MIKT
EIMCITIN
AB'S AVONTUREN
De Torenwachter
VRIJDAG 13 DECEMBER 1940
HAARLEMSCHE RECHTBANK.
De weduwe en het spaarbank
boekje.
Kennis verdacht van
oplichting.
Donderdagmiddag stond voor de Avr. rechtbank
te Haarlem een Spoorwegambtenaar uit Pur-
merend terecht, die verdacht werd van hét zetten
van een valsche handteekening waardoor hij een
volmacht van een zieke weduwe verkreeg, welke
aangewend werd om het tegoed op het Spaar
bankboekje aan de weduwe ad f 1750 te innen.
Ter terechtzitting werden allereerst eenige ver
klaringen van de weduwe, die overleden is, opge
lezen. Zij was in het ziekenhuis opgenomen om
dat ze oen been gebroken had. Verdachte kwam
bij haar op bezoek en raadde haar aan om haar
inbodel te laten verhuizen want haar huis zou wor
den afgekeurd. Zij verondei-stelde dat verdachte,
nadat zij hem toestemming had gegeven om haar
inboedel in zijn huis te brengen, in har huis ook
haar spaarbankboekje heeft aangetroffen. f
De verdachte adviseerde de weduwe om van
het spaarbankboekje niets aan het ziekenhuis te
zeggen, want dan zou ze niets, behoeven te be
talen. PI ij zou dan wel de rente op haar boekje
laten bijschrijven.
De verdachte gaf ter terechtzitting zijn ver
klaring, welke afweek van die van de weduwe.
Volgens verd. heeft de weduwe hem gevraagd
om haar te helpen. Zij wilde niet dat het geld
op 't boekje bleef staan, opdat de ziekenhuis
directie 't niet te weten zou komen dat zij geld
had. zoodat zij haar verpleging niet behoefde te
betalen.
Volgens verd. bracht hij het tegoed van het
spaarbankboekje van de weduwe op haar verzoek
over op een boekje, dat op zijn naam stond.
Met ccn volmacht, geschreven door verd. en
volgens hem onderteèkend door de weduwe, kreeg
hü het geld los van de bank.
De weduwe heeft naderhand verklaai'd dat de
handteekening onder de volmacht niet van
haar is.
Een schriftkundige verklaarde ter terechtzitting
dat de handteekening inderdaad niet van de we
duwe is.
Verd. ontkende dat hij een valsche handteeke
ning gezet had.
Op het nieuwe boekje zette de verdachte f
Hij zei op verzoek van de weduwe f 500 van het
óorsprongeliik tegoed te hebben afgehaald
daarvan f 200 aan haar te hebben gegeven, en
f 300 in eigen beheer te hebben gehouden.
Pres: U heeft in dien tijd een motorfiets van
f 300 gekocht. Heeft u die van dat geld be-
taald?
Verd.: Neen, daarvoor heb ik zelf gespaard.
Pres.: Het. is wel miraculeus dat die twee din
gen precies samen vallen. Toen de weduwe uit
het ziekenhuis terugkwam haalde verd. wel twee
keer per week geld van het boekje. Volgens zijn
zeggen op haar verzoek.
Tenslotte werd, nadat de politie een onderzoek
had ingesteld, nog slechts f 380*bij verd. in beslag
genomen.
De officier achtte oplichting bewezen en re-
Quireerde 8 maanden gevangenisstraf.
De verdediger Mr. Bettink concludeerde op grond
van gebrek aan bewijs" tot vrijspraak op 24
December.
Meineed.
Zes maanden gevangenisstraf eischte de offi
cier Donderdagmiddag tegen een 'inwoner van
Beverwijk, die voor den kantonrechter te
Zaandam op 17 September een meineed had
afgelegd. Hij had toen verklaard dat hij den
grondwerker, in wiens gezelschap hij op den
dijk te Assendelft reed, niet kende: dit was wèl
het geval.
De verd. bekende zich schuldig te hebben ge
maakt aan meineed.
,.Ik heb 't gedaan omdat B. des avonds bij me
kwam om me te vragen te verklaren dat ik hem
niet gezien had en daarmee de schuld alleen op
mij te nemen. Hij zei me nog een voorwaarde
lijke gevangenisstraf tegoed te hebben,.en aan
gezien hij een groot gezin heeft, liet ik me
tot een valsche verklaring verleiden", aldus
verd. De get. B. wist zich niets van zijn bezoek
aan verd. te herinneren, doch naderhand gaf
hij toe dat het zoo gegaan was als verd. verteld
heeft.
President: U had niet zoo moeten doen. Door
uw toedoen zit uw vriend nou in de verdachten-
bank.
De officier requireerde de gemelde straf.
Uitspraak 24 Dec.
Ernstig geval van belasting.
Ontduiking.
Zes maanden gevangenis
straf geëischt.
Gistermiddag stond voor de Arr. Rechtbank
te Haarlem een 54-jarige inwoner van Hoofd
dorp terecht verdacht van belastingontduiking.
Gedurende drie jaren heeft hij in totaal voor de
Vermogensbelasting resp. 30.000, 30.000 en
25.000 verzwegen en voor de inkomstenbelasting
resp. 1500, 1600 en 2000 te weinig opgegeven.
Dit verzuim ontstond doordat hij een bedrag aan
contante gelden en een portefeuille met effecten
achterhield. De belastinginspecteur in de Haarlem
mermeer, die in deze zaak als getuige werd gehoord,
zei dat men reeds lang het vermoeden had dat hij
te weinig aan de belastingen opgaf.
Door een accountantsonderzoek kwam dit tekort
aan 't licht. Hij beschikte over een vermogen van
zestig a zeventigduizend gulden en vulde op zijn
belastingbiljet gedurende de 3 jaren een vermogen
van dertig a veertigduizend gulden in.
De officier wees in zijn requisitoir erop dat verd.
jaar in jaar uit kansen heeft gehad om de fout
goed te maken. Hij eischte 6 maanden gevangenis
straf.
De verdediger mr. Spoor merkte op dat verd.
geen sociaal gevoel heeft gehad. Verd. behoort ech
ter tot de oudere generatie, die individualistisch is
opgevoed: daarin ligt mede de oorzaak van zijn
onsociaal optreden. Thans heeft verd. zijn admini
stratie gecorrigeerd, en wil zich in alle opzichten
verbeteren. PI. drong aan op een voorwaardelijke
gevangenisstraf met een boete.
Uitspraak 24 December.
Ru-iliteiteii voor hel goederen
verkeer tusschen Nederland en
Dultscliland.
BERLIJN, 12 December. De Duitsche rijks
minister van financiën heeft door een in den
Reichsanzeiger van 11 December 1940 gepubli
ceerde verordening betreffende wijziging van
douanetarieven ter vergemakkelijking van het
goederenverkeer tusschen Nederland en Duitsch-
land bepaald, dat van 16 December 1940 af de
goederen, afkomstig uit de bezette Nederlandsche
gebieden, vrij van douanerechten zijn.
De regeling geld.t niet voor goederen, die
zich op den dag van het inwerkingtreden der ver
ordening reeds in het douane verkeer van het
Duitsche douanegebied bevinden.
EERVOL ONTSLAG AAN DR. H. E. VAN GELDER.
's-GRAVENHAGE, 12 Dec. (A.N.P.) De Haag-
sche gemeenteraad heeft hedenochtend op de
meest eervolle wijze en met dankbetuiging voor
de belangrijke diensten, aan de gemeente 's-Gra-
venhage bewezen, met ingang van 1 April 1941
ontslag verleend aan dr. H. E. van Gelder als di
recteur van den dienst van kunsten en weten
schappen, in verband met het binnenkort berei
ken van zijn 65-jarigen leeftijd.
Hierna werd met algemeene stemmen tot di
recteur van den dienst voor kunsten en weten
schappen benoemd dr. G. Knuttel Wzn., thans
hoofdconservator bij genoemden dienst.
De inventarisatie van veevoeder-
producten.
Vervoerverbod geldt van 15 t.m. 21 December.
's-GRAVENHAGE. 12 December. Met ver
wijzing naar het bericht inzake de inventari
satie van. veevoederproducten enz., wordt er de
aandacht op gevestigd, dat het daarin bedoelde
vervoerverbod geldt, voor de periode van 15 tot
en' met 21 December, dus niet tot en met 20
December, zooals aanvankelijk werd vermeld.
(A.N.P.)
Levering van boter aan bandelaren
Beperking van het aantal handelaren.
's GRAVENHAGE, 12 December (A.N.P.) De
Secretaris-generaal van het departement van
Landbouw en Visscherij heeft een wijziging ge
bracht in het crisis-zuivelbesluit 1940, waardoor
het aantal handelaren, aan wie de boterproducen-
ten verplicht zijn een gedeelte van hun productie
te leveren, wordt beperkt tot hen, die in de basis-
periode' van de totale door hen ingekochte hoe'
veelheid boter zijnde ten minste 250.000 K.G., ten
minste 60 pet. rechtstreeks hebben betrokken van
producenten en ten minste 60 pet. hebben ver
handeld aan anderen dan consumenten.
BEURSVOORSCHRIFTEN 1940.
's GRAVENHAGE, 12 December (A.N.P.)
De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het depar
tement van Financiën deelt mede, dat artikel 12
der Beursvoorschriften 1940 is gewijzigd en vast
gesteld als volgt:
„De dagelijksche noteering van de koersen van
aan- en verkoop der fondsen, voor zoover inge
volge artikel 3 der Beurswet 1914 in de prijs
courant opgenomen en de rentekoers voor daggeld-
leeningen en prolongatiën worden, zoodra de beurs
daartoe zal zijn heropend, opgemaakt op de wijze,
voorgeschreven bij de statuten en reglementen der
vereeniging voor den effectenhandel, met dien
verstande, dat ieder, bevoegd tot het doen van af
faires ter beurze, verplicht is dagelijks het door
hem ter beurze in èlk fonds verkochte bedrag
op te geven
Berucht heler veroordeeld.
De Rotterdamsche rechtbank heeft den heler
A. de V. uit Rotterdam, die er een bedrijf van
had gemaakt door puinruimers gestolen voorwer
pen en metalen op te koopen, veroordeeld tot een
gevangenisstraf van twee jaar met aftrek.
De V. had eenige menschen speciaal voor dit
bedrijf in dienst genomen. Hij had puinruimers,
geweest tot hun misdrijven aangezet. Een die
die nog nooit met de politie in aanraking waren
menschen, die tijdens het overbrengen naar het
Huis van Bewaring trachtte te vluchten, werd
door een rechercheur doodgeschoten en volgens
den Officier, mr. Meischke, moest ook dit vei-d.
worden aangerekend. De officier had de hoogste
straf, vier jaar gevangensstraf geëischt. (A.N.P.)
BARNEVELD Donderdag.
Pluimveeiparkt. Oude kippen f 0.95—f 1,10. Oude hanen
i 1,50—f 2,50. Jonge hanen 11—f 1,50. N. B. Blauwen per
K.G. f 1,10r 1,25. Jonge hennen f 1,20f 1,75. Duiven per
paar f 0,40—f 0.50. Tamme eenden f 0,75—f 1. Wilde eenden
(in jachttijd) f 1,10—f 1,40. Ganzen f 7,50—f 11. Kalkoenen
per K.G. f 1,90—f2,20. Tamme konijnen f2,50—f6. Wilde
konijnen f 1,25—f 1,55. Hazen (in jachttijd) p. p. f4,50—
f5,50. Fazanten (in jachttijd) f 1,75—f 2. Aanvoer 11:000.
Handel vlugger.
Eiermarkt. Kipeieren fl,07. Eenden eieren f6—f6.90.
Aanvoer 86.000. Handel redelijk.
Veemarkt. Zeugen f 100—f 175. Schrammen f28—f37,50.
Biggen f 18—f 25. Nuchtere kalveren f 10—f 20. Handel
redelijk.
Ten behoeve van de veehouderij-bedrijven, welke tengevolge van de inundatie
schade hebben ondervonden, wordt thans hooi gevorderd, dat, aan balen geperst,
verzonden wordt.
(Foto Pax Holland)
Stichting „Haarlem's Bloei".
Een jaarlijksche hoogtijdag?
Het, algemeen bestuur van de Stichting „Haar
lem's Bloei" hield Donde1 dagmiddag in het Stad
huis te Haarlem, in de oude Raadszaal, zijn alge
meene vergadering, en der leiding van- den voor
zitter der Stichting, den heer W. J. B. van Liem/t,
wethouder </an Haarlem.
De voorzitter herdacht in zijn openingswoord
wijlen den heer W. A. J. van de Kamp, die altijd
een actief lid van „Vreemdelingenverkeer" en later
van „Haarlem's Bloei" is geweest.
Het bestuur stelde voor den heer J. Schipper,
oud-voorzitter der Vereeniging voor Vreemdelin
genverkeer te Nijmegen, in het dagelijksch bestuur
van Haarlem's Bloei op te nemen. De vergade
ring vereeniigde zich hiermede. De heer Schipper,
ter vergadering aanwezig, aanvaardde de benoe
ming.
De heer Van Liemt sprak dé hoop uit, dat in 1941
weer een loterij ten bate van Haarlem's Bloei zal
kunnen wonden gehouden en herinnerde er verder
aan, dat in Januari a.s. het 50 jaar geleden zal zijn
dat de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer,
waaruit Haarlem's Bloei is ontstaan, opgericht
werd. Helaas is het nu niet de tijd om feestelijk
heden op touw te zetten.
In het jaarverslag van den secretaris bracht deze,
de heer A. Rauwerda, dank aan de heeren mr. D.
A. E. Immink, P. J. M. van Tetering en jhr. dr.
VOOR DE KINDEREN
Professor Zoeker stond verdrietig te
kijken naar wat eens hun mooi lucht
schip was geweest. Het alles verteerende
en vernietigende vuur was ook overge
waaid naar hun hutten en deze waren
stuk voor stuk uitgebrand. Enkele ten
ten. slaapzakken, wat kookgerei en
eenige tientallen vaten en blikken
vleesch en groenten had men welen te
reddenPlotseling gaf Professor Zoe
ker een gil, duwde een der mannen, die
in zijn nabijheid stond bijna omver en
holde weg.
Hij holde zoo hard zijn beenen hem
maar konden dragen het besneeuwde
veld op. Zijn oogen waren gericht op
een fel licht aan de horizon. Maar plot
seling bleef hij staan, want.... hij kon
niet verder. Eenige meters voor hem
strekte een groot, donker water zich uit.
Professor Zoeker stond versteld. Hoe
kwam dat water daar? De geleerde had
tijdens.den hevigen brand niet het har
de gekraak en scheuren van het ijs
opgemerkt.
Professor Zoeker begreep thans heel
goed dat dit een noodsein moest betee-
kenen van de drie vermisten. Wat moest
hij doen? Diep in gedachten staarde hij
naar het vuur. Wacht, het kanon. Het
kanon was bij de'brand gespaard geble
ven en stond hier vlak bij hem. Spoedig
had hij een zeer lang touw en een har
poen opgezocht. De harpoen stopte hij
nu in de monding van de loop.
Oom Eduard, Ab en Dib liepen onge
duldig over de groote ijsschots heen en
weer. „Weet u wat we nu doen, oom?"
zei Ab, „Neen, jongen", zei oom en keek
erpstig naar zijn rieef. „Nou", zei Ab,
terwijl hij met een schelmschen lach
Dib aankeek: „Nou, we ijsbeerèn." Oom
antwoordde niet, maar staarde in de
groote vlam voor hem. Hij had geen zin
in aardigheidjes. Plotseling schoot er
een voorwerp met groote snelheid in
het ijs voor hen.
J. C. Mollerus, idiie als bestuursleden zijn afgotre-
den. Van de door Haarlem's Bloei georganiseerde
rerdritten door Haarlem werd een druk gebruik
gemaakt. In Het Verkeershuis werden ongeveer
12000 inlichtingen gegeven.
Met den middenstand wordt samengewerkt, toch
kon de belangstelling van den miiddenstsrd jn
Haarlem's Bloei grooter zijn al is er wel eenige ver
betering te bespeuren en moet dankbaar erkend
worden dat voor de laatste loterij door den mid-
denstand méér prijzen zijo beschikbaar gesteld d
bij de voorgaande.
Uit het jaarverslag van dén penningmeester, den
heer A. J. Schaefer, bleek dat er eind 1939 een batig
saldo van f 487.02 was.
De begrooting voor 1941 werd goedgekeurd.
Bij de rondvraag zeide de heer Th. S. J. Hooij,
dat hij zich de ontwikkeling van Haarlem's Bloei
anders had voorgesteld dan het gegaan is. Men
wildé meer vertier, maar daar komt niet veel van.
Men gaat te veel den gewonen weg van een Ver
eeniging voor Vreemdelingenverkeer op. Er zou
meer propaganda kunnen gemaakt worden voor
Haarlem als woonstad en als industriestad, Of
Haarlem geschikt is voor industriestad, daarover
zijn de meeningen verdeeld. Kan Haarlem's Bloei
niet een bepaalde uitspraak van hetgemeentebe.
stuur uitlokken? Valt deze uitspraak gunstig uit,
dan zou Haarlem's Bloei propaganda kunnen gaan
maken voor Haarlem als .industriestad.
De voorzitter meende dat de belangstelling van
den middenstand in Haarlem's Bloei lang niet groot
genoeg is. Er wordt slechts iets meer dan f 2000 van
begunstigers ontvangen. Haarlem's Bloei wil ga
ne meer leven in de brouwerij brengen, maar
kan niet zonder ruime geldmiddelen. Als elk mid
denstander maar f 2.50 ja: f 1.per jaar voor
Haarlem's Bloei offerde kon er veel meer gedaan
worden. De voorzitter vond dat het niet op den weg
van Haarlem's Bloei ligt, zich te mengen in de
kwestie: Haarlem industriestad of niet?
De heer Hooij zeide, dat toch wel meer propa
ganda kan worden gevoerd voor Haarlem als woon
stad voor goed gesitueerden, al is wel eèns een
folder verspreid.
Dit zal in het dagelijksch bestuur overwogen
worden.
De directeur, de heer C. S. Th. van Gink, wees
er op, dat Haarlem's Bloei met sucoes getracht
heeft, veel congressen naar Haarlem te krijgen. Op
dit gebied heeft onze stad een toekomst.
De heer Van Gink wees er verder nog op, dat
dé midderstand tegenwoordig zware zorgen heeft,
anders zou zij wel meer voor Haarlem's Bloei doen,
De heer Hooij was ook deze meening toegedaan.
Men moet trouwens voor Haarlem's Bloei niet al
te veel alleen van den middenstand willen. Wan
neer maar f 2000 ontvangen wordt van begunsti
gers, is dit inderdaad niet veel, maar draagt de
mididtenstand daarvan alleen de schuld?
De heer A. van Weerden zou een hoogtijdag wil
len invoeren, zooals Leiden in 3 October heeft, bij
voorbeeld een jaarlijkseh bloemencorso. Dan zou de
middenstand vanzelf wel meer werk gaan maken
van gevel versiering met bloemen.
Het dagelijksch bestuur zal het idee van ten
„hoogtijdag" in overweging nemen.
De heer G. D. Gratama vroeg meer medewer
king van Haarlem's Bloei bij de propaganda voor
de tentoonstellingen in het Frans Hals Museum,
De heer Van Gink was hiertoe bereiid', maar dan
moet ook geruimen tijd van te voren aan Haarlem's
Bloei van de plannen tot het houden van een ten
toonstelling kennis gegeven worden. Nu geschiedt
dit een dag of tien van te voren en dat is te laat
om nog veel te doen.
Hierna sloot de voorzitter de vergadering.
EEN VERHAAL VAN DE ZEE.
bewerkt door
ADRIAAN J: HUISMAN.
(Nadruk verboden).
20)
Die was toch niet op een of andere manier
familie van u?
Hoe kom je daar bij? vroeg Stephen Brand
verbaasd.
Het is gek, zëi Payne langzaam maar het trof
me, dat ze op uw dochter lijkt op uw oudste
dochter niet zoozeer het gezicht, maar vooral
de houiding en de gestalte. Ze hebben haast de-'
zelfde gracieuse figuur.
Dergelijke toevallige gelijkenissen komen veel
voor. Zoo doet jouw uiterlijk me bepaald denken
aan dat van Enid.
U wordt bepaald complimenteus schertste
Payr.e.
Het geloei van een stoomfluit bereikte zwak hun
ooren moeilijk herkenbaar tusschen het bulderen
van den wind.
Een van onze bezoekers, zei Brand en wij zit
ten hier te praten alsof we gezellig met een whiskey
soda in makkelijke stoelen bij den haard zitten.
Hij ging haastig naar de galerij, terwijl hij een
oliejas aanschoot. Payne volgde hem.
Nu was het de „Falcon" alleen, die met behulp
van een lantaarn seinde dat het 't best was ge
oordeeld om verdere pogingen tot den volgenden
middag uit te stellen. Het getij bij het aanbreken
van den dag zou er niet geschikt voor zijn.
De boot wendde daarop den steven en de beide
mannen keerden terug in de veilige beschutting
van de dienstkamer.
Brand verbood verdere conversatie. Payne moest
nu rusten en hem om drie uur aflossen. De jonge
man had geen veeren bed noodig; hij lag nog niet
goed en wel op den grond of hij sliep al.
Het was nu stil gewonden in den toren; alles was
in diepe rust en Brand gaf zich over aan zijn ge
peinzen. Hij overdacht den. toestand vac, al die
menschen die hier aan zijn hoede waren toever
trouwd, hij overwoog de kansen op redding. Ook
zijn eigen leven ging aan zijn geestesoog voorbij in
dezen stormachtigen nacht, de oude dingen ston
den op uit hun graven en wekten bitterheid en
•weemoed; maar ook aan betere dingen dacht hij;
hoe zijn beide meisjes heerlijk en bloeiend opge
groeid waren. En daarop kwam de folterende angst
weer dat zij beiden door 'n allerongelukkigst toeval
op den toren verzeild geraakt, daar een vreeselij-
ken dood zouden vinden.
Hij schudde de nachtmerrie van zich af en zocht
bezigheid in het controleeren en bijstellen van de
lamp. Daarop ging hij naar de galerij om te zien
hoe het weer was.
De lichten van het „Seven Stones"-lichtschip ken.
hij duidelijk zien. Dat was een goed teeken! De
wind kwam daar vandaan en ofschoon hij met
donderend geweld machtige golven voor zich uit
dreef, was het toch een bevestiging van de hoop
volle beloften, die het weer van de laatste paar
uur had ingehouden.
Toen Brand uit de kamer was gegaan had het
binnenkomen van een kouden tocht door de open
deur Payne gewekt. De jonge man was wreed ge
stoord in een zoeten droom, waarin Constance een
rol van bcteekenis had vervuld.
Hij rekte zijn stijve ledematen uit en ging over
eind zitten.
Juist wilde hij in zijn zak naar zijn. pijp voelen,
toen hij het hoofd en de schouders van een vrouw
boven de trap zag verschijnen.
Hij dacht bij den eersten blik, dat het Constance
was en hij vroeg zich af, waarom zij haar gezicht
verborg in den hoogen kraag van een wijlden man
tel, maar de nachtelijke bezoekster aarzelde toen
haar middel op gelijke hoogte was met den vloer.
Ze uitte een lichten kreet van verbazing.
Jij, Charlie, vroeg ze, want ze had er op ge
rekend den torenwachter alleen te vinden en
wenschte .geen derde persoon bij hun onderhoud.
Ik dacht, dat jij in ide keuken sliep.
Neen, mrs. Vansittart, ik ben assisteot-vuur-
torenwachter. Re ben hier bijna altijd. Maar wat.
Ik kan niet slapen; legde de dame haastig uit
Als ik nog langer bij al die vrouwen had moeten
blijven, had ik het uitgegild. Wat is het hier heer
lijk rustig! Waar is mijnheer Brand?
Ik denk, dat hij buiten is om naar het weer
te kijken. Maar komt u heelemaal binnen. Ik kan
u een stoel aanbieden; mijnheer Brand wil u ont
moeten en dit is een rustig uurtje om te praten.
Hoe kent hij mij? Wat zei hij?
Mrs. Vansittart drukte haar linkerhand tegen
haar borst. Met de andere hand hield zij den hoo
gen kraag over haar mond en haar wangen. Pavne
kon alleen maar haar oogen zien en de uitdrukking
van angst en schrik, die daarin lag, deed zijn ver
wondering over haar onverwachte tegenwoordig
heid nog toenemen.
Het komt me voor, dat als u nog vier treden
hooger komt en op een. stoel gaat zitten, u hem
dat beter zelf kunt vragen!
Heb je over mij gesproken met hem?
Ik noemde toevallig uw naam.
En zei hij, dat hij mij kende''
Neen mevrouw. Hij zei niets van dien aard.
Maar wat is er in 's hemelsnaam voor mysterieus
aan dit alles?
Mysterieus? Hoe kom je daarbij? Ik heb me
vergist. Ik heb hem nooit ontmoet. Ik kwam juist
om het hem uit te leggen. Oh
Ze dook plotseling omlaag, toen de deur van de
galerij openging. Brand zag alleen nog maar een
glimp van een verdwijnende gedaante.
Wie was dat? vroeg hij.
Payne had zijn pijp gevonden en was bezig die
te stoppen.
Mrs. Vansittart, antwoordde hij.
Zeker om haar lang-aangekondigd bezoek te
brengen.. Ik moet zeggen, dat ze een raren tijd uit
gezocht heeft.
Dat idiacht ik ook al. Maar ze stak juist haar
hoofd boven de trap om te vertellen, dat ze u op
stuk van zaken heelemaal niet kent.
Brand glimlachte.
Arme ziel! zei hij. Ze Is van streek en in de
war; maar dat zijn we tenslotte allemaal. Maar
zij lijkt me van nature wel erg nerveus.
Als hij mrs. Vansittart gezien had, geknield lig
gend aan den buitenkant van de deur van haar
verblijf, zou hij niet zoo gemakkelijk een oplos
sing van het mysterie van deze vrouw hebben gé-
vonden. Ze schreide zachtjes; het gezicht verbor
gen in haar handen.
HOOFDSTUK XIV.
Zeehelden.
Payne kwam de keuken binnen om de meisjes
het laatste nieuws te berichten.
Er zijn twee sleepbooten, de „Falcon" en een
dienstvaartuig van de kust verlichting op geen halve
mijl afstand en de klippen op Land's End staan
zwart van de menschen. Bij half-tij zullen ze een
nieuwe poging ondernemen, hebben ze geseind.
Constance haid echter iets op liet hart, dat haar
nog meer interesseerde dan het nieuws dat hij
bracht.
Mijnheer Payne, zei ze met een bezorgd gé-
zicht, denkt u, dat iemand in de voorraadkamer
kan zijn geweest in den loop van den nacht?
Ik zou het niet met zekerheid kunnen zeg
gen. Hoe komt u.daar zoo naar te vragen?
De purser en ik hebben vanochtend nagegaan
wat er nog over was en we zijn allebei tot de con
clusie gekomen,, dat er een en ander verdwenen
moet zijn. Het is heel vreemd.
Payne was op deze overrompeling niet heelemaal
voorbereid. Daarom probeerde hij tijd te winnen.
Ik geloof niet, dat uw vermoeden juist is. Er
was een misrekening met het water. Dat kan toch
ook wel met de levensmiddelen het geval geweest
zijn?
Dat kan niet. Mijn vader heeft persoonlijk de
voorraden nagegaan en hééft zelf de rantsoenen
afgeteld. Er is meel en vleesch-in-blik vend wenen;
!k weet het zeker. De vraag is alleen maar: wie
lean het weggenomen hebben? Het meel zou in
ieder geval de aandacht hebben moeten trekken,
als iemand geprobeerd had om er van te eten.
Hebt u dat allemaal ook tegen den purser ge
legd? vroeg hij. terwijl hij haar ernstig aarkeek.
Neen. We konden ook niet uitmaken hoeveel
er precies van alles moest over zijn.
Neem dan mijn raad aan, miss Constance, en
vergeet, wat u gemeend hebt te ontdekken.
Een snelle blos kwam op haar bleek gezicht.
U zegt dit niet zonder goede reden? zei ze
-•-acht.
Ik heb de allerbest-denkbare reden. Als er ook
maar het minste of geringste hiervan bekend wordt,
komen er moeilijkheden,
Ccrstance liep naar de' deur en sloot die.
Enid, zei ze, ik geloof, dat vader en mijnheer
Payne een of ander verschrikkelijk plan hebben,
waarvan ze. ons niets durven vertellen.
Maar de Amerikaan liet zich op die manier niet
vergen. Hij liep naar de deur, opevtdp die en ter
wijl hii even op den drempel bleef staan, zei hij:
Ik kan niet gissen, wat er in mijrheer Brand's
geest omgaat, piaar u kunt van mij aannemen, dat
wat hij zegt gebeurt en wat hij doet het beste is,
dat in bepaalde "omstandigheden kan worden ge
daan.
Fr) met deze orakeispreuk ging hij heen, van
plan om Brand bij de eerste gelegenheid, die zich
zou voordoen, te waarschuwen, dat hij den beslis-
senden stap moest doen en alle communicatie tus-
scher het dienstvertrek en de rest van den toren
moest afstrijden.
Dit zou gemakkelijk kunnen gebeuren. De uitein
den van de bcvenste ijzeren trap waren boven en
beneden bevestigd met schroeven aan den vloer.
Het zou een paar minuten kosten om de schroeven
los le maken; de t"ap zelf kon worden omhoog ge
trokken naar de d '■-.•s.iKamer er. worden gebruikt
om oet trapgat af te sluiten.
Wat een menagerip zal er losbreken, dacht
Payne, als zé het merken. Het is hai'd, maar er zit
niets anders op!
Op de galerij voegde hij zich bij den vuurtoren
wachter en bij de officieren en de mannen van de
„Chinook", die idaar stonden.
De wind was nog een paar strepen naar het Noor
den uitgeloopen en de zee stroontde aan de andere
zijde van het rif in ononderbroken, zware deining.
Dat was de Tantalus-kwellling in de heele histo
rie! Een gewone sloep zou, goed bestuurd, ziek
daar in volkomen veiligheid kunnen voortbewe
gen!
Maar het scherp-getande rif, met zijn verrader
lijke stroom ingen en tegenstroomen, die bij ieder
kenterend getij veranderd-en, omringde den vuur
toren, als een grimmige wachter, als een onneem
bare versperring, terwijl de toren zelf op "een on
genaakbare rots stond, die haar met wier en on
kruid bedekte kruin dreigend uit de golven om
hoog stak.
XWordt vervol*<U