Een eigenaardige aanbieding
Verplichte zuivering van
woningen
DINSDAG 1 APR ID 1941"
door MABEL-GRUNDY.
Vertaald door
E. GRIESE-KETS DE VRIES.
13)
„Waarom niet?" Als Whiff al niet huiverde bij
haar onheilspellende stem, Quinton deed het wel.
Hij zat haast te beven.
„Waarom niet?", vroeg tante Sophia nogmaals.
„Omdat ik hier nu ben, als u mij laat blijven
tenminste. Door mij voor u te laten zorgen en u
achterna te loopen en u gezelschap te houden".
Whiff leunde opnieuw naar mevrouw Dimsdale
toe en glimlachte zoo lief en tevens zoo bescheiden
en niet opdringerig, dat Quinton zich afvroeg, hoe
iemand haar kon weerstaan. „Ik wil mezelf niet
aan u opdringen, maar ik denk, dat ik u behulp
zaam kan zijn. U bent veel te lang alleen geweest.
Mijnheer Quinton zegt, dat u jarenlang feitelijk
op uzelf was aangewezen hetgeen voor niemand
goed is, hoe sterk en dapper en zelfbewust men ook
is Zij hield op. Mevrouw Dimsdale was opge
staan. Er kwamen vreemde geluiden uit haar keel.
Misschien was er iets ingeschoten, men kon het aan
het geluid, dat zij produceerde, onmogelijk be-
oordeelen. Zij bewoog zich in de richting van de
deur en Quinton sprong haar achterna. Hij vroeg
haar, of zij ziek was, maar zij schudde haar hoofd.
Op het oogenblik, dat zij de deur bereikt had, had
zij zich hersteld. Zij was een vrouw met een ijze
ren wil en vastberadenheid.
„fk ga naar de zitkamer. Daar zal de koffie wor
den gebracht". Zij had het tegen Whiff. Toen ver
dween zij.
HOOFDSTUK IX.
Zij zwegen, terwijl Panton de pudding wegnam
en het dessert op tafel zette; toen zei Quinton, die
er diep bedroefd uitzag: „Denkt u, dat u in staal
*ult zijn het vol te houden, juffrouw Woffran?"
2ij beschouwde hem met guitige oogen.
„Wel, 't zou laf van me zijn, als ik er nu al
het bijltje bij ging neerleggen. Ik geloof, dat ik er
plezier in krijg. Uw tante zal een vijand zijn voor
dengene, die het de moeite waard vindt, den hand
schoen op te nemen. Nu ik haar gezien heb kan ik
de moeilijkheden begrijpen, die u hebt ondervonden
om van haar af te komen".
Zijn hart werd lichter bij haar woorden. Hij
voelde zich uitermate opgeknapt. Dan was hij mis
schien toch niet zoo'n verachtelijke lafaard ge
weest, als hij van zichzelf geloofd had.
„En u? Zult u, denkt u, in staat zijn te slagen,
waar ik faalde?"
Whiff schilde bedachtzaam een pruim.
„Hebt u het werkelijk geprobeerd?"
„Ik heb er op gezinspeeld".
Zij lachte hardop.
„U kunt evengoed trachten een oorlogsschip aan
te vallen met een houten kinderschop".
„Ja, dat neem ik aan".
Zij zwegen beiden. Praten was Quinton nooit ge
makkelijk gevallen en "Whiff zat diep na te denken
en terwijl zij dat deed, sloeg hij haar verstolen gade
Hij was te verlegen om ooit een vrouw rechtstreeks
aan te kijken of lang achtereen. Toen Whiff's oogen
op 't tafellaken gericht waren, keek hij openlijk en
met genoegen naar haar. Hij vond haar buitenge
woon aantrekkelijk; maar toen zij haar oogen op
sloeg, wendde hij de zijne oogenblikkelijk af naar
de portkaraf.
Whiff was bekend met zijn verlegenheid en zij
trachtte hem te helpen door zelf natuurlijk en
vriendelijk te zijn. Zij vermoedde, hoeveel schuwe
menschen leden, en zij wilde niet, dat Quinton
leed; Zij mocht hem graag.
„Kunt u mij in eenig opzicht helpen met voor
stellen? Ik heb' een plan uitgedacht, de basis, waar
op ik eerst ga werken en naar ik hoop met goede
resultaten. Ik zal er u van vertellen, als ik mag,
Uw tante heeft een overduidelijken hekel aan men
schen, aan vrienden, aan omgang, aan alles wat
met menschen samenhangt"
Quinton knikte.
„Als u bezoekers hebt, dan gaan ze weg".
„Hoe bedoelt u?"
„Zij vertrekken vlug, denk ik. Zij blijven nooit
hun tijd uit, het aantal dagen of weken, waarvoor
ze waren uitgenoodigd. Als u bijvoorbeeld een oom
van u voor een week met Kerstmis- vraagt, blijft
hij dan een week?"
Quinton dacht na. „Neen, nooit. Geen van hen
bleef, nu ga ik er pas goed over nadenken".
„Ze komen met verontschuldigingen voor hun
vertrek. Hun bloedverwanten zijn ziek, of er is een
buis bij ze gesprongen, of een zakencrisis ont
staan?"
„Ja".
„Dat dacht ik wel. Mevrouw Dimsdale plaagt ze
weg. Neem me niet kwalijk, dat ik het zoo botweg
zeg" zij keek hem een beetje beschroomd aan
„ik ben bang, dat ik botweg tegen u zal moeten
spreken, als ik uw hulp en steun moet verkrijgen
om te bereiken, wat ik op me heb genomen".
,.U kunt net zoo botweg spreken - als u maar
wilt", zei Quinton hartelijk: „hoe meer, hoe beter..
Ik houd er geen valsche illusies omtrent mijn tante
op na en ik ben verdrietiger dan ik kan zeggen
over de manier, waarop zij u behandeld heeft"
Quinton was heel bitter gestemd jegens tante
Sophia. Waar hij tevoren uitsluitend een gewaar
wording van ergernis tegen haar had ondergaan,
had deze zich nu omgezet in daadwerkelijken af
keer van de oude dame. Hij vond haar behandeling
van juffrouw Woffran niets minder dan verfoeilijk
en dat zei hij ook.
„O, denkt u er niet zoo over", pleitte Whiff
ernstig. „Ik wil niet, dat het u spijt om mij of dat
u zich over mij kwelt. Als u dat doet, zal het de
zaak veel moeilijker voor mij maken en geloof me.
het kan me niet schelen. Ik ben goed doordrongen
van wat ik op mij nam, voor ik kwam. Ik wis!
dat het niet gemakkelijk zou zijn en juist omdat het
niet gemakkelijk zal zijn denk ik, dat ik me er
haast op verheug. Gemakkelijk werk is in den
regel saai; automatisch werk evenzoo; kinderen, die
gemakkelijk te leiden zijn en alles doen zooals he+
hoort, zijn saai en saaiheid in welken vorm dan
ook verafschuw ik. Uw tante zal me veel meer in
teresseeren dan een vriendelijk, vreedzaam mensch.
die zegt: „Het regent nu, maar ik denk. dat het
later wel zal opklaren". Ik heb een nicht, die derge
lijke dingen dag in dag uit zegt. Als het warm is.
zegt ze met een gewichtig, voorspellend air: „Latei
op den dag zal het wel afkoelen, zie je, of ik moet
me al sterk vergissen"; en dan, als het tegen zes of
zeven uur volgens de natuurwetten vanzelfsprekend
afgekoeld is, zegt ze: Daar! Ik zei je het toch
wel!"
Quinton glimlachte en leunde achterover in zijn
stoel met een gevoel van vreugde, een gevoel, dat
hij nauwelijks ooit aan zijn eigen tafel had onder
vonden. Terwijl zij keurig haar pruim zat te nut
tigen, kwam Whiff hem voor als de ware incarnatie
van de bekoorlijke, beschaafde, jonge en schoonp
vrouwelijke sexe. Zij was niet mooi in den waren
zin des woords, zij was ongetwijfeld aantrekkelijk,
maar voor Quinton was zij mooi, waarschijnlijk
omdat hij zoo weinig meisjes had gekend en die hij
had gekend, had hij vanwege zijn verlegenheid
niet kunnen naderen.
„En dus", vervolgde Whiff, „zal uw tante mij
op zijn minst interesseeren. Ik ben overtuigd, dat
zij nooit saai zal zijn, hoewel ze grof kan wezen
Zij zal me haten zij haat me nu al en als je
er goed over nadenkt, heeft zij reden om een hekel
aan mij te hebben en mijn aanwezigheid kwalijk
te nemen. Een volmaakt vreemde komt daar plotse-
lin'g aanzetten zonder een woord van waarschuwing
ik veronderstel, dat u tegen haar geen woord
hebt losgelaten over mijn komst?"
„Neen. Ik probeerde het, maar ik, wel, ronduit
gezegd, ik durfde niet. Ik ben een ellendige laf
aard, juffrouw Woffran", hij sprak met kennelijke
ergernis over zichzelf.
„Ik geloof, als ik tien jaar lang met uw tante
had geleefd, dat m ij n geest gebroken zou zijn.
en de geest van een man wordt gemakkelijker ge
broken dan die van een vrouw. Ik kan me wel een
man voorstellen, die aan een gebroken hart sterft,
maar nooit een vrouw". Dit zei ze op een toon van
gedegen ervaring, die Quinton amuseerde.
„Hoe hebt u dit allemaal geleerd?" Hij was hevig
geïnteresseerd, zijn verlegenheid 'was 'voor het
oogenblik verdwenen.
„O, ik weet het niet", antwoordde zij luchtig. „Ik'
denk, dat ik heb geluisterd en opgeluisterd, en mijn
vader vertelde mij een massa. Hij was een misluk
king, voor zoover het maatschappelijk welslagen
betreft, maar hij was bijdehand op die heerlijke en
oorspronkelijke manier, die hemzelf of iemand an
ders schijnbaar van geen nut was. Maar moeten
we eigenlijk niet naar de zitkamer gaan?" Zij
stond op.
„Een oogenblik. U zou mij gaan vertellen van uw
krijgsplan".
„O ja. In het kort: Omdat ik gemerkt heb. dat
mevrouw Dimsdale meer hekel heeft aan gezel
schap dan aan iets anders, ben ik van plan haar
nooit te verlaten; om het met haar eigen woorden
te zeggen: „altijd mijn neus in haar zaken te ste
ken" en die neus daar stevig in te planten. Onge
voelig te zijn voor snauwen, glimlachen als zij
snuift, een lief antwoord geven op haar toorn,
haar beide wangen toesteken om op te slaan, kort
om, haar murw maken met vriendelijkheid".
„Schitterend!" juichte Quinton.
„Kunt u mij nog een paar ideeën aan de hand
doen?"
„Ja", zei hij; „leen haar „kleine bezittingen":
haar pennemes, vingerhoed, fruitmes, boek, tijd
schrift, alles wat op haar bamboe tafel prijkt. Niets
prikkelt haar mee dan iets van haar te leenen. En
haar voetenbankje, boven alles haar voetenbankje"
Quinton sloot zijn oogen alsof hij pijn had
„haar verwenschte voetenbankje. Neem me niet
kwalijk, dat ik me zoo krachtig uitdruk, maar het
is gewenscht. Als ik 't tegen een man had, zou ik
nog iets sterkers zeggen".
„Ik wil het wel voor gezegd houden, als het U
tot een troost kan zijn", zei Whiff.
„Dank u", gaf hij terug.
Toen hij de deur voor haar openhield, verscheen
Panton op den drempel.
„Mijnhoor, mevrouw Dimsdale heeft me gestuurd
om te zeggen, of juffrouw Woffran direct naar de
zitkamer wil gaan voor haar koffie".
„Ze gaat al", zei Quinton. „Waar is mijn koffie,
Panton?"
„In uw studeerkamer, mijnheer, zooals gewoon
lijk".
Hij wierp een blik op de deur van de studeerka
mer en toen naar de zitkamer. Het leek hem, dat
de studeerkamer vanavond een beetje verlaten en
triest zou zijn, en ook, dat juffrouw Woffran zijn,
hoe zei ze het ook weer, „moi-eele steun" noodig kon
hebben.
.(Wordt verwijd!
Hoe de stand van zaken
te Haarlem is
Met ingang van 1 April treedt het besluit van
den Secretaris-generaal van Binncnlandsche Zaken
in werking betreffende de bestrijding van wandge
dierte.
Door deze regeling is het den v erhuurder
verboden een woning of een gedeelte daarvan in
gebruik te geven, zonder dat bij B. en W. een ver
klaring is ingeleverd, dat noch in de woning, noch
in het daarin eventueel aanwezige huisraad, wand
gedierte is aangetroffen. Daarnaast is het ook den
huurder verboden om bij het betrekken van
ren woning of een gedeelte daarvan huisraad te
plaatsen of aan te brengen, zonder dat zijnerzijds
verklaard is dat zich daarin géén wandgedierte be
vindt.
In verband met de uitvoering van dit besluit
waren bij verschillende gemeentebesturen vragen
gerezen wat voor de Vereeniging van Nederland
sche gemeenten aanleiding was een bijeenkomst te
beleggen met eenige gemeentelijke deskundigen,
waar de te nemen maatregelen uitvoerig besproken
zijn. Als resultaat van deze conferentie heeft het
bestuur den gemeentebesturen een aantal richtlij
nen doen toekomen, waaraan wij het volgende ont-
leenen:
Onder oogen werd gezien de moeilijkheid die de
controle kan opleveren, met name het feit, dat
de opgaven betreffende verhuizing binnen de ge
meente, doorgaans eerst na de verhuizing bij de
bevolkings-bureau binnenkomen. In het besluit
wordt echter geëischt, dat het onderzoek plaats
heeft, vóór een woning betrokken wordt. Wellicht
zal gebruik kunnen worden gemaakt van de om
standigheid, dat degenen, die verhuizen gaan, daar
van tevoren mededeeling doen aan de gemeente
lijke licht- en waterbedrijven.
ONTHEFFING MOGELIJK.
Blijkens artikel 4 van het besluit kan de Secre
taris-Generaal van Binnenlandsche Zaken, op een
daartoe door gemeentebesturen in te dienen ver
zoek, ontheffing verleenen voor gemeenten, dee-
len van genieenten, of bepaalde groepen of klassen
van woningen, ten aanzien waarvan B. en W. aan
nemelijk kunnen maken, dat besmetting met wand
gedierte zich niet, of slechts bij hooge uitzondering
voordoet. Technisch moet het wel haast onuitvoer
baar worden geacht, om de verplichting op korten
termijn voor alle woningen in het geheele land
te doen gelden. Afgezien hiervan zal zich ook niet
de noodzakelijkheid doen gevoelen, dat het besluit
algemeen wordt toegepast.
In het algemeen heeft de ervaring geleerd, dat
een grens kan worden getrokken tussehen groepen
van woningen, waarvoor het besluit al dan niet
zal moeten gelden. Bij de gehouden bespreking werd
als meest objectieve maatstaf, de huursom der
woningen geacht. In groote gemeenten zou deze
f 400 per jaar kunnen zijn, in kleine gemeenten iets
lager. Hiermede wil allerminst gezegd zijn, dat
wandgedierte uitsluitend in woningen beneden die
huursom wordt aangetroffen, maar de opgedane
ervaring geeft aanleiding, om bij het zoeken naar
een algemeenen norm, dezen maatstaf aan te leggen.
Wat het verleenen van vrijstellingen betreft, zal
het ook mogelijk zijn, dat samenwerking met wo-
ringbouwvereenigingen wordt gezocht. Indien van
de zijde der woningbouwvereenigingen, naar het
oordeel van B. en W., voldoende voorzorgsmaat
regelen worden genomen, tot het voorkomen van
besmetting der woningen met wandgedierte, zou
den B. en W. wordt in de richtlijnen gezegd
ook ten aanzien van deze woningen vrijstelling der
verplichting aan den Secretaris-Generaal kunnen
verzoeken. Een overeenkomstige regeling kan voor
de gemeenle-woningen worden getroffen.
Mocht zich een besmettingshaard van wandge
dierte voordoen in woningen,, waar geen verhuizing
plaats heeft, kan worden ingegrepen door toepassing
van eventueel in de bouw- en woningverordening
voorkomende voorschriften. Voorts zal het van be
lang zijn, bij de bestrijding bijzondere aandacht te
geven aan logementen, slaapsteden enz.
Wij teekenen hierbij aan dat er te Haarlem
Indertijd reeds een regeling met verschillende wo
ningbouwvereenigingen getroffen is. Elke woning
wordt eens in het jaar door den Gem. Ontsmet-
tingsdienst gecontroleerd. Bovendien wordt een
tmderzoek ingesteld als er nieuwe huurders worden
aangewezen.
- Op deze regeling, die nu vrijwillig is, zou kun
nen worden voortgebouwd om te komen tot een
organisatie die aan de bepalingen van het bedoelde
besluit beantwoordt.
Boekenbeurs.
De door de Literaire club Haerlem georgani
seerde Boekenbeurs in de bovenzaal van „Het
Bolwerk" vormde een mooie representatie van de
durf en ondernemingsgeest van onze Nederland-
sche uitgevers.
De keurig verzorgde tentoonstelling toonde een
groote hoeveelheid juist van de persen gekomen
werken.
Naast de nieuwste romans de juist verschenen
geheel bijgewerkte encyclopaedieën en allerhande
vakboeken, waarbij de „vakboeken" van de volks
tuinders een begrijpelijke belangstelling hadden.
Stoere boeken over boeren, sterke boeken over
schippers met natuurlijk Holland's Glorie als aan
voerder. Gedichten- en novellen-bundels.
De markt bleek willig: velen bleek het moeilijk
uit de groote tentoonstelling een keus te doen.
Het is voor de Literaire club Haerlem een vol
doening, dat deze beurs zoo goed werd bezocht.
Het streven van deze club om meer belangstelling
te wekken voor het goede Nederlandsche boek
verdient dan ook de volle belangstelling.
BLOEMBOLLENCURSUS.
Dezer dagen kwamen in de meisjes H.B.S. aan
de Tempeliersstraat te Haarlem bijeen de deel
nemers aan den Bloembollencursus, georganiseerd
door de afdeeling Haarlem der Algem. Vereeniging
voor Bloembollencultuur en wel voor de laatste les
van den cursus 19401941.
De heeren ir. K. Volkersz te Lisse, Rijkstuin-
bouwconsulent en H. J. Voors, redacteur van het
Weekblad voor Bloembollencultuur, hadden ken
nisgeving van verhindering gezonden.
Tot aller leedwezen kon de leider van den cur
sus, de heer J. H. Caro, door ziekte niet tegen
woordig zijn, zoodat zijn taak werdovergenomen
door den heer W. A. van èadel.
Na afloop der les reikte de secretaris der afdee
ling, de heer C. L. F. Sarlet aan elk der deelnemers
diens puntenlijst uit betreffende vorderingen, ge
drag en opkomst, om daarna eenige woorden tot
hen te richten. In de eerste plaats braoht hij hulde
voor hun volharding, zonder verzuim elke les te
hebben bijgewoond, ondanks verduistering en on
gunstige weersgesteldheid, want de jongelui komen
niet alleen uit Haarlem, maar ook uit Hillegom,
Bennebroek, Heemstede, Haarlemmermeer en Sant
poort.
Hij prees hun wijze van werken, de aandacht
bij de lessen, hun vorderingen, waarover de heer
Caro hem zijn ingenomenheid had te kennen ge- j
geven.
Ten slotte sprak hij de verwachting uit allen in
September terug te zien bij het begin van het
tweede gedeelte van den cursus.
KENNEMER FOTOKRING.
De Kennemer Fotokring houdt Woensdagavond 9 April
een vergadering in restaurant „Lido" te Haarlem. De heer
N. Cnopius uit Heemstéde, voorzitter der afdeeling Am
sterdam van de Nederlandsche Kleinbeeld Vereeniging,
zal een lezing houden over het onderwerp: „Een vacantie-
reis door de Vogezen" (met kleurenprojectie).
Opvoering van rArlesienue".
Op Vrijdag 4 April te Haarlem.
Het Nederlandsch Tooneel. directeur Cor van
der Lugt Melsert, geeft op Vrijdagavond 4 April
in den Stadsschouwburg te Haarlem een enkele
opvoering van 1' Arlesienne, in vijf tafereelen
van Alphonse Daudet. in de vertaling van J. W.
F. Werumeus Buning. De muziek van Georges
Bizet wordt uitgevoerd door de Haarlemsche
Orkest Vereeniging, leiding L. M. G. Arntzenius.
De koren van Bizet worden gezongen door de
R.K. Oratorium-VereeniKing onder leiding van
Theo van der Bijl. De Balletten Georgi verleenen
hun medewerking o.a. met het dansen van de
Farandole. De rolverdeeling is als volgt: Vivette,
Annie van der Lugt Melsertvan Ees, Rose Mamaï
Magda Janssens, Moeder Renaud, Marie van
Westerhoven (a.g.) het onnoozele kind, Carla de
Raet, Balthasar, Cor van der Lugt Melsert, Francet
Mamaï, Louis van Gasteren, Fréderi, Johan
Schmitz, Baas Mare, Johan Elsensohn, Mitifio,
Han Bentz van den Berg, de Equipagie, Anton
Grijnders. De décors zijn ontworpen door Jacques
Snoek en geschilderd door Karei Bruckman. De
costumens zijn verzorgd door A. Serné en Zn.,
het kapwerk door D. H. Michels.
De regie en arstistieke leiding van deze ver
tooning, die gegeven werd in de serie van bij
zondere voorstellingen .Kunst in Amsterdam",
berust bij Cor van der Lugt Melsert.
In de onsterfelijke en eenvoudige „Lettres de
mon Moulin" van den jongen, zes en twintigjari-
gen Alphonse Daudet, vindt men de enkele blad
zijden waarboven de titel „l'Arlésienne" staat; de
eerste korte notitie, nog nauwelijks een novelle,
van het gegeven, dat later de stof voor dit drama
in drie bedrijven zou opleveren. Het korte verhaal
behelst in groote trekken reeds alles wat in de
latere bewerking zal treffen, het is geheel en al
van het land van de Provence, waar Daudet's
molen stond, een landschap als van een lieflijke
idylle, waar men zich eensklaps stoot aan de
steenen. van een tragischen Romeinschen bouw
val.
Evenals in Mistrai's „Mireille", meesterwerk
der Provengaalsche dichtkunst, is bij Daudet's
„Arlésienne" het leven landelijk en aartsvaderlijk,
met een gemoedelijken spot en een dichterlijken
geest, tot het oergeweld losbreekt. Het meeste van
wat zich op deze aloude boerderij afspeelt, zou
duizend jaar eerder hebben kunnen spelen, in den
gestadigen gang der geslachten op een Proven
gaalsche hoeve.
Maar als onweerswoede boven een idyllisch
landschap heerscht hier telkens een tragisch ge
weld, kort en heftig, dat tenslotte voortsmeult
en in de fatale verliefdheid van den jongen man
op een vrouw, die wij niet eens te zien krijgen,
het stuk zijn duisteren achtergrond geeft, bij al
zijn door heldere zon verlichte hooge populieren,
groen weiland, en op den dans verliefd landvolk.
l'Arlésienne is een beminnelijk stuk in veje op
zichten; Daudet kende zijn Provengaalsche her
ders en boeren en opsnijders van jongs af aan;
hij heeft het hier over dingen van eigen bodem,
maar zooals gezegd is: in dezen bodem sluimert het
„OVER-HOLLAND", het prachtige buitengoed aan de Vecht te Nieuwersluis,
wordt ingericht, om dit jaar vele natuurvrienden te ontvangen. Reeds is het huis
voor de Paaschdagen volgeboekt.
(Foto Pax Holland)
tragische. En als zwaar onweer over vlak land
ontlast het tragische zich aan het slot der bedrij
ven. Men hoopt nog op goeden afloop, maar voor
deze liefde van den jongen man. is geen kruid
gewassen. Het is de liefde der volksverhalen en
der meesterwerken, de ongeneeslijke, gróót in haar
ondergang.
HET OPVOEDERSGILDE
's GRAVENHAGE, 31 Maart. De N. S. B.-pers-
dienst meldt:
Door den leider van het opvoedersgilde, dr. R.
van Genechten, wérd drs. P. Dijkema te Gronin
gen ontheven van zijn functie als leider der groep
middelbaar onderwijs en in zijn plaats als zoo
danig benoemd dr. W. F. de Groot, directeur eener
gemeente-H. B. S. te Den Haag.
KUNSTMESTBONNEN.
's-GRAVENHAGE, 31 Maart. De Secretaris
generaal van het departement van Landbouw
en Visscherij heeft bepaald:
Het koopen. te koop aanbieden en verköopen,
zoomede het ten geschenke geven en ten ge
schenke aannemen van kunstmestbonnen is
verboden.
VOOR DE KINDEREN
Middelbare Technische School.
Aan het jaarverslag over 1940 van de Middsi
bare Technische School te Haarlem ontleenen w
het volgende:
De begrooting voor 1941, sluitende in ontvan?
sten en uitgaven met een bedrag van f 2615v
werd goedgekeurd. Aan hen, die personeel vervih,
gen, dat in den militairen dienst was, wordt dani
gebracht voor de voorbeeldige wijze waarop zJ
zich van hun taak kweten. Het totaal aantal iL
schreven leerlingen bedroeg 537 in 1940 (v.j. 5221
'namelijk 49 aan de afdeeling Bouwkunde, 93 \ve».
en Waterbouwkunde, 168 Werktuigbouwkunde 91
Electro-techniek, 39 Scheepsbouwkunde, 97 Vlies,
tuigbouwkunde. a'
Ook dit jaar was het mogelijk, zij het ook mei
moeite, voor alle leerlingen een passende plaat
als practikant te'verkrijgen. De. resultaten van he!
practische leerjaar waren over het' algemeen gum
stig. Er namen 131 candidaten deel aan hei
examen in eerste hulp bij ongelukken; 7 werden
afgewezen.
Voor het eerst werd dit jaar aan enkele geslaag.
den voor het eindexamen het praedicaat „met lof'1
toegekend.
Op 20 Juli 1940 kon aan 136 leerlingen het
diploma worden uitgereikt (110 in 1939).
Het ingenieurs-diploma te Delft werd behaald
door de volgende afgestudeerden: Bouwkunde 3
Weg- en Waterbouwkunde 14, Werktuigbouwkunde
15, Electro-techniek 10, Scheepsbouwkunde 3.
Een tweede diploma van de M.T.S. te Haarlem
werd behaald: voor Bouwkunde en Weg- en Water,
bouwkunde door 11 leerlingen, Bouw- en Werk
tuigbouwkunde 1, Weg- en Waterbouwkunde
en Electro-techniek 1, Werktuig- en "Vlieg,
tuigbouwkunde 6, Werktuigbouwkunde en
Electro techniek 7 en Scheeps- en Vliegtuigbouw,
kunde 3
Voor het toelatingexamen (cursus 1940—'41)
slaagden 237 leerlingen (v.j. 161).
De gemiddelde leeftijd van de leerlingen was
29 jaar. Uit niet minder dan 96 gemeenten in ons
land bezochten leerlingen de M.T.S. te Haarlem,
Verschillende excursies hebben plaats gehad,
In het verslag van de gecommitteerden voor de
eindexamens 1940 wordt hulde gebracht aan direc
teur en leeraren, die er met groote krachtsinspan
ning voor hebben gezorgd, dat de resultaten niet
tegenstaande de moeilijkheden in den loop van
het schooljaar zoo uitstekend waren.
Met instemming van leeraren en leerlingen
werd de mededeeling uit deh Haag vernomen, dat
het aantal les-uren van 50 minuten beperkt was
van 4143 tot 39. Gehoopt wordt, dat deze ver
mindering ook onder normale omstandigheden zal
worden voorgeschreven, waardoor het dan tevens
mogelijk zal zijn lessen voor lichamelijke opvoe
ding in te voeren.
In een rouwrand -wordt herinnerd aan de drie
oud-leerlingen, die hun leven voor het vaderland
hebben gegeven n.l. A. B. Bronkhorst, F. A. Nij-
hof en H. van der Waals.
De rekening over 1940 sluit in ontvangsten en
uitgaven met een endcijfer van f 247.185.55.
RONDREIS VLAAMSCHE ZANGERS.
's GRAVENHAGE, 31 Maart. De heer Willem
de Meyer en mej. Wiesken Aerts zullen wederom
een rondreis door ons land maken en wel van
1 tot 20 April. Zij zullen o.m. optreden te Haar
lem (twee keer).
144.
Een ieder loopt thans naar de kust
E11 is pas weer geheel gerust,
Als hij al zwemmend kan ontkomen:
Zoo blijft het steeds maar menschen
stroomen
Die allen snakken naar een bad
En naar het koele, zilte nat.
DE VRIJMETSELAARSTENTOONSTELLING
TE HAARLEM.
AMSTERDAM, 31 Maart. Tengevolge van het
buitengewoon groote bezoek aan de tentoonstel
ling inzake de Vrijmetselarij te Haarlem, moesten
er nieuwe bezoektijden worden vastgesteld. De
tentoonstelling is thans dagelijks geopend des
morgens van 1012 uur, Zaterdags en Zondags
van 1318 uur. Bijzondere deskundige leiding
staat om 11, 15, 16 en 17 uur ter beschik
king.
In de eerste week werden reeds meer dan 2000
bezoekers geboekt en sindsdien is het aantal be
zoekers nog steeds stijgende
(A.NJ.)
CHR. GEM. ZANGVEREENIGING
„HET NOORDERKOOR
Bovengenoemde vereeniging geeft Woensdag-
Het vuur grijpt wijder om zich heen:
avond 2 April a.s. een zanguitvoering in het ge- I De h^eie stad is °p de been,
I Men hoort vpi-lwiifplrip ppriir
bouw van de Haarl. Jongemannen Ver.
Margarethastraat te Haarlem.
Lange
Men hoort vertwijfelde geruchten.
En alle Algerijnen vluchten,
Men vraagt, men raadt, doet wat men
kan
En niemand weet er 't rechte van.