Tentoonstelling
gcaf S'
Op Ontdekkingsreis
huis/
BURGERLIJKE STAND
Paulownia tomantosa
in Vrijmetselaarsgebouw
I ingericht als bij den dienst gebruikelijk is
-ers voor ecu
■eang op de tentoonstel-
Jog ontvangen waarbij
gebouw Ripperclastraat; 13 te Haarlem,
In yj-oeger' de lege der I-Iaarlemsche vrij met-
'vaarU1 gevestigd is geweest, is Zaterdagmiddag 3
•elasrs tgntoonstelling betreffende de vrijmetselarij
uuree" jjeze tentoonstelling, welke gedurende
geopend* door belangstellenden bezocht
vijf uur jgQ ji.i. van 1012 en van 36, is in-
k2n- ht°met 'materiaal dat uit Leeuwarden afkom-
gericfl' het reeds geëxposeerd werd. Vrijdag-
stig js de pers in de gelegenheid geweest het
PPeestelde te bezichtigen. In een aantal vi-
jentöonf- ^jj den vrijmetselaarsritus in gebruik
voorwerpen uitgestald, de verschillende
zij006 'den die door de leden der 33 graden
sc&wisv edrageI1) de staven, dolken, zwaarden enz.
fel en voor meester, een
15 geschriften, en
Sei andere zaken die
.iemaconnieke zaken
S&Ütt hebben. Ver
ierzijn or «n aanta'
ïïthriftea teSEn fa
Vrijmetselarij op een
en de tempel
'Sten ook bezocht
Sen. Zij zijn geheel
ïericht als bp den
r gebruikelijk is.
uet geheel geeft dus
Hes wat bij de vrij
metselarij gebruikt
Vordt en daaraan an
nex is. -
Vrijdagmiddag is de
voor een rond
gang
lij rondgeleid wewl door
HaiheerW.Schwier,Re
ferent des Reichs-Kom-
rnisaris ffir internatio-
„leOrganisationen, toe-
SchSng gaf- Vooraf
beeft hij echter in een
uitvoerige uiteenzetting,
gesproken over wezen
en 'doel, ontstaan en
historie der vrijmetse
larij Hij zeide hierbij
cjn, dat de vrijmetse
larij zich uit de liberale
Tee heeft ontwikkeld en
lijnrecht staat tegenover
ie wereldbeschouwing,
wlke gebaseerd is op
het volksbeginsel. In
den loop der laatste
80 jaar is zij hoorig
geworden aan het We-
reldjodendom.
Gesticht in Engeland
in 1717, heeft zij' zich
vrij snel over de wereld
verspreid waarbij zij na
tuurlijk het eerst in de
fatsen met veel internationaal handelsverkeer1
rwls bijv. Amsterdam (1734),, Hamburg (1735)
fa Lissabon, voet kreeg. De bouwmeesters stonden
evenals de steenhouwers en metselaars in de
middeleeuwen in hooge eere. Hun gilden zijn. in
contact gekomen met verschillende van de ge
heime bonden waaraan de Middeleeuwen zoo rijk
waren en hebben langzamerhand een aantal ge
bruiken van deze bonden overgenomen en werden
zoo op den duuur zelf een geheime bond. De
vrijmetselarij heeft zich- echter een geheel ander
doel gekozen. Haar leden, litteratoren, politici, in-
tellectueelen en Joden verbonden .zich tot een
politiek doel: de wereldheerschappij. Uit een later
samengestelde geschiedenis blijkt, dat men de
vrijmetselarij wilde terugvoeren tot op den eer
sten mensch 'Adam. Ook Mozes zou bijv. een
vrijmetselaarsleider zijn geweest. Verder wordt
in deze geschiedenis moeite gedaan aan te toonen,
dat de loges van den nieuwen tijd een vortzetting
lijn van de geheime bonden uit de oudheid.
De vrijmetselaars volgden aanvankelijk in elk
land een eigen systeem dat in de landelijke loges
soms ook nog weer verschilde en deden zich overal
weer anders voor Het aantal graden was ook niet
gelijk. In een deel van ons land en in Duitschland
zijn er 9 geweest, in het andere deel van ons land
21. Later is er meer eenheid gekomen en kende
men bijv. hier te lande 33 graden.
D§ heer Schvyier ging hierop nog uitvoerig in.
Verder vertelde hij, dat de vrijmetselarij in haar
eerste begin geen Joden-leden kende. Die zijn pas
in de vrijmetselarij gekomen na de emancipatie
der Joden aan hét einde der 18e eeuw. In 1843
werd in Aimerika de Buai-Brith-loge opgericht
waartoe alleen diegenen konden toetreden, wier
beide ouders vol-Joodsch waren. Daardoor ontstond
een dubbellidmaatschap dat zich spoedig uitbreidde
In Nederland kende men 192 van dergelijke leden,
die direct onder leiding van de Amerikaansche loge
stonden. Uit de rchieven van de beide Nederland-
sche Buai-Brith-loges is gebleken, dat de president
der Ver. Staten Roosevelt de eerst is geweest die
oe in 1936 ingestelde medaille ontving, welke zou
worden toegekend aan hem die het meeste voor het
Wereld-Jodendom zou hebben gedaan.
De heer Schwier wees er verder op, dat de ont
wikkeling van de loges in Nederland, Duitschland
tn Noorwegen aanvankelijk een andere is geweest
dan die van de Romaansche loges. In genoemde
drie landen bemoeide men zich aanvankelijk niet
met de politiek, maar Goethe, die zelf vrijmetse
laar was, zag duidelijk in, dat de vrijmetselaars
een gevaar voor den staat zouden kunnen vormen
als de hamer (het teeken van den voorzittende)
niet in goede handen was.
Na gewezen te hebben op het bij de broeders in
gebruik zijnde geheimschrift (waarvan evenals van
alle andere geheime zaken, een afbeelding ter
expositie aanwezig is) behandelde de heer Schwier
de invloed der Joden in de vrijmetselarij. Tal van
gebruiken in zeer groote deelen van het ritueel
zijn van Joodschen oorsprong. Degene die loge-
lid wordt, is bij zijn intrede te beschouwen als
in de arbeidssfeer van...
(Adv. Ingez. Med.)
Een blik in den tempel. Boven den zetel van den voorzittenden
meester het boven alles tronend oog van Jahwê.
(Foto Stapf)
een onbehouwen steen. Van hem moet een be
houwen steen gemaakt worden, die als bouwsteen
voor den tempelbouw gebruikt kan worden.
Tegen de vrijmetselarij wordt opgetreden om
dat zij een werktuig is in de handen der Joden
en omdat de vrijmetselarij haar leden van graad
tot graad losser maakt van het volksche natuur
lijke denken. De broeders van de lagere graden
streven meestal een ideaal na, maar dit wordt
door die van de hoogere graden misbruikt. Hier
mede heeft men ook in Duitschland rekening ge
houden, zoo zeide de heer Schwier, die voorts ook
nog een aantal organisaties heeft opgesomd welke
nauw verband hielden mét de vrijmetselarij
daardoor ook onder Joodschen invloed stonden. Zoo
bijv. de Volkenbond, de Odd Fellows, Old Foresters,
Rotarians.
Op de tentoonstelling wordt op het geëxposeerde
in het Nederlandsch toelichting gegeven.
tvmhni 1 WaaroP behalve vele vrijmetselaars-
Welks 6n T00r 6611 tempelgebouw staat, op
muur^ Egyptische mythologische teeke-
zijn aangebracht.
(Foto Stapf)
De positie van den Nederlaudschcn
boer.
Door garandeeren der prijzen verbeterd.
De productieslag 1941, de grootscheepsche actie
van het Nederlandsch Agrarisch Front, waarbij de
boeren worden aangemoedigd in dit jaar een zoo
groot mogelijke productie in de eerste plaats voor
het e-igein volk lie leveren, heeft vooral in landbouw-
kningen de grootste belangstelling. Nu zijn er ver
schillende factoren, welke bij zoo'n productieslag
een rol spelen. In een onderhoud, dat een redacteur
van het A.N.P. met dr.-,F. E. Posthuma over dit
onderwerp had, heeft de oud-minister die zooals
bekend een enthousiast propagandist van dezen
productieslag is, enkele factoren genoemd en daar.
omtrent zijn oordeel gezegd.
Inderdaad zoo begon dr. Posthuma is het
zoo; dat wanneer we meer willen produeeeren, we
ook over meer middelen moeten beschikken. Nu
speelt bij onzen landbouw de kunstmest een zeer
belangrijke rol. Kalimeststoffen zijn er naar mijn
meening in voldoende mate. Wat stikstof betreft, is
het op het kantje af. Hier kan de wijze van distri
butie van grooten invloed zijn. Phosphorzuurmest-
stoffen zijn er waarschijnlijk te weinig, maar hier
staat gelukkig tegenover, dat onze landbouwgron
den over het algemeen een knappe reserve hebben
aan déze meststoffen. Wat het mestvraagstuk in
zijn geheel aangaat, speelt ook het scheuren van
weiden een rol, omdat men door het scheuren
grond krijgt, welke niet zoo erg behoefte aan mest
stof heeft.
Van groot 'belang bij een actie, als de productie
slag zoo ging dr. Posthuma verder zijn ook de
prijzen, welke de. boeren voor hun producten krij
gen. Voor de voeding van, den mensch is het een
geluk, dat de verbouwer van rogge thans meer met
zijn collega, die tarwe verbouwt, is gelijk gesteld.
Ook voor den roggeverbouwer zelf is dit een geluk,
omdat hij 'over het algemeen' tot de categorie van
kleine boeren behoort.
Wat de aardappel betreft zoo zeide dr. Posthu
ma is de prijs blijkbaar gericht op het verbou
wen van soorten, welke veel opbrengen en dit is
tenslotte toch ook een goed ding; zoow.el voor pro
ducent als consument.
Over prijzen in het algemeen wilde dr. Posthuma
op dit oogenblik alleen zeggen, dat naar zijn oor
deel de positie van den boer door het garandeeren
van de prijzen belangrijk beter is geworden. Vroe
ger kon hij een kleine of een groote oogst krij
gen en dan kon de prijs welke zich bij den wereld-
prijs aanpaste, ook de heele oogst, wat hoeveelheid
betreft nog wel eens een slecht rendement geven,
omdat de prijs veel te laag was. De toestand Is nu
echter zoo, dat wanneer de boer door een goede
verzorging van den grond en van de planten en
door veel vlijt alle? heeft ?ed^an wat maar moge
lijk is om naar de hoeveelheid een zoo groot mo
gelijke oogst te krijgen, dan weet hij, dat iédere
Hectoliter welke hij meer oogst hem ook meer in
de partemonnaie zal geven. Want van iedere Hec
toliter welke hij oogst, staat nu reeds vast, wat h:
er voor zal ontvangen. De wereldprijs speelt ni
geen rol meer en kan den boer bij de geldelijke op
brengst van zijn oogst dus niet meer schaden.
„Natuurmonumenten" vergaderde
te Amsterdam.
Ledental in 1940 gedaald.
Onder zeer groote belangstelling heeft in
„Krasnapolsky" te Amsterdam de „Vereeniging tot
behoud van natuurmonumenten in Nederland" haar
algemeene ledenvergadering gehouden. Bij den
aanvang van deze vergadering sprak de voorzit
ter van de vereeniging mr. P. G. van Tienhoven
een woord van welkom.
Vervolgens herdacht mr. van Tienhoven drie
oprechte vrienden van de vereeniging aan wie men
veel te danken heeft en die in het afgeloopen jaar
overleden zijn: de heer A. Burdet, wiens films
en foto's groote bekendheid verwierven, mr. dr.
A. baron Röell, die het Gooisehe reservaat hielp
tot stand brengen en zooveel zorg had voor het
duinreservaat en prof. di\ Eug. Dubois, den ge
leerde van internationale beteekenis, die de inter
nationale natuurbescherming propageerde.
De voorzitter vroeg den leden hun erkentelijk
heid te toonen voor hetgeen deze menschen deden
door het werk met enthousiasme voort te zetten en
te arbeiden ten behoeve van het behoud der gees'
telijke en cultureele waarden van het leven waar
toe als een der voornaamste behoort: de schoonheid
van het landschap en de voor de menschheid on
misbare ongeschonden natuur.
Na dit openingswoord bracht de heer J. Drijver,
namens den secretaris dr. Jac. P. Thijsse, het jaar
verslag uit. Daarin werd erop gewezen, dat de be
zittingen van de vereeniging ongeveer veertig
over geheel Nederland niet ernstig door de
oorlogsramp geleden hebben, al werd er op enkele
plaatsen, zooals in de Loonsche duinen bij Loon
op Zand en in mindere mate latei' ook in het
Leuvenumsche bosch qji in het Heilooër bosch
schade aangericht. Bovendien ontstond er op 12
Mei een boschbrand op het Mirandolle's heike
onder Eersel, waarbij een oppervlakte van onge
veer 2 H.A. verloren ging.
Met toestemming der bezetttingsautoriteiten zijn
op de belangrijke terreinen der vei-eeniging thans
borden geplaatst met het opschrift „Natursohutz-
gebiet", zoodat van deze zijde alle medewerking is
verkregen en ook thans beschadiging van de be
zittingen wordt voorkomen.
Het ledental is, vergeleken bij verleden jaar,
teruggeloopen. In totaal zijn in den loop van 1949
1316 leden afgeschreven, waartegenover een kleine
aanwinst van 521 leden staat. Op 1 Januari 1941
bedroeg het aantal leden 12853.
Een verrassing was het dat ongeveer '130 land
goederen, toebehoorend aan particulieren, door
leden der vereeniging bezocht mochten worden.
Hoewel enkele giften en legaten werden ont
vangen beliepen de schulden op 1 Januari 1941
nóg f 1.723.155.
Als nieuw natuurmonument werd aan de bezit
tingen van de vereeniging toegevoegd de kolonie
in het Uftingerveen onder Uffelte ter grootte van
12 H.A., De Natuurmonumenten Dwingeloosche
heide, het Balinger- en Maltinger zand, het moeras
gebied aan de Belter wijde bij Wanneperveen, aan
het landgoed Hilverbeek te 's Graveland, Koren
burger-veen en op Texel werden uitgebreid.
Met waardeering werd in het verslag gewag ge
maakt van de belangstelling van de overheid voor
de natuurbescherming, een belangstelling, die zich
heeft geuit in verschillende belangrijke maatrege
len.
De oud-burgemeester van Bussum, de heer H. de
Bordes, voorzitter van „Het Noord-Hollandsch
Landschap", heeft daarna gesproken over de
„Provinciale landschappen" en hun aandeel in de
verzorging van het Nederlandsche landschap.
De..door den spreker aangehaalde historische
feiten overopkomst en groei van „natuurmonu
menten" van dé provinciale stichtingen, de z.g.n.
„landschappen", van de vereeniging „It Fryske
Gea"' en voorts de cijfers over de verworven be
zittingen, spreken duidelijke taal. Onder h'et staats-
boschbeheer ressorteeren ruim 59.000 H.A., waar
van ruim 10.000 H.A. als natuurreservaat zijn
aangewezen, „natuurmonumenten" met ruim 11.000
H.A., de „landschappen" met ongeveer 2.000 H.A.
eigen bezit en bijna 7.000 H.A. in beheer, voorts
nog „De Hooge Veluwe", „Natuurmonument De
Beer", „Het Gooisehe Reservaat" met 1790 H.A.
alles tot stand gekomen in deze eeuw.
Het bedrag, dai jaarlijks ingevolge de boschwet
wordt uitgekeerd, bedraagt thans (1 Januari 1940)
f 82.125, terwijl onder de natuurschoonwet reeds
421 landgoederen met ongeveer 57000 H.A. vallen.
Spr. herdacht het vele hetgeeen een man als wijlen
baron Röell in de provincie Noord-Holland heeft be
reikt door bedreigde gebieden als duinstreken voor
ontluistering te bewaren.
De „landschappen" kwamen alle sinds 1927 tot
stand, de eerste in Utrecht. Zij stellen zich waarlijk
niet uitsluitend ten doel het in stand houden van
reservaten, doch plaatsen? haar werkzaamheid op
brede basis zoodat "ook merkwaardige cultuur
monumenten als oude boerderijen, molens
praehistorische grafheuvels behouden kunnen
blijven wanneer deze stichtingen daartoe over de
noodige middelen beschikken. Op zeer aangename
wijze wordt er steeds met de moedervereeniging
„De vereeniging tot behoud van natuurmonumen
ten" samengewerkt.
De heer De Bordes wees ook op de taak voor de
toekomst, waarin waakzaamheid^ moet worden
betracht tegen alle voorgenomen schending van
Neerlands natuurschoon, welke indien 's lands
belang zich daartegen niet uitdrukkelijk verzet
met alle oirbare middelen moet worden bestreden.
Zoo min een mensch bij brood alleen kan leven,
kan een menschenleven uit onafgebroken arbeiden
bestaan.
De vergadering werd besloten met de vertooning
van een van de vogelfilms, opgenomen door A.
Burdet.
ESJRG jaar, en nog steeds een öpge-
wékt werker! Met de els prikt hij
gaten in het leer, dat tusschen de
naaispaan geklemd is, en door die
gaten haalt hij van twee kanten met een
naald het garen erdoorheen. Iets verderop
rikketikt de naaimachine, die het zeildoek
zoomt, en aan de overzij in het met een nijvere
sfeer vervulde vertrek zet een man de groote
schaar in het leer. waaruit een tasoh gemaakt
wordt.
Ja. de heer Hoffman heeft op zijn winkel aan
het Spaame wel staan: „Zeilmakerij-zadelmake
rij", maar eigenlijk komt er in het bedrijf veel
meer kijken dan deze woorden doen vermoeden.
Het is bij grootvader begonnen met een zadel
makerij alleen de paarden kwamen er toen
dus aan te pas daarna richtte de vader er een
zeilmakerij bij op, die zich dus het lot van de
scheepjes en schepen aantrok, en de zoon dient
thans niet slechts paard en schip, dooh ook
den mensch! Want het maken van riemen in
allerlei formaten, en tasschen groot en klein vormt
een belangrijk onderdeel van het bedrijf, zooals
het thans geworden is.
Gelijkvloers doen hypermoderne machines haar
plicht. Aan den eenen kant wordt een stuk leer
erin gestopt, en aan de andere zijde komt een
riem, gereïfeld en voorzien van gaatjes, kortom
kant en klaar, eruit. En des zeilmakers zoon of
des zadelmakers kleinzoon, die nu een bedrijf
heeft, dat niet meer met één naam kernachtig
aan te duiden is, vertelt me dat hij binnenkort
een machine erbij krijgt, die de kanten van het
leer rond maakt en verft.
Doch bij al dit moderne heeft het handwerk
zich roemvol weten te handhaven. Want de zes
tigjarige oom Hoffman, bij wien ik deze ontdek
kingsreis in de arbeidssfeer begonnen Iben, heeft
met geen machine iets te maken en verricht zijn
werk van A. tot Z. met beide handen.
.,En meneer" vertrouwt de chef mij toe, „h ij
maakt hier eigenlijk de dingen, die erg solide
moeten zijn omdat er hooge eischen aan gesteld
worden. Voornamelijk de paardentuigen, en ban
den voor gymnastiekwerktuigen, die veel te lijden
hebben".
En wat die paardentuigen betreft voelt oom
drukt. Ik meen eens een juffrouw te hebben
hooren beweren dat zulke breede aderen in
het leer bewijzen dat het van een koe afkomstig
is, en dat de smallere adertjes duiden op het
kalf als het dier van herkomst, doch u weet nu
dat in beide gevallen de wals de oorzaak is!
De tasschenmaker is een kunstenaar met schaar
en naald en wanneer u hem even aan het werk
zoudt zien bestond er voortaan bij u meer waar
deering voor uw tasch, die u in een hoek pleegt
te smijten (ik bedoel natuurlijk mijnheer, want
mevrouw is in dit geval het tegendeel van een
zorgelooze
Langs de wanden van de werkplaats hangen aan
spijkers de riemen, die doen denken aan afhan
gende Chineesche snorren, kistjes met etiketten
erop, waarin vroeger sigaren zaten en waarin nu
gereedschappen en materialen rusten tot de
arbeider hen noodig heeft. Lappen leer en zeil
doek, bruin voor de dekken en wit voor de sche
pen, liggen op de banken om bewerkt te worden
tot producten, die de deur uit en de wereld in
gaan en dan blijven op den vloer de meest fantas
tisch gevormde stukjes goed over: het afval. Men
krijgt de neiging om er bij te gaan zitten en die
dingen als legkaart in elkaar te zetten. Maar ze
zouden niet passen, want de stukken, waar ze aan
vast gezeten hebben, zijn als volwaardige pro
ducten de deur uit: zeiltjes en zeilen, tasschen,
leidsels, schoften, hoofdstellen, koppelriemen,
riemen- voor broeken en riemen voor jassen, en
ook riemen om kranten tezamen te binden- (oom
Hoffman maakt die met de hand!) en één zoo'n
riem heeft ook de krant omvat, waariii u dit
stukje leest ofniet.
v. H.
Bij luchtalarm van de straat.
Licht mag niet uitstralen.
Het A.N.P. meldt: Er bestaat aanleiding nog
maals met nadruk op het volgende de aandacht
te vestigen:
Bij luchtalarm en bij aanvallen uit de lucht
moet onder alle omstandigheden de straat vrij
worden gemaakt. Allen die zich in de open lucht
bevinden dienen zich onverwijld naar de meest
nabijzijnde sohuliplaats te begeven of op andere
wijze een geschikte dekking te zoeken.
Het is ten strengste verboden ramen of deuren
zoodanig open te hebben, dat eenig licht naar
buiten uitstraalt. Meestal geschiedt dit uit nieuws
gierigheid van bewoners. Zij die bij luchtalarm of
uchtaanvallen om die reden ramen of deuren
openzetten of zich op straat begeven om vliegtui
gen enz. waar te nemen, brengen niet slechts
zichzelf in gevaar, doch handelen bovendien on
verantwoordelijk tegenover hun medemensohen.
Tegen zulke handelingen zal in de toekomst met
de strengste straffen worden opgetreden.
In verband hiermede wordt erop gewezen, dat
ook dan, wanneer luchtalarm vóór 24.00 utir wordt
gegeven en tot na middernacht aanhoudt, de stra
ten en wegen onder alle omstandigheden vrijge
maakt en de schuilplaatsen niet verlaten moeten
worden.
Voortzetting van het naar huis gaan daarna
geldt in zulke gevallen niet als overtreding van
•het uitgaansverbod.
Dus.nogmaals: bij luchtalarm en -aanvallen
weg van de straat!
Beschutting of dekking opzoeken!
Geen raam' openen!
Onder geen enkele omstandigheid licht naar
buiten laten uitstralen!
f/FvK RONNEMENTKJV
dienen uiterlijk Woensdags avonds
«taald te zijn daar de bezorgers or
onderdag moeten afrekenen.
DB ADMINISTRATIE.
Hoffman zich weer echt den zadelmaker uit den
goeden ouden tijd. En menige jonge machinewer-
ker, die bij zichzelf gedacht heeft: „Die is ook
flink uit den tijd met z'n els en zijn naaispaan"
zal nu de vlag moeten strijken, want de zadel
maker van weleer is heden ten dage weer een zeer
noodige figuur in onze samenleving geworden.
Het wordt intusschen tijd dat ik u uiteenzet
wat of eigenlijk zoo'n „Naaispaan" is, en dat
wordt me gemakkelijk gemaakt wanneer u van
huis uit een voorstelling bezit van een nijptang.
De naaispaan is een groote nijptang van hout,
waarbij u zich echter het element „tang" niet
venijnig toegekromd moet denken doch eerder
onschuldig klapperend als de twee snaveldeelen
eens lepelaars. Het element „nijp", bestaande uit
twee beenen, die met de hand toegeknepen wor
den opdat de tang. zich sluit, wordt echter bij de
naaispaan door des zadelmakers beenen tezaam-
gedrukt, aangezien de zadelmaker tegelijkertijd
zijn handen noodig heeft om het stuk leer, dat
dus in den tang of beter: den lepelaarssnavel,
wordt vastgeklemd, te bewerken met^zijn els. En
wat is nu weer een els? Dat is eenvoudiger te
zeggen. Met een els prikt men namelijk gaatjes.
En door die gaatjes wordt het met pek ingewre
ven zeilgaren getrokken. Doch moge het didac
tische van den arbeid de sfeer ervan niet over
woekeren! we gaan nu eens een kijkje elders
nemen. Daar is voorts de mail, die het zeildoek
zoomt onder de venijnige steeds weer te voorschijn
komende naald van de naaimachine, die me doet
denken aan het zich bliksemsnel uit-en-in trek
kende tongetje van een slang, of, wilt ge een
magistrale beeldspraak, aan het op en neer den
derende heiblok. Ik weiger dezen arbeider te ver
gelijken met uw huisnaaister, lezeres, want
heusch, wij mannen zijn, ook waar oogensohijnlijk
overeenkomst met het vrouwelijke te bespeuren
valt, tot massaler dingen in staat dan het zwakke
geslacht. Immers, brengt uw naaister het hoog
stens tot een jurk van één meter zooveel lang,
deze zeildoöknaaier voegt het taaie (de sub
stantie, waarvan hier sprake is, drukt ook al weer
meer het mannelijke uit dat de soepele zijde, die
uw naaister verwerkt) zeildoek tezamen tot groote
vele meters lange en breede doeken, die de kost
bare ladingen van dekschuiten en vrachtwagens
beschutten, en mevrouw, uw huisnaaister verzinkt
waarlijk in het niet, wanneer we hooren dat de
zeilmakerij van den heer Hoffman het gebracht
heeft tot een tent voor ^000 personen en een
schutzeil. voor de" Moerdijkbrug van eventjes 15000
vierkante meters!
Ook de zeiltjes voor de kano's van de gebroe
ders Entrop die de wereld zijn rondgevaren, heb
ben hun oorsprong in deze zeilmakerij gevonden.
Het is met zoo'n schéepszeil weer een heel an
dere zaak dan met een dekzeil. Het doek voor een
schip bestaat uit kleine deeltjes, die aan elkaar
genaaid zijn. Dit moet zoo omdat er ..coupe" ln
het scheepszeil behoort te zijn, zooals dat ook bij
onze kleeren het geval is. Bij onze kleeren is de
coupe echter meer een kwestie van mode, bij het
schip Is de coupe van practische beteekenis, met
het oog op den meest voordeeligen windvang-
Overigens, zoo'n mooi-boüend zeiltje op een no-
tedop. dansend in het met zon besprankelde
water is ook een genot vnor ipdpr rrnnr rehnrm
hp'* onf-">nV°lnk oog!
De tac'?eh0Pm0kor "'p'kt me: gesplit leer D
origineele huiden zijn te dik en worden eerst ge
split en gewalst; mocht één der lezers in de
meening verkeerd hebben dat die aardige ader
tjes, die in het leer van een tasch zitten, van
nature daar ingekomen zijn. dan kan ik hem
hierbij uit den droom helpen, want diverse pa
tionen" van zulke adertjes zijn in het vlak dei-
walsen aangebracht en worden zoo in het leer ge
HAARLEM, 15 Maart 1941.
Overleden. 14 Maart. C. Zeeman, 84 jaar, Jans
straat. W. Graal—Oodefrooi, 75 jaar, Heeren
singel. H. A. Bokhorst, 71 jaar, Verspronckweg.
Ondertrouwd. 15 Maart. W. Roosma en L. van
Alphen.
Paulownia tomantosa.
(foto Hendriks).
Wanneer we denken aan de familie der Scro-
phiulariaceae of Leeuwenbekachtigen zien we in
gedachten allerlei kruiden voor ons van de klei
nere planten als eereprijs, leeuwenbek, kartel-
blad, oogentroost, hengel en ratelaar, tot de groo-
tere vertegenwoordigers als het vingerhoedskruid
en de toortsen. Maar we zullen niet gauw aan een
boom denken in deze familie. Een houtgewas in
deze groep is dan ook een uitzondering.
Paulownia is er een voorbeeld van.
Paulownia tomentosa is een middelhooge boom
tnet wijd gespreide kruin die in niet te strenge
winters in MaartApril zijn mooie, tot zes centi
meter lange trompetvormige bloemen draagt in
groote lilakleurige trossen. De lobbeYi van de
kroonbuis zijn teruggeslagen, wat de bloem iets
voller maakt. Het is een prachtig gezicht zoo'n
Paulownia in vollen bloei; Die violette bloemen
weelde aan den verder nog bijna geheel kalen
boom. Ook later is het een mooie boom. wanneer
hij wordt bedekt door de zeer groote breed-
eivormige bladeren.
Het is goed om Paulownia een beschutte stand
plaats te geven in verband met den vroegen bloei.
Vooral jonge planten hebben nog al eens te lijden
van de vorst,, ze vriezen sterk terug. Ook kan men
van den bloei niet altijd zeker zijn. Er is een gun
stige winter voor noodig.
Maar het is een zeer mooie, boom, die iets
exotisch heeft, vooral in den bloeitijd, wanneer de
wonderlijke grillige vorm van de takken nog niet
verscholen gaat onder den bladerentooi. En aan
de toppen van de vertakkingen die wonderlijk
mooie groote violette of lilakleurige bloemen prij
ken.
wof i5 natuurliik geen plant om als één var de
.!v,'cr" aon Mo'ripp t.ijïr* t.p n'^ten maar ze
wel geschikt voor eer aroo'^n t.u'r of een plant
soen, wanneer daar een beschut plekje Is te vin
den.
De grillige vorm van den boom, de opvallend
groote bladeren en. in het vroege voorjaar de
mooie trompetvormige bloemen, zullen in ieder
jaargetij een eigen aspect geven aan den hoek,
waar Paulownia staat.
A. J. D, 1