Tentoonstelling gcaf S' Op Ontdekkingsreis huis/ BURGERLIJKE STAND Paulownia tomantosa in Vrijmetselaarsgebouw I ingericht als bij den dienst gebruikelijk is -ers voor ecu ■eang op de tentoonstel- Jog ontvangen waarbij gebouw Ripperclastraat; 13 te Haarlem, In yj-oeger' de lege der I-Iaarlemsche vrij met- 'vaarU1 gevestigd is geweest, is Zaterdagmiddag 3 •elasrs tgntoonstelling betreffende de vrijmetselarij uuree" jjeze tentoonstelling, welke gedurende geopend* door belangstellenden bezocht vijf uur jgQ ji.i. van 1012 en van 36, is in- k2n- ht°met 'materiaal dat uit Leeuwarden afkom- gericfl' het reeds geëxposeerd werd. Vrijdag- stig js de pers in de gelegenheid geweest het PPeestelde te bezichtigen. In een aantal vi- jentöonf- ^jj den vrijmetselaarsritus in gebruik voorwerpen uitgestald, de verschillende zij006 'den die door de leden der 33 graden sc&wisv edrageI1) de staven, dolken, zwaarden enz. fel en voor meester, een 15 geschriften, en Sei andere zaken die .iemaconnieke zaken S&Ütt hebben. Ver ierzijn or «n aanta' ïïthriftea teSEn fa Vrijmetselarij op een en de tempel 'Sten ook bezocht Sen. Zij zijn geheel ïericht als bp den r gebruikelijk is. uet geheel geeft dus Hes wat bij de vrij metselarij gebruikt Vordt en daaraan an nex is. - Vrijdagmiddag is de voor een rond gang lij rondgeleid wewl door HaiheerW.Schwier,Re ferent des Reichs-Kom- rnisaris ffir internatio- „leOrganisationen, toe- SchSng gaf- Vooraf beeft hij echter in een uitvoerige uiteenzetting, gesproken over wezen en 'doel, ontstaan en historie der vrijmetse larij Hij zeide hierbij cjn, dat de vrijmetse larij zich uit de liberale Tee heeft ontwikkeld en lijnrecht staat tegenover ie wereldbeschouwing, wlke gebaseerd is op het volksbeginsel. In den loop der laatste 80 jaar is zij hoorig geworden aan het We- reldjodendom. Gesticht in Engeland in 1717, heeft zij' zich vrij snel over de wereld verspreid waarbij zij na tuurlijk het eerst in de fatsen met veel internationaal handelsverkeer1 rwls bijv. Amsterdam (1734),, Hamburg (1735) fa Lissabon, voet kreeg. De bouwmeesters stonden evenals de steenhouwers en metselaars in de middeleeuwen in hooge eere. Hun gilden zijn. in contact gekomen met verschillende van de ge heime bonden waaraan de Middeleeuwen zoo rijk waren en hebben langzamerhand een aantal ge bruiken van deze bonden overgenomen en werden zoo op den duuur zelf een geheime bond. De vrijmetselarij heeft zich- echter een geheel ander doel gekozen. Haar leden, litteratoren, politici, in- tellectueelen en Joden verbonden .zich tot een politiek doel: de wereldheerschappij. Uit een later samengestelde geschiedenis blijkt, dat men de vrijmetselarij wilde terugvoeren tot op den eer sten mensch 'Adam. Ook Mozes zou bijv. een vrijmetselaarsleider zijn geweest. Verder wordt in deze geschiedenis moeite gedaan aan te toonen, dat de loges van den nieuwen tijd een vortzetting lijn van de geheime bonden uit de oudheid. De vrijmetselaars volgden aanvankelijk in elk land een eigen systeem dat in de landelijke loges soms ook nog weer verschilde en deden zich overal weer anders voor Het aantal graden was ook niet gelijk. In een deel van ons land en in Duitschland zijn er 9 geweest, in het andere deel van ons land 21. Later is er meer eenheid gekomen en kende men bijv. hier te lande 33 graden. D§ heer Schvyier ging hierop nog uitvoerig in. Verder vertelde hij, dat de vrijmetselarij in haar eerste begin geen Joden-leden kende. Die zijn pas in de vrijmetselarij gekomen na de emancipatie der Joden aan hét einde der 18e eeuw. In 1843 werd in Aimerika de Buai-Brith-loge opgericht waartoe alleen diegenen konden toetreden, wier beide ouders vol-Joodsch waren. Daardoor ontstond een dubbellidmaatschap dat zich spoedig uitbreidde In Nederland kende men 192 van dergelijke leden, die direct onder leiding van de Amerikaansche loge stonden. Uit de rchieven van de beide Nederland- sche Buai-Brith-loges is gebleken, dat de president der Ver. Staten Roosevelt de eerst is geweest die oe in 1936 ingestelde medaille ontving, welke zou worden toegekend aan hem die het meeste voor het Wereld-Jodendom zou hebben gedaan. De heer Schwier wees er verder op, dat de ont wikkeling van de loges in Nederland, Duitschland tn Noorwegen aanvankelijk een andere is geweest dan die van de Romaansche loges. In genoemde drie landen bemoeide men zich aanvankelijk niet met de politiek, maar Goethe, die zelf vrijmetse laar was, zag duidelijk in, dat de vrijmetselaars een gevaar voor den staat zouden kunnen vormen als de hamer (het teeken van den voorzittende) niet in goede handen was. Na gewezen te hebben op het bij de broeders in gebruik zijnde geheimschrift (waarvan evenals van alle andere geheime zaken, een afbeelding ter expositie aanwezig is) behandelde de heer Schwier de invloed der Joden in de vrijmetselarij. Tal van gebruiken in zeer groote deelen van het ritueel zijn van Joodschen oorsprong. Degene die loge- lid wordt, is bij zijn intrede te beschouwen als in de arbeidssfeer van... (Adv. Ingez. Med.) Een blik in den tempel. Boven den zetel van den voorzittenden meester het boven alles tronend oog van Jahwê. (Foto Stapf) een onbehouwen steen. Van hem moet een be houwen steen gemaakt worden, die als bouwsteen voor den tempelbouw gebruikt kan worden. Tegen de vrijmetselarij wordt opgetreden om dat zij een werktuig is in de handen der Joden en omdat de vrijmetselarij haar leden van graad tot graad losser maakt van het volksche natuur lijke denken. De broeders van de lagere graden streven meestal een ideaal na, maar dit wordt door die van de hoogere graden misbruikt. Hier mede heeft men ook in Duitschland rekening ge houden, zoo zeide de heer Schwier, die voorts ook nog een aantal organisaties heeft opgesomd welke nauw verband hielden mét de vrijmetselarij daardoor ook onder Joodschen invloed stonden. Zoo bijv. de Volkenbond, de Odd Fellows, Old Foresters, Rotarians. Op de tentoonstelling wordt op het geëxposeerde in het Nederlandsch toelichting gegeven. tvmhni 1 WaaroP behalve vele vrijmetselaars- Welks 6n T00r 6611 tempelgebouw staat, op muur^ Egyptische mythologische teeke- zijn aangebracht. (Foto Stapf) De positie van den Nederlaudschcn boer. Door garandeeren der prijzen verbeterd. De productieslag 1941, de grootscheepsche actie van het Nederlandsch Agrarisch Front, waarbij de boeren worden aangemoedigd in dit jaar een zoo groot mogelijke productie in de eerste plaats voor het e-igein volk lie leveren, heeft vooral in landbouw- kningen de grootste belangstelling. Nu zijn er ver schillende factoren, welke bij zoo'n productieslag een rol spelen. In een onderhoud, dat een redacteur van het A.N.P. met dr.-,F. E. Posthuma over dit onderwerp had, heeft de oud-minister die zooals bekend een enthousiast propagandist van dezen productieslag is, enkele factoren genoemd en daar. omtrent zijn oordeel gezegd. Inderdaad zoo begon dr. Posthuma is het zoo; dat wanneer we meer willen produeeeren, we ook over meer middelen moeten beschikken. Nu speelt bij onzen landbouw de kunstmest een zeer belangrijke rol. Kalimeststoffen zijn er naar mijn meening in voldoende mate. Wat stikstof betreft, is het op het kantje af. Hier kan de wijze van distri butie van grooten invloed zijn. Phosphorzuurmest- stoffen zijn er waarschijnlijk te weinig, maar hier staat gelukkig tegenover, dat onze landbouwgron den over het algemeen een knappe reserve hebben aan déze meststoffen. Wat het mestvraagstuk in zijn geheel aangaat, speelt ook het scheuren van weiden een rol, omdat men door het scheuren grond krijgt, welke niet zoo erg behoefte aan mest stof heeft. Van groot 'belang bij een actie, als de productie slag zoo ging dr. Posthuma verder zijn ook de prijzen, welke de. boeren voor hun producten krij gen. Voor de voeding van, den mensch is het een geluk, dat de verbouwer van rogge thans meer met zijn collega, die tarwe verbouwt, is gelijk gesteld. Ook voor den roggeverbouwer zelf is dit een geluk, omdat hij 'over het algemeen' tot de categorie van kleine boeren behoort. Wat de aardappel betreft zoo zeide dr. Posthu ma is de prijs blijkbaar gericht op het verbou wen van soorten, welke veel opbrengen en dit is tenslotte toch ook een goed ding; zoow.el voor pro ducent als consument. Over prijzen in het algemeen wilde dr. Posthuma op dit oogenblik alleen zeggen, dat naar zijn oor deel de positie van den boer door het garandeeren van de prijzen belangrijk beter is geworden. Vroe ger kon hij een kleine of een groote oogst krij gen en dan kon de prijs welke zich bij den wereld- prijs aanpaste, ook de heele oogst, wat hoeveelheid betreft nog wel eens een slecht rendement geven, omdat de prijs veel te laag was. De toestand Is nu echter zoo, dat wanneer de boer door een goede verzorging van den grond en van de planten en door veel vlijt alle? heeft ?ed^an wat maar moge lijk is om naar de hoeveelheid een zoo groot mo gelijke oogst te krijgen, dan weet hij, dat iédere Hectoliter welke hij meer oogst hem ook meer in de partemonnaie zal geven. Want van iedere Hec toliter welke hij oogst, staat nu reeds vast, wat h: er voor zal ontvangen. De wereldprijs speelt ni geen rol meer en kan den boer bij de geldelijke op brengst van zijn oogst dus niet meer schaden. „Natuurmonumenten" vergaderde te Amsterdam. Ledental in 1940 gedaald. Onder zeer groote belangstelling heeft in „Krasnapolsky" te Amsterdam de „Vereeniging tot behoud van natuurmonumenten in Nederland" haar algemeene ledenvergadering gehouden. Bij den aanvang van deze vergadering sprak de voorzit ter van de vereeniging mr. P. G. van Tienhoven een woord van welkom. Vervolgens herdacht mr. van Tienhoven drie oprechte vrienden van de vereeniging aan wie men veel te danken heeft en die in het afgeloopen jaar overleden zijn: de heer A. Burdet, wiens films en foto's groote bekendheid verwierven, mr. dr. A. baron Röell, die het Gooisehe reservaat hielp tot stand brengen en zooveel zorg had voor het duinreservaat en prof. di\ Eug. Dubois, den ge leerde van internationale beteekenis, die de inter nationale natuurbescherming propageerde. De voorzitter vroeg den leden hun erkentelijk heid te toonen voor hetgeen deze menschen deden door het werk met enthousiasme voort te zetten en te arbeiden ten behoeve van het behoud der gees' telijke en cultureele waarden van het leven waar toe als een der voornaamste behoort: de schoonheid van het landschap en de voor de menschheid on misbare ongeschonden natuur. Na dit openingswoord bracht de heer J. Drijver, namens den secretaris dr. Jac. P. Thijsse, het jaar verslag uit. Daarin werd erop gewezen, dat de be zittingen van de vereeniging ongeveer veertig over geheel Nederland niet ernstig door de oorlogsramp geleden hebben, al werd er op enkele plaatsen, zooals in de Loonsche duinen bij Loon op Zand en in mindere mate latei' ook in het Leuvenumsche bosch qji in het Heilooër bosch schade aangericht. Bovendien ontstond er op 12 Mei een boschbrand op het Mirandolle's heike onder Eersel, waarbij een oppervlakte van onge veer 2 H.A. verloren ging. Met toestemming der bezetttingsautoriteiten zijn op de belangrijke terreinen der vei-eeniging thans borden geplaatst met het opschrift „Natursohutz- gebiet", zoodat van deze zijde alle medewerking is verkregen en ook thans beschadiging van de be zittingen wordt voorkomen. Het ledental is, vergeleken bij verleden jaar, teruggeloopen. In totaal zijn in den loop van 1949 1316 leden afgeschreven, waartegenover een kleine aanwinst van 521 leden staat. Op 1 Januari 1941 bedroeg het aantal leden 12853. Een verrassing was het dat ongeveer '130 land goederen, toebehoorend aan particulieren, door leden der vereeniging bezocht mochten worden. Hoewel enkele giften en legaten werden ont vangen beliepen de schulden op 1 Januari 1941 nóg f 1.723.155. Als nieuw natuurmonument werd aan de bezit tingen van de vereeniging toegevoegd de kolonie in het Uftingerveen onder Uffelte ter grootte van 12 H.A., De Natuurmonumenten Dwingeloosche heide, het Balinger- en Maltinger zand, het moeras gebied aan de Belter wijde bij Wanneperveen, aan het landgoed Hilverbeek te 's Graveland, Koren burger-veen en op Texel werden uitgebreid. Met waardeering werd in het verslag gewag ge maakt van de belangstelling van de overheid voor de natuurbescherming, een belangstelling, die zich heeft geuit in verschillende belangrijke maatrege len. De oud-burgemeester van Bussum, de heer H. de Bordes, voorzitter van „Het Noord-Hollandsch Landschap", heeft daarna gesproken over de „Provinciale landschappen" en hun aandeel in de verzorging van het Nederlandsche landschap. De..door den spreker aangehaalde historische feiten overopkomst en groei van „natuurmonu menten" van dé provinciale stichtingen, de z.g.n. „landschappen", van de vereeniging „It Fryske Gea"' en voorts de cijfers over de verworven be zittingen, spreken duidelijke taal. Onder h'et staats- boschbeheer ressorteeren ruim 59.000 H.A., waar van ruim 10.000 H.A. als natuurreservaat zijn aangewezen, „natuurmonumenten" met ruim 11.000 H.A., de „landschappen" met ongeveer 2.000 H.A. eigen bezit en bijna 7.000 H.A. in beheer, voorts nog „De Hooge Veluwe", „Natuurmonument De Beer", „Het Gooisehe Reservaat" met 1790 H.A. alles tot stand gekomen in deze eeuw. Het bedrag, dai jaarlijks ingevolge de boschwet wordt uitgekeerd, bedraagt thans (1 Januari 1940) f 82.125, terwijl onder de natuurschoonwet reeds 421 landgoederen met ongeveer 57000 H.A. vallen. Spr. herdacht het vele hetgeeen een man als wijlen baron Röell in de provincie Noord-Holland heeft be reikt door bedreigde gebieden als duinstreken voor ontluistering te bewaren. De „landschappen" kwamen alle sinds 1927 tot stand, de eerste in Utrecht. Zij stellen zich waarlijk niet uitsluitend ten doel het in stand houden van reservaten, doch plaatsen? haar werkzaamheid op brede basis zoodat "ook merkwaardige cultuur monumenten als oude boerderijen, molens praehistorische grafheuvels behouden kunnen blijven wanneer deze stichtingen daartoe over de noodige middelen beschikken. Op zeer aangename wijze wordt er steeds met de moedervereeniging „De vereeniging tot behoud van natuurmonumen ten" samengewerkt. De heer De Bordes wees ook op de taak voor de toekomst, waarin waakzaamheid^ moet worden betracht tegen alle voorgenomen schending van Neerlands natuurschoon, welke indien 's lands belang zich daartegen niet uitdrukkelijk verzet met alle oirbare middelen moet worden bestreden. Zoo min een mensch bij brood alleen kan leven, kan een menschenleven uit onafgebroken arbeiden bestaan. De vergadering werd besloten met de vertooning van een van de vogelfilms, opgenomen door A. Burdet. ESJRG jaar, en nog steeds een öpge- wékt werker! Met de els prikt hij gaten in het leer, dat tusschen de naaispaan geklemd is, en door die gaten haalt hij van twee kanten met een naald het garen erdoorheen. Iets verderop rikketikt de naaimachine, die het zeildoek zoomt, en aan de overzij in het met een nijvere sfeer vervulde vertrek zet een man de groote schaar in het leer. waaruit een tasoh gemaakt wordt. Ja. de heer Hoffman heeft op zijn winkel aan het Spaame wel staan: „Zeilmakerij-zadelmake rij", maar eigenlijk komt er in het bedrijf veel meer kijken dan deze woorden doen vermoeden. Het is bij grootvader begonnen met een zadel makerij alleen de paarden kwamen er toen dus aan te pas daarna richtte de vader er een zeilmakerij bij op, die zich dus het lot van de scheepjes en schepen aantrok, en de zoon dient thans niet slechts paard en schip, dooh ook den mensch! Want het maken van riemen in allerlei formaten, en tasschen groot en klein vormt een belangrijk onderdeel van het bedrijf, zooals het thans geworden is. Gelijkvloers doen hypermoderne machines haar plicht. Aan den eenen kant wordt een stuk leer erin gestopt, en aan de andere zijde komt een riem, gereïfeld en voorzien van gaatjes, kortom kant en klaar, eruit. En des zeilmakers zoon of des zadelmakers kleinzoon, die nu een bedrijf heeft, dat niet meer met één naam kernachtig aan te duiden is, vertelt me dat hij binnenkort een machine erbij krijgt, die de kanten van het leer rond maakt en verft. Doch bij al dit moderne heeft het handwerk zich roemvol weten te handhaven. Want de zes tigjarige oom Hoffman, bij wien ik deze ontdek kingsreis in de arbeidssfeer begonnen Iben, heeft met geen machine iets te maken en verricht zijn werk van A. tot Z. met beide handen. .,En meneer" vertrouwt de chef mij toe, „h ij maakt hier eigenlijk de dingen, die erg solide moeten zijn omdat er hooge eischen aan gesteld worden. Voornamelijk de paardentuigen, en ban den voor gymnastiekwerktuigen, die veel te lijden hebben". En wat die paardentuigen betreft voelt oom drukt. Ik meen eens een juffrouw te hebben hooren beweren dat zulke breede aderen in het leer bewijzen dat het van een koe afkomstig is, en dat de smallere adertjes duiden op het kalf als het dier van herkomst, doch u weet nu dat in beide gevallen de wals de oorzaak is! De tasschenmaker is een kunstenaar met schaar en naald en wanneer u hem even aan het werk zoudt zien bestond er voortaan bij u meer waar deering voor uw tasch, die u in een hoek pleegt te smijten (ik bedoel natuurlijk mijnheer, want mevrouw is in dit geval het tegendeel van een zorgelooze Langs de wanden van de werkplaats hangen aan spijkers de riemen, die doen denken aan afhan gende Chineesche snorren, kistjes met etiketten erop, waarin vroeger sigaren zaten en waarin nu gereedschappen en materialen rusten tot de arbeider hen noodig heeft. Lappen leer en zeil doek, bruin voor de dekken en wit voor de sche pen, liggen op de banken om bewerkt te worden tot producten, die de deur uit en de wereld in gaan en dan blijven op den vloer de meest fantas tisch gevormde stukjes goed over: het afval. Men krijgt de neiging om er bij te gaan zitten en die dingen als legkaart in elkaar te zetten. Maar ze zouden niet passen, want de stukken, waar ze aan vast gezeten hebben, zijn als volwaardige pro ducten de deur uit: zeiltjes en zeilen, tasschen, leidsels, schoften, hoofdstellen, koppelriemen, riemen- voor broeken en riemen voor jassen, en ook riemen om kranten tezamen te binden- (oom Hoffman maakt die met de hand!) en één zoo'n riem heeft ook de krant omvat, waariii u dit stukje leest ofniet. v. H. Bij luchtalarm van de straat. Licht mag niet uitstralen. Het A.N.P. meldt: Er bestaat aanleiding nog maals met nadruk op het volgende de aandacht te vestigen: Bij luchtalarm en bij aanvallen uit de lucht moet onder alle omstandigheden de straat vrij worden gemaakt. Allen die zich in de open lucht bevinden dienen zich onverwijld naar de meest nabijzijnde sohuliplaats te begeven of op andere wijze een geschikte dekking te zoeken. Het is ten strengste verboden ramen of deuren zoodanig open te hebben, dat eenig licht naar buiten uitstraalt. Meestal geschiedt dit uit nieuws gierigheid van bewoners. Zij die bij luchtalarm of uchtaanvallen om die reden ramen of deuren openzetten of zich op straat begeven om vliegtui gen enz. waar te nemen, brengen niet slechts zichzelf in gevaar, doch handelen bovendien on verantwoordelijk tegenover hun medemensohen. Tegen zulke handelingen zal in de toekomst met de strengste straffen worden opgetreden. In verband hiermede wordt erop gewezen, dat ook dan, wanneer luchtalarm vóór 24.00 utir wordt gegeven en tot na middernacht aanhoudt, de stra ten en wegen onder alle omstandigheden vrijge maakt en de schuilplaatsen niet verlaten moeten worden. Voortzetting van het naar huis gaan daarna geldt in zulke gevallen niet als overtreding van •het uitgaansverbod. Dus.nogmaals: bij luchtalarm en -aanvallen weg van de straat! Beschutting of dekking opzoeken! Geen raam' openen! Onder geen enkele omstandigheid licht naar buiten laten uitstralen! f/FvK RONNEMENTKJV dienen uiterlijk Woensdags avonds «taald te zijn daar de bezorgers or onderdag moeten afrekenen. DB ADMINISTRATIE. Hoffman zich weer echt den zadelmaker uit den goeden ouden tijd. En menige jonge machinewer- ker, die bij zichzelf gedacht heeft: „Die is ook flink uit den tijd met z'n els en zijn naaispaan" zal nu de vlag moeten strijken, want de zadel maker van weleer is heden ten dage weer een zeer noodige figuur in onze samenleving geworden. Het wordt intusschen tijd dat ik u uiteenzet wat of eigenlijk zoo'n „Naaispaan" is, en dat wordt me gemakkelijk gemaakt wanneer u van huis uit een voorstelling bezit van een nijptang. De naaispaan is een groote nijptang van hout, waarbij u zich echter het element „tang" niet venijnig toegekromd moet denken doch eerder onschuldig klapperend als de twee snaveldeelen eens lepelaars. Het element „nijp", bestaande uit twee beenen, die met de hand toegeknepen wor den opdat de tang. zich sluit, wordt echter bij de naaispaan door des zadelmakers beenen tezaam- gedrukt, aangezien de zadelmaker tegelijkertijd zijn handen noodig heeft om het stuk leer, dat dus in den tang of beter: den lepelaarssnavel, wordt vastgeklemd, te bewerken met^zijn els. En wat is nu weer een els? Dat is eenvoudiger te zeggen. Met een els prikt men namelijk gaatjes. En door die gaatjes wordt het met pek ingewre ven zeilgaren getrokken. Doch moge het didac tische van den arbeid de sfeer ervan niet over woekeren! we gaan nu eens een kijkje elders nemen. Daar is voorts de mail, die het zeildoek zoomt onder de venijnige steeds weer te voorschijn komende naald van de naaimachine, die me doet denken aan het zich bliksemsnel uit-en-in trek kende tongetje van een slang, of, wilt ge een magistrale beeldspraak, aan het op en neer den derende heiblok. Ik weiger dezen arbeider te ver gelijken met uw huisnaaister, lezeres, want heusch, wij mannen zijn, ook waar oogensohijnlijk overeenkomst met het vrouwelijke te bespeuren valt, tot massaler dingen in staat dan het zwakke geslacht. Immers, brengt uw naaister het hoog stens tot een jurk van één meter zooveel lang, deze zeildoöknaaier voegt het taaie (de sub stantie, waarvan hier sprake is, drukt ook al weer meer het mannelijke uit dat de soepele zijde, die uw naaister verwerkt) zeildoek tezamen tot groote vele meters lange en breede doeken, die de kost bare ladingen van dekschuiten en vrachtwagens beschutten, en mevrouw, uw huisnaaister verzinkt waarlijk in het niet, wanneer we hooren dat de zeilmakerij van den heer Hoffman het gebracht heeft tot een tent voor ^000 personen en een schutzeil. voor de" Moerdijkbrug van eventjes 15000 vierkante meters! Ook de zeiltjes voor de kano's van de gebroe ders Entrop die de wereld zijn rondgevaren, heb ben hun oorsprong in deze zeilmakerij gevonden. Het is met zoo'n schéepszeil weer een heel an dere zaak dan met een dekzeil. Het doek voor een schip bestaat uit kleine deeltjes, die aan elkaar genaaid zijn. Dit moet zoo omdat er ..coupe" ln het scheepszeil behoort te zijn, zooals dat ook bij onze kleeren het geval is. Bij onze kleeren is de coupe echter meer een kwestie van mode, bij het schip Is de coupe van practische beteekenis, met het oog op den meest voordeeligen windvang- Overigens, zoo'n mooi-boüend zeiltje op een no- tedop. dansend in het met zon besprankelde water is ook een genot vnor ipdpr rrnnr rehnrm hp'* onf-">nV°lnk oog! De tac'?eh0Pm0kor "'p'kt me: gesplit leer D origineele huiden zijn te dik en worden eerst ge split en gewalst; mocht één der lezers in de meening verkeerd hebben dat die aardige ader tjes, die in het leer van een tasch zitten, van nature daar ingekomen zijn. dan kan ik hem hierbij uit den droom helpen, want diverse pa tionen" van zulke adertjes zijn in het vlak dei- walsen aangebracht en worden zoo in het leer ge HAARLEM, 15 Maart 1941. Overleden. 14 Maart. C. Zeeman, 84 jaar, Jans straat. W. Graal—Oodefrooi, 75 jaar, Heeren singel. H. A. Bokhorst, 71 jaar, Verspronckweg. Ondertrouwd. 15 Maart. W. Roosma en L. van Alphen. Paulownia tomantosa. (foto Hendriks). Wanneer we denken aan de familie der Scro- phiulariaceae of Leeuwenbekachtigen zien we in gedachten allerlei kruiden voor ons van de klei nere planten als eereprijs, leeuwenbek, kartel- blad, oogentroost, hengel en ratelaar, tot de groo- tere vertegenwoordigers als het vingerhoedskruid en de toortsen. Maar we zullen niet gauw aan een boom denken in deze familie. Een houtgewas in deze groep is dan ook een uitzondering. Paulownia is er een voorbeeld van. Paulownia tomentosa is een middelhooge boom tnet wijd gespreide kruin die in niet te strenge winters in MaartApril zijn mooie, tot zes centi meter lange trompetvormige bloemen draagt in groote lilakleurige trossen. De lobbeYi van de kroonbuis zijn teruggeslagen, wat de bloem iets voller maakt. Het is een prachtig gezicht zoo'n Paulownia in vollen bloei; Die violette bloemen weelde aan den verder nog bijna geheel kalen boom. Ook later is het een mooie boom. wanneer hij wordt bedekt door de zeer groote breed- eivormige bladeren. Het is goed om Paulownia een beschutte stand plaats te geven in verband met den vroegen bloei. Vooral jonge planten hebben nog al eens te lijden van de vorst,, ze vriezen sterk terug. Ook kan men van den bloei niet altijd zeker zijn. Er is een gun stige winter voor noodig. Maar het is een zeer mooie, boom, die iets exotisch heeft, vooral in den bloeitijd, wanneer de wonderlijke grillige vorm van de takken nog niet verscholen gaat onder den bladerentooi. En aan de toppen van de vertakkingen die wonderlijk mooie groote violette of lilakleurige bloemen prij ken. wof i5 natuurliik geen plant om als één var de .!v,'cr" aon Mo'ripp t.ijïr* t.p n'^ten maar ze wel geschikt voor eer aroo'^n t.u'r of een plant soen, wanneer daar een beschut plekje Is te vin den. De grillige vorm van den boom, de opvallend groote bladeren en. in het vroege voorjaar de mooie trompetvormige bloemen, zullen in ieder jaargetij een eigen aspect geven aan den hoek, waar Paulownia staat. A. J. D, 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 5