Stadentenzangen voor honderd jaar Richtlijnen betreffende het beloop van loon en salarissen. Autobus door trein gegrepen Wanneer verhooging is toegestaan. Peil geheel onder Staatscontrole 's-GRAVENHAGE, 20 December. Het A.N.P. meldt: Ten einde een eenvormige toepassing van de verordening over het al of niet verhoogen of verlagen der loonen en salarissen te waarborgen en twijfel zooveel mogelijk tevoren reeds uit te sluiter-, heeft de secertaris-generaal van het depar tement van Sociale Zaken op instigatie en in over eenstemming met de afdeeling „Sociale Verwal- tumg" aan het college van rijksbemid-delaars richt lijnen gezonden voor de toepassing eer verorde- nieig. Deze richtlijnen zijn de volgende: 1. De grenzen, waarbinnen de verordening gel dig is, blijken ondubbelzinnig uit artikel 9. Volgens dit artikel vindt de verordening geen toepassing op huiselijke diensten en op de arbeidsverhoudingen. Zij houdt vast aan den tot heden geldenden rechts toestand (art. 1), dat arbeidsvoorwaarden in de eerste plaats door overeenstemming tusschen de vereenigingen van werkgevers en werknemers moe ten worden geregeld. Waar echter het afsluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst niet geschiedt of om andere redenen b.v. ten gevolge van het ont breken van een partij, die tarieven kan vaststellen (wet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 April 1937) een regeling als bovenbedoeld niet mo gelijk is, maar ter bescherming van de arbeiders een regeling voor een geheele groep van onderne mingen tegelijk noodzakelijk blijkt, kunnen loonen en salarissen en andere arbeidsvoorwaarden door de overheid" worden vastgesteld. Hetzelfde is het ge val wan:»eer weliswaar een collectieve arbeids overeenkomst bestaat, doch deze bepaalde loonen en salarissen of andere arbeidsvoorwaarden niet regelt, of wanneer de verandering van bepalingen der overeenkomst noodig voorkomt. De verordening maakt dus het ingrijpen van den staat Ln de totstandkoming van de loonen, salarissen cn ander arbeidsvoorwaarden mogelijk, overal waar de sociale belangen van de werknemers dat eischen. Bevoegd om de regelingen buiten de col lectieve arbeidsovereenkomsten te treffen is het college van rijksbemiddelaars (art. 3 van het eerste uitvoeringsbesluit), tot welk lichaam zich de par tijen bij een C.A.O. alsmede iedere werkgever en werknemer te allen tijde kan wenden. Daar de wet telijke voorwaarden voor regelingen bij C.A.O. zijn gegeven, is het college van rijksbemiddelaars ver plicht, in de eerste plaats bij de partijen op het sluiten van een C.A.O. aap te dringen. Het college kan hiervoor termijnen bepalen. 3. De bepalingen omtrent de totstandkoming van het loon zouden onvolledig zijn, wanneer daarin niet tevens de vraag van het loonpeil principieel zou zijn geregeld. Wil de economie van een volk geheel aar de belangen van de gemeenschap dienst baar worden gemaakt, dan moet zij van staatswege geleid worden. Hetzelfde is bij de loonvorming het geval. De verordening van den Rijkscommissaris schrijft daai'om in de artikelen 3 en 7 voor, dat ver hoogingen van loonen en salarissen, al of niet bij C.A.O. tot stand gekomen, toestemming der over heid behoeven- Daarmede is aan den eenen kant de noodzakelijke controle van- staatswege op de ontwikkeling van het loonpeil verzekerd. Aan den anderen kant ook de weg vrijgelaten om daar loonsverhoogingen toe te latten, waar deze door de sociale behoeften der werknemers worden ge- eischt en waar zij volgens de economische ver houdingen mogelijk zijn. Natuurlijk moet er op ge let worden, dat evenals de Nederlandsche econo mie met de Europeesche economie ten nauwste vervlochten is, ook de loonen en salarissen in dit raam moeten passen. - 4. Wanneer een bestaande C.A.O. op een bepaal de onderneming van toepassing wordt omdat de ondernemer zich als lid aansluit bij de partijen bij de overeenkomst betrokken, dan is een loonsverhoo- ging, voorzoover zij noodzakelijk is voor de aanpas sing aan het tarief der C.A.O., niet aan voorafgaan de goedkeuring onderworpen. Wanneer bij verkorting van arbeidstijd loonen en salarissen niet in gelijke verhouding als de ar beidstijd worden verminderd, dan vormt dit geen loonsverhooging in den zin der verordening en is derhalve voorafgaande goedkeuring niet noodza kelijk. Onder de begrippen „loonen en salarissen" moe ten loon en salarisnormen worden verstaan, dat wil zeggen de voor bepaalde werkzaamheden in bedrijf of onderneming vastgestelde loonen, stukloonen. salarissen, toelagen enz. De verordening moet der halve niet worden toegepast in de volgende geval len: a). Bij het opschuiven van een werknemer naar een hoogere leeftijdsgroep, wanneer de in de C.A.O. geregelde of de in bedi-ijf of onderneming gebrui kelijke loonsom wordt betaald. b) Bij overplaatsen van een werknemer naar een andere afdeeling van het bedrijf, wanneer daar in hoogere loon- en salarisnormen gebruikelijk zijn. c) Bij verplaatsing van een werknemer naar een anderen post, waarvoor een hoogere belooning ge bruikelijk is. d) Bij verhooging der stukloonen, wanneer zij onder omstandigheden geschiedt, die aanzienlijk van de tot dan toe bestaande afwijken (verandering van de techniek van het arbeidsprocédé, van de grond stof, van de werktuigen e.d.). e) Wanneer voor een nieuw werk een voorloopig stukloon is bepaald, dat na een bepaalden proeftijd te laag blijkt, en het stukloon van te voren uitdruk kelijk als voorloopig is aangemerkt.. f) Bij betalingen met het karakter van sociale voorzorg, zooals toelagen bij zware ziekte van een werknemer of van zijn gezinsleden bij ongevallen of dergelijke noodgevallen. Daarentegen vallen wel onder de verordening de volgende gevallen: aa) Loons- en salarisverhoogingen, die bijv. bij de jaarwisseling gebruikelijk zijn, zonder dat een van de onder a tot c genoemde voorwaarden zijn vervuld. In deze gevallen moet steeds een goed keuring worden verleend voorzoover de verhoo gingen binnen het tot dan toe in de onderneming gebruikelijke kader blijven. bb) De verhooging van stukloonen, voorzoover zij niet onder de regels onder d. en e. genoemd vallen. cc) De verhooging van regelmatige uitkeeringen, dat zijn behalve loon en salaris alle op geld te waardeeren prestaties van den werkgever, welke de werknemer doorloopend of onder bepaalde voor waarden regelmatig als abeidsvergoeding ontvangt, bijv. prestatiepremies, participatie in winst of om zet, Kerstmis- en Oudej aars-gratificaties, voorts vergoedingen, verblijfsvergoeding enz. dd) Kerstmis-gratificaties die dit jaar voor de eerste maal worden gegeven. De toestemming daar toe wordt in deze gevallen echter geacht algemeen te zijn verleend, wanneer in het geval van uur- of weekloon niet meer dan een weekloon en, in het geval van maandloon, niet meer dan 25 procent van de maandbelooning als Kerstgratificatie wordt ver leend. Wanneer hoogere uitkeeringen in het voor nemen liggen, dan moet daarvoor een bijzondere toestemming worden gevraagd. Tegen de verleening van toestemming voor de volgende verhoogingen bestaan geen bezwaren: a) Verhoogingen, die ten doel hebben, de hier en daar in collectieve arbeidsovereenkomsten neerge legde groote loonsverschillen tusschen de verschil- lende plaatsen op te heffen, wanneer de loonen van «ie plaats met het hoogste loonpeil niet worden overschreden en een gepaste staffeling binnen de verschillende plaatsklassen blijft bestaan. b) Verhoogingen, welke den volwassen arbeider het. hoogste voor zijn vak in aanmerking komende loon toekent op een leeftijd, waarin bij gewoon prestatievermogen gewoonlijk de volledige prestatie bereikt wordt. In deze gevallen kan voorts een ver hooging van de loonen voor de onder den betrok ken leeftijd liggende leeftijdklasse worden goed gekeurd als een gepaste staffeling verzekerd blijft.' c) Verhoogingen, welke beoogen de loonen van de geschoolde, in scholing zijnde en ongeschoolde arbeiders met inachtneming van het toploon voor den geschoolde in een gepaste verhouding tot el kander te brengen. Gebouw van bet Ned, Agrarisch Front geopend. 's GRAVENHAGE, 20 December. Het A.N.P. meldt: In aanwezigheid van ir. A. A. Mussert, leider der N.S.B., oud-minister dr. F. E. Posthuma, graaf Grote, landbouwdeskundige van het Rijks commissariaat en van verscheidene vertegenwoor digers van sympathiseerende instellingen, is heden het gebouw van het Nederlandsch Agrarisch Front aan de Zeestraat 69 te 's Gravenhage, tegen over het Willem-de-Zwijgerhuis in gebruik ge nomen. Als organisatieleider van het Nederlandsch Agrarisch Front heette de heer W. Slob uit Hoofd dorp allen welkom. Vervolgens hield de leider van het boerenfront de heer E. J. Roskam, 'n inleidende rede. Deze zeide o.m.: Het nieuwe Europa wordt niet gebouwd op gril lige willekeur van monarchale machtsbegrippen. Het wordt ook niet gevestigd op door studeer kamergeleerden uitgedachte ihtellectueele staat kundige stelsels. Het nieuwe Europa wordt vast verankerd op de vaste wetten der schepping. Dat is op de wetten van bloed en bodem. Daarom hebben wij het vaste vertrouwen, dat in dat nieuwe Europa'aan onze Nederlandsche boeren een eervolle taak zal worden toegewezen in het groote werkplan voor de voedselverzorging der Germaansche volken. Op deze eervolle taaie hebben wij recht, want de Nedei'landsche boeren hebben hun bloed rein gehouden. Dat is de adeldom, waarop wij ons be roepen. Gedragen door den boerengeeSt onzer stammen eischt ons volk erkenning als volwaardig deelgenoot in het nieuwe Europeesche volksleven In deze worsteling voor vrijheid en recht is het in ons agrarisch front verzamelde, hoerendom de kern, die blijft, die volhardt en die overwint. Hiermede verklaart spx-eker zijn taak als Neder - landsche boerenleider, waartoe ir. Mussert hem heeft geroepen, te aanvaarden. Nadat df. Posthuma het woord had gevoerd, sprak graaf Grote als gast, waarna ir. Musseri het woord verkreeg. Ir. Mussert sprak hierna als stichter van het agrarisch front en zeide, dat de Nederlandsche natïonaal-socialisten thans het begin van den zonsopgang, na een donkeren stormachtigen nacht, zien. Als straks de oorlog: zal zijn geëindigd, dan zal de zon haar stalen weder op ons ï-ichten. Dan zal de Nederlandsche landbouwer de vruchten van zijn arbeid weder oogsten ten bate van. het geheele Nederlandsche volk. Naar sjrekers overtuging zal het Nedei-landsch agrarisch front erin slagen, onzen bodem tot vol ledige bewerking te brengen. Tenslotte richtte spreker woorden van sympa thie jegens de heeren Roskam, dr. Posthuma die in den vorigen oorlogstijd een veelgesmade figuur was, doch aan ons volk niettemin de groot ste diensten heeft bewezen en thans, na zooveel jaren, in het Agrarisch Front ons land weer weel: te dienen en tot.de Duitsche gasten aan wier Führer de nationaal-socialisten in Nederland hun vrijheid en hetmehoud van hun leven te danken hebben. Een rondgang door het gebouw besloot de in wijdingsplechtigheid. De situatie op de vleesclimarkt. 's-GRAVENHAGE, 20 December. (A.N.P.) Wegens de geruchten als zou een verhoogde export van vee naar Duitschland de oorzaak zijn van het gebrek aan aanvoer op de vleeschmarkt, heeft de landbouwdeskundige van het rijkscommissariaat Graf Grothe in een persconfex-entie betoogd dat op geen enkele wijze de vee-export naar Duitschland schuld is aan de moeilijkheden bij de vleesehdistri- butie. Voorts zeide hij dat de voedselvoorziening van de Nederlandsche bevolking vex-zekerd is. Bo vendien kan de boer gerust zijn dat niet tot al te ingrijpende maatregelen ten opzichte van den vee stapel zal worden overgegaan. De omstandigheid, dat in de laatste weken de üit- gegeven vleeschbons niet ten volle konden worde»-, ingewisseld en de daaruit voortvloeiende noodza kelijkheid tot leveringsplicht voor slachtvee over te gaan, hebben in breede kringen, zoowel van ver bruik ei-s als van boex*en, een zekere onrust teweeg gebracht. Wanneer in verband daarmede, aldus Graf Grothe, herhaaldelijk de vraag gesteld woi-dt of de vlees chproductie in Nederland voldoende is om op den langen duur de behoeften, met gebruikmaking van het distributiesysteem, te dekken, dan kan deze vraag ondubbelzinnig met ja beantwoord worden. Als de boeren van meening zouden zijn dat de pro- ductiebasis in de veehouderij gevaar loopt, dan kan ondubbelzinnig verklaard worden dat dit noch in de bedoeling ligt. noch noodzakelijk is. Integen deel wordt als voorheen vastgehouden aan het plan de nu eenmaal ten gevolge der voederschaarsch te noodzakelijke beperkingen voor het melkvee tot een minimum te beperken. Evenwel is het wekelijksche a ar bod van slachtvee voor runderen zoowel als voor varkens sinds Nov. in een ongerechtvaardigde mate teruggeloopen. Zoo werden bijv. in de week van 2 tot 9 December jl. slechts ongeveer 1600 stuks slachtvee aan de markt gebracht tegenover een normaal aarbod van 8 tot 10.000 stuks. Het is mogelijk dat hiervoor verschillende oor zaken aanwezig zijn geweest, die de Duitsche be schouwers niet onmiddellijk interesseex-en. Met na druk moet hïei-bij alleen worden vastgesteld dat op geen enkele wijze de export yan vee daar de schuld var is. Dezg export bedroeg in de periode van 10 Mei tot begin December circa 15.000 stuks, terwijl in de laatste drie weken geen enkel stuk slachtvee naar Duitschland is gegaan. Tegenover deze verhoudingen meende het depar tement van Landbouw en Visscherij de opgetreden moeilijkheden slechts door het opleggen van een afleveringsplicht tegemoet te kunnen treden. Op dit voorstel is toestemming verleend met dien ver stande dat de bevolen reconstructie, die wegens de dringendheid van dezen maatregel voorloopig zeer schematisch zonder rekening te houden met de structuur van het afzonderlijke bedrijf werd uit gevoerd, bij de definitieve vaststelling voor een langere periode zoo rechtvaardig mogelijk moest worden uitgewerkt. De tot 28 Februari 1941 gevorderde leveringen van slachtvee moeten evenwel, ongeacht de voor later beoogde veranderingen, order alle omstan digheden worden voldaan Het departement van Landbouw en Visscherij is doende maatregelen ten uitvoer te leggen, die een vlotte verzorging in de toekomst verzekeren. Daartoe wordt de te dezer zgke compete» te centrale ox-ganisatorisch aan per soneel omgezet. Reeds is beslist dat de zorg voor den veestapel, daaronrier begrepen de prijsvorming voor den producent en de toewijzing aan de be en verwerkende bedrijven, in een doelmatiger vorm geschiedt. Eveneens zijn maatregelen getroffen, dat de vaststelling van de prijzen voor de boeren voor al het ter markt komende vee op dezelfde basis geschiedt. Iedere speculatie op verhooging van de produ centenprijs is vergeefsoh. Wie van de betrokken groepen boeren, ha» delaren of slagers, in de toe komst probeert, hetzij door incorrecte aflevering of zelfs door geheime huïsslachling of prijsopdrijving de vastgestelde prijzen te ontduiken en de vleesch- voorziening te verstoren, heeft de scherpste straf te verwachten, omdat hij zich schuldig maakt aan een vergrijp tegen het belang van het geheele Ne derlandsche volk. De vleeschvoorziening geschiedde in normale tij den voor rond 50 pet. met varkensvleesch en rond 50 pet. met ï-undvleesch. Er staan niet voldoende voer'ermiddelen ter beschikking om de varkens mes ter ij in den vroegcren omvang in stand te hou den, zoodat in de toekomst slechts ongeveer 25 pet. van de behoefte met varkensvleesch kan worden gedekt. Om te verhinderen dat van de voorhanden varkens een groot deel te jong zou zijn geslacht, heeft het Duitsche rijk veevoeder ter beschikking gesteld om via de centrale voor 400.000 varkens mestcontracten te kunnen sluiten. De bedoeling hierbij was in de eex-ste plaats de op het verede- lingsbedrijf ingestelde kleine boex-en effectieve hulp te verleenen. Het grootste deel van de vleeschbehoefte moet dus met rundvee worden bevredigd. Dat is niet zoo maar mogelijk, daar de aigemee» e veevoederpositie een ingrijpen in de rundveestapel noodzakelijk maakt. Voor het afzonderlijke bedrijf mag dit be treurenswaardig zijn, er moeten echter maatregelen getroffen worden dat de in beperkte mate ter be schikking staande voedei-middelen in grootere mate ten goede komen aan de dieren met groote presta ties, in het belang van een zoo groot mogelijke melkproductie en botex-productie en niet zoo maar dienen voor de instandhouding van een groot aan tal willekeurige dieren. Volgens de opvatting van deskundige kringen moet de thans bestaande abnormaal hooge stapel van meer dan twee-jarige runderen ongeveer 20 pCt. worden verminderd, waarbij iedere boer noodge dwongen uit zijn stapel op de weinig productieve oudere dieren zal teruggrijpen. Dat beteekent voor den geheelen rundveestapel een vermindei-ing van ongeveer 10 pCt. Deze ingrijpende maatregel kan door de teelt van moederkalveren van welke teelt in grootere mate is vx-ijgelaten, ten naastebij weder worden goedgemaakt. Wat gebeurt is dus alleen een verschuiving ten gunste van de jongere jaarklasse. Voor den export zijn volgens de voorloopige ra ming slechts 8 pCt. van het aantal van die dieren bestemd, welke ter verzorging van de Nederland sche consumenten noodig zijn, en waarvoor zoowel melkvee als slachtvee kan woxden aangeboden. De helaas noodzakelijke beperking van den pluim veestapel heeft vei'schillende pluimveehouders die bijna uitsluitend van de kippenfokkerij leefden, hard getroffen. Er zijn echter maatregelen genomen dat zij niet in economischen nood geraken. De be- perking van den kippenstapel tot ongeveer acht miliioen hennen was evenwel noodzakelijk, wan neer de broodvoorziening gegarandeerd wilde wor den. Vroeger werden voor de voedering der kippen juist zooveel hoeveelheden graan gebruikt als voor de voorziening van het Nederlandsche volk met brood noodig is. Verhinderd moest dus worden, dat de kip aan de weliswaar voldoende, maar niet over matig gevulde broodkorf van het Nederlandsche volk mee pikte. Uit het bovenstaande blijkt met welk een begrip men van Duitsche zijde tracht rekening te houden met de belangen van den Nederlandschen landbouw en van het behoud der landbouwproductie, ondanks de door den oorlog moeilijke omstandigheden. Het heele streven van Duitsche zijde cumuleert daarin dat getracht wordt het den Nedexiandschen instan ties mogelijk te maken, met de slechts in beperkte mate voorhanden voedex-middelen zoo goed mogelijk huis te houden, alsmede in het belang van de Ne derlandsche voedselvoorziening op langen termijn de productiecapaciteit van den landbouw zoo hoog mogelijk te houden. Verwacht moet worden dat van producent tot verbruiker deze pogingen erkenning en medewer king vinden. Wie met miskenning van den huidigen toestand tegenwex-king pleegt, vex-grijpt zich aan het belang van de gemeenschap en moet er rekening mee houden dat hij hiervoor ter verantwoording zal worden geroepen Drie mijnwerkers gedood. HEERLEN, 20 December. Doordat de spoorboomen niet gesloten waren, is vanoch tend een autobus met mijnwerkers door den trein gegrepen, waardoor drie menschen wer den gedood en negen ernstig gewond. Omstreeks vijf uur reden drie autobussen met mijnwerkers van Bocholts naar de mijn onder Bo- choltserheide. De bussen moesten den spoorweg overgang passeeren. De boomen waren niet ge sloten. De eerste bus was den overweg reeds voorbij, toen men een geweldigen klap hoorde. Het bleek, dat de tweede wagen door een trein, welke in de richting Aken reed, was gegrepen. De gevolgen waren verschrikkelijk: drie mijn werkers waren op slag gedood, en negen ernstig gewond. Geestelijke- en geneeskundige hulp was spoedig ter plaatse. De lijken zijn naar het kloos ter in Bocholts vervoerd, de gewonden zijn naar het ziekenhuis in Heerlen overgebracht. De gedoode mijnwerkers zijn de 64-jarige H. Meisters, geboren te Maastricht, de 31-jarige J. Meesters en de 39-jarige J. H. Dumoit, zij woon den in Bocholts. Omtrent het ongeval op den bewaakten overweg te Bocholz, waarbij drie arbeiders den dood vonden, vernemen wij nog het volgende: Even buiten de bebouwde kom van Bocholz moesten de bussen den bewaakten overweg pas seeren, waarvan de boomen op dat tijdstip ge opend waren. De chauffeur van de eerste bus welke reeds over de spoorbaan was, hoorde plot seling een hevigen slag. afkomstig van de tweede bus, welke door een losse locomotief bleek te zijn gegrépen en 92 meter meegesleurd. Toen de inzittenden van de eerste bus ijlings gingen kijken, vonden 'zij nog slechts brokstukken van den getroffen wagen terug, welke tot ver in den omtrek lagen verspreid. Daartusschen lagen de lichamen van de doode mijnwerkers en gewonden. De geweldige slag was ook door de bewoners van Bocholz gehoord en weldra verschenen de rijksveldwacht en de politie met burgemeester, J. W. H. Houbiers, aan het hoofd, op de plaats van het ongeluk. iJegen gewonde mijnwerkers werden vervol gens allereerst naar hét St.-Vincentiusklooster en vervolgens naar het St.-Josefziekenhuis ver voerd. wan wie in den loop van den middag de 39-jarige M. van Kan aan de bekomen verwon dingen is bezweken. Hij laat een vrouw en drie kinderen achter. Uit het onderzoek is nog niet gebleken, waar aan het ongeluk moet worden toegeschreven, hoewel vaststaat, dat de boomen op het moment dat de locomotief passeerde, open stonden. De overwegwachter is reeds 28 jaar bij de spoorwe gen in dienst en heeft zijn taak steeds nauwge zet vervuld. Bacchus, lo vivat, in 't Arabisch en Messalina Men wil wel zeggen, dat een student het mees»1 conservatieve wezen is, dat er bestaat en eenige waarheid schuilt er in deze uitspraak onmiskenbaar De student moge op ander terrein de heftigste nieuwlichter zijn. als student bestendigt hij gaarne al het traditioneele, dat aan de studentenmaat schappij dikwijls zoo'n gansch bijzondere bekoring verleent. Bij het doorbladeren van het bundeltje „Studen ten-zangen", waarover wij hier iets willen vertel len komt men intusschen onder den indruk, dat or het chapiter van den zang toch wel iets gewijzigd is. Zeker, ook in onzen tijd kennen wij nog wel studentenliederen, maar een zanger, als de student een dikke honderd jaar geleden geweest moet zijn is hij heden ten dage toch niet meer. Daar zullen wel oox-zaken voor aan te wijzen zijn, maar wij laten die nu maar daar en constateei-en, dat des tijds de aanstaande doctor heel wat meer liedjes tot zijn beschikking had om de lof van tijdelijke en eeuwige waarden te bezingen dan zijn achter kleinzoon ten dienste staan. De „Studentenzangen" dan, die hier voor ons lig gen, zijn tot een zedig bundeltje verzameld en nu eens niet bij een Haarlemschen of Amsterdamschen uitgever verschenen maar bezorgd door 1e Leid- sche firma L. Herdingh en Zoon en de Weduwe M. Cijfveer. Naar den eisch dier dagen we schrij ven 1822 vertoont het titelblad een allegorie Minerva zelf, uit de wolken gedaald, brengt een dichtbundel tot een altaax\ waartegen een aantal folianten leunen en waarop een lier rust. Als men ziet, dat het altaar de woorden Acad. L. B. (Leid- sche Hoogeschool) vermeldt, is de beteekenis van een en ander niet ver te zoeken. En mocht iemand nog in het onzekere verkeeren, dan verduidelijken de eerste regels van het boekje genoeg: Doorluchte Jonglingschap van Leydens Hoogeschool Beroemd in Oost en West, van Zuid tot Noorderpool. Of waar geleerdheid woont, waar men die wil waardeeren Ik zelve, Uw schutgodin, wil u thans zingen teeren Als een rechtgeaard Liederenbundeltje bevat het werkje een voorrede van den verzamelaar, die eenige beschouwingen van zakelijken aard verbindi aan de meer zakelijke mededeeling, dat hij zijn sto' vei'zamelde uit de studenten almanakken van 1815 tot 1822 en er een paar „klassieke" Hoogduitsche Studentenzangen aan toevoegde. Jawel, maar we zijn er nog niet. De redacteur achtte het blijkbaar noodig. zijn goed recht tot het bundelen van studen tenliedekens nader vast, te leggen en hij koos zich daartoe het erentfest gezelschap van Anakreon Vix-gilius, Hoi'atius en Ovidius, Plato, Seneca en om niet heelemaal te verdolen in dit klassiek ge zelschap, Erasmus, Hrinsius en Vader Cats. Nu is het lofwaardig, zijn beweringen te staven met d<; uitspraken van roemruchte voorgangers, maar he: wordt een tikje bedenkelijk als we zien, dat al de citaten van deze groote figurenden lof van het diinken, meer speciaal het drinken van den wijn verkondigen. Want wie zich een voorstelling moet vormen van den student voor vijf-kwart eeüw aan de hand van de Studentenliedjes, die hem ten dienste stonden, ontkomt niet aan den indruk, dat hij een onverbetel ij ke nathals geweest moet zijn, blij, gul en. vroolijk, maar met een onvex*zadelijkc dox'st. Dit beeld is onjuist, wij weten het- uit meer dan één getuigenis uit dezelfde dagen, maar met dat al kan men uit deze lectuur de ovexiuiging putten, dat in de studentenmaatschappij van 1820 of daaromtrent voor de geheelonthouding een vruchtbaar arbeidsveld braak la-g. Intusschen, de vex-zamelaar weet, wat hij aan zijn wereld verschuldigd is en opent zijn bundel tje met het Iö vivat, niet slechts in het Latijn, maar bovendien in het Grieksch, Hebreeuwsch en Ara bisch. Het is wel aardig, eens te laten zien, hoe deze studentenzang in de bloemrijke taal van het Nabije Oosten er uit ziet. Hier hebt ge het: O Cu Cu v iu r r ci. Cs—=*-' i' O J ia-jl) (ri X -»-» O*»)ut~i==a j k-nj) ij. CSx^ o ui O, Of CsC»— y s A£^-5.AU En als ge het nu nog wilt voordragen, dan kweelt ge aldus: Ihji wahaya, ihji vvahaya, Salamolahbabi, Dsa kana kasalhobbati Wa tirjakokkolabati, Ihji waya, ihji waya, Salamolahbabi. Dan komen de nationale zangen op het tapijt Men vindt ze trpuwens door het geheele boekj» verspreid. Mourin'gh met zijn „vrije schepen" ont breekt niet en het lied, dat ons meldt, dat yan alle landen, hier op aard de Hollandsche taa^rzeden. meisjes, vrouwen en dichters ons het meest waard zijn, herinnert ge u ook wel. Minder bekend is een Vaderlandsch Drinklied, dat ons vermaant op zeke ren feestdag (welke is niet vermeld) Neèrlands roem te herdenken met den beker in de hand: Gedronken, maar met matigheid! Het zwelgen geeft geen vreugd; Met maat de blijde vreugd verbreid, Dat maakt het hart verheugd. Dees spreuk is, dunkt mij, wel te regt: Dat zij slechts ezels zijn, Die zich, ('t is Vader Cats, die 't zegt) Verloopen in den wijn. t Meer verheven aandoeningen worden bezongen in liederen op de Vreugde, de Vreugde en de Vriendschap, de Eendracht er. de Vriendschap, de Tevredenheid en, nog eens, de Vriendschap. Ge schenkt me al die betuigingen van warme, gloeiende, bruisende, nobele, edele en eeuwige vriendschap wel. Hoeveel zal er na den Leidschen tijd van de dichters overgebleven zijn? Of. als dit vraag te zwartgallig is, zullen de zangers de waar heid hebben doorgrond in de regels, waarmede een der liederen begint: Vordert geen volkomenheden, Eischt geen deugden van een Vrind, Die gij, als ge u zeiven nagaat, In uw eigen hart niet vindt. Dat de student van 1822 voor geen zes talex^ op den loop ging is geen nieuws. Het blijkt uit een liedje, dat aldus eindigt; Iö vivat! Iö vivat! Boulé emetepa La quintessence des Senats Et Academiae gloria Long live our Council, very long En stx-eev' nooit buiten maat! Hildebrand, we weten het door de stekelige op. merking van neef Nurks, deed niet veel aan rcr' maar men moet daaruit niet afleiden, dat er (feJ tijds niet gedampt werd, al was het dan knastet uit de pijp, omdat de lof der sigaren nog verbreid moest worden en sigaretten nog heelemaal onbe. kend waren. Nu, goed, 'gerookt werd er wel, zoo, zeer, dat een dichterlijke geest in een rookersliaj de pittige geur en de blauwe wolkjes bezong en, in den trant van zijn tijd, gewaagt van een wierook, offer, dat opstijgt „tot der Hemelgoden stoet". Ja belooft hij, Ja, ik blijf, wat moog verkeeren Wat mij wachte op 's levens baan Eeuwig den tabak vereeren, Tot, na 't heen en weer marcheeren 's Levens pijp is uitgegaan. Ge ziet, er viel voor den student uit het begin der vorige eeuw nogal wat te bezingen. Dat aan de Leidsche academie een lofzang werd gewijd spreekt vanzelf en een verheven overdenking, ter gelegen, heid van den Oudejaarsavond wisselt af met een berijmde vertelling van het berispelijke van Lien gezegd Messalina, ten blijke dat de dichter zijn gymnasiumtijd wel besteed had. Maar in het begin van dit stukje sprak ik over de liederen, die den lof van zekere geestrijke voch ten verkondigen. Ja,' die zijn er ook en het valt wat lastig, er uit te citeeren. Ze zijn er te talrijk voor. Laat me u wat titels noemen: De Wijn (drie s'uks), Drinklied (vijf!), Tafelzang (twee), Bacchus,' Punchlied, Rheinweinlied. Socratisch lied, Vader, landsch drinklied, Heer Bacchus.... zoo zou ik kunnen doorgaan. De wijn en het. pooien ".s bezon gen in eiken toonaard, beschouwd uit iedere levens, houding, bezongen in dichterlijke en ondichterlijke termen, 't Is waar, het ontbreekt niet aan waar schuwingen, de matigheid te betrachten,, maar ds aanbevelingen, dapper toe te tasten zijn zóó menig- vuldig en de waarschuwingen, gepaste maatregelen te nemen als het glas ledig raakt, zóó dringend, dat de zwarte gedachte ons bekruipt, dat er omtrent die matigheid wel eens vrijzinnige opvattingen zul len hebben geheerscht. Het is maar goed, dat de Leidsche nachtwachts uit dien tijd hoogst zelden mémoires hebben achtergelaten. Maar den „Drink-eed" neem ik als besluit ;och uit het boekje over. Niet omdat het als dientwerk zoozeer de kroon spant, maar omdat de uitgelezen dwaasheid, die er in aan den dag treedt toch het onversterfelijk bezit blijft van den student, die de zorgen des levens verdrijft in den kring der vrien den. en daarmee een traditie handhaaft, die wij, in weerwil van wellicht gewijzigde inzichten, tnrh niet zouden willen missen. Hier is het dan. Tot slot- Wij zweren bij den kelk En bij den wijn, dat elk Die hier heeft mee geteekend, 't Geen hij zijn zegel rekent, Dees Handvest ongeschend. Tot aan dit jaar zijn end Gansch heilig waar zal nemen Ja, dat terstond de Feemen Zoo werden geagresseerd Van podagreuz? kwalen, Te lang om op te halen, Van jicht, van flerezijn, Van jeukte en krieuwelpijn, Dat hij geen glas kan vatten Om zijne keel te natten. Dit is ons doel en wit. Zoo waarlijk drinkt men dit! Ook de Overhemden boox-den en witte jassen zien er in de puntjes verzorgd uit, wanneer U deze ter behandeling geeft aan de IJMUIDER WASSCHERIJ SNELLIUSSTRAAT 39, IJMUIDEN TEL. 4371 IJMUIDEN Ovei'hemden 0.20 Witte jassen lang 0.30 Boorden stijf 0.08 Witte jassen kort 0.25 Boorden slap 0.06 (Adv. Lngez. Med.) De „Crijnssen" in Engelschen dienst. Met Britsche vrijwilligers op weg naar Durban. RIO DE JANEIRO, 20 December. Hier ver luidt dat het Nederlandsche stoomschip „Crijns sen" (4300 ton), dat als hulpkruiser in Engelschen dienst vaart, met talrijke Britsche vrijwilligers op weg is naar Dux-ban. De vrijwilligers zouden m Afrika in den strijd gebracht worden. (United Press). Verzendt Uw Kerstpaketten tijdig. De vervoergelegenheid, waarover de post beschikt, is bepei'kt. De verduistering maakt 's morgens en 's avonds het werken moeilijk. Daarom moet ook bij pakketvervoer met vertraging worden gerekend. Wie een Kerstpakket verzenden wil bezorge het nog deze week ter post. Anders is er alle kans dat het te laat komt. Een degelijke verpakking met stevig papier en stex-k touw en een duidelijk geschreven adres op de adreskaart zoowel als op pakket zelf is thans meer dan ooit noodig. (A.N.P.) BURGERLIJKE STAND HAARLEM. 20 Dec. Bevallen: 18 Dec.: A. Fijnheer—Pluim, d. 19 Dec.: D. WijersHalderman, d J. Pegtel—Koppelaar, z., Z. BootsmaKleine Deters, z.. G C. van Ma nen—Krüger. z., J. van der Pol—Gerritsen, d. 20 Dec.: L. A. SchouwBuising. z. Overleden: 18 Dec.: M. J.. 2 m„ d. v. A. J. de Zaaijer, Keizer Karelstraat. 19 Dec.: C. H. 10 d., z. v. C. H. Draijer. Hazepaterslaan. P. G. Bos. 87 j., Hagestraat. J. van WaardeMeinster, 74 Paul Krugerstraat. S. A. Rijbroek—van Velthuü- sen 72 j., Jacob Geelstraat. 20 Dec.: P. C. Hen", {Inks, §6 ;U Paul grugerstraafc, W

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 2