Er wordt een cultuurkamer opgericht £n een g^e voor beeidericie Op Ontdekkingsreis .VI Aspirin DE AUTOMAAT. jp A G 24 MAART 1941 kunstenaars, de pers en de ülm |e van dr. T. Goedewagen h»t stedelijk Museum te Amsterdam Zaterdagmiddag de secretaris-generaal deoaltement van volksvoorlichting en fju net u f T Q0edewaagen, in een zeer druk ""K bijeenkomst van bij de Nederlandsche "f «ii-damsohe Federaties aangesloten 11 '.inven van beeldende kunstenaars een Seeiouden, waarin hij nauwkeurig de richt- - .iviniiekle volgens welke m de toekomst sna® - Kunstenaars in een gilde zullen "eorganiseerd. '.«rêtaris-generaal werd ingeleid door den Sar Ed. Gerdes, hoofd van de afdeeling Kit beeldende kunsten en kunstnijver- het departement, n Goedewaagen zeide o.m., dat er vele kun- bti ziin die meenen dat de-kunst en de ei-ïk volkomen vreemd aan elkander zijn. Zij f».n het gebied, waarop wij werken, is een «min gebied met een eigen vrije wetgeving, "kunstenaars denken verkeerd. Er bestaat hplanerijk contact tusschen de kunst en de Swe politiek, waarvan ook spr. een vertegen- is. Beide zijn symptomen van een cul- ~*ie beweging, die de wereld thans in beroe- •w brengt. De mensch als kunstenaar is een Sner de politicus is een strijder. Wat op maat- ■h«noèlijk terrein gebeurt volstrekt zich Ook in •n beeldenden kunstenaar. Het is de wending Ser abstractie en het individualisme naar de or ganische gedachte. n# kunstenaar is gebonden aan een leidende, Jleiijke idee. Dit vormt geen inbreuk op de Seid want het is juist de geestelijke gebon- '■rheid' die bevrucht. Wij bewonderen immers Jeen kathedraal van Chartres de gebonden- »id der kunsten onderling. Want de beeldende jmstenaar was dienaar, er was een band tus- 'rien architectuur, beeldhouwkunst, schilder- jtet en kunstnijverheid. Tot die gebondenheid cceten wij terugkeeren. De beelden en schilde rden moeten terug naar de architectuur, i Kunst is niet alleen een leidende geestelijke Idee, doch ook een gemeenschapsvorm, waarin de kunstenaars moeten leven. In de liberale maatschappij was de kunstenaar (enerzijds een paria, anderzijds een parasiet, een fimateur, die leefde op de roem van de groote Ibnstenaars. De kunstenaar had te weinig rechten on jncide te weinig zijn plichten. Daarom is een auwe organisatie, waarin de rechten van den fcnsienaar worden gewaarborgd en waarin hij cm plichten zal moeten nakomen, een noodza- iilijkeeisch. Die nieuwe organisatie zal zijn: het (Éde der beeldende kunstenaars, door den staat pslicht. Het is geen vereeniging, maar een h'.onoom lichaam, met publiekrechtelijke. ver- Kenende bevoegdheid. lot dit gilde behooren al diegenen, die door hiding waardig worden gekeurd. In de toe- it moet worden uitgemaakt, wie den titel beeldend kunstenaar mag dragen. Niet dereen zal zich dus langer beeldend kunste- kunnen noemen. Alleen zij, die tot het Jee behooren, kunnen en mogen als kunste- iar werken. De beroepsuitoefening zal dus al ten zin hebben binnen het gilde. Natuurlijk is fciereen vrij om voor zijn genoegen te schil- feen of te teekenen, maar hij zal dan geen rechten kunnen doen gelden op den titel van bffitenaar. De maatstaven, welke zullen worden aange red voor de toekomstige gildeleden, zijn tveeërlei: "nun vakkundigheid of talent en hun Küüek-geestelijke instelling. Zij, die denken dat ■harbij de vakkundigheid te veel uit het oog ver eren zal worden, vergissen zich. Men moet al- bedenken, dat de vakkundigheid niet al- is, De geestelijke instelling immers moet ten waarborg zijn dat geen volksgevaarlijke kunstwerken zullen ontstaan. Er is geen sprake van, dat de leden tot een politieke beweging zul len moeten behooren, maar men zal moeten [vertrouwen en gelooven, dat de beweging van "1"~~ de genezing van het geheele volk betee- Het ligt niet in de bedoeling en het gaat F niet aan, bepaalde ethische maatstaven aan <2leggen voor de kunstenaars, maar er zal streng vorden opgetreden tegen immoralisme, nihilisme j© cynisme in de kunst. Het gilde heeft een ethische en sociale taak. Het wil den kunstenaar sociaal verantwoorde- pieidsbesef geven en hem bewust maken, dat Ml een taak heeft tegenover de volksgemeen schap, Aan den anderen kant dient de kunste naar verzekerd te zijn van de sociale voordeelen, zorg voor arbeidsbemiddeling, ziektesteun ©pensioen De liberale maatschappij heeft op jtóstuk schromelijk haar plicht verzuimd. Dc nieuwe organisatie heeft verder een sociaal- Mnomische taak. De kunsthandel, die vaak ff met kunst had te doen, doch alleen handel •as, moet worden gesaneerd. Men moet eindelijk «CTjpen dat de kunst primair en de handel se cundair is. He juridische taak van het gilde bestaat uit de wenerming van den titel. Evenals de titel van -fndarts en den advocaat moet ook de titel *n den beeldenden kunstenaar worden be- epl™ En tevens zal de verhouding tusschen en werknemer juridisch worden ge- I^.g^e heeft ook een paedagogische taak. ..„^dkonist moet een nieuwe kunstenaarsle- ^Jl ontstaan. mogelijk, als de opvoeding en vor- tarto in handen van het gilde zijn. Het de- ^uement kan tenslotte niets doen als het gilde teldèopWdfng zorgt. tennlP heeft en dit is zeer belangrijk nationale of volksche taak. Er moet een nieü- ïoW'naai'sstijl ontstaan en een nieuwe bferh iUnst die daaruit voortspruit. Die ffg® honst beteekent geen voorliefde voor -tivoudige alleen, doch moet zijn een kunst, iites an^erd is in de Nederlandsche tra- gaf dr. Goedewagen een over- hrrere werk der °P te richten Cultuur- fteii (Jiu Wel sPeciaal van het daarin op te ne- %n rin 7an beeldende kunstenaars, dat zal "ilrip Qh u i de andere kunstgilden, het pers- Wmgüde. en sfif? ,er zeer groote bevoegdhe- i^eidp-00^ een zeer 8'i'oote verantwoorde- i beraad zal worden bijgestaan door een tooMjTK waarin de vakgroepen zijn vertegen- öa.'dif61! We!^e een adviseerende stem heeft. Wendp ;es inbreuk op de vrijheid van den b _uen kunstenaar zou beteekenen ontkende '«astenaa *WaaSen ten stelligste. Thans is de ttaat hu afhankelijk van den kunsthandel en ten mJ8 zonder vertegenwoordiging tegenover KhouwtTapPij die hem als een luxe be- bfnlévinp u staat alleen in een chaotische sa- Üjkheidr!" 1 Silde brengt hem dus de moge- tta i« IIeen waardig innerlijk en uiterlijk be- de volksgemeenschap. De secretaris-generaal vroeg tenslotte de le vende en eerlijke medewerking van de kunste naars. De heer J. van Anrooy, waarnemend hoofd van de afdeeling beeldende kunsten van het de partement, gaf tot slot een overzicht van de werkwijze en de indeeling van het gilde. De gil- deleider en de ondergildeleider worden door den president van de Cultuurkamer benoemd, als mede de gilderaad, welke bestaat uit de voor zitters der vakgroepen. De zakelijke leider wordt benoemd door den gildeleider. De vakgroepen zijn ingedeeld in: scheppende kunstenaars, be staande uit: architecten, schilders, beeldhou wers, kunstnijveren, kunsthandel en vereeni- gingen van kunstminnaars. Het land zal worden ingedeeld in acht districten, aan het hoofd waar van districtsleiders met districtsraden staan. (A.N.P.) Rede van ir. Mussert. In vergadering te 's-Gravenhage. 's-GRAVENHAGE, 21 Maart. Voor de tot in Dierentuin heeft hedenavond de leider der de uiterste hoeken gevulde groote zaal van den N.S.B., ir. A. A. Mussert een rede gehouden. Het is toch zoo.begon spreker eigenlijk een groot voorrecht in dezen tijd te leven, vooral voor degenen van middelbaren leeftijd, die de periode van den vorigen Wereldoorlog hebben beleefd. Want men is nu in de gelegenheid te vergelijken hoe het vóór dezen tegenwoordi- gen oorlog was, toen een breede massa in de meest kommervolle omstandigheden verkeerde. Wij zijn er zeker van, dat thans een betere tijd voor gansch de bevolking zal aanbreken. Jarenlang hebben de groote mogendheden op de wip gezeten en wij zaten daar precies tus schen in. Tot den tienden Mei van het vorige jaar, toen wij van de wip zijn afgevallen. De democratische regeeringen hebben ons al tijd in den waan gelaten, dat de Volkenbond de kleine staten wel zou beschermen. Onze re geering zeide, dat we maar rustig moesten gaan slapen, Doch na vier en een halven dag oorlog was onze regeering weg met het goud, dat door een achterdeur was weggesleept. Sinds dien zitten we zonder eigen regeering, zonder goud en zonder eigen weermacht. De ge vluchte heeren zullen nu wel zien hoe wij uit den put komen. Er zijn nu theoretisch twee mogelijkheden: Duitschland wint of Engeland wint (gelach) Spreker herhaalt: theoretisch zijn die moge lijkheden er, doch hij houdt het op de overwin ning van Duitschland en dan is er een groot man in Europa, die over ons lot zal beslissen. Die eene man, dat weet spreker, uit de beste bron, heeft het beste met ons voor. Hij zal zorgen, dat het voor eens en voor altijd uit is met oorlogen in Europa. Wat de verdachtmakingen betreft, alsof spreker ons land aan het buitenland zou willen uitleveren, daarvan wil spr. slechts Hit zeggen: Als Nederlander ben ik geboren, ik ben volop Nederlander en ieder die ooit aan het Neder landsche volk zal raken zal op de ergste wijze in spreker den tegenstander vinden. (Stormachtig applaus). Indertijd heeft spr. gezegd: „Zonder de N.S.B. heeft Nederland geen toekomst meer". Dat is thans een feit geworden. De levensmiddelenvoorziening hier te lande is, nu wij onder Duitsche bezetting staan, stel lig veel beter dan in den vorigen oorlog, in 1918, toen wij geen bezet gebied waren. Hoeveel moeilijkheden er ook zijn, niemand lijdt wezen lijken honger en ieder krijgt zijn rantsoen. Wij zullen als nationalisten regeeren voor het gansche volk en zorgen voor sociale gerech tigheid. Reeds zijn eenige millioenen door de Winterhulp uitgereikt aan de meest behoef- tigen en deze sociale gerechtigheid zal, dank zij de door den Rijkscommissaris genomen maatregelen voortgaan. Een democratische instelling: het rijwiel plaatje, dat onevenredig zwaar den kleinen man belast, zal zoo gauw mogelijk verdwijnen. De le den van het rechtsfront die bij de politie zijn, behoeven daarop dan geen controle uit te oefe nen. Gezorgd zal worden voor vacantie van de huis moeders, zeker twee weken per jaar. Verder voor een behoorlijk ouderdomspensioen van staatswege, en voor alles wat uit sociaal oog punt noodig mag worden geacht. Men dient vertrouwen te hebben in de begin selen van het nationaal-socialisme en in de lei ding daarvan. De tienduizenden nationaal-socialisten zullen groeien tot honderdduizenden en dat groei proces is sterk aan den gang. Niemand late zich weerhouden om thans tot Van een automaat mag je verwachten dat hij oed werkt. Automatisch doet wat hij doen moet. Een weeg-automaat moet dus, in ruil voor de centen die je in de gleuf gooit, op een ons na vertellen hoeveel je weegt. Moet De distributie tijd heeft een zon-zijde voor de menschen die met angstige nauwgezetheid ijve ren voor het behoud van de slanke lijn. Nu de porties vleesch dié op tafel komen kleiner zijn dan voorheen en de kringetjes vet in de jus soms met een vergrootglas moeten worden opge zocht, beleven de fabrikanten van vermagerings pillen slechte dagen. De slanke-lijners kunnen dus in blijde zorgeloosheid leven. De zwaargewichters, die vroeger niet lichter konden worden omdat het voor hen een te zwaar offer was zich dit-of-dat te moeten ontzeggen, worden nu noodgedwongen minder omvangrijk. Niet in hun nadeel! Als twee dikkerds elkaar ont moeten is de eerste vraag: „hoeveel jij al?" Er worden al behoorlijke volumes genoemd, maar het is nog niet bekend geworden wie het re cord op zijn naam heeft staan. Ik hoorde van een, die het wel verblijdend vindt dat hij allengs meer naar het normale gaat, maar die zich toch bezorgd maakt dat het al te snel gaat. Zijn levensdevies is „zachtjes aan". Hij heeft zich daarom onder voortdu rende controle gesteld van de weegautomaten. In zijn vestzak heeft hij een collectie enkele cen ten en hij kan geen automaat met rust laten. Eén keer per dag moet hij zich wegen.' Het laat hem onverschillig of het instrument voor zijn diensten een, twee of drie centen vraagt. Geld is bijzaak, op het gewicht komt het aan. Zijn huisgenooten merken eiken middag hoe de vlag er bij staat. Soms is hij onverza digbaar, dan weten zij, dat het gewicht is mee gevallen, zoodat hij zonder schroom zich extra te goed kan doen. Maar ook zijn er dagen dat de dikkerd geen eetlust schijnt te hebben, dan is hij tevreden met een klein beetje van dit en neemt nog minder van dat. Zoo gaat het op en neer, zooals aan het strand eb en vloed afwisse len. Zoo was het. Nu is het vertrouwen in de automaten bij hem geschokt. Op een dag was hij plotseling 2 pond afgevallen. Dat was toch al te bar. Als dat zoo doorging zou er binnen afzienbaren tijd alleen een schaduw van hem over zijn. Hij zou thuis zeggen dat hij eens wat extra moest heb ben, zooals vroeger weer een flink stuk pudding of een pannekoek. Twee pond op één dag Opeens rees achterdocht tegen de automaten. Hij kreeg lust nu eens niet zichzelf maar de automaten te eontröleeren. Hij wist ze, door vroegere wegingen, precies te staan. En toen bleek hem dat hij geducht in gewicht schom melde. Een automaat wilde hem wijs maken dat hij niet 2 pond was afgevallen, maar 1 pond aan gekomen. Dat waren de uitersten. De andere opgaven lagen daartusschen. Zijn geloof aan automaten is nu wat geschokt, want hij kon niet uitmaken welk instrument hem de waarheid vertelde. Daarom doet hij nu of er geen automaten meer zijn. En leeft daardoor gelukkiger! Zijn huisgenooten trouwens ook! v. T. in de arbeidssfeer van... de nationaal-socialistische beweging toe te treden. Daarmee wachte men geen dag langer, want iederen dag dien men hiervoor verloren laat gaan zal men later betreuren. De N.S3. stelt echter geen prijs op toetreding van degenen, die dezen tijd niet willen begrijpen. De vergadering werd door een tweede van gelijken omvang gevolgd. Ook in deze openbare bijeenkomst heeft de leider zijn rede gehou den. (AJÜ.P.) ■hotflttJuuS! (Adv. Ingez. Med.) OOR morgen graag een arbeidssfeer". Dit was de inhoud van een briefje \y van den chef-redacteur, dat plotse- ling, door wien die briefjes worden neergelegd weet je nooit, ze zijn er altijd, op mijn bureau lag. „Goeie morrege", zed ik tegen een collega, wéér een arbeidssfeer, moet vandaag nog af, weet jij een onderwerp? Nou zijn journalisten over het algemeen uitstekende collega's, maar ze houden er sipeciale hebbelijikheidjes op na en één daarvan is het angstvallig bewaren van een onderwerp. Want niet het schrijven is voor den journalist de moeilijkste taak doch het kiezen van zijn onder werp. Ofschoon ik graag toegeef, dat dit een regel is, die niet altijd opgaat. Welke regel doet dat trouwens wel? Enfin, de collega in kwestie is nogal een ge moedelijk man, die een ander graag een plelzier doet. Wat denk je van een aapjeskoetsier, opper- de-ie. Een wat? Een aapjeskoetsier, die héb je tegenwoordig toch weer?" Als je dan-koetsier er af laat, zal je jezelf bedoelen, antwoordde ik sarcastisch doch nu was de koffie figuurlijk kan men ze altijd nog bon- loos gebruiken eerst recht bruin want het mik punt mijner onschuldige plagerij bleek eenigszins op zijtn teentjes te zijn getrapt en dat ha4 Ik kun nen weten want journalisten zijn net tooneel- spelers: ze hebben teenen van ongewone afme tingen. Ik trachtte handig de situatie nog te redden door hem te vragen of hij wist- van wien dat aardige stukje was dat vandaag in de krant stond (hij had al weken van te voren tegenover ledereen gezeurd, dat hij over dat onderwerp zou schrij ven) doch helaas, hij liep er niet in. Je hoeft me niet te lijmen, zei hij korzelig en ik wil je wel zeggen dat ik de volgende weiken over bepaalde onderwerpen schrijf en hij noemde eenige „sferen" waarbij me het water ln den mond kwam, en dat jij daar dus afblijft. De hoofd redacteur weet er al van! Ik ben zelf wel mans genoeg om wat te vin den, zei ik ten langen leste want ik begreep dat mijn kansen om bij hem hulp te vinden tot onder het nulpunt vari Prof. Keesom waren gedaald. Hèt redmiddel in dergelijke gevallen is het tele foonboek. Naarstig speurend vond ik waarlijk een beroep, dat geschikt leek. Een telefoontje. „Schikt het u, dat ilk vanmiddag even bij u kom praten over uw beroep? Zeker, dat is aardig maar vanmiddag kan het werkelijk niet, ik ben net aan het verhuizen en u weet verhuizen in dezen tijd. Is een hoofdstuk apart! Zegt u gerust maar een boek, vindt u het goed als we het op de volgende week houden? Natuurlijk graag. Oef, dat is mis. De volgende „speurtocht in de telefoongids", is dat geen origineele titel voor een nieuwe serie artikelen, ik zal er 'ns met den hoofdredacteur over praten leidde weer tot een telefoontje diat echter al even droevig, van jour- nalistisch standpunt bekeken, afliep. Ditmaal was niet d>e verhuizer doch de griepbacil de schul dige. Dat is trouwens wel verwonderlijk want ik dacht dat die hoofdzakelijk in de wintermaanden voorkwamen. Niet de verhuizers, maar de bacil len natuurlijk. Met dat al was ik nog geen stap nader gekomen tot de sfeer van welk beroep dan ook. In derge lijke gevallen is het taak te zorgen, dat de op dracht wordt teruggenomen en aan een ander wordt gegeven, terwijl men zelf over iets anders gaat schrijven. De eerste, die dan bewerkt moet worden is de chef van de redactie. Dat gaat meestal telefonisch. Ik had u het volgende even willen vragen. Ik moet voor morgen een Arbeidssfeer schrijven maar nou ben ik juist bezig aan iets anders - men noeme bij voorkeur iets waarvoor de betrok kene zich zeer interesseert b.v. een statistiek en dat zou ik zoo graag willen afmaken. Is het niet mogelijk dat (de naam van den aapjeskoet- siercoüega) een arbeidssfeer schrijft? Hij heeft toch nog veel onderwerpen. De reactie is zeer verschillend, doch ditmaal was ze beslist ongunstig. Nee, schrijf nou eerst maar die „Arbeids sfeer" want de teekenaar moet er nog een teeke- ning bij maken! Nou ja, maar Zorg maar dat het in orde komt. In zoo'n geval sta je, in zoo'n geval stond ik! Nu heeft iedere journalist een beroepseer, die hem voorschrijft, dat een opdracht in ieder geval uitgevoerd moet worden. Hoe moeilijk de omstan digheden ook mogen zijn: plicht blijft plicht. Er moét dus een Arbeidssfeer komen! Ik ver zeker u ze komt er. Het gemakkelijkst is nu den collega, die zooveel onderwerpen heeft te bewegen er een af te staan. Weliswaar is de gemakkelijkste weg meestal niet de juiste, maar enfin, het is al laat geworden en veel keus is er niet meer. Zeg, Herman, nog even over die onderwerpen van jou voor die Arbeidssferen De eerste kampen van den Nederlandschen Arbeidsdienst voor meisjes zijn geopend. Direct na aankomst van de eerste bewoonsters van de „Schelenberg" te Lunteren, werd begonnen met het passen van klompen, attributen, die bij het dagelijksche werk van groot belang zijn. .(Foto Fax Holland), Je krijgt er niet een, viel hij me bits in de rede. De aapjeskoetsier zat hem blijkbaar nog hoog. Kom nou, ik moet er voor morgen een heb ben en je weet hoeveel we al gehad hebben. Nou zal ik dan den fotograaf maar nemen, vroeg ik hoopvol want ik moest toch nog pasfoto's laten maken voor m!jn persoonsbewijs. Van den fotograaf blijf je af, zei hij vinnig, probeer het maar liever bij een putjesschepper. Gebeurt dat nog, vroeg ik argeloos en daar had hij op gewacht, want hij antwoordde valsch lachend: Natuurlijk, dan hoef je niet naar iemand to0 te gaan! Dit flauwe antwoord vond hij zelf zoo leuk dat hij het iedereen ging vertellen, hetgeen zeer on billijk was want van den aapjeskoetsier had hij niemand iets gezegd. Erg vlot ging het ditmaal dus niet. Eenigszins mistroostig fietste ik naar huis. In den Hout zag ik een man papiertjes aan een: stokje prikken. Zou dat geen goed beroep zijn? Hoe noem je zoo'n beroep eigenlijk? Nee, dat gaat niet, als ik niet eens weet, hoe het beroep heet? De volgende „tegenligger" was een melkhande laar. Ook nog niet gehad, geloof ik. Dat is op het oogenblik ook zoo'n prettig beroep niet. Weer afgeketst dus. Groentenhandelaren, slagers, bak kers, kruideniersjongens het zijn allemaal be roepen waar veel over te schrijven is. maar ik kwam er niet toe er een aan te schieten. Met een hangend hoofd gebeurt een journa list niet vaak kwam ik thuis. Ik moet een Arbeidssfeer schrijven, zei ik tegen mijn huisgenooten. Zoo, antwoordden ze, want niet iedereen is even geïnteresseerd in den arbeid van een ander, nou, dan schrijf je er maar een. Of het zoo eenvoudig was! En toch bleef het door mijn hoofd spelen: nou, dan schrijf je er maar een. Wel ja, waarom eigenlijk niet? Je maakt het je eigenlijk veel te ingewikkeld, dacht ik. En zoo begon ik te schrijven B. K. De nieuwe varkensregeling. In een op 25 Februari j.l. verschenen persbericht werd reeds in het kort gewag gemaakt van de op komst zijnde regeling ten aanzien van den var kensstapel. Deze regeling hield in, dat iedere var kenshouder, die varkens boven 60 kg. in voorraad had, vóór 15 Maart een aanvraag voor een contract moest hebben ingediend voor dat aantal varkens. Deze termijn is thans verlengd tot 1 April a.s. Voor enkele categorieën varkens boven 60 kg. be hoeven geen contracten afgesloten te worden. Deze varkens dienen echter door een vergunning gedekt te zijn, zoodat ook hiertoe deze vergunningen slechts worden uitgereikt voor stamboekbeeren, fokzeugen en zeugen bij de biggen, sterzeugen en daarmee door de commissie van toezicht op de se- lectiemesterijen gelijkgestelde uitheemsche zeugen, terwijl voor varkens, bestemd voor huisslachting, de daarvoor uitgereikte vergunning voldoende is. MORTORRIJTUIGENBELASTING 's GRAVENHAGE, 22 Maart. Ingevolge de rege ling van het departement van financiën werd sinds Augustus 1940 de 50 pet. verhooging der motorrij tuigenbelasting niet meer geheven voor voertuigen met gas-tractie (generatoren, persgas, enz.) Dooi de redactie van het desbetreffende besluit werd deze ontheffing echter niet verleend, indien men naast gas ook nog benzine kon gebruiken, hoewel toch ook voertuigen die uitsluitend benzine als brandstof gebruikten nimmer het verhoogde tarief hadden behoeven te betalen. Op een verzoek van de K.N.A.C. deze ongerijmd heid te doen vervallen is thans gunstig beschikt. Van 1 April a.s. af zullen dus motorrijtuigen in gericht om te worden voortbewogen zoowel met gas als met benzine eveneens van de verhooging der belasting zijn vrijgesteld. Voor hen, die reeds voor een termijn tot na 1 April 1941 de belasting vooruit hebben betaald, zal restitutie kunnen plaats hebben. Onder inlevering van de oude belastingkaart wordt dan een nieuwe afgegeven. Nederlandsche Mlddenstandsbank in 1940. Verschenen is 'het Jaarverslag over het 13de boekjaar (1940) van die Nederlandsdhe Midden- standisfoank N.V. Hieraan wordt liet volgende ont leend: Na den löden Mei kon men in de winkelbedrij ven een doorloopenden „uitverkoop" constateeren. Een en ander had tot gevolg, dat opgenomen credieten en andere schulden in vele gevallen ge heel of gedeeltelijk konden worden afgelost en/o£ dat bankdeposito's en tegoed in rekening-courant aangroeiden. In het algemeen is de rentabiliteit van den de tailhandel, als gevolg van de tijdelijk gestegen omzetten, bevredigend geweest, doch door de steeds kleiner wordende aanvoeren en de inkrimpende omzetten thans reeds zoozeer teruggeloopen, dat het moeilijk is voldoende winst te maken voor een bescheiden levensonderhoud. De boven geschetste ontwikkeling weerspiegel de zich in den gang van zaken in ons eigen bedrijf. Crediteuren, deposito's en spaargelden per 31 De cember 1940 van cliënten f 30.791.800 (vorig jaar f 17.721.900), van Middenstandsbanken f 2.454.900 (v. p. f 522,200), totaal f 33.246.700 (vorig jaar f 18.244.100). Uitstaand crediet per 31 December: cliënten middenstands- totaal banken 1939 f 20.340.000 f 2.410.000 f 22.750.000 1940 19.933.000 1.097.000 21.030.000 Afgezien van 813 oorlogsmolestcredieten tot een bedrag van f 3.148.374.50, welke voor rekening van de provinciale stichtingen en van de stichting Rotterdam 1940 werden geopend, werden in het verslagjaar nieuwe credieten verleend tot een be drag van f 5.301.300 tegen f 6.284.400 in 1939. Zoowel de interest-baten als de provisie-inkom sten zijn in 1940 hooger geweest dan in het vorige boekjaar. Om dit resultaat te kunnen bereiken moesten wij echter uitbreiding geven aan ons personeel. Het totaal der baten bedraagt f 1.354.000 (vo rig jaar f 1.292.200) de onkosten en salarissen be liepen f 1.205.600 (v. j. f 1.157.700), brutowinst f 148.500 (v. j. f 134.500). Afgeschreven wordt op inventaris en safe-inrichtingen f 62.200, gereser veerd tegen bedrijfsrisico's f 30.000. Aan het per- soneelsfonds wordt f 50.000 gedoteerd: Voorge steld wordt f 3.000 te bestemmen voor uitkeering van 5 pCt. aan preferente aandeelhouders, waarna f 13.600 op nieuwe rekening overgaat. Een prijsvraag voor blijmoedige boeken. A. J. G. Strengholt's Uitgevers Mij N.V. te Am sterdam heeft een prijsvraag uitgeschreven voor „het beste blijmoedige boek", een vorm van litte ratuur, waaraan in deze tijden trouwens in alle tijden behoefte bestaat. Tot deelneming wordt ieder Nederlandsch en Vlaamsch auteur uitgenoodigd, mits van hem of haar nog niet eerder een boek van het in deze prijsvraag bedoelde karakter is verschenen. De jury bestaat uit Henriëtte van Eyk, Johail Luger en Hans Martin. Voor de bekroonde manuscripten wordt ecil bedrag van f 2000 beschikbaar besteld, zoomede een auteurscontract voor de schrijvers, van wie werken uitgegeven zullen worden. Deze prijsvraag is goedgekeurd door den Ned. Uitgeversbond. ALPHONS DIEPENBROCK PRIJS 1940. AMSTERDAM, 22 Maart. Dezer dagen heeft het curatorium van den „Alphons Diepenbrock Prijs'* na ingewonnen advies van de jury, bestaande uit de heeren Hendrik Andriessen te Utrecht, Henk Badings, te Santpoort en Jos. Jongen te Brussel, uitspraak gedaan inzake den voor de eerste maal uitgeschreven studieprijs (Prix de Rome). De in zendingen waren niet van dien aard, dat de prijs kon v/orden toegekend. Evenwel werd den heer Joh. Vict. Dahlberg, ter aanmoediging een premie toegekend van f 500 terwijl de componisten N. J. van den Berg en Rudolf Escher een eervolle ver melding ontvingen. t> JRGERLJJKE STAND HAARLEM, 22 Maart 1941. Bevallen: 20 Maart: N. J. de Haan—Son- dorp z., 21 Maart: D. W. van der LaanHole wijn z., H. J. van Norde—Kamp d., J. Eppenga Dallinga z., H. S. KuijkenHüsemann d., 22 Maart: J. WijtkampLuiting z. Overleden: 20 Maart: M. C. KroonKiewlt 75 j., Gasthuisvest, 21 Maart: G. J. 2 m., z. van P. A. Bus, Kamperlaan; 22 Maait: H. Hulshof 74 j., Kleverlaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 5