weet is, behalve bepaalde Chemicaliën voor de omzetting ook nog overhitte stoom van ongeveer 600 graden Fahren heit noodig en die zullen we hier wel niet kunnen krijgen! Brand maakte een wanhopig gebaar en juist op dat oogenblik kwam Constance binnen. Vader, zei ze, heeft mr. Payne u niet gezegd, dat u moet gaan slapen? U moet nu allebei slapen, minstens tot een uur of elf. Meneer Emmett stuurt een man naar boven om de wacht te houden. Hij zal u riet storen. Hij brengt ook wat dekens en kus sens mee, die u op den vloer kunt neerleggen. Ik heb ze speciaal voor u bij elkaar gescharreld! Rusten? Op dit uur van den dag? antwoordde Stephen Brand. Onmogelijk! Het is niet onmogelijk, dat weet u zelf ook wel. De „Falcon" komt ciet eerder terug dan met hoog water. U moet gaan rusten, anders houdt u het niet vol. Ze liep bedrijvig door het vertrek heen en weer, als een toegewijde huisvrouw aan wier zorgenden blik niets ontgaat. Op een gegeven moment vroeg ze verwonderd: Meneer Payne, waar is uw theekop? Die heb ikal naar beneden gebracht, leg de hij uit. Er was iets in de heele manier waarop Payne zich gedroeg, dat haar onmiddellijk bij intuïtie deed voelen, dat er iets niet „in den haak" was. Waar beneden? vroeg ze. In elk geval niet in de keuken. Daar ben ik niet vandaan geweest sedert u uw ontbijt en dat van vader op een blad hebt meegenomen. Ik heb alleen ontbeten, bracht Stephen Brand in het midden. Meneer Payne had dat al eerder gedaan! Maar dat heeft hij niet, hield Constance vol. Ik wil, dat hij Zij hield opeens op. Deze impertinente Ameri kaan had zich de vrijheid gepermitteerd, haar een knipoogje te geven, een signaal, dat moest betee- kener: Maak je niet bezorgd over mij! U hebt uw thee en beschuit aan iemand weg gegeven, viel ze opeens uit. Wie was het? Zegt u het alsublieftl Wel, zei hij op een toon, die weinig leek op z:ijn gedecideerde manier van spreken van gewoon lijk: ik had. niet zoo bijzonder veel honger, en toen kwam ik die arme stumpers van kleine meisjes tegen, die om een extra'tje liepen te schooieren.... En ik dacht bij..,, mezelf het hindert niemandals... Vader, zei Constance verontwaardigd, hij heeft geen korrel eten gehad. Dan neem je hem mee mar bededen en geef hem wat, zei Brand. U moet mijn conversatie overigens heel interessant gevonden hebben, ter wijl ik at! Maar nu alle gekheid daargelaten, me neer Payne; u zult me een genoegen doen door in uw goedhartigheid geen verdere inbreuk meer te maken op de regels. We staan of vallen met el kaar; één wet voor allen! Payne, met het gevoel van een betrapten misdadi ger, legde Constance uit, waar zij den leegen thee kop zou kunnen vinden. Ik zal in 't vervolg een wakend oog op u houden, zei ze terwijl ze naar beneden liepen. Gaat uw gang, zei hij opgewekt; dat is alles wat ik begeer! HOOFDSTUK XI. Mrs. Vansittart krijgt een boodschap. De kwellingen en ontberingen, die in deze el lendige uren als bijen zwermden om den vuurto ren op de rots. waren veel en velerlei. Vochtige kleeren. gebrek aan voeasel. bedompte atmosfeer in de kleine ruimten en tegelijkertijd koude tocht zoodra er een deur openging, een toenemend getal zieken zonder de mogelijkheid om hun geneeskun dige hulp of geneesmiddelen te verschaffen en het groeiend besef, dat de verlossing uit al deze el lenden eer een kwestie van dagen dan van uren was. De taak van Constance en Enid was bovermen- schelijk zwaar. Ze moesten de voedselvoorziening voor een kleine negentig menschen bewerkstelli gen met kook- en eetgerei, dat bestemd was voor het gebruik van drie en tegelijk zorger, dat ieders kleine rantsoen zóó was, dat het in geen enkel op zicht de afgunst van een ander kon opwekken. Maar ze slaagden er in, zoo goed en kwaad als 't gii g. voor deze problemen een oplossing te vin den! Met behulp van leege jampotjes en sardine blikjes konden ze twintig personen tegelijk bedie nen. Dat beteekende, dat ze achtereenvolgens vier maaltijden moesten bereiden, die per stuk een uur werk vereïschten. Tegen dat ze met den vierden klaar waren, was het langzamerhand weer tijd om met nummer één van de volgende reeks te begin ner En het resultaat van al hun moeite was nog niet eens. dat de schipbreukelingen een gevulde maag hadden. De vrouwen klaagden nog het minst, maar de mar nen werden, als ze met rooken, zingen en het ten beste geven van beschouwingen over weer en wind. den tijd niet meer konden korten, ontevre den en mooperig. Kortom, de toestand van de k]p;i e bevolking op den toren was verre van ple zierig. En de pogingen van de „Falcon" om den toren e bereiken waren nog steeds vruchteloos! Het liep tegen den avond. De derde en laatste maaltijd werd zwijgend en somber genuttigd. Alle aanwezige lampen waren naar de keuken gediri geerd, daar Brand, bij een nauwkeurige inspectie van de voorraden, in gezelschap van Emmett en de purser, ontdekt had, dat er nog maar een angstwek kend kleine hoeveelheid water in de regenbak aan wezig was. In de vroege ochtenduren, vol haast en verwar- ving. hadden ze zich in de berekening van den wa- tervootraad gruwelijk vergist. En nu was het noo dig om alles, wat geschikt was om warmte op te wekken aan te wenden voor de distillatie van irinkbaei water. De vuurtoren bezat daarvoor geen toestel. M.et behulp v-in '.eildoe e> eer wijde, gever niste bui.- werd eQn toestel geïnipto' iseerd: er wer den vochtige doeken omheen gew' rireld om de con densatie van de stoom te bevorderen. Behalve alle aanwezige lampen werden ook alle beschikbare ke tels en potten voor dit distillatie-proces gerequi- reerd. Cacao kon nu alleen nog maar voor vrou wen bereid worden en de smaak van het water bleef, ondanks het zuiveringsproces, afschuwelijk» .(Wordt vervolgd^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 6