PREDIKBEURTEN
Maarschalk Badoglio
afgetreden
Radio Moors
Uit de Pers.
ERGENS IN ITALIë, 6 December (Stefani)
Op zijn verzoek is aan maarschalk Badoglio
on'.slag verleend als chef van den generalen
staf. In zijn plaats is benoemd generaal l'go
Cava llero.
Maarschalk Badoglio, die afgetreden is als chef
van den Italiaanschen generalen staf. Badoglio
heeft de Italiaansche operaties geleid tijdens den
veldtocht in Abessynië.
(Foto archief H. DJ.
ROME, 6 December (Stefani). Maarschalk
Badoglio. die is afgetreden als chef van den Ita-
liaan.schen generalen staf, heeft zijn groote mili
taire kwaliteiten bewezen in den wereldoorlog aan
het Italiaansch-Oostenrijksehe front. Een zijner
vermaardste verrichtingen was de verovering van
den berg Sabotino.
Als sous-chef van den staf droeg hij veel bij
tot de voorbereiding en het bevechten van de be
slissende overwinning.
Na den wereldoorlog is hij o.a. ambassadeur te
Rio de Janeiro geweest. Toen hij uit Brazilië
terugkeerde, werd hij benoemd tot maarschalk
van Italië. In 1927 werd hij chef van den gene
ralen staf. Twee jaar later aanvaardde hij het be
wind in Libye, dat hij geheel wist te veroveren en
tot rust te brengen. In 1935 werd Badoglio be-
noemdtot hoogen commissaris in Oost-Afrika. Hij
leiddeden veldtocht die het keizerrijk deed ont
staan en ontving den titel van hertog van Addis
Abeba. Na eenigen tijd onderkoning van Abessinië
te zijn geweest, hervatte hij zijn werkzaamheden
als chef van den staf. Badoglio is 69 jaar.
Generaal Ugo Cavallero is zoowel in het krijgs
wezen als in de Italiaansche staatkunde een zeer
bekende persoonlijkheid. Hij werd in 1880 geboren
en studeerde aan de militaire hoogeschool te Mo
dena. In 1918 had hij de leiding van de oorlogs
werkzaamheden in het generale hoofdkwartier.
Daarna was hij belast met de leiding van de mili
taire delegatie bij de vredesonderhandelingen en
vertegenwoordigde Italië te Versailles. In 1926 nam
hij zitting in den Senaat. Van 1925 tot 1928 bekleedde
hij de functie van onderstaatssecretaris van Oorlog
en sedert 1937 opperbevelhebber in Italiaansch
Oost Afrika.
ZEEWEG 374, DRIEHUIS, Tel. 4Ï72
BETERE SERVICE
door
VAKMENSCHEN.
PHILIPS nieuwste serie v.a- f92.50
Ook op conditiën.
Zeep op bon 17.
Bonaanwijzing" ten aanzien van wasscherijen.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd var
het departement van handel, nijverheid en scheep
vaart maakt het navolgende met betrekking tot de
distributie van zeep bekend.
Gedurende het tijdvak van Zaterdag 7 December
a.s. tot en met Dinsdag 31 December a.s. geeft de
met „17" genummerde bon van het algemeen distri
butiebonboekje recht op het koopen van 150 gram
toiletzeep (nieuwe samenstelling) of 120 gram huis
houdzeep of 200 gram zachte zeep of 250 gram
zeeppoeder of voor zoover voorradig 125 gram
zeepvlokken of 250 gram zelfwerkende waschmid-
delen of 200 gram vloeibare zeep.
Voor zoover de verpakking dit toelaat, kan de
verbruiker gedeelten van bovenstaande hoeveelhe
den zeep naar keuze tezamen op een bon koopen.
Zoo zal dus bijv. op een bon 60 gram huishoudzeep
met 100 gram zachte zeep verkregen kunnen worden
Met betrekking tot de wasscherijen is een wijzi
ging in de distributie van zeep gebracht. Wassche-
ijen zijn verplicht voor de behandeling van de ge-
zinswasch gedurende bovengenoemd tijdvak de met
genummerde bon in ontvangst te nemen van
hun clientèle voor het koopen van zeepproductcn,
evenwel niet een bon per acht kilogram maar per
twintig kilogram droog waschgoed.
De wasch van kantoren, voor zoover het hand
doeken, poets- en stofdoeken betreft kan ter be
handeling worden gegeven, zonder dat daarbij
bonnen behoeven te worden afgegeven.
Hotels, restaurants e.d. zullen in den vervolge
uitsluitend toewijzingen voor zeep ten behoeve
van het reinigen van beddelakens en kussensloopen
ontvangen.
De aandacht van de wasscherijen wordt gevestigd
op een officieele publicatie waarin enkele voor hen
van belang zijnde bijzonderheden zijn vermeld.
(Adv. Ingez. Nled.)
UITSLAG VEILING.
HAARLEM Vrijdag
Uitslag van de verkooping in het verkooplokaal
.Notarishuis" te Haarlem, op Donderdagmid-
dag.
Een huis te Heemstede aan den Leidsche
Vaartsweg no. 21 alsmede het erfpachtsrecht van
den grond tot 30 April 1981, samen groot 7.
aren," 18 centiaren, benevens den eigendom van
een daarnaast gelegen perceel grond samen
groot 1 are, 7 centiaren,
f 390. N.V. Hoogerwoerd.
Drie huizen met tuin en poortuitgang gelegen
te Haarlem aan de Adriaan de Jongestraat nos.
26, groot 87 centiaren, no. 34, groot 85 c.A. en
42, groot 81 c.A.
Gecombineerd f 12515 G. P. Geukers qq.
Een werkplaats met zijpoort en erf en afzon
derlijk opgaande bovenwoning gelegen te Haar
lem aan de Van Oosten de Bruynstraat nos. 173
zwart en rood, groot 79 centiaren,
f 5350. A. Stevens.
Een winkel-woonhuis met erf, poortuitgang en
afzonderlijk opgaande bovenwoning gelegen
te Haarlem aan de Van Oosten de Bruynstraat
nos. 175 zwart en rood, groot 1 are. 23 cen
tiaren,
f 8750. Opgehouden.
Een winkelwoonhuis met erf, poortuitgang en
afzonderlijk opgaande bovenwoning gelegen
te Haarlem aan de Van Oosten de Bruynstraat
nos. 177 zwart egn rood, groot 1 are 13 centi
aren.
f 9450. Opgehouden.
Het winkel- en woonhuis met erven te Haar
lem aan de Groote Houtstraat no. 33, kad. sectie
D no. 7719, groot 3 aren 79 centiaren,
f 34825, W. F. Selle qq.
Een huis met erf en tuin te Haarlem aan de
Bakkerstraat no. 27, groot 85 centiaren,
f 3000. H. Visser qq.
Twee huizen met erf en tuin te Haarlem aan
de Antonides van der Goesstraat no. 3, groot 1
are, 32 centiaren en no. 5, groot 1 are 30 cen
tiaren.
f 9800, J. N. Bronkhorst qq.
Een huis en erf met tuin te Haarlem aan de
Antonides van der Goesstraat no. 15, groot 1 are
29 centiaren,
f 4895. A. Meier. i
Aambeien
Huiduitslag
Overtollig vet?
DAN
Pr. Schieffer's
Stofwisselincszout
Men voelt zich vrijer en gezonder.
Flacon f 1.05. Dubbele flacon f1.75
bij apothekers en vakdrogleten.
(Adv. Ingez. Med.)
De garage met werk- of bergplaats, schuur,
erf en tuin en afzonderlijk opgaande bovenwo
ning te Haarlem aan de Obiestraat no. 39, groot
1 are, 28 centiaren.
f 7000. Opgehouden.
Twee huizen met erf en tuin te Haarlem aan de
Timorstraat no. 199, groote 1 are, 3 centiaren
en no. 201, groot 1 A en 2 c.A.
f 10.000. J. N. Bronkhorst qq.
Extra rantsoenen levensmiddelen.
Voor langdurigen en nachtarbeid.
HAARLEM Vrijdag.
De verstrekking van extra rantsoenen le
vensmiddelen voor hen, die zwaren of zeer
zware Lichamelijken arbeid verrichten, is
thans uitgebreid met arbeiders die langduri
gen of nachtarbeid verrichten.
Onder de categorie „langdurige arbeidsdag" zijn
uitsluitend begrepen arbeiders in fabrieken of
werkplaatsen, die gedurende minstens één maand
cr-afgebroken eiken werkdag lichamelijken arbeid
errichten en die tengevolge van den grooten af
stand van him woonplaats naar en van het werk
en/of tengevolge van een langdurigen arbeidsdag
12 uren of meer per dag van hun woning afwezig
zijn.
Onder de categorie „nachtarbeid", uitsluitend die
arbeiders, die bij het 3-ploegenstelsel in fabrieken
en werknlaatsen. eedurende minstens één week uit
elke drie weken cr-afgebroken in de nachtploeg
lichamelijken arbeid verrichten.
De volgerde extra rantsoenen zullen wor
den toegewezen:
Brood vijf rantsoenen (thans dus 500 gram)
per week.
Boter of vet 1 rantsoen (thans dus 250 gram)
per kwartaal.
Vleesch of vleechwaren 1 rantsoen (thans
dus 100 gram) per week.
De arbeiders, die in verband met hun werkzaam
heden tot de bovenomschreven categorieën (lang
durigen of nachtarbeid) behooren en die reeds uit
anderen hoofde extra rantsoenen levensmiddelen
ontvangen (zwaren of zwaren lichamelijken ar
beid), komen voor de nieuwe categorieën niet voor
extra rantsoenen in aanmerking. Evenmin komen
hieiwoor in aanmerking, zij die langdurigen of
nachtarbeid verrichten, indien die arbeid geen li
chamelijke is.
Onder fabrieken en werkplaatsen worden niet
verstaan: Apothekers, koffiehuizen en hotels, keu
kens, visschersvaartuigen voor zoover aldaar
werkzaamheden: worden verricht voor het verduur
zamen van met die vaartuigen gevangen dieren,
teekenkamers en kantoren. Daarentegen wel bouw-,
grond-, waterwerken, ondergrondsche leidingen en
wegen.
Aanvrage geschiedt door den werkgever.
Ter verkrijging van deze extra rantsoenen, moet
de werkgever zich tot den plaatselijken distributie-
dienst wenden met een lijst in tweevoud waarop
voorkomen de nummers van de distributiestam-
kaarten en de namen van de arbeiders, waarvoor
extra rantsoenen worden aangevraagd, alsmede de
redei en (voor eiken arbeider afzonderlijk te ver
melden) waarom de werkgever extra rantsoenen
leypp -nvddHer aanvraagt.
De losse rantsoenbonner. worden aan den werk
gever uitgereikt. De betrokkd arbeiders moeten
bij het n ontvangst nemen der bonnen een bewijs
van ontvangst teeltenen Deze ontvr» gstbewijzen
moet de wei-kgever bij het afhalen van de bonnen
voor de volgende perm: e bij den distnbutiedienst
inleverer
Betonningjs vaar tuig geraakte in nood
SCHIERMONNIKOOG, 6 December (A.N.P.)
Het rijksbetonningsvaartuig van Zoutkamp,' is ten
Zuidwesten van Schiermonnikoog in nood geraakt.
Het schip dreef met de noodvlag in top in de Wad
denzee. De reddingboot „Insulinde" van de Noord
en Zuid-Hollandsche Redding Mij. is uitgevaren
en heeft het vaartuig op sleeptouw genomen. Men
poogt het schip te Oostmahoi-n binnen te bi-engen
Nadere bijzondei-heden ontbreken nog.
TOEZICHT OP DE PRIJZEN.
„DeNederlande r" is van meening. dat een
neiging tot prijsverhooging voor een groot deel
in de omstandigheden zelf ligt opgesloten.
„Een zekere prijsstijging is daarom in dezen
tijd niet te vermijden. Maar hoe ongewenscht de
gevolgen ervan zijn, blijkt duidelijk, nu de hoogere
kosten van levensonderhoud het voor de minder
welgestelde gezinnen in ons land uiterst bezwaar
lijk maken, zich met hun geringe inkomsten een,
al is het dan ook een nederig, toch behoorlijk be
staan te verschaffen.
Gelukkig hebben de autoriteiten van den aan
vang af ingezien, dat in het belang van alle ver
bruikers de prijzen, zéker van de eerste levens
behoeften, zooveel mogelijk op dezelfde hoogte
moeten blijven. Het is verheugend om te zien. dat
thans door de benoeming van een hoofdambte
naar van het departement van Handel en Nijver
heid tot gemachtigde voor de prijzen de aldus
begonnen politiek stelselmatig zal worden voort
gezet.
Ook in Duitschland is men de prijzenpolitiek in
het algemeen begonnen door de prijzen vast te
zetten op het peil, waarop ze stonden. Eerst daar
na kwam men ertoe, de prijzenpolitiek in haar ge
heel te gaan bepalen en. al naar de omstandig
heden, in dit ééne geval (b.v. wegens de hoogere
kosten van materialen) prijsverhooging toe te
staan, in het andere (wegens het verbruikers-
belang b.v.) de prijzen op het oude peil te hand
haven.
Met belangstelling zien wij de maatregelen van
mr. Schokker tegemoet, omdat wij ervan over
tuigd zijn, dat een goede prijzenpolitiek voor ons
gansché volk in dezen moeilijken tijd een levens
kwestie is."
VERGOEDING VAN OORLOGSSCHADE.
DeNieuweRott.Crt. is van oordeel, dat aan
het besluit inzake vergoeding van oorlogsschade
wat ontbreekt:
„Waarom heeft men er niet van willen uitgaan
en dit in het besluit willen opnemen dat de
vergoeding van de oorlogsschade gemeenschaps
plicht is, onvoorwaardelijk, waarna het dan zeer
wel mogelijk ware geweest om ons volk duidelijk
te maken, dat deze vergoeding diende te geschie
den overeenkomstig beginselen, welke boven het
particuliere belang het belang van de gemeen
schap laten gelden, dat bovenal is het belang bij
wederopbouw, in vollen omvang, in den zin van
volledige wederinschakeling van alle krachten en
middelen, welke door het oorlogsgeweld tot stil
stand zijn gebracht?
Er wordt sedert de oorlogsdagen zooveel over
volkseenheid en de behoefte aan samenwerking
gesproken. Te meer gesproken, naarmate zij min
der gemakkelijk te verwezenlijken blijken. Dit was
voor de Nederlandsche overheid een eenige ge
legenheid geweest om van haar hooge plaats een
alom aanvaarde eenheid in de daad tot uitdruk
king te brengen, die een staf van vertrouwen had
kunnen zijn in een tijd, waarin de politieke wils
vorming in de bewegingen van onderop voors
hands nog slechts tweedracht aan den dag brengt.
Deze gelegenheid had eigenlijk niet mogen wor
den gemist."
Opgaven van Predikbeurten, h'
Vrijdagmiddag 6 uur niet in' 0'6
bezit zijn, kunnen niet meer worde8
opgenomen
ZONDAG 8 DECEMBER
SANTPOORT
M. H. KERK. 10.30: us. R. H. Oldeman.
Liturgie 'm
N. H. KAPEL. 10: Ds. J. de Wit. te Leiden 4- J
A. H. Edelkoort, Amsterdam. Ur-
iER. KERK in H. V-, Wustelaan, 10: F. H. Gen-
broek, van Amsterdam.
IJMUIDEN
N. H. KERK, Kanaalstraat. 10: Ds. L. W. Erdir-
Bed. H. Dom
3: Ds. L. Lagerwey. p'
BETHLEHEMKERK, James Wattstraat. 10 jeu.A
dienst. D. Telling. ga*
HERV. EVANG. Oranjestr. 8. 10 en 3.30: Leesdien»
GER. KERK, Wilhelminakade 10: Ds. S. E.
bonk. Voorber. H. Avondm. 3: Ds. J. Kapteyn
GER. KERK, Rambonnetlaan. 10: Ds. J. Kaptevn
3: Ds. S. E. Wesbonk. Voorber. H. Avondm
CHR. GER. KERK. 10 en 3: Ds. A Zwiep
DOOPSGEZ. EN PROT. BOND. Helmstraat 9
3: Ds. Dorgelo. Naarden.
OUD-KATH. KERK. 10.30: H. Dienst. 4: Vesper
LEGER DES HEILS, Edisonstraat. 10: Heiliging;,
dienst. 5.30: Verlossingssamenk. o.l.v. Adj. Sch%
IJMUIDEN-OOST
N. H. KERK, Goede Herderkerk. Velserduinwe?
10: Ds. Joh. Bronsgeest, Velsen. 3: Dr. M. v. d
Voc.t,-Haarlem-Nrd., Jeugddienst.
VEREENIGINGSGEBOUW, Kalverstr. Geen dienst
VRIJZ. HERV. Bovenzaal Rex Theater. 10.3J.
Ds. J. H. Hanneman, Uitgeest.
GER. KERK, Velserduinweg. 10 en 3: Ds. E. G. van
Teylingen.
Voorber. H. Avondmaal.
LUTH. GENOOTSCH., Herv. Vereen, geb. Kalver.
straat. Geen dienst.
BAPTISTEN-GEM., Willemsbeek weg 22, Woensda?
7.30: Ds. L. de Haan, pred. te Haarlem.
STADSEVANG., Willemsbeekweg. 10: Broodbreken
5: Evangelisatiesamenkomst.
Maandag 7.30: Bijbelbespr. en Bidstond.
HERST. APOST. ZENDINGSGEM., Willebrordstr
10. 10: Godsdienstoefening.
VELSEN
N. H. KERK. 10: Ds. G. F. Callenbach, IJm.-O.
VELSEN-NOORD
GER. KERK. 10.15 en 3.30: Ds. F. E. Hoekstra.
BEVERWIJK
N. H. KERK, Kerkstraat. 10: Ds, J. de Vries.
Bed. H. Doop,
3.30: Dezelfde.
121: Zondagsschool.
DOOPSGEZ. GEM„ Meerstraat. 10: Ds. A. Vis.
Zondagsschool.
VRIJZ. HERV., Parklaan. 10: Ds. J. L. Faber, uit
Zutphen.
EVANG. LUTH. GEM., Koningstr. 10.30: Ds. J. Ph.
Haumersen.
GEREF. KERK, C. H. Moensplein. 10 en 3: Ds, H,
Holtrop.
VRIJE EVANG. „MARANATHA", Koningstr. 41,
9.30: Bidstond. 10: L. J. Pasman, uit Hilversum. 3j
Dezelfde.
Dinsdag 7: Zangvereeniging. Woensdag 7: Bijbel»
bespreking.
HEEMSKERK
N. H. KERK. 10: Ds. Joh. IJzerman.
WIJK AAN ZEE EN DUIN
N. H. KERK, Wijk aan Zee. 11: Ds. A. J. Bronkhorst
VEREENIGINGSGEBOUW. Populierenlaan. 10: Ds,
A. J. Bronkhorst.
er
A
itfhl
be
23i!
at
ai
sea
De lelie van Astolat.
Tn de tijd van koning Arthur woonden in de landstreek
Astolat een dapper ridder met zijn beide zoons en zijn lief
klein dochtertje van twaalf jaar. Dat meisje zag er zo
aardig en fris uit, dat iedereen haar de lelie van Astolat
noemde. Ze heette Elaine en hoewel ze eigenlijk nog
maar een kind was, stond ze reeds aan het hoofd van
haar vaders huis. Alle bedienden gehoorzaamden haar
zonder morren, voor haar vader, wiens lieve vrouw al
jaren geleden gestorven was, was ze een flinke kleine
huishoudster en voor haar beide broers, die later echte
ridders wilden worden, een klein moedertje.
Maar eens op een dag gebeurde er iets waardoor het
rustige, vredige leven op het kasteel Astolat opeens ver
stoord werd. Er klonk getrappel van paardenhoeven over
de binnenplaats en kort daarop naderde een zwaar gewa
pend ruiter de toegangspoort. Hij droeg schild en lans en
zijn wapenschild was zwaar gehavend, terwijl zijn ge
bruind gezicht het litteken van een sabelhouw droeg.
Zonder zijn naam te noemen, verzocht hij den heer van
Astolat hem een gunst toe te staan.
„Ik ga naar het steekspel", zei hij, „om de diamant van
koning Arthur te verwerven. Maar daar men zegt, dat
lk mijn overwinningen meer aan mijn naam dan aan
mijn lans te danken heb, wens ik deze keer te strijden
zonder mij bekend te maken. Ik verzoek u dus, goede
heer, aan u mijn schild te mogen toevertrouwen, dat al
te zeer bekend is aan de Ridders van de Tafelronde en
een ander van hier te mogen meenemen, zonder versier
selen, zodat niemand mij zal herkennen."
Zij legde de diamant in zyn hand.
De heer van Astolat stond het verzoek toe en Elaine
Mep vlug naar de wapenzaal om een schild te halen. En
toen ze het den ridder overhandigde, gaf ze hem tege
lijkertijd een zijden bandelier met haar naam om op dit
steekspel te dragen, zooals ridders het in die tijd meestal
deden uit liefde voor hun jonkvrouw.
De ridder keek het kleine meisje, dat bewonderend
naar hem opkeek, dankbaar aan, bevestigde de bandelier
aan zijn helm en steeg te paard.
Vele jaren gingen voorbij en de kleine lelie van Astolat
groeide op tot een mooie en lieflijke Jonkvrouw, even
goed als zij bekoorlijkwas. Van den onbekenden ridder
hadden ze op het kasteel Astolat nooit meer iets gehoord.
„Hij is dood." zuchtte de vader, maar Elaine had nooit
de moed opgegeven, nog eens den vreemden, somberen
ridder te zullen terugzien. Soms staarde zij lange tijd
naar het oude, gehavende wapenschild, dat hij had ach
tergelaten en dan was het haar of een stille stem tn haar
binnenste haar toefluisterde, te blijven hopen en ver
trouwen
Jaren verstreken en het was precies op Elaine's acht
tiende verjaardag, dat zich een ridder van de Tafelronde
op de burcht meldde. Hij bracht de diamant mee en ver
telde, dat de onbekende ridder die gewonnen, had, doch
onmiddellijk na het steekspel was verdwenen en dat alle
nasporingen tot dusver tevergeefs waren geweest. Hij
bracht dus de steen bij Elaine met het verzoek deze aan
den onbekenden ridder te willen overhandigen, als hij
rijn wapenschild kwam halen.
loen Elaine dit alles hoorde, kreeg ze diep medelijden
met den eenzaam dolenden ridder en smeekte zij haar
vader hem te mogen zoeken.
De oude man stemde toe en het meisje begaf zich op
weg met een van haar broers. Een paar maanden dool
den zij rond door vele landen, ^n eindelijk vonden ze den
ridder zwaar gewond in de hut van een kluizenaar.
Zachtjes naderde toen de lelie van Astolat het bed, waar
op de dodelijk bleke ridder rustte en met een hart vol
zorg en medelijden legde ze de diamant in zijn hand.
De ridder sloeg de ogen op. keek het lieflijke meisje
aan en ziet: van dat ogenblik begonnen zijn vreselijke
wonden te genezen.
Elaine en haar broer bleven bij hem om hem te ver
plegen en na zes weken was hij reeds weer zover her
steld, dat hij naar het kasteel Astolat kon rijden, waar
Elaine's vader hem gastvrij ontving.
Lancelot, zo heette de onbekende ridder, vertelde nu,
dat hij zes jaren ziek gelegen had aan de wonden, die hij
in een vreselijk gevecht met rovers had opgelopen. Hij
had gemeend, dat hij sterven moest, doch het kijken naar
de kleine bandelier van de lelie van Astolat had hem al
die tijd zijn hoop en vertrouwen doen behouden. Zij had
hem als het ware toegefluisterd geduld, te hebben, totdat
de reine onbaatzuchtige liefde van de jonkvrouw hem
zou komen genezen. Dit was op wonderbare wijze ge
schied en die twee waren zoveel van elkaar gaan houden,
dat ze elkaar nooit weer wilden verlaten.
Weldra werd dan ook de luisterrijke bruiloft gevierd
tussen Lancelot en Elaine, de lelie van Astolat.
EEN AVONTUUR VAN DEN OUDEN FRITS.
Frederik de Grote reed eens In een koets van Dohrau
naar Heidersdorf en moest langs een holle weg. Toen de
koninklijke wagen midden in de diepe groeve was en de
koetsier langzaam reed om niet met zijn wagen langs de
zijkanten te schuren, verscheen opeens van de andere
kant een koets, waarin een dorpsdominee zat. Hij mende
zelf en aangezien hij bergaf reed, terwijl de koets van
den koning moeizaam de helling op moest worstelen,
kwamen de beide wagens elkaar ongeveer in 't midden
van de holle weg tegen.
„Heidaar, maak eens plaats!" schreeuwde de oude Frits,
toen hij de toestand overzag.
„Waarom zou ik plaats maken?" vroeg de oude eer
waardige dominee vriendelijk.
„Waarom?" Brieste de koning. „Weet je dan niet, jij
lomperd dat lk de koning van Pruisen ben?"
De dominee meende eerst, dat zijn tegenpartij een
grapje maakte maar toen hij het koninklijke wapen op
de koets zag en eens goed in het scherpe gezicht keek.
begon hij te weifelen en stapte uiL Maar de predikant
was niet zo gauw uit het veld geslagen.
„Uw dienaar, Majesteit" zei hij, ..het behoeft geen be
toog, dat een eenvoudig dorpsdominee plaats moet maken
voor zijn koning. Maar de koning van Pruisen zal moeten
wijken voor een groter vorst."
„Wie is hier in Pruisen groter dan ik?" bulderde de
oude Frits met fonkelende ogen.
„De dood, Majesteit" antwoordde de ander, „Ilc moet
n.l. naar een ouden soldaat, die zwaar ziek is en weldra
zal sterven."
„Zo, zo" zei de koning. „Waarom hebt u dat niet da
delijk gezegd? Het spreekt vanzelf, dat ik plaats maak."
En bij beval zijn koetsier achteruit te rijden en liet den
predikant voorbij gaan.
VOGELTJES.
Wild blaast de felle wind
Over de wel.
Storm zwiept de struiken op.
Aan *t raam voorbij
Zwieren de vogeltjes
In wilde vlucht.
Straks weer met honderden
Hoog door de lucht.
Nu zijn ze stipjes nog
Dan, weer omlaag.
Stuiven ze in de heg.
Hoog in hun kraag.
Kleuren de vogeltjes
In gure wind.
k Ga vlug eens kijken of
'k Iets voor hen vind.
*k Strooi nu wat kruimpjes neer
Zuinig gespaard.
Vogeltjes zijn toch ons
Zorgen zo waard.
Hoor je ze kwetteren
Bij 't beetje brood?
Help toch mee lenigen
Vogeltjes noodl
Uit liet wonderboek der natuur.
Honderden geleerde mannen hebben zich ln de loop
van vele eeuwen reeds bezig gehouden met de vraag:
sterft de mensheid langzamerhand uit? Deze vraag is nog
zo dwaas niet, als we bedenken, hoeveel soorten van le
vende wezens in oeroude tijden reeds op onze planeet
hebben geleefd om dan weer voorgoed te verdwijnen,
In die oude tijden, toen de mens nog niet op aarde
verschenen was, voerde het 1 euzengeslacht der voorwe
reldlijke monsters, de Sauriërs, de opperheerschappij op
onze aarde. Machtige palmen en oerwoudplanten bewezen
de ontzaglijke levenskracht van het plantenrijk, doch al
deze levende wezens zowel dieren als planten verdwenen
weer net zo als ze gekomen waren.
En dus is het heel begrijpelijk, dat de geleerden zich
wel eens afvragen: „zouden wij ook eens van de aard
bodem verdwijnen en zo ja, wanneer zal dat zijn?" Bi;
de pogingen om deze vraag te beantwoorden stuit men
op een belangrijk feit, n.l. het koolzuurgehalte van de
lucht. Ofschoon er slechts 0.03 procent koolzuur in de
lucht zit, is dit kleine beetje toch belangrijk genoeg
een grote invloed uit te oefenen op het menselijk leven
hier op aarde.
Wantwat zou er gebeuren, als dat beetje koolzuur
er eens niet was? De temperatuur over de hele aard
oppervlakte zou onmiddellijk 20 graden dalen. Dit weten
we, omdat reeds lang bewezen is, dat door zeer geringe
schommelingen in het koolzuurgehalte reeds grote tem
peratuursveranderingen optreden. Sommige geleerden be
weren zelfs, dat alleen door deze schommelingen de af
wisseling van ijstijdperken en warmere perioden,
onze aarde heeft doorgemaakt, is ontstaan.
Hoe staat het nu eigenlijk met onze koolzuurvoorraad?
Blijft die altijd even groot? Neen: je weet dat de voor
raad vermindert door de ademhaling der planten en ook
door het oplossen van koolzuur in het zeewater. Daaren
tegen vermeerdert de voorraad door de ademhaling var
mensen en dieren en vooral door de uitbarstingen der
vulkanen.
Het is gebleken, dat in tijden van grote vulkanische uit
barstingen erg veel koolzuur in de lucht kwam en dat
daardoor perioden van grotere warmte intraden, terwijl
het juist in tijden van geringe vulkanische werking zo
koud werd, dat er ijstijdperken ontstonden. Zo weet men
b.v. dat in de diluvische ijstijd bijna geen vulkanische
MARIE MICHON.
Het reuzengeslacht der voorwereldlijke monsters.
BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES.
Mej. Vijlbrief is verhinderd deze week haar gewon!
bijdrage aan de Kinderrubriek te leveren.
REDACTIE.
uitbarstingen voorkwamen en dat daarentegen In 't b»«
gin en in het midden van het tertiaire tijdperk het vul
kanisme bizonder sterk was.
De vulkanische uitbarstingen spelen dus in het leve»
der mensen op onze aarde een bizondere grote rol; Ja,
men mag wel zeggen dat zonder haar geen leven op aarde
zou zijn. Een beetje vreemd klinkt het wel, maar het li
waar!
Zoals we al hebben verteld, wordt een grote hoeveel
heid koolzuur door het ademen der planten verbruikt, Dl
atmosfeer rondom onze aarde bevat ongeveer 2100 t
lioen kilogram koolzuur, waarvan de plantenwereld rond
59 billioen kilogram per jaar verbruikt. Dat is één vijf
en dertigste van de hele voorraad.
En dus zou deze voorraad in vijf er dertig jaar op zijn,
als er geen andere oorzaken waren, die nieuwe koolzuur
deden ontstaan. Was dit het geval, dan was na vijf ei
dertig jaar geen plantenleven óp aarde meer mogejijk ei
dus ook geen dierlijk en menselijk leven, m. a. w. we wa
ren dan precies over vijf en dertig jaar uitgestorven Ge
lukkig, dat de koolzuurvormende omstandigheden ook
steeds hun werk voortzetten!
Zelfs, als we eens een hele tijd geen vulkanische uit
barstingen zouden krijgen, is er voorlopig nog geen «den
tot ongerustheid. Je weet b.v. dat de aarde voortdurend
bezig is af te koelen en dat door dit proces, dat ontzag
lijk langzaam in zijn werk gaat, steeds geweldige massa'!
koolzuur vrijkomen
Dr. H. Russel, een Amerikaans geleerde, heeft dan
ook onlangs eens uitgerekend, dat het zeker op z'n minst
nog wel een milliard jaren zal duren, voor we uitge
storven zijnl We hebben dus nog eventjes de tijd.
DE BERGGEEST EN DE ONTEVREDEN MANNEN.
Er was eens en misschien is die er nog wel! - se:
hoge berg, waarin een geest woonde. Niemand had "m
nog ooit gezien, maar iedereen in het dorp sprak over
hem. Als de kinderen stout waren, werden ze mei hem
gedreigd: „Pas op, ik zal den berggeest roepen!"
De mannen van 't dorp werkten hard, maar eens op een
dag toen 't slecht weer was begonnen ze te mopperen. De
lonen waren laag, je had niks aan je leven, alle mensen
werden ziek met dit weer, enz., enz.
Toen kwam de berggeest opeens uit zijn hol in de berg
opduiken Hij stond met een geweldige sprong midden
tussen hen in en riep:
„Ik wil jullie helpen, arme stumperds. Kom maar hier
en wens, wat je wilt!"
De mannen staken hun hoofden bij elkaar en toen trad
een van hen naar voren en zei „Berggeest, we zijn arm
en moeten dag in dag uit werken. Eindelijk willen
nu weieens ruilen met iemand, die rijker is."
„Dat kan gebeuren" zei de berggeest „Kolenbrander,
vertel jij maar. met wlen je ruilen wilt."
De kolenbrander woonde met zijn jonge vrouw ln een
klein, armoedig huisje, Hij bezat geen cent op de wereld.
„Ik wil ruilen met den rijken bierbrouwer," riep hij.
„Best" zei de berggeest, „maar denk eraan, dat je ook
zijn verdriet erbij krijgt."
Het verdriet van den bierbrouwer was zijn brommerige,
booze vrouw, die hem altijd uitschold en hem niets gunde.
De kolenbrander dacht aan zijn eigen lieve vrouw en
trad zwijgend terug.
„Ik zou met den commissaris van politie willen ruilen
zei de loodgieter.
„Goed" zei de berggeest," die zal zeker wèt blij KJ'jj
als hij eindelijk zijn nietsnut van een zoon kwijtraakt
De loodgieter keek den berggeest verschrikt aan. Zijn
eigen zoon was een brave jongen, de vreugde van zij®
ouders. Vlug kroop hij weg achter de anderen.
Maar de bezembinder wilde toch nog een kansje wagen-
„Ik zou met den burgemeester willen ruilen" ze' W'
,,'k zal dèn zeker wel geen slechte ruil doen!'
„Als je ei zo erg op gesteld bent, aap rheunvatlek
lijden.. begon de berggeest
Toen trad ook de bezembinder terug, 't Werd stil P
het marktplein. En de berggeest was verdwenen, «V
snel als hij gekomen was!