PREDIKBEURTEN Maarschalk Badoglio afgetreden Radio Moors Uit de Pers. ERGENS IN ITALIë, 6 December (Stefani) Op zijn verzoek is aan maarschalk Badoglio on'.slag verleend als chef van den generalen staf. In zijn plaats is benoemd generaal l'go Cava llero. Maarschalk Badoglio, die afgetreden is als chef van den Italiaanschen generalen staf. Badoglio heeft de Italiaansche operaties geleid tijdens den veldtocht in Abessynië. (Foto archief H. DJ. ROME, 6 December (Stefani). Maarschalk Badoglio. die is afgetreden als chef van den Ita- liaan.schen generalen staf, heeft zijn groote mili taire kwaliteiten bewezen in den wereldoorlog aan het Italiaansch-Oostenrijksehe front. Een zijner vermaardste verrichtingen was de verovering van den berg Sabotino. Als sous-chef van den staf droeg hij veel bij tot de voorbereiding en het bevechten van de be slissende overwinning. Na den wereldoorlog is hij o.a. ambassadeur te Rio de Janeiro geweest. Toen hij uit Brazilië terugkeerde, werd hij benoemd tot maarschalk van Italië. In 1927 werd hij chef van den gene ralen staf. Twee jaar later aanvaardde hij het be wind in Libye, dat hij geheel wist te veroveren en tot rust te brengen. In 1935 werd Badoglio be- noemdtot hoogen commissaris in Oost-Afrika. Hij leiddeden veldtocht die het keizerrijk deed ont staan en ontving den titel van hertog van Addis Abeba. Na eenigen tijd onderkoning van Abessinië te zijn geweest, hervatte hij zijn werkzaamheden als chef van den staf. Badoglio is 69 jaar. Generaal Ugo Cavallero is zoowel in het krijgs wezen als in de Italiaansche staatkunde een zeer bekende persoonlijkheid. Hij werd in 1880 geboren en studeerde aan de militaire hoogeschool te Mo dena. In 1918 had hij de leiding van de oorlogs werkzaamheden in het generale hoofdkwartier. Daarna was hij belast met de leiding van de mili taire delegatie bij de vredesonderhandelingen en vertegenwoordigde Italië te Versailles. In 1926 nam hij zitting in den Senaat. Van 1925 tot 1928 bekleedde hij de functie van onderstaatssecretaris van Oorlog en sedert 1937 opperbevelhebber in Italiaansch Oost Afrika. ZEEWEG 374, DRIEHUIS, Tel. 4Ï72 BETERE SERVICE door VAKMENSCHEN. PHILIPS nieuwste serie v.a- f92.50 Ook op conditiën. Zeep op bon 17. Bonaanwijzing" ten aanzien van wasscherijen. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd var het departement van handel, nijverheid en scheep vaart maakt het navolgende met betrekking tot de distributie van zeep bekend. Gedurende het tijdvak van Zaterdag 7 December a.s. tot en met Dinsdag 31 December a.s. geeft de met „17" genummerde bon van het algemeen distri butiebonboekje recht op het koopen van 150 gram toiletzeep (nieuwe samenstelling) of 120 gram huis houdzeep of 200 gram zachte zeep of 250 gram zeeppoeder of voor zoover voorradig 125 gram zeepvlokken of 250 gram zelfwerkende waschmid- delen of 200 gram vloeibare zeep. Voor zoover de verpakking dit toelaat, kan de verbruiker gedeelten van bovenstaande hoeveelhe den zeep naar keuze tezamen op een bon koopen. Zoo zal dus bijv. op een bon 60 gram huishoudzeep met 100 gram zachte zeep verkregen kunnen worden Met betrekking tot de wasscherijen is een wijzi ging in de distributie van zeep gebracht. Wassche- ijen zijn verplicht voor de behandeling van de ge- zinswasch gedurende bovengenoemd tijdvak de met genummerde bon in ontvangst te nemen van hun clientèle voor het koopen van zeepproductcn, evenwel niet een bon per acht kilogram maar per twintig kilogram droog waschgoed. De wasch van kantoren, voor zoover het hand doeken, poets- en stofdoeken betreft kan ter be handeling worden gegeven, zonder dat daarbij bonnen behoeven te worden afgegeven. Hotels, restaurants e.d. zullen in den vervolge uitsluitend toewijzingen voor zeep ten behoeve van het reinigen van beddelakens en kussensloopen ontvangen. De aandacht van de wasscherijen wordt gevestigd op een officieele publicatie waarin enkele voor hen van belang zijnde bijzonderheden zijn vermeld. (Adv. Ingez. Nled.) UITSLAG VEILING. HAARLEM Vrijdag Uitslag van de verkooping in het verkooplokaal .Notarishuis" te Haarlem, op Donderdagmid- dag. Een huis te Heemstede aan den Leidsche Vaartsweg no. 21 alsmede het erfpachtsrecht van den grond tot 30 April 1981, samen groot 7. aren," 18 centiaren, benevens den eigendom van een daarnaast gelegen perceel grond samen groot 1 are, 7 centiaren, f 390. N.V. Hoogerwoerd. Drie huizen met tuin en poortuitgang gelegen te Haarlem aan de Adriaan de Jongestraat nos. 26, groot 87 centiaren, no. 34, groot 85 c.A. en 42, groot 81 c.A. Gecombineerd f 12515 G. P. Geukers qq. Een werkplaats met zijpoort en erf en afzon derlijk opgaande bovenwoning gelegen te Haar lem aan de Van Oosten de Bruynstraat nos. 173 zwart en rood, groot 79 centiaren, f 5350. A. Stevens. Een winkel-woonhuis met erf, poortuitgang en afzonderlijk opgaande bovenwoning gelegen te Haarlem aan de Van Oosten de Bruynstraat nos. 175 zwart en rood, groot 1 are. 23 cen tiaren, f 8750. Opgehouden. Een winkelwoonhuis met erf, poortuitgang en afzonderlijk opgaande bovenwoning gelegen te Haarlem aan de Van Oosten de Bruynstraat nos. 177 zwart egn rood, groot 1 are 13 centi aren. f 9450. Opgehouden. Het winkel- en woonhuis met erven te Haar lem aan de Groote Houtstraat no. 33, kad. sectie D no. 7719, groot 3 aren 79 centiaren, f 34825, W. F. Selle qq. Een huis met erf en tuin te Haarlem aan de Bakkerstraat no. 27, groot 85 centiaren, f 3000. H. Visser qq. Twee huizen met erf en tuin te Haarlem aan de Antonides van der Goesstraat no. 3, groot 1 are, 32 centiaren en no. 5, groot 1 are 30 cen tiaren. f 9800, J. N. Bronkhorst qq. Een huis en erf met tuin te Haarlem aan de Antonides van der Goesstraat no. 15, groot 1 are 29 centiaren, f 4895. A. Meier. i Aambeien Huiduitslag Overtollig vet? DAN Pr. Schieffer's Stofwisselincszout Men voelt zich vrijer en gezonder. Flacon f 1.05. Dubbele flacon f1.75 bij apothekers en vakdrogleten. (Adv. Ingez. Med.) De garage met werk- of bergplaats, schuur, erf en tuin en afzonderlijk opgaande bovenwo ning te Haarlem aan de Obiestraat no. 39, groot 1 are, 28 centiaren. f 7000. Opgehouden. Twee huizen met erf en tuin te Haarlem aan de Timorstraat no. 199, groote 1 are, 3 centiaren en no. 201, groot 1 A en 2 c.A. f 10.000. J. N. Bronkhorst qq. Extra rantsoenen levensmiddelen. Voor langdurigen en nachtarbeid. HAARLEM Vrijdag. De verstrekking van extra rantsoenen le vensmiddelen voor hen, die zwaren of zeer zware Lichamelijken arbeid verrichten, is thans uitgebreid met arbeiders die langduri gen of nachtarbeid verrichten. Onder de categorie „langdurige arbeidsdag" zijn uitsluitend begrepen arbeiders in fabrieken of werkplaatsen, die gedurende minstens één maand cr-afgebroken eiken werkdag lichamelijken arbeid errichten en die tengevolge van den grooten af stand van him woonplaats naar en van het werk en/of tengevolge van een langdurigen arbeidsdag 12 uren of meer per dag van hun woning afwezig zijn. Onder de categorie „nachtarbeid", uitsluitend die arbeiders, die bij het 3-ploegenstelsel in fabrieken en werknlaatsen. eedurende minstens één week uit elke drie weken cr-afgebroken in de nachtploeg lichamelijken arbeid verrichten. De volgerde extra rantsoenen zullen wor den toegewezen: Brood vijf rantsoenen (thans dus 500 gram) per week. Boter of vet 1 rantsoen (thans dus 250 gram) per kwartaal. Vleesch of vleechwaren 1 rantsoen (thans dus 100 gram) per week. De arbeiders, die in verband met hun werkzaam heden tot de bovenomschreven categorieën (lang durigen of nachtarbeid) behooren en die reeds uit anderen hoofde extra rantsoenen levensmiddelen ontvangen (zwaren of zwaren lichamelijken ar beid), komen voor de nieuwe categorieën niet voor extra rantsoenen in aanmerking. Evenmin komen hieiwoor in aanmerking, zij die langdurigen of nachtarbeid verrichten, indien die arbeid geen li chamelijke is. Onder fabrieken en werkplaatsen worden niet verstaan: Apothekers, koffiehuizen en hotels, keu kens, visschersvaartuigen voor zoover aldaar werkzaamheden: worden verricht voor het verduur zamen van met die vaartuigen gevangen dieren, teekenkamers en kantoren. Daarentegen wel bouw-, grond-, waterwerken, ondergrondsche leidingen en wegen. Aanvrage geschiedt door den werkgever. Ter verkrijging van deze extra rantsoenen, moet de werkgever zich tot den plaatselijken distributie- dienst wenden met een lijst in tweevoud waarop voorkomen de nummers van de distributiestam- kaarten en de namen van de arbeiders, waarvoor extra rantsoenen worden aangevraagd, alsmede de redei en (voor eiken arbeider afzonderlijk te ver melden) waarom de werkgever extra rantsoenen leypp -nvddHer aanvraagt. De losse rantsoenbonner. worden aan den werk gever uitgereikt. De betrokkd arbeiders moeten bij het n ontvangst nemen der bonnen een bewijs van ontvangst teeltenen Deze ontvr» gstbewijzen moet de wei-kgever bij het afhalen van de bonnen voor de volgende perm: e bij den distnbutiedienst inleverer Betonningjs vaar tuig geraakte in nood SCHIERMONNIKOOG, 6 December (A.N.P.) Het rijksbetonningsvaartuig van Zoutkamp,' is ten Zuidwesten van Schiermonnikoog in nood geraakt. Het schip dreef met de noodvlag in top in de Wad denzee. De reddingboot „Insulinde" van de Noord en Zuid-Hollandsche Redding Mij. is uitgevaren en heeft het vaartuig op sleeptouw genomen. Men poogt het schip te Oostmahoi-n binnen te bi-engen Nadere bijzondei-heden ontbreken nog. TOEZICHT OP DE PRIJZEN. „DeNederlande r" is van meening. dat een neiging tot prijsverhooging voor een groot deel in de omstandigheden zelf ligt opgesloten. „Een zekere prijsstijging is daarom in dezen tijd niet te vermijden. Maar hoe ongewenscht de gevolgen ervan zijn, blijkt duidelijk, nu de hoogere kosten van levensonderhoud het voor de minder welgestelde gezinnen in ons land uiterst bezwaar lijk maken, zich met hun geringe inkomsten een, al is het dan ook een nederig, toch behoorlijk be staan te verschaffen. Gelukkig hebben de autoriteiten van den aan vang af ingezien, dat in het belang van alle ver bruikers de prijzen, zéker van de eerste levens behoeften, zooveel mogelijk op dezelfde hoogte moeten blijven. Het is verheugend om te zien. dat thans door de benoeming van een hoofdambte naar van het departement van Handel en Nijver heid tot gemachtigde voor de prijzen de aldus begonnen politiek stelselmatig zal worden voort gezet. Ook in Duitschland is men de prijzenpolitiek in het algemeen begonnen door de prijzen vast te zetten op het peil, waarop ze stonden. Eerst daar na kwam men ertoe, de prijzenpolitiek in haar ge heel te gaan bepalen en. al naar de omstandig heden, in dit ééne geval (b.v. wegens de hoogere kosten van materialen) prijsverhooging toe te staan, in het andere (wegens het verbruikers- belang b.v.) de prijzen op het oude peil te hand haven. Met belangstelling zien wij de maatregelen van mr. Schokker tegemoet, omdat wij ervan over tuigd zijn, dat een goede prijzenpolitiek voor ons gansché volk in dezen moeilijken tijd een levens kwestie is." VERGOEDING VAN OORLOGSSCHADE. DeNieuweRott.Crt. is van oordeel, dat aan het besluit inzake vergoeding van oorlogsschade wat ontbreekt: „Waarom heeft men er niet van willen uitgaan en dit in het besluit willen opnemen dat de vergoeding van de oorlogsschade gemeenschaps plicht is, onvoorwaardelijk, waarna het dan zeer wel mogelijk ware geweest om ons volk duidelijk te maken, dat deze vergoeding diende te geschie den overeenkomstig beginselen, welke boven het particuliere belang het belang van de gemeen schap laten gelden, dat bovenal is het belang bij wederopbouw, in vollen omvang, in den zin van volledige wederinschakeling van alle krachten en middelen, welke door het oorlogsgeweld tot stil stand zijn gebracht? Er wordt sedert de oorlogsdagen zooveel over volkseenheid en de behoefte aan samenwerking gesproken. Te meer gesproken, naarmate zij min der gemakkelijk te verwezenlijken blijken. Dit was voor de Nederlandsche overheid een eenige ge legenheid geweest om van haar hooge plaats een alom aanvaarde eenheid in de daad tot uitdruk king te brengen, die een staf van vertrouwen had kunnen zijn in een tijd, waarin de politieke wils vorming in de bewegingen van onderop voors hands nog slechts tweedracht aan den dag brengt. Deze gelegenheid had eigenlijk niet mogen wor den gemist." Opgaven van Predikbeurten, h' Vrijdagmiddag 6 uur niet in' 0'6 bezit zijn, kunnen niet meer worde8 opgenomen ZONDAG 8 DECEMBER SANTPOORT M. H. KERK. 10.30: us. R. H. Oldeman. Liturgie 'm N. H. KAPEL. 10: Ds. J. de Wit. te Leiden 4- J A. H. Edelkoort, Amsterdam. Ur- iER. KERK in H. V-, Wustelaan, 10: F. H. Gen- broek, van Amsterdam. IJMUIDEN N. H. KERK, Kanaalstraat. 10: Ds. L. W. Erdir- Bed. H. Dom 3: Ds. L. Lagerwey. p' BETHLEHEMKERK, James Wattstraat. 10 jeu.A dienst. D. Telling. ga* HERV. EVANG. Oranjestr. 8. 10 en 3.30: Leesdien» GER. KERK, Wilhelminakade 10: Ds. S. E. bonk. Voorber. H. Avondm. 3: Ds. J. Kapteyn GER. KERK, Rambonnetlaan. 10: Ds. J. Kaptevn 3: Ds. S. E. Wesbonk. Voorber. H. Avondm CHR. GER. KERK. 10 en 3: Ds. A Zwiep DOOPSGEZ. EN PROT. BOND. Helmstraat 9 3: Ds. Dorgelo. Naarden. OUD-KATH. KERK. 10.30: H. Dienst. 4: Vesper LEGER DES HEILS, Edisonstraat. 10: Heiliging;, dienst. 5.30: Verlossingssamenk. o.l.v. Adj. Sch% IJMUIDEN-OOST N. H. KERK, Goede Herderkerk. Velserduinwe? 10: Ds. Joh. Bronsgeest, Velsen. 3: Dr. M. v. d Voc.t,-Haarlem-Nrd., Jeugddienst. VEREENIGINGSGEBOUW, Kalverstr. Geen dienst VRIJZ. HERV. Bovenzaal Rex Theater. 10.3J. Ds. J. H. Hanneman, Uitgeest. GER. KERK, Velserduinweg. 10 en 3: Ds. E. G. van Teylingen. Voorber. H. Avondmaal. LUTH. GENOOTSCH., Herv. Vereen, geb. Kalver. straat. Geen dienst. BAPTISTEN-GEM., Willemsbeek weg 22, Woensda? 7.30: Ds. L. de Haan, pred. te Haarlem. STADSEVANG., Willemsbeekweg. 10: Broodbreken 5: Evangelisatiesamenkomst. Maandag 7.30: Bijbelbespr. en Bidstond. HERST. APOST. ZENDINGSGEM., Willebrordstr 10. 10: Godsdienstoefening. VELSEN N. H. KERK. 10: Ds. G. F. Callenbach, IJm.-O. VELSEN-NOORD GER. KERK. 10.15 en 3.30: Ds. F. E. Hoekstra. BEVERWIJK N. H. KERK, Kerkstraat. 10: Ds, J. de Vries. Bed. H. Doop, 3.30: Dezelfde. 121: Zondagsschool. DOOPSGEZ. GEM„ Meerstraat. 10: Ds. A. Vis. Zondagsschool. VRIJZ. HERV., Parklaan. 10: Ds. J. L. Faber, uit Zutphen. EVANG. LUTH. GEM., Koningstr. 10.30: Ds. J. Ph. Haumersen. GEREF. KERK, C. H. Moensplein. 10 en 3: Ds, H, Holtrop. VRIJE EVANG. „MARANATHA", Koningstr. 41, 9.30: Bidstond. 10: L. J. Pasman, uit Hilversum. 3j Dezelfde. Dinsdag 7: Zangvereeniging. Woensdag 7: Bijbel» bespreking. HEEMSKERK N. H. KERK. 10: Ds. Joh. IJzerman. WIJK AAN ZEE EN DUIN N. H. KERK, Wijk aan Zee. 11: Ds. A. J. Bronkhorst VEREENIGINGSGEBOUW. Populierenlaan. 10: Ds, A. J. Bronkhorst. er A itfhl be 23i! at ai sea De lelie van Astolat. Tn de tijd van koning Arthur woonden in de landstreek Astolat een dapper ridder met zijn beide zoons en zijn lief klein dochtertje van twaalf jaar. Dat meisje zag er zo aardig en fris uit, dat iedereen haar de lelie van Astolat noemde. Ze heette Elaine en hoewel ze eigenlijk nog maar een kind was, stond ze reeds aan het hoofd van haar vaders huis. Alle bedienden gehoorzaamden haar zonder morren, voor haar vader, wiens lieve vrouw al jaren geleden gestorven was, was ze een flinke kleine huishoudster en voor haar beide broers, die later echte ridders wilden worden, een klein moedertje. Maar eens op een dag gebeurde er iets waardoor het rustige, vredige leven op het kasteel Astolat opeens ver stoord werd. Er klonk getrappel van paardenhoeven over de binnenplaats en kort daarop naderde een zwaar gewa pend ruiter de toegangspoort. Hij droeg schild en lans en zijn wapenschild was zwaar gehavend, terwijl zijn ge bruind gezicht het litteken van een sabelhouw droeg. Zonder zijn naam te noemen, verzocht hij den heer van Astolat hem een gunst toe te staan. „Ik ga naar het steekspel", zei hij, „om de diamant van koning Arthur te verwerven. Maar daar men zegt, dat lk mijn overwinningen meer aan mijn naam dan aan mijn lans te danken heb, wens ik deze keer te strijden zonder mij bekend te maken. Ik verzoek u dus, goede heer, aan u mijn schild te mogen toevertrouwen, dat al te zeer bekend is aan de Ridders van de Tafelronde en een ander van hier te mogen meenemen, zonder versier selen, zodat niemand mij zal herkennen." Zij legde de diamant in zyn hand. De heer van Astolat stond het verzoek toe en Elaine Mep vlug naar de wapenzaal om een schild te halen. En toen ze het den ridder overhandigde, gaf ze hem tege lijkertijd een zijden bandelier met haar naam om op dit steekspel te dragen, zooals ridders het in die tijd meestal deden uit liefde voor hun jonkvrouw. De ridder keek het kleine meisje, dat bewonderend naar hem opkeek, dankbaar aan, bevestigde de bandelier aan zijn helm en steeg te paard. Vele jaren gingen voorbij en de kleine lelie van Astolat groeide op tot een mooie en lieflijke Jonkvrouw, even goed als zij bekoorlijkwas. Van den onbekenden ridder hadden ze op het kasteel Astolat nooit meer iets gehoord. „Hij is dood." zuchtte de vader, maar Elaine had nooit de moed opgegeven, nog eens den vreemden, somberen ridder te zullen terugzien. Soms staarde zij lange tijd naar het oude, gehavende wapenschild, dat hij had ach tergelaten en dan was het haar of een stille stem tn haar binnenste haar toefluisterde, te blijven hopen en ver trouwen Jaren verstreken en het was precies op Elaine's acht tiende verjaardag, dat zich een ridder van de Tafelronde op de burcht meldde. Hij bracht de diamant mee en ver telde, dat de onbekende ridder die gewonnen, had, doch onmiddellijk na het steekspel was verdwenen en dat alle nasporingen tot dusver tevergeefs waren geweest. Hij bracht dus de steen bij Elaine met het verzoek deze aan den onbekenden ridder te willen overhandigen, als hij rijn wapenschild kwam halen. loen Elaine dit alles hoorde, kreeg ze diep medelijden met den eenzaam dolenden ridder en smeekte zij haar vader hem te mogen zoeken. De oude man stemde toe en het meisje begaf zich op weg met een van haar broers. Een paar maanden dool den zij rond door vele landen, ^n eindelijk vonden ze den ridder zwaar gewond in de hut van een kluizenaar. Zachtjes naderde toen de lelie van Astolat het bed, waar op de dodelijk bleke ridder rustte en met een hart vol zorg en medelijden legde ze de diamant in zijn hand. De ridder sloeg de ogen op. keek het lieflijke meisje aan en ziet: van dat ogenblik begonnen zijn vreselijke wonden te genezen. Elaine en haar broer bleven bij hem om hem te ver plegen en na zes weken was hij reeds weer zover her steld, dat hij naar het kasteel Astolat kon rijden, waar Elaine's vader hem gastvrij ontving. Lancelot, zo heette de onbekende ridder, vertelde nu, dat hij zes jaren ziek gelegen had aan de wonden, die hij in een vreselijk gevecht met rovers had opgelopen. Hij had gemeend, dat hij sterven moest, doch het kijken naar de kleine bandelier van de lelie van Astolat had hem al die tijd zijn hoop en vertrouwen doen behouden. Zij had hem als het ware toegefluisterd geduld, te hebben, totdat de reine onbaatzuchtige liefde van de jonkvrouw hem zou komen genezen. Dit was op wonderbare wijze ge schied en die twee waren zoveel van elkaar gaan houden, dat ze elkaar nooit weer wilden verlaten. Weldra werd dan ook de luisterrijke bruiloft gevierd tussen Lancelot en Elaine, de lelie van Astolat. EEN AVONTUUR VAN DEN OUDEN FRITS. Frederik de Grote reed eens In een koets van Dohrau naar Heidersdorf en moest langs een holle weg. Toen de koninklijke wagen midden in de diepe groeve was en de koetsier langzaam reed om niet met zijn wagen langs de zijkanten te schuren, verscheen opeens van de andere kant een koets, waarin een dorpsdominee zat. Hij mende zelf en aangezien hij bergaf reed, terwijl de koets van den koning moeizaam de helling op moest worstelen, kwamen de beide wagens elkaar ongeveer in 't midden van de holle weg tegen. „Heidaar, maak eens plaats!" schreeuwde de oude Frits, toen hij de toestand overzag. „Waarom zou ik plaats maken?" vroeg de oude eer waardige dominee vriendelijk. „Waarom?" Brieste de koning. „Weet je dan niet, jij lomperd dat lk de koning van Pruisen ben?" De dominee meende eerst, dat zijn tegenpartij een grapje maakte maar toen hij het koninklijke wapen op de koets zag en eens goed in het scherpe gezicht keek. begon hij te weifelen en stapte uiL Maar de predikant was niet zo gauw uit het veld geslagen. „Uw dienaar, Majesteit" zei hij, ..het behoeft geen be toog, dat een eenvoudig dorpsdominee plaats moet maken voor zijn koning. Maar de koning van Pruisen zal moeten wijken voor een groter vorst." „Wie is hier in Pruisen groter dan ik?" bulderde de oude Frits met fonkelende ogen. „De dood, Majesteit" antwoordde de ander, „Ilc moet n.l. naar een ouden soldaat, die zwaar ziek is en weldra zal sterven." „Zo, zo" zei de koning. „Waarom hebt u dat niet da delijk gezegd? Het spreekt vanzelf, dat ik plaats maak." En bij beval zijn koetsier achteruit te rijden en liet den predikant voorbij gaan. VOGELTJES. Wild blaast de felle wind Over de wel. Storm zwiept de struiken op. Aan *t raam voorbij Zwieren de vogeltjes In wilde vlucht. Straks weer met honderden Hoog door de lucht. Nu zijn ze stipjes nog Dan, weer omlaag. Stuiven ze in de heg. Hoog in hun kraag. Kleuren de vogeltjes In gure wind. k Ga vlug eens kijken of 'k Iets voor hen vind. *k Strooi nu wat kruimpjes neer Zuinig gespaard. Vogeltjes zijn toch ons Zorgen zo waard. Hoor je ze kwetteren Bij 't beetje brood? Help toch mee lenigen Vogeltjes noodl Uit liet wonderboek der natuur. Honderden geleerde mannen hebben zich ln de loop van vele eeuwen reeds bezig gehouden met de vraag: sterft de mensheid langzamerhand uit? Deze vraag is nog zo dwaas niet, als we bedenken, hoeveel soorten van le vende wezens in oeroude tijden reeds op onze planeet hebben geleefd om dan weer voorgoed te verdwijnen, In die oude tijden, toen de mens nog niet op aarde verschenen was, voerde het 1 euzengeslacht der voorwe reldlijke monsters, de Sauriërs, de opperheerschappij op onze aarde. Machtige palmen en oerwoudplanten bewezen de ontzaglijke levenskracht van het plantenrijk, doch al deze levende wezens zowel dieren als planten verdwenen weer net zo als ze gekomen waren. En dus is het heel begrijpelijk, dat de geleerden zich wel eens afvragen: „zouden wij ook eens van de aard bodem verdwijnen en zo ja, wanneer zal dat zijn?" Bi; de pogingen om deze vraag te beantwoorden stuit men op een belangrijk feit, n.l. het koolzuurgehalte van de lucht. Ofschoon er slechts 0.03 procent koolzuur in de lucht zit, is dit kleine beetje toch belangrijk genoeg een grote invloed uit te oefenen op het menselijk leven hier op aarde. Wantwat zou er gebeuren, als dat beetje koolzuur er eens niet was? De temperatuur over de hele aard oppervlakte zou onmiddellijk 20 graden dalen. Dit weten we, omdat reeds lang bewezen is, dat door zeer geringe schommelingen in het koolzuurgehalte reeds grote tem peratuursveranderingen optreden. Sommige geleerden be weren zelfs, dat alleen door deze schommelingen de af wisseling van ijstijdperken en warmere perioden, onze aarde heeft doorgemaakt, is ontstaan. Hoe staat het nu eigenlijk met onze koolzuurvoorraad? Blijft die altijd even groot? Neen: je weet dat de voor raad vermindert door de ademhaling der planten en ook door het oplossen van koolzuur in het zeewater. Daaren tegen vermeerdert de voorraad door de ademhaling var mensen en dieren en vooral door de uitbarstingen der vulkanen. Het is gebleken, dat in tijden van grote vulkanische uit barstingen erg veel koolzuur in de lucht kwam en dat daardoor perioden van grotere warmte intraden, terwijl het juist in tijden van geringe vulkanische werking zo koud werd, dat er ijstijdperken ontstonden. Zo weet men b.v. dat in de diluvische ijstijd bijna geen vulkanische MARIE MICHON. Het reuzengeslacht der voorwereldlijke monsters. BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. Mej. Vijlbrief is verhinderd deze week haar gewon! bijdrage aan de Kinderrubriek te leveren. REDACTIE. uitbarstingen voorkwamen en dat daarentegen In 't b»« gin en in het midden van het tertiaire tijdperk het vul kanisme bizonder sterk was. De vulkanische uitbarstingen spelen dus in het leve» der mensen op onze aarde een bizondere grote rol; Ja, men mag wel zeggen dat zonder haar geen leven op aarde zou zijn. Een beetje vreemd klinkt het wel, maar het li waar! Zoals we al hebben verteld, wordt een grote hoeveel heid koolzuur door het ademen der planten verbruikt, Dl atmosfeer rondom onze aarde bevat ongeveer 2100 t lioen kilogram koolzuur, waarvan de plantenwereld rond 59 billioen kilogram per jaar verbruikt. Dat is één vijf en dertigste van de hele voorraad. En dus zou deze voorraad in vijf er dertig jaar op zijn, als er geen andere oorzaken waren, die nieuwe koolzuur deden ontstaan. Was dit het geval, dan was na vijf ei dertig jaar geen plantenleven óp aarde meer mogejijk ei dus ook geen dierlijk en menselijk leven, m. a. w. we wa ren dan precies over vijf en dertig jaar uitgestorven Ge lukkig, dat de koolzuurvormende omstandigheden ook steeds hun werk voortzetten! Zelfs, als we eens een hele tijd geen vulkanische uit barstingen zouden krijgen, is er voorlopig nog geen «den tot ongerustheid. Je weet b.v. dat de aarde voortdurend bezig is af te koelen en dat door dit proces, dat ontzag lijk langzaam in zijn werk gaat, steeds geweldige massa'! koolzuur vrijkomen Dr. H. Russel, een Amerikaans geleerde, heeft dan ook onlangs eens uitgerekend, dat het zeker op z'n minst nog wel een milliard jaren zal duren, voor we uitge storven zijnl We hebben dus nog eventjes de tijd. DE BERGGEEST EN DE ONTEVREDEN MANNEN. Er was eens en misschien is die er nog wel! - se: hoge berg, waarin een geest woonde. Niemand had "m nog ooit gezien, maar iedereen in het dorp sprak over hem. Als de kinderen stout waren, werden ze mei hem gedreigd: „Pas op, ik zal den berggeest roepen!" De mannen van 't dorp werkten hard, maar eens op een dag toen 't slecht weer was begonnen ze te mopperen. De lonen waren laag, je had niks aan je leven, alle mensen werden ziek met dit weer, enz., enz. Toen kwam de berggeest opeens uit zijn hol in de berg opduiken Hij stond met een geweldige sprong midden tussen hen in en riep: „Ik wil jullie helpen, arme stumperds. Kom maar hier en wens, wat je wilt!" De mannen staken hun hoofden bij elkaar en toen trad een van hen naar voren en zei „Berggeest, we zijn arm en moeten dag in dag uit werken. Eindelijk willen nu weieens ruilen met iemand, die rijker is." „Dat kan gebeuren" zei de berggeest „Kolenbrander, vertel jij maar. met wlen je ruilen wilt." De kolenbrander woonde met zijn jonge vrouw ln een klein, armoedig huisje, Hij bezat geen cent op de wereld. „Ik wil ruilen met den rijken bierbrouwer," riep hij. „Best" zei de berggeest, „maar denk eraan, dat je ook zijn verdriet erbij krijgt." Het verdriet van den bierbrouwer was zijn brommerige, booze vrouw, die hem altijd uitschold en hem niets gunde. De kolenbrander dacht aan zijn eigen lieve vrouw en trad zwijgend terug. „Ik zou met den commissaris van politie willen ruilen zei de loodgieter. „Goed" zei de berggeest," die zal zeker wèt blij KJ'jj als hij eindelijk zijn nietsnut van een zoon kwijtraakt De loodgieter keek den berggeest verschrikt aan. Zijn eigen zoon was een brave jongen, de vreugde van zij® ouders. Vlug kroop hij weg achter de anderen. Maar de bezembinder wilde toch nog een kansje wagen- „Ik zou met den burgemeester willen ruilen" ze' W' ,,'k zal dèn zeker wel geen slechte ruil doen!' „Als je ei zo erg op gesteld bent, aap rheunvatlek lijden.. begon de berggeest Toen trad ook de bezembinder terug, 't Werd stil P het marktplein. En de berggeest was verdwenen, «V snel als hij gekomen was!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 8