Rundveestapel wordt tot 1,25 millioen stuks ingekrompen Veehouders zullen vóór 1 Maart ruim 200.000 runderen moeten leveren .itteraire Kantteekeningen, Radiorede over de Winterhulp Nederland, DINSDAG 24 DECEMBER 1940 Leveringsplicht wordt door ander systeem vervangen 's-GRAVENHAGE, 23 December. (A.N.P.) In aansluiting op hetgeen. Graf Groihe inzake de vl e es oh voorziening heeft meidegedeeld, wordt van de zijde van het rijksbureau voor de voedselvoor ziening in oorlogstijd nog het volgende opgemerkt: De verplichte veelevering heeft in landbouwkrin- get zooals niet te verwonderen is, nogal eenige on rust teweeg gebracht. Het is voor niemand aangenaam, dat op deze wijze vee geleverd moet worden. Hoewel zoo lang mogelijk gewacht is met de verplichte veelevering, was hieraan in de gegeven omstandigheden niet te ontkomen. De inlevering van slachtvee liep terug tot 1600 stuks per week. terwijl toch minstens 10.000 stuks per week noodig waren om aan de vraag te kunnen voldoen. Daarbij komt nog, dat ook van Duitsche zijde belangstelling bestaat voor het vee en dat men er aan die zijde zooals uit de aar.koopen die hebben plaats gevonden, gebleken is, op gerekend heeft ook uit Nederland een klein gedeelte van de behoefte aan fokvee en slachtvee te kunnen dekken. Deze verwachting was in den voorzomer mede gebaseerd op de destijds bekerde cijfers omtrent het aantal stuks vee en de voederbehoefte. In de Duiïtsdhe plannen 'heeft men daarmede rekening gehouden. Omtrent den bestaanden en den reeds plaats gehad hebbenden en nog te verwachten uitvoer heeft Graf Grothe reeds het een en ander medegedeeld. Bij de laatste veetelling bedroeg het aantal stuks melkvee ongeveer l'A millioen, behalve nog 120.000 stuks mestvee. Onze veevoederpo sitie zal een vermindering van den melkvee- stapel iot. 11/4 millioen vereischen. Er is na tuurlijk over het aantal verschil van meening (mogelijk, maar als men uitgaat van de nood zakelijkheid van een bevredigenden voed'ings- toestand voor den behoorlijk products even vee stapel, is 1.250.000 stuks melkvee wel de grens. Daar dit moet geschieden, is het gewenscht dat deze aanpassing zoo snel mogelijk gebeurt, waar door voor het overblijvende vee meer voedsel be schikbaar komt. De ruime hooioogst van dit jaar doet veehoulders de nadeelen van de voeder- schaarscbte dit jaar veel minder gevoelen, dan dit onder de omstandigheden van het vorige jaar het geval zou zijn geweest. Ongetwijfeld zou het een bezwaar zijn, dat ern stig gevoeld zou worden wanneer uitsluitend slachtvee zou mogen worden geleverd, omld'at er op het oogenblik niet op ieder bedrijf een met den le veringsplicht overeenkomend aantal stuks slacht vee aanwezig is. Daarom is de levering van ge- bruiksvee en fokvee voor Duitschland in deze af neming ondergebracht, zoodat een aantal van deze dieren ook als hoogdrachtige dieren zal kunnen; worden geleverd. De prijs van dit hoogdrachth vee zal in een vaste verhouding 'staan tot de slachtveeprijzen. Slachtvee zal alleen door de Ne- derlandsche instanties worden gekocht, de aankoop van gebruiks- en fokvee geschiedt in overleg met deze door de Duitsche instanties. De totale hoeveelheid vee te leveren tot 1 Maart volgens den gepubliceerden norm is natuurlijk niet tot op één stuk nauwkeurig vast te stellen, maar zal ruim 200.000 stuks bedtragen. Afe men nagaat, wat voor de binnen landsche voorziening noodig is ziet men. dat op 1 Maart eenige reserve, ook na aftrek van de levering aan Duitschland, overblijft. Deze reserve wordt gevormd eenerzijds om veevoeder te sparen, anderzijds omdat men de toekomstige ont wikkeling niet geheel lean voorzien en het de be doeling is een tekort aan vleesch in Icte toekomst u/it de gevormde voorraden te kunnen aanvullen. Het is de bedoeling van deze reservevoorraden gebruik te maken' in de voorzomermaanden, als de voederpositie uit den aard der zaak ruimer wordt, zoodat dan het aantal, dat voor slachting moet worden bestemd, geringer zal kunnen zijn. Men behoeft dus niet bevreesd te zijn, dat deze levering, om tot een jaartotaal te komen, met 4 moet wor den vermenigvuldigd. Er zal naar gestreefd worden., dat Nederland de beschikking houdt over een me Ik veestapel van 11/4 millioen stuks. Deze 1 1/4 millioen is op zichzelf niet een nieuw cijfer, omdat ook in vroegere tijden een veestapel van 1 1/4 millioen, als de meest passende werd be schouwd. De veehouder kan uit deze mededeeling cor-cludeeren, dat het niet de bedoeling is, den Ne- derlandschen veestapel af te slachten, dat het ook •niet in de bedoeling ligt, dezen tot beneden het toelaatbare mini mum in te krimpen, maar dat mem dn deze inkrimping mede een poging moet zien om den veestapel zoo goed mogr':jk door deze moei lijke omstandigheden heen te brengen. Een andere vorm van critiek, die men hoort, is 1 dat deze leveringsplicht onbillijk werkt, omdat men alleen, rekening heeft gehouden met het aantal. Deze critiek kan voor een goed idieel worden onder schreven, hoewel het niet gemakkelijk zal zijn een anderen, allen bevredigenden, vorm van verdeeling te vinden». Toen de vrijwillige levering zoo sterk achteruitging, moest met zeer veel spoed worden ingegrepen, maar de komende weken geven de gelegenheid om een fijner en billijker systeem voor te bereiden. Met de landbouworganisaties is redds overleg ge pleegd om een veelevering die meer rekening houdt met de draagkracht van ieder bedrijf te ontwerpen. Dat in dezen tijd ernstige maatregelen moeten worden genomen en dat niet het bedrijf zonder den ongunst ider tijden te voelen kan worden voortge zet, zal ieder die nadenkt duidelijk zijn. Harde maatregelen als deze moeten worden genomen. De minste bezwaren zullen worden gevoeld, als (ieder de hem opgelegde verplichting zoo spoedig mogelijk nakomt. Gaarne zal evenwel rekening worden gehouden met overwegingen, idlie niet noodige nadeelen van deze maatregelen zullen kunnen voorkomen. Over de vleeschpositie moge nog worden opge merkt, dat op het oogenblik het gerucht gaat, dat veel varkens clandestien zouden worden geslacht. Alle clandestiene slachtingen kunnen niet worden voorkomen, want ook aan het controle-apparaat zijn natuurlijk grenzen. Degenen, die zich aan de clandestiene slachting schuldig maken, begaan een zeer onsoeiaile daad. Behalve Id'at daarvoor de gewone straf geldt vol gens tucht- of strafrecht, zullen slagers die zich hiermede beziig hebben gehouden geen vee of vleesch meer ter beschikking krijgen. De handela ren die op een of andere wijze aan een fraudu leuze slachting hebben meegewerkt zullen uitge sloten worden van levering, terwijl de landbouwers dde dit doen als georganiseerde zullen worden ge schrapt. Geval voor geval zal worden, nagegaan, in hoeverre zij in staat zullen wohdten gesteld hun bedrijf verder uit te oefenen. Er zijn nu maatregelen genomen om den rundvee- aanvoer door bemiddeling van den veehandel zoo snel mogelijk te laten verloopen. Hetzelfde geldt Iwor den aanvper yan yarjsens. De gepubliceerde persberichten geven daarin voldoende omzicht. Hier wobit aan den handel de taak opgelegd mede te werken dit allermoeilijkste onderdeel van de voed selvoorziening zoo vlot mogelijk te doen verloopen. Een taak als deze uit te voeren onder de huidige omstandigheden stelt aan het uitvoerende apparaat de allerhoogste eischen. Het ligt in de bedoeling, het uit voer enidie appa raat, nl. de Nederlandsche Vee hou der ij centrale zooveel mogelijk voor de uitvoering dezer maat regelen te versterken, waarbij onder meer» een reorganisatie in den opzet der centrale en een ster ker decentralisatie in de uitvoering der maatrege len lihet voornemen liggen. Een doode door luchtaanvallen op ons land. Het A.N.P. meldt d.d. 23 December uit Den Haag: Het Engelsche luchtwapen is, naar ons woi'dt medegedeeld, in den nacht van Zaterdag op Zondag en ook in den nacht van Zondag op Maandag ac tiever geweest dan in de vorige week. Een groot aantal bommen, zoowel brisantbommen als brand bommen zijn op Nederlandsch grondgebied ge worpen. De schade aan burgereigendommen is in het algemeen niet zeer groot. Alleen in drie plaatsen zijn eenige woonhuizen getroffen en tamelijk sterk beschadigd. Twee woningen zijn in brand geraakt, waarbij de inboedel verloren ging. De branden zelf zijn snel gebluscht. Ook zijn eenige boerderijen ge troffen. Twee graanschuren zijn in brand gestoken. In een administratiegebouw van een electrisch be drijf is schade aangericht. Eén man is gedood, één zwaar gewond en één licht gewond. De nieuwe organisatie van de radio. 's GRAVENHAGE, 23 December. Vrijdag 27 December zal Ir. W. L. Z. van der Vegie, raad adviseur bij het departement van Volksvoorlich ting en Kun ten, te 18 uur over de radio mede- deelingen doen over de reorganisatie van de radio. HERVATTING HANDELSVERKEER NEDERLAND—DENEMARKEN. KOPENHAGEN. 23 December (D.N.B.) Er zijn regelingen getroffen nopens de handels- en betalingsverhoudingen van Denemarken tot Neder land en België. De overeenkomsten met Nederland omvatten de eerset helft van het komende jaar,, terwijl die met België slechts korten tijd zullen gelden, daar nieuwe onderhandelingen voor de nabije toekomst overwogen worden. De beteekenis van beide overeenkomsten is hierin gelegen, dat de goederenruil met deze lan den nu hervat kan worden en tevens een rege ling voor de afwikkeling der betalingen getrof fen is. Iloe besteden wij onzen vrijen tijd? Causerie van dr. T. Goedewaagen. Het A.N.P. meldt: In een herdenkingsbijeen komst van kring 50 (Bloemendaal) der N.S3. heeft de secretaris-generaal van het nieuwe de partement van Volksvoorlichting en kunsten, ar. T. Goedewaagen. een belangwekkende causerie gehouden over het onderwerp „Vrijen tijd". Dit vraagstuk van den „Vrijen tijd" achtte spreker van groot belang, mede daarom, dat een gedeelte van de werkzaamheden van zijn depar tement zich hiermede bezig zal houden.. In deze dagen, nu de spiraal van den zonnegang zich weer gaat verwijden een heilig symbool van ondergang en opgang van het licht is het oogenblik meer dan anders gekomen onze ge dachten te concentreeren op den vrijen tijd. die niet als leegen tijd is te beschouwen. Men dient dezen tijd op stijlvolle wijze' te vullen. Wat doet men zooal in den vrijen tijd? Ver strooiing zoeken. Dat is: De afgeronde gest; van den mensch ven-strooit zich, gaat over de schreef. Hij laat iets los om weer op zijn verhaal te komen. Hij wil zichzelf vinden. Hij had nooit tijd, nu gaat hij den tijd verdrijven, kinderlijk, speelsch, passief. Maar hij zoekt daarbij ook naar versiering en uiterlijk vertoon. Er is echter nog een wijze van spelen: dat is zich verdiepen, dar. voelt men zich gestuwd door den vrijen tijd. Ons doel is voor ons volk een nieuwe levensstijl te vormen en daarom is dat vraagstuk thans meer aan ooit een voorwerp van staatsbemoeiing. Dat klinkt den liberalen mensch als heiligschennis. Maar wij bedoelen met staatsbemoeiing het voorbereiden van wegen, lijnen en vormen, waar langs en waarin aan ons volk een nieuwe stijl kan worden gegeven bij de besteding van den vrijen tijd. Spreker wees op het werk van „Vreug de en Arbeid", waarmede men beoogt het ar beidende volk een vorm te geven tot ver strooiing, versiering, maar bovenal van verdie ping. Het departement van volksvoorlichting en kunsten zal zich bezig moeten houden aldus spr., met de besteding door het volk van den vrijen tijd. Tot nu toe betaalden wij voor het bijwonen van een ernstig tooneelstuk. „Vermakelijkheids belasting". Dat was ook een vorm van staatsbe moeiing. Andere vormen zijn b.v.: Ons volk moet op reis. De schrijver en dichter Werumeus Buning heeft ons laten zien wat wij tot nu toe niet zagen. Hij leerde onzen oogen de schoon heid te ontdekken, wij, dat is: ons volk in zijn geheel moeten in den vrijen tijd op reis. De V.V.V.'s uit particulier initiatief ontstaan, zullen ook van staatswege bepaalde richtlijnen moe ten ontvangen: er zal een soort staatsorgaan moeten komen voor reizen en vreemdelingenver keer. Het gaat er om ons volk te leeren niet door cursussen maar door de praktijk hoe het moet reizen, met open oogen, ten einde zich te verdiepen binnen en buiten de grenzen. Er zullen hotels moeten komen, niet alleen voor beter gesitueerden, maar ook „bereikbaar" voor de ge- heele arbeidende bevolking. Ons volk moet ook de gelegenheid hebben te leeren hoe het zich op een volksfeest heeft te gedragen. Het moet leeren wat 'een demon stratie is en een optocht. Dit kunnen en moe ten stijlvolle gebeurtenissen- uit en midden in ons volk zijn. Het moet kunnen leeren wat een De aloude prikslee is weer voor den dag gehaald en menig jeugdig Volendammcr 'kan met dit primitief instrument even heerlijk van de ijspret genieten als menig bezitter van een jjaar kostbare kunstschaatsen. (Foto Pax Holland.) wedstrijd is en een zangfeest, zooals de Vlamin gen dat kennen. Een hagespraak is voor na tionaal socialisten een gebeurtenis, die zich afspeelt op een voor hen gewijden grond.De han deling te Lunteren is een lithurgie met een zeer diepen zin. Ons volk moet het volksfeest weer in het bloed ki-ijgen. Wie niet strijdvaardig kan feest vieren is zich niet bewust van zijn eigen bloed. Het moet een feest zijn. met dans, theater en literatuur. Men bedenke dat de kunsten zijn voortgekomen uit het volksfeest. Cultuur-uitwisseling is mede de taak van het nieuwe departement. Ons volk moet leeren over zijn grenzen te kijken. Want men ontdekt zich zelf eerst, door buiten zichzelf te tre den en daarna tot zichzelf terug te keeren. Met den staat als centraal orgaan zal ook het eheele congreswezen dienen te worden gere geld. Alles was in deze causerie aan de orde komt. aldus spr. was een voorwerp van individueele belangstelling. Er zat in het geheel geen ver band. Typisch liberalistisch kwam het voort uit particulier initiatief, dat wij nationaal so cialisten niet bestrijden. Wij staan geen staats- absolutisme voor, maar wenschen wel een geor dend particulier initiatief. Er moet leiding wor den gegeven, omdat het gemeenschapsbelang voor gaat boven het eigen belang. A. J. Cronin. „Kaleidoscoop op zaal K". Leiden. A. W. Sijjhoff's U. M. Waar die schrijvers toch altijd maar weer hun stof vandaan halen! Het is een met stille be wondering doorvlochten verzuchting, die men vaak hoort, als telkens maar weer nieuwe stapels boeken verschijnen, die hun weg ook wel weer vinden, omdat men graag „bij" wil zijn en het beneden zijn stand vindt, als men de laatste snufjes, die uitkomen, niet gelezen heeft, of niet op zijn minst de hoofdzaken ervan weet. Men mag blij zijn dat die neiging bij de lezers bestaat, want zoo ze niet bestond zou het er •oor de uitgevers en boekverkoopers minder gunstig uitzien. Maar toch heb ik wel vaak een spijtig gevoel, als iemand uit den familiekring mij „iets moois om te lezen" vraagt en ik geef ze dan iets van een jaar of een paar jaar geleden, dat in mijn geheugen als „iets moois" is blijven wonen, te moeten hooren: „Heb je niet iets nieuws voor medit of dat moet zoo mooi zeggen ze't is pas verschenen" n ruik ik al op een afstand het avondje. rrop over litteratuur gepraat zal worden en mijn vraagster niet met den mond vol tanden zitten wil, als er heen en weer gekaatst gaat worden: „En heb je dit alen heb je dat al.... gelezen?"Nu ja, het is er het lezen naar en gemeenlijk ook niet veel meer dan een snuffel tusschen de niet-opengesneden bladzijden waard. Veel kan op die manier worden afgedaan en dat ook zoo erg niet. Erger is het dat men het erkelijk goede en mooie na weinig tijd verge ten is of er geheel niet naar taalt. Intusschen: waar halen de schrijvers hun stof vandaan? Wel, het leven is zoo veelzijdi; en rijk, dat er overal en altijd stof te vinden is die bekeken en nageteekend of naverteld kan worden. Daar zit de moeilijkheid niet. De tech niek van dat navertellen is g'een kinderwerk, maar toch ook geen heksentoer, doch of er in den verteller een zoo bijzondere geest zit, dat hij aan zyn vertelling ook die bijzondere kleur en houding kan geven die haar onmiddelijk uit het banale gepraat van allen dag omhoog tilt, daarin is voor een deel de scheiding te zoeken tusschen kunst én conversatie. De in houd van de vertelling is voor haar kunstwaarde van zeker belang, doch de manier waarop ze verteld wordt is beslissend. Daardoor is die kunstwaarde ook niet steeds uit een vertaling te beoordeelen, zoo min als een Rembrandt uit een nog zoo goede reproductie te waardeeren is; men blijft in beide gevallen bij de voorstelling, bij den inhoud hangen. Gegevens liggen voor het grijpen en een be paalde groep van schrijvers in een bepaalden tijd grijpt in eenzelfde richting. De boerenro mans hebben elkaar verdrongen en opgevolgd, nu zijn weer de bedrijvigheden van de groote stad aan bod. De schrijver Cronin heeft met zijn boek De Citadel ook hier te lande zich naam gemaakt. Nu voert hij zijn lezers bin nen de muren van het Metropolitan Hospital van New-York en beschrijft één dag in het leven daarbinnen, het leven van patiënten, ver pleegsters en doktoren; waarbij dat van. den chirurg tot in de détails eener zeer moeilijke hersenoperatie wordt voorgesteld. En naast dit boek hebben wij voor ons liggen een roman uit en over de „Advocatenpraktijk" door de heeren Pierluigi en Ettore Erizzo (uitg. Zuid-Holl. Uitg. Mij.) en een idem over het le ven van een Tandarts, die, geschreven door Hans van Uden, den alvast amusanten titel „Ivoren parade" draagt (en bij Salm Co. te Am sterdam verscheen.) Bedrijvigheid aan allen kant en verteltalent in overvloed. Nu en dan zullen wij op dien voorraad nader ingaan. In den Kaleïdoscoop yaa Dr» A. J, pronin zal, niemand het vlotte verteltalent van den schrij ver willen ontkennen. Er is veel meer nog. Er is een zeer knappe gëdrongen compositie in dit boék tot stand gebracht, waardoor de lezers van een aantal menschen, die tezamen één dag in het ziekenhuis doorléven, het geheele bestaan, hun doening en innerlijk-zijn als het ware in ge- condenseerden vorm voorgezet krijgen. In de streng doorgevoerde dagverdeeling, zooals die in een groot ziekenhuis behoort te zijn, gebeurt ontzaggelijk veel -in al die levens van patiënten, verpleegsters en doktoren en dat wel met in achtneming van de stilte, die in zulk een in richting past en zonder dat, behalve de betrok kenen, de anderen er veel van bemerken. Dat is alles heel knap van vinding en schrijftalent doch er is daardoor ook een teveel; een aantal episo den en figuren als de flirt van Dr. Preston met de hoofdzuster en een lief typetje als Zuster Andross zijn bijna schablone-voorstellingen uit alle romans, waarin jonge dokters en verpleeg sters elkaar ontmoeten. Enfin, men leest daar misschien nog wel eens graag over, niet waar en als vulsel is het dus voor een geroutineerd auteur niet te versmaden. Die hoofdzuster wordt een beetje interessanter als ze tegenover den tweeden chirurg Dr. Barclay komt te staan,, maar ook dat blijft per slot weinig kostbare romantiek. De schrijver is eerst recht goed op dreef als het gaat om die bewuste gevaarlijke hersenoperatie, die tot in de détails beschreven wordt waarin Barclay zijn baas, den beroemden chirurg Sir Walter Selby, honorair directeur van het zie kenhuis, het werk op rustig doortastende wijze uit handen neemt, om den patiënt te redden, die door Selby's ouderwetsche operatiewijs ver moedelijk opgeschreven zou zijn geweest. Wij mogen in dit geval aannemen dat de ge detailleerde beschrijving dier operatie geen me- disch-technische dwaasheden bevat, maar al ware dat zoo, dan blijft de beschrijving van dat bijna woordloos gevecht tusschen Selby en Bar clay, tusschen den met roem en rijkdom overla den ouden operateur* die van zijn vak niet scheiden kan en den jongen, bescheiden, maar uiterst bekwamen chirurg, die Barclay is, een boeiend verhaalfragment, waarin een zekere no blesse, door beide tegenstanders ten toon ge spreid, niet nalaat te ontroeren. Om deze epi sode alleen reeds zou ik de „Kaleidoscoop op zaal K" tot de best geschreven verhalen, die ik den laatsten tijd las, mede willen rekenen en dan de amoureuse conflicten van zuster Fanny maar op den koop toe willen nemen. Die zijn al meer vertoond. Van het conflict SelbyBarclay zou in dezen actieven vorm een prachtige novelle te schrij ven zijn, maar dan ware er geen boek uit groeid en zeker geen Kaleidoscoop. R. N. Roland Holst. In en bui ten het tij. Amsterdam. J. M. Meulenhoff. Aanstaand Oudejaar zal het twee jaar geleden zijn dat Prof. Hoist's immer actief en enthou siast gevoerd leven een einde nam. Tot zijn vele voortreffelijke qualiteiten als mensch en als werker behoorde ook, dat hij zijn inzichten en meeningen een klaren en vaak schoonen vorm wist te geven, waardoor de charme, die van zijn spreken uitging, ook in zijn schrifturen be waard bleef. Veel daarvan werd reeds in de bundels „Over Kunst en Kunstenaars" her dacht of voor het eerst uitgegeven. Van nog an dere nagelaten beschouwingen en herdenkingen is nu onder bovenvermelden titel een nieuwe bundel verschenen, die opstellen en redevoe ringen uit de jaren van 1892 tot 1938 bevat. In Prof. Roland Holst waren het minzame en het strijdlustige gelijkelijk aanwezig. Strijdlustig was hij het meest achter zijn schrijftafel, minzaamheid vond men bij hem vooral in een persoonlijk contact. Beide eigen schappen vindt men in de thans gepubliceerde bundels. En ook in dezen, die meerendeels nog zeer actueele inzichten en gedachten bevat, zal men den charmeerenden vechter, die Prof. Ro land Holst was, weer ontmoeten, en verheugd zijn dat hij temidden van ons geleefd heeft. J. H. DE BOIS. De heer C. Piek roept allen op tot medewerking. 's-GRAVENHAGE, 23 December. Zondig, middag heeft de directeur-generaal voor de Wa terhulp-Nederland, de heer C. Piek, over beia'a zenders een rede gehouden over het werk, waar voor 27 en 28 December a.s. een tweede mal v/ordt gecollecteerd. De heer Piek begon met zijn dank te betuig aan allen, die hebben meegewerkt tot het ö«r slagen van de collecte op 27 en 28 Novemberj] en vervolgde dan: Zij die daar staan op eenzaa posten in Nederland, die daar staan temidden^ het drukke gewoel der groote steden, gij krot weten, dat ik met mijn gedachten bij u beiita absoluut overtuigd ben, dat dit werk dat gij een goed en een groot werk is ten behoeve vaa het volk dat wij liefhebben. Degenen die gegeven hebben (en er zijn vele giften binnengekomen,ge tuige een bedrag van circa anderhalf millioen éa| ons is toegezonden) de gevers, ik dank hen hane lijk. Zij hebben getoond, den t; 1 te verstaan en ik kan ;hun zeggen: wij zullen iet het geld da u ons hebt toevertrouwd het uste doen en is beste verrichten dat gij ervan verwacht. Wij zul. len zorgen, dat zij die onze hulp behoeven gebol- pen worden. U -weet dat: er is reeds achthonderd, duizend gulden aan waardebons uitgezonden2J vertrouw, dat zij spoedig zullen zijn uitge en vreugde zullen brengen in gezinnen, die tlisa uitzien naar deze hulp en gij kunt weten, dat o:' andere bedragen en alles wat ons zal worden te- gezonden, met de grootste snelheid wordt ver werkt, ten einde, nogmaals gezegd, de vreugde I) brengen in die gezinnen, waar zulks noodig is. En thans staan wij voor den 27sten en 28e December. Een tweede collecte is aangekondigi Het is wederom een huis- en straatcollecte. Da collecte zal worden gehouden in volkomen zelfden vorm als de eerste. Ik hoop, dat gij allen daar aan uw beste k: ten zult wijden. Daarnaast wil ik thans een enkel woord ze„ over de algeheele gedachte die ons bij dit werk leidt, en wel in het bijzonder, omdat ik heb kra nen vaststellen dat nog niet overal het "juke begrip voor dit werk bestaat. Wij hebben zoo in den loop der maanden het een en ander gehoori over de Winterhulp Nederland. Ik heb voir eenige weken gezegd, dat datgene wat onvrien delijk gezegd wordt en wat onvriendelijk bedoeld wordt naast mij zal worden neergelegd. Als drager van een ideaal sta ik ver boven dergelijke dingen, Het komt erop. aan dat ik met u, collectanten, met u. medewerkers en heeren burgemeester werk voor een prachtige zaak die ieders bewonde ring moet hebben. Daarom wil ik zeggen tot hen die het nog niet weten, dat dit groote sociale werk een prachtige toetssteen is voor onze sociale instelling als volk ln zijn geheel. Wij hebben in de afgeloopen j en in de tientallen jaren die achter ons li{ groot werk gezien op charitatief gebied. Wij daarover verheugd en wij erkennen dit ten volle. Wij willen echter dezen arbei; grooter en sterke? zien, omdat het zal zijn: een sociaal werk voor het volk door het volk. omvattende een ieder die in nood verkeert, zij het dan in Groningen of Zeeland of in Noordholland of in Limburg. Wanneer dan nu spoedig de tweede collecte zal worden gehouden, en wij-daarbij opnieuw moeten vragen aan de samenleving: wilt gij offeren ten behoeve van een ieder die in nood is, wilt gij daar bij uw offer brengen in zoo ruim mogelijke mate, opdat gij werkelijk het brood breke in twee ge lijke stukken, opdat gij werkelijk zult offeren in den waarachtigen zin des woords, dan hoop ik dat gij daarbij tevens wilt denken aan de mogelijk heid uw werk mede gestalte te helpen geven en tenslotte te bereiken, dat er een eendrachtige wil ontstaat in dit geheele volk van 8.1/2 millioen zielen, dat thans noodig en boven alles een ge- zamenlijken arbeid behoeft. Wanneer dat u voor de oogen staat, dan moge ik aan den nieuwen gever, hen, die de vorige maal voorbij zijn gegaan, zonder te geven, nu nogmaals op het hart druk ken ziet uw collectanten daar staan, weet, dat zij op hun arm dragen een rood-wit-blauwen band, waarop Winterhulp Nederland staat, dat die rood-wit-blauwe kleuren hoog hóuden, dat zij gezamenlijk strijden voor een sterk Nederlandsch ideaal, dat niemand ons uit de hand zal kunnen nemen omdat het goed en eerlijk is. En trekt daarom gezamenlijk op, in de eerste plaats te verzorgen hen, die in nood zijn en in de tweede plaats om een volk te dienen dat gij allen lief- hebt en waarbij uw hulp ook niet kan worden ge mist. Moge het zoo zijn bij de tweede collecte, Wees sterk, wees groot en wees krachtig, volk van Nederland. Dc bekende ruïne van het kasteel „Lichtenberg" op de steile wanden van den St. Pietersberg te Maastricht, dreigt tengevolge van de voortschrijdende afgraving van den berg onder sloopershanden te vallen. Een verzoekschrift is tot den secretaris-generaal van het Departement van Opvoeding, Wetenschappen en Cultuurbescherming gericht tot behoud van dit cultuur-monument. ièo.to Ket Zuiden,), OYER TRED ING DER VERORDENINGEN'. Ter terechtzitting van het kantongerecht te Haarlem zijn op 18 December jl. vier straf zaken behandeld wegens overtreding van de ver ordening betreffende den identificatieplicht. In twee gevallen werd een straf opgelegd van f 2 subs. 1 week tuchtschool, terwijl de twee an dere personen een boete kregen van f 2 subs. 1 dag hechtenis en f 3 subs 1 dag hechtenis. Een persoon werd veroordeeld wegens overtre ding van de verordening betreffende verkeersbe* perkingen tot f 2 subs. 1 week tuchtschool,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 2