Knolselderij
AB'S AVONTUREN
Ons knippatroon
De Torenwachter
ZATERDAG 7 DECEMBER 194Ö
De kabelwant past iedereen
Gezellig en gemakkelijk winter-
breiwerk.
De hierbij afgebeelde kabelwant is van een
model, dat ieder met veel genoegen draagt, vooral
in den tijd, dat de gewone leeren handschoen niet
meer voldoende de koude weert. Een dankbaar en
zeer toepasselijk geschenk dus voor den winter,
wanneer" wij aan het gure en vaak vriezende weer
toe zijn.
Het patroon voor onze origineelê kabelwant
luidt als volgt: 80 gram sport- of crèpewol, 2
aluminumnaalden no. 3 en 1 haaknaald zijn de
totale benoodigdheden plus een paar avondjes
gezellig breien, langer duurt dit werkje niet.
Voor de handpalm werken wij in de gerstekorrel
(1 recht, 1 averecht, welke steken in de volgende
naald verspringen), het prachtige kabelmotief
valt natuurlijk op den handrug. Volgens het
eenvoudige uittelpatroontje is het gemakkelijk na
te breien.
Opdat deze handleiding voor alle maten dienst
Ikan doen, is het het beste zelf onder het breien
de verschillende hoogten in de want te bepalen.
Wij zetten 46 steken op en breien deze in heen
en weergaande naalden ongeveer 5 c.M. hoog: 24
steken hiervan worden steeds in de gerstekorrel
gebreid, terwijl de overigen het uitgeteekende ka
belmotief krijgen. Na deze 5 c.m. zijn wij aan de
werkelijke hand toe; de nu volgende averechte
naald breien wij als volgt: in de eerste steek 1
averechte plus 1 rechte steek (of omgekeerd),
evenzoo in de 23e. 24e en de laatste steek dei-
naald. Als gewoonlijk verder breien, de steken,
die zullen ontstaan na het kabelgedeelte (of vóór,
zooals u wilt) werken wij ook in de gerstekorrel.
Dan het meerderen weer herhalen na eerst 3
naalden overgebreid te hebben; deze betr. naald
wordt dan als volgt: in de eerste steek, in de 26e,
27e en in de laatste steek meerderen. Na weer 3
naalden overbreien: in de eerste steek, in de 28e
en 29e en in de laatste steek der naald; na nog
eens 3 naalden: in de eerste, in de 30e en 31e en
in de laatste steek der naald meerderen. Daarna
kunnen wij een eindje doorbreien, tot wij aan het
begin van den duim gekomen zijn. Om dit precies
te weten moet het slachtoffer even de vingers
uitspreiden. De eerstkomende averechte naald,
welke dus met de gerstekorrel begint, breien wij
uit tot 4 steken vóór het kabelgedeelte. Dan 8 of
10 maal (dit is afhankelijk van de dikte van de
betr. duim) de draad gedraaid om de rechter-
naald slaan, het werk omdraaien en nu de lussen
als steken terugbreien in de gerstekorrel (even
uittellen hoe het met de andere reeds bestaande
steken uitkomt!). Deze naald wordt niet geheel
uitgebreid, want bij de 8 of 10 extra opgezette
steken nemen wij van het overige gerstekorrel-
breiwerk een gelijk aantal erbij. Over deze 15 of
20 steken wordt nu de duim verder gebreid, steeds
in heen en weergaande naalden. De overige steken
kunnen wel zoolang op de naalden blijven staan.
We breien het duimlapje tot een hoogte van on
geveer 2 c.m. beneden den top: op 4 gedeelten,
met 1 naald overbreien na iedere minderings
naald, breien we telkens 2 steken samen, tot er
nog 4 st. over zijn. Deze worden overgebreid en
dan op een draad geregen, aangehaald en afge
hecht. Boven het opzetsel voor den duim 8 of 10 st.
ophalen en weer tusschen het breiwerk voegen,
terwijl wij nu weer verder kunnen breien als voor
heen.' Zijn wij op een hoogte gekomen van 2 c.m.
van den wijsvingertop, dan ga'an wij aan het min
deren op eenzelfde wijze als wij dat voor de kleine
teen bij den voet van een kous zouden doen. Zon
der overbreien dus, aan het begin van iedere
naald de derde steek afhalen, de vierde steek
breien en de derde dan over de vierde steek af
halen aan het eind van iedere naald de op twee
na de laatste steken samenbreien in het midden
der naald de middelste vier steken als gewoonlijk
blijven breien, doch aan weerskanten daarvan
steeds ook minderen als beschreven.
Tenslotte zullen door deze bewerkingen twee
maal 5 st. overblijven en deze worden dan zoo
danig op twee naalden gezet, dat zij met een derde
naald en aan de verkeerde zijde samengebreid en
afgekant kunnen worden. En dan komt onze
haaknaald van pas: met vasten haken wij nu
keurig netjes aan de goede zijde eerst de onder,
en bovenkanten op elkaar, daarna de duim, deze
te beginnen bij den top en vervolgens komt er nog
zoo'n net rijtje vasten langs het opzetsel. Deze
laatsten mogen vooral niet te vast zijn.
De rechterhand is nu klaar; de linker breien
wij geheel in spiegelbeeld hiervan. U zult eens
zien, hoe vlug deze tweede dan af is!
NORA HANA.
Breimolicf Wanten. Herhalen van le naald af.
12e nld.: ppppoaooppppppooaopppp
aaaaoaooaaaaaaooaoaaaa
Ijle nld.: aaaaoaooaaaaaaooaoaaaa
aaaaoaooaaaaaaooaoaaaa
8e nld.: ppppoaooaaaaaaooaopppp
aaaaoaooaaaaaaooaoaaaa
6e nld.: aaaaoaooppppppooaoaaaa
aaaaoaooaaaaaaooaoaaaa
4e nld.: ppppoaooaaaaaaooaopppp
aaaaoaooaaaaaaooaoaaaa
2e nld.: aaaaoaooaaaaaaooaoaaaa
aaaaoaooaaaaaa ooaoaaaa
beginnen aan de averecht-zijde, zoodat de even
naalden aan de goede zijde vallen).
o averechte steek.
p rechte steken bij elkaar; de eerste helft
hiervan wordt op een hulpnaald gezet, de tweede
helft gebreid en daarna de eerste helft, welke
vóór de eerste gebreide steken wordt getrokken.
11e nld.
9e nld.
7e nld.
5e nld.
3e nld.
le nld. (te
HET MENU VAN DEN DAG
Bruine boonensoep.
Kaasgehakt.
Aardappelen.
Custardvla met rozijnen.
Bruine boonensocp.
2 d.L. bruine boonen,
1 L. water,
2 preien,
1 struikje selderie.
Week de boonen een dag tevoren, zet ze op met
het weekwater, de gesnipperde preien en het fijn
gehakte selderiegroen en kook dit samen gaar.
Wrijf de boonen fijn, zoodat het boonenmeel als
bindmiddel dienst doet en laat het nog even
zachtjes nasudderen. Voeg er desgewenscht nog
een stukje botmer bij enmaak de soep op smaak af.
Kaasgeliakt (4 personen).
200 gr. (2 ons) gekookte aardappelen.
100 gr. (1 ons) oud bruin brood zonder korst.
200 gr. (2 ons) kaas, 1 uitje, 1—2 eieren, zout,
peper, nootmuskaat,
100 gr. (1 ons) boter.
Desgewenscht wat fijngehakte peterselie of
selderie.
Kruimel of maal het brood. Hak het uitje fijn.
Rasp de kaas (of maal ze). Maak de aardappelen
fijn. Vermeng alle ingrediënten tot een stevig
deeg. Maak het op smaak af met de kruiden. Vorm
er balletjes of platte koekjes van en bak deze in
de koekenpan met boter bruin. Laat de overblij
vende botei ook even bruin worden en maak ze
met een scheutje water tot jus.
Geef dit kaasgehakt met aardappelen en
groente.
door Marline Wittop Koning.
Een voortreffelijke groente
voor dezen tijd.
Als een onmisbaar attribuut van onze erwten
soep is de knolselderij algemeen bekend; veel min
der is in de Holiandsche keuken echter het ge
bruik doorgedrongen van den selderijknol als
groente.
In dezen tijd van het jaar is een proef ermee in
't bijzonder aan te bevelen: de knollen komen in
overvloed op de veiling, ze zijn mooi gaaf en
vertoonen nog niet de gebreken, die zich straks
zoo licht voordoen, wanneer voosheid en worm
stekigheid afbreuk gaan doen aan de kwaliteit.
De bereiding komt in hoofdzaak overeen met die
van koolraap: alleen moeten we er op letten, dat
het schoonmaken en het aan de kook brengen zoo
vlug mogelijk verloopt, daar anders de stukjes
kans hebben om hun oorspronkelijke blankheid te
verliezen.
We snijden daarom den knol in dikke plakken,
nemen rondom de schil weg, leggen dan eenige
plakken op elkaar en vei'deelen ze op deze wijze
vlug in reepjes, die even in water worden afge
spoeld om daarna met een bodempje kokend water
aan de kook te worden gebracht.
Wie den selderijsmaak weet te apprecieeren,
behoeft niets anders te doen dan de groente ge
durende ongeveer 20 minuten op een zacht vuur
tegelijkertijd gaar en droog te laten koken en
ze vervolgens af te maken met een klontje boter.
Wie echter den smaak te sterk mocht vinden, kan
bij de gare groente een scheutje melk doen, dit
aan de kook laten komen en het dan met wat
aangemengd aardappelmeel binden tot een sausje,
dat met een klontje boter wordt afgemaakt.
Ook in ongekookten vorm als slaatje dus
is knolselderij een kennismaking zeker waard. We
beginnen met het bereiden van de slasaus en reke
nen daarvoor per persoon 1 niet al te vollen eet
lepel kwark (ongeveer 30 gr.); we verdunnen de
kwark door er 1 eetlepel melk door te kloppen en
ze dan op smaak te maken met eenige druppels
citroensap of azijn, een snuifje zout en wat fijn
gehakte petereselie.
Boven de schaal met het sausje raspen we
met een grove rasp den selderij knol en roeren
terwille van de kleur, telkens het geraspte ge
deelte door de saus, totdat de gewenschte hoe
veelheid is verkregen.
Aan de lunch, vooral bij een bruine boterham,
vormt zoo 'n selderijslaatje een ware tractatie!
VOORZICHTIG MET BABY!
Pas op, jong moedertje, dat ge uw kindje geen
voorwerpen van stof in handen geeft, geen scherpe,
puntige dingen en geen voorwerpen met kleuren,
die eraf kunnen gaan! Geeft hem vooral waschbaar
speelgoed, b.v. van been en wasch het geregeld. Zorg
dat er nooil kleine dingetjes in de buurt zijn, die hij
zou kunnen inslikken.
Laat hem vooral maar met zijn handjes en voet
jes spélen. Laat baby niet op alles zuigen, wat hem
in handen valt. Dat is vies en kan aanleiding geven
tot allerlei besmetting! L
Goed koken met wat er is
Stoofschotels: een minder bekend gerecht
Stamppotten zijn typisch Holiandsche gerechten,
die in den winter graag gegeten worden.
Stoofschotels zijn echter minder bekend, maar
toch is het aan te raden ze eens klaar te maken.
Dq Irish stow heeft menigeen gegeten, of hooren
noemen. Deze wordt gemaakt van in groote stukken
gesneden lamsvleesch of schapenvleesch, dat met
wat water en zout pl.m. 1 uur voorgekookt wordt.
Daarna voegt men de grof gesneden kool, wortelen,
uien en in vieren verdeelde aardappelen toe, en laat
alles nog pl.m. een half uur koken in een goed slui
tende pan. De massa wordt dan niet doorgestampt,
maar voorzichtig omgeschept en de bouillon die ér
nog op is wordt in de juskom gegoten en er bij ge
presenteerd.
Het voordeel van deze bereiding is dat alle voe
dingsstoffen bewaard blijven en daar de massa niet
gestampt wordt, blijft vitamine C behouden, die
juist bij het flink roeren en fijn stampen met de
lucht in aanraking komt en dan voor een deel ver
loren gaat.
Bovendien heeft men maar één gaspit noodig. dus
bespaart men gas, en door de korte kooktijd van
de groente behoudt men zooveel mogelijk de voe
dingswaarde.
STOOFSCHOTEL VAN SPRUITJES MET
LEVER EN AARDAPPELEN.
(3 a 4 personen)
Benoodigdheden:
200 gr. runder- of varkenslever; 1V2 aard
appelen, l]/2 pond spruitjes, Va ons vet of boter,
zout, peper, 4 dl. melk.
Bereiding: In een vleeschpan een bodempje wa
ter met wat zout aan de kook brengen. De helft
van de geschilde, in vieren gesneden aardappelen er
op leggen, daarna de helft van de spruitjes en dr
in blokjes gesneden lever, die met wat peper en
zout bestooid is. Hierop de rest van de spruitje'
en de rest van de aardappelen leggen. De melk e-
overheen gieten, de boter of het vet er op legger
en alles vlug aan de kook brengen. Op een ge
temperd vuur nog V2 uur laten koken, voorzichtie
omscheppen, nog wat zout toevoegen, het overtollige
vocht eraf schenken. Het gerecht opdoen in een
dekschaal, of op een vleeschschotel. Het knokna'
er bij geven.
STOOFSCHOTEL VAN ZUURKOOL MET
ROOKWORST EN AARDAPPELEN.
(3 a 4 personen)
Benoodigdheden:
200 gr. rookworst, 1V2 KG aardappelen. 1 pond
zuurkool, 60 gr. vet of boter, zout, peper, wat pe
terselie.
Bereiding: In een vleeschpan pl.m. V2 L. water
met wat zout aan de kook brengen. De helft van de
geschilde, in stukken gesneden aardappelen en de
helft van de zuurkool er op leggen. De rookworst
in plakjes gesneden erop verdeelen, de rest van de
zuurkool en de rest van de aardappelen er op
leggen. Wat zout en het vet of de boter toevoegen
en vlug aan de kook brengen. In een goed slui
tende pan op een kleine gaspit nog 1 uur laten
koken. Daarna voorzichtig omroeren, het kooknat
eraf gieten en opdoen in een dekschaal of op een
.leeschschotel. Wat fijn gehakte peterselie er over
;trooien.
VOOR DE KINDEREN
Zijn eerste gedachte was te schreeu
wen. Maar tot zijn ontzetting bemerkte
hij dat hij geen enkel geluid kon uit
brengen. De schrik had hem zoo bevan
gen dat hij maar stokstijf in die leelijke,
flikkerende oogen bleef staren. Sluipen
de kwam een der beesten nader. De
vuurroode. trillende tong hing uit den
bek. Toenineens besefte Ab het
groote gevaar, waarin hij verkeerde. Hij
wierp zijn sneeuwstok weg en ijlde,
achtervolgd door de twee wolven, over
de groote witte sneeuwvlakte.
Het loopen werd Ab al steeds moei
lijker en moeilijker. De sneeuw lag hier
hooger dan op de groote, uitgestrekte
vlakte. Hij was namelijk in de richting
van de bergen gehold, in dé hoop daar
een of andere veilige bergspleet te vin
den, als bescherming tegen de achter
volgende wolven. Zijn grootste angst
was nog meer wolven achter zich te
krijgen. Want het was hem bekend dat
uitgehongerde wolven vaak in grooten
getale achter hun prooi aanrenden
Plots stond Ab stil.
De lafhartige wolven krompen ver
schrikt in elkaar. Ook Ab, die tot aan
zijn knieën in de sneeuw stond, boog
zich angstig voorover. Een dof, aan
zwellend geluid kwam van de bergen
nader. Het was dit natuurgeluid, dat de
wolven en ook Ab zoo'n schrik aanjoeg.
De wolven, die bij instinct gevoelden
dat hun een groot gevaar bedreigden,
lieten hun prooi aan zijn lot over en
renden weg.
Op hetzelfde moment werd Ab legen
den grond gesmeten en voelde hij zich
door een dik pak sneeuw bedekt. Het
viel hem echter niet moeilijk zich uit
zijn netelige positie te bevrijden. Hij
overzag het terrein en bemerkte dat de
wolven verdwenen waren. Maar nu zag
hij tevens, wie zijn bevrijder was. Het
was een lawine, die over een oppervlak
te van eenige honderden meters naar
beneden was gestort.
ZA
Ui'
Huisjapon.
De moderne huisjaponnen geven een heel ander
ontwerp te zien dan de vroegere peignoirs, <üe
evenwel gehandhaafd bleven voor de slaap,
kamer.-
Deze modellen beslaan uit lange, aansluitende
banen en worden tot even boven den grond ge.
dragen. Men kan ze bijvoorbeeld van cretonne o!
soepele wol verwerken, terwijl voor de meer ge-
kleede zijde wordt gekozen.
De halsafwerking van ons patroon is met
effen kraagje dat eenige malen wordt doorgestikt,
evenals trouwens de onderkant van de mouw.
Sluiting met knoopen en knoopsgaten.
Benoodigde stof 3.50 M. van 90 cM. breed.
Prijs van het patroon, in maat 46, 26 ets.
Het patroon is van Maandag af gedurende een
week verkrijgbaar aan de bijkantoren Kennemer»
laan 42 IJmuiden, en Breestraat 29 Beverwijk.
"S
Ocea-
ontst
norio
oorlo
i-0
pen
jinkf
site
ïn
rah
iflP'
Wees voorzichtig met
Uw waschgoed
't Is aanbevelenswaardig, vóór het wasschen d!
knoopen van hel goed te halen, daar het kan voor
komen, dat zij roesten of afgeven en de stof
het uitknijpen kunnen beschadigen.
Bovendien behoort men «ich niet alleen van
waschbaarheid van het kleedingstuk zelf te over
tuigen, maar ook van de aangebrachte garnituren,
enz. die er niet af kunnen. Ook doet men er goed
aan, vlekken of sterk bevuilde plaatsen voor het
in de week zetten met een. witte rijgdraad te om
randen. Op deze wijze is het gemakkelijker, zulke
vlekken bij het wasschen terug te vinden.
In tie week zetten.
Het waschgoed wordt, nadat men zich van de
ichtheid der kleuren overtuigd heeft, gedurende
15 tot 20 minuten in de week gezet in een koud
;lap zeepsop. Men mag het goed beslist niet heit
in de week zetten, want vlekken, waarin eiwit zit,
atollen in heet water, zetten zich vast en zijn dan
bijna niet meer te verwijderen. Er zit b.v. eiwit in
bloed-, groente-, boter-, vet- en sausvlekken.
In de waschteil moet zooveel water aanwezig zijn,
dat het v/aschgoed drijft. Nadat men het goed er
heeft uitgenomen, knijpt men 't voorzichtig uit.
Het vuil van het weekwater mag niet in het
wasch water komen. Als men geen tijd heeft om te
weeken, dan moet men alle stukken van te voren
?oed bevochtigen, opdat bij het wasschen het zeep
sop snel en gelijkmatig in het goed kan dringen.
WASSCHEN.
Heeft men hard water, dan voege men wat soda
toe, ongeveer 1 eetlepel op een emmer water. Re
genwater is absoluut zacht en men behoeft niets toe
te voegen. Bij het gebruik van zelfwerkende wasch-
middelen moet men nauwkeurig de gebruiksaan-
wijziging volgen. Doet men dit niet, dan kan
een achteruitgang van de sterkte van het goed er
het gevolg van zijn.
Acetaatkunstzijde mag, evenals natuurzijde, al-
leeen met een zachte zeep worden behandeld.
LOSJES WASSCHEN.
Niet borstelen, wringen of hard wrijven. Onder
dompelen in 't sop en herhaaldelijk licht uitknijpen
is voldoende. Op erg vuile plaatsen moet het sop
er vaker worden doorgehaald. Als men het schuim
ziet verdwijnen in het noodig nogmaals in een nieuw
zeeoson te wocBohon.
EEN VERHAAL VAN DE ZEE.
bewerkt door
ADRIAAN J. HUISMAN.
(Nadruk verboden).
15)
Payne wist het: de moeder van de arme scha
pen was bij den ondergang van het schip omgeko
men. Geen van de vrouwen durfde het de kinde
ren te zeggen en het was hard om de stumpers eten
te moeten weigeren.
Dus hadden ze de kinderen maar door den to
ren laten rondwandelen, in het vriendelijk geloof,
dat ze geen ongeluk zouden krijgen en misschien
bij een of ander nog een kleinigheid te eten zou
den opdoen, omdat ze met zulke allerliefste ge
zichtjes beweerden, dat het algemeene rantsoen
niet groot genoeg voor ze was!
Payne keek steelsgewijs naar de lantaarn. Brand
was nog steeds met zijn vlaggelijn bezig. Hij ging
naar de trap en nam zijn beschuit en kop thee mee.
Vooruit, Elsie, zei hij vriendelijk, terwijl hij
zijn linkerarm om haar heen sloeg. Loop jij
maar achter me aan, Mamie! Pas op hoor, dat je
niet valt.
Jullie moeder slaapt, verzekerde hij hen fluiste
rend op het volgende portaal. En het zal nog wel
heel lang duren voor ze wakker lean worden.
Hij loodste ze naar de deur van de slaapkamer,
waar mevrouw Taylor was. Hij brak de harde be
schuit in tweeën en gaf elk van de beide kinderen
een stuk.
Hier Mamie! hou jij het kopje vast en de thee
eerlijk samen deelen, hoor!
Ik lust geen thee, protesteerde Mamie. Als
er geen koffie is, wil ik melk hebben.
Heb maar een beetje geduld, dan zul je eens
zien, wat ik jullie voor lekkers breng! Maar ik zou
de thee toch maar opdrinken. Hij is lekker en warm
En mi naar binnen; allebei!
Hij opende de deur half en ze verdwenen. Hij
hoorde mevrouw Taylor zeggen:
Heb ik jullie niet gezegd, dat je die twee
kleine schatten het beste hun eigen boontjes kon
laten doppen!
Payne girg weer naar het dienstvertrek terug
en vond Brand bezig de laatste resten van zijn be
schuit in een bijna leege theekop te doopen. De
vuurtorenwachter begroette zijn jongen vriend met
een glimlach.
Ik denk, begon hij, dat u evenals alle andere
hier, nog nooit in uw leven zoo'n trek hebt ge
had!
O. dat schikt nog al.
Dan bent u een gelukkige kerel. Ik ben an
ders geer groote eter, maar op het oogenblik zou
ik een enorme biefstuk kunnen verorberen!
Neen, in dat soort dingen heb ik in den regel
meer trek, tegen 'n uur of één, antwoordde- Payne
glimlachend.
Brai d pikte den laatsten beschuitkruimel van zijn
bord en dronk zijn theekop leeg tot er geen drup
pel meer in zat.
Brand raadpleegde den barometer. Nog oiet veel
moois, zie hij somber. Als die ellendige wind maar
een beetje wou gaan liggen, of tenminste draaien.
Voor dat een boot ons bereiken kan, moet het weer
al heel erg opknappen, maar we zouden tenminste
een boei kunnen binnenhalen die uitgegooid werd
en zoo onzen voorraad wat aanvullen.
Staat het er werkelijk zoo slecht voor? vroeg
Payne.
De beide mam"en keken elkaar ernstig aan.
Heel slecht, antwoordde Brand.
Payne tuitte de lippen. Hij haalde een koker te
voorschijn, waarin nog twee sigaren zaten.
Laten we den voorraad eerlijk deelen; een
sigaar montert op.
Brand nam het waardevolle geschenk dankbaar
aan en de pittige, geurige sigaar had inderdaad een
goede uitwerking op zijn stemming.
Gelukkig heb ik flinken voorraad tabak, zei
hij. Dat zal de mannen rustig houden. Tusschen
haakjes, hebt u verstand van scheikunde?
Ik heb een cursus aan de Yale-Universiteit
gevolgd, dat is alles.
Kan Golza-olie in voedsel omgezet worden?
Die bevat wel eetbare vetten, was het ant
woord, maar voor zoover ik weet is, behalve
bepaalde Chemicaliën voor de omzetting ook nog
overhitte stoom van ongeveer 600 graden Fahren
heit noodig en die zullen we hier wel niet kunnen
krijgen!
Brand maakte een wanhopig gebaar en juist op
dat oogenblik kwam Constance binnen.
Vader, zei ze, heeft mr. Payne u niet gezegd,
dat u moet gaan slapen? U moet nu allebei slapen,
minstens tot een uur of elf. Meneer Emmett stuurt
een man naar boven om de wacht te houden. Hij
zal u riet storen. Hij brengt ook wat dekens en kus
sens mee, die u op den vloer kunt neerleggen. Ik
heb ze speciaal voor u bij elkaar gescharreld!
Rusten? Op dit uur van den dag? antwoordde
Stephen Brand. Onmogelijk!
Het is niet onmogelijk, dat weet u zelf ook
wel. De „Falcon" komt ciet eerder terug dan met
hoog water. U moet gaan rusten, anders houdt u
het niet vol.
Ze liep bedrijvig door het vertrek heen en weer,
als een toegewijde huisvrouw aan wier zorgenden
blik niets ontgaat.
Op een gegeven moment vroeg ze verwonderd:
Meneer Payne, waar is uw theekop?
Die heb ikal naar beneden gebracht, leg
de hij uit.
Er was iets in de heele manier waarop Payne
zich gedroeg, dat haar onmiddellijk bij intuïtie deed
voelen, dat er iets niet „in den haak" was.
Waar beneden? vroeg ze. In elk geval niet
in de keuken. Daar ben ik niet vandaan geweest
sedert u uw ontbijt en dat van vader op een blad
hebt meegenomen.
Ik heb alleen ontbeten, bracht Stephen Brand
in het midden. Meneer Payne had dat al eerder
gedaan!
Maar dat heeft hij niet, hield Constance vol.
Ik wil, dat hij
Zij hield opeens op. Deze impertinente Ameri
kaan had zich de vrijheid gepermitteerd, haar een
knipoogje te geven, een signaal, dat moest betee-
kener: Maak je niet bezorgd over mij!
U hebt uw thee en beschuit aan iemand weg
gegeven, viel ze opeens uit.
Wie was het? Zegt u het alsublieftl
Wel, zei hij op een toon, die weinig leek op
z:ijn gedecideerde manier van spreken van gewoon
lijk: ik had. niet zoo bijzonder veel honger,
en toen kwam ik die arme stumpers van kleine
meisjes tegen, die om een extra'tje liepen te
schooieren.... En ik dacht bij..,, mezelf het
hindert niemandals...
Vader, zei Constance verontwaardigd, hij
heeft geen korrel eten gehad.
Dan neem je hem mee mar bededen en geef
hem wat, zei Brand. U moet mijn conversatie
overigens heel interessant gevonden hebben, ter
wijl ik at! Maar nu alle gekheid daargelaten, me
neer Payne; u zult me een genoegen doen door in
uw goedhartigheid geen verdere inbreuk meer te
maken op de regels. We staan of vallen met el
kaar; één wet voor allen!
Payne, met het gevoel van een betrapten misdadi
ger, legde Constance uit, waar zij den leegen thee
kop zou kunnen vinden.
Ik zal in 't vervolg een wakend oog op u
houden, zei ze terwijl ze naar beneden liepen.
Gaat uw gang, zei hij opgewekt; dat is alles
wat ik begeer!
HOOFDSTUK XI.
Mrs. Vansittart krijgt een boodschap.
De kwellingen en ontberingen, die in deze el
lendige uren als bijen zwermden om den vuurto
ren op de rots. waren veel en velerlei. Vochtige
kleeren. gebrek aan voeasel. bedompte atmosfeer
in de kleine ruimten en tegelijkertijd koude tocht
zoodra er een deur openging, een toenemend getal
zieken zonder de mogelijkheid om hun geneeskun
dige hulp of geneesmiddelen te verschaffen en het
groeiend besef, dat de verlossing uit al deze el
lenden eer een kwestie van dagen dan van uren
was.
De taak van Constance en Enid was bovermen-
schelijk zwaar. Ze moesten de voedselvoorziening
voor een kleine negentig menschen bewerkstelli
gen met kook- en eetgerei, dat bestemd was voor
het gebruik van drie en tegelijk zorger, dat ieders
kleine rantsoen zóó was, dat het in geen enkel op
zicht de afgunst van een ander kon opwekken.
Maar ze slaagden er in, zoo goed en kwaad als 't
gii g. voor deze problemen een oplossing te vin
den! Met behulp van leege jampotjes en sardine
blikjes konden ze twintig personen tegelijk bedie
nen. Dat beteekende, dat ze achtereenvolgens vier
maaltijden moesten bereiden, die per stuk een uur
werk vereïschten. Tegen dat ze met den vierden
klaar waren, was het langzamerhand weer tijd om
met nummer één van de volgende reeks te begin
ner En het resultaat van al hun moeite was nog
niet eens. dat de schipbreukelingen een gevulde
maag hadden.
De vrouwen klaagden nog het minst, maar de
mar nen werden, als ze met rooken, zingen en het
ten beste geven van beschouwingen over weer en
wind. den tijd niet meer konden korten, ontevre
den en mooperig. Kortom, de toestand van de
k]p;i e bevolking op den toren was verre van ple
zierig.
En de pogingen van de „Falcon" om den toren
e bereiken waren nog steeds vruchteloos!
Het liep tegen den avond. De derde en laatste
maaltijd werd zwijgend en somber genuttigd. Alle
aanwezige lampen waren naar de keuken gediri
geerd, daar Brand, bij een nauwkeurige inspectie
van de voorraden, in gezelschap van Emmett en de
purser, ontdekt had, dat er nog maar een angstwek
kend kleine hoeveelheid water in de regenbak aan
wezig was.
In de vroege ochtenduren, vol haast en verwar-
ving. hadden ze zich in de berekening van den wa-
tervootraad gruwelijk vergist. En nu was het noo
dig om alles, wat geschikt was om warmte op te
wekken aan te wenden voor de distillatie van
irinkbaei water.
De vuurtoren bezat daarvoor geen toestel.
M.et behulp v-in '.eildoe e> eer wijde, gever
niste bui.- werd eQn toestel geïnipto' iseerd: er wer
den vochtige doeken omheen gew' rireld om de con
densatie van de stoom te bevorderen. Behalve alle
aanwezige lampen werden ook alle beschikbare ke
tels en potten voor dit distillatie-proces gerequi-
reerd. Cacao kon nu alleen nog maar voor vrou
wen bereid worden en de smaak van het water
bleef, ondanks het zuiveringsproces, afschuwelijk»
.(Wordt vervolgd^